- BEHOUD OP ONREGELMATIGE TIJDEN VERSCHIJNEND INFORMATIEBLAD voor beheerders van kerken en andere belangstellenden
Nummer 8
voorjaar 2005
uitgegeven door de
STICHTING BEHOUD KERKELIJKE GEBOUWEN in OVERIJSSEL en FLEVOLAND Redactieadres: van Dedemlaan 33, 8061 CJ HASSELT Tel.: 038 - 4771792 e-mail:
[email protected]
Inhoud 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Inleiding ............................................................................................................... 3 Onderhoud/ Restauratie/ Instandhouding .............................................................. 4 Restauratie – Brrm97............................................................................................. 5 Extra middelen BRRM97 ...................................................................................... 5 Behoefteraming 2005 ........................................................................................... 5 Onderhoud – BROM ............................................................................................. 5 Kanjerregeling ....................................................................................................... 6 Nieuwe monumenten............................................................................................. 6 Rijksinspectie Monumentenzorg (RIM) ................................................................ 7 Provinciaal beleid monumentenzorg ..................................................................... 7 Belvedère............................................................................................................... 8 Restauratie Hervormde Kerk Wesepe voltooid. ................................................... 8 Restauratie exterieur Oale Grieze Hellendoorn afgerond ...................................... 10 Zorg voor monumentale kerken drukt zwaar op kerkgenootschappen .................. 11 Het kerkgebouw, zorgenkind of rijk bezit ............................................................. 12 Duurzaam planmatig onderhoud ........................................................................... 14 Brandpreventiebeleid............................................................................................. 14 De WOZ ................................................................................................................ 15 Waterschaplasten................................................................................................... 15 Ecotax.................................................................................................................... 15 Baatbelasting ......................................................................................................... 15 Legionella.............................................................................................................. 16 Verlaagd BTW-tarief ............................................................................................ 16 Kerktelefoon.......................................................................................................... 16 Bouwbesluit........................................................................................................... 17 Verhuur kerkelijke ruimten ................................................................................... 17 Tarieven dienstverlening - donateurs..................................................................... 17
Verantwoording foto’s: -
2
foto omslag voorzijde tekening blz. 3 foto blz. 7 foto blz. 8-9 foto blz. 10-11 foto blz. 10 foto blz. 14 foto omslag achterzijde
: Partiële restauratie HK te Hasselt : revisietekening HK te Hellendoorn : Bergkerk Deventer : Restauratie HK te Wesepe : Partiële restauratie HK te Hellendoorn : Reggevallei nabij Marle : Onderhoud HK te Windesheim : Restauratie HK Ootmarsum
1. Inleiding In onze 8e Nieuwsbrief trachten wij wederom u informatie te geven over allerhande zaken die te maken hebben met het behoud van kerkgebouwen. Onze basisactiviteiten blijven het maken van meerjarenplannen, advieswerk en het voorbereiden van restauratie- en renovatieprojecten. Vooral het maken en begeleiden van meerjarenonderhoudsplannen is een belangrijke activiteit waarvoor bij kerkrentmeesters veel vraag is naar deskundige begeleiding. Ook het terrein van fondsenwerving is een belangrijke activiteit. Met de opgedane ervaring bij uitgevoerde bouwwerken kunnen wij veel waardevolle adviezen geven. In toenemende mate blijkt dat wij als vraagbaak van kerkrentmeesters op verscheidene terreinen een belangrijke rol spelen, enerzijds door een procesmatige anderzijds door een meer productmatige benadering van zaken. Procesmatig uit zich dat door het op tijd gereed hebben van een goede planning van ontwerp, voorbereiding en uitvoering van bouwprojecten. Wanneer men van een bouwproces in een vroeg stadium weet dat er op een bepaald tijdstip een bepaald budget beschikbaar zal zijn om daadwerkelijk ook met de werkvoorbereiding van een bouwwerk te kunnen beginnen, geeft dat de nodige rust om het uitvoerende bouwproces goed te kunnen uitvoeren. Steeds meer kerkrentmeesters waarderen deze ‘helikopterview’ omdat hierdoor aan kritieke punten op tijd voldoende aandacht kan worden geschonken. Ook de productmatige benadering van het restauratieproces wordt als belangrijk ervaren. Denk hierbij aan de vraag welke subsidies beschikbaar zijn, waar vindt men de zo schaarse technische kennis omtrent restauratiewerken. Voorbeelden hiervan zijn ruim aanwezig, zoals het herstellen van verwaarloosd voegwerk, behandelen van vocht- en rotproblemen in kapconstructies en specifieke glas-in-lood toepassingen. Ook de steeds wijzigende regelgeving in de bouw leidt nogal eens tot vragen bij kerkrentmeesters. In deze nieuwsbrief vragen wij uw aandacht voor tal van zaken waarmee u in het kader van beheer/onderhoud en wettelijke regelgeving van gebouwen en monumenten geconfronteerd wordt. Het is in het van belang van uw gemeente dat u gebruik maakt van onze Stichting.
