De derde nieuwsbrief. In februari zijn we opnieuw twee weken in Gambia geweest. We hebben iedereen ontmoet en er zijn weer kleine stapjes gezet. Deze keer werden we vergezeld door Sietske Veenstra, onderwijzeres en haar zoon Jillis, middelbaar scholier die mailt met Sambou. U leest er meer over in deze nieuwsbrief. Maar eerst heeft u nog het verslag te goed van de twee Nederlandse ondernemers die in oktober 2008 met ons mee zijn geweest naar Gambia.
nummer 3 - mei 2009
Waar in Nederland snelheid, tijd en efficiëntie een grote rol spelen bij het opstarten van projecten, gaat het in Gambia over de tijd nemen. Tijd nemen om elkaar beter te leren kennen, met elkaar te eten, de familie te leren kennen. Vertrouwen dat over en weer moet groeien. Kennis nemen van elkaars cultuur en gewoontes. We zijn nu meer dan een jaar verder en langzamerhand ontstaat er steeds meer een dialoog waarin ieder zijn aandeel heeft. Ik leer steeds beter mijn mond te houden, zij zijn steeds meer bezig na te denken over wat hun volgende stap zou kunnen zijn. In de loop van de komende jaren wil ik graag een organisatie ontwikkelen waarin mensen worden begeleid om hun eigen onderneming op te zetten met behulp van Micro-kredieten. De grote vraag is: hoe bereik je dat in een samenleving waarin lenen niet zo is ingeburgerd als bij ons. Op mijn volgende reis in oktober ga ik hiermee aan de slag. Ik ben benieuwd. Ik hoop dat u deze nieuwbrief opnieuw met veel plezier zult lezen en de projecten wilt aanbevelen bij uw vrienden, kennissen en relaties. Met vriendelijke groet, Paula van der Laan
Teksten: Paula van der Laan (initiator), tenzij andes vermeld Foto’s: Paula van der Laan / Ingrid van der Geest / Rick Karg (Kiekez) / Sietske Veenstra Opmaak en eindredactie: Marike Swarts (DTP+)
Ondernemen in Afrika In oktober ben ik twee weken mee geweest met het project Be My Friend naar Gambia. Ik ging mee om het project van Be My Friend te ondersteunen en daarnaast voor twee andere projecten. Het eerste project was voor mijn bedrijf PIT. Het tweede voor een project dat ik een jaar geleden startte: JumpStartArt. Tafelloper uit Gambia Twee keer per jaar stuur ik mijn relaties een mailing. Ik wilde graag een product laten maken in Gambia en dat naar mijn relaties versturen. Paula van der Laan vertelde mij over de verschillende ondernemers die zij had ontmoet. Ze was zeer onder de indruk van het vakwerk en de professionaliteit van Alfunsainey. Deze ondernemer maakt met zijn familie batikstoffen. In Nederland ontwikkelde ik samen met ontwerper Anja de Boer een idee voor een tafelloper en nam dit mee naar Gambia. Na een kennismaking met Alfunsainey en een uitgebreide rondleiding langs alle facetten van het batikwerk, gingen ze aan de slag met deze monsterklus: 100 handgemaakte tafellopers. Tijdens het proces kregen we regelmatig een kijkje in de keuken. Na twee weken kwam Alfunsainey met zijn broer Mohammed 101 prachtige tafellopers afleveren. Vakwerk! Kunst in Gambia Het tweede project was voor JumpStartArt. Dit project is begin 2008 gestart, en er worden op kleine schaal werken aangekocht van kunstenaars uit landen als Cuba, Indonesië en Colombia. Daarnaast brengen we ook materialen zoals verf en kwasten mee. Kebba, onze adviseur, had vooraf drie kunstenaars gevraagd of we langs mochten komen. Het waren drie bijzondere ontmoetingen. We spraken over creativiteit, inspiratiebronnen en werkwijze. Het was bijzonder om te zien dat bij deze mensen de drang om kunst te creëren, ondanks de vaak moeilijke omstandigheden waarin ze leven, groot is. Ook geven ze hun kennis en ervaring weer door aan jonge mensen. In totaal heb ik voor JumpStartArt vijf kleurrijke kunstwerken gekocht. Deze zijn te bekijken op afspraak in de minigalerie van JumpStartArt in Leeuwarden of via de website www.jumpstartart.nl. Leven, samenwerken en delen Als ondernemer moest ik veel regelen om deze twee weken in Gambia mee te werken met het project Be My Friend. Toch was dit een ervaring die ik zeker niet had willen missen. Ik heb bijzondere mensen ontmoet en veel van hen geleerd over leven, samenwerken en delen. Ingrid van der Geest
