NtVP Jaarcongres Controversen in de zorg na psychotrauma Donderdag 26 mei 2016, De Werelt, Lunteren Toelichting parallelsessies Parallelronde 1 a. Zin en onzin van screening na een traumatische gebeurtenis b. Multidisciplinaire nazorg c. Traumatische rouw d. Nut en noodzaak van emotionele expressie in de behandeling van (complexe) PTSS e. De zorg voor ongedocumenteerden (geannuleerd) f. Trauma bij kinderen g. Multifamily Therapy (geannuleerd) h. Comorbiditeit: Depressie i. Beroepsgetroffenen: psychotrauma bij collega’s j. Innovaties in het onderzoek naar foutieve (kinder)herinneringen Parallelronde 2 k. Zin en onzin van acute nazorg l. Misbruik in de vroege kindertijd m. Stabiliseren of gerichte traumabehandeling: wanneer doe je wat? n. Comorbiditeit: Psychose / verslaving o. Gevolgen van (identificatie met) status als traumaslachtoffer p. De bruikbaarheid van het concept dissociatie bij en na trauma q. Secundaire traumatisering: hoe te voorkomen? r. Het nut van neurobiologische inzichten s. Complexiteit in diagnostiek en behandeling t. Traumabehandeling bij kinderen Parallelronde 1 a. Zin en onzin van screening na een traumatische gebeurtenis In tegenstelling tot medische risicoscreening is screenen op kwetsbaarheid voor geestelijke gezondheidsproblemen nog lang geen routine. In het geval van trauma zou vroege screening mogelijk de preventie van PTSS betekenen. Kunnen we met vroege screening erger voorkomen? Of maakt het slapende honden wakker? Sprekers: dr. Anne Bakker, Christianne van der Meer, dr. Joanne Mouthaan, dr. Marit Sijbrandij b. Multidisciplinaire nazorg Rob Sardemann: In deze sessie wordt ingegaan op controversen rond de psychosociale ondersteuning van slachtoffers van rampen en calamiteiten in de acute fase en de nafase aan de hand van de Multidisciplinaire richtlijn psychosociale hulp bij rampen en crises. De huidige preparatie op acute PSH opvang is bij alle GGD’s gebaseerd op het model procesplan PSHOR uit 2004. In iedere veiligheidsregio kunnen multidisciplinaire opvangteams opgeroepen worden, die met een leider opvang ingezet worden in gemeentelijke opvanglocaties. Strookt preparatie van de acute PSH met hoe deze processen zich in wekelijkheid voordoen, bij calamiteiten zoals bij het schietincident in Alphen, de brand in een seniorencomplex in Nijmegen of het ongeluk met de monstertruck in Haaksbergen? Lucy Dijkman: Opvang van gezondheidsmedewerkers na ingrijpende incidenten: is deze opvang zinvol en onderbouwd, of wordt er alleen voldaan aan de wettelijke verplichting? Medewerkers binnen de gezondheidszorg kunnen veelvuldig worden blootgesteld aan ingrijpende incidenten tijdens het werk. Het aanbieden van goede opvang na het meemaken van ingrijpende incidenten is van cruciaal belang. Deze opvang wordt momenteel op verschillende manieren vormgegeven,
waarbij verschillende modellen worden gehanteerd. Een relevante vraag is: wat zijn de achterliggende gedachten om voor een bepaald model te kiezen? Is dit ingegeven vanuit onderzoek, cultuur of behoefte op de werkvloer, of is wettelijke regelgeving hierin bepalend geweest? Deze verschillende perspectieven resulteren in aanzienlijke verschillen in het vormgeven van de opvang van gezondheidsmedewerkers. Tijdens deze workshop leid ik u door de wirwar van bestaande opvang modellen, en proberen we antwoord te vinden op de vraag: wat zijn de werkzame ingrediënten van een opvang model voor gezondheidsmedewerkers? Sprekers: Lucy Dijkman, drs. Rob Sardemann c. Rouw na traumatisch verlies vereist een andere aanpak dan PTSS: Over de diagnostiek en behandeling van traumatische rouw Traumatische verliezen verwijzen naar de situatie waarin een dierbare overlijdt door moord, suïcide, ongevallen, oorlogsgeweld of andere potentieel traumatiserende omstandigheden. Deze verliezen kunnen aanleiding geven tot een mix van persisterende complexe rouwstoornis, PTSS, en depressie. Het is een hardnekkig misverstand dat een trauma-gerichte