3
2. Onderhoud/ Restauratie/ Instandhouding Het door de staatssecretaris Van der Laan voorgestelde nieuwe beleid zal naar verwachting per 1 januari 2006 worden ingevoerd. Het nieuwe instandhoudingsbeleid beoogt een verschuiving van restauratie naar planmatig onderhoud, eenvoudiger regelgeving, kortere procedures en een waarborg voor kwaliteit van de monumentenzorg. Dit alles onder een nieuwe naam ‘BRIM’ ( Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten). De BRRM 1997 en de BROM komen hiermee te vervallen. Ook de rol van gemeenten en provincies bij het verlenen van subsidie komt daarmee te vervallen. Gemeenten blijven wel het loket voor het verlenen van een monumentenvergunning, terwijl ook de provincie het loket voor het buitengebied blijft vervullen. Gemeenten en provincies hebben hiermee grip op monumentenbeleid. In het Tweede Kamerstuk wordt met nadruk gewezen op de kennis van de provinciale steunpunten. Het nieuwe beleid is gericht op planmatig onderhoud of anders gezegd: instandhouding van het monument. Restauraties zullen in de toekomst bijna niet meer voorkomen. De doelstelling is als volgt: Eenvoudige regels en snelle procedures, integratie van onderhoud en restauratie, stimuleren van gestructureerd en planmatig onderhoud. In de nieuwe regeling onderscheidt men twee categorieën: a. Woonhuizen en boerderijen zonder agrarische functie, b. Overige monumenten, (waarmee ook kerken zijn bedoeld). Wanneer de BRIM per 1 januari 2006 wordt ingevoerd, is de achterstand nog niet weggewerkt. De invoering vindt plaats over een aantal jaren n.l. van 2006 t/m 2011. Per jaar zal er een categorie worden aangewezen die instroomt. De Staatssecretaris zal ieder jaar een bepaalde categorie aanwijzen. Informeel ontvangen informatie geeft prioriteit aan molens en landhuizen voor de jaren 2007 en 2008. Omdat er onvoldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld, komen de kerken in de periode 2009 t/m 2012 verspreid over vier jaren voor het eerst in de gelegenheid om gebruik te maken van de BRIM regeling. Overigens is het opstellen van een onderhoudsplan nuttig en geeft voor het kerkbestuur inzicht in de te verwachte uitgaven. Wanneer er in de toekomst gebruik wordt gemaakt van de BRIM is een onderhoudsplan en inspectierapport verplicht. De SBKG heeft de nodige kennis en ervaring in het opstellen van 10-jarige onderhoudsplannen. Daarom adviseren wij u een 10 jarig onderhoudsplan op te laten stellen waarbij de laatste jaren ingericht worden voor de BRIM. Op die wijze heeft u inzicht in noodzakelijk kosten voor de korte termijn en bent u voorbereid op de nieuwe instandhoudingsregeling.
4
Restauratie – BRRM97 Volgens de laatste berichten is het incidenteel mogelijk om nog restauratieplannen in te dienen tot 1 oktober 2006 volgens het huidige BRRM 1997. Voorwaarde is wel dat het monument op het restauratie-uitvoeringsprogramma staat vermeld. Verder is het verplicht dat het totale object volledig, binnen de jaarsnede, kan worden gesubsidieerd. Gemeenten en provincie hebben de gelegenheid de aanvragen tot 1 januari 2007 aan de minister door te zenden. Volgens informatie van de RDMZ blijft er jaarlijks budget beschikbaar dat niet wordt aangewend voor restauratie. Een advies is om bij gemeenten en provincie navraag te doen over het beschikbare budget hetwelk onbenut blijft. In overleg en vroegtijdig, zijn er mogelijkheden om onbenutte gelden in te zetten voor projecten die "panklaar' zijn. Wanneer er budget beschikbaar blijft, gaan deze bedragen in de herverdeling. De gemeentelijke en provinciale budgetten kunnen nog volgens de BRRM 1997 tot 2011 worden verplicht. Omdat alle budgetplanningen een ruime overvraag hebben wordt niet verwacht dat nieuwe plannen kans van slagen hebben subsidie te krijgen. Extra middelen BRRM97 Er is nu niets bekend over eventuele extra beschikbaar te stellen middelen voor 2006 tot 2011. Gemeenten en provincies hebben middels de budgetbrief de hoogte van het budget voor 2010 ontvangen. De vaststelling is gebaseerd op de behoefteraming van 2001. Er zal zover thans bekend geen extra geld beschikbaar worden gesteld. Achter de schermen worden wel initiatieven ontwikkeld om uitbreiding van het budget mogelijk te maken. Behoefteraming 2005 Met het oog op de invoering van de nieuwe regeling voor herstel en instandhouding van beschermde monumenten is besloten de restauratiebehoefteraming buiten werking te stellen. De behoefteraming is het jaarlijks actualiseren van de restauratiebehoefte per gemeente en provincie. Onderhoud – BROM Na 1 januari 2006 zal de BROM nog enkele jaren voor bepaalde categorieën van monumenten van toepassing blijven totdat de betreffende categorie zal instromen in de BRIM. Uit de officiële berichtgeving is duidelijk te lezen dat er een, geleidelijke overgang moet zijn en de hele operatie budgettair neutraal moet verlopen. Omdat volgens mededeling in