Nu kiezen voor straks Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in de sector Techniek
>V erdubbeling BBL in Techniek
2
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> Context De BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL) lijkt geminimaliseerd te worden ten gevolge van de economische crisis. Een acuut probleem dreigt. Extra inspanningen zijn nodig om het tij te keren en voorkomen dat het tekort aan technische vakkrachten verder oploopt. De banenmotor stagneert voor de sector Techniek. Opleidingsbedrijven, als schakel tussen werkgever en de onderwijsinstelling, dreigen te verdwijnen waardoor een breed inzetbaar technische opleidingsfaciliteit voor branche en regio verloren gaat.
Een van de belangrijkste leveranciers voor het technisch arbeidspotentieel is de BBL in het mbo. De deelnemer gaat in deze leerweg iedere week één dag naar school, werkt vier dagen (als werknemer) en leert het vak in de bedrijfsomgeving. Het bedrijf investeert door een leerwerkplek beschikbaar te stellen en aankomend personeel te begeleiden. De deelnemers in de BBL zijn grosso modo in te delen in vier categorieën: 1) deelnemers direct afkomstig uit het initieel onderwijs (vmbo), 2) deelnemers die opstromen (niveau 1 naar 2 naar 3), 3) deelnemers via zij-instroom (leven lang leren), 4) deelnemers die voor aanvang van de BBL opleidingen werkzoekend waren. De BBL is zowel de banenmotor voor de sector Techniek, als de meest gevolgde leerroute. Enkele cijfers: in 2011 hebben 36.500 jongeren hun technisch diploma behaald in het mbo, waarvan meer dan de helft via de BBL (20.500 gediplomeerden).
BBL in crisistijd Sinds 2010 krimpt het totaal aantal deelnemers in het mbo. Die krimp wordt bijna geheel veroorzaakt door een dalend aantal deelnemers in de BBL. Binnen de BBL krimpt de sector Techniek het meest van alle sectoren. Sinds de crisis verkeert de BBL in zwaar weer. Ter illustratie de volgende facts & figures voor de periode 2008-2012 over de BBL techniek: > Ten opzichte van 2008 is de instroom in 2012 gedaald met 21.198 deelnemers. Hiermee is de instroom in 2012 ten opzichte van 2008 gehalveerd. > De daling in niveau 2 is het grootste met een krimp van 30% in 2012 ten opzichte van 2008. Dit zal het komend jaar zichtbaar worden in de afname van de instroom op niveau 3. > De daling treft alle technische branches. De daling van de instroom tussen 2010 en 2012 is 50% of hoger voor alle technische branches met uitzondering van de gezondheid technische beroepen en (kleine) ambachten. In absolute aantallen is de daling van het aantal BBL deelnemers in de branches metaal, elektro- en installatietechniek het grootst, gevolgd door de bouw en grond-, weg-, en waterbouw. > Door de dramatische terugloop van het aantal leerlingen in het vmbo en de daling van de zij-instroom – als gevolg van groeiende werkloosheid – is een verdere autonome daling in de BBL in de komende jaren te verwachten. > Normaliter compenseert de groei in de BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) in een sector voor een groot deel het verlies in de BBL (communicerende vaten). Zoals de cijfers laten zien geldt dit momenteel niet voor de sector Techniek: een groot deel van de deelnemers verlaat de sector als werkend leren in de BBL niet mogelijk is en kiest niet voor een technische BOL opleiding.