behandeling in dit soort situaties volstaat. De sprekers bepleiten in deze workshop dat traumatische rouw na traumatisch verlies vraagt om diagnostische methoden en interventies die lijken op, maar ook belangrijk anders zijn dan die voor PTSS. Een en ander wordt geïllustreerd met casuïstiek en oefeningen. Sprekers: prof.dr. Jos de Keijser, dr. Geert Smid d. Huil maar eens lekker uit: Noodzaak van emotionele expressie en emotieregulatievaardigheden bij traumagerichte therapie De discussie over het al dan niet gefaseerd behandelen van complexe vormen van PTSS spitst zich de laatste tijd toe op de vraag of emotieregulatie-vaardigheden vereist zijn om baat te kunnen hebben bij traumagerichte therapie. In verklaringen van werkingsmechanismes van verschillende traumagerichte therapieën speelt emotie echter niet altijd een prominente rol. Is het voldoende wanneer patiënten wennen aan angstige herinneringen of sterk afgeleid worden? Of helpt het als er eens flink gehuild en gevloekt wordt? In deze sessie wordt ingegaan op de noodzaak van zowel emotionele expressie als emotieregulatie-vaardigheden bij traumagerichte therapie. Sprekers: prof.dr. Arnoud Arntz, dr. Ethy Dorrepaal, prof.dr. Berthold Gersons, dr. Jackie June ter Heide e. Ernstige traumatisering en sociaal economische marginalisatie: Over succesvolle behandeling van ongedocumenteerde vluchtelingen (geannuleerd) Sprekers: dr. Samrad Ghane, drs. Linda Spanjaards f. Trauma bij kinderen Hoe kom je tot traumaverwerking als een kind traumaklachten heeft, maar… het kind niet durft of kan spreken over zijn belaste voorgeschiedenis… ouders geen oude koeien uit de sloot durven of willen halen… en de hulpverlener wellicht ook geen slapende honden durft wakker te maken? In deze workshop wordt de methodiek ‘Het Traumaverwerkingsverhaal’ toegelicht waarmee de stap naar traumaverwerking snel gemaakt kan worden. Sprekers: drs. Caroline Dierkx, drs. Mirjam Pijpers g. Multi Family Therapy (MFT) (geannuleerd) Spreker: dr. Mr. Elisa van Ee, Erie Hilliger
h. Comorbiditeit: Depressie Uit diverse studies komt naar voren dat gebeurtenissen in de vroege jeugd van essentieel belang zijn bij het ontwikkelen van stemmingsstoornissen op latere leeftijd. Psychotrauma in de (vroege) jeugd is een van de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie in de adolescentie en bij volwassenen. Wanneer een kind bij herhaling door zijn ouders wordt uitgescholden of bedreigd) en/of voortdurend wordt genegeerd of geïsoleerd (verwaarlozing) spreekt met van emotionele mishandeling. 50% van de volwassenen met een depressie rapporteren emotionele mishandeling in hun jeugd. Deze groep vertoont vaak een complexer klinisch beeld met vaker een chronisch beloop van depressieve symptomen, meer comorbiditeit (onder ander angststoornissen en suïcidaliteit) en slechtere behandelresponse. Comorbiditeit tussen stemmingsstoornissen en PTSS is veelvoorkomend in de klinische praktijk. Door de aanzienlijke symptoom overlap tussen beide stoornissen is het differentiëren van beide stoornissen soms lastig. Wanneer er sprake is van comorbiditeit is het maken het indiceren van de juiste behandeling (of behandelvolgorde) niet eenduidig. Daarnaast zou de comorbiditeit tussen beide stoornissen een uiting kunnen zijn van trauma gerelateerd fenotype dat los staat van PTSS en een aparte risico factor zijn voor het ontwikkelen psychopathologie na trauma blootstelling. In beide gevallen is het van belang om te bepalen of bestaande biologische (farmacotherapie en ECT) en psychotherapeutische behandelingen voor depressie effectief zijn voor patiënten die zich presenteren met comorbide depressie en PTSS of dat deze groep een geheel andere behandeling nodig heeft. De bestaande literatuur ten aanzien van zowel biologische als psychotherapeutische behandelingen bij comorbide depressie en PTSS zal worden gepresenteerd. Daarnaast zal ingegaan worden op opkomende biologische behandelingen