Jaarverslag 2010
jaarverslag 2010
N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ
Inhoud
Algemeen
3
Mensen
5
Milieu
13
Economie
19
Jaarrekening
22
Balans
22
Winst- en verliesrekening
24
Kasstroomoverzicht
25
Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening
1. Algemeen
2. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
3. Grondslagen voor bepaling van het resultaat
29
4. Toelichting op de balans
30
5. Toelichting op de winst- en verliesrekening
39
Overige Gegevens Controleverklaring Verklaring afkortingen
2
Het thema van dit jaarverslag is ‘in beweging’.
26 26 26
41
42
44
Algemeen
Geachte lezer, Hierbij bieden wij u het jaarverslag van EPZ aan. Het bevat het verslag van de directie over 2010, de jaarrekening 2010 en de overige gegevens. Op 15 april 2011 is de jaarrekening overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 van de statuten van N.V. EPZ vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders. De jaarrekening is gecontroleerd door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De goedkeurende controleverklaring is opgenomen op bladzijde 42. Borssele, 10 mei 2011 De directie J.W.M. Bongers
Samenstelling per 31 december 2010 Directie J.W.M. Bongers Directeur
Management team n H.S.A.G. Cuijpers Plant Manager Nuclear Operations a.i. n C.W. Joossens Manager Financiële en Economische Zaken n R. Joziasse Plant Manager Conventional Operations n S.C. Ridder Manager Human Resource Management
Ondernemingsraad n H.E.A. Knoors Voorzitter n P. Maljers Secretaris n B. van Belzen n J. van Bruggen n P. Huibregtse n T. Jobse (vanaf 21 december 2010) n A. de Jong n P. van Marion (tot 21 december 2010) n E.M. Rentmeester n P.A. Stok n H. van Wattum n W. van Zweeden
3
Algemeen
N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (hierna EPZ) is statutair gevestigd te Borssele. EPZ bezit een divers en flexibel productiepark bestaande uit een kolencentrale waarin biomassa wordt meegestookt, een kerncentrale en een windturbinepark. Het opgestelde vermogen bedraagt 900 Megawatt netto. DELTA Energy B.V. en Energy Resources Holding B.V. houden beide vijftig procent van de aandelen van EPZ. De aandeelhouders kunnen ieder beschikken over de helft van de productiecapaciteit van EPZ. De nucleaire veiligheid en de beveiliging van de kerncentrale Borssele (KCB) zijn in 2010 op een hoog niveau gehandhaafd en verbeterd. De KCB behoort tot de vijfentwintig procent veiligste centrales in de Westerse wereld. De splijtstofwisselperiode van de kerncentrale is goed verlopen. In juli vroeg EPZ vergunning aan voor de inzet van mengoxide (MOX) als reactorbrandstof. De beschikbaarheid en bedrijfszekerheid waren goed. De installaties werden hoog ingezet, de kerncentrale op vollast en de kolencentrale op hoge deellast. Er is 6,5 miljoen MWh geproduceerd. Het meestoken van biomassa is verhoogd tot bijna 200 kton. Het windpark produceerde 21.634 MWh. De natuurramp in Japan waar op 11 maart 2011 door een zware aardbeving en een tsunami tienduizenden mensen zijn omgekomen en dorpen en steden zijn weggevaagd, hebben ons diep getroffen. EPZ heeft haar oprechte deelneming betuigd aan allen die door deze ramp zijn getroffen en heeft een bijdrage gegeven aan de actie ‘Nederland helpt Japan’. Onze bijzondere aandacht gaat uit naar de Japanse collega’s die in de kerncentrale van Fukushima bezig zijn een groot nucleair ongeval te bestrijden. Samen met andere exploitanten van kerncentrales, verenigd in de World Association of Nuclear Operators heeft EPZ hulp aangeboden. In de 25 jaar na het grote nucleaire ongeval in Tsjernobyl, heeft de nucleaire industrie grote stappen gezet om de veiligheid van kerncentrales te verhogen. Toch is de industrie er niet in geslaagd om te verhinderen dat weer een groot ongeval heeft plaatsgevonden. Het is zaak voor EPZ om samen met alle andere exploitanten van kerncentrales lering te trekken uit wat zich in Fukushima afspeelt. EPZ voert momenteel een eerste onderzoek uit van de veiligheidsvoorzieningen van de KCB en zal voorts in Europees verband een ‘stress test’ uitvoeren om te bezien hoe de veiligheid verhoogd kan worden in het licht van de gebeurtenissen in Japan. 4
Resultaat Het jaar is afgesloten met een positief financieel resultaat na belastingen van 19,7 miljoen euro. De totale omzet en overige opbrengsten bedroegen 291 miljoen euro. Voorgenomen investeringen zijn uitgevoerd of geïnitieerd. In het verslagjaar zijn van beide centrales de VCA**-arbo en ISO 14001 milieuzorgsystemen onafhankelijk getoetst. De certificaten blijven onverkort van kracht. Bij de kolencentrale is het ISO 9001 kwaliteitssysteem onafhankelijk getoetst. Het certificaat is verlengd. Bij de kerncentrale is de naleving van de Nucleaire Veiligheids Regels (NVR) door de KFD continu getoetst, de kerncentrale voldoet aan de in de vergunning gestelde voorwaarden. Formeel competentie-, kwalificatie-, risico- en compliance management zijn verder geïmplementeerd. De arbeidsvoorwaarden en bedrijfseigen regelingen zijn in 2010 nog verder aan de tijdgeest aangepast en meer afgestemd op de individuele behoeften van de medewerkers. In september heeft de World Association of Nuclear Operators een Peer Review Follow Up missie uitgevoerd om vast te stellen of de verbetermaatregelen die waren geadviseerd na de Peer Review in 2008 voldoende zijn uitgevoerd. Het resultaat was goed. In het kader van de doelstelling om maatschappelijk verantwoord te ondernemen, heeft EPZ de Global Compact Verklaring van de Verenigde Naties ondertekend. Door effectieve werving en selectie is EPZ – ondanks een krimpende arbeidsmarkt – erin geslaagd om de hoge uitstroom van pensioengerechtigden geheel te compenseren. Tevens zijn er ook in 2010 weer extra medewerkers aangenomen om ruimte te creëren voor nog verwachte uitstroom. Het ziekteverzuim bedroeg 3 procent (2009: 2,9 procent).
mensen
Mensen
Veiligheid en gezondheid De veiligheidseisen van de kerncentrale zijn wettelijk vastgelegd in vergunningseisen waarop onafhankelijk toezicht is. In Nederland is die ondergebracht bij de Kernfysische Dienst (KFD). Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is verantwoordelijk voor dit toezicht. EPZ zich heeft zich verplicht om tot de 25 procent veiligste Westerse kerncentrales te behoren. Het beleid bij EPZ is gericht op het continu verbeteren van de nucleaire veiligheid. De veiligheid en veiligheidscultuur krijgen bij EPZ de volle aandacht van het management en de medewerkers. In 2010 werden de verwachtingen van het management ten aanzien van de veiligheidscultuur en het -gedrag verder geïmplementeerd en gecommuniceerd naar de medewerkers. Dit is een continu proces.
Kernwaardenpiramide
Onderdeel van de veiligheidscultuur bij de kerncentrale is het open en transparant rapporteren van incidenten en gebeurtenissen die een relatie hebben met de veiligheid. Voor de ernst van afwijkingen is een internationale schaal afgesproken, de International Nuclear Event Scale, de ‘INES-schaal’. Die loopt op van nul (geen effect op de veiligheid) tot zeven (ernstigst denkbaar ongeluk). In 2010 rapporteerde EPZ negen gebeurtenissen met een INES-kwalificatie aan de KFD. Geen enkele gebeurtenis oversteeg de INES-0 kwalificatie. De Nederlandse regering rapporteert hierover jaarlijks aan de Tweede Kamer. Bij de kolencentrale heeft veilig werken een onverminderd hoge prioriteit. EPZ streeft ernaar dat zowel eigen medewerkers en medewerkers van leveranciers hun werkzaamheden veilig en zonder incidenten uitvoeren. EPZ heeft daarom vooral gefocust op het verder verhogen van het veiligheidsbewustzijn. Zo is bijvoorbeeld veel aandacht gegeven aan het snel oplossen van ARBO-meldingen. Eén van de instrumenten om medewerkers veiligheidsbewuster te maken, is het deelnemen aan ARBO-rondgangen en toolboxmeetings. Ook is speciale aandacht gegeven aan het controleren van werkplekken van eigen medewerkers en leveranciers om ter plaatse het veilig werken te verbeteren. Er was in 2010 één ongeval op het werk dat verzuim van eigen personeel tot gevolg had. Bij werkzaamheden door derden ontstonden daarnaast vier ongevallen met verzuim.
Beveiliging
Via WANO Peer Reviews leren de aangesloten kerncentrales van elkaars best practices. Ook worden leerervaringen wereldwijd uitgewisseld. In 2010 werd de veiligheid van de kerncentrale in een ‘follow-up’ missie beoordeeld door de World Association of Nuclear Operators (WANO). Twee jaar eerder leidden de uitkomsten van de WANO Peer Review (in 2008) tot aanbevelingen en een aantal punten waarop veiligheidswinst was te behalen. Deze zijn in 2009 door EPZ in uitvoering genomen en door de WANO in het verslagjaar gecontroleerd. EPZ behaalde bij de ‘follow-up’ een goede score maar wil voor zichzelf de lat nog hoger leggen.
6
Ook het atoombureau van de Verenigde Naties IAEA bezocht EPZ in het verslagjaar met een IPSART-missie. Het International Probabilistic Safety Assessment Review Team (IPSART) van de IAEA beoordeelde de systematiek waarmee EPZ het veiligheidsniveau van de kerncentrale bewaakt. EPZ kreeg een goede beoordeling met enkele suggesties voor verdere verbetering die EPZ komende tijd zal doorvoeren.
Beveiligen van de EPZ-installaties is een proces van continu verbeteren. In het verslagjaar is een intensievere voorlichting (in- en extern) over het nut en de noodzaak van beveiligen gestart. Beveiligingsbewustzijn levert een grote bijdrage aan het algehele beveiligingsniveau. Ook zijn vorderingen gemaakt met de scherpere beveiliging van het bedrijfscomplex. EPZ heeft een groot aantal organisatorische en fysieke maatregelen genomen om de nucleaire installatie te beveiligen tegen onbevoegde beïnvloeding. Naast onzichtbare maatregelen zijn er ook zichtbare voorzieningen getroffen. Door binnen de gemeente Borsele de openbare weg te verleggen, kan de weg rond het EPZ complex bij het bedrijfsterrein worden gevoegd en omheind met hekwerken. Zo ontstaat een extra beveiligingsschil. Het beveiligingsproject wordt in 2011 afgerond. De digitale (informatie)maatschappij kent zijn eigen beveiliging. Hiervoor is binnen EPZ continu aandacht. Het controleren en vastleggen van de informatiestromen van en naar het EPZ netwerk zijn verbeterd.