[email protected]
Fotograferen in Gambia. Wie wil dat niet? In oktober ben ik samen met Paula van der Laan en Ingrid van der Geest twee weken naar Gambia geweest. Mijn doelen waren: - fotograferen van verschillende projecten voor de stichting Be My Friend, - ondersteuning op ICT gebied, - voorbereidingen treffen voor de website van Kebba - uitwisseling met fotografen over kennis en materiaal op ons vakgebied fotografie. De kennismaking met de fotografen verliep vlot. Ze waren van te voren gevraagd door Kebba. Redelijk snel kwam de uitwisseling op gang over ons vakgebied. Zij hadden veel vragen over tips en trucs bij het maken van portretten. Een van de fotografen had een kleine ruimte waar hij portretten fotografeerde. Dit hebben we als uitvalsbasis gebruikt. We zijn gestart met het praten over technische aspecten van het fotograferen. Vervolgens gingen we dit in praktijk brengen en bespraken de foto’s na. Dit leverde leuke discussies op. Hun uitrusting bestaat op dit moment uit een analoge camera. Gelukkig mede door sponsoring van Fietskoerier de Versnelling – Martijn van der Tuin uit Groningen, was het mogelijk om een digitale camera compleet met draagbare printer en supplies mee te nemen om dit project te doen slagen. We hebben veel gesproken over: hoe presenteer je je bedrijf, je foto’s, hoe krijg je zoveel mogelijk klanten etc. Kortom hoe krijg je zoveel mogelijk klanten. Als proef zijn we naar een restaurant gegaan waar we gefotografeerd hebben in de tuin. Deze foto’s, met adres en telefoonnummer, hebben we als bedankje na die tijd aangeboden aan het restaurant. Deze heeft vervolgens de hele serie gekocht om te verkopen als ansichtkaart. Mogelijk dat de fotografen door het restaurant in de toekomst opnieuw worden ingehuurd. Dat was een leuk succes en ondersteunde mijn marketing verhaal. Een vervolg zal mogelijk zijn sponsoring van digitale foto-apparatuur en supplies. Hier is duidelijk een behoefte/vraag naar. Tevens vakliteratuur (engels), techniek met betrekking tot diverse soorten van fotografie. Mocht u dit hebben neem dan contact met mij op. Voor mij was het een bijzondere ervaring is om zo samen te werken met mensen uit een totaal andere cultuur en levenswijsheid. Vragen: Rick Karg – Kiekez! Groningen 050 364 08 49,
[email protected]
Woonwerkgemeenschap voor lichamelijke gehandicapten Alfusainey Janha heeft een batikbedrijf dat bestaat uit verschillende ‘werkplaatsen’, niet meer dan vier palen met een zeil erover. Hieronder zitten mensen te werken die een onderdeel van het productieproces voor hun verantwoordelijkheid nemen. Zijn grote droom is om een werkplaats op te richten waar lichamelijke gehandicapten batikproducten maken. Hij heeft hiervoor beschikbaar: grond, kennis, een netwerk, maar geen middelen. Samen met hem zijn we al een tijd via e-mail bezig om o.a. een bedrijfsplan te maken. De voorwaarden die nodig zijn om een dergelijk bedrijf te beginnen, in kaart te brengen en contacten te leggen. Doelen voor de lange termijn: Verder werken aan het bedrijfsplan. Een start maken met het aanvragen van NGO (kwaliteitskriteria om in aanmerking te komen voor subsidie). Samen met Alfusainey een aantal scholen en werkplaatsen bezoeken om ervaringen uit te wisselen en de mogelijkheden onderzoeken om samen te werken.
