BOORnieuws Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
Nummer 7 voorjaar 2006
De opgraving van een woonterp met boerderij uit circa 1200 in de bouwput van het RandstadRail-station Blijdorp. BOOR-medewerkster Margriet Stronkhorst documenteert een houten staander van de middeleeuwse boerderij.
Aflevering 7 van BOORnieuws geeft aandacht aan de opgraving van een middeleeuwse boerderij in de bouwput van het toekomstige RandstadRail-station Blijdorp. De boerderij is gebouwd op een terp en dateert uit circa 1200 na Christus. Veel oudere bewoningssporen, uit circa 40003500 vóór Christus, werden door het BOOR onderzocht in het plangebied GroenenhagenTuinenhoven (Rotterdam-IJsselmonde). De prehistorische resten bevonden zich hier op een zogenaamde donk, een rivierduin waarvan er veel in de ondergrond van de gemeente Rotterdam voorkomen. In deze uitgave van BOORnieuws wordt extra aandacht besteed aan de prehistorische bewoning op de donken.
Behalve opgravingen heeft het BOOR de afgelopen maanden ook andersoortige veldonderzoeken gedaan, zoals proefsleuvenonderzoek en grondboringen. De lijst met BOORrapporten in deze uitgave van BOORnieuws getuigt daarvan. Dit soort onderzoeken vindt bijna altijd plaats voorafgaand aan het technische grondwerk, zoals het uitgraven van bouwputten, het heien, de aanleg van singels, etcetera. Door archeologie efficiënt en vroegtijdig in te brengen in bouwplannen en ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ordening, wordt én recht gedaan aan het cultureel erfgoed van Rotterdam én wordt de bouwstroom niet gestagneerd. Ook de Archeologische Waardenkaart van Rotterdam, die onlangs door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld, draagt hieraan bij. Over de waardenkaart valt in dit nummer van BOORnieuws ook meer te lezen.
BOORnieuws
terp
greppel
afrastering
ingang vlechtwand
drempel vloerrooster voor vee
drempel boerderij asplekken
a ingang
Nieuwsbrief van Bureau– Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
Middeleeuwse terpboerderij in Blijdorp "In de bouwput voor het nieuwe RandstadRail-station Blijdorp aan de Statenweg zouden met gemak dertig gemeentelijke zwembaden passen. Achter een hek gaapt een gat van 125 meter lang, 25 meter breed en zo'n acht meter diep", zo begint een paginagroot artikel in het
0 10m
b
Rotterdams Dagblad van 19 augustus 2005. Precies op deze plaats is in de zomer van 2005 door het BOOR een woonterp met een boerderij uit circa 1200 opgegraven. Vlakbij werd eerder de fundering van het ‘Keezending’ gedocumenteerd, een eind 18de-eeuws stoomgemaal. Daarover heeft BOORnieuws nummer 6 u al geïnformeerd. De resten van de boerderij lagen ruim 5 meter onder het maaiveld. De terp en de boerderij zijn de afgelopen eeuw zo'n twee meter gezakt. Dit komt door het gewicht van een fiks ophogingspakket dat is aangebracht bij de aanleg van de woonwijk Blijdorp. Hierdoor is de ondergrond, die uit een dik veenpakket bestaat, gaan inklinken. De boerderij lag gedurende de bewoning aan het eind van de 12de en het begin van de 13de eeuw midden in een veengebied. Enkele eeuwen daarvoor was dit veengebied ontgonnen en voor bewoning geschikt gemaakt door het graven van talrijke parallel lopende sloten. De sloten zorgde voor de ontwatering van het veengebied.
c
De ontwatering had een onbedoeld neveneffect: het maaiveld ging dalen. Hierdoor nam de wateroverlast en de dreiging van het buitenwater weer toe. Bewoning in het veengebied was nog wel mogelijk, maar dan alleen door er verhoogde huisplaatsen aan te leggen. Al gauw bleek ook dit niet meer afdoende. In het begin van de 13de eeuw legde men ten zuiden van de vindplaats de Beukelsdijk aan, waardoor de polder Blijdorp ontstond. Men ging nu op en aan de dijken wonen. De polder Blijdorp werd drooggemalen door poldermolens en vanaf 1787 enkele jaren lang door het eerder genoemde stoomgemaal. De middeleeuwse woonterp is opgebouwd uit veen- en kleikluiten. Van de boerderij zijn de houten staanders en vlechtwerkwanden teruggevonden. Ook de houten drempel bij de ingang van de boerderij en resten van een haardplaats zijn aangetroffen.