Extra aandacht was er voor het Stuxnet virus. Dit virus valt processystemen aan en kan dus een gevaar vormen voor elektriciteitscentrales. EPZ is tijdig gealarmeerd, heeft maatregelen genomen en is zelf niet getroffen door het virus. Naast fysieke en organisatorische maatregelen richt EPZ zich op het verhogen van het bewustzijn bij de medewerkers en toeleveranciers van de risico’s op het verspreiden van informatie en de effecten van menselijk gedrag op ict-systemen. Het gebruik van mobiele informatiedragers en het gedrag op (en gebruik van) ict-systemen worden aan striktere regels gebonden.
levensfase waarin men zich bevindt, te kiezen tussen tijd of geld. Met de invoering van de benefit shop kunnen de keuzes digitaal en on line worden gemaakt. Dit past binnen het levensfasebewust personeelbeleid zoals EPZ dat invult. De afspraken over het benefit budget hebben een plek gekregen in een nieuwe EPZ-CAO. Ook op landelijk niveau is een nieuwe CAO Energie afgesproken.
Werkgelegenheid Er stroomden 36 nieuwe medewerkers in en er stroomden 26 medewerkers uit, hoofdzakelijk vanwege pensioen. Het beleid om zowel horizontale als verticale mobiliteit te stimuleren, werpt vruchten af. Binnen EPZ veranderden 23 medewerkers van functie. Oudere medewerkers krijgen voldoende tijd om hun kennis aan nieuwe collega’s over te dragen. Op 31 december 2010 werkten er bij EPZ 517 mensen (exclusief de 36 stagiaires, 31 december 2009: 507*). Daarnaast zijn er nog 3 medewerkers met een werk/ leerovereenkomst waarvan 2 gestart in 2009 en 1 in 2010.
Arbeidsvoorwaarden In 2010 is een afdeling arbeidsvoorwaarden & belonen ingericht die onder meer de arbeidsvoorwaarden van EPZ verder zal actualiseren en optimaliseren. Zo is in 2010 het benefit budget geïntroduceerd binnen EPZ. Dit betekent dat medewerkers nog meer keuzevrijheid hebben in de op hun van toepassing zijn arbeidsvoorwaarden. Er is bijvoorbeeld ruimte om, afhankelijk van de
Uitstroom medewerkers 2010 - 2020 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
-26 m
-36 m
-19 m
-21 m
-22 m
-27 m
-34 m
-35 m
-29 m
-28 m
-13 m
m = medewerkers
*Dit betreft een gecorrigeerde waarde.
7
Mensen
Leeftijdsopbouw inclusief stagiaires
Leeftijdsgroepen mannen
Leeftijdsgroepen Leeftijdsgroepe en vvrou vrouwen rouwen rou wen
15-20 jaar
15-20 jaar
23
20-25 jaar
20-25 jaar
16
25-30 jaar
25-30 jaar
29
30-35 jaar
30-35 jaar
24
35-40 jaar
35-40 jaar
48
40-45 jaar
40-45 jaar
71
45-50 jaar
45-50 jaar
86
50-55 jaar
50-55 jaar
80
55-60 jaar
55-60 jaar
116
60-65 jaar
60-65 jaar
49
Aantal
0
20
40
60
80
De regionale arbeidsmarkt werd ten opzichte van eerdere jaren weer iets krapper. Academisch en HBO-geschoolde arbeidskrachten zijn in Zeeland moeilijker te vinden dan voorgaande jaren. MBO-vacatures zijn minder moeilijk te vervullen vanwege de uitstroom bij andere industriële bedrijven in Zeeland. In 2010 is een begin gemaakt met het intensiever werven van medewerkers buiten Zeeland en in België.
8
Met het oog op de verlengde bedrijfsduur van de kerncentrale tot 2034, wordt de bestaande personeelsbezetting versterkt. Eind 2010 viel het besluit om de komende twee jaar circa zestig nieuwe medewerkers aan te trekken om de geplande investeringsprojecten te bemensen en om enkele gewenste veranderingen in de bestaande organisatie mogelijk te maken. De voorziene kwantitatieve uitbreiding van de organisatie is opgebouwd uit ongeveer dertig procent academisch opgeleide nieuwe medewerkers, veertig procent HBO‘ers en dertig procent MBO’ers. Naast deze extra medewerkers zal EPZ de reguliere uitstroom vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, evenals voorgaande jaren, aanvullen met nieuwe medewerkers.
100
120
0
Totaal
20
Human Performance & Safety Culture De staande organisatie wordt onder meer uitgebreid vanwege de continue verbetering van de Human Performance & Safety Culture. De voorgenomen verbeteringen behelzen onder meer de introductie van nieuwe werkwijzen op de werkvloer. In het verslagjaar zijn er diverse trainingen gehouden in het gebruik van deze nieuwe Human Performance & Safety Tools. In het verslagjaar is ook besloten om de brandweerorganisatie te herstructureren en te versterken. De coördinatie en de bevelvoering van de brandweer is ondergebracht bij de bedrijfsbeveiliging die hiervoor wordt uitgebreid met full time bevelvoerders.
Ongewenst gedrag en misstanden
Onderwijs
Bij EPZ wordt ongewenst gedrag zoals pesten, agressie, geweld, discriminatie, seksuele intimidatie, racisme, ongewenste intimiteiten en machtsmisbruik niet geaccepteerd. Ook kunnen misstanden volgens de klokkenluidersregeling worden gemeld. Iedere medewerker die ongewenst gedrag ervaart of een misstand vermoedt, kan een klacht indienen of een melding doen. Dat kan zowel bij een leidinggevende als bij een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft in 2010 geen meldingen van ongewenst gedrag of misstanden volgens de klokkenluidersregeling ontvangen. In 2010 is besloten om ook een vrouwelijke vertrouwenspersoon aan te stellen om de melddrempel voor vrouwelijke medewerkers verder te verlagen.
In 2010 is opnieuw een summerclass Nucleaire Technologie gehouden voor technisch academische studenten uit Nederland en België. Na het succes van de eerste summerclass in 2009 was de belangstelling in 2010 weer zo groot dat EPZ kon selecteren uit de aanmeldingen. Ook is er onder de deelnemers belangstelling voor een carrière bij EPZ. Inmiddels profiteert EPZ van een grotere naambekendheid onder academisch opgeleide technici wat het werven van nieuwe medewerkers vergemakkelijkt.
Medewerkertevredenheid De medewerkertevredenheid wordt jaarlijks gemeten. De tevredenheid onder de medewerkers is hoog, de medewerkers gaven een 7,2 hiervoor. Ook dit jaar zijn 179 medewerkers extra beloond met een ‘pluim’ vanwege bijzondere prestaties.
De initiatieven uit 2009 om binnen de provincie Zeeland op MBO- en HBO-niveau nucleair onderwijs te gaan verzorgen, wierpen in het verslagjaar de eerste vruchten af. De eerste Minor op MBOniveau startte in de loop van 2010 met vijftien deelnemers en in 2011 zullen nog twee groepen volgen. In 2010 werd de Minor op HBO-niveau voorbereid, zij start in 2011 met twaalf deelnemers. EPZ draagt actief bij aan de invulling van het lesprogramma en ontvangt studenten in haar opleidingsfaciliteiten op de bedrijfslocatie.
Ziekteverzuim Het verzuimpercentage bij EPZ ligt laag: 3,0 procent (2009: 2,9 procent). De medewerkertevredenheid is vrij hoog, er is effectief preventiebeleid en EPZ handelt adequaat in geval van ziekte. Verzuim krijgt speciale aandacht van leidinggevenden. Voor wie door ziekte of beperking beperkt inzetbaar is, gaat EPZ op zoek naar aangepast werk en speciale voorzieningen. Voor wie behoefte heeft aan zorg, ondersteuning of begeleiding zet EPZ zich extra in.
Ziekteverzuim
2009
2,9 %
2010
3,0 %
9
Mensen
Opleidingen & competentiemanagement
Medezeggenschap
Bij EPZ moet vakkennis voldoen aan harde, toetsbare eisen: voor bepaalde werkzaamheden zijn gecertificeerde kwalificaties nodig. Het ‘competentiemanagement’ werd in 2010 verder uitgebreid. EPZ kende ook in 2010 veel opleidingsinspanningen om de competenties van alle medewerkers op peil te houden. EPZ is een kennisintensief bedrijf en besteedt veel aandacht aan het opleiden van haar medewerkers. Wie wil leren, krijgt alle kansen.
In het verslagjaar kende de Ondernemingsraad (OR) één wisseling. Een lid van de ABVAKABO FNV is met pensioen gegaan en werd opgevolgd door de volgende op de lijst. In 2010 stemde de OR in met een vrouwelijke vertrouwenspersoon volgens de Gedragscode EPZ en de pilot ‘functioneren/ beoordelen’ die in 2011 van start gaat. Geadviseerd heeft de OR bij enkele organisatorische aanpassingen, zoals het onderbrengen van de brandweerorganisatie bij de bedrijfsbeveiliging en het versterken van de projectorganisatie op de kerncentrale. Verder is de OR betrokken bij de komende vervanging van het huidige functiewaarderingssysteem.
Om de behoefte aan academisch geschoolde medewerkers in te vullen, volgt een aantal HBO-opgeleide medewerkers een relevante academische opleiding. In 2010 volgden vijf mensen een master-opleiding. Vijftien medewerkers volgden een HBO-opleiding. Enkele tientallen nieuwe medewerkers (of nieuw in een functie) van zowel de kolen- als de kerncentrale volgden een eerste praktische opleiding voor de benodigde installatiekennis.
Ook maakte de OR in 2010 een begin met de verbetering van de communicatie met de eigen achterban. In de aanloop naar de OR-verkiezingen (oktober 2011) wordt dit proces verder geïntensiveerd.
De wachtmedewerkers van de kerncentrale trainen regelmatig op de simulator in het Duitse Essen. Voor de kerncentrale gelden simulatortrainingen als een vergunningstechnische verplichting. Naast vakinhoudelijke en procedurele kennis, worden ook gedragscompetenties zoals analytisch vermogen in stressvolle situaties, samenwerken in groepsverband en communicatieve vaardigheden getest.
