NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 Benchmark Analyse (peiljaar 2010)
Definitief
In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Datum
NVRD MWH B.V. M11B0027 4 april 2012
Postadres Postbus 5076 6802 EBARNHEM Nederland T +31(0)26 7513800 F +31(0)26 7513818
Bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 ATARNHEM Nederland www.mwhglobal.nl
KVK Haaglanden 27 18 43 23 ING Bank Delft 65 93 74 331 IBAN NL 63 ING B 0659 374331/BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA* gecertificeerd
2
Inhoudsopgave 1
Inleiding
4
2
Milieu 2.1 Huishoudelijk afval (totaal) 2.2 Grof huishoudelijk afval
5 5 6
3
Financieel 3.1 Inzamelkosten 3.2 Verwerkingskosten
7 7 8
4
Operationeel 4.1 Personeel en Tractie 4.2 Verdeling inzamelmiddelen 4.3 Inzamelprestaties per inzamelmiddel 4.4 Grof huishoudelijk afval
3
9 9 10 11 17
1
Inleiding
De NVRD organiseert elk jaar een Benchmark Afvalinzameling waaraan een representatief deel van haar leden deelneemt. Deze rapportage biedt een overzicht van de benchmarkresultaten peiljaar 2010. Het rapport bevat de algemene uitkomsten van de benchmark een geeft een overzicht van de belangrijkste prestatie-indicatoren op de gebieden milieu, financieel en operationeel. Benchmarkgroepen Om rekening te houden met de eigenschappen van de verschillende verzorgingsgebieden zijn de deelnemers op basis van mate van stedelijkheid in groepen ingedeeld. Om benchmarkgroepen met 1 een gelijkwaardige omvang te krijgen is dit jaar gekozen voor een nieuwe klasse-indeling . De cijfers worden vanaf 2010 gerapporteerd in de volgende klasse-groepen: Stedelijkheidsklasse 1-2: deelnemers met een (zeer) sterk stedelijk gebied Stedelijkheidsklasse 3: deelnemers met een matig stedelijk gebied Stedelijkheidsklasse 4-5: deelnemers met een weinig tot niet stedelijk gebied In de benchmark worden de individuele prestaties van de deelnemers vergeleken met de prestaties van deelnemers in dezelfde benchmarkgroep. Ook in deze algemene rapportage worden de indicatoren per benchmarkgroep gepresenteerd. Een uitzondering hierop zijn de inzamelmiddelen. Deze worden over de klassen heen vergeleken op basis van inzamelvorm (minicontainers achterlader, minicontainers zijlader etc.).
1
In de afgelopen jaren werd de volgende indeling gehanteerd: groep A: stedelijkheidsklasse 1, groep B stedelijkheidsklasse 2 en groep C stedelijkheidsklassen 3-5.
4
2
Milieu
2.1
Huishoudelijk afval (totaal)
Afvalaanbod Het gemiddelde afvalaanbod in peiljaar 2010, uitgedrukt in kilogram per inwoner, voor de verschillende benchmarkgroepen is weergegeven in Tabel 1. Naast de cijfers van de benchmarkgroep, worden ook de afvalhoeveelheden per stedelijkheidsklasse zoals verzameld door het CBS getoond.