Een Afrikaanse Familie Hebben we in Nederland de zorg voor ons gezin, in Afrika ben je onderdeel van de familie en draag je mede zorg voor jouw familie. Voor Alkalie betekent dit de zorg voor 19 mensen. Hij is het hoofd van de familie. Zijn moeder woont samen met zijn broer, 2 vrouwen en 8 kinderen in het familiehuis op het platteland. Het is een hard bestaan. Bij het huis verbouwen zij groente op een stukje grond. Water wordt uit de put gehaald. De vloer van het huis bestaat uit aangestampte aarde. Er zijn geen ramen. De inrichting bestaat uit 2 bedden waar zoveel mogelijk mensen op slapen. Alkalie heeft met hulp van een gift van Be my Friend in oktober 2008 een winkel op het strand kunnen bouwen, een vergunning kunnen kopen en een kleine hoeveelheid artikelen kunnen inkopen voor de verkoop. In oktober 2009 zullen we zien hoe het hem is vergaan.
Paradise Beach. The place to be Zoals u op de foto kunt zien zijn de winkeltjes gebouwd. Vervolgens worden er ook al weer winkeltjes aangebouwd op de oude vertrouwde manier. Iedereen was zeer tevreden. Opvallend was dat iedereen aan het gesprek deelnam. Doordat dit het derde bezoek is groeit het vertrouwen, de betrokkenheid en de wil om iets te bereiken. Tijdens een gesprek werd aangegeven dat de volgende stap moet zijn het verven van het houtwerk om aantasting door de zee te voorkomen. Het tweede verzoek was voor elke winkel twee lage tafels waarop produkten geëtaleerd kunnen worden. Graag wilden ze nog meer borden waarop aangegeven wordt dat er een markt is. Dit kon gelukkig gerealiseerd worden. Ze gaven aan dat voor hen op dit moment het grootste probleem is te zorgen dat ze voorraad hebben. Zoals uit de eerdere verhalen blijkt is er geen geld om te sparen. Alles wordt direct omgezet in eten of kleine spulletjes die weer verkocht worden. Be My Friend heeft niet voldoende geld om ieder 150 euro te geven zodat er een basis-assortiment kan worden aangeschaft. Ook kan ik niet goed inschatten of dat op dit moment wijsheid is omdat ik bang bent dat het uiteindelijk uitgegeven gaat worden aan eten. Met als gevolg dat de situatie niet verandert. Wel zijn we overeen gekomen mogelijkheden te zoeken om hetr assortiment te vernieuwen. Op dit moment heeft elke markt in Gambia het zelfde assortiment. Door zich te onderscheiden met nieuwe produkten hopen we op een stijging van de omzet. Op dit moment zijn we bezig in Nederland artikelen te fotograferen en te ontwerpen die zij verder kunnen ontwikkelen en maken. Het mooiste zou zijn dat er dan ook voldoende geld is om het materiaal voor deze producten te betalen.
Winnie Nursery school In februari hebben we kennis gemaakt met Lamin Camara. Lamin is rond de 35 jaar. Hij woont samen met zijn vrouw, broer en schoonzus en moeder op zijn vaders grond in de omgeving van Paradise beach. Hij heeft hier een huis gebouwd en een kleuterschool. Zijn grote droom is om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de omgeving waarin hij woont. Dit doet hij door kleine projecten op te starten met als thema “ How can we help ourself”. Een hiervan is de kleuterschool waar 25 kinderen naar school gaan. Omdat de ouders te arm zijn om schoolgeld te betalen vraagt hij hun hulp. Samen met moeders maakt hij zeep en soep wat verkocht wordt. Een deel van de opbrengst gaat naar de school. De bedoeling is dat er naast de school een tuin komt waarin groente door de moeders wordt verbouwd. Van de opbrengst kan rijst gekocht worden waardoor de kinderen op school een maaltijd kunnen krijgen met groente en rijst. De school kunt u bekijken op de website www.gambia-projects.org, of www.kobisalaschool.org. Hier onder vindt u het verhaal van Sietske Veenstra. Zij heeft drie dagen les gegeven op deze school. Alogie Lamin Camara heeft in 2008 Winnie Nursery school opgericht. Hij vertelde mij dat hij iets wil betekenen voor de dorpsgemeenschap. Hij is gestart met twee projectjes. De eerste is een kleuterschool voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Het andere project is Bissy hands. Hier leert hij jongens tussen de 16 en 25 jaar bakstenen maken en huizen bouwen. Hierdoor kunnen deze jongeren in de toekomst hun eigen huis bouwen. Om geld te verdienen, zodat hij zijn moeder, vrouw en zoon te eten kan geven, is hij s’middags kapper. Verder maakt hij zeep, die op school verkocht wordt aan onder anderen de ouders.
