Inhoudsopgave 04 29 april 2015 AG.pdf 03 notulen raadsvergadering 25 maart 2015.pdf Besluit inzake toelating mevrouw M. van Soest .pdf ingekomen stukken compleet.pdf Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard aanbiedingsbrief Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard ontwerpbesluit Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard nota van toelichting Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard bijlage 1 Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard bijlage 1 toelichting Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard bijlage 2 Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard compleet boekwerk Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard nota van wijzigingen anoniem wijziging bemensing commissies op verzoek van de fractie GroenLinks.pdf wijziging bemensing commissies op verzoek van de fractie Lokaal Alternatief.pdf Herstructurering zwemonderwijs aanbiedingsbrief Herstructurering zwemonderwijs ontwerpbesluit Herstructurering zwemonderwijs nota van toelichting 2015-03 Initiatiefvoorstel Right to Challenge.pdf
p. 2 p. 4 p. 23 p. 24 p. 88 p. 89 p. 91 p. 94 p. 97 p. 100 p. 120 p. 248 p. 262 p. 263 p. 264 p. 265 p. 266 p. 269
Raadsgriffie Nr. 15it00437
Aan de raad.
OPROEPINGSBRIEF Hiermede heb ik de eer U Edelachtbaren ingevolge artikel 19 der Gemeentewet op te roepen tot het bijwonen van de openbare raadsvergadering, welke zal worden gehouden in de raadszaal van het raadhuis op woensdag 29 april 2015 om 19.00 uur. Kerkrade, 21 april 2015 De voorzitter van de raad
J.J.M. Som AGENDA
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Opening. Vaststelling van de raadsagenda. Goedkeuring van de notulen van de raadsvergadering van 25 maart 2015. Afscheid raadslid de heer A. Rossel. Besluit inzake toelating en beëdiging van mevrouw M. van Soest. Ingekomen stukken.
AKKOORDSTUKKEN 7. Ontwerpbesluit inzake vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard.
8. 9. 10. 11.
BESPREEKSTUKKEN Wijziging bemensing commissies op verzoek van de fractie GroenLinks Wijziging bemensing commissies op verzoek van de fractie Lokaal Alternatief Ontwerpbesluit herstructurering zwemonderwijs. Initiatiefvoorstel CDA Right to Challenge.
12. Sluiting Op grond van artikel 20 Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad worden de volgende portefeuillehouders uitgenodigd de vergadering bij te wonen: Agendapunt 10 herstructurering zwemonderwijs wethouder Schlangen Agendapunt 11 initiatiefvoorstel CDA Right to Challenge wethouders Jongen, Wiermans en Schlangen
5
NOTULEN van het verhandelde in de openbare raadsvergadering, gehouden ten raadhuize op woensdag 25 maart 2015 om 19.00 uur. Nr: 15it00444
10 AGENDA
15 1. Opening 2. Vaststelling van de raadsagenda. 3. Goedkeuring van de notulen van de raadsvergadering van 25 februari 2015 20 4. Ingekomen stukken AKKOORDSTUKKEN 25 5. Ontwerpbesluit inzake vaststellen controleprotocol BESPREEKSTUKKEN 6. Ontwerpbesluit inzake Roda JC 30 7. Ontwerpbesluit inzake oprichting van en toetreding tot de GR Gegevenshuis 8. Sluiting 35 Aanwezig de leden: : E.C.C.J. Bremen-Munsters, L.J.M. Crombach, J.P.M. Dautzenberg, M.M.L. van Drunen, J.P.J. Essers, A.M.J. Geers, W.H.H. De Groot, J.L.P. Hanssen, W.J. Heijltjes, A. van Horssen, H.G. Housen, A.M.J.G. Housen-Donners, J.J.H. Iding, H.J.G.M. Jacobs, N. Krasovec, J.H.J. Krewinkel, Y.J.F. Lataster, M.A.K.J. Laumann, M. Meijer, J.P.M. Paas, H.J.M. Quaedflieg, J. Roland, A. Rossel, J. Rozema, P.D. Schepers, 40 J.A. Severins, P.J.B.C. Thomas en J.W.A. Vinders Afwezige leden:
P.G.J. van der Mierden
Wethouders:
de heer Bok, de heer Schlangen en de heer Schneider
Voorzitter:
de heer J.J.M. Som, burgemeester
Griffier:
mevrouw B.W.E. van der Wijst-Triepels, griffier
45
50
Pagina 1 van 19
PUNT 1 OPENING 5 De voorzitter heet alle aanwezigen en de mensen thuis van harte welkom. Hij spreekt vervolgens de inmiddels gebruikelijke overweging uit: ‘Aan het begin van deze vergadering, waarin wij samenkomen om de belangen van de gemeente Kerkrade en haar inwoners te dienen, spreken wij de hoop uit dat onze inspanning vrucht zal dragen. Mogen wij kracht en inspiratie putten uit elkanders geloofs- en levensovertuiging, met een juiste waardering voor elkanders mening’. 10 Er is bericht van verhindering ontvangen van de heer Van der Mierden. De voorzitter feliciteert de heer Rossel met zijn benoeming tot statenlid. Hij denkt dat de heer Rossel de belangen van Kerkrade uitermate goed kan verwoorden. De voorzitter komt hier op een later tijdstip nog een keer op terug. Bij agendapunt 6, Roda JC, zijn de wethouders Schneider, Bok en Schlangen aanwezig. Bij agendapunt 7, het Gegevenshuis, is wethouder Bok aanwezig. 15 De voorzitter trekt een lootje ter bepaling van de spreekvolgorde. Hij trekt nummer 11, hetgeen correspondeert met de heer Krewinkel. Dat betekent dat de SP vanavond het eerste recht van spreken heeft. PUNT 2 20 VASTSTELLING VAN DE RAADSAGENDA De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. PUNT 3 25 GOEDKEURING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2015 Mevrouw Laumann merkt op over pagina 5, derde zin, dat deze gewijzigd dient te worden in: ‘Er is in 2013 1,2 miljoen euro bezuinigd op de thuiszorg’. 30 De notulen worden gewijzigd vastgesteld. PUNT 4 INGEKOMEN STUKKEN 35 De ingekomen stukken worden conform voorstel vastgesteld. AKKOORDSTUKKEN 40 PUNT 5 ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLEN CONTROLEPROTOCOL 45 Het ontwerpbesluit wordt zonder nader beraad en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
50
Pagina 2 van 19
BESPREEKSTUKKEN PUNT 6 5 ONTWERPBESLUIT INZAKE RODA JC De voorzitter geeft aan dat de BVO Roda JC heeft verzocht om uitstel van betaling van diverse vorderingen die het stadion respectievelijk de gemeente heeft. Het voorliggende ontwerpbesluit heeft tot doelstelling om tot een aanvaardbare oplossing in deze kwestie te komen. Tevens is een motie, ex art. 34, ontvangen, getekend door drie fracties. Deze motie zal worden meegenomen in de behandeling. 10 Eerste ronde Mevrouw Laumann geeft aan dat Roda verzocht heeft om uitstel van betaling voor diverse vorderingen. De SP heeft notie genomen van het gebaar van Roda. De fractie benadrukt dat er volgens hen geen sprake is van een gebaar. De definitie van een gebaar is: ‘iets doen waaruit je goede wil blijkt’. Spreker stelt dat deze definitie 15 niet van toepassing is op het gebaar dat de heer Collard heeft verwoord naar de raad. Er is immers niet eens sprake van betaling van de gewone huurverplichting. En dan heeft men het nog niet eens over de 1,1 miljoen euro achterstand per 1 juli. De SP vraagt waar dit gebaar dan in zit. Er wordt wederom een gebaar gevraagd van de gemeente. Mevrouw Laumann stelt dat het een gebaar van Roda zou zijn als de bestuurders en de spelers als belanghebbenden ook een offer zouden brengen in de vorm van afzien van een deel van 20 hun inkomen. Daarnaast staat in het ontwerpbesluit dat een belangrijke oorzaak van de financiële perikelen de degradatie van de club naar de Jupiler League is. De belangrijkste oorzaak is echter dat Roda voortdurend meer geld heeft uitgegeven dan zij binnenkrijgt. Hier wordt ook gewoon mee doorgegaan. Daardoor is er een betalingsachterstand naar de gemeente ontstaan. Dat heeft niets te maken met de degradatie van vorig jaar van Roda. Dit komt er wel nog bij. 25 In januari wilde een gedeelte van de raad in februari een gebaar van Roda zien, maar dat was volgens de wethouder niet haalbaar. Het heeft de SP zeer verbaasd dat hier twee maanden de tijd wordt gevraagd voor een voorstel voor het ondermaats aflossen van de huur. Is de financiële situatie dan in de afgelopen twee maanden veranderd? In juli komt Roda met een voorstel voor de wijze waarop de achterstand zal worden ingelopen. Vanaf maart 2015 betaalt Roda 50.000 euro per maand. Dat zou kunnen betekenen dat er tot juli 30 200.000 euro aan huur binnenkomt als Roda de verplichtingen nakomt. Daarna is de gemeente weer afhankelijk van een nieuw voorstel herstelplan Roda in juli. De SP heeft de volgende opmerkingen alvorens akkoord te gaan met het verlenen van uitstel tot 1 juli: - De verantwoordelijke wethouder, de heer Schneider, ziet toe dat de huur maandelijks wordt betaald. Dus op 1 april is de 50.000 euro huur van maart binnen. Zou dit niet het geval zijn, dan wordt er meteen beslag 35 gelegd door middel van een deurwaarder. - Het voorstel van Roda om vanaf 1 maart tot 1 juli 50.000 euro te betalen moet volgens de SP in het raadsbesluit worden opgenomen c.q. aan het raadsbesluit worden toegevoegd. - Klopt het dat er staat opgenomen dat indien Roda in gebreke blijft met de huurbetaling een boete van 250 euro per dag wordt opgelegd? Dan had de SP dit ook nog graag in het raadsbesluit meegenomen. 40 - De SP wil graag 1 juni een nieuw voorstel zien. In juli is het zomerreces en dan wordt het weer over de vakantie heen getild. Het kan onmogelijk de bedoeling zijn om de gemeenteraad pas in augustus/ september te laten beslissen over een herstelplan dat in juli zou moeten kunnen ingaan. Mevrouw Laumann heeft nog twee opmerkingen met betrekking tot het uitwerken van ideeën met behulp van externe expertise. Wordt er bij de ontwikkeling van het stadion ook gekeken naar een variant waarin Roda 45 niet meer in het stadion speelt? In Sittard-Geleen is die optie ook bekeken. Er wordt waarschijnlijk voor Fortuna een andere locatie aangewezen. De kans dat Roda failliet gaat is immers reëel aanwezig. Er staat in het ontwerpbesluit: ‘er is sprake van realistische en concrete voorstellen die bijzonder interessante perspectieven laten zien’. De SP heeft al eerder aangegeven dat zij vindt dat er gekeken is naar stadions die niet vergelijkbaar zijn met het stadion in Kerkrade. Dan wordt er gesproken over stadions met het formaat 50 Barcelona en dergelijke. Het lijkt de SP een beetje megalomaan en onrealistisch om daarop een plan voor exploitatie te baseren in Kerkrade. De SP wil graag in de notulen opgenomen hebben dat de SP hier grote vraagtekens bij plaatst en graag een realistisch onderzoek met vergelijkbare stadions zou willen inzetten. De heer De Groot merkt op dat ze al in een eerder stadium hebben kunnen concluderen dat dit agendapunt bij iedereen tot enorme frustratie leidt. In ieder geval zeker binnen de fractie van de VVD. Daarom beperkt de
Pagina 3 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
heer De Groot zich tot de voorliggende vraag, namelijk of er uitstel verleend moet worden tot 1 juli. De VVD maakt zich grote zorgen. De VVD maakt zich echter geen zorgen over Roda. De gemeente is (helaas) eigenaar geworden van een stadion. Dat heeft te maken met eerdere beslissingen die in deze raad zijn genomen en die de VVD destijds ten strengste heeft afgeraden. De gemeente heeft daardoor ook een verantwoordelijkheid op zich genomen waar zij nu mee zit. Daar ligt het grote dilemma van het geheel. Het dilemma dat de gemeente echt een groot probleem heeft als er helemaal geen centen binnenkomen in het stadion. De gemeente zou dit dan namelijk op haar eigen begroting moeten verhalen. De consequenties zijn dan voor iedereen helder en duidelijk. Dan moet je gaan kijken welke keuze de gemeente moet maken vanuit haar verantwoordelijkheid. Of je daar wel of niet gelukkig mee bent is een tweede. Wat is dan de meest verstandige keuze om in deze te maken? De VVD is van mening dat de meest verstandige keuze is dat de gemeente in principe van het stadion af zou moeten. De fractie heeft dit een keer eerder uitgedrukt in een motie. De gemeente moet er alles aan doen om dit mogelijk te maken of de exploitatie van het stadion zodanig te kunnen inrichten dat de gemeente niet meer afhankelijk is van Roda BVO. Spreker noemt dit een prachtige gedachte, maar hij kan niet in de sterren zien of dit gaat lukken. Hij gaat ervan uit dat de gemeente die richting op moet gaan. Het voorstel van de VVD is om tijd te winnen om dit goed voor te bereiden. De VVD zit niet zozeer met de beslissing om uitstel te geven, maar voor de VVD is het veel spannender om te kijken naar wat er straks in juli uit gaat komen. De VVD wil dan graag goede, transparante, onderbouwde en hopelijk in beton gegoten afspraken. Dat ze er eindelijk samen uit gaan komen en dat Roda gaat aantonen hoe zij dat gaan doen. De heer De Groot hoopt dat dit wordt gecombineerd met een idee om de exploitatie van het stadion zodanig in te richten dat het rendabel gaat worden of dat men minimaal uit de kosten van het stadion komt. Wellicht wordt het voor andere investeerders interessant om dat stadion in bezit te nemen. Dat is echter vooruit lopen op risico’s die je moet nemen. De VVD durft er bijna niet aan te denken welke risico’s de gemeente loopt als de kraan helemaal wordt dichtgedraaid. 800.000 euro per jaar moet dan een plek krijgen in de begroting, terwijl de gemeente nu al de grootste moeite heeft om de begroting sluitend te krijgen. Daarvoor is de VVD bevreesd. De VVD roept het college op om alles in te zetten om met creatieve oplossingen en, zeker gericht op de exploitatie van het stadion, met goede voorstellen te komen. De VVD verwacht in juli bij de presentatie van Roda te horen hoe zij dit ziet. De VVD vindt het verstandig om die tijd te nemen om er goed uit te komen. Eerder mag ook, maar dat is niet realistisch. De fractie is er echter niet gelukkig mee. Het gaat gelukkig nog steeds over uitstel en niet over kwijtschelding, want dat zou een heel andere discussie zijn. Daar zou de VVD niet over willen praten. De heer Heijltjes sluit zich volledig aan bij de woorden van de heer De Groot. Burgerbelangen steunt het gebaar dat Roda heeft gemaakt naar de raad. De raad heeft om dit gebaar gevraagd en Roda doet het. Ook Burgerbelangen wil graag na 1 juli zien hoe de achterstand wordt weggewerkt. Het is uitstel en geen afstel. Als er dan een exploitatievoorstel komt over op welke wijze er anders kan worden omgegaan met het stadion, dan stemt Burgerbelangen in met het besluit om het Parkstad Limburg Stadion uitstel van betaling te geven. De heer Van Drunen memoreert dat het Rodadossier voor de zoveelste keer ter besluitvorming aan de raad voorligt. Alweer gaat het om de helpende hand van de burgers, omdat Roda JC kennelijk alweer in financiële nood is. Roda komt steeds naar de gemeente omdat zij heel goed weet dat deze gemeente met de rug tegen de muur staat. Geen uitstel betekent namelijk faillissement. Faillissement van Roda JC betekent dat het Parkstad Limburg Stadion geen huur meer ontvangt. Geen huur betekent dat de aflossing van het stadion geheel voor rekening komt van de burgers van Kerkrade. Deze gemeente zal dan structureel jaarlijks ongeveer 1,1 miljoen euro kwijt zijn aan een lege betonnen kolos. 1,1 miljoen euro voor niets. Daarom zit er voor de gemeente niets anders op dan te hopen dat het Roda JC eindelijk lukt om te komen tot een gezonde financiële huishouding. Het niet verlenen van uitstel kan de gemeente zich thans niet veroorloven. De toezegging in de vorm van een gebaar van 50.000 euro per maand omvat volgens de PvdA niet meer dan een schamele poging om krediet terug te winnen bij deze raad. Krediet dat Roda JC nagenoeg heeft verloren. Mevrouw Bremen-Munsters sluit zich aan bij de woorden die al zijn gezegd. Zij wil het echter ook nog een keer in haar eigen woorden doen. De commissie heeft duidelijk om een gebaar van Roda gevraagd. Roda heeft hierop geantwoord en is met een voorstel gekomen om vanaf maart 50.000 euro te betalen. De gemeente kan op twee manieren reageren: als zij nee zegt, dan krijgt zij niets. In dat geval heeft de gemeente een gat van 800.000 euro, is de gemeente er alleen verantwoordelijk voor en kost het nog meer gemeenschapsgeld. Als de gemeente ja zegt, dan is er in ieder geval een begin gemaakt met de betaling.
Pagina 4 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Als mensen tegenwoordig in de problemen komen met het betalen van huur of aflossing van hypotheek worden zij ook niet meteen uit hun huis gezet. Er wordt dan uitstel van betaling verleend en een regeling getroffen. Lokaal Alternatief wil ook op die manier naar dit voorstel kijken. Dus akkoord gaan met het voorstel, maar de fractie gaat niet akkoord met huurverlaging of kwijtschelding van huur. De fractie gaat wel akkoord met het verlenen van uitstel en de voorgestelde 50.000 euro per maand vanaf maart. Wel onder de voorwaarde dat het college er streng op toeziet dat de maandelijkse betalingen keurig worden voldaan. Mocht dit niet zo zijn dan verwacht Lokaal Alternatief van de wethouder dat hij de raad informeert en stappen onderneemt. Een andere voorwaarde is de presentatie van het plan van aanpak van Roda in juli over de wijze waarop zij de betaling gaat regelen en de achterstand gaat inhalen. Dit plan speelt ook een rol in de plannen van het college om de exploitatie van het stadion te verbeteren. Daarom wacht ook Lokaal Alternatief juli met heel veel spanning af. De heer Paas stelt dat het dossier van Roda leest als een slechte roman. De ene partij, de gemeente, doet er alles aan om in het belang van de burgers ervoor te zorgen dat Roda niet failliet gaat en de andere partij, de verantwoordelijken binnen Roda JC, doet er in financieel opzicht alles aan, vooral richting de gemeente, om haar verplichtingen niet of in onvoldoende mate na te komen. De verantwoordelijken binnen de club moeten beseffen dat ook voor een betaald voetbalorganisatie geldt dat de tering naar de nering moet worden gezet. Daar schort het naar de mening van de Ouderenpartij aan. Met de regelmaat van de klok is in de media te lezen dat Roda weer een nieuwe speler heeft binnengehaald, waarbij in een dergelijk bericht vaak ook nog te lezen valt dat Roda voor het vastleggen van de speler geen investeerder nodig heeft en dat zij de bijbehorende betaling kennelijk uit eigen middelen heeft voldaan. Het kopen van spelers is uiteraard een bevoegdheid van de club. Daar gaat deze gemeenteraad niet over. De heer Paas stelt echter dat als onder andere het aantrekken van spelers ten koste gaat van de huurverplichting die Roda JC heeft tegenover de Stadion BV en dus tegenover de gemeente, dit indirect wel degelijk de gemeenteraad aangaat. Roda heeft verzocht om uitstel van betaling van de huurpenningen tot juli 2015. Het college heeft dit verzoek in een voorstel aan de raad vastgelegd. Het voorstel van het college houdt in dat men de raad voorstelt om akkoord te gaan met uitstel van betaling tot juli 2015 en dat Roda dan met een voorstel komt over hoe zij de ontstane achterstand wil inlopen. Het college geeft in de onderbouwing van het voorstel aan dat het houden van Roda aan de huurovereenkomst mogelijk zal leiden tot een faillissement van Roda en dat men, ter voorkoming van een faillissement, ervoor opteert om Roda voor de zoveelste keer de helpende hand te reiken. De Ouderenpartij vraagt zich af hoe vaak Roda nog financieel geholpen moet worden. Hoe verhouden onverantwoorde uitgaven van Roda zich tot verplichtingen die uit de huurovereenkomst met de gemeente voortvloeien? Waarom worden er altijd van de gemeente offers gevraagd en niet van de club zelf? Er staat nergens te lezen dat de club de salarissen van de spelers, de technische staf of het management niet zou kunnen betalen. Waarom wordt de bal altijd bij de gemeente neergelegd? Het antwoord op deze vraag is volgens de Ouderenpartij eenvoudig te geven. De gemeente en Roda zijn contractueel zo met elkaar verbonden dat, mocht Roda failliet gaan, de gemeente de lening van 20 miljoen euro moet zien af te lossen met een mogelijk ongekende lastenverhoging voor de burgers tot gevolg. Dat laatste wil de raad voorkomen. De heer Paas stelt dat het dus belangrijk is om een mogelijk faillissement van Roda te voorkomen. Daarvoor is naast een goede wil van deze raad ook nodig dat de grondhouding binnen de club drastisch verandert. Naar de mening van de Ouderenpartij is de houding van het management van de club niet de juiste. De verantwoordelijken binnen de club maken in de ogen van de Ouderenpartij schaamteloos misbruik van de situatie dat Roda van de gemeente niet failliet mag gaan, omdat de gemeente dan door de bank wordt aangesproken op betaling van het bedrag van 20.000 euro, met verstrekkende gevolgen voor alle burgers van deze stad. De Ouderenpartij is benieuwd naar het voorstel van Roda in juni aan de gemeenteraad om de betalingsachterstand in te lopen. De fractie houdt haar hart vast. De heer Paas concludeert dat het wat de Ouderenpartij betreft 1 minuut voor 12 is. De fractie zou de verantwoordelijken binnen Roda mee willen geven ervoor te zorgen dat het niet 12 uur wordt. In de optiek van de Ouderenpartij moet Roda stoppen met het gesol met de gemeente en eindelijk eigen verantwoordelijkheid nemen. Gezien de belangen die er dreigen bij een faillissement van de club is de Ouderenpartij met grote tegenzin bereid om akkoord te gaan met het voorstel van het college. Waarbij de fractie er wel vanuit gaat dat Roda de toegezegde betaling van maandelijks 50.000 euro zal nakomen. De heer Meijer is blij dat raadsleden een goede conditie en doorzettingsvermogen hebben. Dit heb je namelijk wel nodig bij het dossier Roda JC. In de commissie heeft het CDA wederom kritisch gereageerd. Dat
Pagina 5 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
is volstrekt logisch. Inmiddels heeft het CDA Kerkrade ook een aantal vragen gesteld en een aantal vervolgvragen ingediend, net zoals vele andere partijen. Toch blijft de fractie met veel vragen zitten. De heer Meijer geeft een korte terugblik op de commissie. De heer Collard heeft namens Roda JC een gebaar gemaakt om maandelijks 50.000 euro te gaan betalen van maart tot en met juni. ‘Beter iets, dan niets’, heeft het CDA daarop geantwoord. Daar blijft de fractie ook bij. Maar daarmee blijft naast de huurschuld nog een behoorlijke schuld open staan. In totaal moet namelijk nog dik 1 miljoen euro worden betaald. Het CDA Kerkrade is benieuwd of de eerste betaling van 50.000 euro inmiddels is betaald, want de maand is immers al bijna om. Het CDA Kerkrade wil aan de hand van de beantwoording van de op 23 maart aan het college ingediende vragen nog een vijftal verhelderende vragen stellen, alvorens de fractie een beslissing kan nemen over het collegevoorstel. Alhoewel de onderverhuur een zaak is van de BVO en niet van de gemeente Kerkrade, mits met goedkeuring van de Stadion BV, is het voor de raad wellicht toch interessant om te horen wat de totale inkomsten uit onderverhuur zijn die Roda JC ontvangt. Het college heeft aangegeven dat de fanshop onderdeel uitmaakt van de BVO en dat de brasserie De Gele Kaart onderdeel uitmaakt van het contract van Oseven. Ook wordt aangegeven dat 50% van de inkomsten naar de BVO gaat. In de toekomst zouden deze eigenlijk naar de exploitatiemaatschappij moeten gaan. Ook gaat 50% naar Oseven. Kan de wethouder aangeven of de BVO Roda JC contractueel permanent mag onderverhuren, terwijl de BVO zelf niet alles permanent huurt? Kan de wethouder aangeven welk bedrag is opgenomen voor huur van brasserie De Gele Kaart in het contract van Oseven? Is dit marktconform? Waarom ontvangt Oseven 50% van de huur indien het vriendenhome, c.q. de businessclub, gehuurd wordt buiten de wedstrijden om? Met het kunstgrasveld is een bedrag van 600.000 euro gemoeid. 105.000 euro is gebruikt als startkapitaal voor de Stadion BV, omdat deze bij de overname door de gemeente niet over voldoende financiële middelen beschikte. Het CDA vindt het jammer dat er eerst een serie vragen moet worden gesteld, voordat de wethouder uiteindelijk met deze beantwoording komt. Het was beter geweest om deze informatie meteen te verstrekken. De beantwoording door de wethouder heeft er echter ook toe geleid dat het CDA zich nu afvraagt of door de betaling van 50.000 euro per maand door de BVO vanaf maart de liquiditeitspositie van de Stadion BV niet wederom in gevaar komt. Zoals al eerder aangegeven wordt weliswaar de rentecomponent van de lening gedekt, maar naar de mening van het CDA wordt de aflossingscomponent vergeten. Het CDA vraagt of deze indruk correct is en op welke wijze de aflossingscomponent nu wordt gedekt. De onderhoudsbesparing van het kunstgrasveld. De wethouder heeft geantwoord dat in het kader van het opzetten van een gezamenlijke exploitatie dit onderwerp, de reikwijdte en de concrete becijfering nu onderwerp van gesprek zijn. Op dit moment is het nog niet duidelijk. Kan het CDA hierdoor constateren dat eventuele besparingen die voortvloeien uit investeringen die de Stadion NV doet geheel of deels ten goede komen aan de huurder BVO? De wethouder heeft aangegeven dat er geen bankgarantie is gesteld, omdat er al een lopend huurcontract lag. Gelet op het feit dat er op 1 januari 2016 een nieuwe overeenkomst wordt gesloten vraagt het CDA aan de wethouder of er dan wel een bankgarantie gevraagd gaat worden aan de huurder. De laatste vraag van het CDA gaat over de aanpak van de BVO richting de KNVB. In de commissievergadering heeft de BVO bij monde van de directeur, de heer Collard, aangegeven dat zij een plan van aanpak, een 8 meetpuntenplan, heeft ingediend bij de KNVB. Is er vooraf overleg geweest? Zijn in dat overleg de vorderingen en huurbetalingen van de Stadion BV en de gemeente jegens de BVO aan de orde geweest? Welke afspraken zijn hierover gemaakt? Het CDA wil niet dat de gemeente achteraf wordt geconfronteerd met afspraken die Roda richting de KNVB doet, waar wij niets meer aan kunnen veranderen. Het CDA vraagt over de exploitatie op welke wijze de gemeente in de toekomst moet omgaan met de 50% regeling. Oseven krijgt 50% van de inkomsten van verhuur en de BVO op dit moment ook. Moet de Stadion NV nu met de BVO of met Oseven om de tafel gaan zitten voor toekomstige afspraken over de exploitatieverbetering? Het CDA zit in een spagaat. Een faillissement van Roda JC is naar de mening van het CDA geen oplossing en vergroot de problematiek alleen maar. Maar continue uitstel van betaling leidt ook tot een steeds verder groeiende schuld die op een bepaald moment niet meer opgehoest kan worden. Dit is aan de buitenwereld niet meer uit te leggen. Natuurlijk is het CDA zich ervan bewust dat Roda JC een icoon voor Kerkrade en de omgeving is, dat Roda een belangrijke maatschappelijke rol vervult en mensen met elkaar verbindt. Maar het is niet uit te leggen dat andere huurders al lang en breed de laan uit waren gestuurd, terwijl er bij Roda tot op heden geen sancties zijn ondernomen. Naar de mening van het CDA is het 5 voor 12. Er moet dan ook zo
Pagina 6 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
snel mogelijk een goed onderbouwde, structurele oplossing komen voor deze frequent terugkerende betalingsproblematiek. Over de motie van GroenLinks zegt de heer Meijer dat het CDA eerst nog even de reactie van het college wil afwachten. Het CDA Kerkrade vindt dat conform de gemaakte afspraken nog voor het zomerreces duidelijkheid moet worden gegeven over de gehele financiële situatie van Roda JC. Uitstel van de informatieverstrekking is voor het CDA niet meer aan de orde. CDA Kerkrade vindt ook dat er geen stappen mogen worden genomen door Roda JC, zonder overleg met de Stadion NV c.q. de gemeente. Nu wordt de gemeente vaak achteraf geconfronteerd en kan er weinig woorden veranderd. Tenslotte vindt het CDA Kerkrade dat men gezamenlijk tot een oplossing moet komen. Daarvoor moeten beide partijen zich behoorlijk gaan inzetten. Het CDA stelt dat de houding van Roda van ‘de gemeente gaat toch wel weer overstag’ niet meer kan. Een goede samenwerking, transparantie en het nakomen van afspraken is hierbij dan ook essentieel. De heer Roland geeft aan dat je normaal een rede zou moeten beginnen met een anekdote. De heer Roland kon er helaas geen vinden. Hij heeft wel begrepen dat het tijdsverschil in deze raadzaal erg verschillend is, want de een spreekt over 2 voor 12 en de ander over 5 voor 12. Bij Ons Kerkrade is het 12 uur. Ons Kerkrade heeft ter voorbereiding op dit stuk enkele vragen gesteld. De heer Roland wil op twee vragen nader ingaan. De eerste vraag gaat over de naam van het stadion: Parkstad Limburg Stadion. Eind jaren 90 is voor een totaalbedrag van 3 miljoen euro deze naam voor onbepaalde tijd aan de BVO verkocht. Het college geeft in haar beantwoording aan dat het wellicht mogelijk is in de toekomst, mits er een aantrekkelijk financieel bod volgt, om over een naamsverandering te praten. Ook zou dit item hoog staan op de agenda van de nieuwe exploitatiemogelijkheden van het Parkstad Limburg Stadion. Na verkennende gesprekken werd niet de indruk gewekt van mogelijke belemmeringen in deze. Het zit dus in de pijplijn. Ons Kerkrade vindt dit een goede zaak, want er zijn mogelijkheden om hier in de toekomst nieuwe geldstromen te genereren. Toen in de jaren 90 de naam van de BVO werd verkocht, was de BVO ook grotendeels eigenaar van het stadion. Nu is de gemeente eigenaar. Eindigt daarmee het contract voor onbepaalde tijd en zijn de rechten over het voeren van de naam Parkstad Limburg Stadion weer bij de gemeente? Of mag de BVO, ondanks dat zij geen eigenaar meer is van het stadion, bepalen wat er op de gevel komt te staan? Uit de beantwoording bleek verder dat de gemeente Landgraaf van de door hen te betalen 200.000 euro toentertijd een bedrag van 100.000 euro voor de stadionnaam, die toen Parkstadbreed is aangekocht, nog niet heeft betaald. Vanuit de gemeente Kerkrade zou ook niet meer na te gaan zijn of deze betaling inmiddels wel of niet is gedaan door de gemeente Landgraaf. Ons Kerkrade wil het college dan ook de opdracht geven om bij de BVO na te gaan of zij deze 100.000 euro inmiddels heeft ontvangen van de gemeente Landgraaf en zo niet om de BVO aan te sporen om te bezien hoe zij deze 100.000 euro alsnog via de gemeente Landgraaf kan innen. Dit zijn immers gelden waar de BVO recht op heeft. Deze zijn toentertijd bekrachtigd door alle betrokken partijen. De afhandeling van de kunstgrasvelden. De gemeente Kerkrade heeft medio 2014 een bedrag van 600.000 euro aan de Stadion NV, de gemeente zelf dus, geleend ter voorfinanciering van het nieuwe kunstgrasveld in het Parkstad Limburg Stadion. Achteraf bleek dat er een financiële meevaller is geweest van 100.000 euro. Het college heeft de gemeenteraad hiervan niet in kennis gesteld en zou de gelden mogelijk gaan gebruiken als startkapitaal voor de kosten die na de overname van het Parkstad Limburg Stadion gedekt moeten worden. Het college vond het dus niet nodig om de raad, het hoogste orgaan in dit huis, hierover te informeren. Het college geeft als reden aan dat dit geen bewuste keuze was, maar een onvolkomenheid waaraan bij nader inzien onvoldoende prioriteit is gegeven. De heer Roland stelt dat het college de gemeenteraad, het hoogste orgaan in dit huis, dus gewoon was vergeten. Of kwam het even niet goed uit om deze meevaller te vermelden, zodat er ook geen lastige vragen gesteld zouden worden? In voetbaltermen lijkt dit op een ‘schwalbe’, welke met een gele kaart wordt bestraft. Ons Kerkrade trekt deze nu nog niet, maar hoopt wel dat het niet zo is dat het normaal is dat het college toekomstige grote bedragen gaat vrijmaken voor projecten om op deze manier mogelijk vooraf ingecalculeerde financiële meevallers over te kunnen houden en deze gelden dan maar naar eigen believen te gaan gebruiken. Mocht dit zo zijn, dan trekt Ons Kerkrade meteen rood. Met betrekking tot het uitstel van de financiële verplichtingen heeft Ons Kerkrade gemerkt dat de gemeente over het algemeen duidelijk is. Er worden afspraken gemaakt in een Letter of Terms of Letter of Intent. Deze worden dan schriftelijk weergegeven. In dit stuk moet de raad uitstel van betaling verlenen aan Roda JC, respectievelijk het stadion Kerkrade, voor de in de Nota van toelichting genoemde voorwaarden. In het stuk staat omschreven wat de denkbare gevolgen zijn van het niet verlenen van uitstel. Er is echter geen plan van aanpak. Dit zou de BVO in juli presenteren. Ons Kerkrade vraagt waarom dit pas in juli gebeurt. Moet de
Pagina 7 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
raad dan een extra commissievergadering en een extra raadsvergadering inroepen? Het is dan immers zomerreces. De twee scenario’s moeten voor de directie nu toch helder zijn. Er zijn namelijk maar twee mogelijkheden. De ene is een versie met promotie en de andere is een versie zonder promotie. De te nemen stappen en gevolgen van beide varianten zijn nu bekend. Je zou een slechte directie zijn als je niet vooruit regeert. Het zal toch niet zo zijn dat de put pas gedicht wordt als het kalf verdronken is? De fractie van Ons Kerkrade, buiten de fractievoorzitter, kan instemmen met dit voorstel van uitstel als het ontwerpbesluit op de volgende zaken wordt aangepast: a) dat de BVO het plan van aanpak, met daarin de voorstellen over hoe de schulden ten opzichte van de gemeente binnen een termijn van twee jaar worden terugbetaald, in mei overlegt, zodat dit in juni ter bespreking komt. Dit komt overeen met de motie. Deze zal Ons Kerkrade steunen. b) dat de BVO met ingang van 1 maart 2015, zoals toegezegd, een maandelijks bedrag van minimaal 50.000 euro tot aan het eind van 2015 betaalt ter aflossing van de schuldachterstand. Mocht deze huurbetaling uitblijven dat de wethouder de raad dan per omgaande hierover informeert. c) dat nadat de nieuwe huurovereenkomst voor het Parkstad Limburg Stadion met ingang van 1 januari 2016 is vastgesteld de BVO de huurpenningen per maand gaat aflossen en niet meer in twee termijnen per jaar, zodat dit soort zaken worden voorkomen. Door deze aanpassingen denkt de fractie van Ons Kerkrade dat er voldoende ruimte is voor de BVO om zich aan de betalingsverplichtingen te houden. Mocht de VVD de motie over het verkopen van het stadion nog een keer indienen, dan zal Ons Kerkrade deze steunen. De heer Rossel geeft aan dat het vandaag de laatste keer is hij een betoog kan houden achter het spreekgestoelte. Hij maakt daar dus dankbaar gebruik van. Volgende maand zal hij in deze zaal waarschijnlijk een rede houden. Deze gaat dan over iets heel anders. Al 10 jaar lang wordt er één of meerdere keren per jaar in dit huis gesproken over Roda JC Kerkrade. Al 10 jaar lang is het financieel een grote janboel bij de BVO en mag de gemeente altijd voor een oplossing opdraven. Het begon met de minst zorgwekkende bankgarantie onder de hypotheek van het Parkstad Limburg Stadion. Daar kon ook GroenLinks toentertijd nog mee instemmen. Het onroerend goed was immers het onderpand en zo was er nog enige risicodekking. Toen vervolgens het college middels diverse raadsvoorstellen suggereerde om juist ook de aandelen en dus het eigendom van het stadion voor vele miljoenen euro’s van de BVO over te nemen, ging dat voor GroenLinks een brug of vier te ver. Vervolgens kwam er nog een loopplankfinanciering van 5,8 miljoen euro, een forse huurverlaging, met terugwerkende kracht, een kunstgraslening van 0,6 miljoen euro, uitstel van betaling en nu een hernieuwd voorstel voor uitstel van betaling. Deutsche Bank heeft enkele jaren geleden ook nog een beroep gedaan op de bankgarantie van 15 miljoen euro, waardoor de gemeente nu de hypotheekverstrekker is aan het stadion. De heer Rossel noemt deze ontstaansgeschiedenis nogmaals expliciet om weer te geven dat de gemeente Kerkrade al heel vaak de barmhartige Samaritaan heeft gespeeld. Wat kwam hier vanuit de BVO voor terug? Enkel kommer en kwel. Laat staan de sportieve prestaties, die in de laatste seizoenen met grote schreden achteruit gingen. Met als absoluut dieptepunt de degradatie naar de Jupiler League in het afgelopen seizoen. Dan komt de BVO aan het begin van het seizoen langs en stelt dat het weliswaar een lastig seizoen zal worden, maar dat men gewoon van plan is om de huur te betalen. Vier maanden later staan ze weer op de stoep en zeggen doodleuk dat zij uitstel van betaling van alles willen. Dus huur, gemeentelijke lasten en reeds opgelopen schulden van vorige seizoenen. Dat terwijl er gemiddeld fors meer toeschouwers in het Parkstad Limburg Stadion zaten dan begroot en het sportief ook redelijk leek te gaan. De BVO ging als nummer 2 de winterstop in. En wat doet het college? Uiteraard weer toegeven. De heer Rossel is altijd geleerd dat regeren vooruitzien is, maar in 10 jaar tijd is dat nog nooit gebeurd in dit dossier. Dat heeft de gemeente ook gebracht tot waar zij nu staat. De coalitie lijkt veel te druk met de neuzen dezelfde kant op te houden, in plaats van elkaar eens diep in de ogen te kijken. Nog nooit in de 10-jarige geschiedenis van dit inmiddels zeer omvangrijke dossier kwam er zo’n vaag voorstel op tafel. De heer Rossel licht de term ‘vaag’ graag even toe. Ten eerste gaat niet de raad over het uitstel van de huur, maar de Stadion NV. Juridisch is dit al zo krom als een banaan geel is. De gemeente kan de Stadion NV enkel op haar beurt uitstel van betaling van aflossing en rente geven over alle lopende leningen. Het cijfermatig inzicht in al die leningen en wederzijdse verplichtingen is eind januari opnieuw verstrekt. GroenLinks diende namelijk op 4 december al schriftelijke vragen daarover in. De uitgaven van de Stadion NV zijn met jaarlijks bijna 1,1 miljoen euro fors hoger dan de 0,8 miljoen euro inkomsten aan huur. Verder kan het college in de beantwoording nog geen additionele
Pagina 8 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
inkomsten noemen. De Stadion NV heeft dus met de huurinkomsten een tekort van 270.000 euro per jaar. De liquiditeit is nu slechts 170.000 euro. Hoe het college dan vol kan houden dat de continuïteit van de Stadion NV niet in het geding is, is voor GroenLinks een groot raadsel. Zeker wanneer de enige inkomstenbron, de huur van de BVO, niet binnenkomt. Door het vernieuwde uitstel van betaling loopt de totale schuld per 1 juli op tot ruim 1,1 miljoen euro. Of en wanneer hiervan iets terugbetaald gaat worden laat het college in het voorstel in het midden. ‘Roda JC Kerkrade moet na 1 juli zelf maar aangeven hoe men denkt de schuld terug te betalen’, zo klonk het tijdens de raadscommissie van januari vanuit het college. En ook met het nu voorliggend ontwerpbesluit is dat de bedoeling. GroenLinks vindt dit ongehoord, omdat dit iets weg heeft van een carte blanche. Inmiddels heeft de BVO afgelopen december ook al fijntjes aangegeven dat wanneer men niet promoveert, ook de huur weer omlaag moet. Dit college, gesteund door de coalitie, lijkt op dit dossier te leven van dag tot dag. De twee scenario’s, promotie naar de eredivisie, dan wel handhaving in de Jupiler League, moeten simpelweg worden uitgewerkt. GroenLinks dient daar samen met de SP en Ons Kerkrade vanavond een motie over in. De gemeente moet de regie nemen om vóór het zomerreces, dus uiterlijk in de junicyclus, het toekomstscenario van de BVO ter bespreking aan de raad voor te leggen. Het reguliere seizoen is al begin mei teneinde. Vanuit Roda JC Kerkrade komt nu gelukkig enige welwillendheid tot betaling, namelijk 50.000 euro per maand vanaf deze maand. Bij de gepredikte grotere transparantie zet GroenLinks inmiddels ook weer de nodige vraagtekens. De fractie kan bepaalde zaken niet met elkaar rijmen. Dit terwijl de gemeente Kerkrade zowat de financiële levensader is van de BVO. GroenLinks ziet nog steeds bar weinig verbetering in de exploitatie van het Parkstad Limburg Stadion en het minder afhankelijk worden van de BVO. Als een extern adviseur de directeur van de Stadion NV erop moet wijzen dat een website ontbreekt, dan vraagt GroenLinks zich werkelijk af waar men hier mee bezig is. GroenLinks heeft in de vorige zomer al een notitie met zeven adviezen over de verbetering van de exploitatie overhandigt. ‘Parkstad Limburg Stadion, van betaald voetbal naar meer!’ Dat er nu een separate entiteit wordt gecreëerd voor de exploitatie was één van die zeven adviezen. Klaarblijkelijk heeft een advies enkel waarde als dat door een externe wordt gegeven en niet als dit door mensen wordt gegeven die gewoon hun gezonde boerenverstand gebruiken. De continuïteit van het Parkstad Limburg Stadion baart GroenLinks nog steeds de grootste zorgen. Als het college nu eens werk had gemaakt van het verbeteren van de exploitatie en het minder afhankelijk worden van de BVO, dan zou de financiële malaise bij de BVO ook een minder grote impact hebben op de kopzorgen van GroenLinks. Dat de BVO in januari een avond organiseerde met ondernemers, met als onderwerp het verbeteren van de exploitatie van het stadion, schiet bij GroenLinks in het verkeerde keelgat. De heer Rossel vraagt zich af waar iedereen mee bezig is. Schoenmaker blijf bij je leest. De BVO moet ervoor zorgen dat haar zaakjes op orde zijn, dan wel op orde komen en de gemeente moet ervoor zorgen dat haar zaakjes goed geregeld zijn. Er wordt gesproken over 1 juli. Dat is een vaag begrip. Normaal gesproken heeft de raad na 1 juli reces. Dan is er geen doorgang van commissie- of raadsvergaderingen. De heer Rossel hecht er waarde aan om de motie integraal voor te lezen. ‘ De raad van de gemeente Kerkrade; constaterende, - dat er opnieuw een voorstel voor uitstel van betaling aan Roda JC Kerkrade voorligt; overwegende, - dat de gemeente al jaren wordt geconfronteerd met de gevolgen van het financieel wel en wee van de BVO Roda JC Kerkrade; zowel direct via heffing gemeentelijke belastingen als indirect met de huurperikelen rondom Holding Stadion Kerkrade NV; - dat de BVO Roda JC Kerkrade al in december 2014 heeft aangegeven de huur van € 800.000,- aan Holding Stadion Kerkrade NV niet te kunnen blijven betalen als men niet promoveert aan het einde van dit seizoen (2014/2015); - dat het huidige reguliere seizoen in de Jupiler League eindigt op 8 mei aanstaande en de play-offs voor promotie/degradatie al op 31 mei aanstaande zijn beslist; - dat in de vergadering van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen van 9 maart jongstleden de BVO Roda JC Kerkrade en het college van burgemeester en wethouders aangaven pas na 1 juli te komen met nadere uitwerking van enig toekomstscenario; voorts overwegende, - dat er slechts twee scenario’s aan het einde van dit voetbalseizoen mogelijk zijn: wél of niet promoveren naar de Eredivisie; - dat regeren vooruitzien is;
Pagina 9 van 19
- dat uitwerking en bespreking van enig toekomstscenario na 1 juli aanstaande betekent dat de gemeenteraad geen tot weinig tijd heeft voor alternatievenafwegingen richting komend seizoen en opnieuw met de rug tegen de muur komt te staan; verzoekt het college van burgemeester en wethouders, 5 de twee mogelijke toekomstscenario’s – promotie naar Eredivisie dan wel handhaving in Jupiler League na dit seizoen – reeds nu op hoofdlijnen uit te werken, waarin wordt ingegaan hoe: de reeds opgelopen schulden van de BVO Roda JC Kerkrade alsnog kunnen worden afgelost, de huurovereenkomst tussen Holding Stadion Kerkrade NV en de BVO Roda JC Kerkrade (€ 800.000,- per seizoen) al dan niet nageleefd kan worden en, indien niet, welke oplossing hierin 10 wordt voorgestaan, de gemeentelijke belastingen al dan niet voldaan kunnen blijven worden en, indien niet, welke oplossing hier in wordt voorgestaan, en deze in de commissie- en raadscyclus van juni 2015 ter bespreking voor te leggen. Aldus vastgesteld’ 15 Deze motie is mede ingediend namens de SP en Ons Kerkrade.
20
25
30
35
40
45
50
Wethouder Schneider merkt op dat de gemoederen erg bezig zijn met dit dossier. Dat is ook terecht. Het dossier keert inderdaad al jaren terug binnen de raad. Het college heeft getracht om via de Nota van toelichting duidelijk te maken in welke positie de gemeente zit en wat het daarbij behorende advies is. In december heeft de club inderdaad aangegeven niet in staat te zijn om de huur over het laatste half jaar in januari te voldoen. Vervolgens is er vanuit het college een voorstel gekomen. Dit is in de commissie van januari behandeld. Daarin is al het een en ander gezegd door diverse fracties. Als reactie daarop heeft de club aangegeven zich intern te beraden. Daarmee is de toezegging gekomen om de achterstand te gaan inhalen op maandelijkse basis met een bedrag van 50.000 euro. Dat is het principe dat wordt gehanteerd. Daarnaast is ook door de club aangegeven dat men in juli inzicht van zaken kan geven. Dat heeft niet alleen te maken met de huidige denkrichting over wat het verschil zou zijn tussen de Jupiler League en de Eredivisie. In juli is men in staat om ook de gevolgen daarvan in kaart te brengen. Dan gaat het met name over sponsors, de reactie van sponsors en de kaartverkoop. Het gaat dan dus over meer zaken dan sec de nu al prognosticeerbare consequenties daarvan. De vraag vanuit de commissie was ook al meteen om, rekening houdende met het zomerreces, zo snel mogelijk duidelijkheid van zaken te geven. De wethouder is het hier helemaal mee eens. Als dit in theorie al in april of mei zou kunnen, dan ziet de wethouder geen enkele reden om dit niet te doen. Dit is echter geen beslissing waar de raad de wethouder kan dwingen om uitvoering aan te geven. Dat is voor hem onmogelijk. Wat hij wel wil doen in de lijn van deze motie is zo snel mogelijk duidelijkheid willen hebben. Het liefst voor het zomerreces, zodat daar ook al voor het zomerreces op kan worden ingegaan. De wethouder zegt toe dat hij de zaak monitort. Op het moment dat er voldoende inzicht is om breed over de toekomstscenario’s te spreken, dan gaat het niet alleen om de visie van de club in financiële zin naar de toekomst toe, maar ook om de vorderingen en de keuzes omtrent de exploitatie, dan wordt dit als een integraal verhaal in de commissie besproken. Als hetgeen nu is toegezegd in juli eerder kan, dan zal de wethouder dat zeker niet nalaten. Indien dit niet lukt dan zal het college de commissie en de raad daarvan in kennis stellen en eventueel een extra vergadering gaan inlassen. De wethouder geeft aan dat dit geen probleem is. Hij vindt het in deze fase belangrijk dat de raad en het college zo snel mogelijk de informatie willen krijgen en daarnaar willen handelen. Dat is ook de insteek van deze motie. De wethouder wil toezeggen om dit te monitoren en te presenteren. De wethouder heeft een probleem als deze motie in zijn algemeenheid wordt aangenomen en hij niet kan waarmaken wat Roda heeft toegezegd. Ze zijn namelijk nog steeds twee aparte entiteiten. Ze zullen uiteraard in gesprek blijven en de ontwikkelingen binnen de club blijven monitoren. De wethouder hoopt dat dit voldoende is om door te kunnen stappen. De heer Rossel heeft niet de motie geformuleerd om het college nu de mes op de keel te zetten. Er staat een verzoek aan het college in om uiterlijk in de juni-cyclus met iets te komen. De heer Rossel vindt de toezegging van de wethouder prachtig aansluiten op hetgeen in de motie staat geformuleerd. Wethouder Schneider vervolgt dat er veel vragen worden gesteld over de exploitatie en de huidige stand van zaken van de exploitatie. Welke afspraken zijn gemaakt? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de huidige en toekomstige ontwikkelingen? Veel vragen zijn reeds beantwoord. De wethouder kan zich
Pagina 10 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
voorstellen dat veel vragen niet naar tevredenheid zijn beantwoord, omdat het college de antwoorden niet zo concreet kan geven als wellicht het verwachtingspatroon is. De wethouder gaat zo meteen nog in op een aantal onderdelen die wellicht concreter kunnen worden aangegeven. Het is juist van belang dat de wisselwerking tussen de situatie van de club en de intentie die de gemeente samen met de club heeft om de exploitatie te gaan verbeteren straks in zijn totaliteit aan de raad en de commissie kan worden weergegeven. De wethouder geeft aan dat je zaken uit zijn verband haalt als je ingaat op enkele flarden. Het is veel belangrijker dat men in juli, of zoveel eerder als mogelijk is, samen de totale positie kan gaan bepalen. De denkrichting die daaruit voortvloeit vanuit de club, het realisme als het gaat om de toekomstige financiële positie van de club en de daaruit voortvloeiende afspraken. Dat zou de basis moeten zijn van het toekomstbeeld van zowel de exploitatie als van de club. De wethouder wijst erop dat de raad nu moet gaan beslissen over het feit of er tot dat moment een uitstel van de huurbetaling mag plaatsvinden. De wethouder wil dit adviseren, omdat men de tijd moet worden gegund om voortvarend, goed in beeld hebbende, een beslissing te kunnen nemen. Wethouder Schneider benadrukt dat uitstel geen afstel betekent. Daarna komt hij terug op een aantal gemaakte opmerkingen. De SP vraagt of de situatie nu is veranderd. De wethouder antwoordt dat er wellicht zaken zijn veranderd, maar de feitelijke situatie is nog steeds dat de club niet het totale bedrag aan huur kan overboeken. Daarom het gebaar van 50.000 euro per maand. Door meerdere fracties wordt gevraagd of zij geïnformeerd worden op het moment dat die toezegging niet wordt nagekomen. De wethouder heeft dit reeds in de commissie aangegeven. Op het moment dat op de eerste van de maand volgend op een beoogde betaling dat niet zou plaatsvinden, dan wordt dat direct teruggekoppeld. Dus dat wordt zeer zeker gemonitord. De wethouder zegt dit nogmaals toe. Tevens werd gevraagd of de 50.000 euro kan worden toegevoegd als ontwerpbesluit. Er is voor gekozen om Roda te laten ingaan op de feitelijke situatie. Roda heeft aangegeven dat er een betaling van 50.000 euro per maand gaat plaatsvinden. Dat staat los van het besluit van deze raad om al dan niet akkoord te gaan met een uitstel van huurbetaling tot 1 juli. Deze informatie is dus toegevoegd ter overweging van het besluit van de raad om al dan niet akkoord te gaan. Er wordt geen 250 euro boete in rekening gebracht richting de club per dag dat er sprake is van achterstallige betaling. De gemeente heeft namelijk niet alleen te maken met Roda als huurder van gemeentelijk vastgoed, want er zijn veel meer partijen die huurder zijn van gemeentelijk vastgoed of waar de gemeente financiële afspraken mee heeft gemaakt. Op het moment dat de gemeente dit zou doen bij een van de partijen waar zij lopende afspraken mee heeft over betalingsregelingen, dan moet dat in de hele breedte worden toegepast. De wethouder denkt dat dit een catastrofaal gegeven is. Misschien in eerste instantie minder voor de club, maar wel voor heel veel andere partijen. Daarom wordt dit in de breedte niet toegepast. Is er in het toekomstige onderzoek van de exploitatie rekening gehouden met een andere locatie? De wethouder geeft aan dat dit niet het geval is en dat dit voorlopig ook niet zal gebeuren. Daar is namelijk enkele reden toe, omdat juist de inrichting van het stadion van dien aard is dat daar de mogelijkheden liggen om de exploitatie te verbeteren. Het zou onlogisch zijn om dan ook meteen een andere locatie mee te nemen. De SP merkt op dat het een onrealistisch onderzoek is met betrekking tot de exploitatie, omdat het gaat over het Parkstad Limburg Stadionnetje. Het klopt dat er een vergelijking is gemaakt met grote stadions, in die zin dat er wordt gekeken naar mogelijkheden van exploitatie. Bij grote stadions kan dat een mega effect hebben, maar de systematiek kun je ook gebruiken in andere stadions. Er worden echter ook wel degelijk links gelegd met soortgelijke stadions als het Parkstad Limburg Stadion. De wethouder is het dus niet met de SP eens dat er een onrealistisch beeld is gecreëerd. Tegen de VVD zegt de wethouder dat de gedachte van het voorstel inderdaad is: uitstel tot juli en dan verder zien. Lokaal Alternatief gaat akkoord mits geen huurverlaging of kwijtschelding. De wethouder heeft duidelijk aangegeven dat er op geen enkele wijze sprake is van een huurverlaging of van kwijtschelding van enig bedrag. De Ouderenpartij vraagt waarom er niets gebeurt met spelerssalarissen. Wethouder Schneider geeft aan dat je niet zomaar niet de spelerssalarissen kunt uitkeren of de helft zonder wederzijdse toestemming of iets dergelijks. Er zijn niet alleen richtlijnen die de gemeente hanteert, maar er zijn ook richtlijnen die de KNVB hanteert. Als er geen spelerssalarissen zouden worden uitgekeerd, dan is het einde oefening voor de licentie van de club. Dan zou men hier een overbodige discussie hebben. Dat is dus geen instrument. De wethouder wil dit even benadrukken, want hij kan zich voorstellen dat de eerste logische gedachte zou zijn dat men uit de penarie zou zijn als men daarin gaat snijden. Dat gaat dus niet.