Afvalstromen Restafval Grofhuishoudelijkrestafval Verbouwingsrestafval Gft-afval Papier / karton Glas Textiel Kunststoffen KCA Hout Groftuin / groenafval Metalen Elektrischeapparaten Grond Puin Huisraad Overigafval Totaal
Stedelijkheidsklasse 3
1-2
4-5
BM
CBS
BM
CBS
BM
CBS
244 35 9 62 50 19 3 4 1 29 14 4 4 9 17 3 4 512
265 48 6 44 49 19 3 3 1 17 13 4 5 6 17 2 3 503
224 27 12 91 63 22 4 5 1 27 24 5 5 13 25 7 1 555
210 30 4 92 70 22 5 6 1 22 31 5 6 6 29 3 4 551
264 32 14 122 69 22 3 6 1 28 31 5 4 3 29 0 2 635
194 29 4 109 80 23 5 7 1 21 45 4 5 5 32 2 5 574
Tabel 1: Ingezameld afval in kilogrammen per inwoner per jaar
Scheidingspercentage In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2) is een doelstelling voor huishoudelijk afval geformuleerd van 60% nuttige toepassing. In diverse besluiten zijn doelstellingen opgenomen voor te bereiken hergebruikpercentages van afzonderlijke afvalstoffen, zoals verpakkingen, batterijen en elektr(on)ische apparatuur. Recent heeft staatsecretaris Atsma in de afvalbrief “Meer waarde uit Afval” de ambities voor huishoudelijk afval verhoogd naar 65% recycling. In Tabel 2 is het totale scheidingspercentage per aansluiting weergegeven voor de totale stroom huishoudelijk afval en grof huishoudelijk afval (inclusief de stromen grond, puin en bouw en sloopafval). De ambitie van 65% lijkt nog ver weg.
Stedelijkheidsklasse Totaalscheidingspercentage Scheiding (%)
1-2 41
3 49
Tabel 2: Totale scheidingspercentage
5
4-5 54
2.2
Grof huishoudelijk afval
Grofhuishoudelijk afval wordt ingezameld via een haalsysteem of gebracht naar een milieustraat. Haalsysteem Bij het halen van grof huishoudelijk afval zien we dat het aantal deelnemers dat het grof huisafval in een vaste route inzamelt daalt. Hoge kosten en weinig mogelijkheden om de afvalstroom te scheiden zorgen ervoor dat steeds meer deelnemers deze service afbouwen. Hiervoor in de plaats komt een afroepsysteem en wordt het gebruik van de milieustraat meer gestimuleerd (brengsysteem). Het grootste deel van het grof huishoudelijk afval wordt gebracht naar de milieustraat. In Tabel 3 is aangegeven welk deel van het totale aanbod van grof huishoudelijk afval nog via een haalsysteem wordt ingezameld. Ook is aangegeven welke stromen dit betreft en welk scheidingspercentage hierbij wordt gerealiseerd. Stedelijkheidsklasse Grof huishoudelijk Afval (haalsysteem) GHA (ongescheiden) kg/ inw/ jaar Grof tuinafval kg/ inw/ jaar Metaal (kg/ inw/ jaar) Overig (kg/ inw/ jaar) Totaal grof afval haalsysteem (kg/ inw/ jaar) Scheiding grof afval aan huis (%) Aandeel grof afval dat gehaald wordt (%)
1-2 17 1,8 0,8 7 27 17 18
3 5 2,5 0,9 22 30 47 12
4-5 14 5 0,03 0 19 24 9
Tabel 3: Grof afval haalsysteem: ingezamelde kilogrammen per inwoner per jaar
In stedelijkheidsklasse 1-2 wordt 18% van het grof huishoudelijk afval via een haalsysteem ingezameld. Dit afval wordt voor 17% gescheiden ingezameld. In stedelijkheidsklasse 3 wordt 12% van het grove afval aan huis gehaald waarvan 47% gescheiden. In stedelijkheidsklasse 4-5 tenslotte wordt nog maar 9% van het grof huishoudelijk afval met een haalsysteem ingezameld met een scheidingspercentage van 24%.
Milieustraat In Tabel 4 is weergegeven welke hoeveelheden afval zijn gebracht naar de milieustraat. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar grof huishoudelijk afval en overig (regulier) huishoudelijk afval. Daarnaast zijn in de tabel de scheidingspercentages voor grof huishoudelijk afval voor de milieustraat weergegeven. Hoeveelheden via de Milieustraat (kg/inw/jaar) Totaal afval Totaal grof afval Ongescheiden grof huisafval Scheiding totaal milieustraat (%) Exclusief puin, grond & verbouwingsrestafval Inclusief puin, grond & verbouwingsrestafval Scheiding grof afval op de milieustraat (%) Exclusief puin, grond & verbouwingsrestafval Inclusief puin, grond & verbouwingsrestafval Tabel 4: Kerngegevens milieustraat
6
1-2 131 116 24
Stedelijkheidsklasse 3 176 142 23
4-5 171 63 20
67 71
72 75
76 77
62 72
72 75
75 76
3
Financieel
3.1
Inzamelkosten
In Figuur 1 zijn de gemiddelde directe inzamelkosten per aansluiting voor de verschillende fracties weergegeven.