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
>3
Oorzaak of gevolg De economische crisis veroorzaakt een acuut probleem in beschikbaarheid van leerwerkplekken. Bedrijven investeren niet of minder in het opleiden van nieuwe mensen via leerwerkplekken. Enerzijds uit overwegingen van kostenreductie (o.a. loonkosten), anderzijds doordat de bedrijven geconfronteerd worden met uitstoot van arbeidsplaatsen (ontslagen). Beide factoren – kostenreductie en ontslagen – raken de BBL in het hart. Aan de basis van een BBL opleiding staat namelijk de leer-arbeidsovereenkomst. Dit betekent allereerst dat aan de BBL opleiding loonkosten zijn verbonden. De collectieve afspraken met betrekking tot het minimum jeugdloon en afspraken in de CAO maken deze leerwerkkosten (relatief) duur. In deze tijd van uitstoot van arbeid vormt het voor bedrijven een schril contrast om te investeren in leerwerkplekken met een relatief lage arbeidsproductiviteit gelet op het opleidend karakter van de BBL. Daarnaast investeren bedrijven in adequate begeleiding op de werkplek met inzet van medewerkers. Ook in crisistijd proberen bedrijven werknemers zo lang mogelijk vast te houden. Bedrijven kunnen echter in deze triple dip economische crisis vaak niet anders dan arbeidsplaatsen afstoten. Het is een kwestie van overleven. Voor de korte termijn leidt dit tot terugloop in het opleiden via de BBL route, met het afstoten van leerwerkplekken als gevolg. Tegelijkertijd lijkt het er op dat de communicerende vaten BBL en BOL binnen de techniek onvoldoende werken. De daling in de BBL wordt lang niet volledig gecompenseerd via meer instroom in de BOL, waarschijnlijk doordat BOL opleidingen alleen aantrekkelijk zijn als alternatief voor de BBL vanuit het vmbo. Voor alle andere instromers (vaak al werkenden) is de BOL geen geschikt alternatief; zij zijn voor het doorleren afhankelijk van leerwerkplekken en een inkomen. Samenvattend: Door de economische crisis (oorzaak), voeren bedrijven algemeen beleid voor kostenreductie en uitstoot arbeidsplaatsen (gevolg). De consequentie hiervan is dat de BBL – door de wijze waarop de opleiding qua kostenstructuur is opgebouwd – kind van de rekening wordt. De belangrijke vraag is dus: kunnen er in de (kosten)structuur van de BBL aanpassingen plaatsvinden die rekening houden met de kenmerken van de huidige economische crisis?
Nu kie zen
Voor str aks
4
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Lessons learned De BBL is altijd conjunctuurgevoelig, doordat bij iedere BBL plaats een leerarbeidsovereenkomst moet worden gesloten. Een korte terugblik: De economische crisis van de jaren ’80. Stijgende jeugdwerkloosheid met ook destijds te weinig investeringen in leerwerkplekken door het bedrijfsleven. Toen zijn hiervoor twee actieplannen uitgevoerd. Allereerst is een “verdubbelingsoperatie BBL” doorgevoerd, inclusief stimulerend subsidiebeleid onder andere Wet Vermindering Afdracht Loonbelasting (WVA). Over deze verdubbeling van het aantal leerwerkplekken is met sociale partners toentertijd een pact gesloten. Ten tweede zijn BOL opleidingen gecreëerd, waarbij de BOL en BBL als communicerende vaten fungeerden. Eind jaren ’90/begin 2000 werd Nederland wederom geconfronteerd met jeugdwerkloosheid. De Taskforce Jeugdwerkloosheid werd ingesteld. Het probleem toen was niet zozeer het tekort aan leerwerkplekken (er was geen economische crisis), maar het matchen van jeugdwerkelozen met geschikte leerwerkplekken.