Pagina 11 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Het CDA heeft met name veel vragen over de exploitatie en de huidige stand van zaken. De heer Meijer geeft terecht aan dat veel zaken met name door de club zouden moeten worden beantwoord, zeker ook vanuit de historie. De wethouder doet een appèl richting het CDA om de vragen vast te houden tot er in juli of eerder duidelijkheid kan komen. Dit is van belang omdat het totaalplaatje van de hele exploitatieopzet van belang is om een realistisch beeld te vormen naar de toekomst toe. De heer Meijer denkt dat het essentieel is dat de fractie over de antwoorden kan beschikken op de vragen die ze heeft gesteld. Dan kan zij straks ook een gedegen besluit nemen. Hij wil deze vragen ook nog wel herhalen, mochten deze nog niet duidelijk genoeg zijn. Met name de vragen over de onderhuur, de exploitatie en bepaalde inkomsten die binnenkomen kunnen voor het CDA een afweging zijn. Als bepaalde huurinkomsten nu bij derden komen die wellicht naar de Stadion NV hadden kunnen gaan, dan kan dit het CDA een ander denkbeeld geven over de situatie. Hij verzoekt daarom nogmaals met klem om de beantwoording. Wethouder Schneider gaat op de vragen in in de context zoals de heer Meijer deze ook stelt. Namelijk het gevoel dat de gemeente krijgt bij de toekomstige exploitatie. Heeft dit een meerwaarde? Welke meerwaarde zou het hebben in de toekomst? Het is belangrijk dat men van een situatie komt waarin de club volledig zelf de contracten kon afsluiten met diverse externe partijen, dat de inkomsten daaromtrent ook volledig richting de club gingen en dat men in de situatie gaat komen van het oprichten van een aparte entiteit, waarbij de club voor 50% participeert, de gemeente voor 50% gaat participeren en er dus ook over de totale exploitatie straks 50% naar de club gaat en 50% naar de gemeente. De wethouder denkt dat het van essentieel belang is om dat te weten. Als het dus gaat om een vergelijking van de huidige situatie met de toekomstige situatie, dan is dat sowieso een positieve ontwikkeling. Los van het feit welke instrumenten er worden ingezet, welke rendementen daaruit worden verwacht, welke invloed dit heeft op de begrotingsperikelen bij Roda en hoe groot de invloed is op de liquiditeitspositie van het stadion. Dit wil men straks helder maken om de raad in de positie te brengen om het toekomstscenario te bezien. De gemeente voor wat betreft de exploitatie van het stadion en de club voor wat betreft haar eigen toekomstverwachtingen. Inclusief de terugbetalingsafspraken die de club wil gaan maken met de achterstand die er op dat moment is. Die context wordt straks helder geformuleerd. De raad krijgt dan alle antwoorden op de vragen. De heer Rossel vraagt of het een feit is dat Roda in de bijeenkomst voor ondernemers gaat zitten. Waarom is er dan die hele ontvlechting geweest? De raad heeft een aantal jaar moeten wachten op de juridische ontvlechting om de voetbaltak en de stadiontak gescheiden te krijgen. Nu gaat men weer bij elkaar hokken om de exploitatie van het stadion bij elkaar te krijgen. De heer Rossel kan dit niet meer volgen. Wethouder Schneider antwoordt dat de ontvlechting met name te maken had met het feit dat de directeur van het stadion dezelfde persoon was als de directeur van de BVO. Er waren twee verschillende rekeningen. Er konden onder meer door dezelfde persoon overboekingen plaatsvinden tussen de rekening-courant van de club naar de rekening-courant van het stadion. Die situatie was niet gezond. De gemeente heeft hier heel veel moeite voor gedaan en het heeft lang geduurd. Maar het was ook een grote exercitie om in de geschiedenis terug te kunnen gaan om te bezien welke boekingen plaats hadden gevonden, wat de daadwerkelijke liquiditeitspositie van het stadion was toen de gemeente de aandelen had overgenomen en wat er daarna nog is gebeurd. Daarna hebben de nodige correcties plaatsgevonden. Ze werken nu weer samen, omdat ze de stellige overtuiging hebben dat zowel de club als het stadion gezamenlijk aan de lat moet gaan staan voor de nieuwe exploitatie. Als je de exploitatie wil verbeteren dan heb je daar de club als hoofdhuurder bij nodig. Dat moet een samenwerking zijn. Deze afspraken worden geformaliseerd in een aparte entiteit. Dat is geen samen kruipen, maar het is alleen voor de exploitatie. Dat heeft niets te maken met de verhoudingen binnen het stadion of de club. Vanuit die optiek gaat er in de toekomst 50% naar Roda en 50% naar de gemeente. Dat heeft consequenties. Het is goed dat men daar over een paar maanden mee terugkomt, want dan kan men goed zien welk effect dit heeft richting het stadion en de club. Het kunstgras. 600.000 euro. Dit was een lening van de gemeente richting het stadion. De wethouder benadrukt dat dit niets met de club van doen heeft, maar dat het een lening was van de gemeente richting het stadion. Het college heeft uitgelegd dat dit naar verwachting 600.000 euro zou kosten. Daar is een btwcomponent in gekomen die achteraf positief bleek mee te vallen. Dat betekent dat er inderdaad nog middelen over zijn. Dat geld is niet weg. Dat geld staat nog steeds binnen het Parkstad Limburg Stadion. Het college heeft gezegd dat men twee dingen kan doen: als de wiedeweerga weer terug of het even parkeren op de rekening-courant van het stadion, omdat er wellicht nog initiatieven moeten worden genomen in dat opzicht.
Pagina 12 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Het college heeft niet de bedoeling gehad om geld via de achterkant te laten wegfutselen of zoiets dergelijks. Het is heel transparant. Het college kan ook de rekening-courant en de vermogenspositie van het stadion overleggen. Daar is niets mis mee. Dan herkent men ook het financiële voordeel van 100.000 euro. Als de raad het zodanig van belang vindt dat dit weer terug moet naar de gemeente, dan kan dat. Het college wil het daar even als een soort bumper laten staan. Achteraf was het beter geweest om aan te geven wat er was geconstateerd en wat de feitelijke situatie was. De wethouder benadrukt dat er geen rare investeringen hebben plaatsgevonden die hadden moeten worden teruggekoppeld naar de club. Het geld staat nog steeds op de rekening bij het stadion. Ons Kerkrade heeft gerefereerd aan de naamsverandering van het Parkstad Limburg Stadion. In de beantwoording heeft het college aangegeven dat dit een instrument is om in de toekomst de exploitatie te kunnen verbeteren. De gemeente is geen contractant geweest. Dit is met name een afspraak geweest tussen verschillende gemeenten en Roda. Elke gemeente heeft voor haar eigen deel een bedrag betaald. Het blijkt inderdaad dat de betaling van de gemeente Landgraaf destijds afwijkend was. Er is toen voor gekozen dat de gemeente Landgraaf daardoor geen certificaten van het stadion heeft gekregen en de andere gemeenten wel. Het kan bij Roda worden geverifieerd of er nog extra betalingen zijn geweest. De wethouder verwacht dat er destijds geen certificaten richting Landgraaf zijn gegaan. Over de toekomst zegt de wethouder dat dit een wezenlijk onderdeel is van de nieuwe exploitatie als instrument dat zal worden ingezet. Momenteel zijn er ook gesprekken over gaande om daar een stap mee te maken. De welwillendheid van andere gemeenten om te bezien welke mogelijkheden er zijn is aanwezig. Dit zal ook naar voren komen als men het gaat hebben over de vernieuwde exploitatie. Met betrekking tot de scenario’s antwoordt de wethouder dat het van belang is om te weten dat je afhankelijk bent van de wetenschap of er al dan niet promotie gaat plaatsvinden. Daar zit een enorme financiële component aan als het gaat om sponsoring. Daar moet men gewoon op wachten. Het is niet realistisch om nu al te bezien welke sponsors er volgend jaar aan de lat staan. De wethouder benadrukt nogmaals dat als het eerder kan, dit eerder wordt opgepakt. Ons Kerkrade geeft nog een aantal voorwaarden aan waaronder zij akkoord kan gaan. De 50.000 euro moet zeker tot juli worden betaald. Wellicht komt men in juli tot andere afspraken waar de raad dan achter kan staan. De wethouder begrijpt de insteek van Ons Kerkrade dat er doorbetaald moet worden. Dat is voor Ons Kerkrade van belang. De heer Roland heeft uit de woorden van de heer Collard begrepen dat hij heeft toegezegd dat ze sowieso tot het eind van het jaar die 50.000 euro betalen. Hij heeft gezegd dat als zij tot december blijven betalen het tekort nog maar 300.000 euro is. Dus de heer Roland gaat er vanuit dat ze gewoon tot het eind van het jaar betalen, ongeacht welk voorstel er komt. Wethouder Schneider hoopt dat er vóór het reces definitieve andere afspraken kunnen worden gemaakt, waardoor dat bedrag kan worden verhoogd. Ze betalen in ieder geval tot juli. Ons Kerkrade vindt het een noodzaak dat er per maand moet worden betaald. In het verleden is de overweging gemaakt tussen een maandelijkse betaling, per kwartaal of per half jaar. Hier is destijds voor gekozen om fluctuaties in de liquiditeitspositie van de club op te vangen, omdat het inkomstenpatroon van de club niet gelijkmatig over het jaar wordt verstreken. Wellicht was het dan verstandiger om achteraf per half jaar te betalen, omdat dan de inkomsten beter in beeld waren en het makkelijker zou zijn om dit per half jaar af te rekenen. De wethouder weet niet of het een vooruitgang zal zijn, maar het kan wel worden meegenomen als dit gemakkelijker voor de club zou zijn en de kans op betaling wordt vergroot. De heer Roland zegt dat Roda al bijna 2,5 jaar niet aan haar verplichtingen kan voldoen, ondanks het feit dat het voor of na het begin van het seizoen is. Ze hebben gewoon problemen. Als je ze iedere maand laat betalen, dan is dat overzienbaar. Dan gaat het over duidelijk geringere bedragen en dan kun je sneller maatregelen nemen. Dat is de gedachte achter het hele verhaal. Wethouder Schneider beaamt dat je deze overweging zou kunnen maken. Ons Kerkrade zal zelf de overweging moeten maken of zij in afwachting van de definitieve afspraak akkoord kan gaan met een tijdelijk uitstel van betaling. GroenLinks zegt dat regeren vooruitzien is. De wethouder is ervan overtuigd dat ‘regeren is vooruitzien’ juist naar voren komt door het feit dat de gemeente proactief, vanaf het moment dat zij eigenaar is geworden van het stadion, heeft ingezet op een exploitatieverbetering. De gemeente heeft gekeken naar mogelijkheden voor verbetering van de exploitatie en is daarmee aan de slag gegaan. Juist de zaken die de gemeente in gang heeft gezet zijn de zaken die bevestigen dat de gemeente vooruit wil kijken en niet wil afwachten wat in het komend jaar het financiële resultaat zal zijn. De gemeente realiseert zich wel
Pagina 13 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
degelijk dat ze daar niet op kan wachten en er proactief mee aan de slag moet gaan. De gemeente zou ook een bureau kunnen inhuren of het door Roda zelf kunnen laten uitvoeren. Nee, de gemeente neemt zelf een actieve rol in het proces, omdat zij zich bewust is van het feit dat zij niet kan blijven stilzitten en afwachten. De heer Rossel memoreert dat de gemeente sinds 2009 meerderheidsaandeelhouder is van het stadion. Hij vraagt wat de verbetering van de exploitatie in financiële zin inhoudt. Wethouder Schneider antwoordt dat in ogenschouw moet worden genomen dat er nog een aantal akkefietjes moesten worden opgelost. De ontvlechting was een mega-operatie. Je kan niet met een andere exploitatie aan de slag gaan als je geen inzicht hebt in hoe de ontvlechting gaat uitwerken. Juridisch moet alles dichtgetimmerd zijn en alles moet in beeld zijn. Als je dit aan de voorkant niet doet, dan kun je niet zomaar gaan starten. Je weet dan niet wat de gevolgen zijn van de afspraken die daaruit voortvloeien. Ook weet je niet wat straks de positieve effecten kunnen zijn. Je moet het stapsgewijs oppakken. Het proces heeft lang geduurd. Van het college had het ook wel sneller gemogen, maar het ging niet eerder. De gemeente heeft het zo snel mogelijk opgepakt en nu is alles helder. Wethouder Schneider zou het betreuren als nu, 5 meter voor de finish, nu men het inzicht gaat krijgen, alles in duigen gaat vallen. Wethouder Schneider kijkt naar zijn collega’s of er vanuit hun portefeuille nog een toevoeging kan komen. Wethouder Bok stemt in met het verhaal van wethouder Schneider. Hij wil echter twee dingen onderstrepen. Ten eerste over de verbetering van de exploitatie. Vorige maand is de nota besproken over strategisch onderhoud van vastgoed en de exploitatiemogelijkheden van vastgoed. Daar was de commissie het helemaal met elkaar eens. De wethouder onderstreept dat hetgeen nu gepresenteerd wordt om die exploitatie te verbeteren helemaal past in die visie. Ten tweede komen uitstel en verspreiding van betalingen in deze tijd vaak voor. Banken zijn zo beducht voor verliezen dat zij wel gaan uitkijken. Wie zou de gemeente zijn als zij dit niet zou doen. Wethouder Bok merkt op dat de gemeente dit ook met andere huurders en partners doet, zonder nu in te gaan op individuele zaken. Wethouder Schlangen stelt dat de commissie heeft aangegeven dat zijn rol in deze in financiële zin heel beperkt is. Hij benadrukt dat Roda JC een grote rol gaat spelen bij ontwikkelingen op sociaal maatschappelijk gebied. Bij Gezonde School en project JOGG heeft de gemeente Roda JC nodig. Ook de Stadion BV is nodig om zaken te kunnen ontwikkelen. Veel zakelijke partners sluiten aan op het moment dat je met mensen met een beperking aan de slag gaat. Die ontwikkelingen zijn er steeds meer. Daar sluiten mensen bij aan die ook bij Roda gaan aansluiten in sponsormatige zin. De wethouder zou het betreuren als nu, met de combinatie van de exploitatie van het stadion in zicht, de zaak de nek zou worden omgedraaid en dat de tijd niet kan worden gekocht om de zaken te ontwikkelen. De wethouder drukt de commissie op het hart om de kans te geven om dit te ontwikkelen. De heer Meijer geeft aan dat twee vragen niet zijn beantwoord. Is het mogelijk om per 1 januari 2016 een bankgarantie te eisen? Blijft de hoogte van de huur vanaf 1 januari 2016 800.000 euro of wordt deze veranderd? Wethouder Schneider antwoordt dat de hoogte van de huur tot 1 januari 2016 is vastgesteld op het bedrag waar men nu voor op de lat staat. Indien daar een verandering in zou komen, dan is dat ergens op gebaseerd. Op dit moment, en dat blijft ook zo, wanneer de club gebruik blijft maken van dezelfde faciliteiten, is er geen enkele reden om een huurverlaging of huurverhoging door te voeren. Er moet dus een andere omstandigheid zijn waardoor het gelegitimeerd is om eventueel over de huurprijs te gaan praten. Bij voortgezet gebruik op dezelfde wijze als nu is er geen sprake van een aanpassing van de huurprijs. Destijds is niet gekozen voor een bankgarantie. Op het moment dat de gemeente inzicht krijgt in de nieuwe situatie zijn dat soort zaken ook essentieel om te bespreken. Indien de noodzaak er is om een bankgarantie te vragen, dan zal de gemeente onderzoeken of dit kan, op welke voorwaarden dit kan, of dit bespreekbaar is en op welke wijze dit kan worden ingericht. Misschien wordt het zelfs opgelegd. Dat zijn allemaal zaken waar de wethouder nu nog geen antwoord op kan geven. De formele wijze zoals daar in de toekomst mee kan worden omgegaan is volledig afhankelijk van de situatie op dat moment en het toekomstscenario. De voorzitter merkt op dat men vijf kwartier is ingegaan op de stukken en de vraag uitstel van betaling of niet. Men heeft veel zaken gedeeld met elkaar. De wethouder is heel gedetailleerd ingegaan op een aantal heel gedetailleerde vragen, waarvan de voorzitter normaliter zou zeggen dat dit zaken zijn die je in de commissie behandelt. Gezien de omstandigheid is het hier heel ruim besproken. De voorzitter wil afspreken dat in de tweede ronde de niet beantwoorde vragen en de motie en de uitleg van de wethouder worden meegenomen. Wethouder Schneider gaf aan dat hij een extra vergadering zou inlassen. Hiermee bedoelt hij dat hij het presidium zal verzoeken om dit te doen.
Pagina 14 van 19
De heer Rossel verzoekt om een schorsing van vijf minuten om met de mede-indieners van de motie te kunnen overleggen wat zij gaan doen in de tweede termijn. De voorzitter gaat hiermee akkoord. 5 De voorzitter schorst de vergadering gedurende enkele minuten. Tweede ronde De voorzitter heropent de vergadering. 10 Mevrouw Laumann heeft nog een vraag aan de wethouder. Begrijpt de SP het goed dat Roda het stadion verkoopt aan de gemeente, de gemeente met grote tekorten voor het stadion laat opdraaien en dat Roda vervolgens de helft van de exploitatie-opbrengsten krijgt, zonder dat zij eigenaar is? Klopt dit? Mevrouw Laumann geeft aan dat er van alles is gezegd. Zij begrijpt dat dit een zwaar en moeilijk dossier is. De SP zit nu een jaar in de raad en heeft het idee dat hier steeds hetzelfde gebeurt. Het gedrag van Roda, maar ook het 15 gedrag van de gemeenteraad. De gemeenteraad staat steeds met de rug tegen de muur en Roda eist steeds meer en doet wat zij wil. Dat is het oprechte gevoel dat de SP heeft. Mevrouw Laumann wil nog twee dingen zeggen. Ten eerste over de opmerking van Lokaal Alternatief met betrekking tot de huurachterstand, dat mensen ook geholpen worden. Mevrouw Laumann geeft aan dat mensen misschien drie tot zes maanden worden geholpen en dan is het afgelopen. Roda wordt al veel langer 20 geholpen en met een veel grotere huurachterstand. Ze vindt dat je dit niet met elkaar kan vergelijken. De wethouder hoopt dat het bedrag wordt verhoogd in het nieuwe voorstel. Mevrouw Laumann geeft aan dat de gemeente al jaren hoopt dat Roda de huur betaalt, maar dat gebeurt ook niet. Op hoop kan men wat dit betreft niet leven. De SP heeft het gevoel dat men hier in een ontkenningsfase zit. Het wordt niet opgenomen in het raadsbesluit, er worden afspraken gemaakt over 250 euro boete per dag, maar dat wordt weer 25 teruggedraaid want dat kun je niet maken. De gemeente kan wel veel afspraken maken, maar zij houdt zich er niet aan en blijft met de rug tegen de muur staan. Dat was vijf jaar geleden zo en is nu nog steeds zo. Mevrouw Laumann vraagt zich af waarom Roda überhaupt nog met een voorstel moet komen als de gemeente steeds zegt dat zij met de rug tegen de muur staat, het miljoenen kost en zij goede hoop heeft dat Roda iets doet. Dus wat dat betreft is de SP het er helemaal niet mee eens. De SP vindt dat er aan haar 30 verzoek kan worden voldaan om het in het raadsbesluit op te nemen. De voorzitter informeert naar de mening van de SP over het voorstel en de motie. Mevrouw Laumann antwoordt dat de SP tegen het voorstel is, omdat dit veel te vaag is. De heer De Groot voelde bij dit moeilijke dossier vandaag enige trots bij de speech van de heer Roland die de motie van de VVD, het was destijds de eerste motie van de heer De Groot, voor de tweede keer wil 35 steunen. Dit betekent dat het gewoon een ontzettend goede motie is. Hij hoopt dat de gevolgen van deze motie echt effectief uitgevoerd gaan worden. De heer De Groot is zijn vertrouwen in Roda al lang geleden verloren, maar hij heeft wel vertrouwen in dit college en de raad. Hij heeft vandaag steeds hetzelfde geluid gehoord, met enkele nuances en vragen. Maar het geluid is identiek: ‘ook wij maken ons zorgen.’ Men moet samen een beslissing nemen. Dit dossier heeft naar de mening van de heer De Groot geen politiek karakter 40 meer. Dit is een verantwoordelijkheid die de gemeente heeft naar de burgers van Kerkrade. Daar moet zorgvuldig mee worden omgegaan. De raad moet durven om moeilijke beslissingen te nemen. Eén van die moeilijke beslissingen is om hiermee akkoord te gaan. Hij vermoedt dat het college dit net zo moeilijk vindt. De heer De Groot heeft gehoord dat er in de geest van de motie wordt gehandeld. Voor de VVD is dit voldoende antwoord op de voorliggende motie. De VVD gaat niet mee met de motie, omdat deze iets te ver 45 ging. De VVD is blij dat uitstel van betaling geen afstel is. Hier houdt zij het college ook aan. De heer Heijltjes heeft in zijn eerste betoog al aangegeven dat Burgerbelangen het college steunt. De fractie gaat niet akkoord met de motie. De heer Van Drunen merkt op dat als je geen uitstel verleent, zoals de SP nu doet, dan zadel je de burgers op met een last van 1 miljoen euro structureel per jaar. De heer Van Drunen vindt dat je dan wel moet aangeven 50 hoe je dat gaat oplossen. Mevrouw Laumann antwoordt dat uit onderzoeken is gebleken dat 87% van de bewoners zich heeft uitgesproken tegen verdere ondersteuning van Roda.
Pagina 15 van 19
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
De heer Van Drunen stelt dat dit geen antwoord is op de vraag. Als je geen uitstel verleent, dan zadel je de burgers op met 1 miljoen euro aan structurele lasten. De heer Van Drunen vraagt zich af hoe de SP dit wil oplossen. De voorzitter wil verdergaan. Wel informeert hij nog naar de motie. De heer Van Drunen antwoordt dat de PvdA tegen de motie is zoals deze er nu ligt. Mevrouw Bremen-Munsters reageert op de SP dat er soms een tijdelijke oplossing wordt gezocht ter overbrugging van een moeilijke periode tot er een definitieve oplossing komt. Naar de wethouder toe merkt zij op dat haar opmerking over huurverlaging of kwijtschelding was bedoeld ter verduidelijking en dat dit nu niet aan de orde is. Sommige partijen hebben gevraagd om de informatie eerder te geven, omdat er eerder duidelijkheid zou bestaan over de positie. Maar in mei worden bijvoorbeeld pas de play-offs gespeeld. De finale is pas op 31 mei, waarvan Lokaal Alternatief hoopt dat Roda deze gaat spelen en winnen. Maar dat staat nog in de sterren geschreven. Lokaal Alternatief hecht er meer aan om een zo goed mogelijk en volledig beeld te krijgen, zodat er een reëel en definitief voorstel komt en er een afweging kan worden gemaakt. Verbetering van de exploitatie speelt hierbij in de optiek van Lokaal Alternatief ook een cruciale rol. Dit is bedoeld om de burgers niet nog meer te belasten. Voor Lokaal Alternatief zijn de toezeggingen van de wethouder voldoende. Zij kan hier goed mee leven. Daarom gaat Lokaal Alternatief akkoord met het voorstel van het college en steunt de motie niet. De heer Paas meldt dat de Ouderenpartij bij het eerdergenoemde standpunt blijft. Hij onderschrijft de woorden van mevrouw Bremen en gaat akkoord met het voorstel van het college. De Ouderenpartij gaat niet akkoord met de motie. De heer Meijer spreekt zijn dank uit voor de beantwoording. Het CDA vindt het een belangrijk dossier. Dat moet ook uitgebreid besproken kunnen worden. Het CDA vindt het een wezenlijk onderdeel dat door Roda JC een gebaar van 50.000 euro, zij het klein, is gemaakt. Dat neemt de fractie ook mee in het besluit. De heer Meijer vindt het vreemd dat de BVO mee profiteert van de exploitatie-inkomsten, 50% van de huur, indien er niet voetbal gerelateerde zaken worden georganiseerd. Hij vraagt aan het college of zij het beleid ten aanzien van het niet opleggen van boetes bij het te laat betalen van de huur van de BVO ook wil gaan toepassen bij het parkeren en de blauwe zone. Dat is misschien een algemene vraag. Het CDA wil de motie niet steunen, gezien de informatie van wethouder Schneider dat zij niet van tevoren bepaalde informatie kunnen verstrekken en dat het dan dus met gegevens moet worden gedaan die niet goed ondersteund zijn. Het CDA ziet graag zo snel mogelijk, zeker uiterlijk in juli, een voorstel vanuit Roda met een structurele oplossing voor op welke wijze zij de schulden verder gaat oppakken. Ook ziet het CDA graag een voorstel tegemoet over de verbeterde exploitatie. De heer Roland geeft aan richting de heer De Groot dat hij wellicht de liberaal is binnen Ons Kerkrade. De heer De Groot heet hem van harte welkom. De heer Roland geeft de voorzitter gelijk. Ze hebben in de eerste termijn al vijf kwartier over het onderwerp gesproken, dus de heer Roland zal het kort houden. Ons Kerkrade steunt het voorstel niet. De Partij van de Arbeid gaf aan dat de mensen met veel lasten worden opgezadeld en vroeg op welke wijze dit opgelost zou worden. De heer Roland antwoordt dat Ons Kerkrade dezelfde werkwijze volgt als het college. Nu krijgt de gemeente namelijk ook geen huur binnen. Wellicht zet de gemeente door dit gebaar Roda aan het denken om zelf wat meer inspanningen te verrichten. Niet alleen de inspanningen van de gemeente laten komen en iets doen op het moment dat zij de hete adem in haar nek voelt. Dat zei de heer Van Drunen ook in zijn eerste termijn. De heer Rossel spreekt over de motie. De heer Rossel geeft aan dat de exploitatie van het stadion nog een keer apart op de agenda moet komen. Ook het CDA maakt zich daar terecht zorgen over. Eerst was de BVO eigenaar. Die handelde alle voetbalzaken af, maar over alle non-voetbalzaken ging de BVO niet. Dat ging dus niet goed. Vervolgens werd de gemeente eigenaar en verantwoordelijk voor de exploitatie. De gemeente had de kennis voor de exploitatie van een voetbalstadion ook niet in pacht, dus dat kwam ook niet echt van de grond. Vervolgens schreef GroenLinks vorig jaar een notitie. Joost mag weten wat er met die zeven adviezen is gedaan. Daarna huurt het college een extern onderzoeksbureau in om zich te laten adviseren met betrekking tot de exploitatie van het stadion. Daar komen adviezen uit. De geadviseerde website is er nog steeds niet. Nu pogen gemeente en BVO gezamenlijk, in een aparte entiteit, die exploitatie van de grond te krijgen. De heer Rossel heeft het idee dat men in een kringetje draait en er niet uit gaat komen. Het zou goed zijn om dit een keer apart te bekijken. Dan hoort het misschien onder de vlag van wethouder Bok thuis in de raadscommissie GEZ.
Pagina 16 van 19
GroenLinks steunt het raadsvoorstel niet. Dat heeft de fractie ook in januari niet gedaan en toen kwam er meteen een betaling van 50.000 euro per maand. Dus als de raadsleden nu met zijn allen zeggen dat ze het weer niet gaan doen, dan kan er misschien nog wel meer komen vanuit de BVO. Aangezien er al in de geest van de motie wordt gehandeld, er waart hier blijkbaar een geest rond die GroenLinks goed gezind is, trekt 5 GroenLinks de motie in.
10
15
20
25
Wethouder Schneider heeft in de tweede instantie weinig nieuwe vragen gehoord. Met betrekking tot de exploitatie wordt een aantal zaken in de spotlights geplaatst. De wethouder denkt dat het verstandig is om dit straks in zijn totaliteit mee te nemen. Hij heeft ook uitgelegd dat men samen aan de lat staat in de exploitatieverbetering. Dat is niet zonder reden. Het is niet alleen een gunfactor van wie de financiën moet binnenkrijgen. De gemeente en club moeten zich gaan realiseren dat ook de gemeente niet zonder die club kan. Dan is het niet goed om simpelweg op financiële gronden te zeggen: ‘Roda, wij gaan dat stadion exploiteren en je krijgt van ons wel een overzicht van wat wij gaan doen’. De wethouder vindt dit niet realistisch. Je moet kunnen samenwerken. Zowel op matchdagen als op non-matchdagen. De club is natuurlijk essentieel in de activiteiten die in het stadion kunnen plaatsvinden. Die zijn altijd voetbalgerelateerd, want anders krijg je het niet van de grond. De wethouder wil dit nog een keer benadrukken. Spreker is blij met de steun die in meerderheid wordt gegeven. Als laatste geeft hij aan dat je kunt gokken op het feit dat je met zijn allen niet akkoord gaat met het uitstel van de huurbetaling. Maar wil je dat risico lopen of wil je dat risico niet lopen? De wethouder denkt dat de meest verstandige keuze door de meerderheid van de raad is gemaakt. De heer Roland wil een opmerking maken over het laatste wat de wethouder zei. De wethouder suggereert dat de tegenstanders onverstandig zijn. Er valt over te discussiëren of je het er wel of niet mee eens bent, maar dat heeft daar niets mee te maken. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de raad akkoord gaat met het voorstel, met uitzondering van GroenLinks, SP en Ons Kerkrade. Zij worden geacht tegen te hebben gestemd. Het voorstel is akkoord en als zodanig goedgekeurd. PUNT 7
30 ONTWERPBESLUIT INZAKE OPRICHTING VAN EN TOETREDING TOT DE GR GEGEVENSHUIS De voorzitter geeft aan dat het doel van dit voorstel is oprichting van en toetreding tot de gemeenschappelijke regeling Gegevenshuis. Hiermee wordt beoogd te voldoen aan de wettelijke verplichting op het gebied van de zogenaamde basisregistratie grootschalige topografie. Voor dit onderwerp is wethouder Bok uitgenodigd. 35 Eerste ronde De heer Quaedflieg zal het kort en bondig houden na deze Rodamarathon. Hij gaat niet achter het spreekgestoelte staan, in tegenstelling tot andere keren. De heer Quaedflieg citeert uit de Nota van toelichting 40 behorende bij het ontwerpbesluit inzake oprichting van en toetreding tot de GR Gegevenshuis. ‘Door de overgang van het onderdeel belasting en WOZ van de gezamenlijke belasting- en registratiedienst naar de belastingsamenwerking BsGW blijft een onderdeel van de basisregistraties achter’. Dit geeft meteen aan waar volgens de SP de schoen wringt. De schoen wringt niet op de inhoud van het te nemen raadsbesluit, maar op het proces dat hiertoe heeft geleid. Bij de raadsvergadering van 26 november 2014 heeft men bij elkaar 45 gezeten en gesproken over toetreding tot de BsGW. De SP kon zich inhoudelijk niet vinden in de argumenten voor toetreding. Tevens vond zij de directe gevolgen voor de Kerkraadse burgers niet acceptabel, zoals alleen termijnbetaling indien automatische incasso, te snel een deurwaarder, enzovoorts. Ook is toen een kostencalculatie gepresenteerd voor toetreding. Hierbij is met geen woord gerept over de gevolgen van deze overgang voor de overgebleven informatiesystemen na deze toetreding. De SP vindt dat er een directe relatie 50 bestaat tussen de toetreding tot de BsGW en het toetreden tot de GR Gegevenshuis. Waarom is dit niet aan de raad gepresenteerd in de discussie over de toetreding tot de BsGW? Als toen duidelijk was dat er substantiële meerkosten zouden optreden door eerdergenoemde besluitvorming, dan had de raad misschien een andere keuze kunnen maken. De raad was dan in ieder geval vooraf volledig geïnformeerd over alle consequenties van de toetreding tot de BsGW.
Pagina 17 van 19
De SP bevreemdt het dat de raad nu geconfronteerd wordt met substantiële meerkosten voor de gemeente ten opzichte van de oude situatie, waarbij het innen van gemeentelijke belasting door de gemeente zelf werd uitgevoerd. Daarnaast wordt de raad in een positie gemanoeuvreerd waarin hij eigenlijk niets meer te kiezen heeft. De gemeente moet wel toetreden tot het GR Gegevenshuis, omdat de gemeente ook is toegetreden tot 5 de BsGW. Dit beperkt de keuzevrijheid van de raad en is naar de mening van de SP niet acceptabel. Het een en ander roept bij de SP de volgende vragen op: Was het college in november 2014 al op de hoogte van deze gevolgkosten door toetreding tot de BsGW? Zo ja, waarom is dat niet aan de raad medegedeeld? Zo nee, dan maakt de SP zich grote zorgen of zulke acties en gevolgacties en processen wel voldoende worden onderkend door het college. In de toekomst zou het dan wellicht anders moeten. Hoe gaat het college dit 10 garanderen en hoe gaat de raad dit controleren? Wethouder Bok heeft het al eerder herhaald en wordt er eigenlijk een beetje kwaad van als hier zaken door elkaar worden gehusseld die niets met elkaar te maken hebben. Het centraliseren van een dienst over belastingen en WOZ-waarden heeft niets te maken met de basisregistratie van andere gegevens. Het één heeft 15 dus niets te maken met het ander. De wethouder heeft hier de SP ook tot twee keer toe in de commissie van proberen te overtuigen. Blijkbaar is dat niet gelukt. De wethouder kan alleen maar herhalen dat het een niets met het ander te maken heeft. De SP zegt dat het college toen iets had moeten zeggen over de kosten, maar het een had niets te maken met het ander. De gemeente nam de diensten af. Daarom gaan belastingen en WOZ-waarden naar de BsGW. Dat 20 klopt en daar heeft de raad netjes een besluit over genomen. Andere diensten neemt de gemeente al af van de bestaande dienst. Daar worden nu zaken aan toegevoegd. Dat is met name een gevolg van nieuwe maatregelen van het Rijk. Het Rijk geeft hier ook een vergoeding voor van 26.000 euro. Dit moet wel worden uitgevoerd. Een van de redenen was ook dat de gemeente dit zelf onvoldoende kan of er moeten fte’s bij. Dan kun je het beter op deze manier oplossen. Het college heeft er heel goed over nagedacht om dit te doen. 25 Als de SP veronderstelt dat het college dit niet kan, dan is dit een probleem van de SP en niet van het college. Tweede ronde De heer Quaedflieg geeft aan dat in de Nota van toelichting heel duidelijk wordt gesproken over ‘het 30 onderdeel belastingen WOZ na de belastingsamenwerking gemeenten blijft bij de GBRD, blijft achter doordat de gemeente naar de BsGW is gegaan’. Dat staat keihard in de Nota van toelichting. De heer Quaedflieg vraagt hoe hij dit moet interpreteren. De wethouder zegt dat er geen verband is, maar in de Nota van toelichting wordt wel een verband gelegd. De heer Quaedflieg vraagt waarom dit verband er toen niet bij is betrokken. Hij kan niets anders lezen uit de Nota van toelichting. 35 De heer Rossel maakt een punt van orde. Hij stelt de SP voor dat als er iets niet duidelijk is over de Nota van toelichting, waar al in de vakcommissie over is gesproken, om dat tussen de vakcommissie en de raadsvergadering door nog een keer bilateraal te doen met de wethouder en de vakambtenaar. Niemand heeft nu vragen of opmerkingen. De heer Rossel vindt een debat altijd goed, maar het gaat nu gewoon over een onduidelijkheid over wat er staat. 40 De voorzitter denkt dat de SP een volwassen partij is en goed weet wat zij wel en niet weet. Het is twee keer behandeld in de commissie. Vervolgens worden er vragen gesteld, worden de vragen beantwoord en wil men het toch behandelen in de raad. Dus als zodanig weet de SP heel goed wat zij wil. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Bok en dan zet hij er een punt achter. Wethouder Bok antwoordt dat je kunt interpreteren dat het een iets met het ander te maken heeft. Hij blijft er 45 echter bij dat dit niet het geval is. Alleen in de vorm heeft het iets met elkaar te maken, maar inhoudelijk heeft het niets met elkaar te maken. Er was een dienst die beide dingen deed. Nu treedt de gemeente met de belastingen en de WOZ bij een andere GR toe. Dan blijft er wat over. Er is niets anders. Dus het één heeft echt niets met het ander te maken. Alleen in de vorm omdat het eerst één geheel was en de gemeente nu een andere GR heeft gekozen voor belastingen en WOZ. Dat heeft iets te maken met de vorm en niet met de 50 inhoud. De voorzitter sluit dit af. Dit onderwerp is vaak behandeld in de commissie. Het is nu voor de tweede keer aan de orde. De vragen zijn beantwoord. De voorzitter denkt dat het bij dit soort zaken verstandig is om bilateraal even binnen te lopen en te vragen hoe het in elkaar zit. Dan krijgt men ook niet deze discussies. De voorzitter constateert dat de SP akkoord gaat. Dan is als zodanig besloten.
Pagina 18 van 19
PUNT 8 SLUITING 5 De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 20.55 uur. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 29 april 2015. De raad voornoemd, 10 De voorzitter,
Pagina 19 van 19
De griffier,
Ontwerpbesluit Nr.: 15Rb009
De raad van de gemeente Kerkrade; gehoord, het rapport van de commissie betreffende onderzoek van de geloofsbrieven van de tot lid van de raad van de gemeente Kerkrade benoemd verklaarde M. van Soest;
overwegende, dat deze commissie de stukken heeft onderzocht en in orde bevonden;
gelet op, wetsartikel: artikel V 4 en V 12 van de Kieswet;
besluit: toe te laten als lid van de raad van de gemeente Kerkrade: mevrouw M. van Soest (Mieke) (v),
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering d.d. 29 april 2015. De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som
B.W.E. van der Wijst-Triepels
Agendapunt nr.:
Sector: Stedelijke Ontwikkeling & Beheer
Kerkrade, 22 april 2015
Aanbiedingsbrief aan de raad. Nr.: 15it00358 Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 15Rb007 inzake Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard aan. In de nota van toelichting, nr. 15Tl003, die het ontwerpbesluit vergezelt, zijn de overwegingen en nadere gronden aangegeven waarop het ontwerpbesluit berust.
Het college,
De Secretaris,
J.J.M. Som.
H.J.M. Coumans MPM.
Ontwerpbesluit Nr.: 15Rb007
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, dat het ontwerp-bestemmingsplan “Rodaboulevard” met de daarbij behorende toelichting en bijlagen met ingang van 21 augustus 2014 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen in het stadskantoor en tevens kon worden geraadpleegd via de gemeentelijke website en de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen (planidentificatienummer: NL.IMRO.0928.BPRodaboulevard-Ow01); van deze terinzagelegging op de voorgeschreven wijze openbare kennisgeving is gedaan; gedurende de inzagetermijn 4 schriftelijke zienswijzen zijn ontvangen; het bestemmingsplan een overwegend beheersmatig karakter heeft, waarvoor gezien het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wro geen exploitatieplan is vereist.
gelezen, de nota van toelichting, nr. 15Tl003, behorende bij dit besluit; het verslag van de Grondzaken en Economische Zaken d.d. 15 april 2015
gelet op, programma: Bouwen en Wonen gemeentelijk/regionaal beleidskader: (Inter)gemeentelijke structuurvisies wetsartikel: Hoofdstuk 3 en 6 van de Wet ruimtelijke ordening
besluit: I. de ingekomen zienswijzen ontvankelijk te verklaren en overeenkomstig de bij dit besluit behorende Nota van Wijzigingen gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren; II. in te stemmen met de in de Nota van Wijzigingen opgenomen overzicht van ambtshalve wijzigingen; III. geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening; IV. het bestemmingsplan “Rodaboulevard” gewijzigd vast te stellen conform de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0928.BPRodaboulevard-Vg01 met de bijbehorende bestanden – waarbij gebruik is gemaakt van de ondergrond GBK-DKK-Rodaboulevard d.d. 27 juni 2014 – en tevens in papieren vorm vast te stellen conform de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte stukken; V. Gedeputeerde Staten van Limburg te verzoeken om in afwijking van het bepaalde in artikel 3.8, lid 4 Wet ruimtelijke ordening toe te staan eerder tot bekendmaking over te gaan dan de in het betreffende lid bedoelde 6 weken.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 29 april 2015 De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
B.W.E. van der Wijst-Triepels.
Nota van toelichting Nummer.: 15Tl003
Kerkrade, 22 april 2015
Behorend bij ontwerpbesluit nummer 15Rb007 … Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Rodaboulevard Beslispunten I. de ingekomen zienswijzen ontvankelijk te verklaren en overeenkomstig de bij dit besluit behorende Nota van Wijzigingen gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren; II. in te stemmen met de in de Nota van Wijzigingen opgenomen overzicht van ambtshalve wijzigingen; III. geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening; IV. het bestemmingsplan “Rodaboulevard” gewijzigd vast te stellen conform de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0928.BPRodaboulevard-Vg01 met de bijbehorende bestanden – waarbij gebruik is gemaakt van de ondergrond GBK-DKK-Rodaboulevard d.d. 27 juni 2014 – en tevens in papieren vorm vast te stellen conform de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte stukken; V. Gedeputeerde Staten van Limburg te verzoeken om in afwijking van het bepaalde in artikel 3.8, lid 4 Wet ruimtelijke ordening toe te staan eerder tot bekendmaking over te gaan dan de in het betreffende lid bedoelde 6 weken. Inleiding Ten tijde van de invoering van de geheel herziene Wet ruimtelijke ordening in 2008 gold voor het grondgebied van de gemeente Kerkrade een veelheid aan vaak verouderde en versnipperde bestemmingsplannen. Vanwege de met de invoering van deze wet samenhangende actualisatieverplichting voor verouderde bestemmingsplannen is het voor grote delen van het grondgebied van de gemeente Kerkrade noodzaak actuele bestemmingsplannen op te stellen. Deze plannen dienen te voorzien in een overwegend beheersmatige regeling, met moderne, flexibele bouw- en gebruiksregels, waarbij rekening dient te worden gehouden met actueel beleid. Nadat eerst is voorzien in actuele bestemmingsplannen voor het centrumgebied en de woongebieden binnen de gemeenten komen de bedrijventerreinen en het buitengebied in aanmerking voor actualisatie, waaronder onderhavig plangebied. Het plangebied is gelegen in het westelijk deel van Kerkrade en wordt globaal begrensd door de Euregioweg in het noorden, de achterzijde van de percelen aan de straat Locht in het oosten, de achterzijde van de percelen aan de straat Beitel en de Hamstraat in het zuiden en de N281 in het westen. Voorgeschiedenis In 2003-2004 is voor het plangebied een voorontwerp-bestemmingsplan opgesteld onder de naam bestemmingsplan “De Locht”, dat ook is vrijgegeven voor inspraak en gedurende een periode van 6 weken ter inzage is gelegd. Van de destijds ingekomen reacties is een verslag gemaakt, maar aanpassing tot een ontwerp-bestemmingsplan en vervolgens vaststelling van het plan heeft nimmer plaatsgevonden. Met onderhavig bestemmingsplan zal alsnog worden voorzien in een actueel bestemmingsplan voor het plangebied “Rodaboulevard”. Ons college heeft op 22 april 2014 reeds ingestemd met het voorontwerpbestemmingsplan en het betreffende plan vrijgegeven voor vooroverleg met de gebruikelijke
vooroverlegpartners. In het kader van het vooroverleg zijn reacties ontvangen van de provincie Limburg, waterschap Roer en Overmaas en de Nederlandse Gasunie. Deze drie instanties hebben laten weten geen aanleiding te zien inhoudelijke opmerkingen te maken. Vervolgens heeft ons college op 1 juli 2014 ingestemd met het ontwerp-bestemmingsplan, dat met ingang van 21 augustus 2014 gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Uw raad is daar over geïnformeerd dor middel van een raadsinformatiebrief d.d. 18 augustus 2014 (verzonden 20 augustus 2014, nr 14it0040). Tegen dit ontwerp-plan zijn 4 schriftelijke zienswijzen ingediend, die zijn samengevat en van commentaar zijn voorzien in een nota van wijzigingen. In de betreffende nota is voorts aangegeven op welke wijze het voorliggende plan naar aanleiding van de zienswijze is aangepast ten opzichte van het ontwerp-plan. Tevens zijn in de nota de ambtelijke voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan opgesomd. Doelstelling Een actueel onherroepelijk bestemmingsplan voor het plangebied. Het bestemmingsplan heeft een overwegend beheersmatig karakter. Dat houdt in dat wordt voorzien in een nieuwe planologisch kader voor het plangebied, afgestemd op de bestaande situatie, waarbij weliswaar wordt voorzien in enige mate van flexibiliteit in de bouw- en gebruiksregels, maar geen grote nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Actueel beleid zoals de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 is in het bestemmingsplan verwerkt c.q. doorvertaald. Het bestemmingsplan voldoet aan de actuele eisen voor wat betreft inhoud, vormgeving en beschikbaarstelling als gesteld in de in 2008 ingevoerde Wet ruimtelijke ordening en aanverwante regelgeving. Dat houdt onder meer in dat het bestemmingsplan digitaal is opgesteld overeenkomstig de toepasselijke Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 en dat het plan ook digitaal beschikbaar wordt gesteld via de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Argumenten Actualisatieplicht Bestemmingsplannen dienen elke 10 jaar te worden herzien. De geldende plannen voor onderhavig plangebied zijn allen ouder dan 10 jaar en zullen moeten worden herzien. Bovendien sluit het geldende bestemmingsplan niet meer aan bij de bestaande situatie die hoofdzakelijk tot stand is gekomen op basis van vrijstellingsbesluiten in afwijking van het geldende bestemmingsplan, zoals voor bijvoorbeeld de Decathlon, het verzamelgebouw waarin onder meer de Praxis is gevestigd, de Leisuredome en de Albert Heijn XL, etc. De betreffende vrijstellingsbesluiten zijn geïmplementeerd in onderhavig bestemmingsplan, net als de meest recente inzichten op basis van Rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid, waardoor een beheers- en ontwikkelingskader wordt geboden voor de komende planperiode van 10 jaar. Actueel functioneel kader Het bestemmingsplan schept duidelijkheid over welke functies binnen welk deel van het plangebied zijn toegestaan, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gehanteerd tussen het Parkstad Limburg Stadion (incl casco), de ring daar omheen met o.a. Decathlon en Praxis en het bedrijventerrein aan de Wiebachstraat in het zuidelijk deel van het plangebied, een en ander als nader omschreven in hoofdstuk 4 van de toelichting op het bestemmingsplan (Planopzet). Beeldkwaliteitsplan Voor het plangebied is een beeldkwaliteitskader opgesteld, dat vooralsnog niet is vertaald naar c.q. in een bestemmingsplan. Met onderhavig bestemmingsplan wordt daar alsnog in voorzien. Dit onderdeel is met name van belang voor de verdere ontwikkeling van de nog vrije kavels aan de Wiebachstraat. Milieuzonering Het geldende bestemmingsplan voor het zuidelijk deel van het plangebied, het bedrijventerrein gelegen aan de Wiebachstraat, kent in het geldende bestemmingsplan een globale bestemming ‘Industrie’ die geen onderscheid maakt tussen zware en lichte bedrijvigheid en geen mogelijkheden biedt om
ongewenste vormen van industrie te weren. Onderhavig bestemmingsplan voorziet een ruime lijst van toegesneden van bedrijfactiviteiten die enerzijds voldoende ruimte biedt voor een diversiteit aan bedrijfsactiviteiten en anderzijds ook de mogelijkheid biedt om ongewenste vormen van bedrijvigheid zoals zware industrie, risicovolle bedrijven en bedrijven met grootschalige buitenpandige opslag zoals autosloperijen te weren, hetgeen de uitstraling van het terrein als ook het woon- en leefklimaat van omliggende woningen ten goede komt. Kanttekeningen Locht-Beitel In het eerder opgestelde voorontwerp-bestemmingsplan “Locht” maakten ook de percelen tussen de straat Locht en onderhavig plangebied en de gronden tussen Hamstraat/de spoorlijn en onderhavig plangebied (Beitel) deel uit van het plangebied. Gebleken is dat hier sprake is van discrepantie tussen de planologische status van de in dit gebied aanwezige woningen (bedrijfswoning) en het feitelijk gebruik (burgerwoning). Vanwege de complexiteit van de situatie gezien de omliggende geluidgezoneerde industrieterreinen en (mogelijk) conflicterende belangen van de aanwezige bedrijven en bewoners van deze strook is nader onderzoek naar eventuele oplossingsrichtingen gewenst en wordt omwille van de voortgang de procedure de planontwikkeling doorgezet, uitgezonderd dit deel van het gebied. Voor de gronden die daarmee buiten de begrenzing van het onderhavig bestemmingsplan komen te vallen zal een apart bestemmingsplan worden opgesteld. Reclame In het bestemmingsplan is voorzien in bouwregels voor reclameuitingen binnen het plangebied. De mogelijkheden om reclameuitingen binnen een gebied te reguleren zijn echter beperkt tot ruimtelijk relevante aspecten als de omvang en situering. Aspecten als materiaal- en kleurgebruik dienen (primair) te worden gereguleerd via de welstandsnota. Reclameuitingen zijn in de meeste gevallen aan te merken als een bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (voorheen: bouwvergunning) is vereist. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de bekende zeildoeken die zijn opgespannen in een framewerk en vervolgens tegen een gevel worden gemonteerd of LED-schermen. Een vergunningaanvraag dient te worden getoetst aan de welstandsnota, die ook een specifieke regeling voor reclameuitingen bevat. Indien reclameuitingen zonder vergunning worden aangebracht kan handhavend worden opgetreden vanwege bouwen zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning. Financiën Geen financiële consequenties, behoudens eventuele planschade. Gezien het conserverend karakter van het bestemmingsplan en het bij indirecte planschade gehanteerde normaal maatschappelijk risico, wordt de kans op planschade klein geacht. Communicatie Na vaststelling zal daarvan kennisgeving worden gedaan in de rubriek Stadsjournaal in de uitgave Gezien, in de Staatscourant (online) en via de gemeentelijke website. Diegenen die een schriftelijke zienswijze hebben ingediend zullen schriftelijk reactie ontvangen naar aanleiding van het vaststellingsbesluit. Uitvoering Het bestemmingsplan zal – aangezien dit ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan is gewijzigd, anders dan naar aanleiding van een zienswijze van een Rijks- of provinciale dienst – worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Limburg (GS). Formeel hebben GS dan 6 weken de gelegenheid een zogenoemde reactieve aanwijzing te geven, voorzover GS van oordeel zijn dat onderhavig plan in strijd is met enig provinciaal belang. Gezien de beperkte wijzigingen en het feit dat daarmee onzes inziens geen provinciale belangen in het geding zijn, wordt voorgesteld GS te verzoeken in te stemmen met een vervroegde bekendmaking en terinzagelegging van het bestemmingsplan. Gedurende de inzagetermijn kunnen belanghebbenden die eerder een zienswijze kenbaar hebben gemaakt, dan wel belanghebbenden die redelijkerwijs niet kan worden verweten dat ze eerder geen zienswijze hebben ingediend, beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bestemmingsplan Kerkrade West III; REGELS (ontwerp)
Bijlage: Staat van bedrijfsactiviteiten SBI-code
SBI-code
OMSCHRIJVING
cat.
2008 15 151 1552 1581
10,11 101 1052 1071
10821 10821
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. <200 m² Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m² Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg meel/week Cacao- en chocoladefabrieken – vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m² Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² Vervaardiging van wijn, cider e.d.
1584
10821
1584 1584
B B B
17 174,175 176,177
13 139 139,143
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Vervaardiging van textielwaren B Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B
18
14
181 182
141 141
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en –toebehoren (excl. van leer)
B C
20 203, 204,205
16
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING VAN ARTIKELEN VAN
162
205
162,902
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. <200 m² Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B B
22
58
2222.6 2223 2223 2224 2225 223
18129 1814 1814 1813 1814 182
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media
B A B B B A
24 2442
20 2120
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN Farmaceutische productenfabrieken: verbandmiddelenfabriek
C
26 23 2615 231 262, 263 232, 234
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: -vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW Natuursteenbewerkingsbedrijven: - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B B B
B B
267
237
2681
2391
28 281 284 2852 287
25 VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL 251,331 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² 255,331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m² 2562,3311 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² 259,331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
B B B B
30 30
26,28,33 26,28,33
B
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
Gemeente Kerkrade - afdeling Ruimtelijke Ordening
B B
Bestemmingsplan Kerkrade West III; REGELS (ontwerp)
33 33
26,32,33 26,32,33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.
36 361 362 363 3663.1
31 9524 321 322 32991
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sociale werkvoorziening
A B B B
45 45
41,42,43 41,42,43
BOUWNIJVERHEID Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. < 1.000 m²
B
50 501,502, 504 5020.4 5020.5 503,504
45,47 451,452 454 45204 45205 453
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO’S EN MOTORFIETSEN;
51 5134 5135 5136 5137 514 5154 5156 518 519
46 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 4634 Grth in dranken 4635 Grth in tabaksproducten 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 464,46733 Grth in overige consumentenartikelen 4674,5154 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur 4676 Grth in overige intermediaire goederen 466 Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid 466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
C C
55 5552
55 562
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
B
60 6022
49 493
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven
B
64 641 642 642
53 531, 532 61 61
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven Zendinstallaties; FM en TV
C A B
71 711 712 713 714
77 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES EN AN-DERE 7711 personenautoverhuurbedrijven 7712,7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto’s) 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
B C C C
72 72 72
62 62 58, 63
A B
74
7481.3 7484.4
63,69t/m71, 73,74,77,78, 80t/m82 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 82992 Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
93
96
Handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie- bureau’s e.d. Datacentra
OVERIGE DIENSTVERLENING
Gemeente Kerkrade - afdeling Ruimtelijke Ordening
B A B B
C C C C C C C
C A
Bestemmingsplan Kerkrade West III; REGELS (ontwerp)
9301.3 9301.3 9302 9303 9304 9305
96013 Wasverzendinrichtingen 96013 Wasserettes, wassalons 9602 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 9603 Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra 9313,9604 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 9609 Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
Afkortingen:
v.c. < p.o. b.o. e.d. n.e.g. excl. incl.
verwerkingscapaciteit kleiner dan productieoppervlak bedrijfsoppervlak en dergelijke niet elders genoemd exclusief inclusief
Gemeente Kerkrade - afdeling Ruimtelijke Ordening
B A A A B A
Bijlage 1 – Inventarisatie bestaande bedrijven plangebied Rodaboulevard Datum inventarisatie : juli 2013, actualisatie maart 2015
Adres
Naam
Activiteit
Roda JC Ring 1 Roda JC Ring 2A Roda JC Ring 3 Roda JC Ring 4 Roda JC Ring 49 Roda JC Ring 57 Roda JC Ring 59 Roda JC Ring 67 Roda JC Ring 79 Roda JC Ring 83 Roda JC Ring 83A Roda JC Ring 85 Roda JC Ring 93 Roda JC Ring 95 Roda JC Ring 99 Roda JC Ring 101 Roda JC Ring 101A Roda JR Ring 2b-g Wiebachstraat 5 Wiebachstraat 6 Wiebachstraat 8 Wiebachstraat 8A Wiebachstraat 8B Wiebachstraat 10 Wiebachstraat 10A
Parkstad Limburg stadion Burger King Mixx Events Hornbach Toychamp Subway Golden Tulip Hotel ijssalon en cafetaria Dannini Da Angelo Bufkes Sports Rehab Wiertz personeelsdiensten Pro Active Basicfit Accon adviseurs & accountants Flexpoint Rise Adent Leisure Dome Automotive centre (Lukoil) Bergstein Henk Schnackers Kozijnen Kelleners Glas Design Targos Juvaco BV Lindra
stadion tbv sport / recreatie / cultuur horeca horeca detailhandel detailhandel horeca horeca horeca horeca horeca fysiotherapiepraktijk zakelijke dienstverlening adviesbureau sport / recreatie zakelijke dienstverlening zakelijke dienstverlening tandheelkunde Bioscopen e.d. oa. handel in motorbrandstoffen + LPG grth in machines en apparaten vervaardiging kozijnen verkoop en bewerking glasproducten detacheringsbureau grth in zuivelproducten grth in dakbenodigdheden
Cat 1 t/m 6 4.2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 3.1 2 3.1 3.1 1 2 2
Cat A t/m C A B A A A A A A A A A B A A A C C A C B
Wiebachstraat 13 Wiebachstraat 15 Wiebachstraat 15B Wiebachstraat 17 Wiebachstraat 17A Wiebachstraat 17D Wiebachstraat 17E Wiebachstraat 17G Wiebachstraat 19 Wiebachstraat 19A/B Wiebachstraat 19C/D Wiebachstraat 18 Wiebachstraat 23
Voncken brood en banket Te huur, voormalig Dumoulin Oosterberg Fred Konings Kaelen Schildersbedrijf Bosch en Boer Dovo Trading Inceman Interieur Ger Derwall design
vervaardiging broodproducten grth in sanitair grth in electr. producten handel in verfproducten grth tbv melkindustrie opslag en groothandel verfmaterialen opslag busonderdelen houtbewerking metaalbewerking
2 2 2 2 2 2 2 3.1 3.1
B C C C B B
Milennium Rollomotive
verkoop en montage garagedeuren
3.1
B
Ricoh Rexel
1 2
A C
Wiebachstraat 24 Wiebachstraat 24E Wiebachstraat 24F Wiebachstraat 24G Wiebachstraat 24H Wiebachstraat 25B Wiebachstraat 25C Wiebachstraat 26 Wiebachstraat 27 Wiebachstraat 28 Wiebachstraat 29 Wiebachstraat 29A Wiebachstraat 29B Wiebachstraat 29C Wiebachstraat 45 Wiebachstraat 45A
Lamers High Tech Systems Sieben bouw en afbouwmaterialen Glass Inside Profifloor Condor LMI technologies Hockeypoint Douglas Laboratories Chocolate Company Hillhorst
zakelijke dienstverlening (printers) grth in electr. producten Vervaardiging van installaties tbv transport vloeistoffen en gassen grth in bouwmaterialen showroom glasspecialist handel in parket/laminaat showroom vloeren handel 3D meetapparatuur groothandel in sportartikelen handel / opslag voedingssupplementen vervaardiging voedingsmiddelen handel in tegels en sanitair
3.2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
B C B B B C C C A C
Vet-Schroeder + Tollisan Pigeon Products Intro grindtapijt
Dierenarts en duivenonderzoek showroom + opslag materialen
1 1
A B
Wiebachstraat 45C Wiebachstraat 45C Wiebachstraat 45D Wiebachstraat 45E Wiebachstraat 50-52 Wiebachstraat 65 Wiebachstraat 75 Wiebachstraat 77 Wiebachstraat 77A Wiebachstraat 77B Wiebachstraat 77C Wiebachstraat 77D Wiebachstraat 79
Fürst kantoorservice Stadion personeelsdiensten Supply Center / Ergonomiespecialist DWL Assurantie Groep Voormalig Tuincentrum Kerkrade BV Stalumex Decathlon Kwantum Karwei Zonnestudio ergoline Praxis Megastore Bike Arena Shurgard
zakelijke dienstverlening uitzendbureau groothandel in kantoorartikelen zakelijke dienstverlening tuincentrum staal / aluminium producten detailhandel detailhandel detailhandel persoonlijke verzorging detailhandel detailhandel opslag goederen
1 1 2 1 2 3.2 1 1 2 1 2 1 2
A A C A A A A -
Gemeente Kerkrade
Bijlage 2 bij de regels: Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein Inleiding Voornaamste criterium voor het al dan niet toelaten van bedrijfsactiviteiten is dat bedrijven qua omvang en aard passen binnen hun omgeving, geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen kan plaatsvinden en geen onevenredige vergroting van de milieubelasting optreedt. Indeling De Staat van bedrijfsactiviteiten – Bedrijventerrein omvat de bedrijfstypen met de desbetreffende SBIcodes. Voor elk bedrijfstype zijn kenmerken zoals afstanden tot een rustige woonwijk weergegeven. De weergegeven kenmerken zijn van toepassing op ‘gemiddelde’, moderne bedrijven binnen een bedrijfstype. Hierbij is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaarde normen houden. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gekozen: -
Het betreft ‘gemiddelde’ nieuwe bedrijven met voor nieuwe bedrijven gangbare voorzieningen binnen het gedefinieerde bedrijfstype.