€ 24,35
€ 30
€ 28,40
€ 35
€ 28,57
Directe Inzamelkosten
€ 17,97 € 3,64
€ 0,50
€ 1,03
€ 5,46
€ 2,69
€ 16,80 € 6,85
€ 15,37 € 3,85
€ 1,54
€ 2,17
€ 0,94
€ 8,33
€ 4,78
€ 9,12
€ 6,04
€ 2,62
€ 0,78
€5
€ 2,12
€ 10
€ 1,12
€ 13,51
€ 15
€ 6,25
€ 20
€ 15,94
€ 25
€0
klasse 1-2 Restafval
Gft
Oud papier en Karton
Klasse 3 Kunststof Verpakkingen
Klasse 4-5 Glas
Textiel
KCA
Grof Afval
MS
Figuur 1 – Inzamelkosten per aansluiting incl. indirecte kosten en overslag / transportkosten
In Tabel 5 worden de inzamelkosten per aansluiting weergegeven aangevuld met de indirecte inzamelkosten en de opslag-, overslag- en transportkosten per aansluiting. De indirecte kosten in stedelijkheidsklasse 1-2 bedragen gemiddeld € 26,55 per aansluiting.
Directe inzamelkosten (€ per aansluiting) Restafval Gft-afval Oud papier / karton Kunststof Verpakkingen Glas Textiel KCA Grof huisafval halen Milieustraat Indirecte kosten per aansluiting Op en overslag en transport per aansluiting
1-2 28,40 13,51 6,25 2,12 1,12 2,62 0,78 6,04 9,12 26,55 1,11
Stedelijkheidsklasse 3 28,57 15,94 8,33 4,78 2,17 0,94 1,54 3,85 15,37 24,82 7,26
Tabel 5: Inzamelkosten per aansluiting excl.indirecte kosten en op- en overslag
7
4-5 24,35 16,80 6,85 5,46 2,69 1,03 0,50 3,64 17,97 13,48 7,62
De indirecte kosten beslaan in klasse 1-2 iets minder dan 30% van de totale kosten. In klasse 4-5 is het percentage indirecte kosten in totaal het laagst. Stedelijkheidsklasse Verhouding directe-indirecte kosten Percentage indirecte kosten
1-2
3
4-5
29%
27%
16%
Tabel 6: Percentage indirecte inzamelkosten in totale inzamelkosten (directe kosten+indirecte kosten)
Tabel 7 toont de verdeling van de directe inzamelkosten over personeel, materieel en inzamelmiddelen en overig. De inzameling van afval vergt ondanks de verdergaande mechanisatie (zijladers, ondergrondse containers) veel inzet van personeel. De personeelskosten bedragen gemiddeld ongeveer 50% van de directe inzamelkosten.
Kostenopbouw Personeelskosten Materieelkosten Kosten voor inzamelmiddelen Overige kosten Kosten derden
1-2 46% 24% 14% 2% 14%
Stedelijkheidsklasse 3 50% 32% 12% 3% 4%
4-5 45% 35% 7% 3% 11%
Tabel 7: kostenopbouw directe inzamelkosten
3.2
Verwerkingskosten
In Tabel 8 zijn de gemiddelde verwerkingskosten per ton per afvalstroom en per klasse uitgewerkt.