Opleidingsdagen per jaar per medewerker per sector (totaal gemiddeld aantal opleidingsdagen: 11)
STAF
6
10
KOLENCENTRALE
7
KERNCENTRALE
16
11
Mensen
Communicatie 2010 was het eerste volledige jaar voor het nieuwe bezoekerscentrum van EPZ. In totaal bezochten tweeduizend externe bezoekers het centrum om meer te leren van energie uit wind, kolen en uranium. Daaronder waren vooral veel schoolkinderen, maar ook studenten, omwonenden, (landelijke) politici en andere geïnteresseerden. Kernenergie stond ook in het verslagjaar in de belangstelling. Door de verlengde bedrijfsvoering tot 2034 en de bijbehorende projecten besteedde EPZ veel aandacht aan arbeidsmarktcommunicatie (aantrekken gekwalificeerde medewerkers) en de communicatie over de investeringsprojecten in de kerncentrale. Kolencentrales kwamen in het verslagjaar meerdere malen in het nieuws. Zo verschenen artikelen over het meestoken van biomassa om de duurzaamheidsdoelstellingen voor Nederland in 2020 te halen. In de kolencentrale is 357 miljoen KWh met biomassa duurzaam geproduceerd. Medio 2010 is binnen Nederland discussie op gang gekomen over de herkomst van steenkool die gebruikt wordt in Nederlandse kolencentrales. Onder andere naar aanleiding hiervan is de energiesector een dialoog gestart om samen met NGO’s, mijnbouw-
12
bedrijven en industrie te bepalen welke verbeteringen mogelijk zijn. Ook EPZ neemt deel aan deze dialoog. Begin januari reikte EPZ haar Safety Awards uit aan de drie bedrijven die het veiligst werkten tijdens de revisie van de kolencentrale in 2009. Zij ontvingen de Safety Award die bestaat uit een glazen trofee en een geldbedrag. De helft van dit geldbedrag maakte EPZ namens de best presterende bedrijven over aan een goed doel. De vertegenwoordigers van de goede doelen waren blij verrast met deze actie. Het succes van de Award voor het bevorderen van veilig werken was zo groot dat besloten is om de EPZ Safety Award na iedere grote stop bij de kolencentrale en splijtstofwissel bij de kerncentrale uit te reiken. EPZ is sinds 2010 hoofdsponsor van de meerdaagse wielerwedstrijd Omloop van Borsele die nu de ‘EPZ Omloop van Borsele’ heet. Op deze manier zet EPZ haar beleid om een goede buur te zijn om in praktijk. Het past bovendien bij het interne personeelsbeleid waarin medewerkers aangespoord worden om gezond te leven.
milieu
Milieu
De productie van elektriciteit belast het milieu en is daarom gebonden aan vergunningen en (internationale) regels. EPZ werkt zorgvuldig en wil dat haar omgeving zo weinig mogelijk van haar activiteiten merkt.
Milieubeleidsverklaring in het kort Het milieubeleid heeft een hoge prioriteit. EPZ beseft dat bepaalde doelen verwezenlijkt moeten worden in samenwerking met andere partijen en is er van overtuigd dat in goed overleg verbeteringen mogelijk zijn. Directie, medewerkers van EPZ en medewerkers van (onder)aannemers zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van dit milieubeleid en worden geacht hieraan mee te werken. Het beleid is gericht op het continu verbeteren van de milieuprestaties. Hierover legt EPZ transparant verantwoording af aan haar stakeholders. EPZ laat daarom haar milieuzorgsystemen onafhankelijk certificeren. EPZ wil binnen de veiligheids- en economische randvoorwaarden van de bedrijfsvoering de milieubelasting minimaliseren en op een maatschappelijk aanvaard niveau houden. In feite komt dit er op neer dat EPZ minimaal aan wetgeving voldoet, en voortdurend streeft naar lagere milieubelasting. Vaak ligt de gerea-
liseerde milieubelasting van EPZ daarom ver onder de wettelijk toegestane grenzen. EPZ streeft naar het maximaal benutten van nucleaire splijtstoffen; het minimaliseren van haar radioactief afval; het blijven verbeteren van het omzettingsrendement van brandstoffen van de kolencentrale en het maximaliseren van het hergebruik van de reststoffen als bouwgrondstof.
Bedrijfsvoering Windturbines In het verslagjaar is het besluit gevallen om het windturbinepark van EPZ uit te breiden met twee turbines van elk 6,15 MegaWatt. De wettelijke procedures voor de bouw zijn in 2010 afgerond. De bouw start in 2011 en naar verwachting zullen de twee turbines medio 2012 in bedrijf worden genomen. Het windturbinepark van EPZ zal dan zeven windturbines tellen met een gezamenlijke productiecapaciteit van 24 MegaWatt.
Elektriciteitsproductie EPZ
MWh x 1000
MWh x 1000
2 2 5 0 0 2008
0 0 2 8 0 2008
4 0 1 9 0 2009
2 2 8 5 0 2009
0 0 2 6 0 2009
3 7 5 5 0 2010
2 7 1 2 0 2010
0 0 2 2 0 2010
ELEKTRICITEITS-PRODUCTIE EPZ
14
MWh x 1000
3 9 3 4 0 2008
ELEKTRICITEITS-PRODUCTIE EPZ
ELEKTRICITEITS-PRODUCTIE EPZ
Kolencentrale De in 2009 gereviseerde kolencentrale is in 2010 een vol jaar in bedrijf geweest met slechts enkele reguliere stops. Als gevolg daarvan is er een zeer grote productie geweest; er is beduidend meer elektriciteit geproduceerd dan voorgaande jaren. Deze piek heeft ook effect op de doorzet van biomassa, kolen, de emissies en de productie van bouwgrondstoffen (zie de productiecijfers). In de milieuvergunning van de kolencentrale (2006) staan onderzoeksverplichtingen die onder andere te maken hebben met het voortdurend meten en evalueren van de milieuprestaties. Het doel is de kolencentrale voortdurend aan de laatste stand der techniek te spiegelen en waar mogelijk de milieuprestaties te verbeteren. In 2010 zijn twee deelonderzoeken uitgevoerd waarvan er één is afgerond. Tijdens de revisie van de kolencentrale in 2009 werden de stop- en regelkleppen van de hogedrukturbine vervangen. In 2010 is vastgesteld dat deze aanpassing heeft geleid tot een beter technisch rendement, waardoor de emissie van kooldioxide (CO2) per MWh verlaagd is. In 2010 is gestart met de bouw van een nieuwe demi-waterinstallatie. Gedemineraliseerd water wordt in de ketel gebruikt voor de stoomproductie. De nieuwe demi-waterinstallatie zal de kwaliteit van het water verbeteren. Dit heeft een positief effect op de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de centrale. Bovendien springt de nieuwe installatie spaarzamer om met hulp- en grondstoffen, waardoor het gebruik van chemicaliën verder wordt teruggedrongen. In 2010 is een wijziging in de Waterwetvergunning doorgevoerd. De kwaliteit van geloosd proceswater is dusdanig dat het maar geringe hoeveelheden milieubelastende stoffen bevat. Het bevoegd gezag heeft toestemming verleend om de frequentie van monitoren te verlagen.
Milieu-incidenten en klachten Er zijn vanuit de omgeving geen klachten bij EPZ binnengekomen over de bedrijfsvoering van de kolencentrale. Op eigen initiatief heeft EPZ in februari het lossen van een schip met steenkool enige tijd onderbroken. De steenkool was in verband met het zeer koude weer te droog geworden. Bij het lossen van de lading trad daardoor teveel verwaaiing op. In maart is een kleine brand opgetreden in de middendruk-lage drukturbine van de kolencentrale. Er was olie gelekt op een hete leiding. De eerste aanvalsploeg van de bedrijfsbrandweer wist de beginnende brand in korte tijd te blussen, opschaling bleek niet nodig.
In juni is er op het kolenpark teveel stof geproduceerd tijdens het zeven van een kolen/stenenmengsel dat vrij is gekomen onder de transportbanden. Door het mengsel voor zeving te besproeien is verdere stofoverlast voorkomen. In augustus zijn twee opeenvolgende incidenten opgetreden bij de lossing van vliegas van EPZ op de openbare kade aan de Kaloothaven. Dit is buiten het gebied van EPZ. Het eerste incident heeft geleid tot het vrijkomen van vliegas door een losgeschoten losslang van de bulksilowagen. Het tweede incident betreft het kantelen van een tweede bulksilowagen. Daarbij is geen vliegas vrijgekomen. In december hebben vanwege de strenge vorst enkele rookgasanalyzers korte tijd onvoldoende gewerkt. Er zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat een dergelijke storing nogmaals zal optreden. Alle incidenten zijn gemeld bij het bevoegd gezag.
Brandstoffen EPZ heeft het beleid haar brandstoffen te diversifiëren, naast kolen zet EPZ ook CO2 vermijdende brandstoffen in zoals industriële restgassen en biomassa. Vanwege de hogere productie met de kolencentrale, is ook de doorzet van alle brandstofsoorten groter dan voorgaande jaren.
15
Milieu
In het verslagjaar stookte EPZ 12 miljoen kubieke meter industrieel restgas méér dan voorgaande jaren. Dit gas wordt aangevoerd via pijpleidingen waardoor het door naburige industrie niet hoeft te worden afgefakkeld. Zo bespaart EPZ fossiele reserves, wordt restgas schoon en nuttig gebruikt en wordt er minder CO2 uitgestoten naar de atmosfeer. EPZ ontvangt subsidie voor de productie van groene stroom. Deze subsidie is nodig om het meestoken van biomassa rendabel te maken. Deze subsidie kent echter een limiet en omdat deze al in november werd bereikt, is het meestoken van biomassa in de laatste weken van 2010 gestaakt.
Verbruik grondstoffen
2008
2009
2010
Uranium 4,4% verrijkt
7,7
7,7
10,3
Nieuwe splijtstofelementen
24
24
32
726
716
844
8
7
9
147
195
197
36
20
32
Steenkool Aardgas Biomassa
Reststoffen Bij het verbranden van kolen en biomassa ontstaan bodem- en vliegassen. Het bodemas valt terug onder in de ketel, de vliegassen worden uit de rookgassen gefilterd. Beide assen worden gebruikt als bouwgrondstof waardoor natuurlijke grondstoffen worden uitgespaard. Zo leidt het gebruik van de assen tot een verminderd energiegebruik en minder CO2-uitstoot. Bij het verbranden van kolen ontstaat zwaveldioxide (SO2) in de rookgassen. Door de rookgassen te ‘wassen’ met kalkhoudend water wordt zwaveldioxide omgezet in gips. Ook deze reststof wordt als bouwgrondstof gebruikt zodat er minder natuurlijk gips door mijnbouw hoeft te worden gewonnen.