zoals neuromodulatie. Claudi Bockting zal ingaan op de keuze van psychologische interventiemethoden bij comorbiditeit van PTSS met depressie. Jasper Zantvoord zal ingaan op de farmacotherapeutische behandelopties bij de comorbiditeit van depressie en PTSS. Anja Lok zal ingaan op nieuwe behandelopties, zoals neuromodulatie-technieken. Sprekers: prof.dr. Claudi Bockting, dr. Anja Lok, Jasper Zantvoord i. Beroepsgetroffenen: psychotrauma bij collega’s Luitenant-kolonel drs. Sjef van den Dungen: Ik vertel over hoe wij op de Koninklijke Militaire School (opleiding voor onderofficieren) met behulp van een ervaringsdeskundige onze kaderleden op verschillende niveaus (lager en midden management) meegeven hoe ze symptomen c.q. aanwijzingen van mogelijke PTSS(-klachten) kunnen herkennen en hoe ze binnen hun groep om kunnen gaan met deze mensen. En hoe om te gaan met reacties vanuit de klas hierop. Daarnaast bespreek ik onze wijze van psychosociale opvang na incidenten in de getroffen groepen (vanuit het kringenmodel van prof.dr. Gersons) en specifiek daarbij de inzet van Collegiaal Netwerkers (collegae die opgeleid zijn in Trauma Risk management). Ria Stuiver: Het Korps Nationale Politie is ongeveer 60.000 mensen groot. Het Korps kent een aantal van ongeveer 3000 PTSS gerelateerde langdurig zieken, reden waarom de huidige korpschef de aandacht voor dit onderwerp tot absolute prioriteit heeft verheven. De Politieacademie leidt studenten in 3 jaar tijd op tot “startbekwame” politiemensen. Professionele weerbaarheid, mentale kracht en vorming zijn kernwoorden in de opleiding. Aandacht voor deze onderwerpen moet er voor zorgen dat nieuwe beroepsbeoefenaars het politievak veilig, verantwoord en gezond lange tijd kunnen uitvoeren. Bewust kiezen voor politiewerk vereist met name bewustwording. Kloppen verwachtingen wel? Nieuwe studenten worden willekeurig geplaatst in klassen. De een is 18 jaar en woont nog bij de ouders en de ander is 55 jaar en heeft een gezin dat afhankelijk is van zijn/haar inkomen. De een komt uit de schoolbanken en start een nieuwe opleiding en de ander heeft bv 10 jaar gewerkt als leidinggevende bij defensie en heeft vanuit deze rol meerdere uitzendingen meegemaakt. Ieder heeft een rugzak met andere inhoud. Studenten maken in hun praktijkperiodes "high impact" incidenten mee en komen vervolgens voor een studieperiode terug naar de opleidingsschool. De tegenstellingen zijn groot. Hoe vinden we juiste balans en kunnen we de studenten op de juiste manier ontwikkelen tot een evenwichtige startbekwame professional? Sprekers: Luitenant-kolonel drs. Sjef van den Dungen, Ria Stuiver
j. Innovaties in het onderzoek naar foutieve (kinder)herinneringen Ineke Wessel: Hoe ver gaat ons geheugen voor persoonlijke ervaringen terug? De meeste volwassenen herinneren zich weinig tot niets van pakweg de eerste drie jaar van hun leven. Volgens geheugen-experts verhindert een onvolledige rijping (zowel van de hersenen als van cognitieve systemen) dat hele vroege herinneringen behouden blijven. Toch zijn er ook mensen die zeggen dat ze zich gebeurtenissen uit hun tweede of zelfs eerste levensjaar herinneren. Hoe kan dat? Is het dan tóch mogelijk dat hele vroege ervaringen bewaard blijven? Of vergissen die mensen zich gewoon? Henry Otgaar: Iedereen is vatbaar voor de ontwikkeling van foutieve herinneringen. Maar wie is nu het meest vatbaar? Kinderen of volwassenen? In het recht wordt vaak aangenomen dat kinderen zwakke getuigen zijn omdat zij uitermate gevoelig zijn voor de totstandkoming van pseudo-herinneringen. Maar klopt die aanname wel? Kan het zijn dat soms volwassenen, en niet kinderen, het meest gevoelig zijn voor suggestieve druk en pseudo-herinneringen? Sprekers: dr. Henry Otgaar, dr. Ineke Wessel Parallelronde 2 k. Zin en onzin van acute nazorg/controversen rondom vroege opvang Zin en onzin; dat klinkt als twee uitersten. Acute nazorg; dat klinkt als ‘het moet direct’. Controversen; dat