de Staatscourant van 6 augustus 2004 de middelen voor de BROM bijna zijn uitgeput, is er met onmiddellijke ingang een subsidieplafond voor de BROM ingesteld. Het plafond voor het 10 jarig kerkenonderhoud van 5,5 miljoen euro is inclusief de reeds verleende 10 jarige subsidies. Dat betekent dat een groot gedeelte van het bedrag van 5,5 miljoen euro reeds verplicht is en dus dat er nog slechts beperkt middelen beschikbaar zijn voor nieuwe 10 jarige subsidieverleningen. Het gevolg hiervan is dat er tot 2009 nauwelijks subsidie beschikbaar is voor het onderhoud van monumentale kerkgebouwen waar het de 10 jarige onderhoudsplannen betreft. Voor hen die reeds met een goedgekeurd 10 jaren onderhoudsplan werken geldt dat de BRIM pas in beeld komt na de lopende planperiode! Dit geldt vooralsnog ook voor orgels en luidinrichtingen etc. De BRIM integreert namelijk alle onderdelen van het monument. Mocht u ook dit jaar weer onderhoudswerkzaamheden uitvoeren, dan adviseren wij u de aanvraag zo snel mogelijk in te dienen vanwege de beperkt beschikbare middelen. Het standaardaanvraagformulier met bijlagen moet uiterlijk voor 1 april van het volgende kalenderjaar ingediend worden bij de RDMZ. De subsidie is maximaal 50 pct. van € 11.344,-5
3. Kanjerregeling Elf kanjermonumenten die met rijkssubsidie worden gerestaureerd krijgen er in totaal 20 miljoen euro bij. Op voorstel van minister Van der Hoeven en staatssecretaris Van der Laan van OCW maakt het kabinet dat geld vrij bij de Najaarsnota. Het geld komt bovenop subsidies die eerder zijn verstrekt via de regelingen voor kanjers. Kanjers zijn monumenten met een grote restauratieachterstand die snel moet worden ingelopen om verval te voorkomen. Hiermee wordt voorkomen dat de steigers en bouwplaatsen tijdelijk moeten worden ontruimd, wat op zichzelf ook weer kosten met zich meebrengt. Het beschikbare geld zal naar verwachting worden verdeeld over de volgende monumenten: -
Kasteel De Haar Kasteel Amerongen Grote of St. Laurenskerk St. Vituskerk Hooglandse Kerk Pieterskerk Maria van Jessekerk St. Joriskerk Grote Kerk St. Janskathedraal Vestingwerken
Utrecht Amerongen Alkmaar Hilversum Leiden Leiden Delft Eindhoven Breda Den Bosch Den Bosch
4. Nieuwe monumenten Na het project Monumenten Inventarisatie Project (MIP) is het Monumenten Selectie Project (MSP) uitgevoerd. Na deze twee projecten komt het Monumenten Registratieprocedure (MRP). Dit is het administratieve sluitstuk voor het aanwijzen van nieuwe monumenten. Er zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van het monumentenbestand. Momenteel worden er geen nieuwe monumenten aangewezen. Concreet betekent dit dat tot 31 december 2005 slechts bij hoge uitzondering tot aanwijzing zal worden overgegaan, namelijk: indien het gaat om een topmonument, waarvan het voortbestaan wordt bedreigd; indien het een noodzakelijke wijziging betreft van een reeds genomen beslissing tot aanwijzing van een archeologisch monument in het kader van het project Actualisering Monumenten Register (AMR-project), met name in het deelproject Verduurzaming Actualisering Monumentenregister; indien er vóór inwerkingtreding van deze beleidsregel bij belanghebbende(n) of provincies en gemeenten gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt dat tot bescherming zou worden overgegaan. Voorts zullen aanvragen die reeds in behandeling zijn genomen, vanuit het oogpunt van rechtszekerheid verder worden behandeld conform het beleid dat vóór inwerkingtreding van deze beleidsregel gold.
6
5. Rijksinspectie Monumentenzorg (RIM) Voormalig hoofd van de afdeling belast met monumentenzorg in de gemeente Deventer, drs. J.R.M. Magdelijns, is aangesteld als hoofdinspecteur van de Rijksinspectie Monumentenzorg: De RIM werkt aan de continue kwaliteitsverbetering van het bestel voor behoud en bescherming van monumenten in Nederland. De inspectie ziet enerzijds toe op bewaring van het gebouwde cultureel erfgoed voor het nageslacht en anderzijds op een juist beheer van dat cultureel erfgoed door zijn eigenaren. De RIM houdt namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toezicht op het beheer van de monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten in Nederland voor zover deze voorkomen in het register volgende de Monumentenwet 1988, en ziet toe op de naleving van deze wet. Hoofdtaken: Het toezien op de naleving van wet en regelgeving op het gebied van de monumentenzorg inzake de selectie en aanwijzing van monumenten, de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten, de vergunningverlening en de subsidieverlening . Het uitvoeren van inspecties betreffende het behoud en bescherming van het gebouwde cultureel erfgoed. Het - al dan niet naar aanleiding van meldingen - signaleren van knelpunten in de het monumentenbestel. Het rapporteren van bevindingen en het doen van aanbevelingen aan de minister en aan betrokkenen.
