2012 – 2013
2012 - 2013
Obs W.A. Scholtenschool Pluvierstraat 11 9607 RJ Foxhol 0598 393699
Postbus 87 9600 AB Hoogezand
[email protected] [email protected] www.wascholtenschool-foxhol.nl W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
INHOUD Inleiding
3
1. De zorgleerlingen
4
2. Groepsplannen 2.1 Waarnemen 2.2 Begrijpen 2.3 Plannen 2.4 Realiseren
5 5 6 7 7
3. Groepsbesprekingen 3.1 Voorbereiding van groepsbespreking 3.2 Uitvoering groepsbespreking
8 8 8
4. Leerlingenbesprekingen volgens de uitgangspunten van Handelingsgericht werken (HGW) 4.1 De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal 4.2 Aandacht voor het positieve 4.3 Constructieve samenwerking 4.4 Systematiek en transparantie
9 9 9 9 10
5. De cyclus van het handelingsgericht werken 5.1 Intakefase 5.2 Strategiefase 5.3 Onderzoeksfase 5.4 Groepsplannen 5.5 Individueel handelingsplan
11 11 11 11 12 12
6. Individuele leerlijn (leerrendement / uitstroomperspectief) 6.1 Inhoud eigen leerlijn 6.2 Opbrengsten eigen leerlijn 6.3 Toetsen 6.4 Overgang voortgezet onderwijs
13 13 13 14 14
7. Sociaal emotionele ontwikkeling 7.1 SCOL 7.2 LeerlingSCOL 7.3 Rots & watertraining
17 17 18 19
Bijlagen: I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI.
Schematische weergave van het handelingsgericht werken Verklaring van veel gebruikte termen en afkortingen Voorbeeld didactisch groepsoverzichten Stappenplan leesanalyse / rekenanalyse Voorbeeld groepsplan Klassenbezoeken Punten groepsbesprekingen HGPD-formulier Voorbeeld overdrachtsformulier Format eigen leerlijn Toets / zorgkalender 2012-2013
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
2
INLEIDING In het schooljaar 2012-2013 zullen we de zorg op onze school verder gaan ontwikkelen. We hebben de afgelopen jaren het accent in de zorg steeds verder weten te verschuiven van het geven van remedial teaching aan individuele kinderen, naar het meedenken met de leerkracht over een adequate aanpak van zorgleerlingen in de groep. De vragen van leerkrachten, ouders/verzorgers en leerlingen zijn steeds meer het uitgangspunt van de zorg worden. Dit plan is geschreven om de zorg op onze school voor alle betrokkenen te beschrijven en de (nieuwe) procedures te verhelderen. Achter in ons zorgplan is een verklaring van veel gebruikte termen en afkortingen opgenomen (bijlage II). Het handelingsgericht werken is het kader waarbinnen we de zorg gestalte geven (bijlage I). Bij handelingsgericht werken1 wordt uitgegaan van de leerling in zijn totaliteit. De leerlingkenmerken worden zo volledig mogelijk onderzocht en beschreven. Daarbij zullen we niet uitgaan van de zwakke kanten van de leerling, maar van zijn/haar sterke punten. De kenmerken die beschreven worden hebben te maken met: • de onderwijsbehoeften • de onderwijsleeromgeving • de thuissituatie • het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling Als alle aspecten van een leerling in kaart zijn gebracht, formuleren leerkrachten, ouders/ verzorgers, intern begeleider en indien mogelijk het kind zelf, samen actiepunten en praktische adviezen voor de onderwijspraktijk van alledag. Hiermee moet een leerkracht direct aan de slag kunnen. Pedagogisch optimisme is daarbij ons uitgangspunt. We geloven in de ontwikkelingskracht van mensen. Samen zullen we naar kansen, mogelijkheden en compenserende factoren zoeken om een leerling vooruit te helpen, waarbij niet alleen de te behalen doelen voor de leerstof belangrijk zijn, maar vooral ook het leren leren en het welbevinden van de leerling. We vinden het belangrijk dat zwakke leerlingen niet als zodanig gelabeld worden. Het gevolg hiervan kan zijn dat de eisen die aan deze leerlingen worden gesteld worden verlaagd en dat de leerlingen fysiek, sociaal en cognitief een bepaalde positie krijgen waar hij/zij niet meer uitkomt. Ook van deze kinderen moeten telkens de grenzen van het kunnen worden opgezocht om de volgende stap effectief te kunnen maken.
1 Pameijer
N. & van Beukering T, (2006) Handelingsgericht werken: een handreiking voor de interne begeleider, Leuven/Voorburg, Acco
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
3
1. De zorgleerlingen De meeste vierjarigen die aangemeld worden bij ons op school zijn naar de peuterspeelzaal geweest. In sommige gevallen zijn in deze periode de leerlingen die extra zorg nodig hebben al gesignaleerd. Nadat de ouders/verzorgers toestemming hebben gegeven krijgen wij vanuit de peuterspeelzaal een overdrachtformulier van de nieuwe kleuters. Hiermee zijn we in het voordeel: de groepsleerkracht weet al wat van het kind en kan daarmee beter aansluiten op de diverse onderwijsbehoeften van de nieuwe kleuter en het kind daarmee sneller op zijn gemak stellen. In de meeste andere gevallen worden de leerlingen die extra zorg nodig hebben door de leerkracht gesignaleerd. Extra zorg kan zich voordoen op het gebied van het leren, de werkhouding, het sociaal emotioneel functioneren of de thuissituatie van het kind. De leerkracht neemt toetsen af en/of observeert de leerling. Hiervoor maakt de leerkracht gebruik van: • observatie en registratie systeem DORR voor de groep 1/2 • gegevens dyslexie / dyscalculie protocol • de toetsen van het leerlingvolgsysteem van CITO • de methodegebonden toetsen • SCOL / LeerlingSCOL Zijn er signalen voor zorg dan probeert de leerkracht deze eerst zelf op te lossen. Een leerkracht stelt het lesprogramma bij en geeft specifieke hulp in de groep. Verder praat hij/zij met ouders/verzorgers, met collega’s en indien mogelijk met het kind om te komen tot een betere aanpak. Tijdens een groepsbespreking wordt dit teruggekoppeld aan de IB-er. De leerkracht maakt een journaal van de gesprekken, maakt een didactisch groepsoverzicht en verwerkt de onderwijsbehoeften in een groepsplan om de hulp goed vast te leggen. In de toekomst zal er alleen incidenteel een individueel handelingsplan opgesteld worden. Bij problemen in de thuissituatie kan er na overleg met de ouders/verzorgers en IB’er een beroep worden gedaan op School Maatschappelijk Werk of de sociaal verpleegkundige kan worden ingeschakeld. Zij kunnen specifieke hulp bieden in de thuissituatie.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
4
2. Groepsplannen In schooljaar 2012-2013 gaan wij verder met het werken met groepsplannen. Afgelopen schooljaren hebben wij ons gericht één vakgebied: technisch lezen en hebben we in diverse groepen geëxperimenteerd met rekenen & wiskunde. Dit schooljaar willen we schoolbreed met groepsplannen voor het vak rekenen & wiskunde gaan werken. In het kader van groepsplannen passen wij daarbij de cyclus van HGW toe: waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren. Binnen deze cyclus hebben wij gekozen voor het convergente differentiatiemodel.