klinkt als strijd. Vroege opvang; dat klinkt alsof er ook tijdige opvang en/of late opvang bestaat. Samenleving en (politieke) bestuurders verwachten na een ramp of calamiteit dat er psychosociale hulp wordt ‘geleverd’. Dat hebben we inmiddels voor elkaar. Hiertoe zijn richtlijnen, procedures en protocollen beschreven; allemaal gericht op het bieden van min of meer gestandaardiseerde hulp omdat getroffenen iets hebben meegemaakt. Een mooi moment om stil te staan bij: “Waar staan we nu en zijn we (nog) op de goede weg?” Sprekers: Peter van Loon, prof.dr. Peter van der Velden l. Misbruik in de vroege kindertijd Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling (MIT) na chronische traumatisering in de vroege kinderjaren Volgens grootschalige overzichtsstudies heeft circa 50-70% van de mensen in Nederland met ernstige psychische stoornissen een geschiedenis van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering. De traumatisering staat in lineaire relatie tot een complexiteit van vaak samenhangende psychische stoornissen en somatische en sociaal-maatschappelijke problematiek. In deze workshop wordt het MIT- model (Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling) toegelicht waarin naast de psychische problematiek gekeken wordt naar fysieke gezondheid en sociaal- maatschappelijk functioneren in een samenwerking tussen de gespecialiseerde en basis GGZ, eerste lijnszorg, lotgenoten- en herstelactiviteiten. Het MIT model beoogt op verschillende levensgebieden effectievere resultaten geven dan de doorsnee één-dimensionele behandeling. Spreker: drs. Martijne Rensen Oral history project over misbruikervaringen in de RK kerk Het Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik geeft een presentatie over het oral history project ‘Niemand zal je geloven’. Dat project omvat een interview met twaalf vrouwen over hun ervaringen van misbruik en/of (psychisch) geweld in een instelling van de RK Kerk of door een kerkelijke functionaris. Deze interviews vormen een aanzet voor wetenschappelijk onderzoek, maar zijn ook een aanzet tot het doorbreken van het zwijgen. Doel is maatschappelijke acceptatie van de geschiedenis en de empowerment van vrouwen die als ze in verweer wilden komen tegen mishandeling en seksueel geweld, te horen kregen “Niemand zal je geloven”. Spreker: Annemie Knibbe-van Dijck Huiselijk geweld en kindermishandeling: oplossingen in de aanpak van een hardnekkig probleem Ik zal kort ingaan op de betrayal trauma theorie, en de waarde van deze theorie voor het begrijpen van intergenerationele overdracht van mishandeling en geweld binnen het gezin. De afgelopen 10 jaar heb ik mij gericht op de preventie van kindermishandeling en andere vormen van geweld binnen
het gezin, omdat daar een belangrijke sleutel ligt tot vermindering van psychische stoornissen. Wat mij opvalt is dat er ondanks jarenlange mediacampagnes weinig verbetering is in de prevalentie van kindermishandeling en dat Nederland een hoge positie inneemt wat betreft dodelijk relationeel geweld in een ranglijst van Europese landen. Ik sluit mijn presentatie af met een aantal suggesties voor concrete oplossingen van dit hardnekkige probleem. Deze oplossingen beginnen al in de spreekkamers binnen de GGZ, waar in diagnostiek en behandeling meer ruimte moet komen voor deze thematiek. Spreker: prof.dr. Corine de Ruiter