6. Provinciaal beleid monumentenzorg Naast de nog actieve Provinciale subsidieregeling voor monumenten kunnen eigenaren van gemeentelijke monumenten sinds 27 januari van dit jaar gebruik maken van een nieuwe en aantrekkelijke financiële bron: het Cultuurfonds voor Monumenten in de provincie Overijssel. Het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Nationaal Restauratiefonds hebben het initiatief genomen om in elke provincie een dergelijk cultuurfonds in het leven te roepen. Uit dit fonds worden laagrentende leningen verstrekt, waardoor eigenaren hun panden tegen aantrekkelijke voorwaarden kunnen restaureren. De provincie is trots op de vele monumenten en monumentale panden die Overijssel telt. Het is van bijzonder groot belang dat deze monumenten behouden blijven. Daarom heeft de provincie meegewerkt aan de oprichting van het Cultuurfonds voor Monumenten Overijssel. Zij hebben zich sterk gemaakt voor een verdubbeling van de inzet van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Dat is, mede door de inzet van andere partijen waaronder meerdere woningcorporaties en energiebedrijf Essent gelukt. Het fonds zal een bedrag van € 1.902.000,-- bevatten. 7
7. Belvedère In 1999 verscheen – onderverantwoordelijkheid van de ministeries van OCW, VROM, LNV en V&W - de nota Belvedère. Beleidsnota over de cultuurhistorie en ruimtelijke ordening. De nota geeft een visie op de wijze waarop met de cultuurhistorische kwaliteiten van het fysieke leefmilieu kan worden omgegaan bij de toekomstige inrichting van ons land en geeft aan welke maatregelen daartoe (kunnen) worden genomen. De nota Belvedère is bij veel gemeenten bekend. Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan worden de in de nota Belvedère genoemde beleidspunten ingepast. Kerkelijke gemeenten kunnen hun voordeel halen uit de nota omdat zij een duidelijke functie in de ruimtelijke ordening hebben. Voor informatie wordt verwezen naar de website van het projectbureau: www.belvedere.nl.
8. Restauratie Hervormde Kerk Wesepe voltooid. Uit oude oorkonden blijkt dat er in 1303 al sprake is van een ‘parochie Wesepe’. De kerk wordt voor het eerst uitdrukkelijk genoemd in het jaar 1348. Was de parochie eerst opgenomen in het kerspel van Wijhe, sinds 1371 is door toedoen van het Kapittel van de St. Lebuinuskerk te Deventer het Kerspel Wesepe gesticht. Wellicht heeft men zich voor 1371 in Wesepe beholpen met een kapel, om later over te gaan tot de bouw van de huidige kerk. Kerkgebouw De kerk is een éénbeukig Gotisch gebouw met een korte gedrongen toren en een laag plafond van stenen kruisribgewelven welke ontspringen op kraagstenen. Schip en toren dateren uit het tweede kwart van de veertiende-, de steunberen uit de tweede helft van de vijftiende-, en het 5/8 gesloten koor uit het tweede kwart van de vijftiende eeuw. De toren is verhoogd in het tweede kwart van de zeventiende eeuw, en werd toen voorzien van de huidige torenspits. Oorspronkelijk moet de kerk bestaan hebben uit vier rechthoekige vakken en een veelhoekig gesloten eindvak op het oosten. In 1503 werd de kerk verlengd en vergroot met een nieuw gotisch koorgedeelte, dat hoger werd dan het schip. In mei 1950 werd het overige deel van het kerkgebouw grondig gerestaureerd onder leiding van architect B.Th. Boeyenga te Amsterdam. Het eerste en tweede vak, gerekend vanaf de toren, zijn bij de kerkruimte aangetrokken. Voor deze ruimte stond tot die tijd het orgel met gaanderij, dat bij deze restauratie tegen de toren kwam te staan. Het eerste en tweede vak deden van 1809 tot 1880 tevens dienst als schoollokaal en catechiseerlokaal. Voor 1809 stond er een klein schoolgebouwtje tegen de achterwand van het koor. 8
In de periode 2003/2004 zijn onder leiding van architect J.W. Hulsman uit Deventer de kerkdaken van nieuwe leien voorzien nadat de kapconstructie wegens ernstige houtaantasting grondig is hersteld. Tevens is de inrichting van het koor gewijzigd. Tijdens deze restauratie zijn enkele muurnissen en een deuropening naar een voormalige sacristieruimte zichtbaar geworden. Het Doopvont Buiten de kerk, naast de noordelijke zij-ingang, stond een groot stuk Bentheimer zandsteen dat dienst deed als verhoging voor de koster-schoolmeester, die hierop de ‘kerkespraak’ hield. Dit bleek een doopvont te zijn uit de 13e eeuw. In1950 kreeg deze steen weer een plaats in de kerk, opgenomen in het doophek. Bij de laatste restauratie heeft het doopvont weer een vrije opstelling gekregen in het koor.