2.1 Waarnemen In de fase van het waarnemen verzamelt en ordent de leerkracht gegevens over alle leerlingen én over de resultaten van het aanbod, in een didactisch groepsoverzicht. Het gaat om gegevens uit observaties, analyses van het werk, gesprekken met leerlingen en ouders/ verzorgers en de resultaten op methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ook de DL en DLE’s van een leerling worden verwerkt in dit overzicht. Zowel kinderen met een leer-/ontwikkelingsachterstand als leerlingen met een leer-/ontwikkelingsvoorsprong worden op deze manier gesignaleerd en kijken we, geheel passend bij handelingsgericht werken, niet alleen naar de belemmeringen maar ook naar de beschermende factoren. (zie bijlage III)
Vanaf groep 6 worden ook het leerrendement en het uitstroomperspectief van de leerlingen met een D- of E-score in het didactisch groepsoverzicht opgenomen, maar ook van de kinderen die over de hele linie zwak zijn berekenen we dit (dus mogelijk ook C-scores.) Zo kunnen we het ontwikkelperspectief van deze leerlingen overzichtelijk vastleggen. Bij leerlingen waar niets opvalt, worden alleen de methodeonafhankelijke gegevens (LOVS CITO) in het overzicht verwerkt. Op onze school maken we al jaren gebruik van het leerlingvolgsysteem van CITO (LOVS). De CITO toetsen zijn landelijk genormeerd. Dat betekent dat er een vaste score is die is gebaseerd op hoe alle kinderen in Nederland scoren op deze toetsen. Door deze toetsen W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
5
jaarlijks af te nemen krijgen we een redelijk beeld van de ontwikkeling van een kind. We kunnen zien hoe het kind scoort ten opzichte van het landelijk gemiddelde, maar ook of het kind zijn eigen ontwikkelingslijn blijft volgen of dat het daar ineens boven of onder scoort. Als dat laatste gebeurt, is dat een signaal om te kijken wat de oorzaak van die verandering kan zijn. Tot nu toe werd de CITO score uitgedrukt in letters: A, B, C, D of E. Niveau A: goed (0-25 % scoort hoger) Niveau B: voldoende tot ruim voldoende (25-50 % scoort hoger) Niveau C: onvoldoende tot voldoende ( 50-75 % scoort hoger) Niveau D: onvoldoende ( 75-90 % scoort hoger) Niveau E: zeer zwak (90-100% scoort hoger) Omdat bij de oude normering ten onrechte lijkt dat een C gemiddeld is (er zitten immers 2 scores boven [A en B] en onder [D en E]) heeft CITO bij de vernieuwde toetsen een nieuwe normering ingevoerd, die we het komende schooljaar naast de oude normering gaan gebruiken. Zo kunnen we nog eerder onze zorgleerlingen signaleren. De nieuwe normering wordt uitgedrukt in de Romeinse cijfers I, II, III, IV en V. Niveau I: goed (0-20% scoort hoger) Niveau II: ruim voldoende (20-40% scoort hoger) Niveau III: voldoende (40-60% scoort hoger) Niveau IV: onvoldoende (60-80 % scoort hoger) Niveau V: zwak (80-100 % scoort hoger) In de fase van het waarnemen zet de leerkracht de volgende twee stappen: 1. verzamelen van gegevens over leerlingen in een didactisch groepsoverzicht en op basis hiervan evalueren van het vorige groepsplan; 2. preventief en proactief signaleren van leerlingen die de komende periode extra aandacht nodig hebben. 2.2 Begrijpen In de fase van het begrijpen gaat de leerkracht op basis van de in het didactisch groepsoverzicht verzamelde gegevens na wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen in haar groep zijn, met in het bijzonder de kinderen die bij stap 2 gesignaleerd zijn. Afgelopen schooljaar hebben we zorgen vooral gesignaleerd aan de hand van Cito-scores, komend schooljaar willen we ons verder professionaliseren in het herkennen en benoemen van specifieke onderwijsbehoeften. We vinden het hierbij belangrijk dat kinderen actief betrokken worden bij het benoemen van hun eigen onderwijsbehoeften. Daardoor kunnen ze zelf inzicht krijgen in hun vorderingen. Om dit te realiseren willen we komend schooljaar experimenteren met het ‘leesonderzoek’, ontwikkeld door Stichting Kansrijke Taal. De zwakke leerlingen (D-/ E-leerlingen) maken een opname met Audacity terwijl ze een tekst lezen op hun eigen niveau, deze digitaal opslaan, met de leerkracht bespreken en aandachtspunten bepalen voor de komende periode. De leerkracht bepaalt, evt. in overleg met de leerling, welke (remediërende) activiteiten de komende periode worden gepland. Ook zal de Intern begeleider de zwakke kinderen zien en proberen de onderwijsbehoeften in kaart te brengen. Door met de kinderen een diagnostisch gesprek te voeren, hopen we achter de cijfers te kijken en meer specifiek naar de kindbehoeften. De intern begeleider W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
6
koppelt de bevindingen terug aan de betrokkenen, zodat het opgenomen kan worden in het didactisch groepsoverzicht en groepsplan. Hiermee starten we dit schooljaar voor de vakken technisch lezen en rekenen. (zie bijlage IV) In deze fase zet de leerkracht de volgende stap: 3. benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen. 2.3 Plannen Op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen kijkt de leerkracht hoe zij op een bepaalde manier een aanbod kan organiseren dat afgestemd is op de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in haar groep. Vervolgens stelt zij voor de komende periode een groepsplan op. (Zie bijlage V) Binnen dit groepsplan is er een basis aanbod voor de hele groep, daarnaast ontvangende subgroepjes extra instructie, extra leertijd of verdieping of verrijking. De leerkracht zet in deze fase van het plannen de volgende stappen: 4. clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften; 5. opstellen van een groepsplan. 2.4 Realiseren De leerkracht richt haar klassenorganisatie in en treft de nodige voorbereidingen, zodat het groepsplan uitgevoerd kan worden. Afgeleid van het groepsplan maakt de leerkracht een week- of dagplanning. Instructie wordt gegeven volgens het IGDI-model, waar we ons dit schooljaar verder in zullen scholen. Tijdens de uitvoering van het groepsplan verzamelt de leerkracht gegevens over de resultaten van haar aanbod. De fase “realiseren” loopt daarmee door in de fase “waarnemen” (cyclisch proces). In de fase van het realiseren zet de leerkracht de volgende stap: 6. uitvoeren van het groepsplan. Elke cyclus HGW wordt afgesloten met een groepsbespreking. Deze bespreking is gelijk het begin van een nieuwe cyclus. De cyclus HGW wordt tweemaal per schooljaar uitgevoerd en heeft een vaste plek in de zorgstructuur van onze school. Onze school heeft de cycli, inclusief de groepsbesprekingen, opgenomen in de toets- / zorgkalender (zie bijlage XI)
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
7
3. Groepsbesprekingen Bij de groepsbespreking zijn de IB-er en de groepsleerkracht aanwezig. De IB-er leidt de groepsbesprekingen en maakt een kort verslag van de afspraken en besluiten. In de rol van coach begeleidt de IB-er de leerkracht bij het vinden van eigen oplossingen die haalbaar zijn voor deze leerkracht in deze groep. Over het algemeen zullen de groepsbesprekingen niet langer dan een half uur tot driekwartier duren en vier keer per jaar plaatsvinden. Het groepsplan wordt elk half jaar opgesteld en tussendoor indien nodig naar aanleiding van de groepsbespreking bijgesteld. 3.1 Voorbereiding van groepsbespreking In het schooljaar 2012-2013 zal de intern begeleider starten met het structureel brengen van klassenbezoeken. In het meest ideale geval zal de IB’er één keer per vijf weken een bezoek aan de groep brengen. De IB’er zal d.m.v. een vaste lijst kijken naar willekeurige kinderen en opvallende zaken aankruisen op een lijst (zie bijlage VI) Dit zal tijdens de groepsbesprekingen besproken worden met de leerkracht en wordt er gekeken of de opvallendheden al dan niet gedeeld worden en eventueel aanleiding geven tot (andere) acties. Voorafgaand aan de groepsbespreking ontvangt de intern begeleider van de leerkracht ook het ingevulde didactisch groepsoverzicht. Daarbij dient de leerkracht van tevoren vragen in die zij tijdens de groepsbespreking aan de orde wil stellen. Ook heeft de leerkracht een concept groepsplan gemaakt. In de groepsbespreking wordt dit verder aangescherpt en bijgesteld. 3.2 Uitvoering groepsbespreking Tijdens de groepsbespreking komt een aantal vaste gesprekspunten aanbod die de agenda vormen van de groepsbespreking (zie bijlage VII) Groepsbesprekingen hebben een sterk handelingsgericht karakter. Het is niet de bedoeling dat tijdens de groepsbespreking alle verzamelde gegevens nog eens mondeling herhaald worden, maar dat na afloop van de groepsbespreking de onderwijsbehoeften van de leerlingen scherp zijn, de clustering van de leerlingen afgesproken is en de leerkracht over voldoende handvatten beschikt om een nieuw groepsplan op te stellen. Indien een leerkracht tegen grote problemen aanloopt en zich echt handelingsverlegen blijkt te voelen t.a.v. een leerling, wordt het kind aangemeld voor een leerlingbespreking. In eerst instantie zal de Intern begeleider het één en ander in kaart gaan brengen. In een latere fase zal er een afspraak gepland worden waar alle betrokken partijen (ook de ouders / verzorgers) bij aanwezig zullen zijn. Ook zal daar een externe deskundige bij aanschuiven. De leerkracht zal als voorbereiding op dit gesprek het kopblad van een HGPD-formulier invullen, zodat de zorgen en problematieken helder verwoord zijn. Tijdens de eerstvolgende leerlingbespreking zal het kind dan besproken worden.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
8
4. Leerlingenbesprekingen volgens de uitgangspunten van Handelingsgericht werken (HGW) In een groepsbespreking wordt het besluit genomen om een leerling aan te melden voor de leerlingenbespreking. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de uitgangspunten van het HGW, zoals deze gelden voor de zorg op onze school. Vanuit deze uitgangspunten zullen we formuleren hoe dit in de praktijk tijdens een leerlingbespreking vorm krijgt. 4.1 De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal Er kunnen diverse redenen zijn om een leerling vanuit een groepsbespreking aan te melden voor een leerlingenbespreking, bijvoorbeeld als: - een leerling herhaaldelijk onvoldoende profiteert van het groepsplan; - de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling onduidelijk blijven; - het (lange termijn) ontwikkelingsperspectief van de leerling onduidelijk is; - er sterke aanwijzingen of vermoedens zijn voor een ernstige problematiek of stoornis. In algemene zin zal er dus sprake zijn van ernstige handelingsverlegenheid: De leerkracht heeft niet voldoende in beeld wat de specifieke onderwijsbehoeften van het kind zijn en hoe zij hieraan het beste tegemoet kan komen. We stellen ons dan de volgende vraag: ‘Wat heeft deze leerling nodig om een bepaald doel te behalen, zowel pedagogisch als didactisch.’ 4.2 Aandacht voor het positieve Binnen het HGW zoeken we naar de sterke, compenserende kanten van het kind, van de ouders/verzorgers, van de leerkracht, van de groep en van de school. We zwakken daarmee de zorgen niet af. Het is en – en: er zijn zorgen én er zijn sterke en positieve kanten. Dit geldt voor ieder kind, voor iedere leerkracht en voor iedere ouder. De vraag is: • Hoe kan hij/zij het wel? • Wat wil hij/zij wel? Positieve kenmerken zijn goed te benutten in de aanpak. Deze kan hierdoor effectiever worden. Het blijkt in de praktijk makkelijker iets sterks uit te breiden dan iets zwaks te veranderen. 4.3 Constructieve samenwerking Tijdens het HGW praten de leerkracht, de ouders/verzorgers, het kind, de intern begeleider en eventueel de externe deskundige met elkaar. Ze praten open en duidelijk over hun bedoelingen. In de samenwerking heeft een ieder vanuit zijn eigen rol en deskundigheid een wezenlijke bijdrage. • De ouders/verzorgers zijn ervaringsdeskundigen. Zij zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. • De leerkracht is de onderwijsprofessional die het kind als leerling het beste kent. De leerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs, dus ook voor de leerling die extra zorg nodig heeft. • De intern begeleider heeft vakinhoudelijk kennis over diagnostiek en behandeling. Deze moet vertaald worden naar wat dit specifieke kind nodig heeft. • De externe deskundige geeft vanuit zijn/haar specifieke deskundigheid extra informatie. W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