BOORnieuws
nummer 7
voorjaar 2006
pag.
d
a. De boerderij aan het begin van de opgraving (vanuit het zuid)en. De gele stokjes zijn bij de funderingspalen geplaatst. b. Schematische weergave van de opgravingsplattegrond. c. Een detail van de vlechtwerkwand van de boerderij. d. Werkzaamheden aan het vloerrooster.
thema: DONKEN
Wat plantenresten ons vertellen Voor de aanleg van de RandstadRail zijn voor het archeologisch vooronderzoek grondboringen gezet ter hoogte van het Centraal Station Rotterdam. Daarbij is een donk aangetroffen met prehistorische bewoning op zo'n 12 meter diepte. Aan de hand van C14-dateringen van het opgeboorde houtskool zijn de resten gedateerd in circa 5500 voor Christus.
Aan het einde van de laatste IJstijd, zo'n 12.000 jaar geleden, was er nog geen sprake van een Noordzee: Engeland en het vaste land van Europa lagen nog aan elkaar vast. Het zeewater was 'opgeslagen' in grote ijskappen. In die tijd heersten extreem lage temperaturen. Het land was grotendeels onbegroeid, waardoor de wind vrij spel had. Het huidige grondgebied van de gemeente Rotterdam maakte toen deel uit van een brede riviervlakte. Het zand uit de droogliggende beddingen werd 's winters door de wind opgewaaid. Zo ontstonden rivierduinen, die soms wel veertien meter boven het toenmalige landschap uitstaken. De rivierduinen worden ook wel aangeduid als donken. Rond 10.000 jaar voor Christus kwam er een einde aan de IJstijd. Het klimaat verbeterde, de ijskappen begonnen af te smelten, waardoor het Noordzeebekken zich geleidelijk vulde met water. De zeespiegelstijging zorgde er voor dat het rivierwater vanuit het achterland moeilijker kon worden afgevoerd, waardoor in de loop der tijd het land natter werd en er een moerasrijke omgeving ontstond. Jagers, vissers en verzamelaars uit de Midden-Steentijd (9000-5500 voor Christus) en uit het begin van de Nieuwe Steentijd (55002000 voor Christus) waren hier om te jagen, te vissen en om plantaardig voedsel te verzamelen. Hun tijdelijke, seizoensgebonden kampementen legden ze in het deltagebied aan op de hoger en droger gelegen plaatsen, zoals op de donken. In de gemeente Rotterdam komen in de ondergrond veel donken voor. De nu bekende donken liggen meestal meters diep onder het maaiveld. Dit komt doordat er in de loop van duizenden jaren klei- en veenpakketten op zijn afgezet. Diepe graafwerkzaamheden (bijvoorbeeld bij de aanleg van tunnels of parkeergarages) bieden soms de gelegenheid kennis te nemen van de oude bewoningssporen op donken in Rotterdam. De oude bewoningssporen zijn nu van een aantal donken binnen Rotterdam bekend. De donken liggen voornamelijk in oost-west georiënteerde stroken en ze komen zowel aan de noord- als zuidzijde van de Nieuwe Maas voor. Op pagina 4 en 5 zijn de bekende donken in Rotterdam weergegeven en wordt een aantal vindplaatsen toegelicht. Op pagina 6 vindt u een verslag van een recentelijk uitgevoerd archeologisch onderzoek van een donk in het plangebied Groenenhagen-Tuinenhoven (IJsselmonde).