De Grafzerk op het Koor Deze vroeger grotendeels onder de kerkbanken liggende blauwe grafzerk werd in1950 overgebracht naar het koor. Het randschrift, dat om de grafzerk is aangebracht vangt aan in de linkerbovenhoek en luidt: ‘1566 de X Julius starf die Edel en vrome Joncker Unico Ripperda heer tho Dijkhuise en Holwiert droste va Zallant. Int Jar XVCLIIII den XXIII Novebr. starf die eerbr. en dogsa Juffer Jutta va Twicklo genat Ripperda drosti van Zallant’.
9
9. Restauratie exterieur Oale Grieze Hellendoorn afgerond Zoektocht naar ijzeroer Het schip van de Hervormde Kerk bestaat voor het grootste gedeelte uit zogenaamd ijzeroer. Tijdens de restauratie van het exterieur is besloten om inferieur inboetwerk in deze geveldelen opnieuw met oersteen in te boeten. Echter waar haalt men tegenwoordig oersteen vandaan. Oer, het woord heeft nog altijd een magische klank. Vroeger moet een van de kerkpaden naar de Plaskerk in Raalte de Oerweg hebben geheten. De herinnering is er nog. De weg van Okkenbroek over Lettele naar Schalkhaar heet nog altijd de Oerdijk. Op veel plekken in Salland moet vroeger oer in de grond gezeten hebben. Oer, de vanzelfsprekende afkorting van ijzeroer. IJzeroer is een ophoping van ijzerdeeltjes in de grond. Scheikundig is het een ingewikkeld verhaal maar het is ook eenvoudig uit te leggen. Het komt er in het kort op neer dat ijzeroer op twee manieren kan ontstaan. Op plaatsen waar grondwater aan de oppervlakte komt waar kwel is, kan het ijzer dat in dit water is opgelost neerslaan, oxideren. Op deze plekken vormen zich kleine klontjes ijzer. Als de kwelstroom maar lang genoeg aanhoudt, kunnen er decimeters dikke plakkaten ijzeroer gevormd worden. IJzeroer kan ook ontstaan doordat beekjes regelmatig overstromen. Het ijzer in het water komt in contact met de lucht en oer wordt afgezet. In Salland is veel oer geweest. Regenwater wordt opgevangen door de Sallandse Heuvelrug. Het zakt naar beneden en stroomt onder de grond richting de IJssel, de Regge en deVecht. In de lage delen komt een deel van dit regenwater als kwelwater omhoog. Ronduit spectaculair was de archeologische vondst van enkele jaren geleden in Heeten. Enkele honderden ijzerovens van voor onze jaartelling zijn toen ontdekt. Vanaf de 18e eeuw is het Sallandse ijzeroer gebruikt door de ijzergieterij in Deventer. Maar hoeveel? Er zijn cijfers bekend van het vervoer van ijzeroer over de Overijsselse kanalen. Tussen 1870 en 1930 zijn er via deze kanalen tienduizenden tonnen ijzeroer afgevoerd. Voor de boer is ijzeroer vervelend. Het ijzeroer vormt een storende laag. Het water wordt tegengehouden en plantenwortels dringen er niet doorheen. Vandaar dat het meeste ijzeroer
10
verdwenen is. Afgegraven, en tot nog in de vorige eeuw verkocht als ijzererts of gebruikt als fundering van wegen en weilanddammen. Onze zoektocht begon op internet en ging via archeologische diensten naar Heemse, Heeten, Hulsen en Ommen, om uiteindelijk in Marle te eindigen. Daar bleken meerdere brokken van klein tot groot, om een bloemperk te liggen. Deze brokken konden ze missen als …… Ook in een dam even verderop lag nog een groot stuk oersteen. De eigenaar vertelde nog dat in zijn land de oersteen direct onder de zoden ligt. De naam zodenijzersteen zoals ijzeroer of moerasijzererts ook wel wordt genoemd, is hier dus heel toepasselijk. ‘Wanneer er meer nodig is, kom dan maar weer langs’, was zijn hoopvolle uitnodiging. Van de meegenomen brokken zijn inmiddels diverse stukken gebruikt voor het inboetwerk aan de schipgevels van de kerk.
10. Zorg voor monumentale kerken drukt zwaar op kerkgenootschappen De onderhoud- en restauratiekosten van monumentale kerken dreigt voor kerkgenootschappen een groot knelpunt te worden. In een onderzoek van de Wetenschapswinkel voor Economie van de Rijksuniversiteit Groningen is becijferd dat de kerken daar in 2003 jaarlijks bijna vijftig miljoen gulden meer aan kwijt zullen zijn dan in 1996. Oorzaak hiervan is de regelgeving van de overheid die op alle fronten verscherpt wordt. Door de ontkerkelijking is de zorg voor de monumentale kerken bovendien een steeds zwaardere last voor steeds minder mensen. De overheid zegt bereid te zijn om veel subsidie te verstrekken voor het onderhoud en de restauratie van monumenten. Ze voegt daarbij echter niet de benodigde budgetten nu de BRRM zal worden beëindigd en de nieuwe instandhoudsregeling BRIM vooralsnog onvoldoende budget mee krijgt. De zorg voor de kerkelijke monumenten raakt daardoor opnieuw in zwaar weer.