-
Het betreft woningen in een rustige woonwijk met weinig verkeer.
De afstand geldt in principe tussen de perceelgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning. De volgende afstanden worden gehanteerd: 10, 30, 50, 100, 200, 300, 500, 700, 1000, 1500m. Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter C van continu opgenomen. Hiermee is dan aangegeven dat de meeste bedrijven binnen het desbetreffende bedrijfstype continu dag en nacht in bedrijf zijn met die activiteiten die (mede) bepalend zijn voor het geluidniveau. Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter Z van zonering opgenomen. Dit betreft bedrijven die zeer veel geluid produceren en als zodanig in het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen. De afstand voor het gevaar houdt verband met de mogelijke gevolgen van brand, explosies en de verspreiding van schadelijke stoffen voor mensen in de omgeving van bedrijven. Dit gevaar staat gelijk aan het begrip ‘externe veiligheid’. Grootste afstand In een aparte kolom is de grootste afstand voor geur, stof, geluid en gevaar in de staat opgenomen. Van deze grootste afstand is de zogenaamde categorie afgeleid.
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Gemeente Kerkrade
Categorie De zogenaamde categorie loopt uiteen van 1 tot en met 6 en is direct afgeleid van de grootste afstand: -
categorie 1: grootste afstand 0 of 10 m;
-
categorie 2: grootste afstand 30 m;
-
categorie 3.1 en 3.2: grootste afstand 50 en 100 m;
-
categorie 4.1 en 4.2: grootste afstand 200 en 300 m;
-
categorie 5.1, 5.2. en 5.3: grootste afstand 500, 700 of 1000 m;
-
categorie 6: grootste afstand 1500 m.
Toevoeging letter D: divers Bij de bepaling van de afstanden voor de onderscheiden bedrijfstypen is telkens uitgegaan van een ‘gemiddeld’ modern, nieuw bedrijf met gebruikelijke voorzieningen. Er zijn echter ook bedrijfstypen, waar binnen individuele bedrijven een grote diversiteit bestaat. Dit dient tot uitdrukking in de afstanden te komen. In die gevallen is in de staat de letter D van ‘divers’ opgenomen. Indices voor verkeer en visuele hinder De aspecten verkeersaantrekkende werking en visuele hinder zijn kwalitatief beoordeeld en weergegeven met een index. De index loopt uiteen van 1 tot en met 3, met de volgende betekenis: 1: potentieel geen of geringe emissie of hinder; 2: potentieel aanzienlijke emissie of hinder; 3: potentieel zeer ernstige emissie of hinder. Daarbij is bij verkeer onderscheid gemaakt tussen goederenvervoer (G) en personenvervoer (P). Indices bodem B. bodemverontreiniging De letter B is opgenomen indien een gemiddeld bedrijf binnen het genoemde bedrijfstype een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. Indices lucht L: luchtverontreiniging Uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht kan in planologisch opzicht relevant zijn. Indien dit aspect relevant kan zijn in relatie tot de in de staat genoemde grootste afstand, is de letter L vermeld. Er kunnen dan overwegingen zijn om de genoemde afstand te verhogen. Gebruikte afkortingen De volgende afkortingen worden in de staat gebruikt: -
niet van toepassing of niet relevant
<
kleiner dan
>
groter
=
gelijk aan
cat
categorie
e.d.
en dergelijke
kI,
klasse
n.e.g. niet elders genoemd o.c.
opslagcapaciteit
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Gemeente Kerkrade
p.c.
productiecapaciteit
p.o.
productieoppervlak
b.o.
bedrijfsoppervlak
v.c.
verwerkingscapaciteit
u
uur
d
dag
w
week
j
jaar
B
bodemverontreiniging
C
continu
D
divers
L
luchtverontreiniging
Z
zonering
R
risico (besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
V
vuurwerkbesluit van toepassing
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Gemeente Kerkrade
101, 102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101, 102
1
- slachterijen en pluimveeslachterijen
100
0
100
C
50
R
100
151
101
4
100
0
100
C
50
R
151
101
5
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²
50
0
50
C
151
101
6
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
30
0
151
101, 102
7
50
151
108
8
- loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-enklaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²
152
102
0
Visverwerkingsbedrijven:
152
102
2
152
102
152
GEVAAR
GELUID
STOF
3.2
2 G
1
100
3.2
2 G
2
30
50
3.1
1 G
1
50
10
50
3.1
1 G
1
0
50
10
50
3.1
1 G
1
50
0
50
10
50
3.1
2 G
1
- conserveren
200
0
100
30
200
4.1
2 G
2
5
- verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²
100
10
50
30
100
3.2
1 G
1
102
6
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
50
10
30
10
50
3.1
1 G
1
1531
1031
0
Aardappelprodukten fabrieken:
1531
1031
2
- vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
50
10
50
50
50
3.1
1 G
1
1532, 1533
1032, 1039
0
Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533
1032, 1039
1
- jam
50
10
100
C
10
100
3.2
1 G
1
1532, 1533
1032, 1039
2
- groente algemeen
50
10
100
C
10
100
3.2
2 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
R
D
LUCHT
151
BODEM
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
VISUEEL
-
VERKEER
10, 11
CATEGORIE
15
GEUR
INDICES
GROOTSTE AFSTAND
SBI-2008 -
nummer
OMSCHRIJVING
AFSTANDEN IN METERS
SBI-1993 -
Gemeente Kerkrade
1532, 1533
1032, 1039
3
100
10
100
C
10
0
- met koolsoorten Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
100
3.2
2 G
2
1541
104101
1541
104101
1
- p.c. < 250.000 t/j
200
30
100
C
30
R
200
4.1
3 G
2
B
1542
104102
0
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542
104102
1
- p.c. < 250.000 t/j
200
10
100
C
100
R
200
4.1
3 G
2
B
1543
1042
0
Margarinefabrieken:
1543
1042
1
- p.c. < 250.000 t/j
100
10
200
C
30
R
200
4.1
3 G
2
1551
1051
0
Zuivelprodukten fabrieken:
1551
1051
3
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
1
1552
1052
1
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
2
1552
1052
2
- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
10
0
30
30
2
1 G
1
1561
1061
0
Meelfabrieken:
1561
1061
2
- p.c. < 500 t/u
100
50
200
C
50
200
4.1
2 G
2
1561
1061
50
100
200
C
50
4.1
2 G
2
1562
1062
0
Zetmeelfabrieken:
1562
1062
1
- p.c. < 10 t/u
200
50
200
C
30
R
200
4.1
1 G
2
1562
1062
2
- p.c. >= 10 t/u
300
100
300
C
50
R
300
4.2
2 G
3
1571
1091
0
Veevoerfabrieken:
1571
1091
5
- mengvoeder, p.c. < 100 t/u
200
50
200
C
30
200
4.1
3 G
3
1572
1092
Vervaardiging van voer voor huisdieren
200
100
200
C
30
200
4.1
2 G
2
1581
1071
0
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581
1071
1
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
30
10
30
C
10
30
2
1 G
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Grutterswarenfabrieken
0
Z
R
200
D
Gemeente Kerkrade
1581
1071
- v.c. >= 7500 kg meel/week
100
30
100
C
30
100
3.2
2 G
2
1582
1072
Banket, biscuit- en koekfabrieken Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²
100
10
100
C
30
100
3.2
2 G
2
1584
10821
0
1584
10821
2
100
30
50
30
100
3.2
2 G
2
1584
10821
3
30
10
30
10
30
2
1 G
1
1584
10821
5
100
30
50
30
100
3.2
2 G
2
1584
10821
6
30
10
30
10
30
2
1 G
1
1585
1073
50
30
10
10
50
3.1
2 G
2
1586
1083
0
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586
1083
2
- theepakkerijen
100
10
30
10
100
3.2
2 G
1
1587
108401
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
200
30
50
10
200
4.1
2 G
1
1589
1089
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
200
30
50
30
200
4.1
2 G
2
1589.1
1089
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
200
50
50
50
200
4.1
2 G
2
1589.2
1089
0
Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2
1089
1
- zonder poederdrogen
100
10
50
10
100
3.2
2 G
2
1589.2
1089
2
- met poederdrogen
300
50
50
50
300
4.2
2 G
2
1589.2
1089
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
200
50
50
30
200
4.1
2 G
2
1592
110102
0
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
1592 1593 t/m 1595
110102
1
- p.c. < 5.000 t/j
200
30
200
C
30
200
4.1
1 G
2
1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
10
0
30
C
0
30
2
1 G
1
1598
1107
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
10
0
100
100
3.2
3 G
2
16
12
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
2
Deegwarenfabrieken
-
50
R
R
R
R
R
D
Gemeente Kerkrade
16
12
-
VERWERKING VAN TABAK
160
120
17
13
-
17
13
-
171
131
172
132
0
Weven van textiel:
172
132
1
172
132
2
173
200
30
50
30
200
4.1
2 G
1
10
50
100
30
100
3.2
2 G
1
- aantal weefgetouwen < 50
10
10
100
0
100
3.2
2 G
1
- aantal weefgetouwen >= 50
10
30
300
50
300
4.2
3 G
2
133
Textielveredelingsbedrijven
50
0
50
10
50
3.1
2 G
2
174, 175
139
Vervaardiging van textielwaren
10
0
50
10
50
3.1
1 G
1
1751
1393
100
30
200
10
200
4.1
2 G
2
176, 177
139, 143
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
0
10
50
10
50
3.1
1 G
2
18
14
-
18
14
-
181
141
Vervaardiging kleding van leer
30
0
50
0
50
3.1
1 G
1
182
141
10
10
30
10
30
2
2 G
2
183
142, 151
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
50
10
10
10
50
3.1
1 G
1
19
19
-
19
15
-
192
151
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)
50
10
30
10
50
3.1
2 G
2
193
152
Schoenenfabrieken
50
10
50
10
50
3.1
2 G
1
20
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Tabakverwerkende industrie
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels
-
C
Z
B
B
L
B
L
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) D
Gemeente Kerkrade
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
20
16
2010.1
16101
2010.2
16102
0
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2
16102
1
- met creosootolie
2010.2
16102
2
- met zoutoplossingen
202
1621
203, 204, 205 162
0
203, 204, 205 162
1
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2
Houtzagerijen
50
100
50
100
3.2
2 G
2
200
30
50
10
200
4.1
2 G
2
B
10
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
100
30
100
10
100
3.2
3 G
2
B
0
30
100
0
100
3.2
2 G
2
0
30
50
0
50
3.1
1 G
1
10
10
30
0
30
2
1 G
1
200
100
200
C
50
R
200
4.1
3 G
2
50
30
50
C
30
R
50
3.1
1 G
2
100
50
200
C
50
R
200
4.1
2 G
2
30
30
100
C
30
R
100
3.2
2 G
2
30
R
100
3.2
2 G
2
30
R
200
4.1
2 G
2
100
3.2
3 G
2
205
162902
21
17
-
21
17
-
2111
1711
2112
1712
0
Papier- en kartonfabrieken:
2112
1712
1
- p.c. < 3 t/u
2112
1712
2
- p.c. 3 - 15 t/u
212
172
2121.2
17212
0
Golfkartonfabrieken:
2121.2
17212
1
- p.c. < 3 t/u
30
30
100
C
2121.2
17212
2
- p.c. >= 3 t/u
50
30
200
C
22
58
-
22
58
-
2221
1811
30
0
100
C
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
0
R
L
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIEREN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp
Papier- en kartonwarenfabrieken
Z
Z
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Drukkerijen van dagbladen
10
B
L
Gemeente Kerkrade
2222
1812
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
30
0
100
10
100
3.2
3 G
2
B
2222.6
18129
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
10
0
30
0
30
2
1 P
1
B
2223
1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
1 G
1
2223
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2 G
1
2224
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2
2 G
1
B
2225
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
2
2 G
1
B
223
182
Reproduktiebedrijven opgenomen media
0
0
10
0
10
1
1 G
1
23
19
-
23
19
-
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
2320.2
19202
A
Smeeroliën- en vettenfabrieken
50
0
100
30
R
100
3.2
2 G
2
B
L
24
20
-
24
20
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2411
2011
0
Vervaardiging van industriële gassen:
2412
2012
200
0
200
C
200
R
200
4.1
3 G
3
B
L
2414.1
20141
B0 Methanolfabrieken:
2414.1
20141
B1 - p.c. < 100.000 t/j
100
0
200
C
100
R
200
4.1
2 G
2
B
2441
2110
0
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441
2110
1
- p.c. < 1.000 t/j
200
10
200
C
300
R
300
4.2
1 G
2
B
L
2442
2120
0
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
2120
1
- formulering en afvullen geneesmiddelen
50
10
50
50
R
50
3.1
2 G
1
B
L
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
30
2
2 G
1
2451
2041
300
100
200
300
4.2
3 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Kleur- en verfstoffenfabrieken
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
C
100
R
D
D
B
Gemeente Kerkrade
2452
2042
300
30
50
300
4.2
2 G
2
2462
2052
0
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462
2052
1
- zonder dierlijke grondstoffen
100
10
100
50
100
3.2
3 G
2
B
L
2464
205902
Fotochemische produktenfabrieken
50
10
100
50
R
100
3.2
3 G
2
B
L
2466
205903
A
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
50
10
50
50
R
50
3.1
3 G
2
B
2466
205903
B
Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.
200
30
100
200
R
200
4.1
2 G
2
B
25
22
-
25
22
-
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512
221102
0
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512
221102
1
- vloeropp. < 100 m2
50
10
30
30
50
3.1
1 G
1
2512
221102
2
- vloeropp. >= 100 m2
200
50
100
50
R
200
4.1
2 G
2
2513
2219
Rubber-artikelenfabrieken
100
10
50
50
R
100
3.2
1 G
2
252
222
0
Kunststofverwerkende bedrijven:
252
222
1
200
50
252
222
3
- zonder fenolharsen - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
100
100
R
200
4.1
2 G
2
50
30
50
30
50
3.1
2 G
1
26
23
-
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261
231
0
Glasfabrieken:
261
231
1
- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j
30
30
100
30
100
3.2
1 G
1
2615
231
Glasbewerkingsbedrijven
10
30
50
10
50
3.1
1 G
1
2681
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
10
30
50
10
50
3.1
1 G
2
2682
2399
A0 Bitumineuze materialenfabrieken:
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
C
C
50
R
D
D
D
L
B
L
Gemeente Kerkrade
2682
2399
B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
2682
2399
B2 - overige isolatiematerialen
27
24
-
28
25, 31
-
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281
251, 331
0
Constructiewerkplaatsen
281
251, 331
1
- gesloten gebouw
281
251, 331
1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2
2821
0
2822, 2830
2529, 3311 2521, 2530, 3311
284
255, 331
A
284
255, 331
B
284
255, 331
2851
2561, 3311
0
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2851
2561, 3311
1
- algemeen
2851
2561, 3311
2851
50
200
4.1
2 G
2
100
30
100
3.2
2 G
2
30
50
10
50
3.1
1 G
1
30
30
200
30
200
4.1
2 G
2
B
10
30
200
30
200
4.1
1 G
2
B
50
30
100
30
100
D
3.2
2 G
2
B
30
30
50
10
50
D
3.1
1 G
2
B
50
50
100
50
100
3.2
2 G
2
B
L
10 - stralen
30
200
200
30
200
D
4.1
2 G
2
B
L
2561, 3311
11 - metaalharden
30
50
100
50
100
D
3.2
1 G
2
B
2851
2561, 3311
12 - lakspuiten en moffelen
100
30
100
50
R
100
D
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
2
- scoperen (opspuiten van zink)
50
50
100
30
R
100
D
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
3
- thermisch verzinken
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
4
- thermisch vertinnen
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
5
- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
30
50
100
30
100
3.2
2 G
2
B
2851
2561, 3311
6
- anodiseren, eloxeren
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2
B
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
200
100
100
30
30
30
Tank- en reservoirbouwbedrijven: Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < B1 200 m2
C
B
Gemeente Kerkrade
2851
2561, 3311
7
- chemische oppervlaktebehandeling
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2
B
2851
2561, 3311
8
- emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)
100
50
100
50
100
3.2
1 G
1
B
2851
2561, 3311
9
30
30
100
50
100
3.2
2 G
2
B
2852
2562, 3311
1
Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2
10
30
100
30
100
D
3.2
1 G
2
B
2852
2562, 3311
2
10
30
50
10
50
D
3.1
1 G
2
B
287
259, 331
A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287
259, 331
A1 - p.o. < 2.000 m2
30
50
200
30
200
4.1
2 G
2
B
287
259, 331
B
30
30
100
30
100
3.2
2 G
2
B
287
259, 331
B
30
30
50
10
50
3.1
1 G
2
B
29
27, 28, 33
-
29
27, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
27, 28, 33
0
Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
29
27, 28, 33
1
- p.o. < 2.000 m2
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
1
B
29
27, 28, 33
2
- p.o. >= 2.000 m2
50
30
200
30
200
D
4.1
3 G
2
B
30
26, 28, 33
-
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
30
10
30
10
30
2
1 G
1
31
26, 27, 33
-
31
26, 27, 33
-
311
271, 331
Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie
200
30
30
50
200
4.1
1 G
2
B
L
312
271, 273
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
200
10
30
50
200
4.1
1 G
2
B
L
313
273
Elektrische draad- en kabelfabrieken
100
10
200
100
4.1
2 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
R
L
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
R
200
D
L
Gemeente Kerkrade
314
272
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
100
30
100
50
100
3.2
2 G
2
316
293
32
26, 33
-
32
-
321 t/m 323
26, 33 261, 263, 264, 331
Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
1 G
1
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMAPPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie
30
0
50
30
50
3.1
2 G
1
B
3210
2612
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
50
3.1
1 G
2
B
33
26, 32, 33
-
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
33
26, 32, 33
A
30
0
30
0
30
2
1 G
1
34
29
-
34
29
341
291
0
Autofabrieken en assemblagebedrijven
341
291
1
- p.o. < 10.000 m2
100
10
200
4.1
3 G
2
B
3420.1
29201
Carrosseriefabrieken
100
10
3420.2
29202
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
30
343
293
Auto-onderdelenfabrieken
35
30
-
35
30
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
301, 3315
1
- houten schepen
351
301, 3315
2
- kunststof schepen
354
309
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
D
B
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
C
30
R
200
200
30
R
200
4.1
2 G
2
B
10
200
30
200
4.1
2 G
2
B
30
10
100
30
100
3.2
2 G
2
30
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
100
50
100
50
R
100
3.2
2 G
1
B
30
10
100
30
R
100
3.2
2 G
2
B
R
D
L
Gemeente Kerkrade
355
3099
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
2
B
36
31
-
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
310
1
Meubelfabrieken
50
50
100
30
100
D
3.2
2 G
2
B
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
0
10
10
0
10
1
1 P
1
362
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
30
10
10
10
30
2
1 G
1
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
2 G
2
364
323
Sportartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
2
365
324
Speelgoedartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
2
3663.1
32991
Sociale werkvoorziening
0
30
30
0
30
2
1 P
1
3663.2
32999
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
30
10
50
30
50
3.1
2 G
2
40
35
40
35
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), D4 cat. B en C
0
0
30
C
10
30
2
1 P
1
40
35
D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D
0
0
50
C
50
50
3.1
1 P
1
41
36
-
41
36
-
41
36
A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
41
36
A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling
10
0
50
C
30
50
3.1
1 G
2
41
36
B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
36
B1 - < 1 MW
0
0
30
C
10
30
2
1 P
1
41
36
B2 - 1 - 15 MW
0
0
100
C
10
100
3.2
1 P
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
D
-
R
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
B
Gemeente Kerkrade
45
41, 42, 43
-
45
41, 42, 43
-
BOUWNIJVERHEID
45
41, 42, 43
0
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²
10
30
100
10
100
3.2
2 G
2
B
45
41, 42, 43
1
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²
10
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
45
41, 42, 43
2
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²
10
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
45
41, 42, 43
3
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
1
B
50
45, 47
-
50
45, 47
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
5020.4
45204
A
Autoplaatwerkerijen
10
30
100
10
100
3.2
1 G
1
5020.4
45204
B
Autobeklederijen
0
0
10
10
10
1
1 G
1
5020.4
45204
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
50
3.1
1 G
1
5020.5
45205
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
3 P
1
503, 504
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
10
30
2
1 P
1
51
46
-
51
46
-
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
5121
4621
0
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders
30
30
50
30
50
3.1
2 G
2
5122
4622
Grth in bloemen en planten
10
10
30
0
30
2
2 G
1
5123
4623
Grth in levende dieren
50
10
100
0
100
3.2
2 G
1
5124
4624
50
0
30
0
50
3.1
2 G
1
5125, 5131
46217, 4631
30
10
30
50
R
50
3.1
2 G
1
5132, 5133
4632, 4633
Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën
10
0
30
50
R
50
3.1
2 G
1
5134
4634
Grth in dranken
0
0
30
0
30
2
2 G
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
R
R
B
L
Gemeente Kerkrade
5135
4635
Grth in tabaksprodukten
10
0
30
0
30
2
2 G
1
5136
4636
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
2 G
1
5137
4637
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen
30
10
30
0
30
2
2 G
1
5138, 5139
4638, 4639
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
2 G
1
514
464, 46733
Grth in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
2 G
1
5148.7
46499
0
Grth in vuurwerk en munitie:
5148.7
46499
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
10
0
30
10
30
2
2 G
1
5151.1
46711
0
Grth in vaste brandstoffen:
5151.1
46711
1
- klein, lokaal verzorgingsgebied
10
50
50
30
50
3.1
2 P
2
5151.2
46712
0
Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5151.2
46712
1
- vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3
50
0
50
200
4.1
2 G
2
B
5151.3
46713
100
0
30
50
100
3.2
2 G
2
B
5152.1
46721
5152.2 /.3
46722, 46723
0
10
100
10
100
3.2
2 G
2
5153
4673
0
Grth in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
- algemeen: b.o. > 2000 m²
0
10
50
10
50
3.1
2 G
2
5153
4673
2
- algemeen: b.o. <= 2000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
1
5153.4
46735
4
zand en grind:
5153.4
46735
5
- algemeen: b.o. > 200 m²
0
30
100
0
100
3.2
2 G
2
5153.4
46735
6
- algemeen: b.o. <= 200 m²
0
10
30
0
30
2
1 G
1
5154
4674
0
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
0
0
50
10
50
3.1
2 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 0
V
R
200
D
Grth in metaalertsen: Grth in metalen en -halffabrikaten
L
Gemeente Kerkrade
5154
4674
5155.1
- algemeen: b.o. < = 2.000 m²
0
0
30
0
2
1 G
1
46751
Grth in chemische produkten
50
10
30
100
R
100
3.2
2 G
2
5155.2
46752
Grth in kunstmeststoffen
30
30
30
30
R
30
2
1 G
1
5156
4676
Grth in overige intermediaire goederen
10
10
30
10
30
2
2 G
2
518
466
0
Grth in machines en apparaten:
518
466
1
- machines voor de bouwnijverheid
0
10
100
10
100
3.2
2 G
2
518
466
2
0
519
466, 469
- overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
10
50
0
50
3.1
2 G
1
0
0
30
0
30
2
2 G
1
52
47
-
52
47
-
5261
4791
Postorderbedrijven
0
0
50
0
50
3.1
2 G
1
527
952
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
0
0
10
10
10
1
1 P
1
55
55
-
55
55
-
5552
562
10
0
30
C
10
30
2
1 G/P
1
60
49
-
60
49
-
6021.1
493
Bus-, tram- en metrostations en -remises
0
10
100
C
0
100
3.2
2 P
2
6022
493
Taxibedrijven
0
0
30
C
0
30
2
2 P
1
6023
493
10
0
100
C
0
100
3.2
2 G
1
6024
494
0
0
0
100
C
30
100
3.2
3 G
1
6024
494
1
Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²
0
0
50
C
30
50
3.1
2 G
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
2
30 D
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
VERVOER OVER LAND D
B
Gemeente Kerkrade
61, 62
50, 51
-
63
52
-
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6312
52102, 52109
A
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
6312
52109
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
6321
5221
1
6321
5221
2
64
64
-
64
53
-
641
531, 532
642
61
A
642
61
642
61
B0 zendinstallaties: - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter B1 vermogen: onderzoek!)
642
61
642
61
65, 66, 67
64, 65, 66
-
70
41, 68
-
70
41, 68
-
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
70
41, 68
A
Verhuur van en handel in onroerend goed
71
77
-
71
77
-
711
7711
712
7712, 7739
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
30
10
50
C
50
0
0
30
C
10
Autoparkeerterreinen, parkeergarages
10
0
30
C
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
10
0
100
Post- en koeriersdiensten
0
0
Telecommunicatiebedrijven
0
R
50
D
3.1
2 G
2
30
2
2 G
1
0
30
2
3 P
1
C
30
100
3.2
2 G
1
30
C
0
30
2
2 P
1
0
10
C
0
10
1
1 P
1
0
0
0
C
100
100
3.2
1 P
2
0
0
0
C
10
10
1
1 P
2
0
0
0
C
10
10
1
1 P
2
0
0
10
0
10
1
1 P
1
10
0
30
10
30
2
2 P
1
10
0
50
10
50
3.1
2 G
1
POST EN TELECOMMUNICATIE
B2 - FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders (indien B3 bouwvergunningplichtig)
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)
D
L
Gemeente Kerkrade
713
773
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
1
714
772
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
10
10
30
10
30
D
2
2 G
2
72
62
-
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
0
0
10
0
10
1
1 P
1
72
58, 63
B
Datacentra
0
0
30
0
30
2
1 P
1
73
72
-
73
72
-
731
721
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
30
10
30
30
30
2
1 P
1
732
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
0
0
10
0
10
1
1 P
1
74
722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82
747
812
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
50
10
30
30
50
3.1
1 P
1
B
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
10
0
30
C
10
30
2
2 G
1
B
7484.3
82991
Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten
50
30
200
C
50
200
4.1
3 G
2
7484.4
82992
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
0
0
10
0
10
1
2 P
1
75
84
-
75
84
-
7522
8422
Defensie-inrichtingen
30
30
200
C
100
200
4.1
3 G
1
7525
8425
Brandweerkazernes
0
0
50
C
0
50
3.1
1 G
1
80
85
74
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
B
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK R
-
-
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
R
D
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN D
B
Gemeente Kerkrade
93
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
A
Wasserijen en strijkinrichtingen
30
0
50
9301.1
96011
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
9301.2
96012
Chemische wasserijen en ververijen
30
9301.3
96013
A
Wasverzendinrichtingen
9301.3
96013
B
9302
9602
9303
9603
0
Begrafenisondernemingen:
9303
9603
1
- uitvaartcentra
9303
96032
3
- crematoria
9305
9609
A
Dierenasiels en -pensions
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
30
50
3.1
2 G
1
50
30
50
3.1
2 G
1
0
30
30
30
2
2 G
1
0
0
30
0
30
2
1 G
1
Wasserettes, wassalons
0
0
10
0
10
1
1 P
1
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
0
0
10
0
10
1
1 P
1
0
0
10
0
10
1
2 P
1
100
10
30
10
100
3.2
2 P
2
30
0
100
0
100
3.2
1 P
1
C
R
L B
L
L
Bestemmingsplan Rodaboulevard
Deel A Deel B Deel C
: Regels : Toelichting : Verbeelding (plankaart)
Voorontwerp ter visie gelegd Ontwerp ter visie gelegd Vastgesteld
: n.v.t. : 21-08-2014 :-
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
1 1 8
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Bedrijventerrein Artikel 4 Cultuur en ontspanning Artikel 5 Gemengd Artikel 6 Gemengd - Stadion Artikel 7 Groen Artikel 8 Horeca Artikel 9 Verkeer Artikel 10 Verkeer - Parkeerterrein Artikel 11 Waarde - Archeologie 2 Artikel 12 Waterstaat - Waterbergingsgebied
9 9 13 15 18 21 23 26 28 30 33
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 13 Anti-dubbeltelregel Artikel 14 Algemene bouwregels Artikel 15 Algemene aanduidingsregels Artikel 16 Algemene afwijkingsregels Artikel 17 Algemene wijzigingsregels Artikel 18 Algemene procedureregels
34 34 35 36 37 38 39
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 19 Overgangsrecht Artikel 20 Slotregel
40 40 41
Bijlagen bij de regels Bijlage 1 - Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijf Bijlage 2 - Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein
Gemeente Kerkrade
Bestemmingsplan Rodaboulevard Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: a. plan: het bestemmingsplan 'Rodaboulevard' met identificatienummer NL.IMRO.0928.BPRodaboulevard-Vg01 van de gemeente Kerkrade. b. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen. c. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. d. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. e. achtergevel: de gevel van een gebouw, die is gesitueerd tegenover de hoofdvoorgevel van het betreffende gebouw. f. archeologische waarde: de aan het gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. g. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. h. bebouwingspercentage: een percentage ter plaatse van de aanduiding of in de regels aangegeven, dat de grootte van het bouwperceel of bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd. i. bedrijfswoning: Een woning in of bij een bouwwerk of terrein, die alleen is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het bijbehorende bouwwerk of terrein noodzakelijk is. j. bedrijf(sgebouw): een -gedeelte van een- niet voor bewoning bestemd gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten, niet zijnde detailhandel, horeca, kantoren dan wel maatschappelijke doeleinden. k. bestaand: bebouwing: aanwezig op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan, dan wel die op dat tijdstip op basis van een afgegeven vergunning mag worden gebouwd, tenzij de regels anders bepalen; gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestaat op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan. l. beperkt kwetsbaar object: beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. m. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
1
Gemeente Kerkrade
n. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat ingevolge de Wabo bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning. o. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. p. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. q. bouwgrens: de grens van een bouwvlak. r. bouwlaag: Een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van een kelder/onderbouw, dakopbouw, set-back en de ruimte(n) in de kapverdieping/zolder. Voor de bouwlaag gelden de navolgende maximale afmetingen: de bouwlaag heeft een maximale hoogte van 3,5m indien het woningen respectievelijk woongebouwen betreft en een maximale hoogte van 4,5m indien het andere gebouwen betreft. s. bouwmarkt: een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf met een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf producten dat aan zowel vakman als particulier uit voorraad wordt aangeboden op basis van zelfbediening. t. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. u. bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel. v. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. w. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. x. brutovloeroppervlakte: de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Meten vindt plaats op basis van NEN 2580. y. coffeeshop: een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig verstrekken van soft-drugs, al dan niet in combinatie met eetwaren en alcoholvrije dranken bestemd en gereed voor direct gebruik ter plaatse. Het afhalen van waren is hieronder eveneens begrepen. Het verstrekken in welke vorm dan ook van ecodrugs, in casu opwekkende en hallucinerende middelen, als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet is hieronder begrepen. z. dakopbouw: ondergeschikte opbouw op het dakvlak van een gebouw ten behoeve van voorzieningen zoals noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
2
Gemeente Kerkrade
aa. detailhandel: het bedrijfsmatig aan particulieren te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop of ten verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen. ab. dienstverlening: bedrijfsmatige activiteiten waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van publieksgerichte, administratieve, zakelijke of financiële diensten zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, kantoor met telefoon- en internetdienst, makelaarsen assurantiekantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, reparatiebedrijf voor muziekinstrumenten, alsmede naar aard en uitstraling daarmee gelijk te stellen bedrijven. ac. ecoproducten: verzamelnaam voor plantaardige producten met een sterke stimulerende werking. De betreffende producten zoals onder andere psychedelische paddestoelen, sommige cactussen, yohimbe en kava kava hebben een psycho-actieve werking. ad. ecoshop: een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling, verkopen of leveren van ecoproducten voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. ae. erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw. af. externe veiligheid: een ruimtelijke situatie waar activiteiten plaatsvinden of mogelijk worden gemaakt op daartoe bestemde gronden die voor de gebruikers van de ruimte buiten die gronden een specifiek risico inhoudt. Het specifieke risico betreft een bepaalde overlijdenskans die de gebruikers afzonderlijk lopen door de gevolgen van het vrijkomen van een gevaarlijke stof bij een ongeval met de betreffende activiteit, als mede de kans dat een groep van bepaalde omvang onder de gebruikers in één keer tegelijk dodelijk wordt getroffen door het bedoelde ongeval. Beide kansen hebben betrekking op het direct of op korte termijn overlijden door de effecten en worden veroorzaakt door bij het ongeval vrijkomende gevaarlijke stof. ag. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. ah. gebruiken: het gebruiken, doen en laten gebruiken. ai. geluidshinderlijke inrichtingen: inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken als bedoeld in artikel 2.1, lid 3 juncto Bijlage 1 onderdeel D, van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld. aj. grootschalige detailhandel een detailhandelsvestiging met een omvang van minimaal 1.000 m² bruto vloeroppervlak. ak. growproducten: verzamelnaam voor producten welke gebruikt worden voor de kweek van hennep zoals onder andere meststoffen, zaden, groeilampen, ventilatoren, lectuur.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
3
Gemeente Kerkrade
al. growshop: een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling, verkopen of leveren van growproducten voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. am.headproducten: verzamelnaam voor producten welke verwant zijn aan de hasj-cultuur zoals onder andere waterpijpen, vloeipapier, cocaïnedoosjes en versnijdingsmiddelen zoals cafeïne. an. headshop: een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling, verkopen of leveren van headproducten voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. ao. hoofdgebouw: een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. ap. horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies, waarbij de navolgende categorieën worden onderscheiden: horeca van categorie 1: horecabedrijven gericht op het al dan niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken, zoals cafetaria, tearoom, snackbar, koffie-corner, croissanterie, ijssalon, lunchroom, broodjeszaak en daarmee vergelijkbare horecabedrijven; horeca van categorie 2: horecabedrijven gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet- alcoholische dranken, zoals restaurants, bistro’s, grillrooms en daarmee vergelijkbare horecabedrijven; horeca van categorie 3: horecabedrijven gericht op het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel daaraan ondergeschikt het verstrekken van etenswaren of maaltijden voor gebruik ter plaatse, zoals (eet)cafés, pub, taverne, feestzaalaccommodaties, met uitzondering van discotheken/bar-dancings en nachtclubs; horeca van categorie 4: horecabedrijven die als hoofddoel hebben het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie met name gedurende de late avond en de nachtelijke uren, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken/bar-dancings, nachtclubs; horeca van categorie 5: horecabedrijven gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels en pensions; horeca van categorie 6: horecabedrijven als omschreven onder ‘horeca C’, evenwel uitsluitend voor zover deze horecabedrijven in directe relatie staan, c.q. ondersteunend en ondergeschikt zijn aan de ter plaatse geldende hoofdbestemming, zoals een kantine bij een sporthal (maatschappelijk). aq. infiltratievoorziening: een - ondergrondse - buffer voor regenwater, zoals bijvoorbeeld een verzameling infiltratiekratten, van waaruit geleidelijke infiltratie van regenwater in de ondergrond plaats kan vinden.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
4
Gemeente Kerkrade
ar. kantine: verblijfslokaal ten behoeve van de recreatieve voorzieningen waar men consumpties kan kopen en nuttigen. as. kelder een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0.50 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen. at. kwetsbaar object: kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. au. leisure: voorzieningen waar (tegen betaling) een vrijetijdsbesteding voor de consument wordt geboden, gericht op ontspanning, vermaak en nieuwe ervaringen, waaronder in elk geval niet wordt begrepen een discotheek, een kartbaan en detailhandel, anders dan aan de hoofdfunctie gerelateerde ondergeschikte detailhandel. av. maatschappelijke doeleinden: Onderwijsvoorzieningen, (para)medische voorzieningen daaronder mede begrepen een apotheek, sociaal-culturele voorzieningen, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen, sport- en recreatieve voorzieningen, dagopvangvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook daaraan gerelateerde, c.q. daarvan ten dienste gestelde ruimten alsmede ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen. aw. onderkomens: voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerautos, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken. ax. openbaar nut; openbare nutsvoorzieningen: voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, rioleringen, ondergrondse lokale leidingen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie dan wel naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen voorzieningen. ay. overig bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. az. pand: de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is. ba. peil: voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. bb. perifere detailhandel detailhandel op terreinen of locaties binnen de bebouwde kom, die vanwege de aard van het gevoerde assortiment, de benodigde oppervlakte voor uitstalling van het assortiment en/of de verkeersaantrekkende werking (waaronder begrepen intensieve dagelijkse bevoorrading), niet inpasbaar zijn in bestaande winkel(concentratie)gebieden of de onmiddellijk daaraan grenzende gebieden, waaronder in dit plan limitatief begrepen: detailhandel in keukens en sanitair, auto's, boten, campers, caravans en kampeer- en outdoorartikelen, bouwmarkten en detailhandel in dier- en/of tuinbenodigdheden.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
5
Gemeente Kerkrade
bc. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. bd. risicovolle inrichting: een inrichting als bedoeld in artikelen 3 en 4 van het Registratiebesluit externe veiligheid. be. seksinrichting: een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder mede begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit plan. bf. selfstorage: bieden van mogelijkheid tot statische opslag van goederen in afzonderlijk verhuurde kleinschalige units, waarbij huurders zelfstandig toegang hebben tot hun unit. bg. setback: een gedeelte van een gebouw, dat op de bovenste bouwlaag is gesitueerd en waarvan de gevels aan alle zijden tenminste 1,5m achter de gevels van de daaronder liggende bouwla(a)g(en) worden gebouwd. bh. smartproducten: verzamelnaam voor producten met een sterke stimulerende werking. De betreffende producten zoals onder andere herbal, XTC, frisdranken met guarana, producten met efedrine en paddo’s kunnen zijn samengesteld uit meerdere, oppeppende, psychotrope stoffen. bi. smartshop: een voor publiek toegankelijk gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling, verkopen of leveren van smartproducten voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. bj. softdrugswinkel: een winkel of een gedeelte van een gebouw dat wordt gebruikt voor het verkopen van softdrugs en/of artikelen voor het vervaardigen van deze waren. bk. sport & leisure: activiteiten die voorzien in vrijetijdsbesteding, gericht op ontspanning, vermaak en nieuwe ervaringen, dan wel activiteiten gericht op sport en dienstverlening op het gebied van (para)medische gezondheidszorg (health), waaronder niet begrepen detailhandel, anders dan aan de hoofdfunctie ondergeschikte detailhandel. bl. Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijf: de als bijlage 1 bij deze regels gevoegde toegesneden lijst met bedrijfsactiviteiten. bm.Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein: de als bijlage 2 bij deze regels gevoegde toegesneden lijst met bedrijfsactiviteiten. bn. stedenbouwkundig beeld: het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's ter plaatse bepaald beeld in samenhang met de ter plaatse aanwezige beelden gevormd door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n). bo. supermarkt: een winkel gericht op de dagelijkse artikelensector (levensmiddelen), niet zijnde kleinschalige speciaalzaken. BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
6
Gemeente Kerkrade
bp. voorgevel: de gevel van een hoofdgebouw, die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt en die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied. bq. voorgevelrooilijn: denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen. br. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): Wet van 6 november 2008, inhoudende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, zoals deze luidde op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan. bs. Wet geluidhinder: Wet van 16 februari 1979, Stb. 99, houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan. bt. Wet ruimtelijke ordening: Wet van 20 oktober 2006, in werking getreden 1 juli 2008, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan. bu. wonen: wonen, het gehuisvest zijn, daaronder mede begrepen een aan huis verbonden beroep. bv. woning: een (gedeelte van een) gebouw met inbegrip van aangebouwde bijgebouwen, dat dient voor de huisvesting van één huishouden, met dien verstande dat: onder een meergezinswoning (gestapeld) wordt verstaan een gebouw, dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd; onder een vrijstaande woning wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen hoofdgebouw is aangebouwd en waarvan de zijgevels ook niet in de zijdelingse perceelgrens zijn aangezet; onder een halfvrijstaande woning wordt verstaan een woning, waarvan een zijgevel van het hoofdgebouw aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen hoofdgebouw is aangebouwd en waarvan een zijgevel in de zijdelingse perceelgrens is gebouwd; onder een gesloten (tussen) woning wordt verstaan een woning, waarvan beide zijgevels van het hoofdgebouw aan de op de aangrenzende bouwpercelen gelegen hoofdgebouwen zijn aangebouwd en waarvan de zijgevels in de zijdelingse perceelgrenzen zijn gebouwd. bw. zijgevel: een gevel van een gebouw, die niet een hoofdvoorgevel of een achtergevel is.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
7
Gemeente Kerkrade
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a. de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk: tussen de buitenzijde van de gevels en/of hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuur; b. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. c. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. d. de hoogte van een bouwlaag: vanaf de bovenzijde van de vloer tot aan de buitenzijde, c.q. bovenkant van het plafond; e. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. f. de oppervlakte van een bouwwerk (m²): tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; g. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is; h. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. i. ondergeschikte bouwdelen: bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,50 m.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
8
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Bedrijventerrein 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven tot en met categorie 3.2, zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein (bijlage 2 bij deze regels), evenwel uitsluitend voor zover de bedrijven niet zijn aan te merken als: 1. risicovolle inrichting; 2. geluidshinderlijke inrichting; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - mobilitycenter': tevens verkoop van autogerelateerde artikelen, met inachtname van het bepaalde in artikel 3.5.2; c. productiegebonden detailhandel als ondergeschikte functie tot maximaal 10% van het brutovloeroppervlak per bedrijf en tot een absoluut maximum van 250m² brutovloeroppervlakte per bedrijf; d. kantoren, deel uitmakend van, ondersteunend aan, c.q. ten dienste van maar ondergeschikt aan de bedrijven genoemd onder a; e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief lpg; f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfsverzamelgebouw: tevens kleinschalige zelfstandige kantoren en kleinschalige zakelijke dienstverlening, een en ander zonder baliefunctie, met inachtname van het bepaalde in artikel 3.5.3; g. ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf': tevens een kinderdagverblijf; met de daarbij behorende voorzieningen zoals: h. erven en terreinen; i. verhardingen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat parkeren en laden en lossen op eigen terrein dient plaats te vinden; j. groenvoorzieningen; k. openbare nutsvoorzieningen; l. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. het bouwperceel mag voor maximaal 80% worden bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf' de oppervlakte aan gebouwen niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimum bouwhoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangeduid; d. de bouwhoogte mag niet minder bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimum bouwhoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangeduid; e. de voorgevel dient in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd, dan wel evenwijdig daaraan, op maximaal 1m daarachter; f. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' dient de afstand tussen de zijgevels van twee hoofdgebouwen minimaal 17m te bedragen; g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' wordt een hoofdgebouw in één van beide zijdelingse perceelsgrenzen gebouwd, met inachtname van het bepaalde in sub f; h. de afstand tussen twee hoofdgebouwen dient, voor zover niet aaneengebouwd, met inachtname van het het bepaalde in sub f en g, steeds minimaal 5m te bedragen; i. een hoofdgebouw dient plat te worden afgedekt; j. (bedrijfs)woningen mogen niet worden gebouwd;
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
9
Gemeente Kerkrade
3.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen, met uitzondering van overkappingen, zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: 1. antennes, lichtmasten en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; 2. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1m en daar achter niet meer dan 2m mag bedragen; c. (vrijstaande) bouwwerken ten behoeve van reclameuitingen mogen niet worden gebouwd, behoudens gevelreclame; d. overkappingen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd. 3.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 3.3 Nadere eisen 3.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 3.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd. 3.4 Afwijken van de bouwregels 3.4.1 Minimum bouwhoogte gebouwen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 onder d en een lagere bouwhoogte toestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het stedenbouwkundig beeld in c.q. van de omgeving.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
10
Gemeente Kerkrade
3.4.2 Terreinafscheidingen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3, teneinde ten behoeve van terreinafscheidingen een grotere hoogte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden. 3.4.3 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 3.5 Specifieke gebruiksregels 3.5.1 Gebruik De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 3.1 omschreven bestemming. 3.5.2 Mobilitycenter Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - mobilitycenter' gelden de volgende specifieke gebruiksregels: a. er is uitsluitend detailhandel toegestaan in autogerelateerde artikelen, zoals bijvoorbeeld onderdelen, auto-electronica, -accessoires en schoonmaak- en onderhoudsmiddelen; b. de brutovloeroppervlakte per vestiging dient minimaal 1.000 m² te bedragen; c. detailhandel is uitsluitend toegestaan op de begane grondlaag. 3.5.3 Bedrijfsverzamelgebouw Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfsverzamelgebouw' gelden de volgende specifieke gebruiksregels: a. de brutovloeroppervlakte per kantoor c.q. zakelijk dienstverlener mag maximaal 300m² bedragen, met dien verstande dat in totaal maximaal 30% van de brutovloeroppervlakte van een gebouw mag worden gebruikt voor kleinschalige zelfstandige kantoren en/of kleinschalige zakelijke dienstverlening; b. kantoren c.q. zakelijk dienstverleners met een baliefunctie zijn niet toegestaan. 3.5.4 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. wonen; b. risicovolle inrichting, behoudens bestaande risicovolle inrichtingen; c. detailhandel, anders dan bedoeld in 3.5.2 en anders dan productiegebonden detailhandel als bedoeld in 3.1 onder c; d. opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik; e. zelfstandige kantoren; f. verkooppunt voor motorbrandstoffen, al dan niet inclusief lpg, anders dan bedoeld in 3.1 onder e. g. buitenopslag; h. een coffeeshop, headshop, ecoshop, growshop, smartshop, softdrugswinkel en/of speelautomatenhal; i. een sexinrichting; j. laadperrons, laadkuilen en andere voorzieningen ten behoeve van het laden en lossen in, dan wel voor de voorgevel.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
11
Gemeente Kerkrade
3.6 Afwijken van de gebruiksregels 3.6.1 Andere bedrijfsactiviteiten Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder a voor het toelaatbaar stellen van: a. een bedrijf van categorie 4.1 zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein (bijlage 2 bij deze regels), alsmede bedrijven die naar aard, omvang, (hinder)uitstraling daarmee te vergelijken zijn, niet zijnde risicovolle inrichtingen dan wel geluidshinderlijke inrichtingen. b. een bedrijf dat niet is opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein (bijlage 2 bij deze regels), maar dat naar aard, omvang, (hinder)uitstraling te vergelijken is met bedrijven van maximaal categorie 3.2 op die Staat van bedrijfsactiviteiten, niet zijnde risicovolle inrichtingen dan wel geluidshinderlijke inrichtingen; c. een risicovolle inrichting van maximaal categorie 4.1, zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein in bijlage 2 bij deze regels of een naar aard, omvang en (hinder)uitstraling daarmee vergelijkbaar bedrijf; d. een bedrijfsverzamelgebouw ten behoeve van kleinschalige zelfstandige kantoren en kleinschalige zakelijke dienstverlening, een en ander zonder baliefunctie, tot een brutovloeroppervlakte van maximaal 300m² per kantoor c.q. zakelijk dienstverlener, met dien verstande dat in totaal maximaal 30% van de brutovloeroppervlakte van een gebouw mag worden gebruikt voor de hiervoor bedoelde kantoor- en dienstverlenende functies. 3.6.2 Voorwaarden Afwijken van de gebruiksregels op basis van artikel 3.6.1 is slechts toegestaan indien de te ontplooien bedrijfsactiviteit: a. geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het milieu oplevert; b. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer noch op de verkeersveiligheid; c. niet leidt tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden noch dat uit ruimtelijk ordeningsoogpunt de belangen van derden onevenredig worden geschaad en uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord is; en in geval van het toelaatbaar stellen van een risicovolle inrichting (art 3.6.1, sub c ) in aanvulling op het voorgaande: d. geen (beperkte) kwetsbare objecten binnen de plaatsgebonden risicocontour (10-6) zijn gelegen c.q. komen te liggen; e. indien sprake is van een toename van het groepsrisico, daarover een verantwoording van het groepsrisico plaatsvindt. 3.6.3 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
12
Gemeente Kerkrade
Artikel 4 Cultuur en ontspanning 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. megabioscoop, bestaande uit maximaal 10 zalen en maximaal 1.800 zitplaatsen; b. activiteiten gericht op Sport & Leisure, waaronder in elk geval begrepen een bowlingbaan, indoorgolf, sporthal en een binnenspeeltuin; c. horeca tot en met categorie 3; met de daarbij behorende voorzieningen zoals: d. tuinen, erven en terreinen; e. verhardingen en (overdekte) parkeervoorzieningen; f. groenvoorzieningen; g. openbare nutsvoorzieningen; h. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c. de voorgevel dient in de naar de weg dan wel openbaar gebied gekeerde bouwgrens te worden gebouwd, dan wel evenwijdig daaraan op maximaal 1m daar achter; d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15m; e. de afstand van van een bedrijfsgebouw tot minimaal één zijdelingse bouwperceelsgrens en de achterste bouwperceelsgrens dient minimaal 5m te bedragen; f. (bedrijfs)woningen mogen niet worden gebouwd. 4.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen, met uitzondering van overkappingen, zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: 1. antennes, lichtmasten en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; 2. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1m en daar achter niet meer dan 2m mag bedragen; c. (vrijstaande) bouwwerken ten behoeve van reclameuitingen mogen niet worden gebouwd, behoudens gevelreclame; d. overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 4.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
13
Gemeente Kerkrade
4.3 Nadere eisen 4.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 4.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd. 4.4 Afwijken van de bouwregels 4.4.1 Terreinafscheidingen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.3, teneinde ten behoeve van terreinafscheidingen een grotere hoogte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden. 4.4.2 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 4.5 Specifieke gebruiksregels 4.5.1 Gebruik De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 4.1 omschreven bestemming. 4.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. wonen; b. risicovolle inrichting; c. geluidshinderlijke inrichting; d. detailhandel, anders dan aan de hoofdfunctie onderschikte detailhandel; e. opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik; f. zelfstandig kantoor; g. een coffeeshop, headshop, ecoshop, growshop, smartshop, softdrugswinkel en/of speelautomatenhal; h. een sexinrichting; i. buitenpandige opslag.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
14
Gemeente Kerkrade
Artikel 5 Gemengd 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. perifere detailhandel; b. grootschalige detailhandel, gerelateerd aan het thema Sport & Leisure; c. bedrijven uit categorie A en B, zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijf (bijlage 1 bij deze regels), evenwel uitsluitend voor zover de bedrijven niet zijn aan te merken als: 1. risicovolle inrichting; 2. geluidshinderlijke inrichting; d. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens statische opslag in de vorm van selfstorage; e. kantoren, deel uitmakend van, ondersteunend aan, c.q. ten dienste van maar ondergeschikt aan de bedrijven genoemd onder a t/m d; f. inpandige horeca van categorie 6, met dien verstande dat de oppervlakte per vestiging niet meer dan 10% van de brutovloeroppervlakte van de detailhandelsvestiging bedraagt, tot een maximum oppervlakte van van 150 m2 per vestiging; met de daarbij behorende voorzieningen zoals: g. tuinen, erven en terreinen; h. verhardingen en parkeervoorzieningen; i. straatmeubilair; j. groenvoorzieningen; k. openbare nutsvoorzieningen; l. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater.