Hierdoor weet hij zeker dat de kinderen en hun uniformen schoon zijn als ze op school komen. Een klein percentage van de verkoop is voor de school. De ouders hebben geen geld om schoolgeld te betalen. Zoals iedereen op de foto’s kan zien bestaat de school uit een in een cirkel gemetselde muur van ongeveer 1 meter hoog. Volgens niet formele bron hebben ze, omdat ik kwam het dak afgemaakt. Op een muur hebben ze met verf een schoolbord gemaakt.Verder waren er alleen maar wat banken en stoeltjes. Ik ben er drie keer geweest om les te geven. De kinderen hadden nog nooit een kleurpotlood in handen gehad en durfden het papier nauwelijks aan te raken. Verder waren ze gewend aan klassikaal onderwijs. Ik ben in groepen gaan werken. Iedere groep deed wat anders: tekenen in het zand, tellen met dobbelstenen en tekenen op papier met kleurpotloden. De groepjes rouleerden. Dit werd natuurlijk zo nu en dan een complete chaos. De kinderen kwamen ook voor het eerst in aanraking met de Engelse taal. Hierdoor verliep de communcatie af en toe wat onduidelijk. Toch hebben de kinderen en ik veel plezier samen gehad. Ze hebben erg genoten van de spelletjes en de liedjes die we samen deden. Van de kerstworkshops op de basisschool de Wielen had ik 170 euro mee genomen. Dat bedrag is door mensen uit mijn omgeving aangevuld tot 300 euro. Voor dit bedrag worden 12 bankjes met er aan vast een tafeltje (dit meubilair hadden wij begin vorige eeuw) en een tafel en stoel voor de teacher gemaakt door de timmerman van het dorp. In oktober gaat Paula v.d. Laan namens de stichting Be My friend kijken hoe het meubilair geworden is en foto’s maken. Voor meer informatie
[email protected]. Mijn wens is om veel voor deze school te betekenen. Als het mogelijk is ga ik er in februari 2010 weer heen. Het zou mooi zijn als ik dan wat modern materiaal, zoals lego, knex, puzzels en spelletjes mee zou kunnen nemen. Verder kunnen de kinderen van de OBS de Wielen, en u uiteraard, zien wat een wereld van verschil er is tussen de Wielen en Winnie Nursery school op de web site van www.obsdewielen.com. Vriendelijke groeten Sietske Veenstra.
De Familie van Boxer Boxer is tolk en chauffeur voor Be My Friend. Hij adviseert en ondersteunt bij de projecten. Seat en Daddy Boy In september vorig jaar heeft Seat zijn vrouw verloren. Twee weken voor haar overlijden was zij bevallen van Baby Ushman. In oktober is baby Ushman twee weken opgenomen in het kinderziekenhuis in Banjul. Enkele weken na zijn ontslag is hij alsnog overleden. Langzaam herstelt Seat van het verlies van zijn vrouw en kind en vindt hij een nieuw evenwicht. Op dit moment woont hij gratis bij een vriend in huis waar hij samen met zijn zoontje Daddy Boy in een slaapkamer woont. Zijn bezittingen staan in drie tassen tegen de zijwand opgestapeld. Geen ideale situatie. Hij maakt zich veel zorgen over zijn toekomst. Hij heeft niet voldoende geld om huur, eten en schoolgeld te betalen. Samen hebben wij zijn financiële situatie op een rijtje gezet. Dit was vrij eenvoudig want waar geen geld is zijn ook geen rijtjes. Het gemiddelde maandsalaris is 1000 dalasie = ongeveer 30 euro. Om een kamer te huren ben je ongeveer 800 dalasie per maand kwijt. Voor primaire levensbehoeften gemiddeld 800 dalasie per maand. Dan nog het schoolgeld voor Daddy Boy, 5000 dalasie per jaar. Vervolgens hebben we gekeken wat zijn praktische belemmeringen zijn om weer aan het werk te gaan. Door geld voor een fiets te doneren heeft hij de mogelijkheid om tussen de middag Daddy Boy van school naar Ramona te brengen. Schoolgeld voor het komende schooljaar wordt door de stichting betaald. Op de lange termijn blijft het inkomen te laag om van te wonen en te eten. Zijn wens is om een eigen auto (Fiat) te hebben en als lokale taxichauffeur te gaan werken. Een auto kost rond de 5000 euro. Mensen die hem hiervoor geld willen lenen kunnen contact opnemen met Paula van der Laan.