11
12
13
12. Duurzaam planmatig onderhoud Het beheer van kerkelijke gebouwen door beheersraden en kerkrentmeesters wordt steeds meer aan structuur onderhevig. De kerkenraden moeten bijvoorbeeld meerjaren beleidsplannen opstellen. Ieder bestuur geeft daar op zijn eigen wijze invulling aan, veelal bijgestaan door de medewerkers van de Protestantse Dienstencentra. Voor monumentale kerkgebouwen is meerjarig en planmatig onderhoud al sinds de 90-er jaren gemeengoed. Met de komst van de nieuwe instandhoudingsregeling (BRIM) zullen al deze kerkgebouwen een meerjarenplan dienen te hebben om voor subsidie in aanmerking te komen. Juist voor de overige kerkelijke gebouwen ontbreekt het veelal aan inzicht in de kostenontwikkeling van het onderhoud. Vaak is er nog min of meer sprake van ad-hoc beleid. Gebrek aan kennis van de gebouwen en haar inventaris (ook orgels) leidt niet zelden tot onverwachte investeringen waarvoor dan vervolgens onvoldoende middelen zijn gereserveerd. Inzicht in onderhoudsbehoefte maakt financiële planning mogelijk. Een langjarig meerjarenplan draagt bij aan continuïteit. Om hierin een handreiking te doen is door de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen een meerjarenprogramma opgezet dat met een eenvoudig spreadsheet-programma hanteerbaar is. Voor een leesbaar en overzichtelijk weergave van achterstallige, structurele en incidentele werkzaamheden kunt u nu profiteren van een meerjarenprogramma waarmee u een heldere kijk op uw toekomstige onderhoudswerk krijgt.
13. Brandpreventiebeleid In februari 2002 zond staatssecretaris De Vries aan alle gemeenten een ‘Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw'. Het stuk bevat tal van tips en richtlijnen. De voorgestelde aanpak is voor de monumentale situatie niet houdbaar en zelfs in strijd met de bestaande bouwregelgeving. Bescherming van monumenten, verdient in bepaalde gevallen voorrang boven het aanpassen aan nieuwe veiligheidseisen. Het bouwbesluit biedt daartoe de mogelijkheden. In samenwerking met Bouwregelgeving Informatie- en Adviescentrum, TNO en RDMZ is een informatieblad opgesteld. Onderwerp van deze publicatie is het Bouwbesluit 2003 en brandveiligheid in monumenten. Het blad is verkrijgbaar bij de RDMZ. In navolging van de problematiek heeft een projectgroep op 28 mei 2004 een publicatie uitgegeven onder de titel ‘Veiligheid in kerken. Het is van groot belang dat alle kerkrentmeesters kennis dragen van de inhoud van deze publicatie. Informatie hierover kunt u navragen bij de RdMz.
14
14. De WOZ De vrijstelling van de Onroerende Zaakbelasting bij kerkgebouwen ongeacht of deze een monument zijn, blijft van kracht mits er sprake is van minimaal 70 pct. gebruik in het kader van de eredienst. Voor kerkelijke rijksmonumenten geldt de waarde in het economisch verkeer. De Hoge Raad besloot in augustus 2000 de waarde van monumentale kerken te stellen op ƒ 1,--. Voor overige kerkelijke gebouwen geldt de gecorrigeerde vervangingswaarde. Per 1 januari 2001 is een nieuwe waarderingsperiode ingegaan. De VNG heeft haar leden, (de gemeenten) uitleg gegeven over de uitspraak van de Hoge Raad.
15. Waterschaplasten De Waterschappen in Nederland hanteren verschillende tarieven. Informatie over de tarieven die geheven worden in het district zijn bij de betreffende Waterschappen op te vragen. Verder zijn er gebieden waar de heffing van Waterschapsbelasting en Zuiveringschapsbelasting afzonderlijk worden vermeld. Het CIO-K (De commissie kerkelijke gebouwen van het interkerkelijk contact in overheidszaken) is in overleg met diverse instanties om in de tarieven meer eenheid te krijgen.
16. Ecotax Beheerders van kerken worden getroffen door wetten die –onbedoeld overigens– in hun nadeel blijken te werken. De invoering van de ecotax bijvoorbeeld, was niet bedoeld om de belastingdruk te verhogen. De opslag op de energieprijzen werd gecompenseerd door een verlaging van de inkomstenbelasting. Monumentale kerkgebouwen slokken veel energie op, maar betalen geen belasting. Ofwel, de ecotax is nadelig. Daarom kunnen met ingang van 2000 colleges van kerkrentmeesters van kerkgebouwen 50 pct. van de betaalde Ecotax op geleverde energie terugkrijgen. De restitutie geldt ook voor onroerende zaken die eigendom zijn van instellingen van maatschappelijk werk, sociale en culturele aangelegenheden. De inspectie te Emmen, aan wie de formulieren voor restitutie van Ecotax gericht moeten worden, stelt zich positief op.