Verwerkingin € per ton Restafval GFT-afval Papier & karton Kunststofverpakkingen Glas Textiel KCA Grof huisafval ongescheiden Grof Tuinafval Metaal
1-2 89 40 -95 -326 -10 -318 347 94 18 -185
Stedelijkheidsklasse 3 114 57 -53 -401 4 -133 500 120 25 -155
4-5 123 47 -59 -319 13 -184 540 130 29 -157
Tabel 8: verwerkingskosten per ton
De fracties kunststofverpakkingen, papier/karton, textiel en metaal hebben een negatieve waarde (opbrengst). Hierbij moet vermeld worden dat voor de inzameling van kunststofverpakkingen geen opbrengst maar een vergoeding is ontvangen van Nedvang. Ingezameld papier, metalen en textiel hadden in 2010 wel een positieve marktwaarde.
8
4
Operationeel
4.1
Personeel en Tractie
In Tabel 9 is de personele inzet weergegeven. De netto inzet van het personeel blijft ten opzichte van afgelopen jaren stijgen. In alle stedelijkheidsgroepen bevindt de netto inzet zich inmiddels boven de 1550 uur jaarlijks. Een belangrijke factor in de netto inzet van het personeel is onder meer de versobering van de CAO van de WENb, waardoor nieuwe medewerkers in deze CAO werken volgens een 40-urige werkweek, in plaats van een 36 of 38-urige werkweek. Sinds 2010 wordt naast de absolute inzet ook het productiviteitspercentage gemeten, zodat er beter kan worden vergeleken tussen alle CAO’s. Het ziekteverzuimpercentage daalt in 2010 fors ten opzichte van de benchmarks uit het verleden.
Personeel Netto inzet personeel in uren per fte Inzet(%) Productief Inproductief Verlof Ziekte Overwerk Gemiddelde leeftijd Gemiddeld uurtarief ( € )
1-2 1566
Stedelijkheidsklasse 3 1577
4-5 1590
79 1,4 13 6,8 9 44 35
82 1,5 11 5,2 10 44 35
81 1,7 14 3,7 7 44 35
Tabel 9: Personeel
In Tabel 10 is de inzet van de tractie weergegeven. Opvallend is dat met name de voertuiginzet in stedelijkheidsklasse 4-5 hoog is.
Tractie Netto inzet voertuigen in uren per jaar Onderhoudstijd (%)
1-2
Stedelijkheidsklasse 3
4-5
2010
2010
2010
1496 2%
1259 2%
1836 3%
Tabel 10: Tractie
9
4.2
Verdeling inzamelmiddelen nzamelmiddelen
De inzet van mensen en middelen is in sterke mate gekoppeld aan het type inzamelmiddel dat de deelnemer inzet. Onderstaande figuren geven de verdeling weer van de inzamelmiddelen Restafval Uit Figuur 2 blijkt duidelijk het verschil in het gebruik van inzamelmethoden voor restafval tussen de drie klassen. In klasse 1-2 2 zijn de inzamelmiddelen het meest divers en wordt nog een groot deel ingezameld door middel van zakken. zakke Het aantal ondergrondse containers is in deze klasse het grootst. In klasse 3 en 4-5 5 wordt voornamelijk ingezameld door middel van minicontainers waarbij het aantal zijladers de grootste categorie vormt.
Figuur 2: Verdeling inzamelmiddelen zamelmiddelen restafval per klasse – Peiljaar 2010
GFT-afval GFT afval per klasse weer. Figuur 3 geeft de verdeling van inzamelmiddelen voor het inzamelen van GFT-afval Ook bij het inzamelen van GFT-afval afval zijn duidelijke verschillen tussen de klassen zichtbaar. In stedelijkheidsklasse 1-2 2 zien we een evenwichtige verdeling tussen de diverse inzamelmiddelen, met een voorkeur voor de inzameling door middel van achterlader. In stedelijkheidsklasse 3 wordt voornamevoornam lijk ingezameld door middel van zijladers. In stedelijkheidsklasse stedelijkheidskl 4-5 5 wordt er ongeveer in gelijke verhouding ingezameld tussen achterladers en zijladers.