Fosforovengas
Bodemas
Vliegas
16
aantal kton mln. Nm3 kton mln. Nm3
De grotere stroomproductie met de kolencentrale leidt ook tot een grotere productie van de bouwgrondstoffen gips, vliegas en bodemas. In het verslagjaar overtrof de vraag naar de meeste van deze bouwstoffen het aanbod. EPZ hoefde om die reden in 2010 beperkt gebruik te maken van tussenopslag.
Reststoffen kolencentrale
Gips
2010
84
kton
2010
13
kton
2010
33
kton
2009
81
kton
2009
7
kton
2009
25
kton
2008
94
kton
2008
9
kton
2008
32 kton
Vliegas Vliegas Vliegas Vliegas
ton
Bodemas Bodemas Bodemas Bodemas
Gi p s Gi p s Gi p s Gi p s
Kerncentrale De splijtstofwisselperiode van 2010 duurde langer dan gepland. Door ongeplande onderhoudswerkzaamheden aan de buitendijkse koelwaterleiding liep de ‘stop’ uit. In de centrale zelf werd op een aantal primaire componenten een monitoringsysteem aangelegd. Door middel van thermokoppels wordt het temperatuurverloop van de leidingen bijgehouden. Aan de hand van deze gegevens kunnen uitspraken worden gedaan over de thermodynamische belasting en dus de toestand en conditie van het primaire systeem. Dit conditiebewakingssysteem is één van de vele investeringen die EPZ nu en in de komende jaren doet met het oog op de verlengde bedrijfsvoering tot 2034.
Milieu-incidenten en klachten Er zijn vanuit de omgeving geen klachten geweest over de bedrijfsvoering op de kerncentrale. Vanuit een monstername-punt aan het secundair systeem is een geringe hoeveelheid conserveringsmiddel gelekt naar de Westerschelde, dit incident is bij Rijkswaterstaat gemeld. Een ondergrondse koelwaterleiding van een transformator heeft water met chemische toevoegingen gelekt naar de bodem. De lichte bodemverontreiniging is opgeruimd, het lek is gerepareerd. In 2009 is enkele malen de vergunde concentratie bleekloog en ijzersulfaat in het koelwatersysteem overschreden. Deze overschrijdingen zijn destijds gemeld bij het bevoegd gezag. In 2010 heeft deze melding geleid tot overleg met Rijkswaterstaat. De dienst stelde dwangsommen in het vooruitzicht voor te late meldingen in 2010. In het verslagjaar vonden opnieuw overschrijdingen plaats: twee overschrijdingen van de maximaal vergunde ijzerconcentratie en vier overschrijdingen van de maximaal vergunde chloorconcentratie. Vier van deze gebeurtenissen werden niet tijdig door EPZ gemeld wat leidde tot het daadwerkelijk opleggen van dwangsommen. EPZ heeft de voorgestelde dwangsommen inmiddels betaald. Om de milieubelasting tengevolge van het koelsysteem verder te verminderen en pieken in de smalle bandbreedte voor de chloor en ijzersulfaat emissies te voorkomen, gaat EPZ in 2011 nadere maatregelen nemen. Voor de dosering van chloorbleekloog (tegen aangroei van natuurlijk materiaal) wordt het monstername- en analysesysteem verbeterd. Voor de handmatige dosering van ijzersulfaat (tegen corrosie) wordt onderzoek gedaan naar een nieuw en preciezer doseringssysteem.
Brandstoffen Ook voor de kerncentrale geldt dat de brandstof zoveel mogelijk wordt gediversifieerd. Meer soorten maken een grotere keuzevrijheid mogelijk. EPZ startte in 2008 een onderzoek naar de inzet van mengoxide (MOX) als reactorbrandstof. Dit onderzoek werd in 2009 gecontinueerd met het opstellen van een Milieu Effect
Rapport (MER), in 2010 is de vergunningaanvraag ingediend. Naar verwachting volgt in 2011 de beschikking. MOX vermindert het gebruik van natuurlijk uraniumerts door het gebruik van gerecyclede nucleaire bijproducten. MOX bestaat uit verarmd uranium (bijproduct van de verrijkingsindustrie) en plutonium dat teruggewonnen wordt uit gebruikte reactorbrandstof. Zo worden bijproducten uit de nucleaire industrie nuttig (her)gebruikt. Het resultaat is een verminderde afhankelijkheid van de markt voor natuurlijk uraniumerts.
Afval, rest- en grondstoffen Bij de productie van elektriciteit in de kerncentrale wordt uranium ingezet, in het verslagjaar 10,3 ton. Na een aantal jaar wordt deze splijtstof uit de reactor gehaald. 95 procent van de splijtstof wordt gerecycled, 5 procent is hoogradioactief afval. In 2010 produceerde EPZ circa 1,5 kubieke meter hoogradioactief afval dat uiteindelijk bij COVRA in Vlissingen wordt opgeslagen. Naast het hoogradioactief afval produceert EPZ ook een hoeveelheid laag radioactief afval. Het gaat dan onder meer om filters, residuen, besmette kleding, gereedschap en installatieonderdelen. Het beleid is er op gericht het volume van dit afval te beperken. Dat kan door te voorkomen dat dit afval ontstaat. Bijvoorbeeld door onderdelen al buiten de kerncentrale van verpakkingsmaterialen te ontdoen en besmette materialen intensief te reinigen waardoor alleen het residu als nucleair afval hoeft te worden behandeld. In 2010 ontstond 38 kubieke meter laag actief afval, meer dan andere jaren vanwege de langere stop en enkele uitgebreidere onderhoudswerkzaamheden rond het primaire systeem. In het verslagjaar heeft EPZ zich geconcentreerd op een verdere verbetering van haar chemiehuishouding. De administratie van de aanwezigheid en het gebruik van chemische stoffen is ingrijpend verbeterd. Het doel is om tot een verantwoorder gebruik te komen en waar mogelijk het gebruik van chemicaliën te verminderen. Dit is ondermeer gelukt door het gebruik van demi-water te verminderen waardoor ook het verbruik van natronloog en zoutzuur kon worden beperkt.
17
Milieu
Emissies Bij de productie van elektriciteit met de kolen- en de kerncentrale komen stoffen vrij die het milieu belasten. Bij de kolencentrale gaat het om emissies die voortkomen uit het verbranden van kolen, biomassa en gas. Deze emissies zijn in volume gestegen door de toegenomen productie in 2010. Deze stoffen (fijnstof, SO2 en NOx) worden met milieutechnologie zoveel mogelijk uit de rookgassen gehaald. De CO2-emissie wordt zoveel mogelijk beperkt door inzet van biomassa en industrieel restgas van nabijgelegen industrie.
Bij de kerncentrale gaat het om een minimale hoeveelheid gasvormige en vloeibare radioactieve stoffen. Deze wordt geloosd via respectievelijk de ventilatieschacht en de koelwateruitlaat. De effecten op het milieu zijn verwaarloosbaar klein en verdwijnen in de natuurlijke achtergrondstraling. Er wordt voortdurend in de omgeving van de centrale gemeten door een onafhankelijk instituut. De dosisbelasting voor de bevolking in de omgeving van de kerncentrale ten gevolge van de getotaliseerde emissies van de kerncentrale blijkt uit berekening ongeveer één miljoenste deel te bedragen van de stralingsbelasting ten gevolge van natuurlijke en medische bronnen. Desondanks streeft EPZ naar het verder verminderen van emissies en onderzoekt continu de beschikbaarheid en toepasbaarheid van nieuwe (filter-)technieken.
Tritium vloeibaar
Emissies kolencentrale
2008
2009
711
532
892
Ton
CO2 (fossiel)*
1791
1725
2104
Kton
NOx
807
826
957
Ton
Stof
15,2
15,5
17,8
Ton
SO2
2010
2008
2009
2010
0,13
0,15
0,07
Jodium 131 via ventilatieschacht 0,0004
0,004
0,35
Edelgassen via ventilatieschacht
Tritium via ventilatieschacht
16
13
12,5
Koolstof 14 via ventilatieschacht
41
53
55
Gamma & beta activiteit vloeibaar
0,11
0,08
0,09
22
25
20,7
Dosis
0,48
Wettelijk mogen radiologisch werkers een DOSIMETER CE dosis van 20 milliSievert (mSv) per jaar ontvangen; EPZ hanteert als bedrijfsnorm een veel lager getal: 6 mSv per jaar. Daarbij wordt gestreefd naar maximaal 3 mSv per jaar als gemiddelde over vijf jaar. Dit streven is erop gericht de dosis over de medewerkers zoveel mogelijk te spreiden. Ook in 2010 werd aan deze strenge norm voldaan: de maximale individuele dosis bedroeg 4,82 mSv per jaar (met gemiddeld over vijf jaar minder dan 3 mSv per jaar). De gemiddelde jaardosis bedroeg 0,48 mSv. Dosisgegevens (in mSv per jaar) 2008
2009
2010*
Collectieve stralingsdosis
268
242
626
Gemiddelde individuele dosis EPZ medewerkers
0,38
0,26
0,48
Vermeden uitstoot van broeikasgas CO2 (fossiel*) 2008 2009 2010
Gemiddelde individuele dosis externe medewerkers
0,62
0,43
1,01
Biomassa
Maximale individuele dosis EPZ medewerkers
2,77
3,31
4,82
Maximale individuele dosis externe medewerkers
4,25
3,53
7,17
227
317
318
Kton
Fosforovengas
37
20
34
Kton
Wind
25
23
19
Kton
3343
Kton
Uranium 4,4%
18
Emissies kerncentrale (in % van vergunningswaarde)
3504
3587
* Vanaf 2011 rapporteert EPZ de fossiele CO2 in overeenstemming met het emissie jaarverslag zoals dat wordt ingediend bij de Nederlandse Emissie Autoriteit.