5.2 Bouwregels 5.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c. de voorgevel dient in de naar de weg dan wel openbaar gebied gekeerde bouwgrens te worden gebouwd; d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12m; e. (bedrijfs)woningen mogen niet worden gebouwd. 5.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: 1. antennes, lichtmasten en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; 2. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1m en daar achter niet meer dan 2m mag bedragen; c. (vrijstaande) bouwwerken ten behoeve van reclameuitingen mogen niet worden gebouwd, behoudens gevelreclame. 5.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
15
Gemeente Kerkrade
worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 5.3 Nadere eisen 5.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 5.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd. 5.4 Afwijken van de bouwregels 5.4.1 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2, teneinde ten behoeve van bouwwerken ten dienste van het openbaar nut een groter(e) hoogte en/of oppervlakte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen. 5.4.2 Terreinafscheidingen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3, teneinde ten behoeve van terreinafscheidingen een grotere hoogte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden. 5.4.3 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 5.5 Specifieke gebruiksregels 5.5.1 Gebruik De voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 5.1 omschreven bestemming, met dien verstande dat: a. ten aanzien van detailhandel als bedoeld in artikel 5.1, sub a en b geldt dat de brutovloeroppervlakte per vestiging minimaal 1.000 m² dient te bedragen; BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
16
Gemeente Kerkrade
b. de totale brutovloeroppervlakte aan bouwmarkten en detailhandel in dier- en tuinbenodigdheden gezamenlijk niet meer mag bedragen dan 35.000 m²; c. ten aanzien van detailhandel gericht op woninginrichting en -stoffering geldt dat uitsluitend bestaande detailhandelsvestigingen zijn toegestaan die zich (hoofdzakelijk) richten op woninginrichting en -stoffering; d. geen detailhandel is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'opslag'; e. detailhandel als bedoeld in artikel 5.1, sub a en b is uitsluitend toegestaan op de begane grondlaag, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1, waar detailhandel op de 1e verdieping is toegestaan. f. detailhandel in vuurwerk niet is toegestaan, behoudens detailhandel in verpakt consumentenvuurwerk met een opslag van maximaal 10 ton. 5.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. wonen; b. buitenpandige opslag, behoudens bestaande buitenpandige uitstalling van het verkoopassortiment; c. zelfstandige kantoren; d. supermarkt; e. detailhandel, anders dan bedoeld in artikel 5.1, sub a en b; f. een coffeeshop, headshop, ecoshop, growshop, smartshop, softdrugswinkel en/of speelautomatenhal; g. een sexinrichting; h. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, al dan niet inclusief lpg.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
17
Gemeente Kerkrade
Artikel 6 Gemengd - Stadion 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Gemengd - Stadion’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een voetbalstadion met de daarbij behorende voorzieningen, zoals onder meer tribunes, kleedruimtes, trainings- en behandelingsfaciliteiten, staf- en personeelsruimten, ontvangst- en businessruimten en kantoorruimten en verkoop van merchandise, een en ander ten dienste van het voetbalstadion; b. grootschalige detailhandel, gerelateerd aan het thema Sport & Leisure; c. activiteiten gericht op het thema Sport & Leisure, waaronder begrepen dienstverlening op het gebied van (para)medische gezondheidszorg (health); d. een speelgoedwinkel met een brutovloeroppervlakte van maximaal 1.500m²; e. bedrijven van categorie 1 tot en met 3.1, zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein (bijlage 2 bij deze regels), evenwel uitsluitend voor zover de bedrijven niet zijn aan te merken als: 1. risicovolle inrichting; 2. geluidshinderlijke inrichting; f. een supermarkt met een brutovloeroppervlak van minimaal 3.500 m² en maximaal 4.000m²; g. horeca tot en met categorie 5, tot maximaal 20% van het brutovloeroppervlak; h. kantoren, deel uitmakend van, ondersteunend aan, c.q. ten dienste van maar ondergeschikt aan de bedrijven genoemd onder a t/m g; met de daarbij behorende voorzieningen zoals: i. tuinen, erven en terreinen; j. verhardingen en (overdekte) parkeervoorzieningen; k. groenvoorzieningen; l. openbare nutsvoorzieningen; m. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater. 6.2 Bouwregels 6.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 25m. 6.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: 1. antennes en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; 2. lichtmasten, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 45m mag bedragen; 3. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1m en daar achter niet meer dan 2m mag bedragen; c. (vrijstaande) bouwwerken ten behoeve van reclameuitingen mogen niet worden gebouwd, behoudens gevelreclame. 6.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
18
Gemeente Kerkrade
worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 6.3 Nadere eisen 6.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 6.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd. 6.4 Afwijken van de bouwregels 6.4.1 Terreinafscheidingen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.3, teneinde ten behoeve van terreinafscheidingen een grotere hoogte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden. 6.4.2 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 6.5 Specifieke gebruiksregels 6.5.1 Gebruik De voor 'Gemengd - Stadion' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 6.1 omschreven bestemming, met dien verstande dat: a. ten aanzien van detailhandel als bedoeld in artikel 6.1, sub b geldt dat de brutovloeroppervlakte per vestiging minimaal 1.000 m² dient te bedragen; b. detailhandel als bedoeld in artikel 6.1, sub b en d uitsluitend is toegestaan op de begane grondlaag; c. de brutovloeroppervlakte aan bedrijven en detailhandel als bedoeld in artikel 6.1 onder b, c en d tezamen niet meer mag bedragen dan 14.000 m² en dat daarvan niet meer dan 50% mag worden gebruikt voor detailhandel. 6.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. wonen; b. risicovolle inrichting; BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
19
Gemeente Kerkrade
c. d. e. f. g. h. i.
detailhandel, anders dan bedoeld in 6.1; opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik; zelfstandig kantoor; een coffeeshop, headshop, ecoshop, growshop, smartshop en/of softdrugswinkel een sexinrichting; verkooppunt voor motorbrandstoffen, al dan niet inclusief lpg; buitenpandige opslag.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
20
Gemeente Kerkrade
Artikel 7 Groen 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen in de vorm van parken, plantsoenen, houtopstanden en groenstroken; b. water- en vijverpartijen; c. hondenuitlaatplaatsen; met de daarbij behorende voorzieningen, zoals: d. verhardingen ten behoeve van voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen; e. speelvoorzieningen; f. straatmeubilair; g. openbare nutsvoorzieningen; h. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater. 7.2 Bouwregels 7.2.1 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: a. antennes en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; b. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2m mag bedragen; c. speelvoorzieningen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5m mag bedragen. 7.2.3 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 7.3 Nadere eisen 7.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 7.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
21
Gemeente Kerkrade
7.4 Afwijken van de bouwregels 7.4.1 Groter(e) oppervlak en of hoogte Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.1 en 7.2.2 teneinde ten behoeve van een dergelijk gebouw/bouwwerk een groter(e) oppervlak en/of hoogte toe te staan, mits met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen. 7.4.2 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 7.5 Specifieke gebruiksregels 7.5.1 Gebruik De voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 7.1 omschreven bestemming. 7.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
22
Gemeente Kerkrade
Artikel 8 Horeca 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca van categorie 1 t/m 3; met de daarbij behorende voorzieningen zoals: b. tuinen, erven en terreinen; c. verhardingen en parkeervoorzieningen; d. straatmeubilair; e. groenvoorzieningen; f. openbare nutsvoorzieningen; g. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater. 8.2 Bouwregels 8.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. c. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 9m bedragen. d. De voorgevel van een hoofdgebouw dient in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd, dan wel evenwijdig daaraan op maximaal 1m daarachter. 8.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen, met uitzondering van overkappingen, zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: 1. antennes, lichtmasten en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; 2. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1m en daar achter niet meer dan 2m mag bedragen; c. (vrijstaande) bouwwerken ten behoeve van reclameuitingen mogen niet worden gebouwd, behoudens gevelreclame; d. overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 8.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
23
Gemeente Kerkrade
8.3 Nadere eisen 8.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 8.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd.
8.4 Afwijken van de bouwregels 8.4.1 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.2, teneinde ten behoeve van bouwwerken ten dienste van het openbaar nut een groter(e) hoogte en/of oppervlakte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen. 8.4.2 Terreinafscheidingen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3 onder b, teneinde ten behoeve van terreinafscheidingen een grotere hoogte toe te staan, mits met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden. 8.4.3 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd.
8.5 Specifieke gebruiksregels 8.5.1 Gebruik De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 8.1 omschreven bestemming. 8.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. wonen; BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
24
Gemeente Kerkrade
b. buitenpandige opslag; c. een coffeeshop, headshop, ecoshop, growshop, smartshop, softdrugswinkel en/of speelautomatenhal; d. een sexinrichting.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
25
Gemeente Kerkrade
Artikel 9 Verkeer 9.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, bestaande uit maximaal twee rijstroken; b. voet- en fietspaden; c. verblijfsdoeleinden; d. parkeervoorzieningen; e. geluidwerende voorzieningen; f. groenvoorzieningen; g. openbare nutsvoorzieningen; h. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater; met de daarbij behorende kunstwerken, speel- en straatmeubilair en overige voorzieningen ten behoeve van of ten dienste van het wegverkeer. 9.2 Bouwregels 9.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3m. b. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 25m². 9.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen. 9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: a. antennes en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; b. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2m mag bedragen. 9.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 9.3 Nadere eisen 9.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
26
Gemeente Kerkrade
9.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd. 9.4 Afwijken van de bouwregels 9.4.1 Groter(e) oppervlak en/of hoogte Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1, 9.2.2 en 9.2.3 teneinde ten behoeve van een gebouw en bouwwerken een groter(e) oppervlak en/of hoogte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen. 9.4.2 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 9.5 Specifieke gebruiksregels 9.5.1 Gebruik De voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 9.1 omschreven bestemming. 9.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; c. buitenopslag en -stalling van goederen, al dan niet bestemd voor verkoop; d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, al dan niet inclusief lpg.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
27
Gemeente Kerkrade
Artikel 10 Verkeer - Parkeerterrein 10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. parkeervoorzieningen, alsmede voorzieningen ter ontsluiting daarvan; b. groenvoorzieningen; c. openbare nutsvoorzieningen; d. voorzieningen voor het vasthouden (infiltratie), bergen en afvoeren van hemelwater; met de daarbij behorende kunstwerken, speel- en straatmeubilair en overige voorzieningen ten behoeve van of ten dienste van het wegverkeer. 10.2 Bouwregels 10.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3m. b. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 25m². 10.2.2 Bouwwerken ten dienste van het openbaar nut De bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken ten dienste van het openbaar nut mag maximaal 3m respectievelijk 25m² bedragen, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en voor verlichting, waarvan de bouwhoogte maximaal 12m mag bedragen. 10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3m bedragen, met uitzondering van: a. antennes en vlaggenmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 8m mag bedragen; b. terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2m mag bedragen; c. reclameuitingen mogen niet worden gebouwd, behoudens ter vervanging van bestaande, vergunde reclameuitingen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 14.1; 10.2.4 Voorschriften aan vergunning met het oog op archeologische vondsten Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 11 (Waarde - Archeologie 2) van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van een opgraving; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 10.3 Nadere eisen 10.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering en maatvoering van de bebouwing indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, dan wel indien zulks noodzakelijk is in verband met de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; b. de situering en maatvoering van de bebouwing ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld ter plaatse; c. te treffen waterhuishoudkundige voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 10.3.2 Procedure Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 18.1.1 opgenomen procedure gevolgd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
28
Gemeente Kerkrade
10.4 Afwijken van de bouwregels 10.4.1 Groter(e) oppervlak en/of hoogte Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1, 10.2.2 en 10.2.3 teneinde ten behoeve van een gebouw en bouwwerken een groter(e) oppervlak en/of hoogte toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt mogen de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen. 10.4.2 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 18.1.2 opgenomen procedure gevolgd. 10.5 Specifieke gebruiksregels 10.5.1 Gebruik De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebruikt conform de in 10.1 omschreven bestemming. 10.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; c. buitenopslag en -stalling van goederen, al dan niet bestemd voor verkoop; d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, al dan niet inclusief lpg.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
29
Gemeente Kerkrade
Artikel 11 Waarde - Archeologie 2 11.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Waarde - Archeologie 2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden, c.q gelden als archeologisch verwachtingsgebied. 11.2 Bouwregels 11.2.1 Vaststellen archeologische waarde De aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwwerken ten behoeve van andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen, overlegt een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld. 11.2.2 Verlenen vergunning Het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in 11.2.1 genoegzaam blijkt dat: a. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; b. schade door bouwactiviteiten kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften, dan wel; c. nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden zijn veiliggesteld. 11.2.3 Voorschriften aan vergunning In de situatie als bedoeld in 11.2.2 onder b kan het bevoegd gezag voorschriften aan de vergunning verbinden, gericht op: a. het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 11.2.4 Toevalsvondsten Indien het bepaalde in 11.2.3, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. 11.2.5 Vaststellen archeologische waarde niet nodig Het bepaalde in 11.2.1 tot en met 11.2.4 is niet van toepassing indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op bouwwerken: a. waarvan het te bebouwen oppervlak een omvang heeft van maximaal 100m²; b. waarvan het te bebouwen oppervlak een omvang heeft van meer dan 100m², maar waarvoor geen bodemingrepen dieper dan 40 centimeter beneden maaiveld noodzakelijk zijn. 11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 11.3.1 Vergunningplicht Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag, op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage; b. het verlagen of verhogen van het waterpeil; c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
30
Gemeente Kerkrade
11.3.2 Vaststellen archeologische waarde De aanvrager van een vergunning, als bedoeld in 11.3.1, overlegt een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld. 11.3.3 Verlenen vergunning Het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in 11.3.2 genoegzaam blijkt dat: a. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad; b. schade door de werkzaamheden of werken kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de vergunning verbonden voorschriften, dan wel; c. nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden zijn veiliggesteld. 11.3.4 Voorschriften aan vergunning In de situatie als bedoeld in 11.3.3, onder b, kan het bevoegd gezag voorschriften aan de vergunning verbinden, gericht op: a. het treffen van maatregelen door een ter zake deskundige waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. het begeleiden van de activiteiten door een archeologisch deskundige. 11.3.5 Toevalsvondsten Indien het bepaalde in 11.3.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken. 11.3.6 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 11.3.1 is niet van toepassing indien: a. op basis van eerder onderzoek is aangetoond dat de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. de werken en/of werkzaamheden: 1. worden uitgevoerd voor het realiseren van een bouwwerk waarop 11.2.1 van toepassing is; 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning of een ontgrondingsvergunning; 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van dit plan; 4. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden, water daaronder begrepen, alsmede van de daarin gelegen ondergrondse leidingen. Onder normaal onderhoud wordt tevens verstaan het in hetzelfde weg- of leidingentracé vervangen van het bestaande wegdek met ondergrond alsmede van bestaande ondergrondse leidingen; c. de werken en/of werkzaamheden ten dienste van het archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; d. de werken en/of werkzaamheden betrekking hebben op een grondoppervlak tot ten hoogste 100m². 11.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk 11.4.1 Vergunningplicht Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, bouwwerken te slopen. 11.4.2 Vaststellen archeologische waarde De aanvrager van een vergunning, als bedoeld in 11.4.1 overlegt een rapport waarin de archeologische waarde van de locatie van het te slopen bouwwerk, in voldoende mate is vastgesteld. 11.4.3 Verlenen vergunning Het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in 11.4.2 genoegzaam blijkt dat: a. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen worden geschaad;
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
31
Gemeente Kerkrade
b. schade door slopen kan worden voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in acht nemen van aan de vergunning verbonden voorschriften, dan wel; c. nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden zijn veiliggesteld. 11.4.4 Voorschriften aan vergunning In de situatie als bedoeld in 11.4.3, onder b, kan het bevoegd gezag voorschriften aan de vergunning verbinden, gericht op: a. het treffen van maatregelen door een ter zake deskundige waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen door een ter zake deskundige; c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige. 11.4.5 Toevalsvondsten Indien het bepaalde in 11.4.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken. 11.4.6 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 11.4.1 is niet van toepassing indien: a. het slopen wordt uitgevoerd voor, c.q. voorafgaand aan het realiseren van een bouwwerk waarop 11.2.1 van toepassing is; b. op basis van eerder onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel door een ter zake deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad; c. de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; d. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologische deskundige dat ten behoeve van de sloopwerkzaamheden geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 nodig is; a. de sloopwerkzaamheden een oppervlakte beslaan van maximaal 100m²; b. de sloopwerkzaamheden een oppervlakte beslaan van meer dan 100m², maar daarvoor geen bodemingrepen dieper dan 40 centimeter beneden maaiveld noodzakelijk zijn.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
32
Gemeente Kerkrade
Artikel 12 Waterstaat - Waterbergingsgebied 12.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor tijdelijke opvang en infiltratie van hemelwater. 12.2 Bouwregels In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 2 m worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming. 12.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2 en toestaan dat overeenkomstig de onderliggende bestemmingen wordt gebouwd, mits de bebouwing niet leidt tot een onevenredige vermindering c.q. verslechtering van het waterbergend vermogen van de gronden. 12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 12.4.1 Vergunningplicht Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m²; b. het ophogen en/of egaliseren van gronden. 12.4.2 Toepassingscriteria De in artikel 12.4.1 bedoelde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden (per saldo) niet leiden tot een onevenredige vermindering c.q. verslechtering van het waterbergend vermogen van de gronden.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
33
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 13 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
34
Gemeente Kerkrade
Artikel 14 Algemene bouwregels 14.1 Bestaande afstanden en maten 14.1.1 Bestaande grotere afstanden en maten Indien afstanden tot, goot- en bouwhoogten en inhoud van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden. 14.1.2 Bestaande kleinere afstanden en maten In die gevallen dat afstanden tot, goot- en bouwhoogten en inhoud van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden. 14.1.3 Heroprichting gebouwen In geval van heroprichting van bouwwerken is het bepaalde in 14.1.1 en 14.1.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats. 14.2 Ondergeschikte bouwdelen De grenzen van de op de verbeelding opgenomen bouwvlakken mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke, met dien verstande dat de diepte gemeten vanaf de bouw(vlak)grens maximaal 1,50m mag bedragen en de breedte maximaal 50% van de breedte van het gebouw mag bedragen. 14.3 Reclamemasten Binnen het plangebied mogen maximaal 2 reclamemasten worden gebouwd, met een maximale bouwhoogte van 30 meter;
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
35
Gemeente Kerkrade
Artikel 15 Algemene aanduidingsregels 15.1 'geluidzone - industrie 1' 15.1.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 1' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd, tenzij daarvoor door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde is vastgesteld. 15.2 'geluidzone - industrie 2' 15.2.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie 2' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd, tenzij daarvoor door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde is vastgesteld. 15.3 'geluidzone - industrie 3' 15.3.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd, tenzij daarvoor door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde is vastgesteld. 15.4 'veiligheidszone - lpg 1' 15.4.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 1' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd. 15.5 veiligheidszone - lpg 2 15.5.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 2' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd. 15.5.2 Omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in artikel 15.5.1, met dien verstande dat: a. Het betreffende (beperkt) kwetsbare object niet wordt gerealiseerd binnen de plaatsgebonden risicocontour (10-6); b. indien sprake is van een toename van het groepsrisico, daarover verantwoording plaatsvindt. 15.6 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' 15.6.1 Verbod Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd. 15.6.2 Omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in artikel 15.6.1, met dien verstande dat: a. Het betreffende (beperkt) kwetsbare object niet wordt gerealiseerd binnen de plaatsgebonden risicocontour (10-6); b. indien sprake is van een toename van het groepsrisico, daarover verantwoording plaatsvindt.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
36
Gemeente Kerkrade
Artikel 16 Algemene afwijkingsregels 16.1 Algemene afwijkingsbevoegdheid 16.1.1 Overschrijden grenzen bouwvlak Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in de regels bepaalde ten aanzien van het bouwen van hoofdgebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door aan de begane grondlaag aangebrachte erkers, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1m en de breedte van de erker maximaal 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw bedraagt waaraan de erker wordt gebouwd, met een maximumbreedte van 3,5m. 16.1.2 Beeldhouwwerken Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in de regels bepaalde voor het oprichten van beeldhouwwerken en andere objecten van beeldende kunst. 16.1.3 10%-regeling Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning af te wijken van de in de regels genoemde maten, aantallen en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en uit ruimtelijk ordeningsoogpunt de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad. 16.1.4 Procedure Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 21.1.2 opgenomen procedure gevolgd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
37
Gemeente Kerkrade
Artikel 17 Algemene wijzigingsregels 17.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid 17.1.1 Begrenzing bouwvlak Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het beloop van de begrenzing van de aangeduide bouwvlakken, beperkt te wijzigen, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen; d. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast; e. de brand-, verkeers- en openbare veiligheid mogen niet in het gedrang komen. 17.1.2 Bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingsgrenzen met maximaal 5m te verschuiven, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad; b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden; c. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen; d. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast; e. de brand-, verkeers- en openbare veiligheid mogen niet in het gedrang komen. 17.1.3 Archeologische waarden Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat: a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld. 17.1.4 Toekennen dubbelbestemming archeologie a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan gronden de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' toe te kennen indien daar op basis van archeologisch onderzoek aanleiding voor bestaat ter bescherming van te verwachten archeologische waarden. 17.1.5 Procedure Bij het wijzigen van het plan op basis van het in dit artikel bepaalde wordt de in artikel 21.1.3 opgenomen procedure gevolgd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
38
Gemeente Kerkrade
Artikel 18 Algemene procedureregels 18.1 Procedures 18.1.1 Nadere eisen Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen: a. het ontwerp-besluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende zes weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie; b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid; c. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders; d. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed; e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede. 18.1.2 Afwijkingsbevoegdheden Bij een afwijking van het bestemmingsplan op basis van een afwijkingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing. 18.1.3 Wijzigingsbevoegdheid Bij een wijziging van het bestemmingsplan op basis van een wijzigingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. 18.2 Voorwaarden Alvorens tot afwijking of wijziging als bedoeld in respectievelijk artikel 16 en 17 te besluiten, dient in voorkomend geval aangetoond te zijn, dat: a. sectorale aspecten, zoals geluid, bodem, lucht, water en flora & fauna geen belemmering opleveren, c.q. dat de daarvoor geldende normen niet zullen worden overschreden; b. afwijking of wijziging uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord is.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
39
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 19 Overgangsrecht 19.1 Bouwwerken 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 19.2 Gebruik 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
40
Gemeente Kerkrade
Artikel 20 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Rodaboulevard. Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente Kerkrade, d.d...................................... De voorzitter,
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
De griffier,
41
Bestemmingsplan Kerkrade West III; REGELS (ontwerp)
Bijlage: Staat van bedrijfsactiviteiten SBI-code
SBI-code
OMSCHRIJVING
cat.
2008 15 151 1552 1581
10,11 101 1052 1071
10821 10821
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. <200 m² Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m² Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg meel/week Cacao- en chocoladefabrieken – vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m² Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² Vervaardiging van wijn, cider e.d.
1584
10821
1584 1584
B B B
17 174,175 176,177
13 139 139,143
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Vervaardiging van textielwaren B Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B
18
14
181 182
141 141
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en –toebehoren (excl. van leer)
B C
20 203, 204,205
16
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING VAN ARTIKELEN VAN
162
205
162,902
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. <200 m² Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B B
22
58
2222.6 2223 2223 2224 2225 223
18129 1814 1814 1813 1814 182
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media
B A B B B A
24 2442
20 2120
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN Farmaceutische productenfabrieken: verbandmiddelenfabriek
C
26 23 2615 231 262, 263 232, 234
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: -vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW Natuursteenbewerkingsbedrijven: - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B B B
B B
267
237
2681
2391
28 281 284 2852 287
25 VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL 251,331 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² 255,331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m² 2562,3311 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² 259,331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
B B B B
30 30
26,28,33 26,28,33
B
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
Gemeente Kerkrade - afdeling Ruimtelijke Ordening
B B
Bestemmingsplan Kerkrade West III; REGELS (ontwerp)
33 33
26,32,33 26,32,33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.
36 361 362 363 3663.1
31 9524 321 322 32991
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sociale werkvoorziening
A B B B
45 45
41,42,43 41,42,43
BOUWNIJVERHEID Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. < 1.000 m²
B
50 501,502, 504 5020.4 5020.5 503,504
45,47 451,452 454 45204 45205 453
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO’S EN MOTORFIETSEN;
51 5134 5135 5136 5137 514 5154 5156 518 519
46 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 4634 Grth in dranken 4635 Grth in tabaksproducten 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 464,46733 Grth in overige consumentenartikelen 4674,5154 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur 4676 Grth in overige intermediaire goederen 466 Grth in machines en apparaten, exclusief machines voor de bouwnijverheid 466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
C C
55 5552
55 562
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
B
60 6022
49 493
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven
B
64 641 642 642
53 531, 532 61 61
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven Zendinstallaties; FM en TV
C A B
71 711 712 713 714
77 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES EN AN-DERE 7711 personenautoverhuurbedrijven 7712,7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto’s) 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
B C C C
72 72 72
62 62 58, 63
A B
74
7481.3 7484.4
63,69t/m71, 73,74,77,78, 80t/m82 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 82992 Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
93
96
Handel in auto’s en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie- bureau’s e.d. Datacentra
OVERIGE DIENSTVERLENING
Gemeente Kerkrade - afdeling Ruimtelijke Ordening
B A B B
C C C C C C C
C A
Bestemmingsplan Kerkrade West III; REGELS (ontwerp)
9301.3 9301.3 9302 9303 9304 9305
96013 Wasverzendinrichtingen 96013 Wasserettes, wassalons 9602 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 9603 Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra 9313,9604 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 9609 Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
Afkortingen:
v.c. < p.o. b.o. e.d. n.e.g. excl. incl.
verwerkingscapaciteit kleiner dan productieoppervlak bedrijfsoppervlak en dergelijke niet elders genoemd exclusief inclusief
Gemeente Kerkrade - afdeling Ruimtelijke Ordening
B A A A B A
Gemeente Kerkrade
Bijlage 2 bij de regels: Staat van bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein Inleiding Voornaamste criterium voor het al dan niet toelaten van bedrijfsactiviteiten is dat bedrijven qua omvang en aard passen binnen hun omgeving, geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen kan plaatsvinden en geen onevenredige vergroting van de milieubelasting optreedt. Indeling De Staat van bedrijfsactiviteiten – Bedrijventerrein omvat de bedrijfstypen met de desbetreffende SBIcodes. Voor elk bedrijfstype zijn kenmerken zoals afstanden tot een rustige woonwijk weergegeven. De weergegeven kenmerken zijn van toepassing op ‘gemiddelde’, moderne bedrijven binnen een bedrijfstype. Hierbij is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaarde normen houden. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gekozen: -
Het betreft ‘gemiddelde’ nieuwe bedrijven met voor nieuwe bedrijven gangbare voorzieningen binnen het gedefinieerde bedrijfstype.
-
Het betreft woningen in een rustige woonwijk met weinig verkeer.
De afstand geldt in principe tussen de perceelgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning. De volgende afstanden worden gehanteerd: 10, 30, 50, 100, 200, 300, 500, 700, 1000, 1500m. Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter C van continu opgenomen. Hiermee is dan aangegeven dat de meeste bedrijven binnen het desbetreffende bedrijfstype continu dag en nacht in bedrijf zijn met die activiteiten die (mede) bepalend zijn voor het geluidniveau. Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter Z van zonering opgenomen. Dit betreft bedrijven die zeer veel geluid produceren en als zodanig in het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen. De afstand voor het gevaar houdt verband met de mogelijke gevolgen van brand, explosies en de verspreiding van schadelijke stoffen voor mensen in de omgeving van bedrijven. Dit gevaar staat gelijk aan het begrip ‘externe veiligheid’. Grootste afstand In een aparte kolom is de grootste afstand voor geur, stof, geluid en gevaar in de staat opgenomen. Van deze grootste afstand is de zogenaamde categorie afgeleid.
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Gemeente Kerkrade
Categorie De zogenaamde categorie loopt uiteen van 1 tot en met 6 en is direct afgeleid van de grootste afstand: -
categorie 1: grootste afstand 0 of 10 m;
-
categorie 2: grootste afstand 30 m;
-
categorie 3.1 en 3.2: grootste afstand 50 en 100 m;
-
categorie 4.1 en 4.2: grootste afstand 200 en 300 m;
-
categorie 5.1, 5.2. en 5.3: grootste afstand 500, 700 of 1000 m;
-
categorie 6: grootste afstand 1500 m.
Toevoeging letter D: divers Bij de bepaling van de afstanden voor de onderscheiden bedrijfstypen is telkens uitgegaan van een ‘gemiddeld’ modern, nieuw bedrijf met gebruikelijke voorzieningen. Er zijn echter ook bedrijfstypen, waar binnen individuele bedrijven een grote diversiteit bestaat. Dit dient tot uitdrukking in de afstanden te komen. In die gevallen is in de staat de letter D van ‘divers’ opgenomen. Indices voor verkeer en visuele hinder De aspecten verkeersaantrekkende werking en visuele hinder zijn kwalitatief beoordeeld en weergegeven met een index. De index loopt uiteen van 1 tot en met 3, met de volgende betekenis: 1: potentieel geen of geringe emissie of hinder; 2: potentieel aanzienlijke emissie of hinder; 3: potentieel zeer ernstige emissie of hinder. Daarbij is bij verkeer onderscheid gemaakt tussen goederenvervoer (G) en personenvervoer (P). Indices bodem B. bodemverontreiniging De letter B is opgenomen indien een gemiddeld bedrijf binnen het genoemde bedrijfstype een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. Indices lucht L: luchtverontreiniging Uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht kan in planologisch opzicht relevant zijn. Indien dit aspect relevant kan zijn in relatie tot de in de staat genoemde grootste afstand, is de letter L vermeld. Er kunnen dan overwegingen zijn om de genoemde afstand te verhogen. Gebruikte afkortingen De volgende afkortingen worden in de staat gebruikt: -
niet van toepassing of niet relevant
<
kleiner dan
>
groter
=
gelijk aan
cat
categorie
e.d.
en dergelijke
kI,
klasse
n.e.g. niet elders genoemd o.c.
opslagcapaciteit
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Gemeente Kerkrade
p.c.
productiecapaciteit
p.o.
productieoppervlak
b.o.
bedrijfsoppervlak
v.c.
verwerkingscapaciteit
u
uur
d
dag
w
week
j
jaar
B
bodemverontreiniging
C
continu
D
divers
L
luchtverontreiniging
Z
zonering
R
risico (besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
V
vuurwerkbesluit van toepassing
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Gemeente Kerkrade
101, 102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101, 102
1
- slachterijen en pluimveeslachterijen
100
0
100
C
50
R
100
151
101
4
100
0
100
C
50
R
151
101
5
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²
50
0
50
C
151
101
6
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
30
0
151
101, 102
7
50
151
108
8
- loonslachterijen - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-enklaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²
152
102
0
Visverwerkingsbedrijven:
152
102
2
152
102
152
GEVAAR
GELUID
STOF
3.2
2 G
1
100
3.2
2 G
2
30
50
3.1
1 G
1
50
10
50
3.1
1 G
1
0
50
10
50
3.1
1 G
1
50
0
50
10
50
3.1
2 G
1
- conserveren
200
0
100
30
200
4.1
2 G
2
5
- verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²
100
10
50
30
100
3.2
1 G
1
102
6
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
50
10
30
10
50
3.1
1 G
1
1531
1031
0
Aardappelprodukten fabrieken:
1531
1031
2
- vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
50
10
50
50
50
3.1
1 G
1
1532, 1533
1032, 1039
0
Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533
1032, 1039
1
- jam
50
10
100
C
10
100
3.2
1 G
1
1532, 1533
1032, 1039
2
- groente algemeen
50
10
100
C
10
100
3.2
2 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
R
D
LUCHT
151
BODEM
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
VISUEEL
-
VERKEER
10, 11
CATEGORIE
15
GEUR
INDICES
GROOTSTE AFSTAND
SBI-2008 -
nummer
OMSCHRIJVING
AFSTANDEN IN METERS
SBI-1993 -
Gemeente Kerkrade
1532, 1533
1032, 1039
3
100
10
100
C
10
0
- met koolsoorten Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
100
3.2
2 G
2
1541
104101
1541
104101
1
- p.c. < 250.000 t/j
200
30
100
C
30
R
200
4.1
3 G
2
B
1542
104102
0
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542
104102
1
- p.c. < 250.000 t/j
200
10
100
C
100
R
200
4.1
3 G
2
B
1543
1042
0
Margarinefabrieken:
1543
1042
1
- p.c. < 250.000 t/j
100
10
200
C
30
R
200
4.1
3 G
2
1551
1051
0
Zuivelprodukten fabrieken:
1551
1051
3
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
1
1552
1052
1
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
2
1552
1052
2
- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
10
0
30
30
2
1 G
1
1561
1061
0
Meelfabrieken:
1561
1061
2
- p.c. < 500 t/u
100
50
200
C
50
200
4.1
2 G
2
1561
1061
50
100
200
C
50
4.1
2 G
2
1562
1062
0
Zetmeelfabrieken:
1562
1062
1
- p.c. < 10 t/u
200
50
200
C
30
R
200
4.1
1 G
2
1562
1062
2
- p.c. >= 10 t/u
300
100
300
C
50
R
300
4.2
2 G
3
1571
1091
0
Veevoerfabrieken:
1571
1091
5
- mengvoeder, p.c. < 100 t/u
200
50
200
C
30
200
4.1
3 G
3
1572
1092
Vervaardiging van voer voor huisdieren
200
100
200
C
30
200
4.1
2 G
2
1581
1071
0
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581
1071
1
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
30
10
30
C
10
30
2
1 G
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Grutterswarenfabrieken
0
Z
R
200
D
Gemeente Kerkrade
1581
1071
- v.c. >= 7500 kg meel/week
100
30
100
C
30
100
3.2
2 G
2
1582
1072
Banket, biscuit- en koekfabrieken Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²
100
10
100
C
30
100
3.2
2 G
2
1584
10821
0
1584
10821
2
100
30
50
30
100
3.2
2 G
2
1584
10821
3
30
10
30
10
30
2
1 G
1
1584
10821
5
100
30
50
30
100
3.2
2 G
2
1584
10821
6
30
10
30
10
30
2
1 G
1
1585
1073
50
30
10
10
50
3.1
2 G
2
1586
1083
0
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586
1083
2
- theepakkerijen
100
10
30
10
100
3.2
2 G
1
1587
108401
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
200
30
50
10
200
4.1
2 G
1
1589
1089
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
200
30
50
30
200
4.1
2 G
2
1589.1
1089
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
200
50
50
50
200
4.1
2 G
2
1589.2
1089
0
Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2
1089
1
- zonder poederdrogen
100
10
50
10
100
3.2
2 G
2
1589.2
1089
2
- met poederdrogen
300
50
50
50
300
4.2
2 G
2
1589.2
1089
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
200
50
50
30
200
4.1
2 G
2
1592
110102
0
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
1592 1593 t/m 1595
110102
1
- p.c. < 5.000 t/j
200
30
200
C
30
200
4.1
1 G
2
1102 t/m 1104
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
10
0
30
C
0
30
2
1 G
1
1598
1107
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
10
0
100
100
3.2
3 G
2
16
12
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
2
Deegwarenfabrieken
-
50
R
R
R
R
R
D
Gemeente Kerkrade
16
12
-
VERWERKING VAN TABAK
160
120
17
13
-
17
13
-
171
131
172
132
0
Weven van textiel:
172
132
1
172
132
2
173
200
30
50
30
200
4.1
2 G
1
10
50
100
30
100
3.2
2 G
1
- aantal weefgetouwen < 50
10
10
100
0
100
3.2
2 G
1
- aantal weefgetouwen >= 50
10
30
300
50
300
4.2
3 G
2
133
Textielveredelingsbedrijven
50
0
50
10
50
3.1
2 G
2
174, 175
139
Vervaardiging van textielwaren
10
0
50
10
50
3.1
1 G
1
1751
1393
100
30
200
10
200
4.1
2 G
2
176, 177
139, 143
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
0
10
50
10
50
3.1
1 G
2
18
14
-
18
14
-
181
141
Vervaardiging kleding van leer
30
0
50
0
50
3.1
1 G
1
182
141
10
10
30
10
30
2
2 G
2
183
142, 151
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
50
10
10
10
50
3.1
1 G
1
19
19
-
19
15
-
192
151
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)
50
10
30
10
50
3.1
2 G
2
193
152
Schoenenfabrieken
50
10
50
10
50
3.1
2 G
1
20
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Tabakverwerkende industrie
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels
-
C
Z
B
B
L
B
L
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) D
Gemeente Kerkrade
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
20
16
2010.1
16101
2010.2
16102
0
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2
16102
1
- met creosootolie
2010.2
16102
2
- met zoutoplossingen
202
1621
203, 204, 205 162
0
203, 204, 205 162
1
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2
Houtzagerijen
50
100
50
100
3.2
2 G
2
200
30
50
10
200
4.1
2 G
2
B
10
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
100
30
100
10
100
3.2
3 G
2
B
0
30
100
0
100
3.2
2 G
2
0
30
50
0
50
3.1
1 G
1
10
10
30
0
30
2
1 G
1
200
100
200
C
50
R
200
4.1
3 G
2
50
30
50
C
30
R
50
3.1
1 G
2
100
50
200
C
50
R
200
4.1
2 G
2
30
30
100
C
30
R
100
3.2
2 G
2
30
R
100
3.2
2 G
2
30
R
200
4.1
2 G
2
100
3.2
3 G
2
205
162902
21
17
-
21
17
-
2111
1711
2112
1712
0
Papier- en kartonfabrieken:
2112
1712
1
- p.c. < 3 t/u
2112
1712
2
- p.c. 3 - 15 t/u
212
172
2121.2
17212
0
Golfkartonfabrieken:
2121.2
17212
1
- p.c. < 3 t/u
30
30
100
C
2121.2
17212
2
- p.c. >= 3 t/u
50
30
200
C
22
58
-
22
58
-
2221
1811
30
0
100
C
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
0
R
L
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIEREN KARTONWAREN Vervaardiging van pulp
Papier- en kartonwarenfabrieken
Z
Z
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Drukkerijen van dagbladen
10
B
L
Gemeente Kerkrade
2222
1812
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
30
0
100
10
100
3.2
3 G
2
B
2222.6
18129
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
10
0
30
0
30
2
1 P
1
B
2223
1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
1 G
1
2223
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2 G
1
2224
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2
2 G
1
B
2225
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
2
2 G
1
B
223
182
Reproduktiebedrijven opgenomen media
0
0
10
0
10
1
1 G
1
23
19
-
23
19
-
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
2320.2
19202
A
Smeeroliën- en vettenfabrieken
50
0
100
30
R
100
3.2
2 G
2
B
L
24
20
-
24
20
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2411
2011
0
Vervaardiging van industriële gassen:
2412
2012
200
0
200
C
200
R
200
4.1
3 G
3
B
L
2414.1
20141
B0 Methanolfabrieken:
2414.1
20141
B1 - p.c. < 100.000 t/j
100
0
200
C
100
R
200
4.1
2 G
2
B
2441
2110
0
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441
2110
1
- p.c. < 1.000 t/j
200
10
200
C
300
R
300
4.2
1 G
2
B
L
2442
2120
0
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
2120
1
- formulering en afvullen geneesmiddelen
50
10
50
50
R
50
3.1
2 G
1
B
L
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
30
2
2 G
1
2451
2041
300
100
200
300
4.2
3 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Kleur- en verfstoffenfabrieken
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
C
100
R
D
D
B
Gemeente Kerkrade
2452
2042
300
30
50
300
4.2
2 G
2
2462
2052
0
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462
2052
1
- zonder dierlijke grondstoffen
100
10
100
50
100
3.2
3 G
2
B
L
2464
205902
Fotochemische produktenfabrieken
50
10
100
50
R
100
3.2
3 G
2
B
L
2466
205903
A
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
50
10
50
50
R
50
3.1
3 G
2
B
2466
205903
B
Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.
200
30
100
200
R
200
4.1
2 G
2
B
25
22
-
25
22
-
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512
221102
0
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512
221102
1
- vloeropp. < 100 m2
50
10
30
30
50
3.1
1 G
1
2512
221102
2
- vloeropp. >= 100 m2
200
50
100
50
R
200
4.1
2 G
2
2513
2219
Rubber-artikelenfabrieken
100
10
50
50
R
100
3.2
1 G
2
252
222
0
Kunststofverwerkende bedrijven:
252
222
1
200
50
252
222
3
- zonder fenolharsen - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
100
100
R
200
4.1
2 G
2
50
30
50
30
50
3.1
2 G
1
26
23
-
26
23
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261
231
0
Glasfabrieken:
261
231
1
- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j
30
30
100
30
100
3.2
1 G
1
2615
231
Glasbewerkingsbedrijven
10
30
50
10
50
3.1
1 G
1
2681
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
10
30
50
10
50
3.1
1 G
2
2682
2399
A0 Bitumineuze materialenfabrieken:
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
C
C
50
R
D
D
D
L
B
L
Gemeente Kerkrade
2682
2399
B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
2682
2399
B2 - overige isolatiematerialen
27
24
-
28
25, 31
-
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281
251, 331
0
Constructiewerkplaatsen
281
251, 331
1
- gesloten gebouw
281
251, 331
1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2
2821
0
2822, 2830
2529, 3311 2521, 2530, 3311
284
255, 331
A
284
255, 331
B
284
255, 331
2851
2561, 3311
0
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2851
2561, 3311
1
- algemeen
2851
2561, 3311
2851
50
200
4.1
2 G
2
100
30
100
3.2
2 G
2
30
50
10
50
3.1
1 G
1
30
30
200
30
200
4.1
2 G
2
B
10
30
200
30
200
4.1
1 G
2
B
50
30
100
30
100
D
3.2
2 G
2
B
30
30
50
10
50
D
3.1
1 G
2
B
50
50
100
50
100
3.2
2 G
2
B
L
10 - stralen
30
200
200
30
200
D
4.1
2 G
2
B
L
2561, 3311
11 - metaalharden
30
50
100
50
100
D
3.2
1 G
2
B
2851
2561, 3311
12 - lakspuiten en moffelen
100
30
100
50
R
100
D
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
2
- scoperen (opspuiten van zink)
50
50
100
30
R
100
D
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
3
- thermisch verzinken
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
4
- thermisch vertinnen
100
50
100
50
100
3.2
2 G
2
B
L
2851
2561, 3311
5
- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
30
50
100
30
100
3.2
2 G
2
B
2851
2561, 3311
6
- anodiseren, eloxeren
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2
B
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
200
100
100
30
30
30
Tank- en reservoirbouwbedrijven: Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < B1 200 m2
C
B
Gemeente Kerkrade
2851
2561, 3311
7
- chemische oppervlaktebehandeling
50
10
100
30
100
3.2
2 G
2
B
2851
2561, 3311
8
- emailleren - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)
100
50
100
50
100
3.2
1 G
1
B
2851
2561, 3311
9
30
30
100
50
100
3.2
2 G
2
B
2852
2562, 3311
1
Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2
10
30
100
30
100
D
3.2
1 G
2
B
2852
2562, 3311
2
10
30
50
10
50
D
3.1
1 G
2
B
287
259, 331
A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287
259, 331
A1 - p.o. < 2.000 m2
30
50
200
30
200
4.1
2 G
2
B
287
259, 331
B
30
30
100
30
100
3.2
2 G
2
B
287
259, 331
B
30
30
50
10
50
3.1
1 G
2
B
29
27, 28, 33
-
29
27, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
27, 28, 33
0
Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
29
27, 28, 33
1
- p.o. < 2.000 m2
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
1
B
29
27, 28, 33
2
- p.o. >= 2.000 m2
50
30
200
30
200
D
4.1
3 G
2
B
30
26, 28, 33
-
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
30
10
30
10
30
2
1 G
1
31
26, 27, 33
-
31
26, 27, 33
-
311
271, 331
Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie
200
30
30
50
200
4.1
1 G
2
B
L
312
271, 273
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
200
10
30
50
200
4.1
1 G
2
B
L
313
273
Elektrische draad- en kabelfabrieken
100
10
200
100
4.1
2 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
R
L
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
R
200
D
L
Gemeente Kerkrade
314
272
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
100
30
100
50
100
3.2
2 G
2
316
293
32
26, 33
-
32
-
321 t/m 323
26, 33 261, 263, 264, 331
Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
1 G
1
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMAPPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie
30
0
50
30
50
3.1
2 G
1
B
3210
2612
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
50
3.1
1 G
2
B
33
26, 32, 33
-
33
26, 32, 33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
33
26, 32, 33
A
30
0
30
0
30
2
1 G
1
34
29
-
34
29
341
291
0
Autofabrieken en assemblagebedrijven
341
291
1
- p.o. < 10.000 m2
100
10
200
4.1
3 G
2
B
3420.1
29201
Carrosseriefabrieken
100
10
3420.2
29202
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
30
343
293
Auto-onderdelenfabrieken
35
30
-
35
30
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
301, 3315
1
- houten schepen
351
301, 3315
2
- kunststof schepen
354
309
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
D
B
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
C
30
R
200
200
30
R
200
4.1
2 G
2
B
10
200
30
200
4.1
2 G
2
B
30
10
100
30
100
3.2
2 G
2
30
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
100
50
100
50
R
100
3.2
2 G
1
B
30
10
100
30
R
100
3.2
2 G
2
B
R
D
L
Gemeente Kerkrade
355
3099
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
2
B
36
31
-
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
310
1
Meubelfabrieken
50
50
100
30
100
D
3.2
2 G
2
B
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
0
10
10
0
10
1
1 P
1
362
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
30
10
10
10
30
2
1 G
1
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
2 G
2
364
323
Sportartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
2
365
324
Speelgoedartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
2
3663.1
32991
Sociale werkvoorziening
0
30
30
0
30
2
1 P
1
3663.2
32999
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
30
10
50
30
50
3.1
2 G
2
40
35
40
35
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), D4 cat. B en C
0
0
30
C
10
30
2
1 P
1
40
35
D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D
0
0
50
C
50
50
3.1
1 P
1
41
36
-
41
36
-
41
36
A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
41
36
A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling
10
0
50
C
30
50
3.1
1 G
2
41
36
B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
36
B1 - < 1 MW
0
0
30
C
10
30
2
1 P
1
41
36
B2 - 1 - 15 MW
0
0
100
C
10
100
3.2
1 P
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
D
-
R
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
B
Gemeente Kerkrade
45
41, 42, 43
-
45
41, 42, 43
-
BOUWNIJVERHEID
45
41, 42, 43
0
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²
10
30
100
10
100
3.2
2 G
2
B
45
41, 42, 43
1
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²
10
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
45
41, 42, 43
2
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²
10
30
50
10
50
3.1
2 G
1
B
45
41, 42, 43
3
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
1
B
50
45, 47
-
50
45, 47
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
5020.4
45204
A
Autoplaatwerkerijen
10
30
100
10
100
3.2
1 G
1
5020.4
45204
B
Autobeklederijen
0
0
10
10
10
1
1 G
1
5020.4
45204
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
50
3.1
1 G
1
5020.5
45205
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
3 P
1
503, 504
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
10
30
2
1 P
1
51
46
-
51
46
-
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
5121
4621
0
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders
30
30
50
30
50
3.1
2 G
2
5122
4622
Grth in bloemen en planten
10
10
30
0
30
2
2 G
1
5123
4623
Grth in levende dieren
50
10
100
0
100
3.2
2 G
1
5124
4624
50
0
30
0
50
3.1
2 G
1
5125, 5131
46217, 4631
30
10
30
50
R
50
3.1
2 G
1
5132, 5133
4632, 4633
Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën
10
0
30
50
R
50
3.1
2 G
1
5134
4634
Grth in dranken
0
0
30
0
30
2
2 G
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
R
R
B
L
Gemeente Kerkrade
5135
4635
Grth in tabaksprodukten
10
0
30
0
30
2
2 G
1
5136
4636
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
2 G
1
5137
4637
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen
30
10
30
0
30
2
2 G
1
5138, 5139
4638, 4639
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
2 G
1
514
464, 46733
Grth in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
2 G
1
5148.7
46499
0
Grth in vuurwerk en munitie:
5148.7
46499
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
10
0
30
10
30
2
2 G
1
5151.1
46711
0
Grth in vaste brandstoffen:
5151.1
46711
1
- klein, lokaal verzorgingsgebied
10
50
50
30
50
3.1
2 P
2
5151.2
46712
0
Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5151.2
46712
1
- vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3
50
0
50
200
4.1
2 G
2
B
5151.3
46713
100
0
30
50
100
3.2
2 G
2
B
5152.1
46721
5152.2 /.3
46722, 46723
0
10
100
10
100
3.2
2 G
2
5153
4673
0
Grth in hout en bouwmaterialen:
5153
4673
1
- algemeen: b.o. > 2000 m²
0
10
50
10
50
3.1
2 G
2
5153
4673
2
- algemeen: b.o. <= 2000 m²
0
10
30
10
30
2
1 G
1
5153.4
46735
4
zand en grind:
5153.4
46735
5
- algemeen: b.o. > 200 m²
0
30
100
0
100
3.2
2 G
2
5153.4
46735
6
- algemeen: b.o. <= 200 m²
0
10
30
0
30
2
1 G
1
5154
4674
0
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
4674
1
- algemeen: b.o. > 2.000 m²
0
0
50
10
50
3.1
2 G
2
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 0
V
R
200
D
Grth in metaalertsen: Grth in metalen en -halffabrikaten
L
Gemeente Kerkrade
5154
4674
5155.1
- algemeen: b.o. < = 2.000 m²
0
0
30
0
2
1 G
1
46751
Grth in chemische produkten
50
10
30
100
R
100
3.2
2 G
2
5155.2
46752
Grth in kunstmeststoffen
30
30
30
30
R
30
2
1 G
1
5156
4676
Grth in overige intermediaire goederen
10
10
30
10
30
2
2 G
2
518
466
0
Grth in machines en apparaten:
518
466
1
- machines voor de bouwnijverheid
0
10
100
10
100
3.2
2 G
2
518
466
2
0
519
466, 469
- overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
10
50
0
50
3.1
2 G
1
0
0
30
0
30
2
2 G
1
52
47
-
52
47
-
5261
4791
Postorderbedrijven
0
0
50
0
50
3.1
2 G
1
527
952
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
0
0
10
10
10
1
1 P
1
55
55
-
55
55
-
5552
562
10
0
30
C
10
30
2
1 G/P
1
60
49
-
60
49
-
6021.1
493
Bus-, tram- en metrostations en -remises
0
10
100
C
0
100
3.2
2 P
2
6022
493
Taxibedrijven
0
0
30
C
0
30
2
2 P
1
6023
493
10
0
100
C
0
100
3.2
2 G
1
6024
494
0
0
0
100
C
30
100
3.2
3 G
1
6024
494
1
Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²
0
0
50
C
30
50
3.1
2 G
1
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
2
30 D
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
VERVOER OVER LAND D
B
Gemeente Kerkrade
61, 62
50, 51
-
63
52
-
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6312
52102, 52109
A
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
6312
52109
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
6321
5221
1
6321
5221
2
64
64
-
64
53
-
641
531, 532
642
61
A
642
61
642
61
B0 zendinstallaties: - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter B1 vermogen: onderzoek!)
642
61
642
61
65, 66, 67
64, 65, 66
-
70
41, 68
-
70
41, 68
-
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
70
41, 68
A
Verhuur van en handel in onroerend goed
71
77
-
71
77
-
711
7711
712
7712, 7739
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
30
10
50
C
50
0
0
30
C
10
Autoparkeerterreinen, parkeergarages
10
0
30
C
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
10
0
100
Post- en koeriersdiensten
0
0
Telecommunicatiebedrijven
0
R
50
D
3.1
2 G
2
30
2
2 G
1
0
30
2
3 P
1
C
30
100
3.2
2 G
1
30
C
0
30
2
2 P
1
0
10
C
0
10
1
1 P
1
0
0
0
C
100
100
3.2
1 P
2
0
0
0
C
10
10
1
1 P
2
0
0
0
C
10
10
1
1 P
2
0
0
10
0
10
1
1 P
1
10
0
30
10
30
2
2 P
1
10
0
50
10
50
3.1
2 G
1
POST EN TELECOMMUNICATIE
B2 - FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders (indien B3 bouwvergunningplichtig)
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)
D
L
Gemeente Kerkrade
713
773
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
1
714
772
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
10
10
30
10
30
D
2
2 G
2
72
62
-
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
0
0
10
0
10
1
1 P
1
72
58, 63
B
Datacentra
0
0
30
0
30
2
1 P
1
73
72
-
73
72
-
731
721
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
30
10
30
30
30
2
1 P
1
732
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
0
0
10
0
10
1
1 P
1
74
722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82
747
812
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
50
10
30
30
50
3.1
1 P
1
B
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
10
0
30
C
10
30
2
2 G
1
B
7484.3
82991
Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten
50
30
200
C
50
200
4.1
3 G
2
7484.4
82992
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
0
0
10
0
10
1
2 P
1
75
84
-
75
84
-
7522
8422
Defensie-inrichtingen
30
30
200
C
100
200
4.1
3 G
1
7525
8425
Brandweerkazernes
0
0
50
C
0
50
3.1
1 G
1
80
85
74
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
B
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK R
-
-
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
R
D
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN D
B
Gemeente Kerkrade
93
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
A
Wasserijen en strijkinrichtingen
30
0
50
9301.1
96011
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
9301.2
96012
Chemische wasserijen en ververijen
30
9301.3
96013
A
Wasverzendinrichtingen
9301.3
96013
B
9302
9602
9303
9603
0
Begrafenisondernemingen:
9303
9603
1
- uitvaartcentra
9303
96032
3
- crematoria
9305
9609
A
Dierenasiels en -pensions
BP Rodaboulevard (Ontwerp)
C
30
50
3.1
2 G
1
50
30
50
3.1
2 G
1
0
30
30
30
2
2 G
1
0
0
30
0
30
2
1 G
1
Wasserettes, wassalons
0
0
10
0
10
1
1 P
1
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
0
0
10
0
10
1
1 P
1
0
0
10
0
10
1
2 P
1
100
10
30
10
100
3.2
2 P
2
30
0
100
0
100
3.2
1 P
1
C
R
L B
L
L
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Algemeen 1.2 Plangebied 1.3 Doel 1.4 Aanpak 1.5 Vigerende bestemmingsplannen
1 1 2 2 2 2
Hoofdstuk 2 Plangebied 2.1 Ligging plangebied in groter verband 2.2 Geologie en morfologie 2.3 Historische ontwikkeling van het plangebied 2.4 Inventarisatie ruimtelijke structuur 2.5 Analyse ruimtelijke structuur 2.6 Inventarisatie functionele structuur 2.7 Analyse functionele structuur
3 3 4 4 5 6 7 8
Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid
9 9 10 16 18
Hoofdstuk 4 Planopzet 4.1 Inleiding 4.2 Toedeling bestemmingen
26 26 26
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten 5.1 Bodem 5.2 Geluid 5.3 Luchtkwaliteit 5.4 Externe veiligheid 5.5 Milieuzonering en bedrijven 5.6 Archeologie 5.7 Cultuurhistorie 5.8 Waterparagraaf 5.9 Verkeersaspecten 5.10 Kabels, leidingen en overige belemmeringen
32 32 33 35 35 39 43 44 45 46 47
Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving 6.1 Inleiding 6.2 Opzet bestemmingsplan 6.3 Bestemmingsregels
48 48 48 48
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid 7.1 Economische uitvoerbaarheid 7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
53 53 54
Bijlagen Bijlage 1
Inventarisatie bedrijven
Gemeente Kerkrade
Bestemmingsplan Rodaboulevard
Toelichting Hoofdstuk 1 Algemeen
Figuur 1 : Luchtfoto plangebied en omgeving met globale aanduiding plangebied.
1.1 Algemeen In 2008 geldt voor het grondgebied van de gemeente Kerkrade een veelheid aan vaak verouderde en versnipperde bestemmingsplannen die enerzijds te veel ruimte bieden voor ongewenste ontwikkelingen en anderzijds te weinig ruimte en flexibiliteit bieden voor gewenste ontwikkelingen. Er is daardoor behoefte aan actuele bestemmingsplannen. Deze plannen dienen te voorzien in een overwegend beheersmatige regeling, met moderne, flexibele bouw- en gebruiksregels, waarbij rekening dient te worden gehouden met actueel beleid. Het bestemmingsplan wordt zowel digitaal als analoog vastgesteld. Het bestemmingsplan zal digitaal raadpleegbaar zijn via de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. De analoge (papieren) versie uit bestaat uit een verbeelding (kaart) en regels en gaat vergezeld van onderhavige toelichting. Op de verbeelding zijn de onderscheiden bestemmingen, aanduidingen, maatvoering en dergelijke door middel van kleuren en tekens aangegeven. De regels bevatten gebruiks- en bouwregels die voor de betreffende bestemmingen, aanduidingen e.d. van toepassing zijn. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridische toetsingskader voor het beheer en de ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. Deze toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende overwegingen.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
1
Gemeente Kerkrade
1.2 Plangebied Het plangebied is gelegen in het westelijk deel van Kerkrade en wordt globaal begrensd door de Euregioweg in het noorden, de achterzijde van de percelen aan de straat Locht in het oosten, de achterzijde van de percelen aan de straat Beitel en de Hamstraat in het zuiden en de N281 in het westen. De begrenzing is globaal aangegeven in figuur 1, de exacte begrenzing wordt bepaald door de verbeelding.
1.3 Doel Voor het plangebied moet een handhaafbaar bestemmingsplan worden opgesteld, dat zowel planologisch-juridisch als beleidsmatig actueel is. Het uitgangspunt is een bestemmingsplan met een overwegend beheersmatig karakter, maar wel met moderne flexibele bouw- en gebruiksregels. Vastgesteld beleid zal in het bestemmingsplan moeten worden verwerkt. Deze actualisatie wordt verder ingegeven door de op 1 juli 2008 ingevoerde Wet ruimtelijke ordening en de daarbij behorende Invoeringswet, waarin is voorzien in een verplichting voor gemeenten om bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar voor 1 juli 2013 te herzien. Het bestemmingsplan zal voor wat betreft inhoud, verschijningsvorm en uitwisselbaarheid moeten voldoen aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012, waaronder de SVBP2012.