Figuur 3: Verdeling inzamelmiddelen GFT-afval GFT per klasse – Peiljaar 2010
10
4.3
Inzamelprestaties per inzamelmiddel
Restafval Tonnage per manuur In deze paragraaf worden de inzamelprestaties van restafval voor de verschillende inzamelmiddelen met elkaar vergeleken. Wat het aantal tonnen per manuur betreft laat onderstaande figuur duidelijke verschillen zien. Inzameling door middel van een ondergrondse ondergrondse verzamelcontainer levert de hoogste tonnages per manuur. Zakken en bovengrondse verzamelcontainers zijn het minst efficiënt. Dit komt waarschijnlijk doordat er nog maar kleine delen van het areaal op deze wijze worden ingezameld. Bijzonder is datt de duocontainers in peiljaar 2010 20 goed oed scoren op het restafval. Dit wordt overigens weer genuanceerd door de prestatie op het GFT-afval.
Figuur 4: Tonnage per manuur - Peiljaar 2010 (restafval)
Personeelsuren per ton In Figuur 5 zijn de personeelskosten per ingezamelde ton restafval over de jaren aangegeven. Bij het inzamelen van restafval zijn voor de haalsystemen de personeelskosten personeelskosten per ton relatief constant over de jaren. De personeelskosten per ton voor wijkcontainers en ondergrondse containers fluctuefluctu ren wel over de jaren.
11
4,5 4,0 3,5
3,0
3,0
2,5
2,5 Uur 2,0
1,8
2,0
1,9 1,6
1,5
1,5
1,6
1,3 1,4 1,1 1,0
1,0
1,0
1,0
1,3 0,9 1,0
0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
1,5
1,3
0,8
0,8 0,7 0,8 0,7
0,6
0,5 0,0 Zakken
Mini achterbelading
2006
Mini zij- en frontbelading
2007
2008
Duobakken
2009
Wijkcontainers
Ondergrondse containers
2010
Figuur 5: Personeelsuren per ton jaren 2006 – 2010 (restafval)
Ledigingen per tractie-uur In Figuur 6 zijn per inzamelmiddel het aantal ledigingen per tractie-uur uur weergegeven. Voor de inzameling van restafval door middel van minicontainers is de inzet van zijladers het meest effectief. Door de afname van de inzet van bovengrondse verzamelcontainers verzamelcontainers wordt er in deze inzameling steeds minder containers geleegd per voertuiguur. De verhouding tussen rijtijd en de daadwerkelijke d ledigingen verschuift steeds meer richting rijtijd.
Figuur 6: Restafval - Ledigingen per tractieuur tractie per inzamelmiddel
12
GFT-afval Tonnage per manuur Bij het inzamelen van GFT-afval afval wordt binnen de benchmarkdeelnemers niet met zakken gewerkt. Voor het inzamelen van GFT-afval afval is het gebruik van zijladers het meest efficiënt wanneer alleen gekeken wordt naar personeelsuren per ton. In het algemeen kan gesteld worden dat het inzamelen van GFT-afval meer personeelsuren per ton kost dan het inzamelen van restafval. restafval
Figuur 7: Tonnage per manuur - Peiljaar 2010 (GFT-afval) (GFT
Personeelsuren per ton Ook bij het inzamelen van GFT-afval afval zijn de personeelsuren per ton redelijk constant. const Alleen het aantal personeelsuren per ton bij het gebruik van wijkcontainers en ondergrondse containers fluctufluct eert over de jaren heen.