Ambitie: verdubbeling BBL techniek De huidige forse daling in de BBL vertoont dezelfde kenmerken als de jaren ’80 problematiek. De aanpak in de jaren ’80 kan dus als inspiratiebron dienen voor de huidige situatie. Toch vraagt ook deze crisis met het tekort aan technisch opgeleid personeel om deels nieuwe oplossingen. Wij stellen in het kader van het Techniekpact de volgende ambitieuze aanpak voor: (1) N ationale ambitie: 30.000 leerwerkplekken BBL erbij Een nationaal pact van sociale partners en overheid voor een verdubbeling van het aantal leerwerkplekken in de techniek. De facto betekent dit het commitment om de volume van instroom in de BBL minimaal terug te brengen op het niveau van 2008: minimaal 20.000 extra leerwerkplekken in periode 2013-2016. Om echter tegemoet te komen aan de toekomstige tekorten zou de ambitie op groei gericht moeten zijn. Bovenop de eerdergenoemde 20.000 ter compensatie voor de terugloop sinds 2008, zouden 10.000 extra leerwerkplekken gerealiseerd moeten worden. (2) M aatregelen ter ondersteuning van die ambitie Gelet op de economische aard van de problematiek moeten bedrijven eerst en vooral gestimuleerd worden wederom te investeren in leerwerkplekken. Twee hoofdroutes tekenen zich af:
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
>5
Route 1: Suppletie Route 1 Supplet : ie
Deze route borduurt voort op het financieel stimuleren van bedrijven om te investeren in de BBL. Het stimuleren staat vooral in het teken van het compenseren van de kosten die de BBL voor bedrijven met zich meebrengt. Dit is mogelijk door het huidige suppletie beleid van Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O fondsen) op te hogen en de nog opnieuw in te richten WVA te benutten. Bedrijven wordt hierdoor een hogere compensatie geboden voor het creëren van leerwerkplekken. Dit veronderstelt wel dat O&O fondsen financieel de ruimte hebben en dus in staat zijn om dit te doen. Sommige fondsen hebben daartoe reeds besloten en zullen de bijdragen uit het O&O fonds verhogen. Deze route is naar zijn aard het best toegesneden op de BBL-deelnemers categorieën 2 (opstroom) en 3 (zij-instroom). Het betreft hier deelnemers met een werknemer-status die hun initiële beroepsopleiding reeds hebben genoten en via het BBL traject hun vervolgopleidingen doorlopen. Maar ook voor de initiële instromers uit het vmbo wordt gepoogd de instroom van BBL deelnemers op peil te houden in een krimpende markt van leerwerkplekken. Branches en bedrijfstakken hebben vaak al creatieve oplossingen bedacht om de BBL in de markt te houden.1)
Rout
Baangea 2: ranties en kosten reductie
Route 2: Baangaranties en kostenreductie De kostenstructuur van de BBL wordt (voor de duur van de crisis) voor bedrijven verlaagd. Dit betekent dat naast de BBL variant met leer-arbeidsovereenkomst een BBL variant wordt toegestaan op basis van alleen leerling-status (dus zonder loonkosten voor bedrijven). De werknemer-status vervalt tijdens de opleiding en wordt vervangen door het bieden van een baangarantie (1 à 2 jaar) aan deelnemers die hun opleiding via deze BBL route met succes afronden. Deze route 2 behelst: > MBO-instellingen blijven bekostigd op basis van de BBL. De onderwijskundige structuur van de BBL (het opleiden in de beroepspraktijk) blijft immers ongewijzigd. > De BBL deelnemer krijgt de leerling-status en heeft daarmee recht op studiefinanciering (en geen looncomponent) > Voor de deelnemer kunnen bedrijven een stagevergoeding ter beschikking stellen die (mogelijk) gecompenseerd wordt uit de O&O fondsen. > Het beleid van O&O fondsen blijft hieraan gekoppeld. Deze route is toegesneden op de doelgroep instromers rechtstreeks vanuit het voortgezet onderwijs c.q. vmbo (categorie 1) en kan ook benut worden voor werkzoekenden (categorie 4). Voor werkzoekenden zou de BBL met leerling-status er als volgt kunnen uitzien: (a) plaatsing op leerwerkplek met baangarantie; (b) leren met behoud van uitkering (bijv. max 6 maanden); (c) daarna leerling-status met studiefinanciering en/of stagevergoeding; (d) werknemerstatus na behalen van het diploma.
1) Zie bijvoorbeeld het 2+2+1 initiatief van Uneto-VNI.
6
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Route 1 en 2 kunnen naast elkaar bewandeld worden, deels afhankelijk van de branches en/of individuele bedrijven en de verschillende categorieën BBL deelnemers die traditioneel in de BBL aanwezig zijn. Een juridisch aangepast BBL traject met baangarantie in combinatie met leerling-status tijdens het opleidingstraject is een volwaardig alternatief voor de BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) met behoud van de voordelen van het arbeidsmarktrelevant opleiden in de beroepspraktijk.