9
• Het kind kan vaak vanaf een bepaalde leeftijd zelf aangeven wat het wil veranderen en hoe. Om de onderwijsbehoeften in kaart te brengen gaan alle betrokkenen met elkaar in gesprek. We vinden het erg belangrijk in deze gesprekken over leerlingen niet te lang blijven hangen in een uitgebreide probleembeschrijving, maar ook zeker geen zaken over het hoofd te zien. Daarom zijn er voorafgaand aan dit gesprek al de volgende acties genomen: 1) Diagnostische kennis is belangrijk, omdat we willen weten hoe we een leerling het beste kunnen begeleiden: wat zijn de belemmerende en compenserende factoren? De intern begeleider kan een analyse maken van een leerprobleem op het gebied van rekenen en lezen. Daarbij gaan we niet alleen uit van de ‘harde feiten’, maar vinden we het ook van essentieel belang om met het kind in gesprek te gaan. Het voeren van een diagnostisch gesprek is dan ook een vast onderdeel in dit stappenplan. (zie bijlage IV) Daarnaast is het belangrijk om de wisselwerking tussen dít kind en déze onderwijsleersituatie in kaart te brengen: wat zijn hierin belemmerende en compenserende factoren? De intern begeleider observeert om deze reden het kind in de groep. Dit zal een beschrijvende observatie zijn waarin opvallende zaken benoemd worden en waar de intern begeleider een advies over geeft. Ook krijgt de groepsleerkracht de ruimte om de observatie aan te vullen of opmerkingen erbij te schrijven. 2) Binnen het HGW is het belangrijk zich te realiseren dat een kind niet in een isolement werkt. Een kind leert in wisselwerking met zijn omgeving. De pedagogische en didactische aanpak van de leerkracht, de gehanteerde methodes, de opdrachten, de sfeer in de groep en de ondersteuning vanuit thuis doen ertoe. Hierdoor ontstaat een diagnostisch beeld dat meer recht doet aan de werkelijkheid. Daarna is het van belang zo snel mogelijk doelen en acties te formuleren met alle betrokkenen (ouders / verzorgers, leerkracht, CLB’er en intern begeleider) waardoor er weer perspectief is voor de leerkracht, de ouders / verzorgers en het kind. Er wordt gekeken naar wat we al doen voor dit kind en wat beter kan, wat wenselijk en haalbaar is. Het formuleren van haalbare doelen is een belangrijk kenmerk van het HGW. 4.4 Systematiek en transparantie De intern begeleider werkt stap voor stap en systematisch. Dat is nodig, omdat zij soms in korte tijd zicht moet krijgen op de problemen en de gewenste aanpak. Snel beslissen heeft risico’s, zoals het over het hoofd zien van relevante informatie. Daarom wordt het HGPD formulier gebruikt. Dit formulier stuurt en ondersteunt het denken en handelen. Het is een middel, niet een doel. Het fungeert als geheugensteun en bescherming tegen fouten in de besluitvorming. (zie bijlage VIII) Ouders / verzorgers krijgen ook een exemplaar van het HGPD-formulier mee naar huis en zowel school als ouders / verzorgers ondertekenen hetzelfde formulier. Ook de CLB’er ontvangt een exemplaar. Op deze manier weten alle betrokken parijen wat we willen (proberen) te bereiken met het betreffende kind. Ook is het voor toekomstige leerkrachten van het kind een overzichtelijke manier om snel in te kunnen zien wat er allemaal al voor dit kind is gedaan. Sowieso ontvangt elke leerkracht aan het eind van ieder schooljaar een pakketje met alle belangrijke gegevens van de kinderen van die groep. Het HGPD-formulier is daar een standaard onderdeel van. (zie bijlage XI)
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
10
5. De cyclus van het handelingsgericht werken We willen de zorg bij ons op school voor alle betrokkenen transparant hebben en daarbij systematisch werken. Dit kan pas als iedere betrokken partij weet wat zijn rol is en hoe de procedures verlopen. Met behulp van een HGPD-formulier proberen we dit te bereiken. Achterin ons zorgplan een schematische weergave van deze fasen opgenomen. (zie bijlage I) In dit hoofdstuk wordt de procedure beschreven die gevolgd wordt na de aanmelding van een kind bij de intern begeleider. 5.1 Intakefase In de intakefase verzamelt de intern begeleider informatie en brengt doelgericht de aanmelding in kaart. De volgende punten komen daarbij aan bod: • De reden van de aanmelding. • Wat zijn de hulpvragen? • Welke zorgen hebben de leerkracht, de ouders/verzorgers en het kind? • Wat kan volgens hen de oorzaak zijn van het probleem? • Wat is er al gedaan in de groep en met welk resultaat? • Wat verwachten de betrokkenen van de begeleiders? Deze punten worden door de leerkracht geformuleerd op het voorblad van het HGPDformulier. 5.2 Strategiefase In deze fase kijkt de intern begeleider samen met de leerkracht wat ze al weten en wat ze nog meer moeten weten. Soms weten ze genoeg na de intakefase om samen een doel te formuleren en een handelingsplan te maken. Weten ze nog niet genoeg dan gaan ze door naar de onderzoeksfase. De intern begeleider formuleert onderzoeksvragen die handelingsgericht zijn. Het antwoord moet leiden tot een concreet en bruikbaar advies. 5.3 Onderzoeksfase In de onderzoeksfase verzamelt de intern begeleider doelgericht gegevens om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Het begrip onderzoek vat de intern begeleider breed op. Het betreft: • inzetten van een reken- en/of leesanalyse; • een observatie in de klas; • het observeren van de instructie door de leerkracht; • de leeractiviteiten, methodes, materialen enz; • literatuur raadplegen. Gebruik makend van de uitkomsten van het onderzoek wordt samen met de leerkracht en de ouders / verzorgers en zo nodig de consultatief begeleidster, het HGPD formulier verder ingevuld. Hierin worden de risico’s/belemmerende factoren en de beschermende/ compenserende factoren vastgelegd. Ook de gewenste aanpak en de mogelijke acties worden geformuleerd. In de gesprekken die de betrokkenen samen voeren, kan de aanpak gecontinueerd of bijgesteld en/of uitgebreid worden. W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
11
5.4 Groepsplannen Op het HGPD formulier worden acties geformuleerd. Ook wordt vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de acties. Een belangrijke actie is het verwerken van de leerling-specifieke gegevens in het didactisch groepsoverzicht en in een groepsplan door de groepsleerkracht. Alle handelingen m.b.t. de zorg aan leerlingen worden vastgelegd. Wij zijn enkele schooljaren geleden schoolbreed gestart met het werken met groepsplannen. Daarbij staat het HGW met groepsplannen vanuit het ontwikkelingsperspectief van elke leerling centraal, zowel op cognitief als didactisch gebied als op sociaal-emotioneel en pedagogisch niveau. Preventief en proactief worden in het groepsplan maatregelen genomen voor leerlingen die extra instructie, begeleiding of uitdaging nodig hebben. Dit groepsplan vormt een richtlijn gedurende een vooraf vastgestelde periode voor de leerkracht zelf, maar is ook belangrijk in de overgang naar de volgende groep. Verder is het belangrijk als aanvulling op het onderwijskundig rapport bij de aanvraag van een Leerling Gebonden Financiering, de plaatsing op een school voor speciaal onderwijs of de toekenning van Leer Weg Ondersteunend Onderwijs. De groepsplannen worden in de resultatenmap bewaard, ook de IB-er krijgt een exemplaar. Ze worden elk half jaar opgesteld en elk kwartaal besproken en indien nodig bijgesteld. 5.5 Individueel handelingsplan Ons uitgangspunt is dat waar mogelijk in het groepsplan aan de specifieke onderwijsbehoeften van de kinderen tegemoet gekomen wordt. Het werken met een veelheid aan individuele handelingsplannen bleek immers in de praktijk niet haalbaar. Bij ons op school is het streven om incidenteel nog een individueel handelingsplan op te stellen. Het besluit om een individueel handelingsplan op te stellen wordt in de leerlingenbespreking genomen, bijvoorbeeld als de bijzondere aanpak van een leerling onvoldoende gespecificeerd kan worden in een groepsplan. In een individueel handelingsplan staat aangegeven hoe de komende periode aan de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling tegemoet gekomen gaat worden. Het handelingsplan is een bijlage bij het groepsplan en erop gericht dat de leerling weer gaat profiteren van het groepsplan. Het individuele handelingsplan is een verbijzondering van het groepsplan. Het handelingsplan is tijdelijk van aard en is voor een periode van 6 a 8 weken. Het handelingsplan wordt voorafgaand aan de volgende groepsbespreking geëvalueerd. Bij onvoldoende resultaat of voortgang wordt de leerling opnieuw aangemeld voor de leerlingenbespreking. Mogelijk wordt er besloten om over te gaan op een eigen leerlijn.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
12
6. Individuele leerlijn (leerrendement/uitstroomperspectief) Soms kan het zo zijn dat een leerling na intensief begeleiden te weinig vooruitgang boekt en een groepsplan/individueel handelingsplan niet meer volstaat. In het kader van passend onderwijs treffen wij dan in samenspraak met ouders/verzorgers voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften aparte voorzieningen en bieden wij planmatige zorg: een eigen leerlijn voor één of meerdere vakken. Dit wordt pas overwogen als na herhaalde Escores en het bieden van extra hulp tijdens het uitvoeren van groepsplannen blijkt dat het verschil tussen DL en DLE 10 of meer is geworden. Bij voorkeur start een eigen leerlijn vanaf groep 6, omdat de leerstof dan steeds moeilijker wordt. Daarvoor wordt geprobeerd met extra hulp de groep zo lang mogelijk bij elkaar te houden en te werken met een minimum programma. 6.1 Inhoud eigen leerlijn. We werken de eigen leerlijn uit in een speciaal format. (zie bijlage X) We houden de opbrengsten van dit plan aandachtig in de gaten: er moet voldoende leerwinst geboekt worden. Om dit goed te kunnen beoordelen bepalen wij een ontwikkelingsperspectief (verwachte leeropbrengst) voor deze leerlingen. Het ontwikkelingsperspectief werken wij uit in concrete tussendoelen in de eigen leerlijn en volgen zo de ontwikkeling van deze leerlingen. Deze tussendoelen bepalen wij door middel van het boekje ‘van kerndoel tot leerlijn’ van M. v/d Stap2. Het DLE bepaald de keuze van het niveau van de tussendoelen. Een eigen leerlijn bevat altijd: - Een ontwikkelingsperspectief voor het betreffende vakgebied dat is bepaald aan de hand van het verwachte uitstroomniveau van de leerling; - Tussendoelen die bepaald zijn aan de hand van het ontwikkelingsperspectief; - Een beredeneerd, gepland aanbod dat is bepaald op basis van de tussendoelen. De ontwikkelingsperspectieven die wij als school hebben bepaald, moeten dus voldoende onderbouwd en realistisch zijn. Bij de beslissing om over te gaan tot een eigen leerlijn is er altijd overleg met een orthopedagoog binnen ons samenwerkingsverband. Ouders/ verzorgers, school en de orthopedagoog ondertekenen vervolgens gezamenlijk het formulier ’Deskundigen verklaring eigen leerlijn’. 6.2 Opbrengsten eigen leerlijn. Om aan te kunnen tonen dat onze leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar verwachting (dus volgens de gestelde tussendoelen) ontwikkelen bepalen wij een uitstroomperspectief. Hiervoor maken wij gebruik van het leerrendement van een leerling tot nu toe. Voor de berekening van het leerrendement maken wij gebruik van de volgende formule: (DLE x 100) : DL= Rendement. Zo weten wij wat de leerwinst is van de geboden hulp. Voor de berekening van het uitstroomperspectief bij een eigen leerlijn maken we gebruik van deze formule: (DL x rendement) : 100 = Uitstroomperspectief. Uiteraard nemen we de overige gegevens als werkhouding en gedrag mee in de bepaling van het uitstroomperspectief.