In een van de boringen bij het Centraal Station van Rotterdam is een stukje touw aangetroffen, dat waarschijnlijk deel heeft uitgemaakt van een visnet. Werkelijke grootte circa één centimeter. Langs de donk stroomde ten tijde van de prehistorische bewoning een geul. De opgeboorde grond uit de opvulling van deze geul is door een botanicus bestudeerd. Op basis van zijn onderzoek van stuifmeelkorrels en macroresten (onder andere pitten en zaden) is het nodige te zeggen over het landschap en het voedsel van de prehistorische mens. In de geul groeide een rijk assortiment waterplanten, waarvan vooral de grote vruchten van de waternoot als voedsel gebruikt werden. Op het zandige rivierduin werden voor consumptiedoeleinden ook hazelnoten, wilde appels en vruchten van rode kornoelje verzameld. De bewoning vond plaats in een getijdengebied met voedselrijk, zoet water dat ook een gunstige voorwaarde was voor een rijke visstand. Dat er door bewoners gevist werd, blijkt uit de verbrande viswervels die volop in de boorkernen aanwezig waren. De aangetroffen resten van akkeronkruiden wijzen erop dat bewoners van de donk stukken bos op de donk gekapt hebben. Ze deden dit waarschijnlijk om een kampplaats te creëren. Landbouw en veeteelt kende men nog niet, men hield zich bezig met jagen, vissen en voedselverzamelen. De opgeboorde, tot touw gedraaide en geknoopte, plantenvezels uit de geul betreffen waarschijnlijk restanten van visnetten. In welk seizoen de mensen op de donk verbleven, is nog niet goed bekend. De restanten van verzamelde waternoten, hazelnoten en wilde appels wijzen in ieder geval op activiteiten in de herfst.
Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
prehistorische woonplaatsen in een moerasrijke omgeving
BOORnieuws
Mechanische boringen naar de donk onder het emplacement van het Centraal Station Rotterdam in 2003 (1).
Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
2. Hillegersberg Donken in kaart 1. De bewoningssporen op de donk, die zich zo'n 12 meter onder de sporen van het Centraal Station Rotterdam bevinden, dateren uit circa 5500 voor Christus. De bewoning was gesitueerd langs een kreek met zoetwater. De bestudeerde visresten waren alle afkomstig van zoetwatervissen, zoals karperachtigen (o.a. blankvoorn en rietvoorn), snoek, paling, maar ook steur, baars en zalm. 2. De dorpskern van Hillegerberg met de kerk en de kasteelruïne ligt op een donk. In 1957 werden er al vuursteen en scherven verzameld op de begraafplaats nabij de kerk. In 1990 heeft het BOOR een archeologisch onderzoek verricht op de hoek van de Bergse Dorpsstraat en de Kerkstraat. Aan de hand van boringen en een opgravingssleuf is een bewoningslaag uit de Nieuwe Steentijd in de top van het donkzand vastgesteld. Aardewerk, vuurstenen werktuigen en houtskool zijn daarbij verzameld. Ook in februari 2006 is in de bouwput van een nieuw Albert Heyn-filiaal in Hillegersberg een cultuurlaag op een donk vastgesteld.
H illegersberg S chiebroek R otterdam - A irport
O verschie
N oord
1. CS Rotterdam
K C
S tadscentrum D elfshaven
N
ie
uw
e
M
aa
H e y plaat C harlois
Boven: Ligging van de nu bekende donken met de in de tekst vermelde vindplaatsen. Links: Een opgravingssleuf in Hillegersberg (2) waarin het BOOR in 1990 een bewoningslaag uit het Neolithicum aantrof op de top van de in de ondergrond aanwezige donk. Ook de kerk en kasteel ruïne van Hillegersberg zijn boven op de donk gelegen.
Rechts: Een impressie van het onderzoek in Groenenhagen-Tuinenhoven (6) in de winter van 2005.
BOORnieuws
nummer 7
voorjaar 2006
pag.
s
F eijenoord
geroerde grond klei, licht zandig klei, licht zandig, licht venig
Boven: Voor en tijdens de aanleg van de wijk Beverwaard (3) vond in 1981 een archeologisch onderzoek plaats op de daar aanwezige donk. De prehistorische bewoningssporen werden in kaart gebracht door opgravingsputten en proefputten. De tenten van steigerbuizen, planken en landbouwfolie gaven garantie voor doorwerken bij slecht weer.
4. Bergse Bos
veen
kleibandje veen
P rins A le x ander
Rechts: Doorsnede van de bodemopbouw boven de donk van de locatie Bergse Bos (4). Onderin het houtskool, op en in de top van het donkzand.