Mine Big sister Ramona Met deze woorden werd Ramona, zus van Boxer, aan mij geïntroduceerd. De Family bestaat uit 10 personen die samen in 1 compound leven. 3 personen gaan naar school en 3 personen werken. De moeder verkoopt iedere dag drankjes op school en hiermee kan ze iedereen in huis van brood voor het ontbijt voorzien (40 dalasie). Mousa, een nicht van Boxer heeft een contract voor 7 maanden in een hotel. Boxer werkt als taxichauffeur voor toeristen gedurende 7 maanden in het jaar. Ramona heeft 9 jaar in de bediening van een hotel gewerkt. De laatste twee jaar lukt het niet om opnieuw een baan te krijgen. Samen met de familie hebben we de mogelijkheden onderzocht om een inkomen te verkrijgen, onafhankelijk van het toerisme . Het volgende plan is bedacht. Een broer van Ramona koopt vier verschillende soorten 2e hands naaimachines voor haar zodat zij een naaiatelier kan beginnen. De familie bouwt zelf het naaiatelier. Hiervoor is een begroting gemaakt van rond de 300 euro. Er moet voor 150 euro aan stof worden ingekocht om te starten. Be My Friend geeft 300 euro om stof te kopen en zand en cement. Ramona start vast met zaken en gaat samen met Boxer en Mousa proberen de overige 150 euro bij elkaar te verdienen. Doudou, een oudere broer Doudou heeft 6 jaar geleden een verkeersongeval gehad waarbij hij een hersenbeschadiging heeft opgelopen. Hierdoor heeft hij allerlei klachten. In december 2008 heeft een huisarts in Gambia aangegeven dat hij voor verder onderzoek en behandeling naar Senegal moet. Zijn moeder is samen met Ramona, zijn zuster, naar het ziekenhuis gegaan waar ze een oriënterend gesprek met een arts hebben gehad. In april 2009 is hij opgenomen voor nader onderzoek.
Ous en Modou en Mousaf Met Mousaf, de oom van Ous en Modou, gaat het goed. Hij heeft een Gambiaans identiteitsbewijs gekocht. Dit betekent dat hij zich na 7 jaar eindelijk weer vrij op straat kan bewegen. Samen zijn we naar de bank geweest om een bankrekening te openen zodat elke maand schoolgeld overgemaakt kan worden. Daar bleek dat Mousaf niet kan lezen en schrijven. Hij is nooit naar school geweest. Afgesproken is dat hij samen met Modou een leraar gaat zoeken die hem les kan geven. Met Ous en Modou gaat het goed. Ous wist ons te vertellen dat hij 18 februari 15 jaar werd. Modou was twee weken later jarig en werd 17 jaar. Hun grootste wens was een birthday party. Samen hebben we een gastenlijst gemaakt. Er werden 16 mensen uitgenodigd er kwamen 28. Ramona heeft gekookt en na het eten hebben we Hollandse spelletjes gedaan. Aan het einde was er taart. Het was een groot succes.