Next steps Dit document betreft een voorstel op hoofdlijnen die naar verwachting op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Toch is het van belang op verschillende onderdelen nader in te gaan. Nationale ambitie Nationale ambities in een tripartite setting van werkgevers (banenmotor) - bonden (BBL deelnemers, leer-werk) – overheid (randvoorwaarden) vormen het uitgangspunt. Door te investeren in de (leer)banenmotor van de BBL wordt zowel aangesloten bij de ambities van het Techniekpact als van het beleid gericht op bestrijden/voorkomen van jeugdwerkloosheid. Zoals eerder vermeld kan de succesvolle gezamenlijke aanpak eind jaren ‘80 hiervoor als inspiratiebron dienen. Wat voor de technieksector geldt is mutatis mutandis ook van toepassing voor de andere sectoren. Uit de cijfers blijkt een terugval in alle sectoren in de BBL, met dien verstande dat terugval in de techniek relatief groter is. Regelgeving Vooral de inzet van de BBL route als banenmotor voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid is kansrijk (zie het succes in de jaren ‘80 met de verdubbelingsoperatie leerlingwezen). Het toegankelijk en aantrekkelijk maken van de BBL route voor werkzoekenden is echter qua regelgeving een gezamenlijke taak van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op korte termijn moet geïnventariseerd worden welke regelgeving hierbij aanpassing behoeft. Het voorstel is zodanig ingericht dat er geen wijzigingen nodig zijn voor de bekostiging van onderwijsinstellingen. Kostenneutraal Het voorstel gaat uit van kostenneutraliteit: “plussen” en “minnen” aan overheidszijde in evenwicht. Eventuele inverdieneffecten (plus) komen voort uit de verplaatsing van deelnemersstromen van BOL naar BBL. Uit de cijfers blijkt immers dat de BOL instroom de afgelopen jaren is gestegen, waar de BBL daalt (de daling in de BBL overigens veel groter dan de stijging in de BOL). De BOL deelnemer is vanuit overheidsperspectief veel duurder (meer dan twee keer) dan een BBL deelnemer. Daartegenover bestaat de mogelijkheid dat een groter beroep wordt gedaan op studiefinanciering (min).
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
>7
Fondsen Het voorstel raakt ook aan het fondsenbeleid. Het thema van “werk naar werk” en intersectorale scholing staat hoog op de agenda van de branches, bedrijfstakken en fondsen met de noodzaak om in de banenmotor BBL te investeren. Landelijk – regionaal Het voorstel betreft landelijke ambities en landelijke cijfers. Er zijn echter grote regionale verschillen in volumeontwikkeling en in branches en bedrijfstakken. Een aanpak met een nationaal elan kan alleen maar slagen als op regionaal niveau bedrijfsleven en onderwijs samen met andere relevante partijen (overheden en UWV) de handschoen oppakken. Cruciaal is de vraag hoe nationale ambities omgezet zullen worden in regionale ambities en welke ‘hulpstructuren’ en/of financiële incentives (zie bijvoorbeeld recent ingezet beleid door de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid in kader bestrijding jeugdwerkloosheid) daartoe gewenst zijn.
8
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> Bijlagen Analyse ontwikkeling BBL Techniek 2008 - 2012 Deel I. Analyse MBO breed (macroniveau) Om de ontwikkeling van de BBL Techniek in een breder kader te plaatsen, wordt eerst een analyse geschetst van de ontwikkeling van het totale mbo-veld. Hierin staan de studenten aantallen per jaar centraal. Tabel 1. Totale populatie mbo breed, alle sectoren en alle niveaus, 2008 – 20121 Ontwikkeling totale populatie mbo-breed 2008 - 2012 525.000 520.000 515.000 510.000 505.000 500.000 495.000 Eindtotaal
2008
2009
2010
2011
2012
506.710
515.545
519.515
508.860
506.066
Bron: DUO
In bovenstaande tabel wordt aangegeven hoeveel studenten in het reguliere mbo een opleiding volgen, over de periode van 2008 tot 2012. Na een stijgende trend, met als top 2010, daalt het aantal deelnemers in het mbo sindsdien behoorlijk. Het aantal studenten in 2012 is 13.449 studenten lager dan in 2010. Naar verwachting zet de dalende trend in aantal deelnemers de komende jaren door.