K ralingen C rooswijk
tadscentrum
6. GroenenhagenTuinenhoven
eijenoord
5. ‘t Hart
I J sselmonde
3. Beverwaard
houtskool donkzand
3. In 1981 is bij de aanleg van de wijk Beverwaard door het BOOR een klein deel van een donk onderzocht. Vastgesteld is dat er in de MiddenSteentijd, Nieuwe Steentijd en Bronstijd op gewoond werd. De sporen uit de Midden-Steentijd bestaan uit een haardplaats en enkele vuurstenen werktuigen. De enkele restanten uit de Nieuwe Steentijd kunnen toegeschreven worden aan de Vlaardingercultuur. Zij woonden tussen 3500 en 2500 voor Christus in West-Nederland en het Midden-Nederlandse rivierengebied. Het waren boeren, die aan akkerbouw en veeteelt deden en permanente nederzettingen kenden. Toch leverden ook vis en wild een belangrijke bijdrage aan hun voedselpakket. Ze gebruikten de donk dan ook stellig als een tijdelijke kamp, van waaruit werd gejaagd en gevist. 4. In augustus 2005 heeft het BOOR in opdracht van Horizon Instituut voor Jeugdzorg en Onderwijs een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd voor de nieuwbouw van twee groepswoningen en een activiteitencentrum in het plangebied Bergse Bos. Met grondboringen is vastgesteld dat in de ondergrond een donk met bewoningssporen ligt. In de boringen zijn namelijk houtskool, vissenwervels en een fragment van een hazelnoot gevonden. De precieze ouderdom van de archeologische resten is nog niet bekend, daarvoor is verder onderzoek noodzakelijk, ook in het veld. 5+6. Rotterdam-'t Hart en Groenenhagen-Tuinenhoven In 2004 is in opdracht van het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR) in het plangebied 'Hart (IJsselmonde) door het BOOR een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Ook hier is een donk met vuursteen, verbrand bot en houtskool aangeboord. In de loop van 2006 is daar een opgraving gepland. Voor Groenenhagen-Tuinenhoven, zie pagina 6.
BOORnieuws
nummer 7
voorjaar 2006
pag. 5
Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
klei, licht zandig
Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
BOORnieuws
Enkele van de vuursteenfragmenten van de opgraving Groenenhagen-Tuinenhoven (4000-3500 voor Chr.) Schaal 1:1.
Bij het proefsleuvenonderzoek zijn inderdaad sporen en vondsten uit de Nieuwe Steentijd gevonden. Het proefsleuvenonderzoek is in december 2005 gevolgd door een nader onderzoek. Hierbij is alleen het gedeelte van het plangebied opgegraven datdoor de nieuwbouwwerkzaamheden zou worden verstoord.
Groenenhagen-Tuinenhoven In opdracht van het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR) heeft het BOOR de bouw van appartementen in het plangebied Groenenhagen-Tuinenhoven archeologisch begeleid. Uit de grondboringen bleek de aanwezigheid van een donk in de ondergrond. Hoewel er in de boringen geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, is toch -als check- in mei 2005 besloten tot een proefsleufonderzoek. De reden hiervoor is dat het vaststellen van sporen op een donk door middel van grondboringen niet altijd gemakkelijk is, terwijl de kans dat donken bewoond waren heel groot is.
De bewoningsresten die bij het onderzoek zijn aangetroffen, lagen op de top van de donk. Ze dateren uit de periode tussen 4000 en 3500 voor Christus. Behalve een grote hoeveelheid scherven van aardewerk, vuurstenen werktuigjes en afval van vuursteenbewerking, zijn verbrand bot en houtskool aangetroffen. Een houtskoolconcentratie kan als restant van een haard worden beschouwd. C14-dateringen wijzen erop dat de donk rond 3000 voor Christus 'verdrinkt'; klei- en veenlagen worden in de daaropvolgende millennia op de donk afgezet. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in een BOORrapport. Op dit moment vinden er allerlei deelonderzoeken plaats, zoals botanisch onderzoek van de grondmonsters, de studie van de botresten en C14-analyse.
BOORrapporten
241 D.E.A. Schiltmans 2005. Rotterdam Wester-
250 F.J.C. Peters 2005. Archeologische begelei-
De resultaten van archeologische (voor)-onder-
laan-Calandstraat. Archeologische inventarisatie
ding van de restauratie van het Oude Stadhuis in
zoek door het BOOR worden vastgelegd in nuch-
door middel van grondboringen.
de gemeente Schiedam.
tere, zakelijke rapporten: de BOORrapporten. In
242 R.A. Lelivelt 2005. Rotterdam Zuidwijk De
252 R.A. Lelivelt 2006. Brielle Seggelant-Noord.
het afgelopen half jaar verschenen de volgende
Burgen. Archeologische inventarisatie door mid-
Een bureauonderzoek en een verkennend en
uitgaven (voorafgegaan door het rapportnum-
del van grondboringen.
karterend inventariserend veldonderzoek door
mer):
243 M.C. Dorst 2005. Rotterdam Groenenhagen-
middel van grondboringen.