m. Stabiliseren of gerichte traumabehandeling? Traumaverwerking baat soms niet en schaadt dan wel! Er zijn cliënten bij wie traumaverwerking niet lukt: het proces blokkeert, de lading blijft onverminderd hoog, de bevrijding komt niet. De cliënt verliest zijn vertrouwen in de therapie, in de therapeut en in zichzelf. Waaraan zijn deze cliënten te herkennen, wat zijn de essentiële alarmsignalen, en hoe kan gerichte stabilisatie alsnog tot geslaagde traumaverwerking leiden? Spreker: drs. Joany Spierings n. Excluding the Excluded | Traumabehandeling bij psychose “Trauma speelt een kleine rol bij psychosen; het is gevaarlijk om Exposure of EMDR toe te passen bij mensen met psychosen; psychologische richtlijnbehandelingen zijn niet effectief bij ‘echte cliënten’; als je Exposure of EMDR toepast bij deze doelgroep, dan moet je eerst goed stabiliseren; cliënten zijn bang en zien Exposure en EMDR niet zitten.” Zomaar wat typische reacties over trauma, psychose en de toepassing van Exposure en EMDR. Maar stroken deze opvattingen met hedendaagse wetenschappelijke kennis en bevindingen? Psychose is toch vast niet voor niets lange tijd als exclusie criterium voor behandeling gebruikt. Of toch wel? David van den Berg zet de relaties tussen trauma, psychose en PTSS uiteen. Hij staat stil bij de vraag of Exposure en EMDR effectief en veilig zijn bij deze doelgroep en zal daarbij niet schuwen om onze eigen cognitieve tendensen als behandelaren bloot te leggen. Misschien blijkt dan wel dat wij banger zijn voor traumabehandeling dan onze cliënten…. Hij laat tevens zien hoe Exposure en EMDR toegepast kunnen worden om wanen en hallucinaties te verminderen en enkele cliënten komen op video aan het woord over trauma, psychose en hun behandelervaringen in barre en goede tijden. Geïntegreerde behandeling van PTSS en middelenafhankelijkheid: toch niet gecontra-indiceerd? Nele Gielen: PTSS komt frequent voor bij verslaafde cliënten met een voorgeschiedenis van traumatische ervaringen. Bij de meeste cliënten is er dan sprake van zelfmedicatie. Behandelaars zijn vaak terughoudend om bij deze cliënten een traumabehandeling aan te bieden. Echter, zowel uit onderzoek, klinische richtlijnen als uit klinische ervaring blijkt dat geïntegreerde behandeling van PTSS en middelenafhankelijkheid goed mogelijk is. Tijdens deze workshop wordt nader ingegaan op de geïntegreerde behandeling van cliënten met deze comorbide problematiek en er worden concrete voorbeelden gegeven over hoe de geïntegreerde behandeling er uit kan zien. Sprekers: David van den Berg, dr. Nele Gielen o. Gevolgen van (identificatie met) status als traumaslachtoffer Fraude met psychotrauma in juridische procedures Vanuit een behandelperspectief ligt het niet voor de hand ligt om te twijfelen aan de oprechtheid van een cliënt. Door twijfel kan namelijk het risico ontstaan dat de cliënt niet de behandeling krijgt die nodig is om van de klachten af te komen en dat is voor veel behandelaren onaanvaardbaar. In het kader van een juridische procedure kan dit risico wel aanvaardbaar zijn. Maarten Kunst zal de deelnemers aan de workshop enkele handvatten aanreiken om met deze discrepantie in perspectieven zorgvuldig om te gaan. Spreker: dr. Maarten Kunst
Dilemma's in de behandeling van veteranen Een van de onderdelen van het Zorgprogramma voor Veteranen binnen het PsychoTraumaCentrum Zuid Nederland is de 2-daagse psychotherapeutische deeltijdbehandeling. De indicatie hiervoor is chronische PTSS, vaak het gevolg van oorlogstrauma’s, gesuperponeerd op een geschiedenis van vroegkinderlijke verwaarlozing. Veteranen "hechten" aan de oorlogstrauma's. Echter, de behandelaren worden in de behandeling geconfronteerd met de vroegkinderlijke geschiedenis en de daaruit voortvloeiende persoonlijkheidsproblematiek. De dilemma’s die dit geeft rond financiën, status en de gevolgen voor de behandelovereenkomst komen in de workshop aan de orde. Sprekers: drs. Lies van Bakel, Jeroen Drost p. De bruikbaarheid van het concept dissociatie bij en na trauma Een deel van patiënten die in behandeling zijn voor hun PTSS ervaart dissociatieve symptomen. Hoe ga je ermee om als dit in de behandelkamer gebeurt? En hoe zit dat bij kinderen en jongeren? Ervaren zij ook dissociatieve klachten en hoe beïnvloedt dit de traumabehandeling? Rik Knipschild zal ingaan op het voorkomen en omgaan met dissociatieve klachten, waarbij hij zich voornamelijk richt op de diagnostiek en behandeling van dissociatieve stoornissen bij kinderen en adolescenten. May van Vossen zal