1
De DUO cijfers van 2012 zijn voorlopig en als zodanig opgenomen in de analyses
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
>9
Tabel 2. Verhouding BOL/BBL mbo breed, 2008 – 2012 Ontwikkeling BOL / BBL totale populatie mbo-breed 2008 - 2012 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0
2008
2009
2010
2011
2012
BBL
167.057
167.088
164.892
154.403
147.402
BOL
339.653
348.457
354.623
354.457
358.664
Bron: DUO
Tabel 2 geeft de ontwikkeling in de BBL en BOL opleidingen mbo breed weer. In de periode van 2008 tot 2012 is het aantal studenten in de BBL met 19.655 gedaald. De krimp in het aantal studenten zet zich met name door vanaf het jaar 2010. Tegelijkertijd groeit de BOL opleidingen geleidelijk met 19.011 deelnemende studenten.
Conclusies: >H et totaal aantal studenten in het mbo is in 2012 bijna op hetzelfde niveau als in 2008 > Na een groei tot 2010, krimpt sindsdien het totaal aantal studenten in het mbo. > De krimp wordt bijna geheel veroorzaakt door het dalende aantal studenten in de BBL.
10
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Deel II. Ontwikkeling MBO sectoren op alle niveaus in BOL en BBL In het tweede deel van de analyse wordt nader bekeken hoe de studentenaantallen zich verhouden per sector in het MBO. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen de BOL en BBL. Tabel 3. Ontwikkeling sectoren – BOL opleidingen 2008-2012 (in percentages) Ontwikkeling aandeel sectoren van totaal - BOL - 2008-2012 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
2008
2009
2010
2011
2012
Agrarisch
5%
5%
5%
5%
5%
Combinatie van sectoren
2%
2%
2%
2%
2%
Economie
36%
37%
36%
36%
35%
Techniek
21%
21%
22%
21%
22%
Zorg en welzijn
35%
35%
35%
35%
35%
Bron: DUO
Tabel 3 geeft de ontwikkeling weer van het aandeel van de vier sectoren van het totaal aantal mbo studenten in één jaar in de BOL. In vergelijking van het jaar 2012 met 2008 blijkt dat het aandeel van de sector Techniek in de BOL met 1% is gegroeid. Dit geldt ook voor de combinatie opleidingen. Het aandeel van de sector Economie daalt met 1%. De sectoren Agrarisch en Zorg & Welzijn blijven qua aandeel constant.
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> 11
Tabel 4. Ontwikkeling sectoren – BBL opleidingen, 2008-2012 (in percentages) Ontwikkeling aandeel sectoren van totaal - BBL - 2008-2012 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
2008
2009
2010
2011
2012
Agrarisch
6%
7%
7%
8%
7%
Combinatie van sectoren
2%
2%
3%
3%
2%
Economie
24%
24%
24%
24%
25%
Techniek
44%
43%
42%
41%
39%
Zorg en welzijn
23%
24%
24%
25%
27%
Bron: DUO
Bovenstaande tabel schetst de ontwikkeling van het aandeel van de vier sectoren van het totaal aantal mbo studenten in één jaar in de BBL. In vergelijking van het jaar 2012 met 2008 blijkt dat de sector Techniek met 5% daalt. Het aandeel combinatieopleidingen blijft gelijk. De sectoren Agrarisch en Economie groeien met 1%. De sector Zorg & Welzijn groeit het meest met 4%.