1.4 Aanpak Bij het opstellen van het bestemmingsplan Rodaboulevard is het uitgangspunt het bieden van een overwegend beheersmatige regeling, met moderne, flexibele bouw- en gebruiksregels, waarbij rekening dient te worden gehouden met actueel beleid. Daarbij is ook zeker de huidige en beoogde positie van de Rodaboulevard binnen de regio van belang.
1.5 Vigerende bestemmingsplannen Met het bestemmingsplan Rodaboulevard is sprake van een algehele herziening van de geldende plannen die van toepassing zijn op dit plangebied. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de bestemmingsplannen die (gedeeltelijk) komen te vervallen bij het van kracht worden van dit nieuwe bestemmingsplan. Bij elk plan is eveneens het jaartal van vaststelling en goedkeuring weergegeven. plan:
vastgesteld:
goedgekeurd:
1
Beitel-Locht
06-03-1972
16-04-1973
2
Herziening div. bestemmingsplannen ter zake 15-09-1993 het uitsluiten van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder
18-01-1994
3
Locht I
15-07-1998
09-02-1999
4
Partiële herziening Beitel-Locht
24-02-1999
25-07-1999
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
2
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 2 Plangebied 2.1 Ligging plangebied in groter verband
Figuur 2: Historische kaart van omstreeks 1840
Kerkrade De gemeente Kerkrade ligt in het zuidoosten van de provincie Limburg, aan de grens met Duitsland en telt anno 2013 ongeveer 47.000 inwoners. Samen met zeven andere gemeenten (Heerlen, Landgraaf, Brunssum, Nuth, Voerendaal, Simpelveld en Onderbanken) vormt de gemeente Kerkrade de stadsregio Parkstad Limburg. Deze regio, voorheen bekend als de Oostelijke Mijnstreek, heeft na sluiting van de mijnen een metamorfose ondergaan, waarbij het zwarte mijnenlandschap plaats heeft gemaakt voor groene (stads)parken die tot ver in de stedelijke kernen door dringen. Dit geldt zeker ook voor Kerkrade. Groengebieden en hoogteverschillen, als gevolg van de oorspronkelijke beekdalenstructuur en het mijnbouwverleden, verdelen de stad in drie stadsdelen: Kerkrade Noord, Kerkrade Oost en Kerkrade West. Kerkrade West Het plangebied maakt deel uit van het stadsdeel Kerkrade West. Deze wijk bestaat uit de buurten Terwinselen, Kaalheide, Heilust, Spekholzerheide en Gracht. De buurt Gracht is fysiek van de overige buurten gescheiden door het voormalig spoorwegemplacement. De primaire voorzieningen zijn binnen de wijk geconcentreerd aan het onlangs nieuw geherstructureerde centrumgebied Akerstraat-Carboonstraat. Kerkrade West wordt ontsloten via de Hamstraat, de Drievogelstraat-Industriestraat en de zogenoemde "Steenwegen" (Heerlenersteenweg, Kaalheidersteenweg en Kerkradersteenweg). Binnen de wijk Kerkrade West zijn een viertal
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
3
Gemeente Kerkrade
bedrijventerreinen gelegen: Dentgenbach, plangebied: Rodaboulevard.
Spekholzerheide, Willem-Sophia alsmede onderhavig
Rodaboulevard De Rodaboulevard omvat het meest westelijk gelegen grondgebied van de gemeente Kerkrade en wordt globaal begrensd door de Euregioweg in het noorden, de achterzijde van de percelen aan de straat Locht in het oosten, de achterzijde van de percelen aan de straat Beitel en de Hamstraat in het zuiden en de N281 in het westen. Het gebied heeft als belangrijkste herkenningspunt het Parkstad Limburg Stadion waarin voetbalclub Roda JC is gehuisvest. Het plangebied is goed ontsloten via de N281, die de verbinding vormt met o.a. Heerlen en in beide richtingen ook aansluit op de A76, de Euregioweg en de Hamstraat. Het plangebied ligt dan ook gunstig ten opzichte van het regionale, landelijke en zelfs het internationale verkeersnetwerk. Ten oosten van het plangebied bevindt zich het bedrijventerrein Spekholzerheide. Ten westen van het plangebied ligt het industrieterrein De Beitel (Heerlen). Het buitengebied van Heerlen bevindt zich ten noorden van het plangebied. Ten zuiden van de Locht ligt de grens met Duitsland.
2.2 Geologie en morfologie Kenmerkend voor het plangebied is de aanwezigheid van meerdere hoogteverschillen. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de inrichting en het bebouwen van het terrein. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door de N281, die behoorlijk hoog ligt ten opzichte van het plangebied. Ook aan de noordzijde, bij de Euregioweg, zijn hoogteverschillen aanwezig, mede door aanwezigheid van een waterbuffer. De hoogteverschillen zijn niet alleen aan de randen van het plangebied aanwezig; ook tussen de omgeving van het stadion en de aangrenzende percelen aan de Locht is sprake van een groot hoogteverschil. Naast de hoogteverschillen bevinden zich in het plangebied twee aardbreuken; in het oosten, evenwijdig aan de Locht de Heerlerheide Breuk en in het zuidwesten de Richterich Breuk.
2.3 Historische ontwikkeling van het plangebied In het begin van de 19e eeuw was in Heerlen al een bebouwingsconcentratie zichtbaar. Op de historische kaarten is vanuit Heerlen een grotere weg met verschillende bebouwingsclusters zichtbaar, die loopt in de richting van de Duitse grens. Loodrecht op deze noord-zuidroute zijn vanuit Kerkrade (Kerkenraede), evenwijdig aan de landsgrens, drie oude lijnen zichtbaar. De meest noordelijke lijn loopt vanuit Kerkrade via Spekholder naar de Onderste Locht, de middelste vanuit Kerkrade via Spekholderheide naar de Bovenste Locht en de meest zuidelijke loopt direct langs de landsgrens in oost-westelijke richting. De benamingen Onderste en Bovenste Locht maken direct zichtbaar dat er duidelijke hoogteverschillen in het gebied aanwezig waren. Langs de meest noordelijk gelegen oude lijn lag een geconcentreerd bebouwingscluster (Spekholder), terwijl de middelste lijn een aaneengesloten bebouwingslint betrof. Het bebouwingslint kruiste de noord-zuid route vanuit Heerlen, en liep vervolgens door in westelijke richting. Dit deel van de route betreft de huidige weg Beitel. Het deel van de route vanuit Heerlen, tussen de kruisingen met de twee meest noordelijke oude lijnen, is in het huidige situatie nog herkenbaar als de weg Locht. Ook in 1840 was aan deze weg al lintbebouwing aanwezig, waarvan het grootste deel zich aan de oostzijde van de weg bevond. Onderhavig plangebied was in die tijd nog onbebouwd gebied. In de loop van de 19e en 20ste eeuw verdichtte eerst de lintbebouwing aan Locht en Beitel steeds verder. Pas aan het eind van de 20ste eeuw vond het 'binnengebied' invulling met onder andere het Parkstad Limburg Stadion, bedrijfspanden alsook retail.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
4
Gemeente Kerkrade
2.4 Inventarisatie ruimtelijke structuur
Figuur 3: drie deelgebieden volgens het Beeldkwaliteitsplan Locht
2.4.1 Bestaande ruimtelijke structuur Het plangebied heeft als belangrijkste herkenningspunt het Parkstad Limburg Stadion van voetbalclub Roda JC en is onder te verdelen in een tweetal deelgebieden met elk hun eigen karakteristiek: 1. Omgeving stadion: het Parkstad Limburg Stadion met omliggende bebouwing; 2. Omgeving Wiebachstraat: het deels verkavelde en ontwikkelde en deels nog te ontwikkelen terrein, gelegen aan de Wiebachstraat. De Wiebachstraat heeft een belangrijke structurerende rol in het plangebied. Deze straat vormt de verbinding tussen de noordelijke en zuidelijke entree van het plangebied. Het plangebied kan vanaf drie zijden worden bereikt: vanaf de Euregioweg, Beitel en Locht. 2.4.2 Karakteristiek bestaande bebouwing Omgeving stadion: Aan de noordzijde van het plangebied wordt de uitstraling voornamelijk bepaald door het Parkstad Limburg Stadion. Het stadion heeft een grote ruimtelijke invloed op het gehele terrein en de omgeving vanwege de grote schaal en de moderne architectuur. Vanwege de functie van het stadion kenmerkt de omgeving van het stadion zich door een grote hoeveelheid aan parkeerruimte. Ook de andere functies die zich in dit deelgebied bevinden, dan wel gepland zijn, vragen veel parkeerruimte. De in het stadion gevestigde en te vestigen functies zijn publieksgerichte functies die eveneens gebaat zijn bij goede en voldoende parkeerfaciliteiten. Alle vleugels van het stadion zijn inmiddels voltooid. Hier bevindt zich bebouwing in diverse lagen die tegen het stadion aan is gebouwd. De bebouwing aanliggend de N281, met name het gebouw van
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
5
Gemeente Kerkrade
Hornbach en het bedrijfsverzamelgebouw, is georiënteerd op het stadion en keert zich, ondanks het feit dat hier sprake is van een unieke zichtlocatie, af van deze stadsautoweg. Hierdoor wordt de uitstraling van het plangebied aan deze zijde bepaald door ‘achterkanten’ van gebouwen. Het Parkstad Limburg Stadion profileert zich met de hoofdentree aan de zijde van de Euregioweg. Hierdoor is sprake van een gezichtsbepalende entree tot het plangebied. Omgeving Wiebachstraat: Het nog te verkavelen terrein aan de zuidwestzijde van het plangebied (bedrijventerrein) is goed zichtbaar vanaf de Keulseweg (N281). Er zijn al een aantal bedrijfsgebouwen in dit gebied gebouwd, die gekenmerkt worden door een modern karakter. De bedrijven zijn georiënteerd op de Wiebachstraat. Daarnaast zijn er ook al enkele bedrijven gebouwd die georiënteerd zijn op de N281. Het gebied wordt ontsloten via de Wiebachstraat. De Wiebachstraat vormt de verbinding van dit deelgebied met Beitel, Locht en de Euregioweg. De Wiebachstraat is de belangrijkste ontsluitingsweg van het bedrijventerrein. 2.4.3 Groenvoorzieningen en water Binnen het plangebied is een beperkte hoeveelheid groen en water aanwezig. Het groene karakter wordt voornamelijk bepaald door de omliggende groene taluds van de wegen en de braakliggende terreinen. Er zijn geen grote structurerende groenelementen aanwezig die bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen beschermd zouden moeten worden. De waterelementen in het plangebied betreffen twee waterbuffers aan de noordzijde en in het midden van het plangebied. 2.4.4 Infrastructuur Het plangebied wordt omgeven door een aantal ontsluitingswegen, waarvan de N281 het belangrijkste is. De N281, die de verbinding vormt met Heerlen, bevindt zich op korte afstand van de snelweg A76 tussen Geleen en Aken/Keulen. De locatie ligt dan ook gunstig ten opzichte van het regionale, landelijke en internationale verkeersnetwerk. Het plangebied is vanaf drie zijden bereikbaar: vanaf de Euregioweg, vanaf Beitel en vanaf Locht. De entrees aan de Euregioweg en Beitel/Hamstraat zijn met elkaar verbonden door de Wiebachstraat. De entree vanuit Locht sluit hier ongeveer in het midden op aan. De Wiebachstraat is de hoofdontsluitingsweg van het plangebied. Ten zuiden van het Parkstad Limburg Stadion splitst de Wiebachstraat zich en vormt een ring om het stadion heen, de Roda J.C. Ring. Ten noorden van het stadion komen beide wegen weer samen en vormen ze een verbinding met de Euregioweg. Rondom het stadion is veel parkeergelegenheid aanwezig. Aan de oostzijde van het stadion, bij Hornbach en bij het bedrijfsverzamelgebouw, zijn grote parkeerterreinen gelegen. Met betrekking tot het parkeren is uitgegaan van meervoudig ruimtegebruik. De parkeerplaatsen worden zowel gebruikt door bezoekers van het stadion als door bezoekers van de omliggende bouwmarkten en andere bedrijven.
2.5 Analyse ruimtelijke structuur In het beeldkwaliteitsplan voor bedrijven- en dienstenterrein Locht is een analyse gemaakt van de ruimtelijke structuur van de Locht. In deze analyse zijn de sterke en zwakke punten van het gebied in beeld gebracht. In het beeldkwaliteitsplan zijn deze punten gebruikt om te komen tot een globaal streefbeeld voor het plangebied. Hierna worden de sterke en zwakke punten van het gebied per deelgebied kort beschreven. De bijbehorende kaart geeft een beeld van de analyse van de ruimtelijke structuur van het bedrijven- en dienstenterrein.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
6
Gemeente Kerkrade
Omgeving stadion: Dit gebied kent een aantal sterke punten: het Parkstad Limburg Stadion functioneert als accent en kern van het gebied. Het Parkstad Limburg Stadion staat als markant oriëntatiepunt met bijzondere architectuur in de omgeving en heeft een duidelijke uitstraling naar de Euregioweg. De verkeersstructuur is door de Roda J.C. Ring zeer duidelijk. Daarnaast zijn er ook enkele zwakke punten aan te wijzen: de aanwezige solitaire bebouwing kent geen echte samenhang en de oriëntatie van de bebouwing is alleen gericht naar het binnengebied in plaats van dat er een tweezijdige oriëntatie (ook naar Keulseweg/Euregioweg) is gecreëerd. Door het ontbreken van bebouwing en de hogere ligging van het gebied aan de oostzijde van het stadion is er sprake van een rommelig zicht op de achterkanten van de bebouwing aan Locht. De verkeerssituatie is wel duidelijk, maar de brede straatprofielen hebben geen duidelijke functie. Ook zijn de parkeervelden niet aaneengesloten en fragmentarisch qua bereikbaarheid. Omgeving Wiebachstraat: Sterk aan de Wiebachstraat is dat de al aanwezige bedrijfsbebouwing met de voorzijde naar het nieuwe gebied is gericht. Daarentegen is het bedrijfsverzamelgebouw nabij het stadion met de achterzijde naar het nieuw te ontwikkelen gebied gericht en is het lastig om het gebied aan de Wiebachstraat nog te verkavelen in relatie tot de al bestaande bebouwing. De nieuwe bebouwing is wel een zichtlocatie aan de Keulseweg, maar door het grote hoogteverschil kijk je voor een deel over de bebouwing heen. Bij het ontwerp van de bebouwing dient hiermee rekening te worden gehouden.
2.6 Inventarisatie functionele structuur Binnen het gehele plangebied zijn ‘sport en leisure’ en bedrijvigheid de belangrijkste functies. Ook functioneel zijn beide deelgebieden echter verschillend van aard. Hierna worden per deelgebied de aanwezige functies beschreven. Omgeving stadion: Het Parkstad Limburg Stadion heeft als voornaamste functie voetbal- en evenementenstadion, maar in de vleugels van het stadion zijn verschillende andere functies gevestigd. De hoofdentree van het stadion bevindt zich aan de noordzijde (zijde Euregioweg), net als discotheek Mixx. In de oostelijke vleugel van het stadion wordt megasupermarkt Albert Heijn XL gevestigd. In de westelijke vleugel bevinden zich diverse bedrijven die zich richten op zakelijke dienstverlening, een fitnesscentrum, bedrijven gericht op gezondheid zoals fysiotherapie en reïntegratie en enkele horecagelegenheden. In de zuidelijke vleugel is een speelgoedzaak, hotel en een aantal horecazaken aanwezig. Ten westen van het stadion zijn een grote bouwmarkt (Hornbach) en een fastfoodvestiging aanwezig. Ten zuiden van deze bouwmarkt bevindt zich een bedrijfsverzamelgebouw. Hierin zijn een bouwmarkt (Praxis), een woninginrichter die oorspronkelijk is verplaatst vanaf Locht (Kwantum) en een zogenoemde sportboulevard gevestigd, bestaande uit een aantal verschillende sportzaken. Daarnaast is een grootschalige winkel voor sportartikelen met try & buy-formule (Decathlon) gevestigd. Op de verdiepingen zijn niet-zelfstandige kantoorruimten aanwezig, ten dienste van de op de begane grond gevestigde functies. Daarnaast zijn opslagruimten aanwezig op basis van selfstorage en een (voormalig) tuincentrum dat ten tijde van de inventarisatie en ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan leeg staat. Aan de noordzijde van het deelgebied is in twee fasen in c.q. boven de bestaande waterbuffer het zogenoemde Leisuredome gerealiseerd, dat voorziet in onder meer een megabioscoop, lasergames, bowling, sporthal en soortgelijke leisureactiviteiten.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
7
Gemeente Kerkrade
Omgeving Wiebachstraat: Dit deelgebied is nog in ontwikkeling. Met name direct aan de Wiebachstraat zijn reeds diverse kavels ingevuld, maar er zijn nog diverse kavels vrij. De bestaande bedrijven betreffen hoofdzakelijk ambachtelijke bedrijven, groothandels- en bouwgerelateerde bedrijven van voor een bedrijventerrein relatief lage milieucategorieën. Met name het gebied tussen de Wiebachstraat en de N281 biedt nog een aanzienlijk aantal onbenutte kavels.
2.7 Analyse functionele structuur Hierna worden de sterke en zwakke punten van het gebied, voor wat betreft de functionele structuur, per deelgebied kort beschreven. Omgeving stadion: Het stadion heeft een bijzondere regionale functie als voetbalstadion en evenementenstadion. Ook de concentratie van de bouwmarkten binnen dit gebied heeft een positieve uitstraling. De vele parkeerfaciliteiten voor zowel stadion als bouwmarkten kunnen effectief worden benut door de wisselende tijden van gebruik, waarbij overdag met name wordt geparkeerd door winkelend publiek en personeel en bezoekers van de commerciële dienstverleners in het stadion en in de avonduren met name door bezoekers van het stadion en daarin gevestigde horecafuncties. Zwak punt in dit gebied is dat de beschikbare bedrijfsruimten in het stadion vanwege de beperkte hoogte van de bouwlagen niet bruikbaar zijn gebleken voor de functies die hier in eerste instantie zijn beoogd en ingevolge het geldende bestemmingsplan zijn toegestaan. Daarom is nieuwbouw noodzakelijk gebleken (huidige bouwmarkten). Omgeving Wiebachstraat: Het nog braakliggende gebied geeft kansen om aan de Wiebachstraat kleinschalige bedrijvigheid te vestigen (voor bedrijven uit Kerkrade en regio). De basis voor invulling is het beeldkwaliteitsplan De Locht.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
8
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid 3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Deze structuurvisie vormt het Rijksbeleid ten aanzien van ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit. Met deze structuurvisie wordt de onder het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’ reeds ingezette decentralisatie verder doorgezet. Dit houdt in dat verantwoordelijkheden worden overgedragen aan provincies en gemeenten. Deze overheden kunnen met hun regionale kennis en onderlinge samenwerkingsverbanden opgaven zelf integraal, doeltreffend en met kwaliteit aanpakken. In de Structuurvisie zijn vervolgens een drietal doelen voor Nederland in 2040 geformuleerd: het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Onderhavig plangebied bestaat uit een reeds bestaande concentratie van perifere detailhandel, bedrijvigheid en het Parkstad-Limburgstadion. De door de gemeente Kerkrade nagestreefde concentratie van stedelijke voorzieningen en perifere detailhandel in het bijzonder doet recht aan het nationaal belang van concentratie van verstedelijking en economische activiteiten. 3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) De SVIR (zie paragraaf 3.1.1) bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken en geeft voor een aantal specifieke onderwerpen algemene regels ten behoeve van de verwerking in bestemmingsplannen. De algemene regels in het Barro hebben vooral een conserverend/beschermend karakter waardoor geformuleerde nationale belangen niet belemmerd worden door ontwikkelingen die middels bestemmingsplannen mogelijk worden gemaakt. Voor een aantal onderwerpen geeft het Barro de opdracht dan wel de mogelijkheid aan provincies om bij provinciale verordening regels te stellen. Voor onderhavig plangebied of de directe omgeving daarvan zijn in het Barro geen specifieke relevante onderwerpen geregeld. 3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking Ingevolge artikel 3.1.6, lid 2 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient een toelichting op een bestemmingsplan dat voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling een beschrijving te bevatten, waaruit blijkt dat: a. de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte; b. zo ja, in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en; c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
9
Gemeente Kerkrade
hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. Alvorens te toetsen aan voornoemde drie tredes van de ladder, dient te worden vastgesteld of sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Dit begrip is in artikel 1.1.1 Bro gedefinieerd als ‘ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Uit de tot dusver gevormde jurisprudentie ten aanzien van dit begrip blijkt dat de omvang van de ontwikkeling een rol speelt. Is sprake van een kleinschalige ontwikkeling, dan kan weliswaar sprake zijn van een stedelijke ontwikkeling, maar kan dergelijke ontwikkeling als te kleinschalig worden aangemerkt om te worden aangemerkt als stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1 Bro. Onderhavig bestemmingsplan is overwegend beheersmatig van aard en biedt geen uitbreidingsmogelijkheden in in brutovloeroppervlakte aan bedrijventerrein, kantoren, detailhandel of andere functies die kunnen worden aangemerkt als stedelijke ontwikkeling. Ook worden geen nieuwe bouwmogelijkheden geboden voor voornoemde functies of aan andere functies die kunnen worden aangemerkt als stedelijke ontwikkeling. Wel is het zo dat een brancheverruiming plaatsvindt voor wat betreft detailhandel. Deze verruiming van de gebruiksmogelijkheden is echter niet aan te merken als een functiewijziging die zou moeten worden aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling. Wel is het zo dat de geboden verruiming in overeenstemming is met de 'geest' van de ladder. Er wordt namelijk voorzien in flexibeler invullingsmogelijkheden voor het bestaand vastgoed binnen het plangebied, waarmee leegstand kan worden voorkomen. Immers, nu is enkel voortgezet gelijksoortig gebruik mogelijk waarvoor vrijstelling/ontheffing is verleend. Bovendien wordt daarmee voorzien in een actuele regionale behoefte, zo blijkt uit de regionale Retailstructuurvisie 2010-2020 (zie paragraaf 3.3.2) en kan die behoefte worden opgevangen zonder uitbreiding van de brutovloeroppervlakte aan detailhandel en zonder uitbreiding van de bouwmogelijkheden en bovendien binnen bestaand stedelijk gebied.
3.2 Provinciaal beleid 3.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) is geïntroduceerd als streekplan, waterhuishoudingsplan, milieubeleidsplan, verkeer- en vervoersplan. Daarnaast bevat het plan de fysieke componenten van het economisch en sociaal-cultureel beleid. Het POL is nadien geactualiseerd in 2006 en in 2008 nogmaals naar aanleiding van de invoering van de Wet ruimtelijke ordening. Sindsdien geldt het plan niet meer als streekplan maar als structuurvisie als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. Niet voor ieder gebied binnen de provincie Limburg gelden dezelfde beleidsbepalingen als het gaat om de kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied. Om die reden worden in het POL2006 tien perspectieven onderscheiden, met ieder een eigen benadering met betrekking tot de meest doeltreffende beleidsdoelen voor dat gebied. Het plangebied wordt aangemerkt als ‘Stedelijke bebouwing (P9)’ en ligt binnen de ‘Grens stedelijke dynamiek’.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
10
Gemeente Kerkrade
Figuur 4: Uitsnede POL-kaart Perspectieven
De stedelijke bebouwing omvat in grote lijnen de geregelde woon- en winkel- en voorzieningengebieden, bedrijventerreinen en bijbehorende wegen. Er is in veel gevallen nog de nodige ontwikkelingsruimte. Alle aanwezige en/of geplande (goedgekeurde plannen voor) voorzieningen op het gebied van wonen, sociaal-culturele voorzieningen, diensten, kantoren, solitaire bedrijven, winkelcentra, plantsoenen, sportvoorzieningen, wegen, etc. zijn ondergebracht in ‘stedelijke bebouwing’. Het is aan de gemeente om hierbinnen differentiatie aan te brengen op bestemmingsplanniveau. (Perifere) detailhandel Op provinciaal niveau wordt geen planningsopgave voor nieuwe detailhandel geformuleerd. Door het bieden van aantrekkelijke vestigingsmilieus moeten bedrijven zich kunnen vestigen op een plaats die past bij hun wensen. Een stadscentrum heeft vooral een functie voor recreatief, vergelijkend winkelen, met het accent op kleinschalige, gespecialiseerde winkels en warenhuizen. Woonwijken bieden plaats aan een verzorgingsstructuur (met stadsdeelcentra, wijk- en buurtwinkelcentra) gericht op een volwaardig en compleet pakket aan winkelvoorzieningen voor dagelijkse aankopen. De stedelijke dienstenterreinen bieden uitsluitend ruimte aan detailhandelsfuncties voor minder frequent benodigde, doelgerichte aankopen, die moeilijk inpasbaar zijn in bestaande winkelgebieden vanwege de volumineuze aard van het gevoerde assortiment en/of dagelijkse bevoorrading. De provincie denkt daarbij aan grotere winkels (1.000 m² of meer) voor aankopen op het gebied van wonen, vervoer en outdoor. Ten aanzien van megasupermarkten gaat de voorkeur voor vestiging uit naar stadsdeelcentra of de randzone van binnensteden, mits ruimtelijk en verkeerstechnisch inpasbaar. Vestiging op een stedelijk dienstenterrein wordt op voorhand niet uitgesloten, gezien de ruimtelijke en verkeerskundige dimensie van dergelijke voorzieningen.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
11
Gemeente Kerkrade
Thematisering van de detailhandel op een stedelijk dienstenterrein kan het profiel van een regio versterken. Op bedrijventerreinen horen, met uitzondering van een aantal categorieën, geen reguliere detailhandelsfuncties thuis. Het hiervoor geschetste provinciaal beleid is verankerd in het regionaal beleid, te weten de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 en het gemeentelijk beleid, zoals de Structuurvisie Kerkrade 2010-2020. Met de implementatie daarvan in onderhavig bestemmingsplan wordt het provinciaal beleid geborgd in het bestemmingsplan. Daarbij wordt onder meer voorzien in thematisering conform de Retailstructuurvisie. Binnen het plangebied is één megasupermarkt aanwezig, die reeds is vergund en waarvan de vergunning inmiddels onherroepelijk is geworden. Bedrijventerreinen Kerkrade maakt onderdeel uit van de Stadsregio Parkstad Limburg (grens stedelijke dynamiek). De belangrijkste opgaven voor deze stadsregio zijn het bevorderen van de economische groei en het behoud en versterking van het voor deze regio zo kenmerkende stedelijke parklandschap met open ruimten, beken en kenmerkende elementen uit het verleden als mijnstreek. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de bescherming van de schaarse open ruimte, het ondersteunen van het stedelijk voorzieningenniveau en aanpak van de transformatieopgave om woningvoorraad (vraag en aanbod) in kwantitatieve en kwalitatieve zin in evenwicht te brengen. Ten aanzien van werklocaties heeft de provincie Limburg de ambitie te zorgen voor voldoende ruimte om de dynamiek van het gevestigde bedrijfsleven te faciliteren en de komst van nieuwe bedrijven naar Limburg mogelijk te maken. Deze werklocaties moeten in kwaliteit aansluiten bij de wensen van het bedrijfsleven. De ambitie van de Provincie is om een excellent vestigingsklimaat te realiseren in Limburg, gericht op de ontwikkeling en versterking van een aantal clusters van bedrijvigheid. Daarbij bestaat de ambitie een grote variatie aan vestigingsmilieus te bieden, uiteenlopend van grote logistiek-industriële terreinen tot campussen en van kantoorlocaties tot woonwijken die fungeren als broedplaats voor nieuwe bedrijfjes. Het beheer en de ontwikkeling van de Limburgse voorraad werklocaties is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Provincie, gemeenten en bedrijfsleven, waarbij regionaal maatwerk vereist is. De herstructurerings- en planningsopgave met betrekking tot de werklocaties wordt in nauwe samenspraak met de gemeenten vastgelegd in een Programma Werklocaties. De Provincie ziet er verder op toe dat het bovenregionaal belang goed in het oog wordt gehouden, bevordert de nodige samenwerking en afstemming tussen gemeenten, faciliteert en helpt knelpunten oplossen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de vertaling naar concrete locaties en de ontwikkeling en inrichting van deze werklocaties, uitgaande van de opgaven uit het Programma Werklocaties. Belangrijke aspecten voor het realiseren van kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen zijn: zorgvuldig ruimtegebruik; optimaal gebruik en beheer van water, energie, grondstoffen en afval; Cradle2Cradle: het sluiten van kringlopen; ruimtelijke kwaliteit; bereikbaarheid en parkeren. Ten aanzien van onderhavig bestemmingsplan zijn met name de aspecten zorgvuldig ruimtegebruik, ruimtelijke kwaliteit en bereikbaarheid van belang. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het bestemmingsplan een hoofdzakelijk beheersmatig karakter heeft. De planologische basis voor het plangebied is immers reeds gelegd met de geldende bestemmingsplannen en overige onherroepelijke
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
12
Gemeente Kerkrade
planologische besluiten. Ten aanzien van zorgvuldig ruimtegebruik kan worden opgemerkt dat hier binnen het plangebied waar mogelijk invulling aan is en wordt gegeven. Genoemd kunnen worden het gedeeld gebruik van de parkeerruimte rond het stadion en de integratie van de waterbuffers in de bouwplannen voor het tuincentrum en de Leisuredome. Ter borging van de ruimtelijke kwaliteit is voorzien in een beeldkwaliteitsplan, waarvan de ruimtelijk relevante aspecten zijn vertaald in onderhavig bestemmingsplan. De bereikbaarheid van het terrein is goed, gezien het aantal ontsluitingswegen en de korte afstand tot doorgaande wegen als de N281, de Hamstraat en de Euregioweg. 3.2.2 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 Na de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan, maar vóór vaststelling van onderhavig bestemmingsplan is op 12 december 2014 het Provinciaal Omgevingsplan 2014 vastgesteld door Provinciale Staten. Dit integraal herziene POL2014 komt daarmee in de plaats van het POL2006. In het POL staan de fysieke kanten van het leef- en vestigingsklimaat centraal. Belangrijke uitdagingen zijn het faciliteren van innovatie, het aantrekkelijk houden van de regio voor jongeren en arbeidskrachten, het versnellen van de energietransitie, de fundamenteel veranderde opgaven op het gebied van wonen en voorzieningen, de leefbaarheid van kernen en buurten en het inspelen op de klimaatverandering. De belangrijke principes in het Limburgse omgevingsbeleid zijn:
Kwaliteit staat centraal. Dat komt tot uiting in het koesteren van de gevarieerdheid van Limburg onder het motto ‘meer stad, meer land’, het bieden van ruimte voor verweving van functies, in kwaliteitsbewustzijn, en in dynamisch voorraadbeheer dat moet resulteren in een nieuwe vorm van groeien. Algemene principes voor duurzame verstedelijking sluiten hierop aan, zoals de ladder van duurzame verstedelijking en de prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen.
En uitnodigen staat centraal. Dat gaat meer over de manier waarop we samen met onze partners dat voortreffelijke leef- en vestigingsklimaat willen realiseren. Met instrumenten op maat en ruimte om te experimenteren. De provincie wil hierbij selectief zijn: het POL richt zich alleen op die zaken die er op provinciaal niveau echt toe doen en vragen om regionale oplossingen.
De sleutel ligt in dynamisch voorraadbeheer . Er zullen per regio visies gemaakt worden waarin gezamenlijke ambities, principes en werkwijze zijn uitgewerkt resulterend in concrete uitvoeringsafspraken. Voor sommige thema’s gaat het ook om gezamenlijke programmering. Die vormen de basis voor bestuursovereenkomsten tussen regiogemeenten en Provincie. De Provincie borgt de uitvoering van die afspraken met voorzorgbepalingen in de Omgevingsverordening. De grote variatie in omgevingskwaliteiten is een kenmerk en sterk punt van Limburg. Om daaraan recht te doen, onderscheiden we in dit POL zeven globaal afgebakende gebiedstypen. Dit zijn zones met elk een eigen karakter, herkenbare eigen kernkwaliteiten, en met heel verschillende opgaven en ontwikkelingsmogelijkheden. Het zuidelijk deel van het plangebied (bedrijventerrein aan de Wiebachstraat) ligt binnen de zone 'Bedrijventerrein'. het noordelijk deel van het plangebied (stadion en omgeving) ligt binnen de zone 'Overig bebouwd gebied'.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
13
Gemeente Kerkrade
Figuur 5: Uitsnede POL-kaart Zonering
Bedrijventerrein Voor de zone 'Bedrijventerrein' geldt dat ruimte moet worden geboden voor bedrijvigheid, waarbij wordt gestreefd naar optimale bereikbaarheid en een duurzame inrichting en duurzaam gebruik. De ambitie is het bieden van voldoende ruimte om de dynamiek van het gevestigde bedrijfsleven te faciliteren en de komst van nieuwe bedrijven naar Limburg mogelijk te maken. Er is voldoende areaal aan bedrijventerrein aanwezig in Limburg, de opgave is dan ook vooral een kwalitatieve opgave. Dynamisch voorraadbeheer is zoals hiervoor reeds aangegeven de sleutel en dat dient verdere uitwerking te krijgen in regionale bedrijventerreinvisies. Voor zelfstandige kantoren is ook blijkens het POL2014 geen plaats op bedrijventerreinen. het toevoegen van nieuwe bedrijventerreinen of uitbreiding van bestaande terreinen is slechts mogelijk in samenhang met het schrappen van capaciteit elders. Onderhavig bestemmingsplan is voor zover gelegen binnen de zone 'Bedrijventerrein' beheersmatig van aard. Er vindt geen uitbreiding plaats van het redds bestaande bedrijventerrein Beitel-Locht. De reeds bebouwde bedrijfskavels hebben een moderne en hoogwaardige uitstraling en voldoen aan de actuele behoefte van bedrijven. Om de beeldkwaliteit hoog te houden is een beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat ook is verwerkt in onderhavig bestemmingsplan (zie paragraaf 3.4.4). Tevens wordt de kwaliteit bepaald door de aanwezigheid van relatief schone bedrijven van een relatief lage milieucategorie en het hoofdzakelijk inpandig verrichten van de bedrijfsactiviteiten, welke aspecten ook allemaal zijn geborgd in de planregels. Overig gebouwd gebied Deze zone heeft betrekking op de gronden die zijn gelegen binnen het bebouwd gebied, maar niet zijn gelegen binnen één van de overige 'bebouwde' zones, als 'Stedelijk centrum' of 'Bedrijventerrein'. Een
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
14
Gemeente Kerkrade
verdere onderverdeling kan desgewenst in regionaal verband worden gemaakt. Aandachtspunten voor deze gebieden zijn - voor zover relevant voor onderhavig plan - bereikbaarheid, kwaliteit van de leefomgeving, stedelijk groen en water en balans ten aanzien van voorzieningen en detailhandel. De vrijetijdseconomie is een belangrijke sector voor Limburg. Het " A-merk imago" moet behouden blijven en verder worden versterkt. Voor zowel gasten en eigen inwoners is het van belang te voorzien in een uitgebreid, gevarieerd en aantrekkelijk aanbod aan (verblijfs)recreatie. Vernieuwing is noodzakelijk om aan te kunnen blijven sluiten bij de behoefte van de consument. De leisureontwikkelingen binnen onderhavig plangebied zijn daarbij genoemd als speerpunt voor Zuid-Limburg. Voor wat betreft detailhandel is de ambitie een detailhandelsmarkt te realiseren c.q. te behouden die goed inspeelt op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Vitale binnensteden die als koopcentrum aantrekkelijk zijn voor consumenten kunnen bezoekers trekken uit de hele regio en tot ver daarbuiten. Anderzijds moet worden erkend dat Limburg veel te veel winkels heeft en dat dat aantal de komende jaren nog verder gaat teruglopen. Het is dan ook zaak te voorzien in een groei in kwaliteit bij een afnemende kwantiteit. Er moet worden ingezet op het bieden van aantrekkelijke binnensteden en het op peil houden van het voorzieningenniveau in de kernen om de leefbaarheid te behouden. Grootschalige winkelgebieden zullen kwalitatief versterkt moeten worden, zonder daarbij al te veel verbreding te creëren, waardoor deze centra zich kunnen ontwikkelen tot nieuwe 'binnensteden'. Verdere uitwerking zal moeten plaatsvinden in regionale visies. Onderhavig bestemmingsplan is ten aanzien van detailhandel hoofdzakelijk beheersmatig van aard, er wordt geen uitbreiding aan brutovloeroppervlakte detailhandel toegestaan. Alle ruimte die in onderhavig plan aan detailhandel wordt geboden is aan te merken als bestaande plancapaciteit op basis van geldende bestemmingsplannen, dan wel verleende vrijstellingen of andere ruimtelijke besluiten. Hoewel beperkt verbreding plaatsvindt door de eisen ten aanzien van branchering te versoepelen, wordt opgemerkt dat dit enerzijds wordt ingegeven door beperkingen die gelden ten aanzien van sturing op dat punt (voorkomen economische ordening) en anderzijds door de regionale afsprakenkaders als vastgelegd in de Retailstructuurvisie 2010-2020. De geboden verbreding is gezien de toegestane branches niet zodanig dat dit (onevenredig) nadelige gevolgen heeft voor de bestaande retailstructuur (leegstand door verdringing, etc). 3.2.3 Omgevingsverordening Limburg 2014 Gelijktijdig met de vaststelling van het POL2014 is de Omgevingsverordening 2014 vastgesteld. De verordening bevat geen rechtstreeks werkende bepalingen, maar bevat instructies voor gemeenten die in acht dienen te worden genomen bij het nemen van ruimtelijke besluiten, waaronder de vaststelling van bestemmingsplannen. Ten aanzien van het onderhavige plangebied zijn geen bijzondere regelingen uit de verordening van toepassing, anders dan de algemene bepalingen die voor heel Limburg gelden. Het betreft de toepassing van de zogenoemde ladder voor duurzame verstedelijking als opgenomen in artikel 3.1.6, lid 2 Besluit ruimtelijke ordening. Voor de gevraagde verantwoording wordt verwezen naar paragraaf 3.1.3. Gezien de aard van het plangebied en het beheersmatig karakter van het plan is het onderzoeken van de mogelijkheden van herbenutting van monumentale dan wel beeldbepalende panden niet aan de orde.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
15
Gemeente Kerkrade
3.3 Regionaal beleid 3.3.1 Intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg Eind 2005 hebben de gemeenteraden van Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal besloten om de samenwerking in Parkstad Limburg te intensiveren door de status Wgr+ voor de regio aan te vragen. De missie van deze regionale samenwerking is het versterken van de economische structuur van Parkstad Limburg om een duurzaam economisch perspectief voor de inwoners van de regio te realiseren, want vooralsnog blijft de regio in vergelijking met haar omgeving achter. De intensivering van de samenwerking richt zich op vier werkvelden: Ruimte, Economie, Wonen en Mobiliteit. Op deze terreinen is Parkstad Limburg in eerste instantie kaderstellend. De intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg ”ruimte voor park & stad” van 19 oktober 2009 is het regionale kader voor het thema Ruimte en heeft tot doel het ruimtelijk faciliteren van de ontwikkeling van Parkstad Limburg. Deze structuurvisie biedt geen strak ingekaderd toekomstbeeld, maar schetst ontwikkelingskansen en biedt beheer- en sturingsinstrumenten. Het is een plan waarin de ruimtelijke ontwikkeling van Parkstad Limburg voor de komende 20 tot 30 jaar wordt geschetst. Ambities en kansen In de visie zijn de ambities en kansen benoemd. Als alle partijen hun krachten bundelen, dan is het mogelijk om in 2030 de volgende kwaliteiten in Parkstad Limburg te ervaren: Meer en beter bereikbaar groen, meer ecologische kwaliteit en structuur, onder andere door een groter contrast van stad en land; Een sterke economie, voortbouwend op bestaande kwaliteiten en ontwikkelend op onder andere een innovatieve energiesector, toeristische dagen verblijfrecreatie, een hoogwaardige zorginfrastructuur en dito opleidingsfaciliteiten; Een geherstructureerd stedelijk gebied met Heerlen-Centrum als Parkstad-centrum; een hoogstedelijke kern die hoge, gevarieerde woonkwaliteit met passende voorzieningen biedt voor bestaande én nieuwe kansrijke doelgroepen; Een uitstekende ontsluiting en bereikbaarheid via een Parkstadring en het openbaar vervoer, waardoor Parkstad Limburg ook internationaal een steviger positie verwerft. Beheer- en sturingskaart De ruimtelijke principes (ruimtelijke concentratie, thematische clustering en toepassing SER-ladder) gelden ook hier. Bij revitalisering van bestaande locaties krijgt kleinschalige bedrijvigheid nadrukkelijk de ruimte. Per thema, waaronder voor het thema “Economie”, is een beheer- en sturingskaart opgenomen. De sturingsafspraken zijn beschreven in een matrix die de legenda vormt van de themakaart. Bij de aanduiding XL-L-M-S gaat het om het regionaal belang dan wel waar de, vanuit regionaal perspectief bekeken, economische en/of de kwalitatieve impuls het grootst kan zijn. Onderhavig plangebied heeft voor het thema Bedrijventerrein de kwalificatie XL gekregen. Voor de thema’s Retail en Toerisme & Leisure zijn respectievelijk de aanduidingen L en XL opgenomen, met dien verstande dat dit enkel geldt voor het noordelijk deel (stadion en omgeving). Gezien het voorgaande heeft het plangebied een hoge regionale relevantie. Ontwikkelingskaart Op de ontwikkelingskaart is voor het plangebied de aanduiding Leisure opgenomen, waaraan invulling wordt gegeven door onder meer het Parkstad Limburg Stadion en het Leisuredome.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
16
Gemeente Kerkrade
3.3.2 Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 Op 21 februari 2011 heeft de Parkstadraad de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 vastgesteld. Doel van deze visie is te komen tot een duurzame retailstructuur voor Parkstad Limburg die bestand is tegen de demografische ontwikkelingen, alsmede het komen tot een regionaal afsprakenkader en -methodiek. Parkstad Limburg kent een drietal concentraties van doelgericht aanbod, te weten Woonboulevard In de Cramer te Heerlen, bedrijventerrein Emma in Brunssum en de Rodaboulevard (in dit verband: het noordelijk gedeelte van het plangebied). Woonboulevard In de Cramer en de Rodaboulevard hebben een bovenregionale aantrekkingskracht op het gebied van van 'Wonen' respectievelijk 'Doe-het-zelf en tuin'. Een functionele versterking van beide locaties is van hoge prioritaire orde waarbij vastgehouden dient te worden aan de complementariteit van de locaties. In de Cramer zal zich moeten bezinnen op nieuwe concepten binnen het thema 'Wonen' waarbij evenwel een brancheverruiming niet dient te worden nagestreefd (schaadt belangen binnenstad). Voor de Rodaboulevard geldt een doorontwikkeling tot krachtige Sport- en Leisureboulevard' met een megasupermarkt als completering van het multifunctioneel gebruik, waarbij grootschaligheid het uitgangspunt vormt. Een en ander is schematisch weergegeven in de navolgende tabel.
Thema
Invulling thema
Woonboulevard In de Cramer Wonen; ondergeschikt thema: Doe-het-zelf en tuin
Rodaboulevard Sport & Leisure ondergeschikt thema: 'Doe-het-zelf en tuin'
Thema 'Wonen': alles binnen de branche 'wonen'; geen minimale omvang en geen omvang beperking
Thema 'Sport & Leisure': binnen deze branche de subbranches: buitensport, ruitersport, sportzaak, hengelsport, watersport; de subbranches 'rijwielen & bromfietsen' binnen de branche 'auto & fiets'; minimale omvang 1.000 m2 winkelvloeroppervlakte*
Thema ‘Doe-het-zelf en tuin’ geen verdere uitbreiding van het aanbod binnen deze branches
Thema 'Doe-het-zelf en tuin': geen verdere uitbreiding van het aanbod binnen deze branches.
Overig aanbod
Detailhandelsaanbod binnen andere branches is ongewenst Ondersteunende horeca passend binnen en aanvullend op detailhandelsthema
mega supermarkt: minimale omvang 3.500 m2 winkelvloeroppervlakte. Detailhandelsaanbod binnen andere branches is ongewenst
*) Indien sprake is van een substantiële winkelontwikkeling die bovendien een bovenregionale verzorgingsfunctie heeft, kan op basis van een onderbouwd advies van dit criterium worden afgeweken
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
17
Gemeente Kerkrade
In onderhavig bestemmingsplan wordt invulling gegeven aan het voorgaande door o.a. het vastleggen van het thema ‘Sport & Leisure’, het positief bestemmen van het bestaande aanbod aan ‘Doe-het-zelf en tuin’ in de huidige omvang, net als de bestaande megasupermarkt. Daarbij moet echter worden opgemerkt dat de mogelijkheden om thematisering en branchering via een bestemmingsplan te reguleren beperkt zijn. Een en ander is afhankelijk van het feit of sprake is van ruimtelijke uitstraling c.q. ruimtelijke relevantie. Slechts wanneer dat het geval is bestaat de mogelijkheid een en ander te borgen in het bestemmingsplan. Daarbij dient ook aandacht te worden besteed aan de vraag in hoeverre de op te stellen bestemmingsplanregeling zich verhoudt tot de Europese Dienstenrichtlijn, die lidstaten verbiedt om in hun wet- en regelgeving ongerechtvaardigde, het vrije verkeer belemmerende, eisen te stellen aan diensten en dienstenverrichters. Uit jurisprudentie blijkt echter dat – kortgezegd – de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is op ruimtelijke ordeningsbesluitvorming, mits het bestemmingsplan enkel en alleen het belang van een goede ruimtelijke ordening dient en niet tevens andere belangen beoogt te beschermen, zoals de belangen van gevestigde ondernemers in een bepaald gebied. Dit bestemmingsplan voorziet in zogenaamde generieke eisen die gelden voor zowel de reeds ter plaatse gevestigde detailhandel als nieuw te vestigen bedrijven. De nagestreefde thematisering is ingegeven vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, gezien de zowel regionaal als lokaal nagestreefde retailstructuur. De toegestane vormen van detailhandel zijn gezien de aard van het aangeboden assortiment (pdv), de benodigde ruimte voor uitstalling (gdv) en/of de verkeersaantrekkende werking (waaronder begrepen intensieve dagelijkse bevoorrading) niet inpasbaar in de bestaande winkel(concentratie)gebieden. Overige vormen van detailhandel zijn wel goed inpasbaar binnen de bestaande winkel(concentratie)gebieden en worden gezien de nagestreefde (regionale) retailstructuur niet toegestaan. Voor zover dergelijke winkels reeds bestaand legaal aanwezig zijn, wordt daarvoor voorzien in maatwerk.