* De stijging in de collectieve stralingsdosis is te verklaren door een lange splijtstofwisselperiode met veel werkzaamheden in het nucleaire gebied. Een gedeelte van deze werkzaamheden is onder deel van de projecten die uitgevoerd worden om tot 2034 bedrijf te kunnen voeren.
economie
Economie
Financieel Economische Zaken Het boekjaar 2010 is afgesloten met een positief bedrijfsresultaat van 33,6 miljoen euro; in 2009 was dat 46,7 miljoen euro. Na aftrek van het saldo van financiële baten en lasten en belastingen bedraagt het netto-resultaat 19,7 miljoen euro positief. De netto-omzet inclusief overige opbrengsten bedroeg 291 miljoen euro tegenover 263 miljoen euro in 2009. De stijging wordt vooral veroorzaakt doordat in 2010 de kolencentrale een grotere beschikbaarheid had en inzet kende dan in het jaar daarvoor. Daarnaast zijn de tollingvergoedingen voor kapitaallasten toegenomen als gevolg van verrichte investeringen in 2009. De bedrijfslasten zijn met 40 miljoen euro toegenomen van 217 miljoen euro in 2009 naar 257 miljoen euro in 2010. Gezien de hogere productie van de conventionele eenheid betreft deze toename voor een groot deel de toename van verbruik van grond- en hulpstoffen. De stijging van de afschrijvingen van ruim 50 procent is voor een groot deel te verklaren door de revisie van de kolencentrale in 2009. De fluctuatie in de overige bedrijfskosten houdt verband met de dotaties aan de voorzieningen. De dotaties in 2009 waren lager dan gemiddeld, als gevolg van lage inflatie, die onderdeel uitmaakt van de berekening van de reële rente. De in 2010 uitgevoerde acutalisering van de studie naar de kosten voor amovering voor de kerncentrale heeft geleid tot een extra dotatie aan de voorzieningen. Het saldo van de financiële baten en lasten bedroeg 7,4 miljoen euro negatief tegen een positief saldo van 2,5 miljoen euro in 2009. Door de lage geldmarktrente is het rendement op de uitzettingen gedaald. De belangrijkste reden van de mutatie wordt echter verklaard door minder ontvangen dividend van deelnemingen. De effectieve belastingdruk in 2009 was incidenteel erg laag doordat overeenstemming werd bereikt met de belastingdienst over de fiscale verwerking van NMC-lasten. In het boekjaar 2010 is weer sprake van een genormaliseerde belastingdruk. In 2010 werd voor 37,4 miljoen euro geïnvesteerd. De belangrijkste projecten betreffen de revisie van de kerncentrale, het iPOWER-project (software voor onderhoud en bedrijfsvoering) en aanschaf van generatoren voor de kolencentrale.
20
De liquide middelen namen af met 7,2 miljoen euro. De uitzetting van de liquide middelen vindt plaats binnen de kaders van een Treasury- en beleggingsstatuut. Voor een nadere uitwerking van de risico’s en de beheersing daarvan wordt verwezen naar hetgeen is vermeld in de toelichting op de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening.
Corporate Governance EPZ is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht waarop het zogeheten structuurregime niet van toepassing is. Dit betekent dat EPZ geen Raad van Commissarissen kent. De aandeelhouders zijn DELTA Energy B.V. en Energy Resources Holding B.V. voor ieder vijftig procent. De Corporate Governance van EPZ wordt bepaald door wetgeving, jurisprudentie en tevens door de Nederlandse Corporate Governance code. Hoewel deze code met name geldt voor beursgenoteerde Nederlandse vennootschappen, handelt EPZ met het oog op haar maatschappelijke betekenis, daar waar het mogelijk en wenselijk is in de geest van de Corporate Governance code. De directie en Algemene Vergadering van Aandeelhouders onderschrijven het uitgangspunt dat aan de code ten grondslag ligt, dat een vennootschap een lange termijn samenwerkingsverband is tussen bij de vennootschap betrokken groepen en personen, die direct of indirect het bereiken van de doelstellingen van de vennootschap beïnvloeden of erdoor worden beïnvloedt: werknemers, aandeelhouders, toeleveranciers, afnemers, maar ook de overheid en maatschappelijke groeperingen. De directie en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders hebben een integrale verantwoordelijkheid voor de afweging van deze belangen, gericht op de continuïteit van de onderneming.
Een blik op de toekomst Energie is belangrijk in de Nederlandse samenleving en wordt steeds meer onderwerp van maatschappelijke en politieke discussie. Energie moet veilig, schoon, zeker, duurzaam en betaalbaar blijven. EPZ vervult met haar CO2-vrije en betaalbare kernenergie, haar windturbinepark en de doorzet van biomassa in de conventionele centrale een belangrijke rol bij het realiseren van deze doelstellingen. EPZ produceert 70 procent van haar elektriciteit CO2-vrij. Landelijk gezien is dit nog geen 15 procent. Met maximale aandacht voor veiligheid, toenemende duurzame opwekking en betrokkenheid bij diverse regionale duurzaamheidsinitiatieven vervult EPZ haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. De mensen, het milieu en de economie krijgen evenwichtige aandacht. Goede operationele prestaties, een lage kostprijs gecombineerd met een uitstekende locatie bieden voor EPZ een goed perspectief voor de toekomst. Veiligheid heeft topprioriteit. De komende tijd wordt blijvend aandacht geschonken aan de verdere ontwikkeling van ‘human performance’ en ‘safety culture’. Belangrijk aandachtspunt blijft de invulling van de voorwaarden van het convenant dat EPZ en de aandeelhouders in 2006 met de overheid sloten. Daarin is vastgelegd dat de kerncentrale tot 2034 open blijft. Hierdoor wordt jaarlijks 2,5 miljoen ton CO2 minder naar de atmosfeer uitgestoten, dan wanneer kernenergie zou worden vervangen door conventionele opwekking. Ook werd afgesproken dat de aandeelhouders samen 250 miljoen euro besteden aan duurzame energiemaatregelen. Verder zorgt EPZ ervoor dat de kerncentrale tot de 25 procent veiligste van de Westerse wereld blijft behoren.
In 2011 zal verder worden gewerkt aan de realisatie van een nieuw windpark. EPZ wil aan haar medewerkers een veilige, gezonde en uitdagende werkomgeving bieden met mogelijkheden tot zelfontplooiing. Vanwege de leeftijdssamenstelling van het personeelsbestand en de projecten, die bij Nuclear Operations worden uitgevoerd, vindt er momenteel een substantiële verandering in en uitbreiding van het personeelsbestand plaats. Om de personele doelstellingen te bereiken en om ervaring en kennis binnen de organisatie over te dragen en te behouden, worden de bestaande opleidings- en management development- trajecten verder ontwikkeld en uitgebreid. Om de kwaliteiten en prestaties van EPZ meer bekendheid te geven, zullen meer bezoekers worden ontvangen in het vernieuwde informatiecentrum en, binnen de beperkte mogelijkheden, meer excursies in de centrales worden verzorgd. De transparantie van EPZ zal worden vergroot door op de EPZ website meldingen van ongewenste gebeurtenissen aan de toezichthouders te presenteren. De strategie is concreet en hanteerbaar gemaakt in het ‘kompas’
Continuering van de hoge beschikbaarheid van de kerncentrale en kolencentale en verhoging van de flexibiliteit van de kolencentale krijgen bijzondere aandacht. Belangrijke projecten voor de kerncentrale in 2011 zijn hervatting van splijtstoftransporten, uitvoering van de splijtstofwissel en optimalisering van het lopend bedrijf. In de nabije toekomst zullen grote projecten worden uitgevoerd bij Nuclear Operations, hiervoor zal een nieuwe projectenafdeling worden ingericht en zullen vaardigheden op het gebied van project- en verbetermanagement verder worden ontwikkeld. De focus van de kolencentrale is gericht op verhogen van het technisch rendement en de biomassa doorzet bijdragend aan een competitieve positie in de volatiele conventionele elektriciteitsproduktiemarkt. De beschikbaarheid en bedrijfszekerheid worden verder geoptimaliseerd door tijdige voorbereiding van de eerstvolgende revisie. Verdere opleiding en ontwikkeling van de operators zal ook resulteren in verbeterde bedrijfszekerheid.
21
Economie Jaarrekening
Balans voor winstbestemming (in duizenden euro’s)
A. Vaste activa A.1 Materiële vaste activa A.2 Financiële vaste activa
B. Vlottende activa B.1 Voorraden B.2 Vorderingen B.3 Liquide middelen
31-12-2010
223.770 20.899
218.225 28.523
244.669
46.619 12.555 252.600
C.
Eigen vermogen C.1 Geplaatst kapitaal C.2 Statutaire reserve C.3 Overige reserves C.4 Onverdeelde winst
12.708 5.443 5.500 15.710
311.774
31-12-2010 39.361
246.748
319.165
565.913
12.708 5.443 5.288 34.328
31-12-2009
57.767
D. Voorzieningen
459.219
451.575
E. Langlopende schulden
3.678
4.872
F. Kortlopende schulden
54.185
51.699
556.443 22
40.788 18.535 259.842
556.443
31-12-2009
565.913
23
Economie Jaarrekening
Winst- en verliesrekening (in duizenden euro’s)
G.
Netto-omzet G.1 Netto omzet G.2 Overige bedrijfsopbrengsten
H. Bedrijfskosten H.1 Kosten van grond- en hulpstoffen H.2 Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten H.3 Salarissen en sociale lasten H.4 Afschrijvingen op materiële vaste activa H.5 Overige bedrijfskosten
2010
290.003 808
290.811
124.423
103.652
44.488 40.167 31.807 16.370
257.255
44.016 38.704 20.800 9.332
2009
262.709 523
216.504
I.
-7.399
2.548
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
49.276
J.
-3.178
46.098
Belastingen
26.157 -6.445 19.712
263.232
Financiële baten en lasten
33.556
Bedrijfsresultaat
Resultaat na belastingen
24
46.728
Kasstroomoverzicht (in duizenden euro’s)
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsre sul taat Aanpassingen voor: n Afschrijvingen op materiële vaste activa n Mutatie voorzieningen n Veranderingen in werkkapitaal: - Voorraden - Vorderingen - Kortlopende schulden
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen dividend Afwaardering deelnemingen Saldo betaalde interest Vennootschapsbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Desinvestering financiële vaste activa
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Betaald (interim) dividend Aflossing langlopende schulden
Toename/Afname liquide middelen
-5.831 5.980 2.486 1.270 -19 -8.650 -6.445
2010 33.556 31.807 7.644 2.635
-1.780 53.096 9.978
75.642
2009
46.728 20.800 32.638
61.294 161.460
9.121 -14 -6.559 -3.178
13.844
61.798
-630 160.830
-37.415 63 - 7.624
-55.375 - 4.319
-29.728
-51.056
-38.118 -1.194
-11.770 -1.160
-39.312
-12.930
-7.242
96.844
25
Economie Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening
1. Algemeen
2. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
1.1 Activiteiten N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ (hierna: ‘EPZ’) is statutair gevestigd te Borssele, Zeedijk 32. EPZ bezit een divers en flexibel productiepark bestaande uit een kolencentrale, een kerncentrale en vijf windturbines. De vennootschap is opgericht op 14 januari 1987.