12
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Tabel 5. Ontwikkeling instroom BBL opleidingen, 2008 - 2012 Ontwikkeling instroom BBL - sectoren 2008-2012 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0%
2008
2009
2010
2011
2012
Agrarisch
6.943
7.695
7.244
7.706
5.147
Combinatie van sectoren
2.406
2.537
3.621
2.797
2.364
Economie
27.132
25.680
25.814
22.978
15.013
Techniek
40.596
36.745
39.124
34.890
19.398
Zorg en welzijn
21.520
22.683
21.494
21.571
16.864
Bron: DUO
In tabel 5 wordt de trend van de instroom in de BBL in de periode 2008-2012 uitgesplitst naar sector . In alle sectoren is er sprake van een daling van de instroom. De sector Techniek kent de grootste daling. In vergelijking met 2008 is het studenten aantal in 2012 afgenomen met 21.198 studenten. Daarmee is de instroom in de BBL techniek in 2012 gehalveerd ten opzichte van 2008.
Conclusies: >H et aandeel van de sector Techniek groeit in de BOL met 1%, in de periode 2008 - 2012 > Het aandeel van de sector Techniek daalt met 5% in de BBL in de periode 2008 - 2012 > De instroom van de sector Techniek is gedaald met 21.198 studenten. Hiermee is de instroom in 2012 ten opzichte van 2008 gehalveerd.
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> 13
Deel III. Sector Techniek in de BBL nader bekeken In het derde deel van de analyse wordt de sector Techniek nader bekeken over de periode 2008 – 2012. Ingegaan wordt op de ontwikkeling BOL – BBL en de verdeling van het aantal studenten over mbo niveau 1 tot en met 4. Tabel 6. Ontwikkeling BOL / BBL in de sector Techniek 2008 - 2012 Ontwikkeling BOL / BBL sector techniek - 2008-2012 90.000 85.000 80.000 75.000 70.000 65.000 60.000 55.000 50.000
2008
2009
2010
2011
2012
BBL
74.265
71.621
70.038
634.72
57.655
BOL
70.736
74.320
76.588
75.315
78.497
Bron: DUO
Bovenstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van het totaal aantal studenten in de sector Techniek, verdeeld over de 2 leerwegen BOL en BBL in de periode 2008 – 2012. Het aantal studenten in de BOL is in de periode 2008 – 2012 toegenomen met 7.761 studenten. De technische BBL is afgenomen met 16.6102 studenten. Geconcludeerd kan worden dat de krimp van het aantal BBL studenten niet direct wordt opgevangen door de groei in het aantal studenten in de BOL opleidingen.
2
e reden waarom het aantal deelnemers niet minimaal even hard daalt als het aantal eerstejaars komt D doordat er relatief gezien meer studenten intern doorstromen. Zie verder tabel 11.
14
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Tabel 7. Ontwikkeling BBL naar mbo niveau, in de sector Techniek 2008 - 2012 Ontwikkeling BBL - sector techniek - niveau - 2008-2012 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
2008
2009
2010
2011
2012
1
3.909
5.017
4.024
2.233
1.818
2
40.813
36.812
36.584
32.281
28.391
3
21.803
21.809
21.394
20.464
19.231
4
7.740
7.983
8.036
8.494
8.215
Bron: DUO
In tabel 7 wordt de ontwikkeling van de sector Techniek BBL weergegeven naar de niveaus 1 tot en met 4. Het totaal aantal deelnemende studenten in de technische BBL neemt af met 16.610 studenten in de periode 2008 – 2012. Mbo niveau 2 kent het grootste aantal studenten in de technische BBL en het betreft 54% van het totaal in 2008. Tegelijkertijd krimpt op dit niveau het aantal studenten het hardst. In 2012 is het aantal deelnemende studenten op niveau 2 in vergelijking met 2008 afgenomen met 12.422 (-30%).