Alex en Sambou Alex, de taxichauffeur, heeft zijn vrachtwagenrijbewijs gehaald en vervolgens drie maanden gewacht op het papiertje. Alleen extra geld, wat Alex niet bezit, maakt dat het sneller gaat. Hij heeft gekozen voor het rijbewijs voor een vrachtwagen met 8 wielen. Meestal rijden deze auto’s ‘s nachts. Ze rijden dan midden op de tweebaansweg. Het is dan ook gevaarlijk om ‘s nacht te rijden in Gambia. Toen ik er in februari was had Alex nog geen baan als vrachtwagenchauffeur. Hij was druk aan het netwerken. Hij vroeg of het mogelijk was dat er een vrachtwagen gekocht wordt. Helaas is dat niet haalbaar. Inmiddels heeft hij gemaild dat hij als bijrijder werkzaam is op een vrachtwagen die bomen exporteert. Beter dan werkzaam in de bouw, wat erg zwaar is, maar hij blijft zoeken. Sambou is de jongere broer van Alex en mailt al geruime tijd met Jillis, onze buurjongen. Jillis was deze reis ook mee. Hij ging een dag met Sambou mee naar school. Hieronder volgt zijn verslag.
De high school in Gambia Ik ben in februari samen met mijn moeder naar Gambia gegaan met Paula, daar heb ik behalve vakantie gevierd ook een school bezocht. Ik had namelijk van Paula een e-mailadres gekregen van een leerling van deze school, zijn naam is Sambou en hij studeert volgend jaar af. In Gambia gingen we op bezoek bij Sambou thuis en daar vroeg Paula of het mogelijk was om een dag op school mee te draaien. Je kunt Be My Friend op veel manieren steunen. We zoeken bijvoorbeeld een aantal praktische dingen die je misschien over hebt of kunt missen, zoals: - (tweedehands) mobiele telefoon met oplader - (tweedehands) laptop
- pennen, potloden en schriften - een eenmalige storting - een maandelijks geldbedrag - een bijdrage aan een van de hierboven omschreven projecten
Dat kon en dezelfde middag al konden we een kijkje gaan nemen in de school en daar toestemming vragen aan de directeur. Hij vond het wel goed en vroeg op welke dag ik graag een dagje mee wou draaien. Het handigst bleek een dinsdag. Er werd les gegeven in Sciences (natuurkunde, scheikunde en biologie) en Engelse literatuur. En dus ging ik op dinsdag een dag mee draaien. Eerst ging ik samen met Paula naar de lerarenkamer en vervolgens met Sambou mee naar de klas. In die klas waren leerlingen bezig taken te volbrengen bijvoorbeeld water voor de ingang gooien tegen stuifzand, na een tijdje kwam ook de leraar Engelse literatuur. Hij begon een soort samenvatting te schrijven van een hoofdstuk van een boek dat ze moesten leren, daarna moest iedereen een eigen samenvatting schrijven van het hoofdstuk. Ik kreeg de opdracht om dat hoofdstuk te gaan lezen, ondertussen ging de leraar weg maar er kwamen allemaal oudere studenten binnen die hun kleren controleerde of vroegen wie er mee moest doen met een soort van mars. Wat bleek was dat het de volgende dag independent day was en er een belangrijk persoon zou komen. De Sciences leraar was ziek en daarom gingen sommigen hun huiswerk maken anderen speelden een quiz op het bord, de leraar komt namelijk naar de leerlingen en niet andersom. In de klas zaten 25 leerlingen allemaal in tafeltjes met twee personen, in het klaslokaal konden wel 80 leerlingen maar normaal zaten er maar 40 omdat sommigen hun schoolgeld niet konden betalen waren zij niet welkom. Vervolgens kreeg Sambou vroeger vrij en gingen we naar de uitgang van de school, daar stonden allemaal vrouwen die etenswaren verkochten. Jillis Wil je meer weten over dit project of een bijdrage leveren? Neem dan contact op met Paula van der Laan telefoonnummer (058) 266 53 58 en/of mail naar
[email protected].
Wilt u een gift overmaken? Geweldig! Onze gegevens zijn: Triodos bank, rekeningnummer: 78.67.03.911 ten name van Stichting Be My Friend, Oan ‘e Dyk 32, 9083 AE Snakkerburen.