2.1 Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op verkrijgings- en vervaardigingsprijzen. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
1.2 Groepsverhoudingen DELTA Energy B.V. te Middelburg en Energy Resources Holding B.V. te ’s Hertogenbosch nemen elk voor de helft deel in het geplaatste en volgestorte kapitaal. 1.3 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de gemiddelde koers. Ontvangen en betaalde rente, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. (in duizenden euro’s) Saldo liquide middelen 1 januari 2010 Mutatie 2010
259.842 -7.242
Saldo liquide middelen 31 december 2010
252.600
2.2 Vreemde valuta Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening. 2.3 Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen aanschaf- of vervaardigingsprijzen onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Machines, installaties en andere bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen aanschafkosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Het onderhanden werk betreft onderhanden investeringsprojecten. Deze worden gewaardeerd tegen de aanschaf- of vervaardigingsprijs tot en met balansdatum. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van ingebruikname, waarbij de investering wordt overgeboekt naar de betreffende activarubriek. Grote onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en installaties worden geactiveerd en afgeschreven gedurende de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. Reguliere kleine onderhoudswerkzaamheden komen ten laste van de exploitatie. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de aanschaf- of vervaardigingsprijs van de activa waarop ze betrekking hebben.
26
27
Economie Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening
2.4 Financiële vaste activa Deelnemingen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, rekening houdend met naar verwachting duurzame waardeverminderingen.
2.9 Langlopende schulden Het aflossingsdeel van de financial leaseverplichting is gewaardeerd tegen nominale waarde. De aflossingsverplichtingen binnen één jaar zijn onder de kortlopende schulden verantwoord.
Latente belastingvorderingen worden opgenomen voor: a. Tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale waardering enerzijds en de commerciële waardering in deze jaarrekening anderzijds. b. Te verrekenen fiscale verliezen.
2.10 Financiële instrumenten EPZ maakt, in aanvulling op de rentestructuur van haar primaire financiële instrumenten, rondom door haar uitgezette gelden gebruik van financiële derivaten. Instrumenten die ter dekking van bestaande risico’s worden gebruikt, worden op dezelfde wijze verantwoord als de afgedekte positie. Het Treasurybeleid en de te volgen procedures zijn vastgelegd in het Treasury- en beleggingsstatuut.
De berekening van de latente belastingvorderingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgesteld. Latente belastingvorderingen worden gewaardeerd voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee tijdelijke verschillen en verliezen kunnen worden verrekend. De latente belastingvorderingen worden gewaardeerd tegen contante waarde. De overige financiële vaste activa zijn opgenomen tegen nominale waarde. 2.5 Voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen zijn gewaardeerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde met toepassing van de Fifo-methode of gewogen gemiddelde prijs. De voorraad slijtdelen is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. 2.6 Vorderingen Vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Voor mogelijk oninbare vorderingen zijn indien noodzakelijk voorzieningen getroffen. 2.7 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s, welke zijn opgenomen tegen nominale waarde. 2.8 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor risico’s en verplichtingen die op balansdatum bestaan en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen contante waarde. Het interestdeel van de dotatie is verantwoord onder de financiële lasten. 28
Valutarisico Met uitzondering van de brandstofkosten vinden vrijwel alle transacties van de vennootschap plaats in euro’s en er zijn geen materiële posities in vreemde valuta. De brandstofkosten worden direct doorberekend aan de afnemers. De vennootschap loopt derhalve geen valutarisico’s. Renterisico EPZ loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (financiële vaste activa en liquide middelen) en rentedragende langlopende schulden. Voor uitzettingen met variabele renteafspraken loopt EPZ risico ten aanzien van toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt EPZ risico’s over de marktwaarde. Voor de uitzettingen maakt EPZ gebruik van financiële derivaten in de vorm van renteswaps ter beheersing van het renterisico en om te trachten beoogde niveaus voor rentebaten te bereiken. Met betrekking tot de rentedragende schulden zijn geen financiële derivaten voor het renterisico gecontracteerd. Kredietrisico De liquide middelen staan uit bij banken die minimaal een A-rating hebben en geldmarktfondsen met een AAA-rating. De vennootschap loopt per balansdatum verder geen significante kredietrisico’s.
3. Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de nettoomzet en de kosten hiervan over het jaar, met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingssystemen. Winsten op transacties worden genomen in het jaar waarin deze zijn gerealiseerd; verliezen in het jaar waarin ze voorzienbaar zijn. 3.2 Netto-omzet De omzet wordt behaald bij een tweetal gelieerde afnemers, te weten Energy Resources B.V. en DELTA Energy B.V., waarmee een ‘tolling agreement’ is overeengekomen. Uit hoofde van de tolling agreement ontvangt EPZ een vergoeding voor de beschikbaarheid van de productiecapaciteit en een vergoeding voor de levering van elektrische energie. Daarnaast is een incentiveregeling overeengekomen, waarmee een relatie met de geleverde prestaties wordt gelegd. 3.3 Personeelskosten Periodiek betaalbare beloningen Salarissen en sociale lasten worden op grond van de sectorCAO Energie berekend en verantwoord in de periode waarop ze betrekking hebben.
3.6 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden verwerkt in de periode waarop ze betrekking hebben, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.
Dividenden Dividend van niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen en niet-beursgenoteerde effecten worden verantwoord zodra het recht hierop is verkregen. 3.7 Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, na aftrek van het gebruik van fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Hierbij worden de thans geldende belastingtarieven gehanteerd.
Pensioenen De pensioenregeling betreft een zogenaamde toegezegd-pensioenregeling. Hierbij worden premies betaald aan pensioenfondsen gebaseerd op het salaris in het betreffende jaar. De met de pensioenaanspraken samenhangende lasten zijn gebaseerd op reeds verrichte arbeidsprestaties (statische methode). EPZ heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. 3.4 Overige bedrijfskosten De overige bedrijfskosten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 3.5 Afschrijvingen De afschrijvingen op bedrijfsgebouwen en overige materiële vaste activa worden gebaseerd op de aanschaf- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. 29
Economie Toelichting op de balans
4. Toelichting op de balans A.1 Materiële vaste activa
(in duizenden euro’s)
Overzicht materiële vaste activa 1 januari 2010 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cum. afschrijvingen Boekwaarde Mutaties Investeringen Desinvesteringen*) Herrubricering**) Afschrijvingen 2010
Be drijfs gebou wen en ter rei nen
Machines en installaties
Andere bedrijfs- middelen
Projec ten in uit voe ring
Totaal
145.095 -121.116
833.232 -709.465
34.488 -23.081
59.072 -
1.071.887 -853.662
23.979
123.767
- 3.353 -1.465
- -63 59.863 -27.946
1.888 31 december 2010 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen Cum. Afschrijvingen Boekwaarde
Afschrijvingsduur
11.407
31.854
59.072
218.225
- 37.415 6.194 -69.410 -2.396 - 3.798
-31.995
37.415 -63 -31.807 5.545
148.448 -122.581
891.386 -735.765
42.319 -27.114
27.077 -
25.867
155.621
15.205
27.077
1.109.230 -885.460 223.770
0-25 jaar
10-15 jaar
3-10 jaar
*) Deze post betreft het saldo van 72 aanschafwaarde en -9 cumulatieve afschrijvingen. **) Inclusief een reclassificatie van machines en installaties naar andere bedrijfsmiddelen voor zowel een verkrijgingsprijs als cumulatieve afschrijvingen van 1.637. Als zekerheid is een opstalrecht gevestigd op het windturbinepark (waarvoor een financial lease constructie is afgesloten). De boekwaarde van het windturbinepark bedraagt 3,9 miljoen euro per 31 december 2010 (ultimo 2009: 4,9 miljoen euro).
30
A.2 Financiële vaste activa
(in duizenden euro’s)
Deelnemingen
Latente belasting- vorderingen
Overige vorderingen
1 januari 2010 Boekwaarde
2.278
20.209
6.036
28.523
Mutaties Investering Desinvestering
- -19 -19
- -1.160 -1.160
-7.624 -7.624
Overzicht financiële vaste activa
31 december 2010 Boekwaarde
Deelnemingen
- -6.445 -6.445
2.259
13.764
Totaal
4.876
20.899
(in duizenden euro’s)
Balanswaar de 31-12-2010
Uitgekeerd dividend deelnemingen in 2010
EPZ-aandeel in eigen vermogen deelneming 31-12-2009*
28,50
1.770
1.140
27.176
Electrorisk Verzekeringsmaatschappij N.V., Arnhem**
4,13
434
-
434
Vliegasunie B.V., Nieuwegein
10,53
44
130
224
KSG Kraftwerks-SimulatorGesellschaft mbH, Essen
2,00
10
0
11
GfS Gesellschaft für Simulatorschulung mbH, Essen
2,00
1
0
1
De specificatie van de deelnemingen B.V. NEA, Arn hem
EPZ-be lang in %
2.259
1.270
* De laatst bekende gegevens per 31 december 2009 zijn opgenomen. NEA is op kostprijsbasis gewaardeerd, omdat EPZ geen invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid. Zo heeft EPZ onder meer geen vertegenwoordiging in de Raad van Commissarissen, participeert niet in beleidsbepalende processen en er vindt geen uitwisseling van functionarissen en/of techniek plaats. ** Binnen Electrorisk zullen de bestaande claims worden afgewikkeld, waarna Electrorisk zal worden geliquideerd.
31
Economie Toelichting op de balans
Latente belastingvorderingen (in duizenden euro’s)
Het verloop in de vordering kan als volgt worden gespecificeerd:
De latente belastingvordering per 31 december 2010 bedraagt 13.764 euro en bestaat uit de volgende onderdelen: a. voor 2.937 euro uit te verrekenen verliezen; b. voor 10.827 euro uit tijdelijke waarderingsverschillen.