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> 15
Tabel 8. Ontwikkeling BBL sector techniek naar branche (totaal van alle jaren en niveaus)
Beschermings- en afwerkingstechnieken, reclame- en presentatietechnieken Bouw en grond-, weg- en waterbouw Carrosserie en autoschadeherstel
2008
2009
2010
2011
2012
Ontw. ‘08/’12
Ontw. ‘10/’12
3.822
3.340
3.320
3.226
2.864
-25%
-14%
14.510
13.154
11.895
10.818
8.433
-42%
-29%
1.916
1.773
1.547
1.335
1.163
-39%
-25%
Combinatie bedrijf
225
251
288
295
104
-54%
-64%
Detailhandel, groothandel en internationale handel, mode en textiel
204
102
102
62
35
-83%
-66%
1.358
1.605
1.766
1.828
1.793
32%
2%
243
230
158
112
109
-55%
-31%
2.120
1.760
1.505
1.430
1.147
-46%
-24%
27.298
24.867
22.115
21.559
20.794
-24%
-6%
Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel
8.873
8.292
8.051
8.140
7.446
-16%
-8%
Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica
7.831
9.083
8.059
6.361
6.418
-18%
-20%
Transport en logistiek
5.865
7.164
11.232
8.306
7.349
25%
-35%
74.265
71.621
7.0038
63.472
57.655
-22%
-18%
Gezondheid technische beroepen en ambachten Grafische beroepen Hout en interieur Metaal, elektro- en installatietechniek
Eindtotaal
Bron: DUO
In tabel 8 wordt de ontwikkeling van de BBL in de sector techniek naar branche weergegeven. In vergelijking van het jaar 2012 met 2008 is opvallend dat in absolute getallen de branches metaal, elektro en installatietechniek de grootste daling laten zien (6.504 studenten, n.b. de bouw en grond-, weg-, en waterbouw heeft een daling van 6.077 studenten). De vergelijking tussen 2010 en 2012 schetst een daling in bijna alle technische branches, met uitzondering van de gezondheid technische beroepen en ambachten. Zij groeien met 2%.
Conclusies: >H et aantal studenten in de sector Techniek BBL is in de periode 2008 – 2012 gekrompen met 16.610 studenten. > De daling in BBL niveau 2 is in absolute aantallen het grootst. > Met uitzondering van de gezondheid technische beroepen & ambachten, hebben alle branches te maken meteen afname van het aantal BBL studenten. > In absolute aantallen is de daling van het aantal BBL studenten in de metaal, elektro en installatietechniek het grootst, gevolgd door de bouw en grond-, weg-, en waterbouw.
16
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Deel IV. Analyse ontwikkelingen instroom studenten in BBL, sector Techniek In het vierde deel van de analyse wordt nader ingegaan op de ontwikkeling met betrekking tot de instroom van studenten in de BBL, sector Techniek, over de periode 2008 – 2012. Tabel 9. Ontwikkeling instroom BBL, sector Techniek 2008 - 2012
Ontwikkeling instroom BBL - sector techniek - 2008-2012 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
2008
2009
2010
2011
2012
40.596
36.745
39.124
34.890
19.398
Bron: DUO
In tabel 9 wordt de instroom van de eerstejaars studenten weergegeven. Ten opzichte van het jaar 2008 is het aantal studenten afgenomen met 21.198 (-53%). De daling tussen 2011 en 2012 is het grootst met een afname van 15.492 studenten.
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> 17
Tabel 10. Ontwikkeling instroom BBL Techniek, alle niveaus naar branches 2008
2009
2010
2011
2012
Ontw. ‘08/’12
Ontw. ‘10/’12
Beschermings- en afwerkingstechnieken, reclame- en presentatietechnieken
2.179
1.725
2.044
1.955
1.038
-52%
-49%
Bouw en grond-, weg- en waterbouw
8.151
6.612
6.397
5.674
2.073
-75%
-68%
Carrosserie en autoschadeherstel
1.193
963
943
727
309
-74%
-67%
215
215
243
210
14
-93%
-94%
77
41
44
36
5
-94%
-89%
719
804
838
853
1.230
71%
47%
Combinatie bedrijf Detailhandel, groothandel en internationale handel, mode en textiel Gezondheid technische beroepen en ambachten Grafische beroepen
167
147
81
62
36
-78%
-56%
1.162
803
745
722
305
-74%
-59%
14.678
11.983
10.818
11.344
6.383
-57%
-41%
Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel
4.502
3.950
4.101
4.196
1.975
-56%
-52%
Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica
3.704
4.758
4.230
3.082
2.132
-42%
-50%
Hout en interieur Metaal, elektro- en installatietechniek
Transport en logistiek Eindtotaal
3.849
4.744
8.640
6.029
3.898
1%
-55%
40.596
36.745
39.124
34.890
19.398
-52%
-50%
Bron: DUO
Zoals tabel 10 laat zien worden in de periode 2010-2012 - met uitzondering van de branches gezondheid technische beroepen en ambachten - alle branches geconfronteerd met een daling in het aantal instromende studenten.