17. Baatbelasting Gemeenten proberen instellingen zoals kerkelijke gemeenten te betrekken in de baatbelasting. Dit is een belasting die de burgerlijke gemeente kan instellen. Wanneer een gemeente ‘baatbelasting’ instelt, moet vooraf overleg en instemming plaatsvinden met eigenaren en of gebruiker en huurder over te treffen werkzaamheden. Er moet een duidelijke relatie zijn tussen werkzaamheden, de baat voor de ondernemer en de belasting. Het is bekend dat er gemeenten zijn die voor kerkelijke instellingen vrijstelling verleende. De Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de PKN, voorheen de Vereniging van Kerkvoogdijen, zou gaarne informatie ontvangen van gemeenten waar ‘baatbelasting’ is ingevoerd en waar vrijstelling voor kerken is verleend. Adres: Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer, Postbus 176, 3300 AD Dordrecht of per e-mail
[email protected]
15
18. Legionella Wanneer er warmwater tappunten voor publiek toegankelijke ruimten zijn moet hiervoor een risicoanalyse gemaakt worden. Dit geldt voor alle gebouwen waarin de mogelijkheid bestaat dat bezoekers warmwater kunnen tappen en consumeren. Vooral in kerkgebouwen kan de stilstand van water in het leidingnet problemen geven. Laat u omtrent de te treffen voorzieningen door een deskundige voorlichten. Informatie over een e.v. in te schakelen adviesbureau kan het waterleidingsbedrijf gratis verstrekken.
19. Verlaagd BTW-tarief Op de arbeidsintensieve diensten schilderen en stukadoren blijft voorlopig een verlaagd BTW-tarief gelden van 6%. Het gaat in dit kader om in- en exterieur van woningen waarin particulieren permanent mogen verblijven en ouder dan 15 jaar zijn. Garages, schuren, serres, aan- en uitbouwen, tuinhekken e.d. behoren tot een particuliere woning, voor zover zij op hetzelfde perceel als de particuliere woning zijn gelegen. Voor de toepassing van het verlaagde tarief is het niet noodzakelijk, dat het schilderwerk door een schildersbedrijf wordt verricht: ook aannemers, klusbedrijven e.d. mogen het verlaagde tarief toepassen indien en voor zover zij (onderdelen van) schilderwerk verrichten. Inhoudelijk gaat het om preventief onderhoud, geen curatief onderhoud. Voor uw pastorieën en beheerswoningen is dit een aantrekkelijk gegeven.
20. Kerktelefoon Vanaf 1 januari 2005 kan kerktelefoon door kerkelijke gemeenten worden aangeboden via de ether. Na een lang proces van onderhandelingen en het nemen van proeven mogen de gemeenten vanaf 1 januari 2005 gebruik maken van de etherfrequentie. De Stichting Intermediair Kerkomroep Nederland {SIKN) heeft daarmee een landelijk dekkend systeem gerealiseerd. Kerktelefoon via de ether is een alternatief dat is bedoeld voor kerkelijke gemeenten die geen gebruik kunnen of willen maken van andere kerktelefoon systemen die technisch wel mogelijk zijn. Het systeem maakt gebruik van een zender in de kerk en een luisterkastje thuis. De kerk krijgt een frequentie toegewezen en mag een zendbereik van 5 km niet overschrijden. De SIKN is opgericht door het CIO-K en de Landelijke Organisatie Kerktelefoon (LOK) om goedkoper alternatieven te ontwikkelen. De SIKN exploiteert een netwerk waarmee kerktelefoon op drie manieren kan worden aangeleverd, te weten ether, intranet en kabel. Intranet en kabel zijn twee jaar operationeel. Per 1 januari 2005 komt daar de etherfrequentie bij. De SIKN werkt in hoofdzaak met vrijwilligers en heeft een breed dienstenpakket ontwikkeld. Voor informatie kan men zich wenden tot het secretariaat van SIKN: Golf van Biskaje 4a unit 11, 3446 CP Woerden of e-mail
[email protected]. www.sikn.nl
16
21. Bouwbesluit Het bouwbesluit bevat technische eisen waaraan bouwwerken e.d worden getoetst. De uitgangspunten van het Bouwbesluit hebben betrekking op vier onderdelen, te weten veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid. Deze uitgangspunten zijn vertaald in een serie voorschriften. Een algemene karakteristiek van het Bouwbesluit is dat de voorschriften zoveel mogelijk zijn geformuleerd in zogeheten prestatie-eisen. De prestatie-eis is een gekwantificeerde grenswaarde waarvoor een bepalingsmethode is gegeven. Het is van groot belang deze uitgangspunten duidelijk in een opdracht naar architect of aannemer te formuleren. Procedures verschillen afhankelijk van het type bouwwerk. Voor informatie kan men de website www.vrom.nl raadplegen. Voor verandering/ wijziging van een monumentaal gebouw is altijd een monumentenvergunning nodig. Zonder monumentenvergunning mag op grond van artikel 44 van de Woningwet geen bouwverguning worden afgegeven. Indien er voornemens zijn tot wijziging/ uitbreiding van een gebouw, is het van belang dat over juiste informatie wordt beschikt. Informatie over het Bestemmingsplan en de Welstandsnota kunt u veelal verkrijgen op de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling van uw gemeente of stad. Onze SBKG beschikt over kennis en ervaring om de colleges van kerkrentmeesters omtrent het vergunningstraject te adviseren.