146 E. Meirsman en J.M. Moree 2006. Albrands-
Tuinenhoven. Waarderend archeologisch onder-
253 M.C. Dorst 2005. Westvoorne Oostvoorne
waard Portland. Opgraving van vindplaats 20-
zoek door middel van een proefsleuf naar een
Pinnepot. Archeologische inventarisatie door
134 uit het Neolithicum.
mogelijke vindplaats in de top van het Holland-
middel van grondboringen.
219 E. Meirsman 2006. Barendrecht Gaatkens-
veen.
254 E. Meirsman 2005. Spijkenisse De Stoep.
plas 4. Documentatie van een deel van de dijk
244 E. Meirsman en M.C. Dorst 2005. Rotterdam
De documentatie van archeologische waarden bij
om de middeleeuwse Riederwaard bij het graven
Groenenhagen-Tuinenhoven. Waarderend
het deels ontgraven van een dijklichaam.
van een waterpartij (vindplaats 20-136).
inventariserend veldonderzoek door middel van
255 E. Meirsman 2005. Spijkenisse Staal-meesters II. Waarderend archeologisch onderzoek
228 R.A. Lelivelt 2006. Rotterdam Weenatunnel
proefsleuven en grondboringen op de top van
en Museumpark. Archeologische en geologische
een fossiel rivierduin.
door middel van grondboringen en begeleiding
beschrijving van diepe grondboringen.
245 D.E.A. Schiltmans 2005. Westvoorne Stryp-
van het uitgraven van een rioolsleuf.
234 D.E.A. Schiltmans 2005. Schiedam Polder-
se Wetering, deeltraject Kade-Vogelenzangweg.
256 E. Jacobs en M.C. Dorst 2005. Brielle
wetering. Archeologische verkenning door middel
Archeologische inventarisatie door middel van
Dijkstraat-Witte de Withstraat. Archeologisch
van grondboringen.
grondboringen.
onderzoek naar de dijk van Polder Oosterland en
236 D.E.A. Schiltmans 2005. Ridderkerk Veren
246 R.A. Lelivelt 2005. Rotterdam Pernis Velsen-
daaraan gelegen bebouwing aan de westzijde.
Ambachtseweg. Archeologische inventarisatie
aerhof. Archeologische inventarisatie door middel
257 R.A. Lelivelt en J.M. Moree 2005. Rotterdam
door middel van grondboringen.
van grondboringen.
Bergse Bos. Archeologische inventarisatie door
237 E. Meirsman 2005. Rotterdam MCRZ.
247 R.A. Lelivelt 2005. Albrandswaard Poortu-
middel van grondboringen.
Waarderend archeologisch onderzoek door mid-
gaal Manege. Archeologische inventarisatie door
258 M. Stronkhorst 2005. Spijkenisse Haven-
del van proefsleuven en grondboringen.
middel van grondboringen.
plein-Voorstraat/Tweede Havenslop. Archeolo-
238 M.C. Dorst 2005. Zwijndrecht Tiën. Aanvul-
248 M.C. Dorst 2005. Hellevoetsluis camping De
gische inventarisatie van het plangebied
lend inventariserend en waarderend onderzoek.
Quack. Onderzoek naar de gaafheid van de top
Noordeinde door middel van grondboringen en
239 D.E.A. Schiltmans 2005. Rotterdam Polder
van het Hollandveen door middel van grondbo-
proefsleuven.
Schieveen. Archeologische inventarisatie door
ringen.
260 M.C. Dorst 2006. Schiedam Nieuwland
middel van grondboringen.
249 E. Meirsman 2005. Rotterdam Kleiweg 173.
Parkweg Noord. Archeologisch onderzoek naar
240 E. Meirsman 2005. Westvoorne Oostvoorne
Archeologische inventarisatie door middel van
een middeleeuwse dijk door middel van het
Duinoordseweg/Zwartegatseweg. Archeologische
een grondboring.
begeleiden van proefsleuven.
inventarisatie door middel van grondboringen. BOORnieuws
nummer 7
voorjaar 2006
pag.
Archeologische Waardenkaart (AWK) Rotterdam Op 31 januari 2006 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam de Archeologische Waardenkaart (AWK) van Rotterdam vastgesteld, en de voorlopige lijst met Archeologisch Belangrijke Plaatsen, die in het kader van de Monumentenverordening Rotterdam 2003 bescherming genieten.