18
< Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
Tabel 11. Opbouw instroom eerstejaars studenten, sector Techniek Opbouw instroom - technische BBL opleidingen 45.000 40.000 35.000
9.407 7.594
30.000 25.000 20.000
20.805 20.054
15.000
Zij-instroom
10.000 5.000 0
10.384 2008 / 2009
interne doorstroom mbo 6.441
vo instroom
2011 / 2012
Bron: Duo
Tabel 11 laat de samenstelling van de instroom zien. Zowel in 2008/2009 als in 2011/2012 is het aantal studenten, dat in het mbo doorstroomt, stabiel gebleven in absolute zin. In aandeel is het echter gestegen met 8%, wat betekent dat van het totale aantal technische BBL studenten er in 2011/2012 relatief gezien meer studenten intern doorstromen dan in 2008/2009. De krimp van het aantal studenten in de BBL Techniek wordt niet alleen veroorzaakt door een stagnerende instroom vanuit het voortgezet onderwijs (vmbo) maar ook vanuit de zij-instroom (werkenden).
Nu kiezen voor straks - Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek
> 19
Tabel 12. Ontwikkeling gerealiseerde plaatsing leerbanen in sector Techniek Gerealiseerde plaatsing leerbanen 2011-2012 60.000
Ontwikkeling gerealiseerde plaatsing leerbanen - sector techniek - 2011-2012 25.000
52.944
50.000
20.000
40.000
27.938 30.121
30.000
15.000 17.653
20.000
10.928
10.000
12.382 6.905
5.000
10.000 0
21.764
2011
2012
Gerealiseerde plaatsing leerbanen zonder startkwalificatie
2011
2012
Gerealiseerde plaatsing leerbanen met startkwalificatie
0
2011
2012
Gerealiseerde plaatsing leerbanen zonder startkwalificatie
2011
2012
Gerealiseerde plaatsing leerbanen met startkwalificatie
Bron: SBB, 2013
Het aandeel sector Techniek BBL (2011 41% - 2012 39%) over alle leerjaren is gebruikt om het aantal gerealiseerde plaatsingen aan leerbanen naar de sector Techniek te berekenen. Het betreft het aantal plaatsingen in de periode september – december 2011 en dezelfde periode in 2012. Bovenstaande tabellen laten een duidelijke daling zien in het aantal gerealiseerde leerbanen, zowel BBL breed, als in de technische BBL.
Conclusies: >D e daling van de instroom bbl in de sector techniek tussen 2011 en 2012 is het grootst met een afname van 15.492. > De daling van de instroom tussen 2011 en 2012 is 50% of groter voor alle branches, met uitzondering van de gezondheid technische beroepen & ambachten. Deze groeit. > De interne doorstroom in het mbo is in de periode 2008 – 2011 in absolute zin stabiel gebleven, maar in aandeel gestegen met 8%.Er stromen in 2011 relatief gezien meer studenten door binnen het mbo dan in 2008. > De stagnerende instroom vanuit het regulier onderwijs (vmbo) en zij-instroom (werkenden) veroorzaken de krimp. > Het aantal gerealiseerde plaatsingen loopt sterk terug.
Nu kiezen voor straks Verdubbeling BeroepsBegeleidende Leerweg in sector Techniek Colofon > > > >
Platform Bèta Techniek 070-3119711
[email protected] www.platformbetatechniek.nl
Deze publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met EB management.