3.4 Gemeentelijk beleid 3.4.1 Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 De gemeentelijke structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” is op 30 maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad en vervangt de integrale gebiedsvisies van 2001 tot 2004. Het betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de gehele gemeente voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn. Voor de thema’s Landschap en Groen, Infra, Wonen, Werken, Voorzieningen en Toerisme en Recreatie zijn kaarten opgenomen waarin de gewenste ontwikkelingen zijn opgenomen. Ook is per thema beschreven “Wat we willen zijn” en “Wat we gaan doen”. Dit vormt de strategie en geeft de gewenste aanpak per thema aan. Bij de structuurvisie hoort een integrale totaalkaart – ontwikkeling dat als richtinggevend kader wordt gebruikt voor de transformatieopgave (onder andere onttrekking van circa 2.900 woningen aan de Kerkraadse woningvoorraad tot 2020) als gevolg van de maatschappelijke ontwikkelingen voor de komende jaren. Voor de Kerkraadse woongebieden is er bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen beheergebieden, verdunningsgebieden en ontwikkelingsgebieden (Kerkrade-West: Heilust/Spekholzerheide en Kerkrade-Oost: Bleijerheide/Voorterstraat). Voor elk type gebied wordt
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
18
Gemeente Kerkrade
een andere strategie gevoerd. De komende jaren zal de gemeente met de belangrijkste partners in het gebied (onder andere woningcorporaties, bedrijfsleven, sportverenigingen, zorg-, welzijns- en onderwijsinstellingen) aan de slag gaan in deze ontwikkelingsgebieden waar grootschalige herstructurering zal plaatsvinden op grond van de Limburgse Wijkenaanpak. Deze aanpak zorgt er voor dat met name sociaal-economische aspecten een belangrijk onderdeel vormen van de veranderopgave. Kerkrade-West is hiervoor als pilot door de provincie en regio Parkstad Limburg aangemerkt. Met betrekking tot het thema “Werken” is voor onderhavig bestemmingsplan met name het volgende beleidskader relevant: Wat willen we zijn? Een economisch gezonde stad met voldoende werkgelegenheid. Wat gaan we doen? Afronden van de herstructurering van de bedrijventerreinen, waaronder de Rodaboulevard; versterken van centra op basis van nieuwe retailvisie; blijven stimuleren van ondernemerschap en de samenwerking met ondernemers; nog beter matchen van onderwijs en werk; benutten van de grensligging; versterken van het Euregionale karakter van het Werkplein Kerkrade; benutten van de ‘groeisectoren’ zorg en recreatie en toerisme. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave, worden uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de wijken West, Oost (I en II) en Noord, die daarna juridisch worden vastgelegd in bestemmingsplannen. De gemeentelijke structuurvisie en nieuwe stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven en uitvoeringsprogramma. 3.4.2 Stadsdeelvisie Kerkrade West Voor het stadsdeel West is een gebiedsvisie opgesteld voor de periode tot 2020 (met een doorkijk tot 2030): "De re-creatie van Kerkrade-West, met minder meer creëren", december 2010. De stadsdeelvisie is op 23 februari 2011 door de gemeenteraad vastgesteld en vormt een nadere uitwerking van de gemeentelijke structuurvisie. De stadsdeelvisie is een integratiekader voor de fysieke, sociale en economische structuurversterking van Kerkrade-West en bevat een uitvoeringsprogramma om te komen tot een duurzame wijk. De visie is als pilot aangemerkt voor de Limburgse Wijkenaanpak waarbij het thema leefbaarheid centraal staat. Onderhavig plangebied is een onderdeel van het stadsdeel Kerkrade West, maar de stadsdeelvisie spitst zich niet zozeer toe op dit bedrijven- en dienstenterrein. Er zijn in de stadsdeelvisie voor korte en/of middellange termijn geen afzonderlijke ruimtelijke ontwikkelingen en projecten voor dit gebied voorzien. 3.4.3 Structuurnotitie Beitel-Locht Op 1 juli 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders een beknopte planologische visie opgesteld voor onderhavig plangebied in de vorm van een structuurnotitie. De structuurnotitie is ingegeven door de in 2000 opgestelde Retailstructuurvisie Parkstad-Limburg (fase 1), waaruit blijkt dat onderhavige locatie potentie heeft gezien de goede bereikbaarheid, maar er een duidelijkere structuur moet worden neergezet. Verder is het opstellen van de structuurnotitie ingegeven door gemaakte afspraken tussen de gemeenten Heerlen en Kerkrade in het kader van de ontwikkeling van en betere afstemming van ontwikkelingen binnen de zogenoemde Westcorridor.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
19
Gemeente Kerkrade
In de structuurnotitie zijn de volgende conclusies opgenomen c.q. de volgende uitgangspunten benoemd: verplaatsing van bestaande bouwmarkten naar omgeving Parkstad Limburg Stadion is wenselijk; invulling van het stadion met oorspronkelijk beoogde PDV-formules (bv. bouwmarkten) is vanwege bouwkundige belemmeringen (vrije hoogte) niet mogelijk, daarom deze functies in directe omgeving van het stadion faciliteren en de planologische ruimte voor PDV (max 7.000m2) binnen het stadion wegnemen; voor invulling van het stadion wordt ingezet op het thema “Sport & Leisure”; invulling bedrijventerrein met lokale en regionale bedrijven met een hoogwaardige uitstraling op kavels van 2.000 tot 8.000 m2; verdere uitbouw van cluster gericht op doe-het-zelf; vestiging tuincentrum (verplaatser) binnen plangebied mogelijk; er is ruimte voor een grootschalige innovatieve supermarkt (ca 4.500 m2); meervoudig gebruik van parkeerruimte; maximaal 2 reclamezuilen binnen het plangebied; maximaal één brandstofverkooppunt in zuidelijk deel plangebied, mits het een verplaatser uit de directe woonomgeving betreft; Hoewel de notitie zo'n 10 jaar oud is, zijn de conclusies en uitgangspunten nog altijd actueel en inmiddels ook verankerd in de regionale retailstructuurvisie. De verplaatsing van het tuincentrum heeft plaatsgevonden, net als de vestiging van een grootschalige supermarkt en de realisatie van een nieuwe verkooppunt voor motorbrandstoffen, waarbij sprake is van verplaatsing cq.q. beëindiging van een bestaand verkooppunt aan de nabijgelegen Drievogelstraat. Deze functies zullen dan ook positief worden bestemd en het beleid zal worden vertaald in de regels van onderhavig plan, met dien verstande dat waar nodig nuancering plaatsvindt in verband met de nadien vastgestelde Retailstructuurvisie en gemeentelijke beleidsdocumenten. Zo zal niet (meer) worden ingezet op verdere uitbouw van het doe-het-zelfaanbod, gezien het bepaalde in de Retailstructuurvisie. 3.4.4 Beeldkwaliteitsplan De Locht 3.4.4.1 Streefbeeld De gemeente Kerkrade heeft voor het gehele bedrijven- en dienstenterrein Locht een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Het beeldkwaliteitsplan is vastgesteld in september 2003. Het beeldkwaliteitsplan bevat een streefbeeld voor onderhavig plangebied in woord en beeld. Hieronder worden de belangrijkste aspecten uit het streefbeeld beschreven. Streefbeeld: Het streefbeeld uit het beeldkwaliteitsplan omvat het gehele bedrijven- en dienstenterrein als gelegen binnen onderhavig plangebied. Er wordt onderscheid gemaakt in drie deelgebieden, waarvan enkel de hierna onder 2 en 3 genoemde gebieden binnen het plangebied van dit bestemmingsplan zijn gelegen: 1. de bebouwing met bijbehorende karakteristieken, gelegen aan de straten Locht en Beitel; 2. het Parkstad Limburg Stadion en omgeving; 3. Wiebachstraat en omgeving.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
20
Gemeente Kerkrade
Figuur 6: Streefbeeld Beeldkwaliteitsplan Locht
De toekomstige beeldkwaliteit van de drie deelgebieden dient dusdanig te zijn, dat er uiteindelijk sprake is van een ‘integrale benadering en kwaliteit’ voor het gehele gebied. De bindende elementen tussen de drie deelgebieden betreffen het totale stedenbouwkundige plan, de verbindende wegenstructuren, de verbindende ‘randen’ van het gebied en de verkavelingen. Daarnaast vormen de inrichting van de openbare ruimte, de inrichting van de parkeervoorzieningen, de wijze van reclamevoering en de architectonische kwaliteit de bindende factoren binnen het plangebied. 3.4.4.2 Locht en Beitel De karakteristiek van de oorspronkelijke, kleinschalige bebouwing van beide linten dient hersteld te worden. Dit betekent dat de karakteristiek van woonbebouwing aan de straat met daarachter (kleinschalige) bedrijfshuisvesting, dan wel stallingruimte, als uitgangspunt geldt. Er dient vermeden te worden dat er meer grote ‘gaten’ in de straatwanden ontstaan. Zo mogelijk dienen bestaande grote ‘gaten’ opgevuld te worden. Wanneer extra bebouwing in het gebied wordt toegevoegd dient deze bebouwing aan te sluiten op de bestaande karakteristiek en de maat en schaal van de aanwezige woonbebouwing. 3.4.4.3 Parkstad Limburg Stadion en omgeving De oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet, met het Parkstad Limburg Stadion als centraal gebouw, omgeven door bedrijfsgebouwen, dient gerespecteerd en waar nodig hersteld te worden. Het uitgangspunt hierbij is dat het stadion het middelpunt is binnen een ‘ringstructuur’, met daaromheen een aaneengesloten parkeervoorziening en omsluitende bebouwing.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
21
Gemeente Kerkrade
Om de ring rond het stadion af te maken kan aan de Euregioweg extra bebouwing worden toegevoegd, waaraan inmiddels ook invulling is gegeven met de realisatie van de Leisuredome. De bebouwing gelegen aan de N281 dient zich aan twee zijden te presenteren: als zichtlocatie vanaf de N281 en als front vanaf het stadion. Er dient sprake te zijn van een alzijdige uitstraling. De locatie bij de waterbuffer aan de Wiebachstraat is een belangrijke plek in het gebied. Het hier inmiddels gerealiseerde gebouw (voormalig tuincentrum) vormt de overgang tussen het gebied rondom het stadion en het in ontwikkeling zijnde gebied tussen de Wiebachstraat en de Keulseweg. Tevens is dit gebouw gelegen in de zichtlijn vanaf de entree van Locht naar het bedrijfsverzamelgebouw. Vanaf de zuidzijde kan dit gebouw de Wiebachstraat begeleiden in de overgang naar de ringweg rondom het Parkstad Limburg Stadion. De parkeervoorziening tussen het stadion en de omliggende bedrijfsbebouwing dient vormgegeven te worden als een aaneengesloten parkeerveld, waarbij geen onderscheid gemaakt wordt tussen specifiek bedrijfsgebonden parkeren en openbaar parkeren. Wel is het mogelijk dat er bij bedrijven op eigen terrein wordt geparkeerd. De parkeerterreinen zijn gericht op dubbelgebruik. 3.4.4.4 Wiebachstraat en omgeving In het beeldkwaliteitsplan voor de Locht zijn voor dit deelgebied middels tekeningen (plattegronden, verkavelingvoorstellen, profieldoorsneden en detailtekeningen) de uitgangspunten in hoofdlijnen vastgelegd. De toekomstige verkaveling van het deelgebied is verbeeld in een verkavelingsvoorstel. Om de entree vanaf Beitel naar bedrijven- en dienstenterrein Locht te markeren, dient veel aandacht geschonken te worden aan het daar te vormen accent. De maat en schaal van de bebouwing op deze locatie dient enerzijds in te spelen op de karakteristieke bebouwing aan Beitel en anderzijds de entree naar het bedrijven- en dienstenterrein Locht te markeren. De bebouwing in dit deelgebied dient de Wiebachstraat te begeleiden. Voor de interne ontsluiting van het gebied is een extra weg gerealiseerd. Voor alle wegen in dit deelgebied geldt dat de bedrijfsbebouwing zich er naar toe moet presenteren. Voorkomen moet worden dat er ‘gaten’ in de bebouwing gaan ontstaan. De bebouwing dient een aaneengesloten wand te vormen met gesloten hoeken. De gebouwen in dit deelgebied presenteren zich niet alleen naar de wegen op het bedrijventerrein, maar zullen zich ook moeten oriënteren op de N281. Hier is namelijk sprake van een belangrijke zichtlocatie. De gebouwen zijn goed zichtbaar vanaf deze hoger gelegen belangrijke stadsautoweg en dienen dan ook een representatieve uitstraling te hebben. 3.4.4.5 Verkeer Voor het totale gebied geldt dat de bestaande wegenstructuur gehandhaafd blijft. Deze structuur wordt versterkt en ‘driedimensionaal’ gemaakt, door de straten te begeleiden met bomen. Hierdoor krijgt het plangebied een sterke groenstructuur. Langs de ontsluitingsroutes kan tussen de bomen geparkeerd worden. Aan de hoofdontsluitingsweg betreft dit ‘langsparkeren’. In de zijstraten betreft het ‘haaks parkeren’. De verkeersdruk is op dit moment al vrij hoog. Bij realisering van nieuwe verkeersaantrekkende functies in het gebied verdient de ontsluiting extra aandacht.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
22
Gemeente Kerkrade
3.4.4.6 Overige aspecten Meervoudig ruimtegebruik Gelet op de voor het plangebied toegedachte functies is het streven gericht op optimaal c.q. meervoudig ruimtegebruik. Een goed voorbeeld daarvan zijn de waterbuffers aan de Euregioweg en Wiebachstraat. Bij het (voormalige) tuincentrum vindt het parkeren op eigen terrein plaats. Ook het al eerder genoemde dubbel ruimtegebruik met betrekking tot parkeren is een voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik. Reclame In het gehele plangebied is het van belang dat reclame wordt geïntegreerd in de architectuur. In het beeldkwaliteitplan voor de Locht worden een aantal regels gegeven waaraan reclame-uitingen dienen te voldoen. Reclamemasten zijn op twee locaties aanwezig, uitbreiding van het aantal reclamemasten is niet gewenst. Erfafscheidingen en verlichting De erfafscheidingen van de bedrijven aan de straatzijde dienen achter de voorgevelrooilijn geplaatst te worden. Zo wordt voorkomen dat de erfafscheidingen het beeld van de ‘bebouwingswand’ verstoren. Gestreefd wordt verder naar een afstemming van de erfafscheidingen. Ook de voorzieningen voor verlichting in het plangebied dienen op elkaar afgestemd te worden. 3.4.5 Horeca Onder horeca wordt in zijn algemeenheid verstaan: een bedrijf of instelling gericht op het verstrekken van logies, maaltijden en spijzen of van dranken, alsmede het exploiteren van zaalaccommodaties. In diverse, vigerende bestemmingsplannen wordt onderscheid gemaakt tussen winkelgebonden en niet-winkelgebonden horeca, daarmee tot uitdrukking brengend, dat bij winkelgebonden horeca de openingstijden gebonden zijn aan de openingstijden van de (omliggende) winkels. Hierbij kan worden gedacht aan lunchrooms. Een café is daarentegen een voorbeeld van niet-winkelgebonden horeca. Voornoemd onderscheid binnen horeca is met name binnen het centrumgebied van Kerkrade ingevoerd. Met dit onderscheid werd destijds gepoogd de complementaire functies van Markt (primair horeca) en kernwinkelgebied (primair detailhandel) mede tot uitdrukking te brengen. Gelet op de ervaringen en wensen vanuit de praktijk werkt voornoemd onderscheid evenwel niet steeds bevredigend. In dit licht bezien wordt er voor gekozen in nieuw op te stellen bestemmingsplannen een andere ruimtelijk-planologische onderverdeling voor horeca te hanteren, gebaseerd op de (verschillen in) de ruimtelijke uitstraling. Aan de hand van deze indeling wordt bepaald of een bepaalde vorm van horeca binnen een bepaalde bestemming wordt toegestaan. Bij de gemaakte onderverdeling heeft overigens de door het bedrijfschap Horeca & Catering gehanteerde indeling als leidraad gediend: horeca van categorie 1: horecabedrijven gericht op het al dan niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken, zoals cafetaria, tearoom, snackbar, koffie-corner, croissanterie, ijssalon, lunchroom, broodjeszaak en daarmee vergelijkbare horecabedrijven; horeca van categorie 2: horecabedrijven gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet- alcoholische dranken, zoals restaurants, bistro’s, grillrooms en daarmee vergelijkbare horecabedrijven;
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
23
Gemeente Kerkrade
horeca van categorie 3: horecabedrijven gericht op het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel daaraan ondergeschikt het verstrekken van etenswaren of maaltijden voor gebruik ter plaatse, zoals (eet)cafés, pub, taverne, feestzaalaccommodaties, met uitzondering van discotheken/bar-dancings en nachtclubs; horeca van categorie 4: horecabedrijven die als hoofddoel hebben het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie met name gedurende de late avond en de nachtelijke uren, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken/bar-dancings, nachtclubs; horeca van categorie 5: horecabedrijven gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels en pensions; horeca van categorie 6: horecabedrijven als omschreven onder ‘horeca 3’, evenwel uitsluitend voor zover deze horecabedrijven in directe relatie staan, c.q. ondersteunend en ondergeschikt zijn aan de ter plaatse geldende hoofdbestemming, zoals een kantine bij een sporthal (maatschappelijk). Binnen het plangebied zijn diverse vormen van horeca aanwezig, zoals een discotheek, een ijssalon en een friture in het Parkstad Limburgstadion, een restaurant in het Leisuredome en een fastfoodrestaurant nabij het Leisuredome. Al deze vormen van horeca worden in onderhavig bestemmingsplan positief bestemd. 3.4.6 Verkeer Als vigerend lokaal beleid geldt het Gemeentelijk VerkeersveiligheidsPlan Kerkrade (GVP1997). Het vigerende VerkeersveiligheidsPlan richt zich op de volgende onderdelen van het programma duurzaam veilig: het organiseren van de aanpak van verkeersveiligheid; het aanpassen van het wegennet (conform wegcategorisering); het inpassen van verkeersveiligheid in het mobiliteitsbeleid; het inpassen van verkeersveiligheid in de ruimtelijke ordening; het intensiveren van gedragsbeïnvloeding. Daarnaast is het regionaal beleid aangaande verkeersveiligheid opgesteld in het Regionaal Verkeer en Vervoersplan (RVVP; geactualiseerd 2011). Daarmee is ondermeer een actieplan opgesteld met een jaarlijks programma verkeerseducatie. Hierbij wordt samengewerkt met het Regionaal Overleg Verkeersveiligheid Limburg (ROVL), politie en scholen. Tot slot is de Visie Parkeerbeleid en maatregelenpakket (2008) van belang. Hierin is het beleid verwoord ten aanzien van het aspect parkeren. De gemeente Kerkrade houdt zelf regie over zowel het parkeren op straat als in parkeergarages, waarbij het aanbod wordt afgestemd op de vraag. Daarbij hanteert de gemeente zowel gebiedsgerichte als functiegerichte normen. Bij nieuwe ontwikkelingen dient de parkeerbehoefte op eigen terrein te worden opgevangen. Daarbij sluit de gemeente aan bij de normen van het CROW. Onderhavig bestemmingsplan is overwegend beheersmatig van aard. Op de percelen aan de Wiebachstraat en van het voormalig tuincentrum wordt op eigen terrein geparkeerd. Rond het stadion is een zeer groot aantal parkeerplaatsen aanwezig die intensief worden gebruikt (dubbelgebruik),
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
24
Gemeente Kerkrade
vanwege de verschillende openingstijden van de aldaar gevestigde functies. In de praktijk bestaan er ten aanzien van parkeren geen knelpunten. Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waarvan het opvangen van de parkeerbehoefte nog moet worden onderbouwd. Binnen het plangebied zijn alle wegen en verkeerskundige voorzieningen voorzien van een passende bestemming.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
25
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 4 Planopzet 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe - binnen de kaders van de in hoofdstuk 3 beschreven beleidsdocumenten - het planologisch kader voor het plangebied tot stand is gekomen. Vooraf moet daarover nog worden opgemerkt dat onderhavig bestemmingsplan een overwegend beheersmatig karakter heeft. Het stadion is gerealiseerd en de omliggende bouwmogelijkheden zijn grotendeels ingevuld. Het zuidelijk deel - omgeving Wiebachstraat - is nog volop in ontwikkeling en hier zijn nog de nodige kavels beschikbaar. De bestemming in het geldende bestemmingsplan is echter ook nu al gericht op een industrieterrein c.q. bedrijventerrein. Onderhavig bestemmingsplan voorziet in een actueel en modern juridisch-planologisch kader met flexibele gebruiksmogelijkheden, met inachtname van het geldende beleid en waarbij naar de huidige inzichten ongewenste ontwikkelingen die de deels sterk verouderde geldende bestemmingsplannen nog mogelijk maken, worden uitgesloten.
4.2 Toedeling bestemmingen 4.2.1 Algemeen Het bedrijven- en dienstenterrein Rodaboulevard heeft een sterk multifunctioneel karakter. Het plangebied biedt ruimte voor een grote verscheidenheid aan functies, welke wel een eigen, duidelijk herkenbare plek binnen het gebied hebben. Het zuidelijk deel van het terrein (Wiebachstraat) kent het profiel van een ‘traditioneel’ bedrijventerrein met vestigingsmogelijkheden voor (industriële) bedrijven. Het noordelijke deel van het plangebied (Parkstad Limburg Stadion en omgeving) betreft het ‘moderne’ dienstenterrein waarbinnen diverse hoofdzakelijk grootschalige functies op het gebied van leisure en detailhandel hun plek hebben c.q. kunnen krijgen. Ten aanzien van de binnen het plangebied gevestigde en gewenste detailhandel is sprake van branchering c.q. thematisering, waarbij - conform de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 - wordt ingezet op de branches ‘Sport en Leisure’. De branche ‘Doe-het-zelf en tuin’ is goed vertegenwoordigd en zal positief worden bestemd. Daarbij wordt de bestaande situatie als uitgangspunt genomen en wordt geen verdere uitbreiding van de brutovloeroppervlakte toegestaan, conform voornoemde Retailstructuurvisie. Wel wordt door flexibele regels verplaatsing binnen het plangebied mogelijk gemaakt. Recente ontwikkelingen Verder zijn binnen het plangebied via vrijstellingen, ontheffingen en projectbesluiten diverse nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die ten tijde van het opstellen van onderhavig bestemmingsplan zijn gerealiseerd dan wel in aanbouw zijn.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
26
Gemeente Kerkrade
Datum
Adres
3 februari 2003
W i e b a c h s t r a a t Vrijstelling art. 19 WRO (oud) voor bedrijfsverzamelgebouw / vestiging 77A-77E
Omschrijving Praxis/Gamma/Kwantum
21 september 2004 W i e b a c h s t r a a t Vrijstelling art. 19 WRO (oud) voor wijziging bedrijfsgebouw / 77A-77E 9 september 2003
samenvoeging Praxis/Gamma tot bouwmarkt van 6.500 m2 Wiebachstraat 75 Vrijstelling art. 19 WRO (oud) voor bedrijfshal met kantoorruimte (Decathlon)
3 juni 2004 /
Wiebachstraat 50 Vrijstelling art. 19 WRO (oud) voor tuincentrum
23 juli 2004 7 april 2006
Roda JC Ring 2
Leisuredome
26 juni 2008
Wiebachstraat 45 Bedrijfsverzamelgebouw
20 oktober 2009
Roda JC Ring
16 december 2009
Wiebachstraat 70 Binnenplanse vrijstelling voor kantoor en opslagplaats
4 oktober 2010
Roda JC Ring 49 Ontheffing vestiging Toychamp
24 februari 2012
Wiebachstraat
Albert Heijn XL
Omgevingsvergunning (uitgebreid) voor tankstation en carwash
Al deze vergunningen en besluiten zijn - al dan niet na beroep - onherroepelijk geworden. De uitvoerbaarheid van deze ontwikkelingen staat dan ook niet meer ter discussie. Onderbouwing daarvan heeft reeds ten tijde van het verlenen van de vergunning c.q. vrijstelling plaatsgevonden. Eventuele gewijzigde beleidsmatige inzichten doen daarom niets af aan het onherroepelijk karakter van de genomen besluiten. Deze ontwikkelingen worden derhalve opgenomen in onderhavig bestemmingsplan. De twee deelgebieden als benoemd in hoofdstuk 2 van deze toelichting op basis van het beeldkwaliteitsplan, zijn in het bestemmingsplan vanuit stedenbouwkundige en planologische motieven duidelijk onderscheiden door de toekenning van verschillende bestemmingen: Bedrijventerrein : Gemengd :
Wiebachstraat en omgeving; Bedrijfsverzamelgebouwen rond het stadion (Decathlon, praxis, tuincentrum, Hornbach, etc);
Voor het Parkstad Limburg Stadion is gekozen voor een toegesneden bestemming in de vorm van de bestemming 'Gemengd - Stadion', vanwege de bijzondere ruimtelijke uitstraling van het voetbalstadion dat hierin is geïntegreerd. Ook voor het Leisuredome is gekozen voor de toegesneden bestemming 'Cultuur en ontspanning', vanwege de combinatie van de hierin gevestigde functies en het feit dat deze ontwikkeling is gerealiseerd door middel van een vrijstellingsbesluit (maatwerk). Toekenning van een ruimere bestemming zoals de bestemming Gemengd zou tot een verruiming van de gebruiksmogelijkheden leiden die niet is onderbouwd bij het verlenen van de vrijstelling. Het openbaar gebied binnen het plangebied is op basis van het bestaand gebruik bestemd tot 'Verkeer' of 'Groen'. Het parkeerterrein rond het stadion is voorzien van de toegesneden bestemming 'Verkeer - Parkeren'. Aan de hand van deze bestemmingen zal in onderstaande paragrafen een beschrijving en onderbouwing worden gegeven.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
27
Gemeente Kerkrade
4.2.2 Bedrijventerrein De kavels rond de Wiebachstraat zijn voorzien van de bestemming bedrijventerrein, welke bestemming bedrijven toestaat van maximaal milieucategorie 3.2. Dit komt overeen met de bestaande situatie. Bedrijven van een hogere milieucategorie komen binnen het plangebied niet voor. Hoewel het geldende bestemmingsplan "Beitel-Locht" geen milieucategorieën hanteert, maar sec 'industrie' toestaat, is het toepassen van milieuzonering vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, waaronder het garanderen van een goed woon- en leefklimaat, gewenst. Gezien de ingevolge de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" te hanteren richtafstanden tussen bedrijven van milieucategorie 3.2 enerzijds en woningen anderzijds, (i.c. 50 meter; gemengd gebied) en de betreffende afstanden worden gehaald, is vestiging van bedrijven van voornoemde categorieën vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening mogelijk. Detailhandel is - net als in het geldende bestemmingsplan - niet toegestaan, behoudens productiegebonden detailhandel als ondergeschikte functie tot maximaal 10% van het brutovloeroppervlak van het betreffende bedrijf. Een uitzondering daarop betreft een aantal percelen Tussen Wiebachstraat, Hamstraat en de N281. Hier is sprake van een clustering van bedrijven en activiteiten gericht op mobiliteit, zoals een tankstation, carwash en een bandencentrum. Om dit cluster verder te versterken wordt aanleiding gezien hier detailhandel in autogerelateerde artikelen toe te staan. Een dergelijke detailhandelsvestiging zal wel moeten voldoen aan de minimale brutovloeroppervlakte per vestiging van 1000 m2 zoals die ook binnen de overige bestemmingen geldt. Voor wat betreft verkaveling en de gewenste inrichting van de kavels, het bebouwingspercentage en de toegestane bouwhoogte is het beeldkwaliteitsplan als uitgangspunt genomen. Zie voor een beschrijving daarvan paragraaf 3.4.4. Dit houdt onder meer in: verkaveling en bouwhoogtes conform verkavelingsvoorstel beeldkwaliteitsplan; bebouwingspercentage en situering bebouwing binnen de kavel conform uitgangspunten beeldkwaliteitsplan: afstanden tot perceelsgrens, parkeren op eigen terrein, situering erafscheidingen. Het voorgaande is vertaald naar de verbeelding door toekenning van ruime bouwvlakken, met duidelijke regels ten aanzien van de situering en maatvoering van bebouwing. Bedrijfswoningen zijn niet aanwezig en zijn op basis van het geldende bestemmingsplan ook niet toegestaan. Beleidsmatig zijn deze woningen ook niet gewenst, aangezien deze woningen van de uitbreidingsmogelijkheden van omliggende bedrijven beperken. Bovendien zijn bedrijfswoningen voor de bedrijfsvoering anno 2013 ook niet meer noodzakelijk. 4.2.3 Cultuur en ontspanning Deze bestemming is toegekend aan het Leisuredome, waarvan de eerste fase op basis van een vrijstellingsbesluit inmiddels is gerealiseerd. De bestemming vormt een vertaling van de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het verleende vrijstellingsbesluit voor deze voorziening biedt. 4.2.4 Gemengd Deze bestemming is toegekend aan de bebouwing rond het Parkstad Limburg Stadion, bestaande uit hoofdzakelijk bouwmarkten en sportzaken.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
28
Gemeente Kerkrade
De bebouwing ten westen van het stadion (Hornbach) heeft in het geldende bestemmingsplan "Locht I" de bestemming 'Perifere detailhandel', hetgeen ook aansluit bij de bestaande situatie en het beleidskader als geschetst in hoofdstuk 3. De bebouwing ten zuiden van het stadion is gerealiseerd op basis van diverse vrijstellingsbesluiten. Gezien het vergund gebruik, het huidig gebruik en het in hoofdstuk 3 geschetste beleidskader is ook aan deze bebouwing de bestemming 'Gemengd' toegekend. Perifere grootschalige detaihandel: doe-het-zelf en tuin Kerkrade kent een duidelijke retailstructuur, uitgaande van een sterke concentratie in het centrum en daarnaast lokaal verzorgende concentraties op buurt- en wijkniveau. De Rodaboulevard is vanwege zijn ligging opgenomen als perifere locatie (PDV), waarbij wordt ingezet op grootschalige aanbieders (GDV). In het geldende bestemmingsplan "Locht I" wordt onder het begrip 'perifere detailhandel' verstaan: detailhandel volgens een formule die vanwege aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, evenwel uitsluitend detailhandel voor zover het betreft de branches bouwmarkt, keukens, sanitair en tuincentra. Deze vormen van detailhandel zijn op basis van het geldende bestemmingsplan "Locht I" eveneens toegestaan binnen het Parkstad Limburg Stadion. Aangezien vanwege bouwtechnische belemmeringen (onvoldoende hoogte bouwlaag) vestiging van bouwmarkten in het stadion niet mogelijk is gebleken, is vrijstelling verleend voor het bedrijfsverzamelgebouw waarin momenteel onder meer Praxis, Sportboulevard en Kwantum zijn gevestigd. Destijds is privaatrechtelijk overeengekomen dat geen bouwmarkten meer zouden worden gevestigd in het stadion. Gezien het bepaalde in de regionale Retailstructuurvisie is een verdere uitbreiding van het aanbod in de branche 'Doe-het-zelf en tuin' binnen onderhavig plangebied ook niet gewenst. Gezien het voorgaande wordt in onderhavig bestemmingsplan de vergunde bestaande oppervlakte aan 'doe-het-zelf en tuin' vastgelegd, waarbij op basis van de stukken ten behoeve van de verleende vrijstellingsbesluiten, de uitspraken van de rechtbank en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ten aanzien van de vrijstellingsbesluiten en de Structuurnotitie Beitel-Locht, wordt uitgegaan van het volgende: definitie perifere detailhandel: "detailhandel op terreinen of locaties binnen de bebouwde kom, die vanwege de aard van het gevoerde assortiment, de benodigde oppervlakte voor uitstalling van het assortiment en/of de verkeersaantrekkende werking (waaronder begrepen intensieve dagelijkse bevoorrading), niet inpasbaar zijn in bestaande winkel(concentratie)gebieden of de onmiddellijk daaraan grenzende gebieden, waaronder in dit plan limitatief begrepen: detailhandel in keukens en sanitair, bouwmarkten, boten, campers, caravans en kampeer- en outdoorartikelen, tuin- en dierbenodigdheden"; een minimale brutovloeroppervlakte van 1.000 m2 per detailhandelsvestiging (grootschalige detailhandel); binnen het 'bedrijfsverzamelgebouw' waarin thans o.a. de Praxis en Karwei zijn gevestigd is op basis van de verleende vrijstelling in totaal maximaal 12.000 m2 aan perifere detailhandel toegestaan; conform het vigerende bestemmingsplan en nadien verleende vrijstellingen mag de brutovloeroppervlakte van Hornbach maximaal 15.000 m2 bedragen; blijkens het vrijstellingsbesluit voor het tuincentrum aan de Wiebachstraat 50 bedraagt de brutovloeroppervlakte hiervan maximaal 9.400 m2;
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
29
Gemeente Kerkrade
de maximaal 7.000 m2 aan perifere detailhandel die op basis van het geldende bestemmingsplan "Locht I' is toegestaan in het stadion wordt op basis van voornoemde documenten niet meer overgenomen in onderhavig bestemmingsplan, aangezien deze oppervlakte is ingevuld binnen de bebouwing die in onderhavig bestemmingsplan is voorzien van de bestemming 'Gemengd'; Het voorgaande leidt tot een totale maximale brutovloeroppervlakte van 36.400 m2 die wordt vastgelegd in de regels voor de bestemming 'Gemengd', waarvan 35.000 m2 aan bouwmarkten en detailhandel in dier- en tuinbenodigdheden. Nieuwe winkels gericht op woninginrichting zijn niet gewenst gezien het nagestreefde thema en de plek van de Rodaboulevard in de regionale retailstructuur, met name ten opzichte van Woonboulevard In de Cramer (zie paragraaf 3.3.2).
Thema Sport & Leisure Conform de regionale Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 wordt in onderhavig bestemmingsplan uitgegaan van het thema 'Sport & Leisure'. Ook voor deze thematische retail geldt een minimale brutovloeroppervlakte van 1.000 m2 per vestiging. Behalve in het Parkstad Limburg Stadion, wordt aan Sport & Leisure gerelateerde retail tevens toegestaan binnen de bestemming 'Gemengd'. Activiteiten in de vorm van sport-, spel en recreatievoorzieningen (sport & leisure) dienen (net als in het geldende bestemmingsplan) te worden geconcentreerd in het Parkstad Limburg Stadion. Indien er een concreet initiatief ligt om een sport & leisure-activiteit te ontplooien op gronden met de bestemming 'Gemengd', kan altijd op basis van een verzoek worden beoordeeld of de betreffende activiteit ter plaatse planologisch inpasbaar is. Overige functies Een zekere uitwisselbaarheid met andere functies dan detailhandel is gewenst, om een flexibele invulling mogelijk te kunnen maken. Daarbij wordt uitdrukkelijk niet gedacht aan zelfstandige kantoren. Wel worden mogelijkheden gezien voor invulling met relatief lichte bedrijvigheid op basis van een toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten. 4.2.5 Gemengd - Stadion Deze bestemming is toegekend aan het Parkstad Limburg Stadion, dat primair de functie heeft van voetbalstadion. In het casco er omheen wordt echter ruimte geboden voor andere functies die daarmee een relatie hebben (Sport & Leisure). Detailhandel Net als in het geldende bestemmingsplan wordt daarbij gedacht aan detailhandel, mits passend binnen de functie en plaats van de Rodaboulevard in de regionale en lokale retailstructuur (PDV) en mits het grootschalige detailhandel betreft (GDV), een en ander als aangegeven in paragraaf 4.2.4. Zoals in voornoemde paragraaf reeds aangegeven gaat het geldende bestemmingsplan voor het stadion nog uit van onder meer bouwmarkten, waarvan is gebleken dat ze om bouwtechnische redenen niet inpasbaar zijn in het casco van het stadion. De betreffende brutovloeroppervlakte aan detailhandel is vervolgens buiten het stadion ingezet ten behoeve van de huidige Praxis en Karwei. Voorts zullen de onherroepelijke vrijstellingsbesluiten ten behoeve van de in het stadion gevestigde speelgoedwinkel en megasupermarkt in het plan worden verwerkt en wordt - net als in het geldende bestemmingsplan - ruimte geboden voor een fanshop.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
30
Gemeente Kerkrade
Dienstverlening Behalve aan Sport & Leisure gerelateerde detailhandel wordt ruimte geboden voor aan Sport & Leisure gerelateerde dienstverlening. Onder retail wordt namelijk niet slechts levering van goederen c.q. producten verstaan (kortgezegd: detailhandel), maar ook levering van diensten. Conform het geldende bestemmingsplan wordt daarbij gedacht aan functies die direct gerelateerd zijn aan het gebruik als voetbalstadion zoals kantoorruimten van de club, medische behandelruimtes voor spelers, etc. Daarnaast is het ook mogelijk zelfstandige dienstverlenende functies te vestigen in het casco van het stadion, mits ze gerelateerd zijn aan en ondersteunend zijn aan het thema Sport & Leisure. Daarbij wordt opgemerkt dat in de huidige situatie al diverse dienstverleners in het stadion zijn gevestigd die niet direct te vatten zijn onder de noemer Sport & Leisure, maar daar wel een relatie mee hebben, aangezien ze zich richten op gezondheid c.q. health. Er zijn geen bezwaren om dergelijke op gezondheid gerichte dienstverleners uit te sluiten gezien de relatie met de aanwezige overige (top)sportfuncties. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan bedrijven gericht op mentale en fysieke zorgverlening en ontwikkeling (o.a. revalidatiebegeleiding, diagnostische centra, medisch onderzoek, etc.), fitnesscentra, fysiotherapeuten en andere (para)medische dienstverleners. Horeca Net als in het geldende bestemmingsplan wordt ruimte geboden voor horeca. Zowel direct gerelateerd aan het gebruik als voetbalstadion (verzorging bezoekers wedstrijden, etc) als zelfstandige horecafuncties in het casco van het stadion. Het geldende bestemmingsplan biedt al ruimte voor hotels, restaurants, cafetaria's, etc. Er zijn ten tijde van de inventarisatie ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan ook diverse horecavestigingen in het casco aanwezig, zoals een hotel, ijssalon, broodjeszaken en een discotheek. Deze mogelijkheden blijven in onderhavig bestemmingsplan behouden.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
31
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten 5.1 Bodem Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan moet op basis van artikel 3.1.6. Besluit ruimtelijke ordening worden onderzocht of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van de bodem. Het uitgangspunt is dat een eventuele aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico mag opleveren voor de gebruikers van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechtert door grondverzet. Bij het opnemen van wijzigingsbevoegdheden kan die onderzoeksverplichting vooruit worden geschoven tot het moment van toepassing daarvan. Ook aan een afwijkingsbevoegdheid kan de voorwaarde worden verbonden dat een bodemonderzoek wordt uitgevoerd. Bij overige ruimtelijke besluiten is ook een inzicht in de bodemkwaliteit nodig op basis van artikel 3.2 Algemene wet bestuursrecht. Het aspect bodem wordt in voorkomend geval steeds getoetst aan het vigerend gemeentelijk bodembeleid. Binnen het plangebied zijn voor zover bekend bodemsaneringslocaties of mijnsteengebieden aanwezig.
geen
stortplaatsen,
grootschalige
Voor hergebruik van grond is generiek beleid volgens het Besluit bodemkwaliteit op basis van een bodemfunctieklassenkaart van kracht. De bodemfunctieklassenkaart bestaat uit een tabel die de bestemming van een perceel koppelt aan een bodemfunctieklasse. Bij de vaststelling van de nieuwe Bodemkwaliteitskaart en Nota Bodembeheer zal dit overgangsbeleid vervallen. Resultaten van bodemonderzoeken worden aan Achtergrondwaarden en Interventiewaarden volgens de Wet bodembescherming getoetst. Momenteel werkt de gemeente Kerkrade aan een bodemkwaliteitskaart die onderdeel is van een regionale bodemkwaliteitskaart. Doel van een bodemkwaliteitskaart is het in kaart brengen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Hiertoe is de gemeente opgedeeld in een aantal deelgebieden met een milieuhygiënisch vergelijkbare bodemkwaliteit. De deelgebieden zijn opgesteld door te kijken naar de ontwikkeling van wijken, het ontstaan van gebieden, het voormalig en huidig gebruik van het gebied en de resultaten van de bodemonderzoeken. Uit de kaart blijkt dat algemeen in de Kerkraadse bodem, ten opzichte van een natuurlijke door de mens onbelaste bodem, verhoogde achtergrondgehalten aan PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) en verschillende zware metalen voorkomen. Het plangebied valt geheel binnen “Zone 2“. De bovengrond van deze “Zone 2” is gemiddeld niet verontreinigd en heeft de kwaliteit “AW2000”. De ondergrond valt binnen ”Zone 3”, is gemiddeld niet verontreinigd en heeft de kwaliteit “AW2000”. Welke gevolgen bovenstaande bodemkwaliteit voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied heeft, volgt uit het gemeentelijke Nota Bodembeheer. In deze nota worden de visie en doelstellingen van de gemeente Kerkrade verwoord om te komen tot een optimaal gebruik van de bodem. Het gemeentelijk bodembeheer is gericht op het behouden of realiseren van een veilige (geen risico’s) en geschikte (duurzame) bodemkwaliteit. De aangetroffen bodemkwaliteit zorgt niet voor risico’s voor de mens en levert geen beperkingen op ten aanzien van de ruimtelijke gebruiksmogelijkheden binnen het plangebied.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
32
Gemeente Kerkrade
5.2 Geluid 5.2.1 Wegverkeerslawaai Bij de voorbereiding van de vaststelling van een bestemmingsplan of een herziening daarvan dient op grond van artikel 76 van de Wet geluidhinder (Wgh) een onderzoek naar verkeerslawaai te worden ingesteld. Hierbij moeten de in de wet aangegeven, binnen de zones langs de wegen geldende, waarden in acht worden genomen. Alle wegen hebben een geluidzone, met uitzondering van wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied of wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. Voor nieuw op te richten geluidsgevoelige bebouwing binnen de wettelijke geluidzones dient nader bepaald te worden of de wettelijke grenswaarde van 48 dB niet overschreden wordt. Onderhavig bestemmingsplan is overwegend beheersmatig van aard. Hoewel het plangebied is gelegen binnen de zone van diverse wegen, worden binnen die zones geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogelijk gemaakt. 5.2.2 Industrielawaai Een groot deel van het plangebied is aan te merken als een (gezoneerd) industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder. De begrenzing van het gezoneerde industrieterrein en de vastgestelde geluidzone (50 dB(A)) zijn vastgelegd door middel van een Koninklijk Besluit d.d. 28 oktober 1990. De 50 dB(A)-zone als vastgelegd in het KB valt grotendeel buiten de begrenzing van onderhavig plangebied. Deze zone is vastgelegd in de bestemmingsplannen voor omliggende gronden dan wel wordt vastgelegd in de voor de betreffende gronden in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen.
Geluidzones van onderhavig plangebied en Beitel (Heerlen)
Over het plangebied liggen ook een aantal zones van omliggende gezoneerde industrieterreinen, te weten de zone van Spekholzerheide en De Beitel (Heerlen). Deze zones worden overgenomen in onderhavig bestemmingsplan door het opnemen van een gebiedsaanduiding ‘geluidzone – industrie’, waarbij het navolgende onderscheid is gehanteerd: zone Beitel-Locht Kerkrade : geluidzone - industrie 1; zone Beitel Heerlen: geluidzone - industrie 2; zone Spekholzerheide: geluidzone - industrie 3. In de daaraan gekoppelde regels wordt opgenomen dat ter plaatse van de betreffende aanduiding geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
33
Gemeente Kerkrade
Geluidzone Spekholzerheide
5.2.3 Spoorweglawaai Net als wegverkeerslawaai en geluid vanwege (gezoneerde) industrieterreinen wordt spoorweglawaai gereguleerd door de Wet geluidhinder. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen: 1. spoorwegen waarop de zogenoemde plafondsystematiek van toepassing is; 2. spoorwegen die zijn opgenomen op de zonekaart als bedoeld in artikel 106 van de Wgh; 3. overige spoorwegen. Spoorwegen als bedoeld onder 3 vallen volgens de Wgh onder het begrip 'weg' en daarop is daarom hoofdstuk VI van de Wgh van toepassing. Ten zuiden van het plangebied ligt de spoorlijn van de Stichting Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM), de zogenoemde Miljoenenlijn, welke is aan te merken als een spoorlijn als hiervoor bedoeld onder 3. Gezien de afstand tussen het plangebied en deze spoorlijn, het feit dat onderhavig bestemmingsplan een overwegend beheersmatig karakter heeft, waarin geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden voorzien binnen de zone van deze spoorlijn en gezien de verdiepte ligging van de spoorlijn ter hoogte van onderhavig bestemmingsplan, kan redelijkerwijs worden gesteld dat het aspect spoorweglawaai geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
34
Gemeente Kerkrade
5.3 Luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit waarin onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht zijn vastgesteld ter bescherming van mens en milieu. In Nederland zijn stikstofdioxide (NO2) en zwevende deeltjes als PM10 (fijn stof) de maatgevende stoffen waar de concentratieniveaus het dichtst bij de grenswaarden liggen. Overschrijdingen van de grenswaarden komen, uitzonderlijke situaties daargelaten, bij andere stoffen niet voor. Nederland kan vooralsnog niet voldoen aan de luchtkwaliteitseisen die in 2010 van kracht zijn geworden. De EU heeft Nederland derogatie (uitstel) verleend op grond van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).Dit betreft een gemeenschappelijke aanpak van het Rijk en diverse regio’s om samen te werken aan een schonere lucht waarbij ruimte wordt geboden aan noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen. Projecten die „niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan luchtverontreiniging hoeven niet langer individueel getoetst te worden aan de Europese grenswaarden aangezien deze niet leiden tot een significante verslechtering van de luchtkwaliteit. Deze grens is in de AMvB NIBM gelegd bij 3% van de grenswaarde van een stof. Voor een aantal functies (onder andere woningen, kantoren, tuin- en akkerbouw) is dit gekwantificeerd in de ministeriële regeling NIBM. Gevoelige bestemmingen als scholen, kinderdagverblijven, bejaarden- en zorgtehuizen genieten op grond van het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) extra bescherming. Substantiële uitbreiding of nieuwvestiging binnen 50 meter van een provinciale weg of 300 meter van een Rijksweg is alleen toegestaan indien de concentraties luchtvervuilende stoffen zich onder de grenswaarden bevinden waardoor geen onacceptabele gezondheidsrisico’s optreden. Binnen het plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekende mate bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Een onderzoek luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk. Ook voorziet het bestemmingsplan niet in mogelijkheden voor nieuwe gevoelige bestemmingen binnen 50 meter van een provinciale weg of 300 meter van een Rijksweg. Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor onderhavig planvoornemen.
5.4 Externe veiligheid 5.4.1 Algemeen Het bevoegd gezag dient bij ruimtelijke planvorming rekening te houden met het aspect externe veiligheid. Hierbij dient te worden onderzocht in hoeverre er sprake is van aanvaardbare dan wel onaanvaardbare risico's voor de diverse bestemmingen binnen het plangebied. De aandacht gaat hierbij uit naar het plaatsgebonden risico waarvoor een harde norm geldt, als ook naar het groepsrisico waarvoor een zogenaamde oriëntatiewaarde geldt. Indien binnen of in de nabijheid van een plangebied risicodragende activiteiten plaatsvinden is een nader onderzoek noodzakelijk. Een nader onderzoek heeft betrekking op zowel stationaire objecten (bedrijven en buisleidingen) als ook op dynamische objecten (transport gevaarlijke stoffen). Voor onderhavig plangebied is voor beide aspecten nader onderzocht in hoeverre er een onacceptabele overschrijding van risiconormen aan de orde is.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
35
Gemeente Kerkrade
5.4.2 Stationaire objecten Bij stationaire objecten richt zich het onderzoek op: risicovolle bedrijven en/of activiteiten binnen of in de omgeving van het plangebied; buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen. 5.4.2.1 Risicovolle bedrijven en activiteiten Bij de vaststelling van een ruimtelijk besluit dient het bevoegd gezag op grond van artikel 5 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een toetsing uit te voeren aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico en eventuele geldende vaste risico-afstanden op grond van artikel 8.40 van de wet Milieubeheer. Voorts is in artikel 2 van het Bevi het toepassingsgebied bepaald voor inrichtingen welke onder de werkingssfeer van het besluit vallen. Voor de inventarisatie van risicorelevante bedrijven en activiteiten welke binnen of in de nabijheid van het plangebied zijn gelegen, is gebruik gemaakt van een tweetal bronnen: Risico Register Gevaarlijke Stoffen (RGGS) voor de gemeente Kerkrade; Risicokaart gemeente Kerkrade Invloedsgebieden van april 2013 (versie 4); Risicokaart Nederland (internet). Voorts is nadere informatie ingewonnen bij de gemeente Heerlen inzake activiteiten op het nabij gelegen bedrijventerrein De Beitel te Heerlen. Uit de inventarisatie en navraag bij gemeente Heerlen blijkt dat binnen of in de nabijheid van het plangebied de navolgende activiteiten in aanmerking komen voor een toetsing, te weten: Woning, Locht 37
Opslag propaan
Bedrijfsgebouw, Locht 42b3
Opslag / verkoop consumentenvuurwerk
Bedrijfsgebouw, Locht 65 –67
Opslag gasflessen
Bouwmarkt Hornbach, Roda JC-ring
Opslag / Verkoop consumentenvuurwerk
Tankstation Lukoil, Wiebachstraat Kerkrade:
Tankstation met LPG-installatie
Tankstation BP, Euregioweg 1, Heerlen
Tankstation met LPG-installatie
Everris, Nijverheidsweg 1-5, Heerlen
Opslag gevaarlijke stoffen (kunstmest)
Opslag propaan, Locht 37 Op het adres Locht 37 is een bovengrondse opslagtank voor propaan aanwezig met een inhoud van 1.000 liter. De opslag van propaan valt onder de werkingssfeer van het Bevi bij een opslaghoeveelheid vanaf 13 m3. Een verdere toetsing Externe Veiligheid behoeft aldus niet plaats te vinden. Opslag consumentenvuurwerk, Locht 42b3 Op de bedrijfslocatie Locht 42b3 wordt jaarlijks consumentenvuurwerk aan particulieren verkocht. Dit geschiedt in de maand december conform de regels van het Vuurwerkbesluit. De maximaal toegestane opslaghoeveelheid bedraagt 6.856 kg. Hierdoor is er slechts een beperkte risico-afstand van toepassing welke in onderhavig geval binnen de terreingrenzen van de locatie Locht 42b3 blijft. Deze activiteit valt buiten de werkingssfeer van het Bevi. Een verdere toetsing Externe Veiligheid behoeft aldus niet plaats te vinden Opslag gasflessen, Locht 65-75 Bij het bedrijf Ghijsen bv is een opslagvoorziening voor gasflessen aanwezig met ca. 800 liter propaan in gasflessen. Deze activiteit valt buiten de werkingssfeer van het Bevi. Een verdere toetsing Externe Veiligheid behoeft aldus niet plaats te vinden.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
36
Gemeente Kerkrade
Opslag consumentenvuurwerk, Roda JC Ring Bouwmarkt Hornbach verkoopt jaarlijks consumentenvuurwerk aan particulieren. Dit geschiedt in de maand december conform de regels van het Vuurwerkbesluit. De maximaal toegestane opslaghoeveelheid bedraagt 9.837 kg. Hierdoor is er slechts een beperkte risico-afstand van toepassing welke in onderhavig geval binnen de terreingrenzen van de bouwmarkt blijft. Deze activiteit valt buiten de werkingssfeer van het Bevi. Een verdere toetsing Externe Veiligheid behoeft aldus niet plaats te vinden. De hierboven genoemde activiteiten worden afdoende gereguleerd middels de regelgeving uit het Activiteitenbesluit Wet Milieubeheer, waarin aan te houden veiligheidsafstanden zijn opgenomen. Deze veiligheidsafstanden blijven binnen de eigen terreingrens. Tankstation Lukoil Wiebachstraat Het Lucoil tankstation aan de Wiebachstraat te Kerkrade is sinds november 2013 operationeel. Er is géén opslag van propaan. Het tankstation wordt wel voorzien van een opslagtank voor LPG. LPG tankstations zijn ingevolge het BEVI aangewezen als categorale inrichtingen met vaste afstandseisen. Plaatsgebonden risico (PR) Voor categorale inrichtingen gelden ingevolge het BEVI voor het plaatsgebonden risico vaste afstandcriteria. Voor het LPG tankstation Wiebachstraat is de maximale doorzet in de milieuvergunning vastgesteld op 1.000 m3 per jaar. Bij een maximale jaarlijkse doorzet van 1.000 m3 LPG, gelden de afstandeisen volgens onderstaande tabel. Aan de betreffende afstandeisen kan volledig worden voldaan. Afstanden in meters tot (beperkt) kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10-6 per jaar doorzet LPG in Afstand (m) Afstand (m) Afstand (m) 3 vanaf vulpunt vanaf reservoir vanaf afleverzuil m per jaar Afstanden volgens 1000 45 25 15 Revi, bijlage 1, tabel 2a Groepsrisico Naast een toetsing van het plaatsgebonden risico schrijft het BEVI eveneens een beoordeling van het groepsrisico voor. Een verantwoording groepsrisico is vereist indien er binnen het zogenaamde invloedsgebied van het tankstation ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden of anders gezegd indien er een toename van het groepsrisico aan de orde is. De toetsing en verantwoording groepsrisico heeft reeds in 2008 plaatsgevonden in het kader van een doorlopen vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Blijkens de in 2008 uitgevoerde berekeningen zal er geen overschrijding plaatsvinden van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. De situatie is thans zelfs ten voordele gewijzigd aangezien er geen opslag van propaan zal plaatsvinden. Deze ontwikkeling heeft een positief effect op de hoogte van het groepsrisico. Tankstation Euregioweg (gemeente Heerlen) Het tankstation aan de Euregioweg ligt buiten het plangebied, echter reikt het invloedsgebied wel tot binnen het plangebied Rodaboulevard. Voor dit LPG tankstation gelden bij een maximale doorzet van
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
37
Gemeente Kerkrade
1.500 m3 per jaar de afstandseisen volgens onderstaande tabel. Aan de betreffende afstandeisen kan volledig worden voldaan. Afstanden in meters tot (beperkt) kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10-6 per jaar doorzet LPG in Afstand (m) Afstand (m) Afstand (m) m3 per jaar vanaf vulpunt vanaf reservoir vanaf afleverzuil Afstanden volgens 1500 45 25 15 Revi, bijlage 1, tabel 2a Groepsrisico Naast een toetsing van het plaatsgebonden risico schrijft het BEVI eveneens een beoordeling van het groepsrisico voor. Een verantwoording groepsrisico is vereist indien er binnen het zogenaamde invloedsgebied van het tankstation ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden of anders gezegd indien er een toename van het groepsrisico aan de orde is. Binnen het plangebied Rodaboulevard wordt de Leisuredome ontwikkeld. De Leisuredome bevat activiteiten zoals een bioscoop, bowlingcenter en horecagelegenheden. De Leisuredome wordt gevestigd binnen het invloedsgebied van het LPG tankstation gelegen aan de Euregioweg. De toetsing en verantwoording groepsrisico heeft reeds in 2006 plaatsgevonden in het kader van een doorlopen vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Blijkens de in 2006 uitgevoerde berekeningen zal er geen overschrijding plaatsvinden van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. In 2011 zijn de plannen Leisuredome gewijzigd en is door adviesbureau DHV een nieuwe risicobeoordeling doorgevoerd. Blijkens de rapportage van mei 2012, kenmerk MD-AF201200884, blijft het groepsrisico op tenminste een factor 50 onder de oriëntatiewaarde. Een nieuwe aangepaste verantwoording wordt dan ook niet uitgevoerd. Conclusie groepsrisico LPG tankstations Het groepsrisico blijft voor beide tankstations beneden de oriëntatiewaarde en er zijn geen verdere ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Everris, Nijverheidsweg 1-5, Heerlen (opslag gevaarlijke stoffen) Plaatsgebonden risico Ten aanzien van de opslag gevaarlijke stoffen bij het bedrijf Everris (voorheen Scotts Int. BV) is een Risicoanalyse doorgevoerd door adviesbureau SAVE. Blijkens de rapportage van februari 2006, nr. 0602246-U96 blijft het PR-contour binnen de terreingrens van Everris BV. Groepsrisico Blijkens de rapportage van bureau SAVE ligt het groepsrisico van het bedrijf Everris ruimschoots beneden de oriëntatiewaarde. Een verdere verantwoording wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
5.4.2.2 Buisleidingen Binnen de gemeente Kerkrade zijn uitsluitend buisleidingen voor het transport van aardgas gelegen.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
38
Gemeente Kerkrade
Transport van overige gevaarlijke stoffen per buisleiding (K1, K2 of K3) vindt niet plaats. Ten zuiden van het plangebied is een hoge druk aardgasleiding aanwezig. De leiding ligt buiten het plangebied op ca. 80 meter van de plangrens. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Op grond van de artikelen 11 en 12 van het Bevb moet bij ruimtelijke ontwikkelingen nabij aardgasleidingen worden getoetst of wordt voldaan aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico (PR) en moet in specifieke situaties het groepsrisico (GR) worden verantwoord. Conform artikel 19 van het Bevb dient het bestemmingsplan in overeenstemming te zijn met het Bevb. Daartoe moeten de in artikel 11 en 12 bedoelde aspecten in het bestemmingsplan worden vastgelegd. Plaatsgebonden risico Blijkens het onderzoek bedraagt het veiligheidscontour van de hogedruk aardgasleiding voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar 0 meter. Het plaatsgebonden risico vormt dus geen belemmering voor de realisatie van het plan. Groepsrisico Blijkens onderzoek bedraagt het groepsrisico maximaal 0,1 x de oriëntatiewaarde. Binnen het invloedsgebied zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Een verdere beoordeling of verantwoording groepsrisico is niet noodzakelijk. 5.4.3 Dynamische objecten De beoordeling van transport van gevaarlijke stoffen vindt plaats aan de hand van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Transport van gevaarlijke stoffen binnen Kerkrade kan plaatsvinden over de weg en per spoor. Voor onderhavig plangebied is uitsluitend vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg relevant. In de nabijheid van het plangebied verlopen een aantal wegen welke voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden toegepast. Het betreft de snelweg N281, de N300 (Hamstraat) en de Euregioweg.
Plaatsgebonden risico Het transport van gevaarlijke stoffen over de weg binnen de gemeente Kerkrade is in 2008 nader onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat er geen overschrijding van het Plaatsgebonden Risico (PR) plaatsvindt. Groepsrisico Uit onderzoek blijkt dat het groepsrisico beneden de 0,1 x de oriëntatiewaarde blijft, waardoor een verantwoording GR transport gevaarlijke stoffen over de weg niet noodzakelijk is.
5.5 Milieuzonering en bedrijven 5.5.1 Inleiding Zowel in het kader van een goede ruimtelijke ordening als vanuit milieuwet- en regelgeving wordt gestreefd naar het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten, met als doel het handhaven en waar mogelijk bevorderen van een goede kwaliteit van het leefmilieu. Dit gebeurt onder andere door het fysiek scheiden van milieubelastende activiteiten en milieugevoelige objecten, zoals woningen. Het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende activiteiten bij bedrijven enerzijds en milieugevoelige functies als wonen anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
39
Gemeente Kerkrade
milieubelastende en milieugevoelige functies, hetgeen ook wel wordt aangeduid als milieuzonering. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen: 1. het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies; 2. het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt in onderhavig bestemmingsplan de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 als uitgangspunt genomen. Deze uitgave bevat een lijst waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. Deze lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is. Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype “rustige woonwijk”. Een rustige woonwijk is ingericht volgens het principe van “functiescheiding” dat wil zeggen dat er afgezien van wijkgebonden voorzieningen vrijwel geen andere functies voorkomen en er langs de randen van het gebied weinig verstoring is door verkeer. Vergelijkbaar met “rustige woonwijk” zijn rustig buitengebied, stiltegebied en natuurgebied. Daarvoor gelden dan ook dezelfde richtafstanden. Wanneer sprake is van het omgevingstype “gemengd gebied” kunnen de richtafstanden tussen milieubelastende en milieugevoelige functies met één afstandsstap verlaagd worden, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Een gemengd gebied is een gebied met een variatie aan functies waarbij direct naast woningen andere functies voorkomen zoals winkels, horeca en kleine bedrijvigheid. Gezien de ligging van en de ten oosten en ten zuiden van het plangebied gelegen woningen aan de straten Locht en Beitel en de tussen die woningen gelegen bedrijven, kan het betreffende gebied worden aangemerkt als een gemengd gebied en kunnen de richtafstanden tussen de woningen aan Locht en Beitel en de bedrijvigheid aan de Wiebachstraat en de Roda J Ring worden verkleind met één afstandsstap. De aan te houden afstanden voor de verschillende milieucategorieën zijn dan als volgt.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
40
Gemeente Kerkrade
Milieucategorie
Richtafstand
1
0 meter
2
10 meter
3.1
30 meter
3.2
50 meter
4.1
100 meter
4.2
200 meter
5.1
300 meter
5.2
500 meter
5.3
700 meter
6
1.000 meter
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat voor het aspect gevaar geen reductie van de afstand mogelijk is. Wordt de indeling van een bedrijf in een betreffende milieucategorie bepaald door het aspect gevaar (grootste afstand), dan blijft de daarvoor genoemde richtafstand van toepassing. 5.5.2 Bestaande bedrijven Ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de binnen het plangebied aanwezige bedrijven en heeft een toetsing plaatsgevonden aan de voor de betreffende bedrijven toepasselijke milieucategorieën en de te hanteren richtafstanden, uitgaande van bijlage 1 bij de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering". Zie daarvoor bijlage 1 bij deze toelichting. Voor wat betreft de bedrijven aan de Wiebachstraat kan worden opgemerkt dat gezien de milieucategorieën van de aldaar gevestigde bedrijven en de afstanden tot de meest nabij gelegen woningen, geen knelpunten te verwachten zijn. Aan de Wiebachstraat zijn ook geen bedrijfswoningen aanwezig, waardoor sprake is van een functiescheiding tussen bedrijvigheid en wonen. Parkstad Limburg-stadion Een voetbalstadion wordt aangemerkt als een 'bedrijf' van categorie 4.2, waarvoor een richtafstand van 200 meter geldt, waarbij de grootste afstand geldt voor geluid. De afstand tot de meest nabij gelegen woning bedraagt echter zo'n 140 meter. Het stadion is in het verleden echter reeds vergund en positief is bestemd in het geldende en onherroepelijke bestemmingsplan "Locht I". Destijds heeft een afweging plaatsgevonden ten aanzien van de (milieuhygiënische) inpasbaarheid in de omgeving. Aangezien onderhavig bestemmingsplan in dat opzicht conserverend van aard is, zal het stadion postief worden bestemd op de huidige locatie en in de huidige omvang. Toegelaten gebruik Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat binnen het plangebied, met name aan de orde binnen de casco van het Parkstad Limburg-stadion, bedrijven zijn gevestigd die niet passen binnen het geldende bestemmingsplan en waarvoor ook geen (omgevings)vergunning is verleend. Deze bedrijven worden ook niet positief bestemd, tenzij in hoofdstuk 4 anders is aangegeven. Het feit dat de betreffende bedrijven mogelijk wel zijn opgenomen in de als bijlage bij deze toelichting gevoegde inventarisatie maakt dat niet anders.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
41
Gemeente Kerkrade
5.5.3 Voorgestelde milieuzonering Het geldende bestemmingsplan "Beitel-Locht" hanteert geen milieucategorieën, maar staat 'industrie' toe. Gezien de aard van het gebied, is het toepassen van milieuzonering vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, waaronder het garanderen van een goed woon- en leefklimaat, gewenst. Zoals reeds aangegeven in paragraaf 4.2 wordt de volgende zonering aangehouden in onderhavig bestemmingsplan: Bestemming
Uitgangspunt
Maatwerk
Bedrijventerrein
milieucategorie 1 t/m 3.2,
n.v.t
conform toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten, gebaseerd op bijlage 1 VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2009) Gemengd
milieucategorie A en B,
n.v.t
conform toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten, gebaseerd op bijlage 4 VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2009) Gemengd - Stadion
milieucategorie 1 t/m 3.1,
stadionfunctie, via
conform toegesneden lijst van
bestemmingsomschrijving
bedrijfsactiviteiten, gebaseerd op bijlage 1 VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" (2009)
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
42
Gemeente Kerkrade
Figuur 8: Uitsnede archeologische verwachtingskaart
5.6 Archeologie Op 16 januari 1992 kwam te Valletta het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed tot stand (Verdrag van Malta). Op nationaal niveau is dit verdrag vervolgens vertaald, met name door de Monumentenwet 1988 te herzien. De wijzigingswet die dit mogelijk maakte, de zogenaamde Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), is op 1 september 2007 in werking getreden. De Wamz is gestoeld op dezelfde uitgangspunten als het verdrag van Malta (primair een behoud van archeologische resten in de bodem, vroegtijdig rekening houden met het aspect archeologie bij ruimtelijke ontwikkelingen, en het ‘verstoorder betaalt’ principe). Als gevolg van de herziene Monumentenwet 1988 hebben gemeenten een kerntaak bij de uitvoering van de archeologische monumentenzorg. Archeologie is een verplicht onderdeel geworden van ieder bestemmingsplan. Hiermee is archeologie voortaan een onlosmakelijk onderdeel van het ruimtelijke beleid. Bij de vaststelling van nieuwe bestemmingsplannen, of bij afwijking van bestaande plannen, dient de gemeente aan te geven welke archeologische waarden er in de bodem verwacht worden en hoe men
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
43
Gemeente Kerkrade
met deze waarden om zal gaan. Op basis hiervan kunnen gemeenten bij de verlening van omgevingsvergunningen (de voormalige bouw-, aanleg- en sloopvergunningen) eisen stellen met betrekking tot het aspect archeologie. Ten behoeve van het gemeentelijk archeologiebeleid is een archeologische verwachtingskaart opgesteld. Deze kaart geeft inzicht in de aanwezigheid en verwachte aanwezigheid van archeologische resten in de gemeente Kerkrade. Van de archeologische verwachtingskaart blijkt dat praktisch het volledige plangebied is gelegen in een gebied waaraan 'geen verwachtingswaarde' voor archeologie is toegekend (waardecategorie 6). De reden hiervoor is de grote mate van verstoring in de bodem als gevolg van ontgravings- en egaliseringswerken van het terrein in de jaren ’90 van de 20e eeuw. Hierdoor is een groot deel van het oorspronkelijke reliëf verdwenen en zullen de eventueel aanwezige archeologische waarden grotendeels verstoord zijn. In het zuidwesten van het plangebied zijn in het verleden verschillende archeologische onderzoeken uitgevoerd (gearceerd weergegeven op de archeologische beleidskaart) en zijn enkele waarnemingen gedaan. Op de locatie de Beitel in de wijk De Locht, zijn op ca. 2 meter –MV, in 1994 op twee plaatsen resten van Romeinse gebouwen ontdekt (ARCHIS-waarnemingsnummer 232.221, ARCHIS-onderzoeksmelding 677). Deze gebouwen maken zeer waarschijnlijk deel uit van een Romeins villacomplex. In de winter van 2004 is een archeologische bouwbegeleiding uitgevoerd tijdens de graafwerkzaamheden ten behoeve van het ontgraven van een wegcunet en riolering in het bestemmingsgebied De Locht (ARCHIS-onderzoeksmelding 5612, ARCHIS-waarnemingsnummer 400521, ADC Rapport 230). Dit onderzoek kende een vervolg in het najaar van 2004 (ARCHIS-onderzoeksmelding 5612, tweede fase van het onderzoek; ADC Rapport 372). Tijdens deze begeleiding zijn uitgezonderd een erosiegeul gevuld met colluvium geen grondsporen aangetroffen. Verdere aanwijzingen hoe het villaterrein, waartoe de twee aangetroffen gebouwen in 1994 waarschijnlijk behoren, er uitziet zijn dus niet gevonden. Het is ook niet duidelijk of de aangetroffen vondstlaag een oude akker – buiten het villaterrein – voorstelt of deel uitmaakt van een vondstlaag op het villacomplex zelf. Voorafgaand aan deze begeleidingen is het betreffende plangebied in december 2003 (ca 11 ha) onderwerp geweest van een bureauonderzoek met een inventariserend archeologisch veldonderzoek (ARCHIS-onderzoeksmelding 3864; ADC Rapport 229). In onderhavig bestemmingsplan wordt ter bescherming van eventuele archeologische waarden voorzien in dubbelbestemming Waarde – Archeologie 2 voor die gebieden die op de verwachtingskaart zijn voorzien van waardecategorie 2. Door middel van de daaraan gekoppelde regels wordt geborgd dat bij bodemingrepen met een oppervlakte van respectievelijk 100m² of meer en dieper dan 40 cm eerst archeologisch onderzoek plaatsvindt en het bevoegd gezag zo nodig voorschriften kan verbinden aan een omgevingsvergunning.