2 Stap
van der, M, (vierde druk, februari 2010) Van kerndoel tot leerlijn, Uitgeverij SWP Amsterdam
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
13
De onderstaande tabel helpt ons bij het in schatten of het ontwikkelingsperspectief en het leerrendement realistisch is. IQ / eindniveau voorgezet onderwijs PRO IQ 55-80 LWOO IQ 75-90 IQ 80-90 + specifieke stoornis IQ 90-120 + sociaal emotionele problemen VMBO
Leerrendement lager dan 50% Leerrendement 50%-75% Leerrendement 50%-75% Leerrendement 50%-75%
Eindniveau eind groep 5 Eindniveau eind groep 6 Eindniveau eind groep 6 voor het betreffende vakgebied Eindniveau eind groep 7
Leerrendement hoger dan 75%
Eindniveau eind groep 7
(bron: Cédin)
De evaluaties van de eigen leerlijn vinden altijd plaats met onze CLB’er, de ouders/ verzorgers, de leerkracht en de IB’er. Wanneer na de eerste evaluaties (tussen een half jaar tot een jaar na de start) blijkt dat de (eind)doelen naar beneden moeten worden bijgesteld, is een psychologisch onderzoek noodzakelijk. 6.3 Toetsen. Het toetsen moet worden aangepast. Als de leerling bijvoorbeeld een jaargroep lager rekent, worden ook de LOVS-toetsen van dat leerjaar afgenomen. De scores worden in DLE’s omgezet door de eigen leerkracht. Ook hebben we sinds vorig schooljaar ‘speciale toetsen voor speciale leerlingen’ van Cito aangeschaft voor de vakken rekenen en begrijpend lezen. Het voordeel van deze toetsen is dat de vragen geclusterd zijn naar categorie. Dit werkt veel leerlingen in hun voordeel. Wij hebben als school afgesproken dat deze toetsen alleen afgenomen mogen worden van de kinderen met een eigen leerlijn en/of een diagnose. De leerlingen die volgens een eigen leerlijn werken, worden in rapporten beoordeeld ten opzichte van hun ontwikkeling op die eigen leerlijn. Hun prestaties worden niet vergeleken met de eigen groep. Zowel de ouders/verzorgers als de leerlingen zijn op de hoogte van deze manier van rapporteren. In rapportgesprekken wordt, indien nodig, wel even de eigen ontwikkeling afgezet ten opzichte van de klassikale ontwikkeling. Dit om duidelijk over te komen naar de ouders/verzorgers en geen verkeerde verwachtingen te wekken. 6.4 Overgang voortgezet onderwijs (VO). Leerlingen die extra zorg nodig hebben zullen ook nadat ze onze school hebben verlaten richting het VO, specifieke ondersteuning moeten hebben. Er zijn voor deze kinderen twee uitstroom mogelijkheden: •
LWOO: Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kunnen leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) volgen. Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) geldt voor een leerling die voldoende capaciteiten heeft om een vmbo-diploma te halen, maar door een leerachterstand of andere omstandigheden extra hulp nodig heeft. De leerling zit op het vmbo en volgt het onderwijs in 1 van de 4 leerwegen. Na 4 jaar legt hij het vmbo-examen af. Scholen kunnen zelf bepalen of en hoe zij lwoo aanbieden. Dat kan variëren van bijlessen en huiswerkbegeleiding tot trainingen om een leerling beter te laten studeren. Ouders/verzorgers kunnen hun kind aanmelden voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) als het kind hiervoor een advies heeft gekregen van de basisschool.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
14
Als het kind is aangemeld bij de vmbo-school, bekijkt deze school of het kind lwoo in aanmerking komt voor lwoo. De school doet een onderzoek naar het leervermogen van het kind (intelligentieonderzoek), eventueel aangevuld met een onderzoek naar het persoonlijk functioneren van het kind. Daarnaast bekijkt de school het onderwijskundig rapport van het kind. Dat is een dossier waarin wij als basisschool de leerresultaten van het kind hebben gebundeld. Voordat het richting het VO gaat, bespreken wij een onderwijskundig rapport altijd eerst met de ouders door en ondertekenen de ouders / verzorgers het rapport. Ook wordt er met de ouders of verzorgers overlegd wat volgens hen de beste keuze voor hun kind is. De vmbo-school meldt het kind aan bij de regionale verwijzingscommissie voortgezet onderwijs (rvc-vo). Deze commissie beslist of de school inderdaad het geld krijgt voor de begeleiding van het kind. •
Praktijkonderwijs (PRO): Het pro is een vorm van voortgezet onderwijs die leerlingen voorbereidt op de arbeidsmarkt. Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die hiervoor een advies hebben gekregen van ons als basisschool of die niet mee kunnen komen in het reguliere voortgezet onderwijs (vo) en die dus naar verwachting geen vmbo-diploma kunnen halen. Het praktijkonderwijs duurt 4 of 5 jaar. Leerlingen krijgen in kleine groepen les in de vakken van de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze vakken zijn afgestemd op de arbeidsmarkt. Ook worden de leerlingen getraind in praktische vaardigheden, zoals koken, klussen in huis, rekeningen betalen, omgaan met en invullen van formulieren, uiterlijke verzorging, omgaan met andere mensen en werken. Leren doen de leerlingen vooral in de praktijk door bijvoorbeeld stages te lopen bij bedrijven en organisaties. Als leerlingen het praktijkonderwijs hebben doorlopen, ontvangen ze het getuigschrift praktijkonderwijs. Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs beslist over de toelating van een leerling. Ook meldt het bevoegd gezag de leerling aan bij een regionale verwijzingscommissie voortgezet onderwijs (rvc-vo). Deze bekijkt of het kind aan de voorwaarden voor praktijkonderwijs voldoet. Voordat de school actie onderneemt, moet ze altijd met de ouders of verzorgers en het kind overleggen.
Zowel bij LWOO als bij PRO is er dus een regionale verwijzingscommissie die bekijkt of een leerling al dan niet in aanmerking komt. De criteria die de RVC VO hanteert zijn vastgelegd in ‘de Algemene Maatregel van Bestuur’. In onderstaand schema is af te lezen aan welke criteria een leerling moet doen om in aanmerking te komen voor LWOO of PRO. Criteria Leerachterstand Capaciteiten
Praktijkonderwijs Meer dan 50% op minimaal 2 domeinen Een IQ van minimaal 55 en maximaal 80
Sociaal Emotionele problematiek
Leerwegondersteunend onderwijs Tussen 25% en 50% op Tussen 25% en 50% op minimaal 2 domeinen (vakken) minimaal 2 domeinen Een IQ van 75 tot en met Een IQ boven 90, maar maximaal 90 maximaal 120 Faalangst en/of prestatie/motivatie problemen en/of emotionele instabiliteit
(bron: Algemene Maatregel van Bestuur - Staatsblad 262 en 288, 2003)
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
15
Het schema op bladzijde 15 moet als volgt gelezen worden:
a. b.
c.
a.
b.
c.