dit thema benaderen vanuit de dagelijkse behandelpraktijk, waarbij ze het begrip dissociatie bespreekt vanuit inzicht dat wordt aangereikt door de ervaring vanuit het leven zelf. Vanuit de ervaring van de cliënt zal ze bespreken hoe dissociatie ontstaat en beleefd wordt, en wat de functie ervan is. Sprekers: drs. Rik Knipschild, drs. May van der Vossen q. Secundaire traumatisering bij kinderpornorechercheurs: hoe te voorkomen? Binnen de Nederlandse politie zijn elf Teams Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme actief waarin 150 rechercheurs verantwoordelijk zijn voor de opsporing van kinderpornografie. Bij de uitvoering van dit werk worden zij veelvuldig geconfronteerd met schokkend misbruikmateriaal. Binnen de politieorganisatie bestaat de nodige zorg over het welzijn van deze rechercheurs. Is het wel gezond om medewerkers dag in dag uit aan dergelijk menselijk leed bloot te stellen? Wat kan gedaan worden om kinderpornorechercheurs zo goed mogelijk te ondersteunen? En wat vinden deze rechercheurs daar eigenlijk zelf van? In deze workshop behandelen we deze vragen op basis van resultaten uit wetenschappelijk onderzoek en opgedane ervaringen als psycholoog voor deze specifieke doelgroep. Sprekers: drs. Henk Sollie, drs. Esther Tossaint r. Het nut van neurobiologische inzichten In deze sessie wordt een overzicht gegeven van recente neurobiologische inzichten op het gebied van trauma en PTSS en wordt onderzoek gepresenteerd waarbij deze inzichten zijn vertaald naar innovatieve klinische toepassingen. Dr. Bart Rutten (UniMaas) zal zijn onderzoekslijn naar weerbaarheid en trauma presenteren. In zijn onderzoek staat de vraag centraal welke biogenetische factoren ervoor zorgen dat sommige mensen kwetsbaar zijn voor trauma en anderen niet. Jesse Frijling, Msc zal vervolgens haar onderzoek presenteren naar de effecten van oxytocine toedoening na trauma-blootstelling. Kan oxytocine het ontstaan van een PTSS voorkomen? Rianne de Kleine bespreekt tot slot het onderzoek naar de toevoeging van farmacologische middelen aan exposuretherapie voor PTSS. Verbetert de toevoeging van een leerpil het succes van psychotherapie? Sprekers: Jessie Frijling, dr. Rianne de Kleine, dr. Bart Rutten s. Complexiteit in diagnostiek en behandeling: Innovatieve initiatieven Diagnostiek en behandeling zijn voortdurend in beweging. Ook in de psychotraumatologie. Nieuwe vormen van diagnostiek, met informatie uit wearables, electronische vragenlijsten van internet, biomarkers, apps, en zelfs spraakgestuurde diagnostiek wordt dit best een complex onderdeel van de intake, assessment met de patient/hulpvrager. De behandeling doet mee in complexiteit, met virtual reality, online metingen, experience sampling, hulpverlenersevaluatie en skype in plaats van de face
to face meeting. Dat PTSS complex kon zijn wisten we al, met subtypen en een waaier aan evidence based menukeuzen voor de behandeling. Digitale techniek maakt zich kenbaar in de verslaglegging en onderlinge communicatie. De snelheid neemt toe. Complex kan moeilijk zijn, maar ook spannend, en misschien zelfs wel inspirerend. In deze sessie worden diverse (spannende) innovaties verkend en gewogen. Misschien een kijkje in de spreekkamer van 2025! Spreker: Prof.dr. Eric Vermetten t. Traumabehandeling bij kinderen Nul tot vijf? Laat toch gewoon lekker spelen! In deze workshop zoomen we in op de hele jonge kinderen. Hoe herken je trauma bij een infant of kleuter? Hoe behandel je dat? (Pleeg/adoptie)ouders krijgen een heel belangrijke rol: het trauma wordt verwerkt en de hechtingsrelatie hersteld. Er komt ruimte voor groei! Hoe ook andere ouders daarbij te betrekken? Heeft een interventie met oudergroepen meerwaarde - en welke dan? Het werkveld van beide sprekers bestrijkt een breed gebied: van vluchtelingen en veteranen tot infants met medisch trauma, adoptiekinderen of slachtoffers van seksueel misbruik. Sprekers: dr. Trudy Mooren, drs. Marianne Went