Stand per 1 januari 2010 (in duizenden euro’s)
a. Te verrekenen verliezen De latente belastingvordering uit hoofde van te verrekenen verliezen betreft de waardering van het restant te verrekenen fiscale verlies van 2008. De verwachting is dat dit verlies in de periode 2011 tot en met 2012 geheel verrekend kan worden. Het deel van deze vordering dat vermoedelijk binnen één jaar verrekenbaar zal zijn bedraagt 2.336 euro. b. Tijdelijke waarderingsverschillen Dit deel van de belastinglatentie is hoofdzakelijk ontstaan als gevolg van de verschillen tussen de commerciële en fiscale waardering van de activa en passiva in de openingsbalans per 1 januari 1998, het moment waarop EPZ belastingplichtig werd. Deze waarderingsverschillen, die met name terug te voeren zijn op de materiële vaste activa en de voorzieningen, vallen vrij gedurende de levensduur van de activa dan wel de looptijd van de voorzieningen. Het deel van de tijdelijke verschillen dat als vordering is opgenomen, is berekend op basis van de geprognosticeerde fiscale resultaten in de periode 2011 tot en met 2016, zijnde twee bedrijfsplancycli (in 2009: 2010 t/m 2015). Het deel van deze vordering dat vermoedelijk binnen één jaar verrekenbaar zal zijn bedraagt 4.145 euro. De latente belastingvordering is gewaardeerd tegen contante waarde, waarbij een rekenrente van 3 procent is gehanteerd. De nominale waarde van de totale vordering per 31 december 2010 bedraagt 14.622 euro. Het effect van de waarderingsverschillen die ná 2016 vrijvallen (64,0 miljoen euro), is niet gewaardeerd.
32
Af: Bij:
20.209
Realisatie tijdelijke waarderingsverschillen in 2010 4.246 Afname verrekenbare verliezen 3.607 Tariefwijziging Vpb 263 Waardering jaarschijf 2016 621 Oprenting latente belastingvordering 606 Nieuw ontstane tijdelijke verschillen 444
Stand per 31 december 2010
-8.116
1.671
13.764
1-5 jaar
Overige vorderingen
Totaal
< 1 jaar
Depot inzake Windturbinepark
4.876
1.195
3.681
In verband met de financiering van het windturbinepark wordt een depot aangehouden. Uit dit depot worden de rente en aflossingen betaald. Op het depot wordt een rentepercentage van gemiddeld 3,56 procent ontvangen.
33
Economie Toelichting op de balans
B.1 Voorraden
B.3 Liquide middelen
(in duizenden euro’s) 2010
2009
Splijtstoffen 30.999 Fossiele brandstoffen 12.734 Slijtdelen (na aftrek voorziening incourant) 2.012 Hulpstoffen 874
31.198 6.509 1.990 1.091
46.619
40.788
Van de voorraad splijtstoffen heeft 11,4 miljoen euro betrekking op vooruitbetalingen op nog niet geleverde splijtstofelementen (2009: 11,8 miljoen euro). De berekening van de voorziening incourant van de slijtdelen wordt bepaald door een gestaffelde berekening waarbij rekening is gehouden met het mutatieverloop. In 2010 is 165 duizend euro gedoteerd. De waarde van de voorraad splijtstoffen is verminderd met de waarde van de toekomstige restkern ad 15,9 miljoen euro, welke niet gerealiseerd zal kunnen worden (2009: 13 miljoen euro).
B.2 Overige vorderingen
(in duizenden euro’s)
Vorderingen op verbonden partijen Belastingen en sociale verzekeringen Overige vorderingen
2010 10.815 164 1.576 12.555
2009 16.947 630 958 18.535
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Onder de overige vorderingen is een claim op Landsbanki opgenomen voor 25,5 miljoen euro. Hierop is evenals in 2009 een voorziening in mindering gebracht voor hetzelfde bedrag.
34
Hiervan is ultimo 2010 200 miljoen euro op deposito en geldmarktfondsen uitgezet bij financiële instellingen. Alle uitzettingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Ter fixering van de rente op middellange termijn (3-5 jaar) zijn er interest rate swaps afgesloten bij gerenommeerde Nederlandse banken. Deze hebben een nominale omvang van 65 miljoen euro. Tegenover de per jaar te ontvangen vaste rente, die correspondeert met de afgesloten looptijd, staat de per kwartaal te betalen 3 maands euribor-rente. Interestrisico’s (in miljoenen euro’s) Nominale Ongerealiseerd Looptijd Looptijd waarde resultaat < 1 jaar 1-5 jaar 31 december 2010 Renteswaps 65 2,2 15 50 31 december 2009 Renteswaps
230
3,2
165
65
C. Eigen vermogen
(in duizenden euro’s)
Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming bedroeg per 31 december 2010, evenals in 2009, 25 miljoen euro, verdeeld in 25.000 gewone aandelen van elk 1.000 euro. Geplaatst en volgestort zijn 12.708 aandelen (2009 idem). Het verloop van het eigen vermogen over 2010 is als volgt: Stand 1 januari 2009 Mutaties 2008: winst over het boekjaar n resultaatbestemming 2008 n (interim)dividend-uitkering n
Stand 31 december 2009 Mutaties 2010: n winst over het boekjaar n resultaatbestemming 2009 n (interim)dividend-uitkering Stand 31 december 2010
C.1 Aandelen-kapitaal
C.2 Statutaire reserve
C.3 C.4 Overige reserves Onverdeelde winst
Totaal
12.708
5.443
1.316
3.972
23.439
- - -
- - -
- 3.972 -
46.098 3.972 11.770
46.098 11.770
12.708
5.443
5.288
34.328
57.767
- - -
- - -
- 212 -
19.712 -212 -38.118
19.712 -38.118
12.708
5.443
5.500
15.710
39.361
In 2010 is een interim-dividend uitgekeerd voor een bedrag van 4.002.000. Door de directie is voorgesteld om de onverdeelde winst over het boekjaar 2010 van 15.710.000 als dividend uit te keren.
35
Economie Toelichting op de balans
D. Voorzieningen
(in duizenden euro’s)
D.1 D.2 D.3 D.4 D.5 D.6
Voorziening amovering conventionele eenheden Voorziening voor sociale verplichtingen Voorziening voor restkern bij eindstop kerncentrale Voorziening amovering kerncentrale Voorziening voor opwerkings- en opslagkosten Voorziening personeelsbeloningen
Totaal
Stand per 1 januari 2010
Dotaties 2010
Onttrekking 2010
Saldo per 31 dec. 2010
3.663 193 10.605 175.595 257.874 3.645
110 2 4.243 14.064 23.469 301
- -34 - - -34.091 -420
3.773 161 14.848 189.659 247.252 3.526
451.575
42.189
-34.545
459.219
Van het totaalbedrag aan voorzieningen zal circa 36 miljoen euro binnen een jaar worden afgewikkeld en circa 133 miljoen euro binnen vijf jaar. Het restant heeft een langlopend karakter van meer dan vijf jaar. D.1 Voorziening voor amovering conventionele eenheden Deze voorziening is bestemd om in de toekomst de amovering van de dan buiten bedrijf gestelde conventionele eenheden te kunnen bekostigen. De kosten van amovering van de conventionele eenheden worden jaarlijks geschat. Ultimo 2010 bedragen de amoveringskosten naar schatting 5,5 miljoen euro (ultimo 2009: 5,5 miljoen). Amovering wordt vooralsnog niet eerder voorzien dan voor 2023. De verwachte uitgaven in 2023 zijn contant gemaakt tegen een rekenrente van drie procent. De dotatie als gevolg van oprenting bedraagt 0,1 miljoen euro. D.2 Voorziening voor sociale verplichtingen Onder deze voorziening is opgenomen de contante waarde van de verplichting voor het werkgeversaandeel van de premie ziektekosten voor postactieve personeelsleden en weduwen van personeelsleden alsmede de contante waarde van de verplichting aan de medewerkers. De verwachte uitgaven zijn contant gemaakt tegen een rekenrente van drie procent.
36
D.3 Voorziening voor restkern bij eindstop kerncentrale De onderneming heeft de verplichting om de kosten te dekken van de laatste splijtstoflading welke bij beëindiging van de levensduur van de kerncentrale nog in de kern van de reactor aanwezig zal zijn. Hiertoe is een voorziening gevormd. Deze is gebaseerd op de ultimo 2010 bekende splijtstofkosten met betrekking tot de laatste splijtstoflading, welke is bepaald als de contante waarde met een rekenrente van drie procent van de geraamde bedragen voor toekomstige opwerkings- en opslagkosten. De dotatie als gevolg van oprenting bedraagt 0,3 miljoen euro.
D.4 Voorziening voor amovering kerncentrale De voorziening voor amovering is zodanig opgebouwd dat – overeenkomstig de afspraken met de Rijksoverheid in het Convenant kerncentrale 2034 – amovering van de kerncentrale kan plaatsvinden direct nadat de exploitatie is beëindigd (in 2034). Periodiek wordt een uitgebreide actualisatie van de studie uitgevoerd voor de bepaling de kosten van amovering van de kern-centrale. Zolang de kerncentrale in productie blijft, wordt in de periode tussen twee studies de voorziening amovering kerncentrale jaarlijks aangepast aan reeds bekende bijstellingen en middels prijsindexatie aan de vigerende prijsontwikkelingen. In 2010 is weer een actualisatie uitgevoerd van deze studie. Op grond hiervan bedragen de verwachte uiteindelijke amoveringskosten (het doelvermogen) thans 374 miljoen euro (2009: 357 miljoen euro). De voorziening is tevens contant gemaakt. De hierbij gehanteerde rekenrente bedraagt drie procent. De dotatie als gevolg van oprenting bedraagt 5,3 miljoen euro.
37
Economie Toelichting op de balans
D.5 Voorziening voor opwerkings- en opslagkosten Deze voorziening is gevormd in het kader van de huidige bestaande verplichtingen en is bepaald als de contante waarde met een rekenrente van drie procent van de geraamde bedragen voor de toekomstige opwerkings- en opslagkosten verminderd met de geschatte contante waarde van de in de toekomst vrijkomende restproducten en het saldo van de betaalde, respectievelijk ontvangen bedragen. Deze voorziening omvat tevens de nog te betalen kosten voor verwerking, transport en opslag van laag- en middelradioactief afval eveneens tegen de contante waarde. In 2010 is 34,1 miljoen euro aan uitgaven geboekt ten laste van de voorziening. De dotatie als gevolg van oprenting bedraagt 7,8 miljoen euro. D.6 Voorziening personeelsbeloningen Onder deze voorziening zijn de verplichtingen opgenomen met betrekking tot jubileumuitkeringen en uitkeringen als gevolg van einde dienstverband, rekening houdend met de blijfkans. Daarnaast wordt onder deze post een voorziening voor te betalen ziekengeld opgenomen, wanneer er sprake is van meer dan twee jaar ziekte (per ultimo 2010 is dit niet het geval). De verwachte uitgaven zijn contant gemaakt tegen een rekenrente van drie procent. De dotatie als gevolg van oprenting bedraagt 0,1 miljoen euro.