De leerachterstanden De leervorderingen moeten op vier domeinen (vakken) worden vastgesteld; technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen. Er dient op minimaal twee van de vier domeinen sprake te zijn van leerachterstand. Eén van de domeinen met leerachterstand dient begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen te zijn. De leervorderingen dienen gemeten te worden met een toets die voorkomt op ‘de lijst van toegestane instrumenten’. De toetsen dienen afgenomen te zijn in het leerjaar dat de aanvraag gedaan wordt. De capaciteiten Voor zowel een LWOO- als een PRO-beschikking gelden minimum en maximum IQscores. Deze dienen verkregen te zijn met één van de tests op ‘de lijst van toegestane instrumenten’. Bij strijdigheid van de criteria IQ en leerachterstand (het ene criterium wijst naar LWOO, het andere naar PRO) beslist de RVC op grond van de gegeven motivering in de aanvraag. Ook bij het overlapgebied tussen LWOO en PRO (IQ in de bandbreedte 75-80) dient de aanvragende school te motiveren op grond waarvan voor LWOO dan wel voor PRO gekozen wordt. Sociaal emotionele problematiek Bij een IQ van 90 tot en met 120 is allereerst vereist dat er voldaan wordt aan het criterium leerachterstand. Daarnaast dienen er op sociaal emotioneel gebied problemen aangetoond te worden die het leerproces dusdanig belemmeren dat extra zorg noodzakelijk is. De conclusie, dat LWOO noodzakelijk is, dient gedaan te worden door een daartoe bevoegd orthopedagoog/psycholoog op grond van kritieke scores op één of meer testen die op ‘de lijst van toegestane instrumenten’ voorkomen.
Vanzelfsprekend zal de groepsleerkracht van groep 8 regelmatig contact hebben met de ouders / verzorgers om de procedures toe te lichten en om de aanmelding naar het Voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
16
7. Sociaal- emotionele ontwikkeling Naast het ontwikkelen en stimuleren van kinderen op het cognitieve vlak, vinden wij het aanleren van sociale vaardigheden op school minstens net zo belangrijk. We vinden het van essentieel belang om hier consequent en in een doorgaande lijn aandacht aan te besteden. 7.1 SCOL Enkele jaren geleden heeft onze school SCOL aangeschaft. De SCOL (Sociale Competentie ObservatieLijst) is een scorelijst per leerling die de groepsleerkracht tweemaal per jaar invult: een keer rond de herfstvakantie en de tweede keer in het voorjaar. De groepsleerkracht kent zijn leerlingen en weet hoe zij zich gewoonlijk in allerlei situaties gedragen. Door de leerling voorafgaand aan het invullen nog eens bewust te observeren, toetst de leerkracht zijn mening aan het gedrag van de leerling: • • •
Gedraagt deze leerling zich in deze situatie sociaal competent gelet op zijn leeftijd? Doet hij dat uit zichzelf of wordt hij ertoe aangespoord? Welke kenmerken heeft de situatie? o vrij - gestructureerd o met volwassenen - leeftijdgenoten o vertrouwd - onbekend o gelijke – tegengestelde belangen o verhouding tot andere personen
Door de observatie heeft de leerkracht zijn beeld van de leerling getoetst aan zijn huidige gedrag. Vervolgens wordt de SCOL ingevuld voor de geobserveerde leerlingen. De SCOL heeft een positieve invalshoek: de vragen gaan over wat een leerling wél kan en past daarmee goed bij onze school. Wat de leerling (nog) niet kan, kunnen we afleiden uit de vragen waarop de leerling lage scores behaalt. De SCOL bestaat uit 26 vragen die telkens concreet sociaal competent gedrag beschrijven. Er zijn vanzelfsprekend veel meer sociaal competente gedragingen dan in de SCOL zijn opgenomen. Daarom beschouwen wij de vragen als voorbeelden van sociaal competent gedrag. Het blijkt namelijk dat veel sociaal competente gedragingen uiteindelijk te herleiden zijn tot deze 26 vragen. De 26 vragen zijn ondergebracht in 8 categorieën van sociaal competent gedrag. De acht categorieën zijn: 1. Ervaringen delen. Deelt de leerling met anderen wat hem bezighoudt, zowel de positieve als de negatieve ervaringen? Heeft hij plezier met andere kinderen? 2. Aardig doen. Benadert de leerling andere leerlingen op een positieve manier en draagt hij zorg voor anderen?
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
17
3. Samen spelen en werken. Kan de leerling met anderen iets tot stand brengen: overleggen, afspraken maken en ideeën inbrengen? 4. Een taak uitvoeren. Hoe gaat de leerling om met opdrachten? Denk hierbij niet alleen aan schoolse taken, maar ook aan andere taken, zoals de planten water geven, het bord schoonmaken, de klas opruimen en dergelijke. 5. Jezelf presenteren. Hoe beweegt de leerling zich onder de mensen; hoe gemakkelijk maakt hij zich kenbaar? 6. Een keuze maken. Gaat de leerling impulsief te werk? Blijft hij bij een beslissing? Hoe gemakkelijk hakt hij een knoop door? In hoeverre beslist de leerling zelf en in hoeverre laat hij zich leiden door anderen? 7. Opkomen voor jezelf. Hoe gaat de leerling om met weerstand? Kan hij voor zichzelf zorgen? Vraagt hij op tijd om hulp? 8. Omgaan met ruzie. Kan de leerling een verschil van mening of een belangentegenstelling oplossen, zonder dat het leidt tot een knallende ruzie? Bij elke vraag kan de leerkracht kiezen uit de volgende antwoordmogelijkheden: Nooit
De leerling laat het gedrag nooit zien.
Zelden
De leerling laat het gedrag te weinig zien, veel minder dan leeftijdgenoten en alleen als de situatie uitnodigt tot het gedrag, bijvoorbeeld op aansporing van de leerkracht.
Soms
De leerling laat het gedrag wel eens zien maar minder dan leeftijdgenoten. Het gedrag komt voornamelijk voor in situaties die hiertoe duidelijk uitnodigen.
Geregeld
De leerling laat het gedrag meestal zien, net zo vaak als leeftijdgenoten, maar niet zo vaak als de situatie tegen zit.
Vaak
De leerling laat het gedrag vaak zien, vaker dan leeftijdgenoten, namelijk ook als de situatie daar niet direct toe uitnodigt.
Om te beslissen welke score een leerling krijgt, vergelijken we zijn gedrag dus in de eerste plaats met dat van zijn leeftijdgenoten. In de tweede plaats kijken we hoe de leerling zich in verschillende situaties gedraagt. 7.2 LeerlingSCOL De LeerlingSCOL is een aanvullende module op de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL). Wij hebben de LeerlingSCOL ook aangeschaft, omdat we het van belang vinden te weten hoe leerlingen zelf denken over hun sociale competentie. Zo kan het oordeel van de W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
18
leerkracht, gemeten met de SCOL, vergeleken worden met het resultaten van de LeerlingSCOL. De LeerlingSCOL is bedoeld voor bovenbouwleerlingen; vanaf groep 6 wordt de kinderen gevraagd om dit in te vullen. De LeerlingSCOL geeft dus zicht op de mening van de leerling zelf. De LeerlingSCOL heeft, net als SCOL, ook een positieve invalshoek: de vragen gaan over wat een leerling wél kan. Wat de leerling (nog) niet kan, is af te leiden uit de stellingen waarop de leerling lage scores behaalt. De LeerlingSCOL bestaat uit 26 vragen die telkens concreet sociaal competent gedrag beschrijven. Deze vragen komen overeen met de vragen uit de SCOL. De 26 vragen zijn ondergebracht in dezelfde acht categorieën van sociaal competent gedrag als bij de SCOL. De acht categorieën zijn:
Bij elke vraag kan de leerling kiezen uit de volgende antwoordmogelijkheden: Bijna nooit
De leerling laat het gedrag bijna nooit zien.
Soms
De leerling laat het gedrag wel eens zien. Het gedrag komt voornamelijk voor in situaties die hiertoe duidelijk uitnodigen.
Bijna altijd
De leerling laat het gedrag bijna altijd zien.
Naar aanleiding van de scores van SCOL en LeerlingSCOL kan een kind bij ons op school een Rots & Watertraining volgen. In de meeste gevallen zal dit om leerlingen met een D of Escore gaan. Maar indien gewenst en nodig is het geen probleem om ook andere kinderen deel te laten nemen aan deze training. Hierover zal dan een gefundeerde beslissing moeten worden genomen, in overleg met alle betrokkenen. 7.3 Rots & water training Het Rots & Water programma kan worden beschouwd als een weerbaarheidsprogramma. Rots & Water heeft als doel het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen, W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
19
en communicatieve en sociale vaardigheden. Daarnaast zijn de preventie van geweld en van seksueel geweld, het leren maken van eigen keuzes en het leren gaan van een eigen weg belangrijke thema’s. Rots en Water maakt gebruik van een psychofysieke didactiek, wat inhoudt dat startend vanuit een fysieke invalshoek, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en verworven. Actie (spel, spelen en simpele zelfverdedigingsvormen) wordt afgewisseld door momenten van zelfreflectie en kringgesprekken. Onze intern begeleider is sinds schooljaar 2012-2013 gecertificeerd als trainer Rots & Water. Dit houdt in dat wij als school de kinderen vanaf groep 6 ook op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling gericht onderwijs kunnen bieden. Tot voor kort bleef het op het sociaal emotioneel gebied voornamelijk steken op het waarnemen binnen de cyclus van HGW, (het afnemen van SCOL), en waren we binnen de cyclus nog niet bezig met een vervolg te plannen. Vanaf dit schooljaar zal hier een structurele verandering in komen en kunnen we onze leerlingen ook op dit gebied tegemoet komen in hun onderwijsbehoeften. In de toekomst hopen we dat de intern begeleider zich als trainer verder zal specialiseren in het jonge kind, zodat we ook op sociaal emotioneel gebied aan de onderbouwkinderen specifieke ondersteuning kunnen bieden.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
20
Bijlagen
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
21
I. Schematische weergave van het handelingsgericht werken
Leerkracht
Observaties Horeb Gegevens dyslexieprotocol Methode gebonden toetsen Toetsen leerlingvolgsysteem Cito
Invullen didactisch groepsoverzicht Signaleren zorgleerlingen
Bijstellen lesprogramma Verwerken onderwijsbehoeften groepsplan (groepsbespreking IB-er) Gesprekken met ouders en collega´s
Onvoldoende vooruitgang: aanmelding bij IB-er .