5.7 Cultuurhistorie Binnen het plangebied zijn geen Rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig. De Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Limburg laat zien dat de Beitel/Locht een oude Romeinse weg betreft en tevens is aangemerkt als "oude grens, herkenbaar in terrein na 1866". Een deel van de bebouwing aan Beitel en Locht is aangeduid als sedert 1830 weinig c.q. matig veranderde dorpskern. Opvallend is dat dezelfde delen van Beitel en Locht zijn aangewezen als historische dorpskern en dat daarbij is aangegeven dat de betreffende gebieden sterk zijn veranderd, waardoor de wegenstructuur en het bebouwingspatroon niet dan wel nauwelijks herkenbaar zijn.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
44
Gemeente Kerkrade
Gezien het voorgaande zijn er weliswaar enkele cultuurhistorische waarden toegekend aan het plangebied, maar wordt daar met onderhavig planvoornemen geen afbreuk aan worden gedaan.
5.8 Waterparagraaf 5.8.1 Watertoets Het doel van de watertoets is om water een uitgesproken en inhoudelijk betere plaats te geven bij het opstellen en beoordelen van alle waterhuishoudkundig relevante plannen. De watertoets vraagt niet alleen om een beschrijving van de waterhuishoudkundige situatie en de invloed die de voorgestane ruimtelijke ontwikkelingen hebben, maar ook een vroegtijdig overleg met waterbeheerders. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt de watertoets gebruikt om de beoogde gebruiksfuncties en waterbelangen op elkaar af te stemmen. 5.8.2 Beleid waterschap Uitgangspunten van het waterschap Roer en Overmaas met betrekking tot het waterbeheer zijn onder andere: het zorgdragen voor de veiligheid en bescherming tegen overstromingen en wateroverlast; de watersysteembenadering: de natuurlijke en samenhangende kringloop tussen atmosfeer, omgeving, bodemsysteem en oppervlaktewateren; de waterketenbenadering: de kringloop tussen waterwinning, menselijk gebruik en lozing van water; de voorkeursvolgorde: vasthouden, bergen, afvoeren; de voorkeursvolgorde: schoonhouden, scheiden, schoonmaken; ruimte voor water, waarbij voor maatregelen ruimtelijke oplossingen worden gezocht; het meenemen van water als mede-ordenend principe in ruimtelijke plannen (inclusief de watertoets); duurzaam stedelijk waterbeheer. 5.8.3 Waterhuishoudkundige situatie Het bedrijventerrein c.a is in 1992 in hoofdzaak aangelegd met een gescheiden rioolstelsel. Dat wil zeggen dat het regenwater en het vuilwater apart worden ingezameld. Een klein gedeelte nabij de Beitel heeft een gemengd stelsel. Het vuilwaterstelsel van het industrieterrein is op drie plaatsen aan het bestaande rioolstelsel aangesloten, te weten: aan de Beitel; aan de Locht; aan de Euregioweg. Het regenwaterstelsel loost op een waterbuffer gelegen aan de zuidzijde van de Euregioweg. Deze buffer heeft een inhoud van 20.000 m³ en wordt mede gebruikt door de gemeente Heerlen. In 2004 zijn in de waterbuffer twee zogenoemde “first flush buffers” aangebracht. Het vuile water loost op het vuilwaterstelsel van de gemeente Heerlen. De leegloop van het regenwatergedeelte loost op het regenwaterstelsel van de gemeente Heerlen. Met deze maatregelen voldoet het rioleringsstelsel aan de basisinspanning. Aan de zijde van de Wiebachstraat (ter plaatse van de aftakking naar de Locht) is ruimte gereserveerd voor een waterbuffer. Deze buffer is evenwel nimmer als zodanig in gebruik geweest. De buffer is inmiddels overbouwd door een (voormalig) tuincentrum waarbij onder het gebouw de mogelijkheid bestaat om 1.500 m³ regenwater te bufferen. Hoewel naar alle waarschijnlijkheid van deze bufferfunctie de komende jaren geen gebruik zal worden gemaakt, is het niet uit te sluiten dat in de toekomst ten gevolge van klimaatsveranderingen neerslag in steeds heviger vorm gaat vallen of een
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
45
Gemeente Kerkrade
gedeelte van het bedrijventerrein gaat afwateren richting deze buffer. Deze waterbergende functie blijft daarom beschermd in onderhavig bestemmingsplan door middel van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging'. Verder is van belang dat in het verleden sprake is geweest van overlast op percelen aan Locht en Beitel door hemelwater afkomstig van hoger gelegen percelen aan de Wiebachstraat. Dit water wordt momenteel opgevangen in een sloot/greppel in de groenstrook tussen de percelen aan de Wiebachstraat en Locht/Beitel om deze overlast voortaan te voorkomen. Deze groenstrook is bestemd als 'Groen' en tevens voorzien van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' in verband met de hiervoor bedoelde sloot/greppel. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat regenwaterinfiltratie op perceelsniveau is onderzocht, maar dat is gezien de grondgesteldheid, een 10 meter dik pakket bestaande uit vette klei, geen optie.
5.9 Verkeersaspecten 5.9.1 Ontsluiting en bereikbaarheid Het bestemmingsplan is overwegend beheersmatig van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die significant van invloed (kunnen) zijn op de ontsluiting c.q. bereikbaarheid van het plangebied. Nieuwe ontwikkelingen die reeds in uitvoering c.q. oprichting zijn zoals de megasupermarkt Albert Heijn XL en de Leisuredome zijn reeds vanuit verkeerstechnisch oogpunt beoordeeld en onderbouwd tijdens de daarvoor gevoerde planologische procedures. Ten aanzien van de ontsluiting van het gebied is recent nog onderzoek verricht door Goudappel Coffeng (Verkeersonderzoek Rodaboulevard, 23 september 2013, KRD013/Wrd/0240). In dat onderzoek stond de vraag centraal of de bestaande infrastructuur nog toereikend is voor de huidige en toekomstige functies in en rond het stadion. Uit de verkeersmodelanalyse voor de Rodaboulevard (Roda JC Ring en Wiebachstraat) blijkt dat dit gebied 23.400 motorvoertuigbewegingen per etmaal genereert. 57% gebruikt de entree Roda JC Ring, 16% de oostelijke ontsluiting Wiebachstraat en 27% de zuidelijke ontsluiting Wiebachstraat. Uit een kruispuntanalyse is vervolgens gebleken dat de meeste kruispunten rond het plangebied het verkeer in de huidige en toekomstige situatie goed kunnen afwikkelen. Voor een drietal kruispunten kunnen tijdens het drukste uur (avondspits) in de toekomstige situatie knelpunten ontstaan, te weten de kruispunten Locht-Beitel-Drievogelstraat, Beitel-Wiebachstraat en Beitel-Hamstraat. Deze kruispunten liggen op korte afstand van elkaar. Goudappel-Coffeng adviseert eventuele maatregelen te bespreken met de provincie Limburg, aangezien deze kruisingen indirect gekoppeld zijn aan de toekomstige Buitenring Parkstad Limburg en buiten het invloedsgebied van de gemeente Kerkrade vallen. Onderhavig bestemmingsplan is overwegend beheersmatig van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen die significant van invloed zijn op de verkeerssituatie. Uit het onderzoek van Goudappel-Coffeng blijkt dat enkel aan de zuidzijde knelpunten kunnen ontstaan en bovendien slechts tijdens het drukste uur. Mogelijke oplossingen voor deze knelpunten zullen worden onderzocht in overleg met de provincie Limburg in het kader van de nieuw aan te leggen Buitenring Parkstad Limburg. 5.9.2 Parkeren Onderhavig bestemmingsplan is overwegend beheersmatig van aard. Op de percelen aan de Wiebachstraat en van het voormalig tuincentrum wordt op eigen terrein voorzien in de opvang van de
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
46
Gemeente Kerkrade
parkeerbehoefte. Rond het stadion is een zeer groot aantal parkeerplaatsen aanwezig die intensief worden gebruikt (dubbelgebruik), vanwege de verschillende openingstijden van de aldaar gevestigde functies. In de praktijk bestaan er ten aanzien van parkeren geen knelpunten. Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen waarvan het opvangen van de parkeerbehoefte nog moet worden onderbouwd.
5.10 Kabels, leidingen en overige belemmeringen In het plangebied zijn geen kabels, leidingen of andere werken aanwezig die een belemmering kunnen vormen voor de ontwikkelingen in het gebied.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
47
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving 6.1 Inleiding In een bestemmingsplan zijn de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor een bepaald gebied opgenomen. Het onderhavige bestemmingsplan regelt de inrichting van het gebied door voor de gronden bestemmingen aan te wijzen. Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (kaart) in samenhang met de regels. In deze paragraaf wordt het juridische deel van het bestemmingsplan nader toegelicht.
6.2 Opzet bestemmingsplan 6.2.1 Wettelijk kader Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het bestemmingsplan dient te voldoen aan de als bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Dit betekent dat bestemmingsplannen kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling van gegevens en raadpleging daarvan. 6.2.2 Planonderdelen Het bestemmingsplan Rodaboulevard bestaat uit een verbeelding, regels en gaat vergezeld van een toelichting. De verbeelding en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden opgenomen en toegepast. Op de verbeelding krijgen alle gronden binnen het plangebied een bestemming. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. De juridische betekenis van deze bestemmingen en aanduidingen zijn terug te vinden in de regels. Een gedeelte van de informatie op de analoge verbeelding heeft geen juridische betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een kadastrale en GBKN-ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding. Bij eventuele verschillen tussen de digitale en analoge verbeelding is de digitale verbeelding juridisch bindend. De regels bepalen de gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied en geven tevens de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot bouwwerken aan. De regels van het bestemmingsplan Rodaboulevard zijn opgebouwd conform de door het SVBP2012 voorgeschreven systematiek en omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en tenslotte de overgangs- en slotregels.
6.3 Bestemmingsregels 6.3.1 Inleidende regels In de begripsbepalingen worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om onduidelijkheid door interpretatieverschillen te voorkomen. Er zijn alleen begripsbepalingen opgenomen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Een gedeelte van de begrippen is omschreven in het SVBP en dient letterlijk daaruit te worden overgenomen. Deze begrippen en de voorgeschreven omschrijvingen zijn overgenomen.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
48
Gemeente Kerkrade
Ook over de bepaling van afstanden, hoogtes en oppervlaktes kunnen interpretatieverschillen ontstaan. Om op een eenduidige manier afstanden, hoogtes en oppervlakten te bepalen, wordt in de ‘wijze van meten’ uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden. Ook voor de wijze van meten worden in de SVBP2012 regels gegeven, welke in het plan letterlijk zijn overgenomen. 6.3.2 Bestemmingsregels Per bestemming, die op de verbeelding wordt gebruikt, worden gebruiks- en bouwregels opgenomen. De opbouw van de bestemmingen ziet er in beginsel als volgt uit: 1. Bestemmingsomschrijving 2. Bouwregels 3. Nadere eisen 4. Afwijken van de bouwregels 5. Specifieke gebruiksregels 6. Afwijken van de gebruiksregels 7. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden 8. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk 9. Wijzigingsbevoegdheid 10. Specifieke procedureregels Niet alle onderdelen komen bij elke bestemming voor. Van de meest gebruikte onderdelen volgt hieronder een korte toelichting. Bestemmingsomschrijving In de bestemmingsomschrijving wordt een omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functie(s). De hoofdfunctie(s) worden als eerste genoemd. Indien van toepassing, worden ook de aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. De ondergeschiktheid kan worden aangegeven door de woorden “met daaraan ondergeschikt”. De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie binnen de betreffende bestemming. Bouwregels In de bouwregels is bepaald welke bouwwerken mogen worden opgericht, waarbij in ieder geval een onderscheid wordt gemaakt tussen de regeling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde. De bouwregels voorzien, voor zover van toepassing, in maximale maatvoeringen voor de diverse bouwwerken zoals goothoogtes, bouwhoogtes, bouwlagen en/of oppervlaktes, maar ook in regels ten aanzien van de situering van gebouwen en andere bouwwerken. Nadere eisen Nadere eisen kunnen worden gesteld aan de situering van bouwwerken ten behoeve van bepaalde criteria, zoals de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse. De nadere eisenregeling biedt de mogelijkheid om in concrete situaties in het kader van het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen sturend op te treden door het opnemen van nadere eisen in de omgevingsvergunning. Nadere eisen kunnen alleen worden gesteld als er in de regels ook een primaire eis wordt gesteld. De nadere eisen moeten verband houden met deze eis. De nadere eisenregeling hoeft niet in alle bestemmingen te worden geregeld.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
49
Gemeente Kerkrade
Afwijken van de bouwregels Door het opnemen van afwijkingsbevoegdheden wordt flexibiliteit in bestemmingsregels gecreëerd door mogelijkheden te bieden om in beperkte mate af te wijken van de algemeen toegestane bouwregelingen. Deze bevoegdheden zijn niet bedoeld voor afwijkingen van de bouwregels, waarvan de verwachting is, dat ze veelal kunnen worden verleend. In dat geval zijn de bouwregels hierop aangepast. Voor elke afwijking is aangegeven waarvan een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels wordt verleend, de maximale afwijking die met de omgevingsvergunning kan worden toegestaan en meestal de situaties of voorwaarden waaronder een omgevingsvergunning wordt verleend. Het gaat hier om afwijkingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien afwijkingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (algemene regels). Specifieke gebruiksregels Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening vervallen. In dit artikel was het verbod opgenomen om gronden te gebruiken op een manier die in strijd is met het bestemmingsplan. Derhalve moeten in de specifieke gebruiksregels bepaalde functies concreet worden genoemd als zijnde verboden gebruik. Ook het laten gebruiken moet specifiek worden genoemd. Afwijken van de gebruiksregels Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels kan van de gebruiksregels in het plan worden afgeweken ten behoeve van een concrete vorm van grondgebruik. Dit mag echter niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van functies die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies, maar dat via het afwijken geen “nieuwe” functies kunnen worden toegestaan. Het afwijken van de gebruiksregels dient te zien op kleinere, planologisch minder ingrijpende onderwerpen. Functiewijzigingen en grotere, ruimtelijke ingrepen dienen te worden geregeld via een wijzigingsbevoegdheid of bestemmingsplanherziening. Wijzigingsbevoegdheid Door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om het bestemmingsplan te wijzigen. In de meeste gevallen zal het gaan om het wijzigen van de op een perceel gelegde bestemming. Het gaat hier om wijzigingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien wijzigingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (algemene regels). 6.3.3 Bestemmingen Bedrijventerrein Deze bestemming is toegekend aan de aan de Wiebachstraat gelegen bedrijfskavels, een en ander conform de uitgangspunten als beschreven in paragraaf 4.2.2. Binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn bedrijven toegestaan van categorie 1 tot en met categorie 3.2, als genoemd in de als bijlage bij de regels opgenomen toegesneden Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein. Afwijkende bestaande bedrijven zijn specifiek aangeduid. Hoofdgebouwen mogen worden opgericht binnen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak. Het bouwvlak mag voor maximaal 80% worden bebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van overkappingen, die alleen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
50
Gemeente Kerkrade
Met toepassing van de opgenomen afwijkingsbevoegdheden kan onder voorwaarden worden afgeweken van de minimale bouwhoogte en de hoogte van terreinafscheidingen. Met een omgevingsvergunning kan voorts onder voorwaarden worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van de vestiging van bedrijven van categorie 4.1 als opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Bedrijventerrein (SvB), ten behoeve van bedrijven van maximaal categorie 3.2 die niet zijn opgenomen in de SvB maar daarmee wel vergelijkbaar zijn en ten behoeve van risicovolle bedrijven van maximaal categorie 4.1 die ter plaatse inpasbaar zijn. Hierbij is per geval maatwerk mogelijk. Cultuur & ontspanning Deze bestemming is toegekend aan de zogenoemde Leisuredome, een en ander conform de uitgangspunten als beschreven in paragraaf 4.2.3. De bestemmingsregels vormen een vertaling van het vrijstellingsbesluit op basis waarvan de Leisuredome is gebouwd c.q. in aanbouw is. Detailhandel, anders dan aan de hoofdfunctie onderschikte detailhandel is niet toegestaan. Hoofdgebouwen mogen worden opgericht binnen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van overkappingen, die alleen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd. Met toepassing van de opgenomen afwijkingsbevoegdheid kan onder voorwaarden worden afgeweken van de hoogte van terreinafscheidingen. Gemengd De bestemming 'Gemengd' is toegekend aan de ring van bebouwing rond het Parkstad Limburg Stadion, een en ander conform de uitgangspunten als beschreven in paragraaf 4.2.4. Hoofdgebouwen mogen worden opgericht binnen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van overkappingen, die alleen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd. Voor detailhandelsvestitgingen geldt conform vigerend regionaal en gemeentelijk beleid een minimale brutovoeroppervlakte van 1.000 m2 (grootschalige detailhandel). Met toepassing van de opgenomen afwijkingsbevoegdheid kan onder voorwaarden worden afgeweken van de hoogte van terreinafscheidingen. Gemengd - Stadion Het Parkstad Limburg Stadion is voorzien van de bestemming 'Gemengd - Stadion'. Dit vanwege de verschillende uiteenlopende vormen van gebruik naast het gebruik als voetbalstadion. De bestemmingsomschrijving omvat zowel de functie voetbalstadion, als grootschalige detailhandel, gerelateerd aan het thema Sport & leisure, een speelgoedwinkel (in verband met verleende vrijstelling), bedrijven van categorie 1 t/m 3.1, een megasupermarkt en horeca, alsmede daarbij behorende voorzieningen. Een en ander conform paragraaf 4.2.5 van deze toelichting. Groen Binnen het plangebied gelegen stroken openbaar groen zijn voorzien van de bestemming 'Groen'. De bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn afgestemd op de functie als openbaar groen.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
51
Gemeente Kerkrade
Horeca Het binnen het plangebied aanwezige fastfood-restaurant gevestigd Roda JC Ring 2a is voorzien van de bestemming 'Horeca'. Binnen deze bestemming zijn horecafunties tot en met categorie 3 toegestaan. Hoofdgebouwen mogen worden opgericht binnen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van overkappingen, die alleen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd. Met toepassing van de opgenomen afwijkingsbevoegdheid kan onder voorwaarden worden afgeweken van de hoogte van terreinafscheidingen. Verkeer De binnen het plangebied gelegen wegen zijn voorzien van de bestemming 'Verkeer'. De bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn afgestemd op de verkeersfunctie en openbare nutsvoorzieningen. Verkeer - Parkeerterrein De parkeerterreinen binnen het plangebied zijn conform het betreffende gebruik bestemd voor 'Verkeer - Parkeerterrein'. De bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn afgestemd op de verkeersfunctie en openbare nutsvoorzieningen. Waarde - Archeologie 2 Deze dubbelbestemming is opgenomen voor die gebieden die op de verwachtingskaart zijn voorzien van de daarmee corresponderende verwachtingswaarde op de gemeentelijke archeologische beleidsen advieskaart. Door middel van de daaraan gekoppelde regels wordt geborgd dat bij bodemingrepen met een oppervlakte van 100m2 of meer en/of dieper dan 40 cm eerst archeologisch onderzoek plaatsvindt en het bevoegd gezag zo nodig voorschriften kan verbinden aan een omgevingsvergunning. Waterstaat - Waterbergingsgebied De binnen het plangebiedgelegen waterbuffers en de sloot/greppel langs de de zuidelijke en oostelijke plangrens is voorzien van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied'. De daaraan gekoppelde regels borgen dat door bebouwing of door werkzaamheden de waterbergende functie (onevenredig) wordt aangetast. Door het opnemen van een vergunningstelsel is daartoe een toetsmoment ingebouwd. 6.3.4 Overige regels In hoofdstuk 3 van de regels is voorzien in algemene bouw-, gebruiks-, afwijkings- en wijzigingsregels die van toepassing zijn voor alle binnen het plangebied voorkomende bestemmingen. Voorts is voorzien in de op grond van het Besluit ruimtelijke ordening voorgeschreven anti-dubbeltelregel. In het laatste hoofdstuk is conform het Besluit ruimtelijke ordening voorzien in een regeling ten aanzien van overgangsrecht en een slotregel die aangeeft hoe de regels dienen te worden aangehaald. Ook is voorzien in algemene aanduidingsregels. Dit betreffen aanduidingen ten behoeve van belemmeringen vanwege geluid of externe veiligheid.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
52
Gemeente Kerkrade
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid 7.1 Economische uitvoerbaarheid 7.1.1 Exploitatieplan De gemeente is in beginsel verplicht om op grond van artikel 6.12 eerste lid Wro een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur (hierna: Bro) aangewezen bouwplan is voorgenomen. De gemeenteraad kan echter besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen indien: 1. het verhaal van de kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins is verzekerd; 2. het bepalen van een tijdvak voor de exploitatie of een fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen niet nodig is, en 3. het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onder b, c en d niet noodzakelijk is. Gezien het overwegend conserverend karakter van onderhavig bestemmingsplan, waarin geen nieuwe bouwplannen worden meegenomen waarvoor niet reeds een bouwtitel bestaat op basis van een vigerend bestemmingsplan of ander planologisch besluit en gezien het feit dat er geen eisen of regels noodzakelijk zijn als hiervoor beschreven onder 2 en 3, kan worden afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan. Voor zover door het nieuwe uniforme planologisch-juridisch kader waarin het nieuwe plan voorziet ten opzichte van het geldende plan mocht worden voorzien in mogelijkheden om een gebouw uit te breiden met ten minste 1.000 m2, waardoor in feite sprake is van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 onder c, geldt dat er geen verhaalbare kosten zijn, dan wel dat het totaal aan exploitatiebijdragen dat kan worden verhaald gezien de eisen ten aanzien van toerekenbaarheid en proportionaliteit in elk geval minder bedraagt dat € 10.000,-, waardoor ingevolge artikel 6.2.1a Bro kan worden besloten geen exploitatieplan vast te stellen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de raad kan besluiten om niet tot vaststelling van een exploitatieplan over te gaan bij vaststelling van het bestemmingsplan Rodaboulevard. 7.1.2 Planschade Op grond van artikel 6.1 Wro kennen Burgemeester en wethouders degene die in de vorm van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden ten gevolge van een wijziging van het bestemmingsplan, op aanvraag een tegemoetkoming toe. Daarbij geldt dat het moet gaan om schade die redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en dat de tegemoetkoming niet reeds voldoende anderszins mag zijn verzekerd. Eigenaren van onroerende zaken en exploitanten van bedrijven die schade lijden door planologische wijzigingen krijgen de schade slechts vergoed voor zover deze meer bedraagt dan 2% van de waarde van hun onroerende zaak of hun inkomen voorafgaand aan de planologische wijziging. Deze forfaitregeling geldt niet indien de planologische wijziging ziet op het eigen perceel van de benadeelde (zogenaamde ‘directe’ planschade). Gezien het overwegend beheersmatig karakter van onderhavig bestemmingsplan, waardoor gebruiksen bouwmogelijkheden nagenoeg gelijk blijven, wordt de kans op planschade klein geacht. In elk geval kan redelijkerwijs worden gesteld dat eventuele uit te keren tegemoetkomingen in planschade niet van een dusdanige omvang zijn dat daardoor het plan financieel niet haalbaar moet worden geacht.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
53
Gemeente Kerkrade
7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 7.2.1 Procedure Alvorens met betrekking tot het bestemmingsplan de formele vaststellingsprocedure wordt opgestart, kan een voorontwerp van een bestemmingsplan worden onderworpen aan inspraak op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. Gedurende de inspraakperiode bestaat voor een ieder de mogelijkheid een inspraakreactie in te dienen en op die manier in een vroeg stadium een informele reactie kenbaar te maken ten aanzien van het bestemmingsplan. Mede naar aanleiding van die reacties ontwikkelt het voorontwerp zich tot een ontwerp-bestemmingsplan. Het bieden van een inspraakmogelijkheid is echter niet verplicht. Met de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan wordt de formele vaststellingsprocedure gestart. Gedurende de periode van de tervisieligging (zes weken) kunnen zienswijzen tegen het plan of onderdelen daarvan - schriftelijk of mondeling worden ingebracht. De ingediende zienswijzen worden, voorzien van commentaar, door het college in de vorm van een concept nota van toelichting en concept ontwerp-besluit voor advies voorgelegd aan de raadscommissie Grondgebied en Economische Zaken. Hierbij zullen de zienswijzen worden beoordeeld en wordt vastgesteld of en, zo ja, in hoeverre het ontwerp nog aanpassing behoeft. Vervolgens zal het college, middels een definitieve versie van de nota van toelichting en het ontwerpbesluit, de raad voorstellen het bestemmingsplan, al dan niet gewijzigd ten opzichte van het ter visie gelegde plan, vast te stellen. De raad besluit vervolgens het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast te stellen. In de regel wordt binnen twee weken na vaststelling het plan en het vaststellingsbesluit bekend gemaakt alsmede ter inzage gelegd (beroepstermijn). De kennisgeving van de bekendmaking alsook de daarbij behorende stukken worden gelijktijdig toegezonden aan o.a. provincie- en waterschapsbesturen. Gedurende de beroepstermijn (zes weken) kan een belanghebbende bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State te Den Haag beroep instellen tegen het vaststellingsbesluit. Het vaststellingsbesluit treedt in de regel in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. Van de onderscheiden fasen in het bestemmingsplanproces alsook van de mogelijkheden zienswijzen in te dienen, vindt overigens bekendmaking plaats in de gemeentelijke informatierubriek Stadsjournaal in de uitgave Gezien, de gemeentelijke website en, in voorkomend geval, de Staatscourant. 7.2.2 Inspraak Reeds in 2003 is een voorontwerp-bestemmingsplan opgesteld dat onder de naam bestemmingsplan "De Locht" ter inzage is gelegd in het kader van de inspraakverordening in de periode januari-februari 2004. De ingekomen reacties zijn destijds samengevat en van commentaar voorzien in een eindverslag, dat aan insprekers is toegezonden en dat ook ter inzage is gelegd. Dit eindverslag is betrokken in de afwegingen bij het opstellen van onderhavig bestemmingsplan, maar geconstateerd wordt dat het destijds opgestelde bestemmingsplan en het eindverslag grotendeels zijn achterhaald gezien het nadien geformuleerde en geactualiseerde beleid, op basis van onherroepelijke besluiten ten behoeve van gerealiseerde ontwikkelingen en gewijzigde wet- en regelgeving. Gezien het feit dat het een overwegend beheersmatig bestemmingsplan is, waarin reeds vastgesteld beleid wordt verwerkt, wordt afgezien van het ter inzage leggen van een nieuw voorontwerpbestemmingsplan. Voor eenieder bestaat de mogelijkheid ten aanzien van het ontwerp-bestemmingsplan een zienswijze kenbaar te maken, waardoor alsnog de mogelijkheid bestaat eventuele bezwaren of opmerkingen kenbaar te maken en te laten meewegen in de besluitvorming over het bestemmingsplan.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
54
Gemeente Kerkrade
7.2.3 Vooroverleg Alvorens het bestemmingsplan als ontwerp ter inzage te leggen is het concept-ontwerpbestemmingsplan in het kader van het wettelijk vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening voorgelegd aan vooroverlegpartners als de provincie Limburg, de gemeente Heerlen, het waterschap Roer en Overmaas en de Vereniging Rodaboulevard. In het kader van het vooroverleg zijn reacties ontvangen van de provincie Limburg, het waterschap Roer en Overmaas en de Nederlandse Gasunie. Deze drie instanties laten weten geen aanleiding te zien inhoudelijke opmerkingen te maken.
BP Rodaboulevard (Vast te stellen)
55
Bijlage 1 – Inventarisatie bestaande bedrijven plangebied Rodaboulevard Datum inventarisatie : juli 2013, actualisatie maart 2015
Adres
Naam
Activiteit
Roda JC Ring 1 Roda JC Ring 2A Roda JC Ring 3 Roda JC Ring 4 Roda JC Ring 49 Roda JC Ring 57 Roda JC Ring 59 Roda JC Ring 67 Roda JC Ring 79 Roda JC Ring 83 Roda JC Ring 83A Roda JC Ring 85 Roda JC Ring 93 Roda JC Ring 95 Roda JC Ring 99 Roda JC Ring 101 Roda JC Ring 101A Roda JR Ring 2b-g Wiebachstraat 5 Wiebachstraat 6 Wiebachstraat 8 Wiebachstraat 8A Wiebachstraat 8B Wiebachstraat 10 Wiebachstraat 10A
Parkstad Limburg stadion Burger King Mixx Events Hornbach Toychamp Subway Golden Tulip Hotel ijssalon en cafetaria Dannini Da Angelo Bufkes Sports Rehab Wiertz personeelsdiensten Pro Active Basicfit Accon adviseurs & accountants Flexpoint Rise Adent Leisure Dome Automotive centre (Lukoil) Bergstein Henk Schnackers Kozijnen Kelleners Glas Design Targos Juvaco BV Lindra
stadion tbv sport / recreatie / cultuur horeca horeca detailhandel detailhandel horeca horeca horeca horeca horeca fysiotherapiepraktijk zakelijke dienstverlening adviesbureau sport / recreatie zakelijke dienstverlening zakelijke dienstverlening tandheelkunde Bioscopen e.d. oa. handel in motorbrandstoffen + LPG grth in machines en apparaten vervaardiging kozijnen verkoop en bewerking glasproducten detacheringsbureau grth in zuivelproducten grth in dakbenodigdheden
Cat 1 t/m 6 4.2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 3.1 2 3.1 3.1 1 2 2
Cat A t/m C A B A A A A A A A A A B A A A C C A C B
Wiebachstraat 13 Wiebachstraat 15 Wiebachstraat 15B Wiebachstraat 17 Wiebachstraat 17A Wiebachstraat 17D Wiebachstraat 17E Wiebachstraat 17G Wiebachstraat 19 Wiebachstraat 19A/B Wiebachstraat 19C/D Wiebachstraat 18 Wiebachstraat 23
Voncken brood en banket Te huur, voormalig Dumoulin Oosterberg Fred Konings Kaelen Schildersbedrijf Bosch en Boer Dovo Trading Inceman Interieur Ger Derwall design
vervaardiging broodproducten grth in sanitair grth in electr. producten handel in verfproducten grth tbv melkindustrie opslag en groothandel verfmaterialen opslag busonderdelen houtbewerking metaalbewerking
2 2 2 2 2 2 2 3.1 3.1
B C C C B B
Milennium Rollomotive
verkoop en montage garagedeuren
3.1
B
Ricoh Rexel
1 2
A C
Wiebachstraat 24 Wiebachstraat 24E Wiebachstraat 24F Wiebachstraat 24G Wiebachstraat 24H Wiebachstraat 25B Wiebachstraat 25C Wiebachstraat 26 Wiebachstraat 27 Wiebachstraat 28 Wiebachstraat 29 Wiebachstraat 29A Wiebachstraat 29B Wiebachstraat 29C Wiebachstraat 45 Wiebachstraat 45A
Lamers High Tech Systems Sieben bouw en afbouwmaterialen Glass Inside Profifloor Condor LMI technologies Hockeypoint Douglas Laboratories Chocolate Company Hillhorst
zakelijke dienstverlening (printers) grth in electr. producten Vervaardiging van installaties tbv transport vloeistoffen en gassen grth in bouwmaterialen showroom glasspecialist handel in parket/laminaat showroom vloeren handel 3D meetapparatuur groothandel in sportartikelen handel / opslag voedingssupplementen vervaardiging voedingsmiddelen handel in tegels en sanitair
3.2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
B C B B B C C C A C
Vet-Schroeder + Tollisan Pigeon Products Intro grindtapijt
Dierenarts en duivenonderzoek showroom + opslag materialen
1 1
A B
Wiebachstraat 45C Wiebachstraat 45C Wiebachstraat 45D Wiebachstraat 45E Wiebachstraat 50-52 Wiebachstraat 65 Wiebachstraat 75 Wiebachstraat 77 Wiebachstraat 77A Wiebachstraat 77B Wiebachstraat 77C Wiebachstraat 77D Wiebachstraat 79
Fürst kantoorservice Stadion personeelsdiensten Supply Center / Ergonomiespecialist DWL Assurantie Groep Voormalig Tuincentrum Kerkrade BV Stalumex Decathlon Kwantum Karwei Zonnestudio ergoline Praxis Megastore Bike Arena Shurgard
zakelijke dienstverlening uitzendbureau groothandel in kantoorartikelen zakelijke dienstverlening tuincentrum staal / aluminium producten detailhandel detailhandel detailhandel persoonlijke verzorging detailhandel detailhandel opslag goederen
1 1 2 1 2 3.2 1 1 2 1 2 1 2
A A C A A A A -
NOTA VAN WIJZIGINGEN BESTEMMINGSPLAN RODABOULEVARD ***GEANONIMISEERDE INTERNETVERSIE***
A. ZIENSWIJZEN Het ontwerp-bestemmingsplan “Rodaboulevard” heeft met ingang van 21 augustus 2014 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Van deze terinzagelegging is kennisgeving gedaan in de Staatscourant, in de rubriek Stadsjournaal van de uitgave Gezien en op de gemeentelijke website. Het bestemmingsplan was gedurende die periode raadpleegbaar via de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl en de gemeentelijke website. Ook kon het plan worden ingezien op het stadskantoor. Gedurende voornoemde termijn kon door een ieder schriftelijk dan wel mondeling een zienswijze kenbaar worden gemaakt bij de gemeenteraad. Gedurende voornoemde termijn en daarmee tijdig zijn 4 schriftelijke reacties ingekomen: 1. 2. 3. 4.
[Reclamant 1], d.d. 19 september 2014; [Reclamant 2], d.d. 26 september 2014; [Reclamant 3], d.d. 30 september 2014; [Reclamant 4], d.d. 1 oktober 2014 (pro forma), inhoudelijk aangevuld d.d. 17 oktober 2014.
Deze reacties worden hierna kort samengevat en van commentaar voorzien. Tevens is aangegeven of, en zo ja hoe de zienswijze heeft geleid tot een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de samenvatting omwille van de leesbaarheid een beknopte weergave van de zienswijze betreft. Bij het innemen van het standpunt ten aanzien daarvan en het verwoorden van de reactie daarop is de zienswijze in zijn geheel meegewogen. 1) [Reclamant 1] Vooraf De zienswijze wordt ingediend namens [div rechtspersonen/handelsnamen], verder te noemen [Reclamant 1] of reclamant. Samenvatting: Het bestemmingsplan houdt volgens reclamant om navolgende redenen te weinig rekening met de belangen van [Reclamant 1] ten aanzien van de bouwmarkt aan de Locht 44K te Kerkrade: a. Er is geen sprake van het vastleggen van de bestaande brutovloeroppervlakte aan bouwmarkten, 2 maar een uitbreiding van 14.900 m aangezien de verleende vrijstellingen onjuist zijn verwerkt en een woninginrichter en een tuincentrum zijn meegeteld. De feitelijk bestaande brutovloeroppervlakte ligt bovendien lager aangezien een vanwege overaanbod recent gesloten bouwmarkt inmiddels is ingevuld met sport- en leisurewinkels. Reclamant verzoekt slechts de bestaande op-
1
pervlakte aan bouwmarkten vast te leggen en daarbij voor bouwmarkten en tuincentra aparte maximummaten te hanteren. b. Gezien de hiervoor genoemde uitbreidingsmogelijkheden die het plan volgens reclamant mogelijk maakt, had een onderzoek naar de distributieplanologische ruimte moeten worden uitgevoerd. Door de uitbreidingsmogelijkheden die het plan biedt komt de levensvatbaarheid van de bouwmarkt van reclamant in het gedrang. c. Het plan maakt een nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) mogelijk en om die reden dient te worden getoetst aan artikel 3.1.6 Bro. Volgens reclamant is geen sprake van een actuele regionale behoefte aan uitbreiding van het bouwmarktaanbod. d. Met het plan wordt beoogd het bouwmarktaanbod in Kerkrade te concentreren binnen het plangebied. Aangezien de bouwmarkt van reclamant al sinds 1990 aan de Locht is gevestigd, dient deze locatie, mede gezien de korte afstand tot het plangebied, volgens reclamant te worden betrokken bij het plangebied. Door het perceel van reclamant buiten onderhavig plan en buiten het plan “Bedrijventerrein Spekholzerheide” te houden is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening, maar van ongewenste planologische versnippering. Volgens reclamant bestaat aanleiding vanuit de concentratiegedachte in onderhavig plan voor diens perceel ook een passende bestemming op te nemen: bouwmarkt en detailhandel in sport & leisure. e. Volgens reclamant is ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat aan de Wiebachstraat 34 een geluidgevoelig object is gevestigd, namelijk een kinderdagverblijf. Standpunt gemeente a. Allereerst wordt opgemerkt dat de aanleiding voor het opstellen van het bestemmingsplan wordt gevormd door de actualisatieplicht die met ingang van 1 juli 2008 is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening en de daaraan verbonden overgangstermijn. Het doel is het bieden van een handhaafbaar bestemmingsplan dat zowel planologisch-juridisch als beleidsmatig actueel is. Het bestemmingsplan heeft gezien het voorgaande een overwegend beheersmatig karakter, maar wel met moderne, flexibele bouw- en gebruiksregels, binnen de randvoorwaarden die gelden vanwege milieuhygiënische of andere sectorale aspecten in relatie tot het criterium goede ruimtelijke ordening. Ten aanzien van het thema ‘Doe-het-zelf en tuin’ wordt in de toelichting op het plan geconcludeerd dat beleidsmatig geen verdere uitbreiding in deze branches is gewenst en dat daarom in onderhavig bestemmingsplan geen uitbreiding van de vloeroppervlakte aan winkels in deze branche wordt toegestaan. Met name de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010-2020 is in dit kader van belang. Het beleidsstuk geeft een visie op de regionale retailstructuur, welke visie tot stand is gekomen in goed regionaal overleg, rekeninghoudend met het bestaand aanbod en de bestaande en voorts de te verwachten ontwikkeling ten aanzien van de behoefte binnen de horizon van het document. Daarbij moet worden bedacht dat slechts één bouwmarkt in de huidige situatie reeds als zodanig is bestemd en dat de overige (tot voor kort) aanwezige bouwmarkten en tuincentra juridisch-planologisch mogelijk zijn gemaakt door middel van vrijstellingsbesluiten op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO(oud)). De planologische mogelijkheden c.q. bestaande rechten die deze vrijstellingen bieden worden met onderhavig plan (alsnog) verankerd in een bestemmingsplan.
2
Gezien het voorgaande is beoogd in het plan de bestaande oppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra vast te leggen. Vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening wordt daarbij geen aanleiding gezien onderscheid te maken in beide vormen van detailhandel. Beide vormen zijn aan te merken als perifere detailhandel en richten zich op het thema ‘doe-het-zelf en tuin’ als bedoeld in de Retailstructuurvisie. Bovendien is het onderscheid in de praktijk vervaagd en zijn bouwmarkten en tuincentra voor consumenten niet van belang om binnen een aanvaardbare afstand van hun woning in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Een flexibel gebruik van de reeds vergunde en aanwezige oppervlakte aan perifere detailhandel zonder extra vierkante meters aan detailhandel mogelijk te maken is gewenst in het kader van duurzaam ruimtegebruik en het voorkomen van leegstand. Gezien het voorgaande is sprake van ruimtelijk motieven, geen economische motieven. Ruimtelijke ordening, geen economische ordening. Dat als gevolg van een eventueel overaanbod één of meer bestaande bouwmarkten of tuincentra zullen moeten sluiten leidt niet tot een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau. Van bescherming van bestaande detailhandelsvestigingen, dan wel het stellen van regels op grond van economische motieven dient de overheid zich gezien de huidige wet- en regelgeving op dit punt en vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State te onthouden. Gezien het oogmerk met onderhavig plan meer flexibiliteit te bieden voor de invulling van de bestaande pdvvestigingen wordt voorkomen dat door te strak bestemmen bij sluiting als gevolg van overaanbod onacceptabele leegstand ontstaat. Concreet ten aanzien van de opgenomen maximale oppervlakte aan detailhandel kan reclamant ten dele worden gevolgd. Voor Hornbach geldt op basis van het geldende bestemmingsplan en 2 verleende vrijstellingen een maximumoppervlakte van 15.000 m en voor de Praxis een maxi2 mumoppervlakte van 6.500 m . In zoverre kan reclamant worden gevolgd. Zoals uit het voorgaande blijkt wordt geen aanleiding gezien onderscheid te maken tussen bouwmarkten en tuincentra. 2 De 9.400 m aan tuincentrum die op het perceel Wiebachstraat 50 is toegestaan wordt derhalve meegeteld. Reclamant kan voorts worden gevolgd in de redenatie dat het aantal vierkante meters van de formule Kwantum niet tot het aantal vierkante meters bouwmarkt en tuincentrum mag worden gerekend. Echter, wel wordt rekening gehouden met het aantal vierkante meters dat in het verleden is vergund aan de bouwmarkt die binnen het plangebied het meest recent handelde onder de naam Karwei. Het voorgaande leidt weliswaar tot een aanpassing van het aantal toegestane vierkante meters aan bouwmarkten en tuincentra, maar niet tot het door reclamant genoemde aantal van 21.500 2 m . Rekeninghoudend met de oppervlakte van de voormalige Karwei en het tuincentrum aan de 2 Wiebachstraat 50 komt de oppervlakte op ca 35.000 m , welke oppervlakte zal worden vastgelegd in de regels. b. Gezien het voorgaande en gezien het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 4 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt geen aanleiding gezien tot het uitvoeren van een distributieplanologisch onderzoek. Er is geen sprake van een toename van de oppervlakte aan detailhandel, enkel een flexibeler regeling ten aanzien van de invulling ervan. Zoals eerder reeds aangegeven wordt vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening geen aanleiding gezien onderscheid te maken tussen bouwmarkten en tuincentra. Het stellen van regels ter bescherming van de concurrentiepositie van reclamant is niet geoorloofd en ook niet gewenst, aangezien regels dienen te worden gesteld op basis van ruimtelijke motieven en niet op basis van economische motieven.
3
c.
Gezien de huidige stand van zaken in de jurisprudentie is onzes inziens geen sprake van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1 Bro nu de functie detailhandel blijft en enkel een flexibeler regeling wordt geboden ten aanzien van de toegestane branches, waarbij geen toename van de oppervlakte aan detailhandel plaatsvindt. Daarmee is onzes inziens geen sprake van een functiewijziging. Een situatie die geheel niet vergelijkbaar is met de door reclamant aangehaalde 1 2 uitspraak , waarbij sprake is van een agrarisch perceel van ca 20.000 m dat in gebruik wordt genomen ten behoeve van bedrijfsactiviteiten van een transportbedrijf en dus een aanzienlijke uitbreiding van de oppervlakte aan bedrijfsfunctie plaatsvindt. d. Zoals uit de toelichting op het plan en uit het voorgaande blijkt is het beleid gericht op het niet verder laten toenemen van de oppervlakte aan detailhandel gericht op ‘doe-het-zelf en tuin’ ten opzichte van de reeds vergunde oppervlakte. Uit de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 20102020 volgt juist dat het beleid is gericht op concentratie binnen het retailcluster “Woonboulevard In de Cramer”. Reclamant kan dan ook niet worden gevolgd in zijn redenatie dat uit het plan een wens tot concentratie van bouwmarkten binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan kan worden afgeleid. Voorts wordt niet ingezien hoe het plan op dit punt tot (onevenredig) nadelige gevolgen voor reclamant leidt nu de voor reclamant geldende bestemming niet wordt gewijzigd. De raad komt een grote mate van vrijheid toe bij het bepalen van de plangrenzen van een bestemmingsplan, mits de begrenzing niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. De gekozen afbakening is gekozen vanwege de beperking tot het bestaand stedelijke dienstenterrein en het bedrijventerrein aan de Wiebachstraat. Ook het bestemmingsplan voor het perceel van reclamant zal op korte termijn worden herzien. Gezien de bestaande situatie in het gebied gelegen tussen onderhavig plangebied en de Locht, zowel in feitelijk/functioneel opzicht als in planologischjuridisch opzicht, is aanleiding gezien daarvoor een apart bestemmingsplan voor te bereiden. Van een begrenzing in strijd met de goede ruimtelijke ordening is onzes inziens geen sprake. e. In 2003 is met toepassing van artikel 19 WRO (oud) vrijstelling van het bestemmingsplan verleend ten behoeve van een kinderdagverblijf. De verleende vrijstelling is onherroepelijk en er is sprake van een bestaande situatie. Als gevolg van een wijziging van het Besluit geluidhinder wordt een kinderdagverblijf met ingang van 1 juli 2012 aangemerkt als ‘ander geluidsgevoelig gebouw’. Ten tijde van de verlening van de vrijstelling was een kinderdagverblijf nog geen geluidsgevoelig gebouw. Overgangsrecht op dit punt ontbreekt. Het kinderdagverblijf ligt binnen de begrenzing van het ingevolge de Wet geluidhinder gezoneerde industrieterrein en geniet op basis van die wet dus formeel geen bescherming, maar er komt volgens vaste jurisprudentie wel ‘enige mate van bescherming’ aan toe. Met onderhavig bestemmingsplan worden de gebruiksmogelijkheden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan beperkt tot milieucategorie 3.2, waarmee meer bescherming wordt geboden dan op basis van het geldende bestemmingsplan. Onzes inziens wordt met de invoering van milieuzonering voor het bedrijventerrein in onderhavig bestemmingsplan in combinatie met de geldende milieuwet- en regelgeving, waaronder het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit), voorzien in een voldoende mate van bescherming. Het kinderdagverblijf zal worden aangeduid op de verbeelding en in de regels expliciet worden benoemd. Er wordt geen ruimte geboden voor uitbreiding van de bebouwing, aangezien het vrijstellingsbesluit daar niet in voorziet, en de uitvoerbaarheid daarvan niet is onderzocht c.q. aangetoond. 1
ABRvS, 2 juni 2014, nr 201401648/1/R1
4
Aanpassing bestemmingsplan De zienswijze heeft geleid tot de volgende wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan: 2 de in artikel 5.5.1 onder b opgenomen maximale oppervlakte is aangepast van 36.400 m naar 2 35.000 m ; het kinderdagverblijf gevestigd op het perceel Wiebachstraat 34, is op de verbeelding voorzien van de aanduiding ‘kinderdagverblijf’. In de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Bedrijventerrein’ (art 3.1) is opgenomen dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kinderdagverblijf’ een kinderdagverblijf is toegestaan. Uitbreiding van de bebouwing is niet toegestaan (art 3.2.1).
2) [Reclamant 2] Samenvatting: a. Er zijn begrippen gedefinieerd die in het plan niet worden gebruikt dan wel verwarring zaaien. Reclamant verzoekt het plan daarop na te zien. b. Er ontbreken volgens reclamant omschrijvingen van begrippen die juist wel om definiëring vragen en voorts kan verwarring ontstaan wanneer burgers aan bepaalde termen een andere (ruimere) betekenis toekennen dan de definities die in het bestemmingsplan worden gehanteerd. c. Het begrip ‘perifere detailhandel’ is te beperkt en die beperking stoelt niet op een ruimtelijke afweging. Het gevoerde assortiment is immers niet ruimtelijk relevant. Reclamant vraagt om een expliciete afweging omtrent de ruimtelijke belangen die een rol spelen bij de limitatieve beperking van perifere detailhandel tot de genoemde branches. Voorts is de begripsomschrijving onduidelijk door het gebruik van vage begrippen, waardoor de definitie in strijd is met de rechtszekerheid. d. Reclamant leidt uit de omschrijving van het begrip ‘leisure’ af dat daaronder geen detailhandel wordt verstaan. Reclamant vraagt zich af wat moet worden verstaan onder detailhandel gerelateerd aan het thema ‘Leisure’. Hetzelfde geldt gezien de definitie van sport & leisure voor sport. 2 e. Het bevreemdt reclamant dat een minimale oppervlakte van 1.000 m per detailhandelsvestiging is opgenomen. Volgens reclamant is een nadere ruimtelijke onderbouwing noodzakelijk. f. Reclamant stelt dat het maximeren van de totale oppervlakte (BVO) aan bouwmarkten en tuincentra geen ruimtelijk belang dient en tot conflicten zal leiden. Een en ander leidt tot rechtsonzekerheid en vormt een beperking op het recht van vrije vestiging. g. Het bouwvlak is onjuist ingetekend aangezien een deel van het hoofdgebouw en het parkeerdek buiten het bouwvlak vallen. Voorts zal een eventuele nieuwe eigenaar het pand in de toekomst wellicht willen slopen en het gehele perceel willen voorzien van nieuwbouw. h. Reclamant ziet niet in waarom is voorzien in een regel die detailhandel beperkt tot de begane grond. Een dergelijke beperking wordt niet ingegeven vanuit een goede ruimtelijke ordening. Bovendien geldt voor het perceel Wiebachstraat 50 dat op de verdieping reeds detailhandel is toegestaan. i. Het verbod op buitenopslag is bezwaarlijk voor reclamant. Buitenopslag is reeds toegestaan en hoort tot de reguliere activiteiten van een tuincentrum. j. Reclamant verzoekt ook een supermarkt mogelijk te maken op diens perceel. In de directe omgeving is een (mega)supermarkt aanwezig en er dient een redelijke concurrentiemogelijkheid te worden geboden. Niet valt in te zien waarom de huidige megasupermarkt een marktmonopolie
5
k.
l.
moet krijgen en behouden. Hetzelfde geldt voor de aanwezige speelgoedwinkel en de bioscoop. Het plan wekt de indruk dat de marktpositie van gevestigde ondernemers worden beschermd door van de genoemde typen onderneming er steeds maar één toe te staan in de omgeving, dan wel de maximale oppervlakte vast te leggen. Detailhandel wordt binnen het plangebied veel meer beperkt dan vanuit een goede ruimtelijke ordening valt te billijken. Volgens reclamant zijn er geen ruimtelijke belangen gediend met een beperking van grootschalige detailhandel tot de genoemde categorieën, met name de categorie Sport & Leisure, maar ook aan de orde ten aanzien van de maximale brutovloeroppervlakte aan bouwmarkten en tuincentra, het feit dat maar één supermarkt is toegestaan en maar één speelgoedwinkel en één bioscoop is toegestaan. Volgens reclamant is ten onrechte de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterbergingsgebied’ opgenomen voor het perceel Wiebachstraat 50. De waterbuffer is niet als zodanig in gebruik en niet voorzienbaar is dat de buffer binnen de planperiode zal worden verwezenlijkt.
Standpunt gemeente a. Het plan is nagezien op begrippen die niet voorkomen in de regels. Overbodige begrippen zijn geschrapt. Niet wordt ingezien waarom een nadere definiëring van begrippen die terugkomen in begripsomschrijvingen van andere begrippen bezwaarlijk zou zijn. Doel van het opnemen van begrippen met de bijbehorende omschrijving is voorkomen dat regels en in de regels gebruikte termen verschillend worden geïnterpreteerd. Onzes inziens voorkomen de in het plan opgenomen begrippen en hun omschrijvingen dat. b. Zie standpunt onder a. Ten aanzien van het begrip ‘perifere detailhandel’ wordt opgemerkt dat dit begrip op zichzelf een open begrip is dat om nadere definiëring vraagt. De keuze om een nadere invulling aan dit begrip te geven wordt ingegeven door in de toelichting beschreven overwegingen omtrent de positionering van verschillende retailclusters binnen zowel de gemeente als de regio Parkstad Limburg en het voorkomen van onaanvaardbare leegstand in bestaande retailclusters. Om een volledig beeld te krijgen van de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor een bepaald perceel dienen behalve de verbeelding en de van toepassing zijnde bestemmingsregels ook steeds de inleidende regels en algemene regels te worden gelezen. Het feit dat bij raadpleging van het plan via de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl deze regels niet direct worden getoond in het detailinformatievenster doet daaraan niet af, aangezien die informatie via de landelijke voorziening wel degelijk beschikbaar is. Bovendien wordt volledigheidshalve opgemerkt dat de gehanteerde begripsomschrijving niet afwijkt van hetgeen in de praktijk in ruimtelijke plannen onder het begrip ‘perifere detailhandel’ wordt verstaan. c.