E. Langlopende schulden
(in duizenden euro’s) De langlopende schulden hebben betrekking op de leaseverplichtingen die zijn ontstaan uit de sale & leaseback van het windturbinepark. Totaal Aflossingsverplichting > 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Financiële leasing
3.678
3.678
0
De looptijd van deze lease bedraagt vanaf 2003 8,5 jaar en de rente bedraagt 2,96 procent. Het kortlopende deel van de verplichting is opgenomen onder de kortlopende schulden en bedraagt 1.194 duizend euro.
F. Kortlopende schulden
38
(in duizenden euro’s) 2010
2009
Crediteuren 16.648 Schulden aan verbonden partijen 4.944 Belastingen en sociale verzekeringen 9.776 Overige schulden 22.817 54.185
14.422 8.006 3.968 25.303 51.699
Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Stranded costs (Niet Markt Conforme kosten) Op 1 januari 2001 is de ‘Overgangswet elektriciteitsproductiesector’ in werking getreden. In artikel 2 van de wet is opgenomen dat de Nederlandse productiebedrijven gezamenlijk aansprakelijk zijn voor de kosten voortvloeiend uit, onder andere, overeenkomsten tot invoer van elektriciteit en gas die door NEA (voorheen SEP) zijn gesloten. De verdeling van deze kosten, hierna stranded costs genoemd, over de productiebedrijven dient te geschieden in de verhouding zoals destijds aangegeven door de commissie Herkströter, hetgeen voor EPZ een aandeel betekent van 28,5 procent. In de afgelopen jaren zijn deze stranded costs in belangrijke mate afgewikkeld, onder meer door de afkoop van de importcontracten voor de levering van elektriciteit. In 2010 is van NEA dividend ontvangen voor een bedrag van 1,1 miljoen. Rekening houdend met het resterend eigen vermogen van NEA is besloten om het bestaande beleid te continueren en geen voorziening te treffen voor de stranded costs. Leasecontracten Naast twee bestelauto’s zijn ten behoeve van het personeel achttien lease-autocontracten afgesloten. De looptijd hiervan is vier tot vijf jaar. Het totaal van de leaseverplichting is per 31 december 2010 306 duizend euro, waarvan <1 jaar 144 duizend euro en >1 jaar 162 duizend euro.
Overig Nucleaire voorzieningen B.V. NEA (voorheen SEP) claimt bij EPZ in het verleden teveel te hebben bijgedragen aan de voorziening amovering kerncentrale en de voorziening restkern bij eindstop kerncentrale. In 2009 is een arbitrageprocedure gestart. EPZ heeft voor deze materiële claim geen voorziening gevormd.
Toelichting op de winst- en verliesrekening
5. Toelichting op de winst- en verliesrekening G.1 Netto-omzet
De omzet wordt geheel in Nederland gerealiseerd en heeft betrekking op de vergoeding voor de beschikbaarheid van de productiecapaciteit en een vergoeding voor de levering van elektrische energie aan de tollers. De vergoedingenstructuur, die is geregeld in een tolling agreement, heeft een marktconform karakter.
H.3 Salarissen en sociale lasten
De totale personeelskosten inclusief sociale lasten bedroegen in het boekjaar 40,2 miljoen euro. De specificatie is als volgt: Salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten
2010
2009
30.983 29.477 2.613 2.476 3.964 3.971 2.607 2.780 40.167 38.704
Het gemiddelde aantal arbeidsplaatsen (in fte’s) in 2010 bedroeg 505 (2009: 499), hiervan is er één werkzaam in het buitenland (2009: 1).
H.5 Overige bedrijfskosten
De overige bedrijfskosten betreffen met name de dotaties aan de voorzieningen, verzekeringskosten en kosten van onroerendzaakbelastingen en heffingen. De overige bedrijfskosten zijn in 2010 voor 1,8 miljoen euro positief beïnvloed als gevolg van verzekeringsuitkeringen. Overeenkomstig art. 382a lid 1 BW 2 titel 9 melden wij dat de volgende bedragen aan accountantshonoraria aan 2010 zijn toegerekend: 2010 2009 Jaarrekeningcontrole door PwC Accountants
75.750
91.500
Andere controleopdrachten door PwC Accountants
142.937
99.905
Andere niet-controlediensten door overig PwC netwerk
-
6.500
Het totaal bedraagt
218.687
197.905
(in duizenden euro’s)
I. Financiële baten en lasten
2010
2009
Dividend uit niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen
1.270
9.121
Rentebaten
4.942
6.406
Rentelasten
-13.592
-12.965
Waardevermindering financiële activa
-19
-14
-7.399
2.548
J. Belastingen
Het toepasselijke vpb-tarief bedraagt 25,5 procent. De effectieve belastingdruk wijkt door diverse factoren af van de normale belastingdruk. Dit resulteert in een belastinglast 2010 van 6,4 miljoen euro bij een positief commercieel resultaat van 26,1 miljoen euro. Het commerciële resultaat vóór belastingen bedraagt 26,1 miljoen euro. De fiscale correcties uit hoofde van waarderingsverschillen van activa en voorzieningen bedragen in totaal 11,6 miljoen euro, zodat het fiscale resultaat op 14,5 miljoen euro uitkomt. Hiervan heeft 1,3 miljoen euro betrekking op dividend, waarvoor de deelnemingsvrijstelling van toepassing is en dat derhalve niet is belast. Dit resulteert in een belastbaar resultaat van 13,2 miljoen euro. Dit resultaat kan volledig worden verrekend met fiscale verliezen uit het verleden, zodat geen vennootschapsbelasting verschuldigd is. De belastinglast in de jaarrekening 2010 ad 6,4 miljoen euro betreft het saldo van de mutaties in de latente belastingvordering zoals gespecificeerd bij de toelichting op de financiële vaste activa.
39
Economie Toelichting op de winst- en verliesrekening
Verbonden partijen
Onderstaand zijn de transacties tussen EPZ en haar verbonden partijen opgenomen. De meeste transacties met verbonden partijen vloeien voort uit de tolling overeenkomst. (in duizenden euro’s)
2010
2009
Omzet Delta Energy B.V. Essent Energy Trading B.V. / Energy Resources B.V.
140.709
127.228
141.315
127.242
Totaal
282.024
254.470
Rentebaten Delta N.V. Essent N.V. Totaal
- - -
61 57 118
Overheidssubsidies
EPZ heeft in 2010 voor Milieukwaliteit Elektriciteits Productie een bedrag ontvangen van 22,8 miljoen euro (2009: 23,5 miljoen). De subsidie is evenals in 2009 voor 65 procent verrekend met de gefactureerde vergoeding aan de tollers voor de levering van elektrische energie en heeft per saldo 8,0 miljoen euro (2009: 8,2 miljoen) resultaateffect.
Bezoldiging bestuurders
Overeenkomstig art. 383 lid 1 BW 2 titel 9, wordt de opgave inzake de bezoldiging van de bestuurders achterwege gelaten. Borssele, 15 april 2011 De directie J.W.M. Bongers
40
overige overig
gegevens
Overige gegevens
Voorstel tot winstbestemming Conform artikel 24, lid 8 van de statuten van de vennootschap staat de winst ter beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders. De directie stelt voor de nog onverdeelde winst van 15,7 miljoen euro als dividend uit te keren aan de aandeelhouders.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ te Vlissingen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de winst-en-verliesrekening over 2010 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de directie, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
42
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben
echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 15 april 2011 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door drs. M.R.G. Adriaansens RA
43
Overig Verklaring afkortingen
Verklaring afkortingen ALARA Arbo CAO COVRA HABOG INES ISO MEP Endex EPZ GfS GKE GKN IAEA KSG NEA OSART Sep VCA VGB WANO CO2 NOx SO2
44
As low as reasonably achievable Arbeidsomstandigheden Collectieve Arbeidsovereenkomst Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval NV Hoogradioactief Afval Behandelings- en Opslag Gebouw International Nuclear Event Scale Het primaire doel van de INES-schaal is om een betere begripsvorming en communicatie mogelijk te maken van het veiligheidsbelang van storingen bij nucleaire installaties. Storingen worden op basis van het veiligheidsbelang ingedeeld op een van de zeven niveau’s van de schaal. De hoogste niveau’s (4-7) worden aangeduid als ongelukken (accidents), de lagere niveau’s (1-3) worden aangeduid als incidenten. Storingen zonder veiligheidssignificantie worden afwijkingen (deviations) genoemd en onder de schaal ingedeeld in INES=0 (below scale). Niet veiligheids relevante storingen vallen buiten de schaal (out of scale). International Standards Organization Milieukwaliteit ElektriciteitsProductie European Energy Derivatives Exchange NV NV Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Neder land Gesellschaft für Simula tor schulung mbH NV Gemeen schap pelijk Kolenbu reau Elektrici teits pro duk tie bedrijven NV Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland International Atomic Energy Agency Kraftwerk-Simu lator-Gesellschaft mbH BV Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor Operational Safety Review Team NV Samenwerkende elektriciteits-produktiebe drijven Veiligheid Checklist Aannemers Technische Vereinigung der Grosskraftwerksbetreiber E.V. World Association of Nuclear Operators Kooldioxide Stikstofoxiden Zwaveldioxide
Bq W kW MW kWh MWh GWh GNm3 ton Kton Mton mSv
Becquerel (een heid van radio activiteit) Watt (eenheid van vermogen) Kilowatt = 1000 W Megawatt = 1000 kW Kilowattuur (de geleverde arbeid van 1 kW gedu rende een uur) Megawattuur = 1000 kWh Gigawattuur = 1000 MWh Groninger Normaal kubieke meter 1000 kg Kiloton = 1000 ton Megaton = 1000 kiloton MilliSievert = 0,001 sievert
Colofon Teksten en productie Afdeling In- en Externe Communicatie EPZ / Zuid-West 3 Communicatie, Krimpen aan den IJssel Fotografie Ruden Riemens, Middelburg Vormgeving, illustraties & drukwerk Chris Cras Reclame, Lekkerkerk
Zeedijk 32, 4454 PM Borssele Postbus 130, 4380 AC Vlissingen Telefoon 0113 - 356 000 E-mail:
[email protected] Website: www.epz.nl