Vooruitgang: voortzetten lesprogramma.
Intakefase IB er: formuleren hulpvraag op het voorblad van het HGPD formulier
Hulpvraag niet duidelijk: Invullen van het HGPD formulier, formuleren acties
Hulpvraag duidelijk: Opstellen handelingsplan door groepsleerkracht Acties en verantwoordelijkheden vastleggen
Uitgebreid onderzoek, observaties en gesprekken door IB er Ondersteuning externe deskundigen Verder invullen en/of bijstellen van het HGPD formulier met alle betrokkenen. Opstellen handelingsplan: mogelijk eigen leerlijn?
Onvoldoende vooruitgang
Voldoende vooruitgang
Aanvraag leerling gebonden financiering
Voortzetting handelingsplan
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
22
II. Verklaring van veel gebruikte termen en afkortingen Ambulante begeleiding: Leerkrachten die leerlingen met een rugzakje (LGF) vanuit een school voor speciaal onderwijs begeleiden. Dit zijn altijd leerkrachten die zelf werkzaam zijn geweest op een school voor speciaal onderwijs. Ouders/ verzorgers worden altijd betrokken bij deze begeleiding. Bij ons op school is dat Mevr. M. van der Lende. Cédin: Schoolbegeleidingsdienst Consultatief begeleider: Schoolbegeleider van het CEDIN. Bij ons op school is dit Mevr. M. Wiltjer. DL: Didactische leeftijd Het aantal maanden onderwijs dat een kind heeft gevolgd vanaf groep 3. Elk leerjaar neemt het DL met 10 maanden toe. DLE: Didactische leeftijd equivalent De toetsscore omgerekend naar het aantal maanden onderwijs. Hiermee is vaststellen of de DL overeenkomt met het DLE. DORR: Dagelijks Observeren, Registreren en Rapporteren in de groepen 1 en 2. HGW: Handelings Gericht Werken Diagnosticeren Haalbare doelen formuleren Rekening houden met belemmeringen Compenserende factoren versterken en inzetten Samenwerken met ouders en kind Kindgericht plan ontwikkelen en uitvoeren HGPD: Handelings Gerichte Proces Diagnostiek. Manier van over een kind praten die het denken en handelen, stuurt en ondersteunt. Factoren en acties worden vastgelegd op een formulier. Handelingsadviezen worden uitgeprobeerd en regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. IB-er: intern begeleider. De interne begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg, na- en bijscholing van het team, gestalte geven aan de onderwijsvisie en het uitzetten van lijnen met betrekking tot de pedagogische en didactische aanpak binnen de school. Bij ons op school is dat juf Hannah. IGDI-model: Interactief, Gedifferentieerd, Directe Instructie-model. De leerkracht werkt aan de hand van het groepsplan op drie niveaus. Dit instructiemodel geeft stapsgewijs aan wanneer welke groep betrokken moet worden in de instructie. Individuele leerlijn: We spreken van een eigen leerlijn als een kind een onderwijsaanbod krijgt dat past bij de eigen mogelijkheden en dus afwijkt van het lesprogramma en de omschreven einddoelen van het basisonderwijs. W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
23
LGF: leerlinggebonden financiering. De overheid kent een ‘rugzakje’ met geld toe aan kinderen die voorheen naar een school voor speciaal onderwijs zouden zijn verwezen. Uit dit ‘rugzakje’ kan extra ondersteuning aan het kind geboden kan worden. Leerrendement: is de verhouding tussen prestatie niveau (DLE) en het aantal maanden onderwijs (DL) uitgedrukt in procenten. Vastgesteld kan worden hoeveel leerwinst de leerling heeft geboekt. LOVS: Cito Volgsysteem primair onderwijs. Met de toetsen van het LOVS kunnen we de ontwikkeling van individuele leerlingen, groepen leerlingen en het onderwijs op onze school volgen. LWOO: Leerwegondersteuning. Afdeling binnen het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) voor leerlingen die moeite hebben om het gewone lesprogramma te volgen, en meer individuele begeleiding nodig hebben dan in het gewone vbo (gericht op het verwerven van een diploma). Ontwikkelingsperspectief: Met het stellen van een ontwikkelingsperspectief geeft de school een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden voor een langere periode. Dat betekent dat we einddoelen en tussendoelen moeten stellen die haalbaar zijn voor deze leerling, we moeten de verwachtingen die we van deze leerling hebben kunnen onderbouwen. PRO: Praktijkonderwijs. Afdeling binnen het vbo voor leerlingen die veel moeite hebben om het gewone lesprogramma te volgen, extra individuele begeleiding nodig hebben, maar niet in staat worden geacht een diploma voor vervolgonderwijs te behalen. Rots & watertraining: een weerbaarheidsprogramma. Het doel van de training is dat kinderen sterker in het leven komen te staan. Hierdoor kunnen ze beter omgaan met lastige situaties en kunnen ze op een gezonde manier keuzes maken die voor hen van belang zijn. Het Rots & Water weerbaarheidprogramma zoekt de balans tussen de harde, onwrikbare rotshouding en de beweeglijke verbindende waterhouding. RVC-VO: De Regionale Verwijzingscommissies beslissen op basis van landelijk vastgestelde criteria over de aanvraag van een VO-school voor leerlingen die extra zorg nodig hebben en in aanmerking komen voor Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) of plaatsing in het Praktijkonderwijs (PRO). S.B.O.: Speciaal basisonderwijs. In Hoogezand gaat het om “De Zwaaikom” School Maatschappelijk Werk (SMW): In gesprek met onze maatschappelijk werker zoeken de ouders en onze schoolmaatschappelijk werkster samen naar oplossingen. Afhankelijk van de vraag van de ouders krijgen ze informatie, advies, begeleiding of steun. De maatschappelijk werkster bemiddelt of behartigt de belangen van de ouders. Dit alles met
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
24
de bedoeling evenwicht en rust te vinden, zodat de ouders het weer zelf aankunnen. Onze School Maatschappelijk Werkster is mevr. B. Oosting. SCOL: De Sociale Competentie ObservatieLijst (SCOL) is een leerlingvolgsysteem voor sociale competentie. Met de SCOL-scores brengt de school de sociale competentie van alle leerlingen systematisch in kaart. Dit doen we in het na- en voorjaar. Vanaf groep 6 vullen kinderen ook zelf een vragenlijst in (=‘leerlingenSCOL’). S.O.: Speciaal onderwijs Cluster 1: scholen voor blinde en slechtziende kinderen Cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraak- taal problemen Cluster 3: scholen voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke handicap Cluster 4: scholen voor kinderen met gedragsproblemen. Sociaal verpleegkundige: De sociaal verpleegkundige heeft verschillende rollen: zorgverlener binnen gezinnen, coach, mediator, maar weet ook de weg naar verschillende projecten / specifieke hulpvragen binnen de school. (leskisten, voorlichting, etc) Onze sociaal verpleegkundige is mr. P. Meuleman. Uitstroomperspectief: welke vorm van voortgezet onderwijs lijkt haalbaar voor een leerling VO: Voortgezet onderwijs. In Hoogezand gaat het om “Rehoboth” of “Alleta Jacobscollege”.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
25
III. Voorbeeld didactisch groepsoverzicht Obs W.A. Scholtenschool Pluvierstraat 11 9607 RJ Foxhol ℡0598-393699
Postbus 87 9600 AB Hoogezand
[email protected] www.wascholtenschool.nl
Didactisch groepsoverzicht Technisch Lezen
Groep: Leerkracht:
Datum: Periode:
Analyse toetsscore: Gemiddelde groepsscore: Ambitieniveau score: Aantal leerlingen met eigen leerlijn:
Methode:
Percentage A/B: percentage D/E: v.s.:
Vallen de resultaten mee of tegen? Hoe kan ik dat verklaren? Wat heb ik eraan gedaan? Verbeterplan:
Evaluatie Groepsplan : Evaluatie, Reflectie en Conclusie t.a.v. A-groep: Evaluatie, Reflectie en Conclusie t.a.v. de B-groep: Evaluatie, Reflectie en Conclusie t.a.v. de C-groep : Overige gegevens t.b.v. reflectie/evaluatie:
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
26
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
Onderwijsbehoeften
Observaties (soc.) Gesprekken
Lezen Observaties (cogn.) Methodegebonden toetsen
Uitstroomperspectief (DLE)
Leerrendement
DLE
Vrd. score
AVI*
DLE
Aantal gelez. wrd. /Vrd.score
DMT
S
DL
Naam leerling
Analyse leerling niveau
* AVI wordt alleen afgenomen van de kinderen die uitvallen op DMT.
27
IV. Stappenplan leesanalyse / rekenanalyse
Stappenplan leesanalyse: 1. Cito score D of E
2. Bijzonderheden uitzoeken (erfelijkheid, doublure, zij instroom, etc)
3.Verdere analyse: -Groep 3 en 4: AVI, Visussynt, letters benoemen, audant, audisynt, letterdictee, PI-dictee -Groep 5 t/m 8: AVI, PI- dictee, Brus en Klepel. (methode gebonden toetsen, dyslexieprotocol)
4.Conclusies trekken: afwijkende signalen / onderdelen?