De afweging die ten grondslag ligt aan de begripsomschrijving van het begrip ‘perifere detailhandel’ is een ruimtelijke afweging. Zoals onder b reeds verwoord is de keuze om een nadere invulling aan dit begrip te geven ingegeven door de in de toelichting beschreven overwegingen omtrent de positionering van verschillende retailclusters binnen zowel de gemeente als de regio Parkstad Limburg en het voorkomen van onaanvaardbare leegstand in bestaande retailclusters. Bestreden wordt dat (perifere) detailhandel – zoals reclamant beweert – maar zeer beperkt mogelijk is. Bovendien dient te worden bedacht dat voor het perceel van reclamant vooralsnog enkel (perifere) detailhandel in de vorm van een tuincentrum is toegestaan. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de gebruiksmogelijkheden voor het perceel van reclamant juist aanzienlijk worden verruimd op basis van voornoemde ruimtelijke afweging. Bovendien sluit de regeling aan bij de
6
ontwerp-omgevingsvergunning die voor het perceel van reclamant ter inzage is gelegd naar aanleiding van diens aanvraag omgevingsvergunning. Niet wordt ingezien hoe reclamant door de betreffende planregeling (onevenredig) wordt benadeeld ten opzichte van de huidige situatie. Een verdere verruiming van toegelaten branches is zoals blijkt uit de toelichting op de plansystematiek niet gewenst. Voorts wordt bestreden dat sprake is van een begrenzing op basis van uitsluitend het type assortiment, zoals reclamant beweert en wordt bestreden dat de systematiek niet wordt ingegeven door een goede ruimtelijke ordening. Uiteraard is het assortiment wel van groot belang. Niet op zichzelf, maar vanwege de ruimtelijke effecten die het voeren van een dergelijk assortiment met zich brengt. Het betreft immers branches waarvan het assortiment grotendeels volumineuze goederen omvat, reden waarom een groot oppervlak voor uitstalling noodzakelijk is (auto’s, boten, campers, caravans en overige kampeerartikelen zoals tenten, bouwmarkten, keukens en sanitair, etc). Reclamant bestrijdt blijkens de zienswijze ook niet dat dit aspect ruimtelijk relevant is (p.2, onder 5). Overige ruimtelijk relevante aspecten daarbij zijn onder andere de verkeersaantrekkende werking, waaronder begrepen intensieve dagelijkse bevoorrading, waarbij ook het volume van de gevoerde goederen een belangrijke rol speelt, net als de hanteerbaarheid daarvan (aflevering direct aan magazijn noodzakelijk gezien afmetingen en gewicht, etc). Voorts is van belang dat winkels in de genoemde branches gezien de benodigde winkelvloeroppervlakte ten behoeve van uitstalling – behoudens kleinere speciaalzaken – over het algemeen niet inpasbaar zijn in de bestaande retailclusters. Gezien het voorgaande, het feit dat in onderhavig plan niet wordt voorzien in een uitbreiding van de toegestane oppervlakte aan perifere detailhandel ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen en overige ruimtelijke besluiten en het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 4 Besluit ruimtelijke ordening (Bro), bestaat onzes inziens geen aanleiding tot het uitvoeren van een onderzoek door een (externe) deskundige. Van rechtsonzekerheid door gebruik van ‘vage begrippen’ kan gezien de limitatieve opsomming van toegestane branches onzes inziens geen sprake zijn. d. Het noordelijk deel van het plangebied heeft naast de functie als PDV-locatie ook de functie Sport & Leisureboulevard, welke functie reeds wordt vervuld door de aanwezigheid van het Parkstad Limburg Stadion – dat behalve het voetbalstadion van Roda JC diverse vormen van leisure omvat, zoals een discotheek, een hotel en een casino c.q. speelhal – de Leisuredome en de Soccerarena. Zoals ook uit de in het plan opgenomen begripsomschrijving van het begrip ‘leisure’ blijkt, dient daaronder kortgezegd te worden verstaan het tegen betaling bieden van voorzieningen ten behoeve van vrijetijdsbesteding, gericht op ontspanning en vermaak en nieuwe ervaringen. Detailhandel valt daar niet onder. Hoewel winkelen in zekere zin kan worden gezien of ervaren als vrijetijdsbesteding (recreatief winkelen), is het doel van een detailhandelsvestiging het verkopen van het aangeboden assortiment, niet het bieden van vrijetijdsbesteding, gericht op ontspanning en vermaak. Omwille van de duidelijkheid is expliciet benoemd in de begripsomschrijving van ‘leisure’ dat detailhandel daar niet onder wordt geschaard. Ten aanzien van het toestaan van leisurefuncties is de planregeling afgestemd op de geldende plannen en overige ruimtelijke plannen. Aangezien de inpassing van dergelijke functies ten aanzien van uitvoerbaarheid vraagt om maatwerk is het plan op het gebied van leisurefuncties beheersmatig van aard. Nieuwe initiatieven zijn welkom en zullen op wenselijkheid en uitvoerbaarheid worden beoordeeld en indien aan de orde
7
door middel van een omgevingsvergunning dan wel een zogenoemd postzegelbestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Gezien het voorgaande zijn leisure en detailhandel afzonderlijke functies. Daarmee is echter niet gezegd dat beide functies niet binnen hetzelfde plangebied of binnen dezelfde bestemmingen kunnen zijn toegestaan. Voorts is niet gezegd dat detailhandelsvestigingen geen assortiment aan artikelen ten behoeve van sport en/of leisurefuncties kunnen voeren. Naast aan leisure ondergeschikte detailhandel binnen de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’ wordt als link tussen de functie van het stadion en omgeving als PDV enerzijds en de Sport & Leisureboulevard anderzijds en gezien het bepaalde in de Regionale Retailstructuurvisie 2010-2020 aanleiding gezien ruimte te bieden voor detailhandel gerelateerd aan sport & leisure. Deze vorm van detailhandel past binnen de regionaal afgestemde en nagestreefde retailstructuur, maar erkend wordt dat deze vorm van detailhandel niet is aan te merken als een traditionele vorm van perifere detailhandel. Gezien de concreet gedefinieerde branche en de gehanteerde minimale oppervlakte per vestiging (groot2 schalige detailhandel, minimaal bvo 1.000 m ) wordt enerzijds voorkomen dat zich binnen het plangebied sportzaken vestigen die ook terecht zouden kunnen in de reguliere retailclusters en anderzijds wordt geborgd dat onacceptabele leegstand in de reguliere retailclusters ontstaat, met alle gevolgen voor het woon- en leefklimaat en het ondernemersklimaat in die gebieden als gevolg. Immers, detailhandel in sport- en leisure vormt slechts een klein deel van het aanbod in de reguliere retailclusters en biedt geen dagelijks benodigde artikelen die binnen acceptabele afstand voor consumenten beschikbaar dienen te zijn. Van bescherming van bestaande detailhandelsvestigingen, dan wel het stellen van regels op grond van economische motieven dient de overheid zich gezien de huidige wet- en regelgeving te onthouden. Dat als gevolg van een eventueel overaanbod één of meer bestaande detailhandelsvestigingen die zich richten op sport & leisure zullen moeten sluiten leidt daarom niet tot een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau en vormt geen beletsel voor de vaststelling van onderhavig plan. Volledigheidshalve wordt nogmaals opgemerkt dat het plan niet voorziet in een toename van de oppervlakte aan detailhandel binnen het plangebied, maar slechts een verruiming van de gebruiksmogelijkheden voor de bestaande (perifere) detailhandelsvestigingen biedt voor wat betreft branchering. e. De betreffende minimale oppervlakte per detailhandelsvestiging borgt dat gezien de nagestreefde retailstructuur ook daadwerkelijk slechts ruimte wordt geboden aan de perifere en grootschalige detailhandelsvestigingen en kleinschaliger zaken zich (blijven) vestigen in de reguliere retailclusters. Nogmaals, een en ander op basis van ruimtelijke motieven, geen economische motieven. De gehanteerde oppervlakte volgt uit provinciaal beleid (ten tijde van terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan: POL2006) en regionaal beleid (Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 20102020) en is voorts een in de praktijk en jurisprudentie algemeen geaccepteerde minimale oppervlaktemaat voor grootschalige detailhandel. f.
Verwezen wordt naar het standpunt ten aanzien van punt a van reclamant 1. Van strijdigheid met het recht op vrije vestiging is geen sprake.
g. Gebleken is dat een deel van het hoofdgebouw inderdaad buiten het bouwvlak is gesitueerd, hetgeen wordt hersteld. Er wordt geen aanleiding gezien het parkeerdek, dat zich deels op begane
8
grondniveau en deels beneden maaiveld bevindt te voorzien van een bouwvlak. Het bestemmingsplan voorziet voor wat betreft bouwmogelijkheden in een vertaling van de verleende vrijstellingen en de daaraan gerelateerde bouwvergunningen. Die vrijstellingen en vergunningen voorzien niet in de mogelijkheid ter plaatse van het parkeerdek een gebouw te realiseren en daarmee de oppervlakte aan detailhandel aanzienlijk te vergroten. Een dergelijke uitbreiding is aan te merken als een bouwplan als bedoeld in de artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, waaraan kosten zijn verbonden die gezien het bepaalde in hoofdstuk 6 van de Wet ruimtelijke ordening dienen te worden verhaald. Voorts is de voorgestelde uitbreiding van de bouwmogelijkheden aan te merken als een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro), waarop artikel 3.1.6, lid 2 Bro van toepassing is. Aangezien het hiervoor bedoelde verplichte kostenverhaal niet is verzekerd, de (financiële) uitvoerbaarheid van de ontwikkeling niet is aangetoond en de regionale behoefte op dit punt niet is aangetoond, bestaat geen aanleiding een dergelijke ontwikkeling in onderhavig plan mogelijk te maken. Het feit dat een eventuele nieuwe eigenaar het pand in de toekomst wellicht wil slopen en het gehele perceel zal willen voorzien van nieuwbouw is daarvoor onvoldoende. Mocht zich op enig moment een concreet initiatief aandienen, dan zal op dat moment aan de hand van onder meer voornoemde criteria worden beoordeeld of medewerking kan worden verleend. h. De regel die detailhandel op de verdiepingen uitsluit is wel degelijk ingegeven vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening. Indien binnen het gehele plangebied detailhandel op de verdiepingen wordt toegestaan, ontstaat daarmee een aanzienlijke uitbreiding van de oppervlakte aan perifere en grootschalige detailhandel, hetgeen niet is gewenst zonder daarvan de regionale behoefte en uitvoerbaarheid te hebben aangetoond. Niet beoogd is reeds bestaande en/of vergunde mogelijkheden voor detailhandel op de verdiepingen weg te nemen. Er wordt derhalve aanleiding gezien in de betreffende gebruiksregels te verduidelijken dat daar waar detailhandel op de verdiepingen op basis van het geldende plan dan wel een ander ruimtelijk besluit is toegestaan, dat ook in de toekomst mogelijk blijft. Dat is aan de orde voor Wiebachstraat 50. i.
Buitenopslag is in beginsel niet gewenst, aangezien een dergelijke vorm van opslag de ruimtelijke kwaliteit van het gebied niet ten goede komt, met name wanneer opslag plaatsvindt voor de naar de weg gekeerde gevel(s). Niet beoogd is reeds bestaande c.q. vergunde mogelijkheden ten aanzien van buitenuitstalling van goederen voor de verkoop weg te nemen. De regels voor de bestemming ‘Gemengd’ zullen op dit punt worden aangepast. Echter, niet is gebleken is dat op het perceel van reclamant buitenopslag plaatsvindt, dan wel in het verleden heeft plaatsgevonden.
j.
Binnen het plangebied is in het Parkstad Limburg Stadion één supermarkt aanwezig, waarvoor op 20 oktober 2009 een vrijstelling met bouwvergunning is verleend. Ten behoeve van de ontwikkeling zijn destijds onderzoeken uitgevoerd naar de inpasbaarheid van de supermarkt in en de gevolgen voor de bestaande retailstructuur. Conclusie van de betreffende onderzoeken was dat de vestiging van de supermarkt geen structuurverstorende effecten met zich mee zou brengen. De betreffende supermarkt is conform de verleende onherroepelijke vrijstelling positief bestemd in onderhavig plan. Alvorens nieuwe supermarkten toe te staan, dient inzichtelijk te worden gemaakt welke gevolgen een dergelijke nieuwe ruimtelijke ontwikkeling heeft op de detailhandelsstructuur, of daardoor een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau voor inwoners van de regio kan ontstaan en in hoeverre een dergelijk planvoornemen uitvoerbaar is in het kader van de goede ruimtelijke ordening. Zie ten aanzien van de uitvoerbaarheid van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen ook het standpunt onder g. Reclamant heeft e.e.a. niet inzichtelijk gemaakt. Voorts voldoet
9
het toestaan van extra supermarkten niet aan de Retailstructuur Parkstad Limburg 2010-2020. Van economische motieven zoals bescherming van gevestigde ondernemers is geen sprake. Ook ten aanzien van de aanwezige speelgoedwinkel geldt dat deze door middel van een – inmiddels onherroepelijk – ruimtelijk besluit in het Parkstad Limburg Stadion is gevestigd. Een dergelijke winkel past niet binnen het voor het plangebied nagestreefde thema/branchering, zoals vastgelegd in de Retailstructuurvisie. Om uitwisseling met andere vormen van detailhandel die eveneens niet passen binnen het beleid als neergelegd in voornoemde Retailstructuurvisie te voorkomen is bewust geen verruiming geboden ten opzichte van de verleende, onherroepelijke ontheffing en de verleende vrijstelling derhalve strikt overgenomen. De bioscoop, onderdeel van de Leisuredome, is juridisch planologisch mogelijk gemaakt door middel van een vrijstelling van het bestemmingsplan, welke vrijstelling reeds onherroepelijk is en waarvan vertaling in onderhavig bestemmingsplan heeft plaatsgevonden in de bestemming ‘Cultuur en ontspanning’. Het toestaan van nieuwe bioscopen zou inhouden dat onderhavig nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zou maken, waarvan de uitvoerbaarheid in het kader van de goede ruimtelijke ordening zou moeten worden aangetoond. Zie ten aanzien van de uitvoerbaarheid van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen ook het standpunt onder g. Van het beschermen van gevestigde ondernemers is gezien het voorgaande geen sprake. k.
Verwezen wordt naar de standpunten onder a t/m j.
l.
Voor de bouw van het pand Wiebachstraat 50 was ter plaatse reeds een buffer aanwezig. Bij de verkoop van de betreffende gronden c.q. het verlenen van medewerking aan de bouw van het tuincentrum is door de gemeente de voorwaarde gesteld dat de bufferfunctie behouden zou blijven om ook in de toekomst hemelwaterproblematiek te voorkomen. Daaraan is destijds in het bouwplan invulling aan gegeven door de aanleg van een buffervoorziening onder het bestaande pand. De betreffende voorziening is momenteel weliswaar nog niet in gebruik, maar is wel feitelijk aanwezig. Het wordt nog steeds reëel geacht dat de buffer op termijn wel actief gebruikt zal worden, reden waarom is voorzien in de betreffende dubbelbestemming. Aangezien reeds bij de bouw voorwaarden zijn gesteld met betrekking tot de buffer en het een bestaande voorziening onder een bestaand gebouw betreft, wordt niet ingezien hoe de belangen van reclamant door het opnemen van de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterbergingsgebied’ onevenredig worden geschaad.
Aanpassing bestemmingsplan De zienswijze heeft geleid tot de volgende wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan: Begrippen die niet voorkomen in de regels zijn geschrapt uit artikel 1. Aan het bouwvlak voor het perceel Wiebachstraat 50 is op de verbeelding de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – 1’ toegekend. In de regels is opgenomen dat ter plaatse van die aanduiding detailhandel op de verdieping toegestaan (art. 5.5.1). In de specifieke gebruiksregels is als uitzondering op het verbod op buitenopslag opgenomen dat bestaande buitenpandige uitstalling van het verkoopassortiment is toegestaan (art. 5.5.2).
10
3) [Reclamant 3] Samenvatting: a. In het plan wordt onder de begripsomschrijving van ‘perifere detailhandel’ detailhandel in dier- en tuinbenodigdheden genoemd. Het begrip ‘tuincentrum’ wordt apart gedefinieerd, maar komt niet terug in de omschrijving van het begrip ‘perifere detailhandel’, maar wel in de bestemmingsregels voor de bestemming ‘Gemengd’. Daarmee zou de suggestie kunnen worden gewekt dat daartussen een onderscheid bestaat. Reclamant verzoekt expliciet te benoemen dat een tuincentrum is toegestaan. b. Reclamant constateert dat het ontwerp-bestemmingsplan niet geheel overeenkomt met de feitelijk bestaande en vergunde situatie op navolgende punten en verzoekt het plan daar op aan te passen: 1. de hekwerken rond het bouwstoffendepot en het niet-overdekte deel van het tuincentrum zijn 5,00 meter hoog en ter plaatse van het bouwstoffendepot zijn stellingen aanwezig van 6,5 meter hoog, terwijl bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3,00 meter hoog mogen zijn; 2. op het terrein staan een aantal vlaggenmasten van respectievelijk 9,00 en 12,00 meter hoog, terwijl het bestemmingsplan lichtmasten tot maximaal 8,00 meter hoog toestaat; 3. nabij de ingang van de parkeerplaats staan reclameborden terwijl de planregels die niet toestaan op de betreffende locatie; 2 c. In het filiaal is een kleinschalige, complementaire horecavoorziening aanwezig van ca 150 m . Reclamant verzoekt dit mogelijk te maken in het plan conform de feitelijke en vergunde situatie. d. Consumentenvuurwerk behoort tot het standaardassortiment van bouwmarkten. Ook Hornbach verkoopt in al haar filialen consumentenvuurwerk en vraagt om expliciet te vermelden dat de verkoop van consumentenvuurwerk is toegestaan. Standpunt gemeente a. Er is niet beoogd onderscheid te maken tussen het begrip tuincentrum en detailhandel in dier- en tuinbenodigdheden. Dit wordt in de regels verduidelijkt door het begrip tuincentrum niet meer te benoemen, maar uit te gaan van detailhandel in dier- en/of tuinbenodigdheden, aangezien de term ‘tuincentrum’ beperkter is dan wordt beoogd toe te staan. b. Ad 1) De hekken rond het bouwstoffendepot en het niet overdekte deel van het tuincentrum zijn blijkens de daarvoor verleende vergunningen maximaal 3.70 meter hoog. In de regels zal worden opgenomen dat ten behoeve van de buitenuitstalling van reclamant terreinafscheidingen van maximaal 4 meter hoog zijn toegestaan. Voor de stellingen is gezien de bestaande stellingen onzes inziens een bouwhoogte van 5 meter voldoende. Een en ander zal in de regels worden verwerkt. Ad 2) De betreffende lichtmasten staan blijkens de bij de zienswijze gevoegde tekening op het parkeerterrein en daarmee op gronden die in het ontwerp-bestemmingsplan zijn voorzien van de bestemming ‘Verkeer – Parkeerterrein’. Gezien de bestaande hoogte en de omgeving (grootschalig parkeerterrein) wordt een bouwhoogte van 12 meter binnen de betreffende bestemming aanvaardbaar geacht. De bouwhoogte voor lichtmasten zal hierop worden aangepast. Ad 3) Met vrijstaande reclameuitingen wordt gezien het beeldkwaliteitskader als vastgelegd in het “Beeldkwaliteitsplan De Locht” binnen het voor het plangebied terughoudend omgegaan. De bouwregels zijn afgestemd op het voornoemde beeldkwaliteitsplan. Bestaande vergunde reclameuitingen zullen worden gerespecteerd. Dat geldt ook voor de betreffende
11
reclame-/verwijsborden van 3m breed en 3,5m hoog. De regels zullen op dit punt worden aangepast / verduidelijkt.
c.
d.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat bestaande vergunde bouwwerken die voor wat betreft afmetingen afwijken van de bouwregels voor de betreffende bestemming is voorzien in algemene bouwregels in artikel 14. Binnen het plangebied is reeds een ruim aanbod van horeca aanwezig, met name in de Leisuredome en in het stadion. Een verdere verruiming van de mogelijkheden voor zelfstandige horeca binnen de bestemming ‘Gemengd’ is niet gewenst. Het bieden van mogelijkheden voor ondergeschikte niet-zelfstandige horeca binnen grootschalige detailhandelsvestigingen wordt echter niet bezwaarlijk geacht. In de regels voor de bestemming ‘Gemengd’ zal op dit punt een regeling worden opgenomen. Ondergeschikte horeca zal worden toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 10% van de brutovloeroppervlakte van een detailhandelsvestiging met een maximale op2 pervlakte van maximaal 150 m per detailhandelsvestiging. Verkoop van consumentenvuurwerk is anno 2014 geen ‘standaardassortiment’ van bouwmarkten, gezien de daaraan verbonden veiligheidsvoorschriften. Hornbach is momenteel één van de slechts twee binnen de gemeente Kerkrade aanwezige verkooppunten voor consumentenvuurwerk. Echter, bij de verkoop van consumentenvuurwerk, waarbij de opslag is beperkt tot 10.000 kg verpakt vuurwerk, is geen sprake van een risicovolle inrichting en zijn de te hanteren veiligheidsafstanden beperkt. Vanuit een ruimtelijke oogpunt is er daarom geen aanleiding dergelijke verkoop niet mogelijk te maken. Om die reden zal in de regels voor de bestemming ‘Gemengd’ verkoop van consumentenvuurwerk conform het voorgaande mogelijk worden gemaakt.
Aanpassing bestemmingsplan De zienswijze heeft geleid tot de volgende wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan: de definitie van het begrip ‘perifere detailhandel’ is aangepast; de maximale bouwhoogte van lichtmasten binnen de bestemming ‘Verkeer – Parkeerterrein’ is aangepast van 8 naar 12 meter (art. 10.2.2); de bestaande reclame- c.q. verwijsborden zijn positief bestemd (art. 10.2.3); binnen de bestemming ‘Gemengd’ is ondergeschikte horeca tot een oppervlakte van 10% van de 2 brutovloeroppervlakte per vestiging toegestaan, tot een oppervlakte van maximaal 150 m per detailhandelsvestiging; de verkoop van consumentenvuurwerk is binnen de bestemming ‘Gemengd’ toegestaan tot 10.000 kg verpakt vuurwerk (art. 5.5.1). 4) [Reclamant 4] Vooraf De zienswijze wordt ingediend namens Hilhorst Groep, (Hilhorst Tegels & Sanitair BV, H&S Tegelwerken BV, Limburg Tegelwerken BV, Heuvelland Exploitatiemaatschappij BV en Hilhorst beheer BV, verder te noemen Hilhorst of reclamant. Samenvatting: a. Reclamant stelt dat in (deels) in diens eigendom zijnde panden Wiebachstraat 26,28, 28A,30, 24E, 24F, 24G en 24H diverse bedrijven zijn gevestigd, waaronder een groot aantal zelfstandige
12
kantoren en dat derhalve op de verbeelding voor deze panden dient te worden voorzien in de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – bedrijfsverzamelgebouw om een en ander positief te bestemmen. In samenhang hiermee doet reclamant een voorstel tot aanpassing van artikel 3.1 onder f van de regels; b. In de panden zijn een aantal bedrijven gevestigd die naar het oordeel van reclamant dienen te worden toegevoegd aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten, te weten een groothandel in tegels en plavuizen, een groothandel in tapijten, PVC, vitrage, zondering en gietvloeren, een groothandel in woningtextiel en vloerbedekking en een groothandel in vlakglas. Reclamant verzoekt de daarmee corresponderende SBI-codes toe te voegen aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Standpunt gemeente a. Het geldende bestemmingsplan voor de genoemde panden is het plan “Beitel-Locht”, als vastgesteld door de gemeenteraad van Heerlen op 6 maart 1972 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Limburg (GS) op 16 april 1973, in samenhang met het plan “Herziening diverse bestemmingsplannen terzake het uitsluiten van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder”, als vastgesteld door de gemeenteraad van Kerkrade op 15 september 1993 en goedgekeurd door GS op 18 januari 1994. De bestemming voor de percelen/panden als genoemd door reclamant is ‘Industrie B’. Gezien de daaraan verbonden voorschriften en de voor het plan gehanteerde systematiek, zijn zelfstandige kantoren binnen die bestemming niet toegestaan. Voor het gebouw/perceel dat op de verbeelding is voorzien van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – bedrijfsverzamelgebouw’ is in het verleden expliciet vrijstelling verleend van het bestemmingsplan. Om die reden gelden voor het betreffende perceel ruimere gebruiksmogelijkheden, waarbij de voorwaarden die zijn verbonden aan de verleende vrijstelling, zijn vertaald naar specifieke gebruiksregels. Gezien het huidige beleid ten aanzien van het toestaan van nieuwe kantoren op (bestaande) bedrijventerreinen van onder meer de provincie Limburg, het feit dat niet 2 is aangetoond dat behoefte bestaat aan extra m aan kantoren en gezien het reeds bestaande (leegstaand) aanbod aan kantoren, is het niet gewenst nieuwe zelfstandige kantoren toe te staan binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’. Tijdens de inventarisatie ten behoeve van het bestemmingsplan is niet gebleken dat in de door reclamant genoemde panden zelfstandige kantoren zijn gevestigd, enkel kantoorfuncties als onderdeel van en inherent aan de ter plaatse gevoerde groothandelsbedrijven, welke niet zijn aan te merken als zelfstandig kantoor. Gezien het voorgaande bestaat geen aanleiding voor de percelen van reclamant op de verbeelding te voorzien in een aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - bedrijfsverzamelgebouw’, dan wel anderszins het gevraagde gebruik toe te staan. De door reclamant voorgestelde aangepaste redactie van artikel 3.1 onder f zal wel worden overgenomen ter verduidelijking van het feit dat de daar genoemde functies/gebruiksvormen zijn toegestaan naast het bepaalde onder a t/m e (voor zover aan de orde). b. De Staat van bedrijfsactiviteiten – Bedrijventerrein, die als bijlage bij de regels is opgenomen is gebaseerd op de richtafstandenlijst die als bijlage 1 is opgenomen bij de uitgave “Bedrijven en milieuzonering” (VNG, 2009). De door reclamant genoemde groothandelsactiviteiten zijn daarin niet genoemd en derhalve ook niet expliciet geïndiceerd. Daarmee is echter niet gezegd dat deze
13
vormen van groothandel niet zijn toegestaan. Naar ons oordeel kunnen de door reclamant genoemde groothandelsactiviteiten grotendeels worden geschaard onder de categorie ‘groothandel in hout en bouwmaterialen (o.a. tegels, plavuizen en glas). De overige vormen van groothandel kunnen worden geschaard onder de restcategorieën ‘groothandel in overige intermediaire goederen’ dan wel ‘overige groothandels (bedrijfsmeubelen, emballage, vakbenodigdheden, e.d.)’. Er bestaat derhalve geen aanleiding de betreffende groothandelsactiviteiten expliciet op te nemen in Staat van bedrijfsactiviteiten – Bedrijventerrein. Aanpassing bestemmingsplan De zienswijze heeft geleid tot de volgende wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan: Artikel 3.1 onder f wordt als volgt gewijzigd: ‘ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – bedrijfsverzamelgebouw’: tevens kleinschalige zelfstandige kantoren en kleinschalige zakelijke dienstverlening, een en ander zonder baliefunctie’.
B. OVERZICHT AMBTELIJKE WIJZIGINGEN Verbeelding en regels De aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)’ is verwijderd van het perceel Wiebachstraat 50-52. De betreffende bouwhoogte is reeds opgenomen in de regels voor de bestemming ‘Gemengd’. Detailhandel ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’ is uitgesloten, aangezien daar op basis van het geldende bestemmingsplan geen detailhandel is toegestaan en de uitvoerbaarheid van een dergelijk gebruik ook niet is aangetoond. Aan de begripsomschrijving van ‘perifere detailhandel’ wordt in de opsomming van toegelaten vormen van detailhandel toegevoegd: detailhandel in auto’s. Toelichting De inventarisatie die als bijlage 1 bij de toelichting is opgenomen is geactualiseerd. In hoofdstuk 2 is een paragraaf opgenomen waarin expliciet wordt ingegaan op de ladder voor duurzame verstedelijking als bedoeld in artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening. Er is een beschrijving opgenomen van en getoetst aan het POL2014 als op 14 december 2014 vastgesteld.
14
Ontwerpbesluit Nr.: 15Rb010
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, dat de fractie GroenLinks heeft verzocht tot wijziging van de bemensing van de commissie Burgers en Samenleving en Grondgebied en Economische Zaken;
gelezen, het coalitieakkoord raadsperiode 2014-2018;
gelet op, artikel 82 Gemeentewet; artikel 2 e.v. van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade;
bes luit: I. in te trekken het besluit van de raad van 23 april 2014, nr. 14Rb019 voor wat betreft de benoeming van de heer A.Rossel als lid namens de fractie GroenLinks van de commissie Burgers en Samenleving; II. in te trekken het besluit van de raad van 25 juni 2014, nr. 14Rb043 voor wat betreft de benoeming van de heer A. Rossel als lid namens de fractie GroenLinks van de commissie Grondgebied en Economische Zaken; III. mevrouw M. van Soest te benoemen als lid van de commissie Grondgebied en Economische Zaken op voorstel van de fractie GroenLinks; IV. de heer F.H.M. Driessen te benoemen als lid van de commissie Burgers en Samenleving op voorstel van de fractie GroenLinks; V. dit besluit per datum van besluitvorming in werking te laten treden.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering d.d. 29 april 2015 De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
B.W.E. van der Wijst-Triepels.
Ontwerpbesluit Nr.: 15Rb012
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, dat de fractie Lokaal Alternatief heeft verzocht tot wijziging van de bemensing van de commissies;
gelezen, het coalitieakkoord raadsperiode 2014-2018;
gelet op, artikel 82 Gemeentewet; artikel 2 e.v. van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade;
bes luit: I. in te trekken het besluit van de raad van 28 mei 2014, nr. 14Rb034 voor wat betreft de benoeming van de heer J.J.K. Reinders als lid namens de fractie Lokaal Alternatief van de commissie Burgers en Samenleving; II. de heer J.J.K. Reinders te benoemen als lid van de commissie Grondgebied en Economische Zaken op voorstel van de fractie Lokaal Alternatief; III. dit besluit per datum van besluitvorming in werking te laten treden.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering d.d. 29 april 2015. De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
B.W.E. van der Wijst-Triepels.
Agendapunt nr.:
Sector: Maatschappelijke Zorg
Kerkrade, 22 april 2015
Aanbiedingsbrief aan de raad. Nr.: 15it00359 Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing een ontwerpbesluit, nr. 15Rb008 inzake herstructurering zwemonderwijs aan. In de nota van toelichting, nr. 15Tl004, die het ontwerpbesluit vergezelt, zijn de overwegingen en nadere gronden aangegeven waarop het ontwerpbesluit berust.
Het college,
De Secretaris,
J.J.M. Som.
H.J.M. Coumans MPM.
Ontwerpbesluit Nr.: 15Rb008 De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, dat vanuit de bezuinigingsopgave het schoolzwemmen geherstructureerd dient te worden; dat de beschikbare middelen zo efficiënt en effectief mogelijk dienen te worden ingezet met het ook op veiligheid van kinderen; dat binnen het huidige schoolzwemmen (groep 5 basisonderwijs) reeds 2/3 van de kinderen beschikt over een zwemdiploma; dat speciaal basisonderwijs het schoolzwemmen wenst te behouden; dat het regulier basisonderwijs het zwemmen onder schooltijd bewerkelijk vindt; dat het regulier basisonderwijs ermee kan instemmen dat het schoolzwemmen behouden blijft voor het speciaal onderwijs; dat vanuit de gedachte van zelfredzaamheid de verantwoordelijkheid voor het zwemonderwijs bij de ouders/verzorgers ligt; dat er een vangnet gewenst is voor kinderen uit gezinnen die het niet zelf kunnen bekostigen;
gelezen, de nota van toelichting, nr., behorende bij dit besluit; het verslag van de Burgers en Samenleving d.d. 14 april 2015;
gelet op, programma: Welzijn, sport en cultuur; gemeentelijk/regionaal beleidskader: nota (herstructurering) schoolzwemmen;
besluit: I. in te stemmen met het hervormen van het zwemonderwijs basisscholen; II. in te stemmen met het handhaven van het zwemonderwijs inclusief vervoer voor kinderen uit het speciaal onderwijs; III. in te stemmen met het verstrekken van een bijdrage voor leszwemmen binnen het kader van het armoedebeleid via de stichting Leergeld.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering d.d. 29 april 2015. De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
B.W.E. van der Wijst-Triepels.
Nota van toelichting Nummer.: 15Tl004
Kerkrade, 22 april 2015
Behorend bij ontwerpbesluit nummer 15Rb008 Onderwerp Herstructurering zwemonderwijs. Beslispunten 1. Instemmen met het hervormen van het zwemonderwijs basisscholen; 2. instemmen met het handhaven van het zwemonderwijs inclusief vervoer voor kinderen uit het speciaal onderwijs; 3. instemmen met het verstrekken van een bijdrage voor leszwemmen binnen het kader van het armoedebeleid via de stichting Leergeld. Inleiding In het kader van bezuinigingen heeft de raad het bedrag voor het schoolzwemmen verlaagd van €115.700,- naar €40.700,-. In verband met verplichtingen, die nog liepen tot en met het schooljaar 2014/2015, kan met ingang van het schooljaar 2015/2016 daadwerkelijk een herstructurering van het schoolzwemmen plaats vinden. In deze nota wordt hiertoe een voorstel gedaan. Doelstelling Het zwemonderwijs te herstructureren binnen de financiële kaders zoals door de raad vastgesteld waarbij het uitgangspunt is dat de veiligheid van kinderen zo goed mogelijk wordt gewaarborgd. Argumenten Vanuit de bezuinigingsopgave is bezien hoe de beschikbare middelen zo effectief en efficiënt mogelijk kunnen worden ingezet met het oog op de veiligheid van kinderen. Daartoe is het huidige zwemonderwijs nader bekeken. Binnen het huidige beleid zwemonderwijs kunnen alle kinderen uit het regulier onderwijs in groep 5 (8/9 jaar) deelnemen aan het schoolzwemmen. Uit onderzoek blijkt dat van de kinderen in groep 5 van het basisonderwijs reeds 2/3 van de kinderen beschikt over een zwemdiploma. Daarmee heeft het zwemonderwijs voor het grootste deel van de kinderen dat deelneemt aan het schoolzwemmen niet zozeer een meerwaarde voor het behalen van het zwemdiploma A, maar heeft het veeleer het karakter van een natte gymles. In het kader van de herstructurering van het zwemonderwijs heeft er overleg plaatsgevonden met de basisscholen. Vanuit het regulier onderwijs werd aangegeven dat het organiseren van het huidige schoolzwemmen inclusief vervoer de nodige begeleiding en organisatie van leerkrachten vraagt en dan ook vaak als belastend en niet efficiënt wordt ervaren. In het speciaal onderwijs is dit niet het geval. Daar heeft het schoolzwemmen naast de zwemveiligheid ook op andere vlakken meerwaarde. Hierbij valt te denken aan sociale en/of motorieke ontwikkeling en maakt het onderdeel uit van de dagbesteding. De wens van het speciaal onderwijs is het zwemonderwijs met vervoer tijdens schooltijd te behouden. Het regulier onderwijs heeft aangegeven ermee te kunnen instemmen dat het schoolzwemmen voor het speciaal onderwijs behouden blijft. Daarnaast staan zij positief ten opzichte van een vangnetregeling zwemonderwijs buiten schooltijd.
Pagina 1 van 3
Vanuit de gedachte van zelfredzaamheid ligt de verantwoordelijkheid voor het behalen van zwemvaardigheid van kinderen in eerste instantie bij de ouders/verzorgers. Dit neemt echter niet weg dat zover de financiële middelen het toelaten de gemeente een vangnet wil vormen voor gezinnen waarin de financiële middelen niet toereikend zijn. Tijdens de discussie over het armoedebeleid heeft de commissie Burgers en Samenleving van 3 februari 2015 positief gereageerd op het beschikbaar stellen van middelen uit het vrij te besteden budget armoedebeleid ten behoeve van zwemonderwijs. Vanuit bovenstaande bevindingen is gezocht naar een nieuwe opzet van het zwemonderwijs waarbij het volgende wordt voorgesteld: Handhaven van het zwemonderwijs inclusief vervoer voor kinderen uit het speciaal onderwijs; Een vangnet om het zwemdiploma A te behalen voor kinderen op het basisonderwijs uit gezinnen die het zwemonderwijs niet zelf kunnen bekostigen middels een bijdrage in het zwemonderwijs (na school en met eigen vervoer); Bij het uitvoeren van de vangnetregeling dient ervoor gewaakt te worden dat de middelen ook daadwerkelijk uitgegeven worden aan het zwemonderwijs. Om dit te ondervangen zal de stichting Leergeld zorg gaan dragen voor de uitbetaling rechtstreeks aan de aanbieder van het zwemonderwijs. De stichting Leergeld zal ook de toets of men in aanmerking komt voor een bijdrage verzorgen. Kinderen met een minimumleeftijd van 6 jaar en een maximumleeftijd van 12 á 13 jaar (basisschoolperiode) uit gezinnen met een inkomen dat lager is dan 120% van de bijstandsnorm kunnen een bijdrage (maximaal €600,-/kind) ontvangen voor het behalen van zwemdiploma A. Kanttekeningen Tijdens de commissie Burgers en Samenleving van 5 februari jongst leden heeft er een debat plaatsgevonden over het al dan niet beschikbaar stellen van een voucher van €200,- voor kinderen van groep 7 die op dat moment nog niet beschikken over een zwemdiploma. Hierbij zou er geen inkomenstoets plaatsvinden. Het gevoelen van de commissie was dat hiermee onvoldoende een appèl wordt gedaan aan de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Er werd geopperd te bezien of gezinnen die net buiten de regeling vallen gecompenseerd kunnen worden. Bij de inkomenstoets houdt de stichting Leergeld een inkomensnorm aan van maximaal 120% van de bijstandsuitkering. Het is niet ongebruikelijk om hier een norm van 110% aan te houden waarmee Kerkrade al marge inbouwt. Daarnaast heeft de stichting Leergeld de mogelijkheid om naar gelang de grootte van het gezin de norm met enige soepelheid te hanteren. De noodzaak voor een aanvullende regeling (waarvoor dan aanvullend budget gevonden zal moeten worden) komt hiermee te vervallen. Het uitgangspunt voor een bijdrage van de stichting Leergeld is dat men één vrijetijdsactiviteit per kind vergoedt. Dit zou betekenen dat een kind in een voorkomend geval zich zou moeten afmelden bij een vereniging als dit kind het zwemdiploma A wil halen. Dit is een onwenselijke situatie omdat het kind juist door lid te zijn van een vereniging participeert in onze samenleving. Met de stichting Leergeld is daarom overeengekomen dat het zwemmen voor kinderen uit Kerkrade niet gezien wordt als een vrijetijdsactiviteit, maar als een op zichzelf staande voorziening. Het budget voor het zwemonderwijs zal dan ook hiervoor apart worden gereserveerd. Indien de wens bestaat om ook diploma B te behalen bestaat deze mogelijkheid via de reguliere regeling van de stichting Jeugdsportfonds. Financiën De financiering van het zwemonderwijs inclusief vervoer voor het speciaal onderwijs kan bekostigd worden uit het (resterende) budget zwemonderwijs ter hoogte van €40.700,-. Hiervoor kunnen conform het huidige beleid in totaal 85 kinderen van het speciaal onderwijs (50 St. Jan Baptist, 35 Arcadia) met begeleiding van hun leerkrachten gebruik blijven maken van het zwemonderwijs. De vangnetregeling kan bekostigd worden uit het budget vanuit de vrij te besteden ruimte van het armoedebeleid. Voor het resterende deel van 2015 (half jaar) is een bedrag van €25.000,- beschikbaar en meerjarig €50.000,- per jaar vanuit het armoedebeleid. Pagina 2 van 3
Communicatie In overleg met het basisonderwijs zullen de ouders/verzorgers ingelicht worden over de herstructurering van het zwemonderwijs. Voor de bekendmaking van de mogelijkheid van een bijdrage via de stichting Leergeld zal aangesloten worden bij de huidige communicatie van de stichting leergeld en zal tevens zorg worden gedragen voor het verspreiden van informatie middels een folder van de stichting Leergeld, Jeugdsportfonds en Jeugd cultuurfonds onder de basisschoolleerlingen.
Pagina 3 van 3
Initiatiefvoorstel: ‘Right to Challenge’ Indiener: Datum: Agendapunt: Status: Commissie: Portefeuillehouder: Behandeling commissie: Behandeling raad:
Yannick Lataster (CDA) 23-03-2015 Opiniërend/Besluitvormend B&S 14-04-2015 29-04-2015
Nota van toelichting:
Inleiding Op 1 januari jl. kwam er een einde aan de voorbereidingen op de, volgens sommigen, grootste verschuiving van overheidstaken en werd de gemeente verantwoordelijk voor een uitgebreide WMO, de Jeugdzorg en de Participatiewet. Een ongekende transitie die een eerste stap betekent in een grotere maatschappelijke ontwikkeling. Een ontwikkeling die als belangrijke doelstelling een reductie van de overheidsuitgaven met zich mee draagt en daardoor de volgende stap in deze maatschappelijke ontwikkeling voortbrengt, namelijk de transformatie. Deze transformatie gaat echter verder dan alleen een inbedding van de nieuwe taken in de gemeentelijke organisatie. Ze behoeft ook een ander samenspel tussen burgers, gemeenten en instellingen om de toegepaste budgetkortingen op lokaal niveau op te vangen. Het is deze nieuwe situatie die de gemeente vragen voorlegt zoals: welke publieke diensten kunnen of moeten nog worden aangeboden? Wat mag het kosten? Welke kwaliteit streven we na? Dat de antwoorden op deze vragen een terugtrekkende overheid laten zien, zal niemand verbazen. De belangrijkste vraag is echter: zijn wij in staat de burgers voldoende te mobiliseren om middels participatie deze beweging vanuit de overheid op te vangen? Het antwoord hierop kan ja zijn maar het zal niet vanzelf gaan. Om deze participatie op gang te krijgen zal een eerste stap vanuit de gemeente richting de burgers gemaakt moeten worden. Deze eerste stap is niet gemakkelijk maar wel zeer wezenlijk in het aanschijn van de toekomstige uitdagingen. Een stap die ook zeker geen voorbode van een slechte ontwikkeling hoeft te zijn zoals reeds betoogt in het rapport: “Vertrouwen en Loslaten”. De titel van dit rapport verwoordt treffend deze eerst stap die begint met het vertrouwen hebben in de burgers van onze gemeente. Vertrouwen dat zij de verantwoordelijkheid nemen om naar elkaar om te kijken en zichzelf te zien in de context van de lokale samenleving. Vertrouwen geven klinkt mooi als eerste stap maar geeft geen concrete handvatten om dit in de praktijk vorm te geven. Als we als gemeente vragen dat burgers meer verantwoordelijkheden op zich nemen is het niet alleen gerechtvaardigd, maar ook onze plicht als betrouwbare partner, om burgers
Initiatiefvoorstel: “‘Right to Challenge’”
CDA Kerkrade
23-03-2015
zo goed mogelijk in de gelegenheid te stellen deze verantwoordelijkheid uit te oefenen. Het “loslaten” moet een concrete vertaling krijgen. Vandaar dit initiatiefvoorstel om ‘Right to Challenge’ onderdeel uit te laten maken van het gemeentelijk beleid.
‘Right to Challenge’ ‘Right to Challenge’, oftewel: het recht om uit te dagen, is een mogelijkheid om burgerparticipatie vorm te geven. Het is een werkwijze die in de afgelopen jaren in Groot Brittannië en Denemarken is ontwikkeld en wisselende successen heeft voortgebracht. Met ‘Right to Challenge’ worden burgers in staat gesteld om de gemeente uit te dagen bij de uitvoering van compacte publieke taken. Indien de burger, of een samenwerkingsverband van burgers, kan aantonen dat de eigen aanpak aan de gestelde kwaliteitscriteria voldoet en de taak daarmee goedkoper wordt uitgevoerd, zal de opdrachtverstrekking aan deze burger(s) kunnen plaatsvinden. Hierdoor is ‘Right to Challenge’ niet alleen een oproep voor een verdergaande burgerparticipatie maar tevens een recht om als burger het initiatief te nemen om mogelijk bepaalde verantwoordelijkheden over te nemen. Het biedt ook de mogelijkheid om de (financiële) middelen hiervoor vrij te maken en de ‘actieve’ burgers daadwerkelijk in staat te stellen de bovengenoemde verantwoordelijkheden in te vullen. Uiteraard dient er vanuit de gemeente voldoende aandacht en controle te zijn t.a.v. de gestelde doelstellingen, criteria en de realisatie hiervan zoals dat nu ook bij de uitvoer door de huidige instantie is georganiseerd. Vooraf dienen de criteria waaraan voldaan moet worden en de invulling hiervan helder geformuleerd te zijn voor en door zowel de gemeente als de aanvrager. Criteria die op zijn minst dienen terug te komen in de beoordeling van de aanvraag: 1. De voorgestelde aanpak, en daarmee de haalbaarheid van de gestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen, moet een realistisch beeld schetsen waarin de aanpak van de belangrijkste aspecten van de compacte taak/verantwoordelijk, helder omschreven zijn. 2. Er dient kenbaar gemaakt te worden op welke wijze deze aanpak de betrokkenheid van de participerende burgers en de burgers in de directe omgeving verder vergroot (sociale meerwaarde). 3. In het geval van een innovatieve aanpak dient zo duidelijk mogelijk aangegeven te worden op welke manier deze innovatie blijkt. (De mate van innovatie kan vervolgens ter compensatie gelden voor de beoordeling onder aspect 1.). 4. Omvang van de aanvraag i.r.t. de grote van actieve deelnemersveld. (Het uitgangspunt is compacte publieke taken. Bij te grote aanvragen dient ten alle tijden bezien te worden of deze in omvang gereduceerd naar een meer wenselijke omvang kunnen worden ). 5. De financiële effecten (bruto en netto) i.r.t. de bestaande aanpak. Daarnaast zal ook regelmatig een terugkoppeling over de resultaten moeten plaatsvinden. Het is belangrijk dat hierbij wel een goed evenwicht tussen verantwoording (vertrouwen) en vrijheid
Initiatiefvoorstel: “‘Right to Challenge’”
CDA Kerkrade
23-03-2015
(loslaten) wordt gecreëerd. Dit zal zeker in het begin nog zoeken zijn voor zowel de burgers als ook de gemeente. Voldoende dialoog is hierbij een belangrijke randvoorwaarde en vanuit de gemeente dient de instelling om ‘Right to Challenge’ tot een succes te maken, leidend te zijn. Begeleiding vanuit de gemeente zal met name bij de eerste aanvragen noodzakelijk zijn om eventuele ‘kinderziektes’ te verhelpen. Hier dient dan ook voldoende aandacht aan besteed te worden. Naarmate meer ervaring wordt opgedaan met ‘Right to Challenge’ zal de benodigde controle en verantwoording aangepast moeten worden en ontwikkelt de grondhouding “loslaten” zich steeds verder. Deze extra dimensie aan de organisatie van publieke taken zal ook voor een nieuwe dynamiek zorgen waarop de gemeente zich dient aan te passen. Het is daarbij goed om te weten dat de mogelijkheden om op lokaal niveau dit te organiseren niet gehinderd worden door bijzondere juridische aspecten. Ook al is ‘Right to Challenge’ nog niet in iedere wet opgenomen als mogelijkheid, de lokale beleidsregels en verordeningen bieden wel de ruimte om dit initiatief in te vullen. Een uitzonderingen hierop is de wettelijke verankering van ‘Right to Challenge’ in de WMO 2015. Hierin is expliciet de mogelijkheid van ‘Right to Challenge’ opgenomen waarbij de toekenning grond: “sociale meerwaarde” nadrukkelijk vermeld wordt. De WMO lijkt dan ook het meest aangewezen beleidsveld om de eerste invoering van ‘Right to Challenge’ te implementeren binnen onze gemeente. ‘Right to Challenge’ is echter niet alleen gebonden aan de WMO of de decentralisatie ontwikkelingen van de afgelopen maanden. Op meerdere beleidsterreinen wordt in verschillende gemeenten in Nederland reeds geëxperimenteerd om ‘Right to Challenge’ toe te passen op tal van beleidsterreinen. Er bestaan voorbeelden van de inzet van ‘Right to Challenge’ voor het onderhouden van de openbare ruimte of gemeentelijke voorzieningen. Waarom zouden burgers niet, al dan niet gezamenlijk, zelf voor de perkjes in de straat kunnen verzorgen? Voor de gemeente Kerkrade kan dit als een vervolgstap in de ontwikkeling van ‘Right to Challenge’ gezien worden.(..) De keuze hieromtrent moet gemaakt worden n.a.v. een vooraf afgesproken evaluatiemoment. Met ‘Right to Challenge’ wordt niet alleen een instrument toegevoegd aan de gemeentelijke gereedschapskist om de bezuinigingsdoelstellingen te behalen. Het is op de eerste plaats vooral een instrument dat burgerparticipatie concreet vertaalt. ‘Right to Challenge’ geeft een nieuw recht aan de burgers, het geeft invulling aan de woorden vertrouwen en loslaten, het past in het hedendaagse tijdsbeeld en geeft ruimte aan de creativiteit, deskundigheid en het enthousiasme van de burgers. De uitgebreide sociale structuren die Kerkrade rijk is, bieden daarnaast een goede voedingsbodem en zullen van positieve invloed zijn op de implementatie en ontwikkeling van dit instrument.
Initiatiefvoorstel: “‘Right to Challenge’”
CDA Kerkrade
23-03-2015
Doelstellingen Uiteraard is ‘Right to Challenge’ meer dan alleen een mooi concept of een handig instrument om als gemeente op te nemen in het aanbod. Het is vooral ook een middel om enkele doelstellingen te realiseren die raken aan de doelstellingen binnen het sociale domein en de lange termijn visie voor onze gemeente: 1. Burgers een concreet instrument bieden om invulling te geven aan de eigen creativiteit, deskundigheid en enthousiasme door eigen initiatieven te kunnen ontplooien en aanspraak te kunnen maken op de uitvoer van compacte publieke taken. SMART: Aantal aanvragen voor ‘Right to Challenge’ (Waarbij het 1e geldt als “0” meting ). 2. Vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij de eigen wijk of buurt waardoor de onderlinge verbondenheid en participatie zal toenemen. SMART: (Cijfers burgeronderzoek Parkstad inzake: Sociale cohesie in de buurt. 2011: 5.6; 2013: 5.4). 3. Bewerkstelligen van bezuinigingsdoelstellingen. (Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat het voornaamste doel de onderlinge betrokkenheid en participatie vergroting is.) SMART: Gerealiseerde bruto en netto (na aftrek van begeleidingskosten, terugvloei regeling, etc.) bezuiniging. 4. De burgers een extra mogelijkheid bieden om de eigen omgeving, vereniging, buurt etc. te ondersteunen door een deel van de gerealiseerde bezuiniging terug te laten vloeien naar de eigen omgeving, vereniging, buurt etc. SMART: Hoeveelheid geld dat teruggevloeid is naar de gemeenschappen. 5. Door middel van het vergroten van de betrokkenheid ook de kwaliteit van de uitvoering op andere terreinen te vergroten. SMART: - (Hierover is vooralsnog geen data beschikbaar maar zou aangeleverd moeten worden door de instanties/(samenwerkende) burgers die te taak/verantwoordelijkheid uitvoeren.
Initiatiefvoorstel: “‘Right to Challenge’”
CDA Kerkrade
23-03-2015
Argumenten 1. ‘Right to Challenge’ geeft de burgers een nieuw recht en de verantwoordelijkheid om zelf de keuze te maken om dat recht uit te oefenen. Hierdoor verschuift het initiatief van de aanvraag om zelf taken op te kunnen pakken naar de samenleving en kan vanaf onderop zelf bepaald worden op welke wijze de uitvoer van compacte publieke taken vorm gegeven zou kunnen worden en wat effectief en efficiënt is. Door de uitgebreide structuur van sociale netwerken in Kerkrade is de bereidwilligheid om in de lokale samenleving te investeren van nature al nadrukkelijk aanwezig. Met ‘Right to Challenge’ wordt aan deze natuurlijke houding verder tegemoet gekomen. 2. ‘Right to Challenge’ biedt als instrument alle essentiele onderdelen die bij het vraagstuk van burgerparticipatie komen kijken en is daarom het instrument om deze participatie te vergroten. Door als gemeente één instrument te hanteren wordt ook duidelijkheid geboden aan de burgers en is de implementatie binnen de gemeente eenvoudiger dan wanneer er voor de verschillende beleidsvelden, verschillende regelingen worden opgezet. 3. Het is een concreet instrument dat invulling geeft aan de termen “vertrouwen” en “loslaten” en kan op initiatief van de burger worden ingezet. Voor de burgers is duidelijk wat ze kunnen doen en hoe ze een steentje kunnen bijdragen zonder allerlei verschillende ingewikkelde regelingen. 4. Door de initiatiefnemers in het vooruitzicht te stellen dat een deel van de gerealiseerde besparing (met dien verstande dat de beoogde kwaliteit en andere normen behaald worden) binnen de eigen vereniging, buurt etc. kan worden geïnvesteerd, worden burgers op een positieve wijze geprikkeld en wordt er tegelijkertijd de mogelijkheid geboden om extra te investeren in de buurt, vereniging etc. 5. De voordelen van de gemeente zijn vertaald in de doelstellingen en kennen zowel een financiële als ook een sociaal/maatschappelijke kant. Financieel voordeel wordt behaald doordat er tegen een lager bedrag dezelfde diensten worden aangeboden. Het sociaal/maatschappelijke voordeel is dat burgerparticipatie wordt gefaciliteerd hetgeen een steeds belangrijker aspect is in de hedendaagse samenleving en op tal van beleidsterreinen tot uitdrukking zal gaan komen. Het vergroot op den duur ook de betrokkenheid van de burgers bij de lokale samenleving en belangen. Betrokkenheid is een belangrijk onderdeel van kwaliteitsverbetering en daarmee een goed middel om op de (middel)lange termijn als gemeente kwalitatief te verbeteren op tal van terreinen.
Financiën Financieel heeft dit besluit geen directe gevolgen. De inzet van medewerkers bij de begeleiding in het aanvraag traject valt onder de reguliere operationele kosten Mochten eventuele extra kosten, als gevolg van een grote toeloop, zich voordoen, dan kunnen deze vervolgens opgevangen worden middels de besparingen die als gevolg van de aanvragen gerealiseerd worden. Initiatiefvoorstel: “‘Right to Challenge’”
CDA Kerkrade
23-03-2015
Ontwerpbesluit:
Overwegende: Dat de gemeente op korte termijn de transformatie als gevolg van de decentralisaties moet vormgeven waarbij er nadrukkelijk aandacht is voor het vergroten van de burgerparticipatie en het behalen van bezuinigingsdoelstellingen als gevolg van de kortingen op de budgetten. Dat het vergroten van de burgerparticipatie, en daarmee concrete invulling te geven aan termen als: vertrouwen en loslaten, essentieel zijn voor het behalen van enkele gestelde (financiële) doelstellingen. ‘Right to Challenge’ een instrument in opkomst is dat alle aspecten van burgerparticipatie in zich mee draagt en daardoor als het enige instrument kan dienen ter bevordering van deze participatie hetgeen de duidelijkheid richting de burger ten goed komt. Dat de Wet Maatschappelijke Ondersteuning bij uitstek geschikt is om als eerste beleidsterrein in aanmerking te komen voor een pilot project in het kader van ‘Right to Challenge’.
Gelezen: De nota van toelichting behorende bij dit besluit. Het rapport: “Vertrouwen en Loslaten”. BESLUIT: I. II.
Het college van B&W de opdracht te verstrekken om, in nauwe samenwerking met de raad, ‘Right to Challenge’ verder uit te werken. Het uitgewerkte voorstel aan de raad aan te bieden als ontwerpbesluit waarbij op zijn minst duidelijk is: a. Hoe ‘Right to Challenge’ ingevoerd zal worden en welke onderdelen uit het beleidsterrein WMO opengesteld worden. b. Welke wijzigingen de invoer behelst voor de vastgestelde beleidsplannen, beleidsregels en verordeningen. c. Op welke wijze de communicatie vorm wordt gegeven om ‘Right to Challenge voldoende onder de aandacht van de burgers te brengen. d. Op welke wijze de gemeenteraad betrokken wordt bij de ontwikkeling van ‘Right to Challenge’ en regelmatig van de voortgang op de hoogte wordt gebracht. e. Wanneer de evaluatie plaatsvindt en welke criteria gehanteerd zullen worden bij het bepalen van de succesfactor. f. Hoe er binnen de uitvoer van Right to Challenge om wordt gegaan met wet- en regelgeving, eveneens als met de verantwoordelijkheid over en aansprakelijkheid van de aangeboden/ uitgevoerde diensten ten behoeve van de samenleving.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 29 april 2015
Initiatiefvoorstel: “‘Right to Challenge’”
CDA Kerkrade
23-03-2015