4,2
4,5 4,0
3,5
3,4 3,5 3,4
3,5
3,5
3,1
3,0
2,9
3,0
2,2
2,5 Uur 2,0
1,6 1,6 1,7
1,9
2,0
1,7
1,5
1,2
0,9 0,9 1,0 0,9 0,8
1,0
1,6
1,5
0,5 0,0 Mini achterbelading
Mini zij- en frontbelading
2006
2007
Duobakken
2008
Figuur 8: Personeelsuren uren per ton jaren 2006 200 – 2010 (GFT-afval)
13
2009
Wijkcontainers
2010
Ondergrondse containers
1,1
Ledigingen per tractie-uur
Figuur 9: GFT-afval - Ledigingen per tractieuur per inzamelmiddel
Het aantal ledigingen per tractie--uur voor de duocontainer is geflatteerd. Het aanbiedpercentage hiervan is erg hoog omdat deelnemers hun restafvalcontainer restafvalcontainer wekelijks aanbieden. Het tonnage dat wordt ingezameld is echter erg laag. laag
14
Oud papier en karton Tonnage per manuur In deze paragraaf worden de inzamelprestaties van oud papier en karton voor de verschillende ini zamelmiddelen met elkaar vergeleken voor het peiljaar 2010. Van de haalsystemen is het werken met zijladers het meest productief, productief, zowel in ingezameld tonnage per manuur als het aantal lediginledigi gen per tractie-uur.
Figuur 10: Tonnage per manuur - Peiljaar 2010 (Oud ( papier en karton)
Ledigingen per tractie-uur
Figuur 11: Oud papier en karton - Ledigingen per tractieuur per inzamelmiddel
15
Kunststof verpakkingen Tonnage per manuur In deze paragraaf worden de inzamelprestaties van kunststof verpakkingen voor de verschillende inzamelmiddelen met elkaar vergeleken voor het peiljaar 2010. Per manuur zijn verzamelcontainers (bovengronds en ondergronds) productiever dan het haal-systeem haal met zakken.
Figuur 12: Tonnage per manuur - Peiljaar 2010 (kunststof ( verpakkingen)
Ledigingen per tractie-uur Het aantal ledigingen met zakken is niet bekend. Wel is het aantal ledigingen per tractie-uur tractie voor verzamelcontainers bekend. Ondergronds en bovengrondse containers tonen weinig verschil. Wel opvallend is het aantal ledigingen van verzamelcontainers kunststoffen in vergelijking met andere fracties zoals oud papier/karton en GFT-afval. GFT afval. Het aantal ledigingen per uur is voor deze fracties, met name voor bovengrondse verzamelcontainers veel hoger. Dit wordt hoogstwaarschijnlijk veroorveroo zaakt door de lagere dichtheid van deze verzamelcontainers voor kunststoffen (relatief veel rijtijd).
Figuur 13: Kunststof verpakkingen - Ledigingen per tractieuur per inzamelmiddel
16
4.4
Grof huishoudelijk afval
Haalsysteem In Tabel 11 zijn de operationele prestaties bij de inzameling van grof huishoudelijk afval met een haalsysteem weergegeven. Het gaat hierbij om de hoeveelheid aangeboden afval per aanbieding en om de personeelsinzet per ton en per aanbieding.
Personeel Kg grof afval per aanbieding Inzet (uur/ton) Inzet per aanbieding grof huishoudelijk afval (uur/aanbieding)
1-2 229 2,29
Stedelijkheidsklasse 3 543 3,47
4-5 351 2,72
0,51
1,35
0,89
Tabel 11: Grof afval haalsysteem: operationele prestaties
In Peiljaar 2010 is door de inwoners in klasse 3 per aanbieding het meeste grof huishoudelijk afval aangeboden. Verder valt op dat in stedelijkheidsklasse 3 de inzet per aanbieding meer dan 1 uur bedraagt. Brengsysteem: Milieustraat In Tabel 12 staan de belangrijkste de operationele prestaties bij de milieustraat per klasse.
Personeel Aantal bezoekers per aansluiting per jaar Aantal bezoekers per ingezet mensuur Kg gebracht afval per bezoeker per jaar Kg gebracht afval per ingezet mensuur
1-2 1,41 7,00 156 950
Stedelijkheidsklasse 3 1,18 5,74 170 960
4-5 2,29 8,00 117 734
Tabel 12: Grof afval Milieustraat: operationele prestaties
Het aantal bezoekers per aansluiting is het hoogst in de minst stedelijke gebieden. Deze bezoekers brengen per bezoek gemiddeld minder afval dan in de meer stedelijke gebieden. In de minst stedelijke gemeenten worden de meeste bezoekers (8) per ingezet uur ontvangen.
17