22. Verhuur kerkelijke ruimten Voor het verhuren van gebouwen en vergoedingen voor bewezen diensten heeft de VKB, de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de PKN richtlijnen opgesteld. U kunt deze richtlijnen aanvragen bij de VKB, postbus 176, 3300 AD Dordrecht of per e-mail
[email protected].
23. Tarieven dienstverlening - donateurs Hervormde gemeenten, Gereformeerde kerken en Protestantse gemeenten van andere signatuur kunnen zich als donateur bij onze stichting aansluiten. De jaarlijkse bijdrage is vastgesteld op € 50 per kerkgebouw. Voor advieswerkzaamheden berekent onze Stichting een uurloon van € 55. Wanneer uw college zich voor bouwkundige voorzieningen, restauratie, groot onderhoud, verbouw en of wijziging van bouwwerken ziet geplaatst wordt geadviseerd eerst met onze SBKG te overleggen. Wanneer u nog niet bij onze Stichting aangesloten bent, nodigen wij u van harte uit voor een vrijblijvend gesprek. U kunt hiervoor contact opnemen met de heer H. Bron van ons Bouwbureau. Telefoon: (0578) 570157 E-mail:
[email protected] Wanneer u besluit donateur te worden van onze stichting dan stellen wij dat zeer op prijs. U wordt dan door nieuwsbrieven en het blad BEHOUD op de hoogte gehouden van actuele zaken. Tevens draagt u bij in de continuïteit van onze werkzaamheden ten gunste van kerkrentmeesters. Draagvlak vanuit de provincies is van wezenlijk belang in onze contacten met de overheden van gemeenten, provincie en de rijk. Zevenenzeventig colleges van kerkrentmeesters en kerkbesturen gingen u voor. Voor aanmelding kunt u gebruik maken van het formulier op het laatste blad.
Maart 2005 17
Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Overijssel en Flevoland De Stichting is in september 1989 opgericht. Het was een initiatief van de provinciale organen van de Nederlandse Hervormde Kerk in Overijssel en Flevoland. De opzet was eigenaren van kerkelijke gebouwen behulpzaam te zijn bij restauratieplannen, verbouwingen en onderhoud van gebouwen en tot die gebouwen behorend meubilair. In eerste instantie werkt de Stichting binnen het verband van de Nederlandse Hervormde Kerk, maar ook andere kerkgenootschappen kunnen van haar diensten gebruik maken. De te verlenen diensten bestaan uit: het opmaken van een bouwkundig onderhoudsplan voor één of meerdere jaren; het begeleiden van de uitvoering van onderhoudsplannen; de projectbegeleiding van nieuwbouw, verbouw- en restauratieplannen, inclusief orgels; het werven van subsidies en fondsen voor bovengenoemde plannen; het verstrekken van incidentele adviezen.
Secretariaat:
van Dedemlaan 33
8061 CJ
Hasselt
Tel.: 038-4771792
Bouwbureau:
Vossenhoek 16
8172 AB Vaassen
tel. 0578-570157 fax 0578-570177 mobiele telefoon 06 50688957 e-mail:
[email protected]
18
AANMELDINGSFORMULIER
Het College/ bestuur van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . is gaarne bereid het functioneren van de 'STICHTING BEHOUD KERKELIJKE GEBOUWEN IN OVERIJSSEL en FLEVOLAND' te ondersteunen en verstrekt daartoe de volgende gegevens: Momenteel zijn gebouwen in beheer, waarvan er zijn aangemerkt als monument.
........ ........
wel / geen *
Wij zijn lid van de Monumentenwacht en hebben er geen bezwaar tegen dat een inspectie-rapport ook wordt toegezonden aan bovengenoemde Stichting.
wel / niet *
Een meerjarenplanning voor onderhoud is aanwezig.
wel / niet *
Advisering bij het opstellen of bijhouden van meerjarenplannen zullen wij op prijs stellen. Het College/ bestuur is bereid om, na ontvangt van de nota, de gevraagde jaarlijkse donatie van 50,00 € te betalen.
Een overzicht van de bij ons in beheer zijnde gebouwen geven wij u op bijgaand overzicht. Namens het College/ bestuur,
Contactpersoon: Naam
:
Adres
:
Woonplaats
:
Telefoonnununer
:
•
Doorhalen wat niet van toepassing is. 19
20