5.Verslaglegging IB, vervolgstappen bepalen
6.Verwerken: opstarten plan van aanpak (Connect, RALFI-lezen)
7. Evaluatie en indien nodig externe inschakelen voor dyslexie onderzoek bij herhaalde E-scores en afwijkende scores Brus en Klepel (score beneden de 5)
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
28
Stappenplan rekenanalyse: 1. Cito score D of E
2. Bijzonderheden uitzoeken (erfelijkheid, doublure, instroom, etc)
3. Categorieën analyse uitdraaien van Cito
4.Conclusies trekken: afwijkende signalen / onderdelen vergeleken met verwachtingen? (individueel, mogelijk groepsniveau? Hoe scoort de leerling op dit onderdeel tijdens de methode gebonden toetsen)
5. Indien afwijkende scores diagnostisch gesprek voeren met de leerling (m.b.v. maatwerk)
6. Verslaglegging IB
7. Verwerken opstarten plan van aanpak
8. Evaluatie en indien nodig externe inschakelen
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
29
V. Voorbeeld groepsplan Obs W.A. Scholtenschool Pluvierstraat 11 9607 RJ Foxhol ℡0598-393699
Postbus 87 9600 AB Hoogezand
[email protected] www.wascholtenschool.nl
Groepsplan Technisch lezen Groep: 3 Leerkracht: DMT A-B Instructieonafhankelijk
Datum: Periode: feb-juni DMT - C Instructie-gevoelig
DMT D-E Instructie-afhankelijk
Erfelijkheid: bij welke kinderen komt dyslexie in de familie voor? Leerlingen: Instructie-gevoelig Instructiedoelen Instructiedoelen
Groep A: instructieonafhankelijk Normaal vorderen (AVI), worden zelfstandige en gemotiveerde lezers, maken ‘kilometers’ (doen veel leeservaring op)
Groep B: instructiegevoelig Minimaal 2 AVI instructieniveaus per schooljaar, leren stillezen, worden zelfstandige en gemotiveerde lezers, doen leeservaring op.
Voor de komende periode zijn de volgende doelen vastgesteld: - associëren van zinnen / woorden bij plaatjes - zinnen in tekst terug vinden - beheersen van E3 - ordening van begrippen in groepen
Voor de komende periode zijn de volgende doelen vastgesteld: - associëren van zinnen / woorden bij plaatjes - zinnen in tekst terug vinden - beheersen van E3 - ordening van begrippen in groepen
(bron: van kerndoel tot leerlijn, M. v d Stap, feb 2010)
(bron: van kerndoel tot leerlijn, M. v d Stap, feb 2010)
Leerlingen:
Leerlingen:
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
Groep C: instructieafhankelijk Minimaal 2 AVI instructieniveaus per schooljaar, worden gemotiveerde lezers
Voor de komende periode zijn de volgende doelen vastgesteld: - herkennen van letterclusters, directe woordherkenning (flitsen van woorden) - lezen van eenvoudig aangeboden verhaaltjes - beheersen M3 (bron: van kerndoel tot leerlijn, M. v d Stap, feb 2010)
Leerlingen:
30
Leesinstructie STILLEZEN Werkwijze teksten lezen Stillezen
Groep A
Groep B
Groep C
Stillezen: B.v. 2 keer pw informatief 2 keer pw verhalen 1 keer pw strip
Stillezen: B.v. 2 keer pw informatief 2 keer pw verhalen 1 keer pw strip
Methodiek tech. Lezen: 3 keer pw CONNECT lezen 2 keer pw eigen keuze
Niveau waarop gelezen/ geoefend wordt
Naar eigen keuze
Naar eigen keuze
materialen
Boeken uit de leeskast: - boeken met verhaal - informatieve boeken - stripboeken - jeugdtijdschriften (sport, muziek, etc)
Boeken uit de leeskast: - boeken met verhaal - informatieve boeken - stripboeken - jeugdtijdschriften (sport, muziek, etc)
Didactiek
feedback geven na stillezen naar aanleiding van startopdracht (KT)
feedback geven na stillezen naar aanleiding van startopdracht (KT)
bv. Kijk vandaag of je iets in je boek tegenkomt dat gaat over : feest, dieren, verdriet, geschiedenis e.d.
bv. Kijk vandaag of je iets in je boek tegenkomt dat gaat over : feest, dieren, verdriet, geschiedenis e.d.
Instructieniveau 1 niveau hoger dan het gemiddelde van de groep. -Aantrekkelijke boekjes in de zone van de naaste ontwikkeling. -schriftje per leerling -kaartjes om woorden op te schrijven -eventueel een computer met een open flits programma (bijv. Flits van het NIB) CONNECT techniek: (vloeiend lezen) -voorlezen van de oefentekst -woorden schrijven -woorden lezen -tekst lezen -enz…. (zie handleiding CONNECT lezen)
Bronnenboek voor tips: “Aktief met boeken” en werkplaats Kansrijke taal (Werkwijze Convergente differentiatie)
Organisatie stilleesbeleid Wanneer ?
Groep A 08.30-08.50 5 x per week
Groep B 08.30-08.50 5 x per week
Wie ?
Namen:
Namen:
Waar ?
Aan eigen tafel
Aan eigen tafel
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
Groep C 08.30-08.50 4 x per week CONNECT lezen 1x per week eigen keuze stillezen. Namen:
Aan instructietafel door onderwijsassistent: Esterline
31
Leesinstructie TEKSTEN LEZEN / WOORDEN LEZEN Werkwijze teksten lezen Instructie technisch lezen
Niveau waarop gelezen/ geoefend wordt materialen
Didactiek (Werkwijze Convergente differentiatie)
Groep A
Groep B
Groep C
Korte instructie op AVI niveau en zelfstandige verwerking uit methode. ( zon kinderen)
Reguliere instructie op AVI niveau en zelfstandige verwerking uit methode (ster kinderen)
Reguliere instructie op AVI niveau en begeleide verwerking en zelfstandige verwerking uit methode (maankinderen)
Erg goede lezers: - zelf leesstof kiezen - presentaties maken - leeslogboek bijhouden Aanvankelijk leesproces, Aanvankelijk leesproces, Aanvankelijk start VLL. start VLL leesproces, start VLL Kansrijke taal activiteiten
Kansrijke taal activiteiten
Kansrijke taal activiteiten
Methode “VLL”
Methode “VLL”
Methode “VLL” veilig en vlot (VLL)
Zelfstandige verwerking (wel IGDI model)
Instructie volgens de methode
Instructie volgens de methode + verlengde instructie
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
1. leerlingen lezen woordrijen en onderstrepen voor hen lastige woorden 2. Instructie geven over hoe een woord gelezen moet worden 3. Voorlezen door leerkracht. 4. evt. koor – of duo lezen 5. “Race lezen”: leerlingen lezen om de beurt zo snel mogelijk, maar wel verstaanbaar een aantal rijen voor 6. Elke keer andere woorden
1. leerlingen lezen woordrijen en onderstrepen voor hen lastige woorden 2. Instructie geven over hoe een woord gelezen moet worden 3. Voorlezen door leerkracht. 4. evt. koor – of duo lezen 5. “Race lezen”: leerlingen lezen om de beurt zo snel mogelijk, maar wel verstaanbaar een aantal rijen voor 6. Elke keer andere woorden
32
Organisatie methodische instructie technisch lezen Wanneer ?
Groep A
Groep B
Groep C
Groep 3: 5 x p.w 1,5 u
Groep 3: 5 x p.w 1,5 u
Groep 3: 5 x p.w 1,5 u
Wie ?
Namen:
Namen:
Namen:
Waar ?
Aan eigen tafel: alleen of in duo’s
Aan eigen tafel
Aan instructietafel
Wat? Zie dagplanning Zie dagplanning De lessen worden allemaal gegeven volgens het IGDI model.
Zie dagplanning
Groep 3 : minimaal 400 minuten per week Groep 4-5 : minimaal 3 uur per week Groepen 6-7-8 : technisch lezen blijven onderhouden (1-2 lessen per week) Alle leerlingen onder de norm: 1 uur instructie per week extra
Evaluatie Toetsing Wanneer? Resultaten?
Afname DMT (en D/E - leerlingen AVI) juni DMT
AVI
Kopieer hier de namen van de leerlingen en noteer achter de naam het resultaat van AVI en DMT .
Aandachtspunten: (leerlingen met extra hulp, afspraken met ouders, etc)
Evaluatie: Datum: Met wie: Toets- en observatie resultaten: (de nieuwe datamuur kan hier ingevoegd worden. Deze geldt weer als beginsituatie voor het volgende plan) Algemeen: Vervolgafspraken:
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
33
VI. Klassenbezoeken
Observatielijst klassenbezoek Groep: Leerkracht:
Opmerkingen
Gedragsstoornis Sociaal inzicht Soc. vrhd. Luisteren Samenwerken Zelfvertrouwen Acceptatie Assertiviteit Effectiviteit Zelfstandigheid Inzicht lesstof
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
Concentratie Gestructureerd Aandacht behoefte Leerbaarheid Belangstelling Inzet Doorzetten Datum: Naam:
++ uitmuntend, + goed, + twijfel, - punt van aandacht, -- zorgelijk.
VII. Punten groepsbesprekingen
Groepsbespreking Groep: Periode: Datum: Aanwezig: Algemeen Inventariseren van vragen en gesprekspunten: Vakgebied groepsplannen Evalueren vorige groepsplan: Aandachtspunten voor de hele groep: Signalen van leerlingen die extra aandacht nodig hebben: Verhelderen van onderwijsbehoeften, bepalen LRV: Clusteren van leerlingen met onderwijsbehoeften: Opstellen nieuw groepsplan: Begeleidingsvraag leerkracht: Aanmelding leerlingbespreking: Samenvatting van belangrijkste afspraken en besluiten:
Sociaal emotioneel ontwikkeling: (Aandachtspunten voor de hele groep; Signalen van kinderen die extra aandacht nodig hebben; Aanmelding leerlingbespreking.)