De archeologische waarden- en beleidskaart geeft voor het hele gemeentelijk grondgebied de archeologische waarden en verwachtingen weer. Behalve de waarden en verwachtingen geeft de kaart -in grote lijnen- ook aan welk archeologisch beleid er geldt voor de verschillende gebieden. Met andere woorden: de kaart geeft aan hoe er gehandeld moet worden voorafgaande aan grondroerende werkzaamheden,
die eventueel het aanwezige bodemarchief kunnen verstoren. De waarden- en beleidskaart is indicatief van aard en is vooral bedoeld voor opstellers van ruimtelijke plannen om zo vroegtijdig inzicht te krijgen in de archeologische waarden en verwachtingen van terreinen of deelgebieden binnen Roterdam. Door vroegtijdige signalering van archeologische belangen wordt een bijdrage geleverd aan een vlotte, ongehinderde totstandkoming van ruimtelijke plannen, terwijl tegelijkertijd recht wordt gedaan aan de archeologische geschiedenis van Rotterdam. De kaart komt zowel in digitale als analoge vorm beschikbaar.
261 R.A. Lelivelt 2005. Rotterdam Wilhelmina-
273 R.A. Lelivelt 2005. Rotterdam Folkert
282 M.C. Dorst 2005. Rotterdam Campoworld-
pier. Archeologische inventarisatie door middel
Elsingastraat. Bureauonderzoek en verkennend
Pascalweg. Bureauonderzoek en verkennend en
van grondboringen.
inventariserend veldonderzoek door middel van
karterend inventariserend veldonderzoek door
262 R.A. Lelivelt 2006. Rotterdam Vierhaven-
grondboringen.
middel van grondboringen.
strip. Archeologische inventarisatie door middel
274 M.C. Dorst 2005. Schiedam Overschiese-
283 R.A. Lelivelt en F.J.C. Peters 2006. Rotter-
van grondboringen.
straat. Verkennend en karterend inventariserend
dam Groeibriljant. Bureauonderzoek en verken-
263 R.A. Lelivelt 2005. Albrandswaard Poortu-
veldonderzoek door middel van grondboringen.
nend inventariserend veldonderzoek door middel
gaal Manege. Eindrapport van de archeologische
275 E. Meirsman 2005. Rotterdam Lupinehof.
van grondboringen.
inventarisatie.
Bureauonderzoek en verkennend inventariserend
285 R.A. Lelivelt 2005. Spijkenisse Hekelingen
266 A.J. Guiran, E. Jacobs en M.C. van Trierum
veldonderzoek door middel van grondboringen.
Achterweg. Bureauonderzoek en verkennend
2005. Rotterdam Terwenakker. Archeologische
276 M. Stronkhorst 2005. Capelle aan den IJssel
inventariserend veldonderzoek door middel van
begeleiding van de ontwikkeling van een kan-
Achter de Kanaalweg. Bureauonderzoek en
grondboringen.
toorgebouw, woongebouw en parkeergarage.
verkennend inventariserend veldonderzoek door
286 E. Meirsman 2006. Albrandswaard Rhoon
267 M. Stronkhorst 2005. Westvoorne
middel van grondboringen.
Essendael vindplaats 19-12. Onderzoek naar de
Oostvoorne De Ruy. Bureauonderzoek en ver-
277 E. Meirsman 2005. Capelle aan den IJssel
haalbaarheid van een inrichtingsplan ter plekke
kennend inventariserend veldonderzoek door
Kerklaan 2. Bureauonderzoek en verkennend
van een vindplaats uit het Neolithicum.
middel van grondboringen.
inventariserend veldonderzoek door middel van
287 R.A. Lelivelt 2005. Albrandswaard Rhoon
268 M. Stronkhorst 2005. Westvoorne Oostvoor-
grondboringen.
Molendijk. Bureauonderzoek en verkennend
ne Hoefweg/Molenweg. Bureauonderzoek en
278 R.A. Lelivelt 2005. Rotterdam Airport 2.
inventariserend veldonderzoek door middel van
verkennend inventariserend veldonderzoek door
Bureauonderzoek en verkennend inventariserend
grondboringen.
middel van grondboringen.
veldonderzoek door middel van grondboringen.
288 M.C. Dorst 2005. Schiedam Bachplein.
269 E. Meirsman 2005. Schiedam Groenoord
279 M.C. Dorst en A.J. Guiran 2006. Rotterdam
Bureauonderzoek en verkennend inventariserend
Midden-A. Bureauonderzoek en verkennend
Wijnhaveneiland-De Punt. Archeologische bege-
veldonderzoek door middel van grondboringen.
inventariserend veldonderzoek door middel van
leiding van het uitgraven van een bouwput gele-
289 M. Stronkhorst 2006. Westvoorne Oost-voor-
grondboringen.
gen tussen de Wijnbrugstraat, de Wijnhaven, De
ne De Ruy BMW. Bureauonderzoek en verken-
271 C.Y. Burnier en M.C. Dorst en M.C. van
Punt en de Scheepmakershaven.
nend inventariserend veldonderzoek door middel
Trierum (red.) 2005. Schiedam Boterstraat.
280 E. Meirsman 2006. Rotterdam Driehoek
van grondboringen.
Archeologische onderzoek naar het vroeg-stede-
Smeetsland. Bureauonderzoek en verkennend
290 R.A. Lelivelt 2006. Barendrecht Lagewei-
lijk Schiedam.
inventariserend veldonderzoek door middel van
Vrouwenpolder. Bureauonderzoek en verken-
272 E. Meirsman 2005. Albrandswaard Rhoon
grondboringen.
nend inventariserend veldonderzoek door middel
Julianastraat. Bureauonderzoek en verkennend
281 M.C. Dorst 2005. Schiedam Boterstraat 22-
van grondboringen.
inventariserend veldonderzoek door middel van
26. Bureauonderzoek en inventariserend veldon-
291 E. Meirsman 2006. Hendrik-Ido-Ambacht
grondboringen.
derzoek door middel van grondboringen.
Langeweg. Bureauonderzoek en verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen.
Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
De AWK bestaat uit twee kaarten: een archeologische kenmerkenkaart en een archeologische waarden- en beleidskaart. Op de kenmerkenkaart staan structuren die nauw samenhangen met de vele duizenden jaren oude bewoning van Rotterdam. Ze kunnen van natuurlijke oorsprong zijn (donken, fossiele geulen) of van menselijke oorsprong (dijken, stads- en dorpskernen). De lijn- en vlakelementen op de kenmerkenkaart vormen de basis voor de archeologische waarden- en beleidskaart.
Tijdens de feestelijke uitreikingsbijeenkomst nam de burgemeester een interview af met Marco van Trierum (hoofd BOOR). Na het vraaggesprek stelden de kinderen zelf vragen aan Marco van Trierum. Dat was een groot succes. Vragen van "Hoe weet je nou dat er ergens iets in de grond zit?" tot "Wat was de mooiste vondst die u ooit gedaan heeft?" passeerden de revue. Met veel aandacht (maar ook humor) werden de talrijke vragen beantwoord.
BOORnieuws
nummer 7
voorjaar 2006
pag.
De uitreiking van de lesbrief op de campus in Portland in de gemeente Albrandswaard.
Colofon Tekst:
Arnold Carmiggelt (BOOR)
Foto’s:
BOOR, gemeente Albrandswaard
Vormgeving:
Martin Valkhoff (BOOR)
BOORnieuws is een uitgave van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam, Ceintuurbaan 213b, 3051 KC Rotterdam, tel:010-4777053, e-mail:
[email protected] Gratis abonnement U kunt een gratis abonnement op BOORnieuws (2 à 3 maal per jaar) aanvragen bij het BOOR.
Nieuwsbrief van Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam
Lesbrief gemeente Albrandswaard uitgereikt BOORnieuws nummer 5 is een lesbrief over de archeologie van Albrandswaard en in het bijzonder de nieuwbouwwijk Portland. De lesbrief is samengesteld door het BOOR en de Ontwikkelingsmaatschappij Midden IJsselmonde (OMMIJ). Het eerste exemplaar is op vrijdag 2 december 2005 uitgereikt door de burgemeester van Albrandswaard de heer Harald Bergmann, in gezelschap van wethouder Vinex Dick Roelse, aan de kinderen van groep 7 en 8 van de campus in Portland. Alle andere basisscholen in Albrandswaard hebben de lesbrief ook gekregen. Bovendien is de lesbrief verkrijgbaar in de bibliotheken, de oudheidkamer en het infocentrum Carnisselande in Barendrecht.