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
35
VIII. HGPD formulier
Obs W.A. Scholtenschool Pluvierstraat 11 9607 RJ Foxhol ℡0598-393699
Postbus 87 9600 AB Hoogezand
Datum:
[email protected] www.wascholtenschool.nl
Aanwezig:
Functie:
BETREFFENDE
Naam Geboortedatum Groep Leerkracht(en)
: : : :
Adres : School : W.A. Scholtenschool Schoolverloop : Intern begeleider: Hannah Blom VRAAGSTELLING
Korte situatiebeschrijving en vragen:
Van wie zijn de vragen?:
Wat is er al ondernomen en met welk resultaat?:
Welke verwachtingen zijn er van het consultatiegesprek?
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
36
LEERLING
Risico’s en belemmerende factoren
Beschermende en compenserende factoren
Mogelijke acties
Risico’s en belemmerende factoren
Beschermende en compenserende factoren
Mogelijke acties
Risico’s en belemmerende factoren
Beschermende en compenserende factoren
Mogelijke acties
Lichamelijk
Gedrag
Leren
BINNEN SCHOOL Leraar
Groep
School
BUITEN SCHOOL Gezin
Vrije tijd
Voorlopige verklaring van het probleem d.d.
Doelen, mogelijkheden op lange termijn d.d.
Doelen, mogelijkheden op korte termijn d.d.
Handelingsvoorstellen / handelingsafspraken Datum:
Actie
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
Wie
Evaluatie
37
IX. voorbeeld overdrachtsformulier
Overdracht groep 4 naar groep 5 De overdracht bestaat uit de volgende papieren: - Uitdraai van didactisch groepsoverzichten Rekenen & Wiskunde, Spelling, Technisch lezen, Begrijpend lezen voor het komende schooljaar, stop dit in insteekhoes - het groepsplan Technisch lezen en rekenen en wiskunde met plannen van aanpak voor het komende schooljaar, stop dit in insteekhoes. - Opvallendheden methode; - Uitdraai Cito; (ga naar LOVS, ‘rapporten resultaten’, daarna ‘groepsoverzicht afnamemoment’ – -
tabel, tot slot de vakken van je groep aanklikken: klik op ‘rapport’ en stop dit in insteekhoes); Uitdraai SCOL, stop dit in insteekhoes. (ga naar site, ‘overzichten’, daarna ‘SCOL’, daarna ‘groepsoverzichten’, kies je groep. Dit overzicht voeg je toe voor het complete plaatje. Mocht de collega meer willen weten, kan het zelf kijken op de site.)
Deze kinderen hebben mogelijk dyslexie: (vermoeden op basis van o.a toetsgegevens/ erfelijkheid / etc…)
1. 2. 3. 4. Deze leerlingen hebben een HGPD-formulier: (staan in de map ‘HGDP’) 1. 2. 3. 4. Daarnaast specifieke bijzonderheden binnen deze groep: (kort en bondig; gebruik steekwoorden) Naam: Bijzonderheden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
* kijk voor verdere informatie over deze groep in de map ‘zorg’. Daar is per groep (bijv. ‘2006-2014’) informatie te vinden t.a.v. gesprekken en leerling besprekingen van de afgelopen jaren.
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
38
X. Format eigen leerlijn
Obs W.A. Scholtenschool Pluvierstraat 11 9607 RJ Foxhol ℡0598-393699
Postbus 87 9600 AB Hoogezand
[email protected] www.wascholtenschool.nl
Eigen leerlijn Naam: Geboortedatum: School: Groep: Didactische leeftijd: Ingangsdatum: Evaluatie datum: Vakgebied: Probleemomschrijving: • Scores methodegebonden toetsen: •
Scores CITO:
• Omschrijving probleem: (beschrijf waarom leerling tot groep behoort met specifieke onderwijsbehoeften (werkhouding zelfstandigheid /motivatie)
Onderwijsbehoeften en het ontwikkelperspectief: • Onderwijsbehoeften: •
Ontwikkelperspectief:
•
Leerrendement:
• Uitstroomperspectief passend bij mogelijkheden en interesse leerling: (beredeneren: risico en beschermende factoren: intelligentie, werkhouding, soc. emotionele ontwikkeling, e.d.):
Tussendoelen: (gebruik DLE’s /vaardigheidssores) • • Einddoelen groep 8: • •
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
39
Leerinhouden en instructie- / begeleidingsactiviteiten: (welke oefeningen/ instructie / begeleiding wordt ingezet om de gestelde doelen te behalen?)
Evaluatie: • Wanneer: • Waar: • Met wie: • Zijn de gestelde doelen / leeraanbod juist?
Evaluatie datum: Directie: Intern begeleider: Ouders / verzorgers:
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
Evaluatie datum: Directie: Intern begeleider: Ouders/ verzorgers:
40
XI. Toets/ zorgkalender 2012-2013 Zorg- / toetskalender 2012-2013 wk. 36 37 38
Data: 3 t/m 7 sept 10 t/m 14 sept 17 t/m 21 sept
39 40 41
24 t/m 28 sept 1 t/m 5 okt 8 t/m 12 okt
42
15 t/m 19 okt
Obs W.A. Scholtenschool
Afname toets:
Groep:
Rekenen en Wiskunde Spelling
8 8 8
Begrijpend lezen 43 44
22 t/m 26 okt 29 okt t/m 2 nov
x Afname SCOL
x 1,2,3,4,5,6,7,8
45 46 47 48
5 t/m 9 nov 12 t/m 16 nov 19 t/m 23 nov 26 t/m 30 nov
Afname leerlingSCOL Herfstsignalering VLL
6,7,8 3
49
3 t/m 7 dec
50 51 52/1
10 t/m 14 dec 17 t/m 21 dec 24 t/m 4 jan
2 3
7 t/m 11 jan 14 t/m 18 jan
4
21 t/m 25 jan
5
28 jan t/m 1 feb
6 7
4 t/m 8 feb 11 t/m 15 feb
8 9 10 11 12 13 14 15
18 t/m 22 feb 25 feb t/m 1 mrt 4 t/m 8 maart 11 t/m 15 maart 18 t/m 22 maart 25 t/m 29 maart 1 t/m 5 april 8 t/m 12 april
16 17 18
15 t/m 19 april 22 t/m 26 april 29 april t/m 3 mei
Belangrijke activiteiten & data:
20-9 IB-netwerk 20-9 PCL 24-9 en 25-9 Introductiegesprekken Starten Rots & watertraining: Groep 5/6 11-10 PCL
Groepsbezoeken:
1/2a 1/2b 3/4 5/6
Hannah: rekenanalyse D/E scores Rek & Wisk.
7/8
x
herfstvakantie
15-10 PCL Plannen van aanpak evalueren Groepsbesprekingen
1/2a 1/2b 3/4 5/6 7/8
13-12 PCL x
X
kerstvakantie X
x Rekenen voor kleuters Rekenen en wiskunde DMT Taal voor kleuters Technisch lezen (leestechn) Technisch lezen Spelling Wintersignalering VLL Woordenschat Begrijpend lezen
M1 en M2 M3, M4, M5, M6, M7 3,4,5,6,7,8 M1 en M2 M3 M4, M5, M6, M7 M3, M4, M5, M6, M7 3 M3, M4, M5. M6, M7 M4, M5, M6, M7
Eindtoets
8 2
Kleuterscreening x
x
Beginnen uitwerken didactisch groepsoverzichten! 17-1 PCL Hannah: rekenanalyse D/E scores Rek & Wisk.
Laatste week uitwerken didactisch groepsoverzichten! Plannen van aanpak en groepsplannen evalueren Hannah: Leesanalyse DMT D/E scores Groepsbesprekingen 11-2 & 12-2 Rapportgesprekken 14-2 PCL X 26-2 Analyse leeropbrengsten 14-3 PCL
Lentesignalering VLL Va. april –juni Entreetoets
3 7 11-4 PCL Plannen van aanpak evalueren Groepsbesprekingen x
X
1/2a
1/2b
3/4
5/6 7/8
voorjaarsvakantie 1/2a 1/2b 3/4 paasvakantie 5/6 7/8 1/2a 1/2b meivakantie
x 19
6 t/m 10 mei
20
13 t/m 17 mei
21 22 23
20 t/m 24 mei 27 t/m 31 mei 3 t/m 7 juni
Afname SCOL Afname LeerlingSCOL Rekenen voor kleuters DMT
1,2,3,4,5,6,7,8 6,7,8 E1 en E2 3,4,5,6,7,8
x
X
Rekenen en wiskunde
24
10 t/m 14 juni
Technisch lezen (techn. en tempo) Technisch lezen Taal voor kleuters Eindsignalering VLL Begrijpend lezen
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
E3, E4, E5, E6 E3 E4, E5, E6
E1 en E2 3 E3, E4
hemelvaart 16-5 PCL Groep 5 t/m 8: Hannah starten Rots en watertraining SCOL D/E scores X
3/4
pinkstervakantie
Beginnen uitwerken didactisch groepsoverzichten! Hannah: Leesanalyse DMT D/E scores 6-6 Schoolreis groep 1 t/m 4
5/6
11-6 Schoolreis groep 5 t/m 7 Hannah: rekenanalyse D/E scores Rek & Wisk.
7/8
41
25
17 t/m 21 juni
26
24 t/m 28 juni
27 28
1 t/5 juli 8 t/m 12 juli
Spelling Woordenschat
E3, E4, E5, E6 E3, E4, E5, E6
x
x
Laatste week uitwerken didactisch groepsoverzichten! Plannen van aanpak en groepsplannen evalueren 19-6 t/m 21-6 Schoolkamp groep 8 20-6 PCL Rapportgesprekken Groepsbesprekingen Hannah: Overdrachtformulieren klaar maken x
zomervakantie x
NB: • Alle toetsen worden in de week van afname ook ingevoerd in LOVS; • Alle geëvalueerde plannen en groepsplannen worden in de week van evaluatie aan Hannah gemaild; (Hannah zet het op server) • Alle didactisch groepsoverzichten worden aan Hannah gemaild. (Hannah zet het op server)
W.A. Scholtenschool – zorgplan 2012-2013
42