01_EVMI_cover 13-10-10 11:29 Pagina 1
www.evmi.nl
n r. 8 - 2 6 o k t o b e r 2 0 1 0
E i s m a Vo e d i n g s m i d d e l e n i n d u s t r i e
Zoutreductie heeft aanzienlijk effect
NSure wint Food Valley Award Sectoroverstijgende samenwerking voor succes
www.nutri-akt.nl
Productontwikkelaar Boeiende, zelfstandige rol binnen dynamische organisatie
Tilburg
Bakkersland is een sterk groeiend bakkersbedrijf dat toonaangevend is in de markt van dagvers brood, specialiteiten, winkelafbak, thuisafbak en gebak. Bij Bakkersland werken ± 2.200 medewerkers. Het assortiment binnen de divisie Afbak bestaat onder andere uit petits pains, baguettes, croissants, ciabatta’s en bladerdeeg. Onder de divisie Afbak vallen ook diepvries producten. Alle producten worden in de Europese retail verkocht. Voor de divisie Afbak zijn wij op zoek naar een creatieve, eindverantwoordelijke Productontwikkelaar die de ontwikkeling van nieuwe producten en de optimalisatie van de bestaande productenrange aanstuurt en uitvoert. Deze proactieve HBO’er is flexibel en organisatorisch en coördineert het totale productontwikkelingsproces van brainstorm/ idee tot en met proefproducties in de fabrieken en is daarnaast aanspreekpunt voor (internationale) klanten. Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126
QA Manager Verantwoordelijk voor kwaliteit in de 4 plants en het DC, wereldwijd
Heerhugowaard
Dobla BV is een succesvol, groeiend bedrijf dat inmiddels is uitgegroeid tot één van de meest toonaangevende spelers in het ontwikkelen, produceren en vermarkten van chocoladedecoraties en –cups. Het grote productenpakket wordt wereldwijd in ruim 50 landen vermarkt in de hogere segmenten binnen patisserieën, banketbakkerijen, retail, industrie en horeca. Naast de huidige productielocaties in Heerhugowaard, België en de USA is er gestart met de bouw van een vierde fabriek. Voor het opstellen van het kwaliteitsbeleid en het managen en coördineren van een correcte, adequate uitvoering hiervan op alle locaties zijn wij op zoek naar een flexibele en daadkrachtige QA Manager. Met ruime relevante werkervaring zal deze onafhankelijke en nuchtere manager de kwaliteitssystemen in de nieuwe plant implementeren. Daarnaast is deze zelfstandige manager aanspreekpunt voor alles aangaande milieu en MVO. Consultant: Annemarie van den Bos, telefoon 0317-468686 of 06-53310126
Packaging Developer With relevant packaging experience in international business setting
Wageningen
Royal Friesland Campina (www.frieslandcampina.com) wants to be the most professional, successful and attractive dairy enterprise in the world. They reach millions of people in more than one hundred countries with their foods, beverages and ingredients. And after 130 years’ experience, they are still looking for new opportunities. That’s why they are going full steam ahead in the development of new products and the expansion of their more than 30 top brands. The division Consumer Products Europe specialises in the development, marketing, sale, production and distribution of fresh and long-life dairy products, coffee creamers, juices and juice-related beverages. For the Packaging & System Development department of the R&D organisation, we are currently searching for an ambitious Packaging Developer with relevant packaging experience in an international business setting. Consultant: Hans Hilbrands, telephone: +31 (0)317-468686 or +31 (0)6-51025152
Quality Assurance Technoloog Met ambitie om zijn/haar carrière binnen Mars verder vorm te geven
Oud Beijerland
Bij Mars (www.mars.com) kom je terecht in de wereld van A-merken in het chocoladesegment, diervoedingsproducten en maaltijdproducten zoals UNCLE BEN’S®, SUZI WAN® en het biologische SEEDS OF CHANGE®. Inmiddels is Mars ook actief in Kauwgum. Met 65.000 medewerkers is Mars één van de grootste familiebedrijven ter wereld. Bij Mars Nederland werken 1.450 mensen, verdeeld over twee locaties. In Oud-Beijerland staat een hypermoderne Food-fabriek, één van de meest efficiënte productie-units binnen Mars Europa. Op dit moment zijn wij op zoek naar een Quality Assurance Technoloog die verantwoordelijk is voor het verbeteren en onderhouden van de kwaliteitssystemen voor de locatie Oud Beijerland, zodat de systemen aansluiten bij de Mars standaarden en Europese wetgeving. Als starter of met enkele jaren werkervaring is dit een interessante rol om een carrière binnen Mars te beginnen. Consultant: Hans Hilbrands, telefoon 0317-468686 of 06-51025152
Legislation Specialist Spin in het web functie bij dynamische organisatie
Elst (Gld.)
H.J. Heinz Company is één van de grootste voedingsmiddelenconcerns ter wereld. In Nederland heeft Heinz met top A-merken als Honig, De Ruijter, Karvan Cévitam, Roosvicée, Brinta, Wyko en natuurlijk met Heinz zelf, een leidende marktpositie. Het succes wordt bepaald door een ambitieuze en professionele instelling, binnen een informele cultuur die gericht is op breed samenwerken in en met alle schakels van de business. Heinz’ productielocaties zijn gevestigd in Nederland, Polen, België, Duitsland, Frankrijk en Spanje. De productielocatie van Honig in Nijmegen wordt eind 2012 gesloten. Voor dit project, bekend onder de naam Waalfront, zoeken wij een onafhankelijke Legislation Specialist die verantwoordelijk is voor het leveren van Food Legislation advies in de gehele Heinz organisatie en het beoordelen van leveranciers op het gebied van wet- en regelgeving voor alle Honig artikelen. Consultant: Dirk-Jan van Veldhuizen, telefoon: 0317-468686 of 06-53137885 Voor meer informatie zie onze website: www.dupp.nl of mail uw reactie naar:
[email protected]
Gen. Foulkesweg 66, 6703 BW Wageningen i www.dupp.nl e
[email protected] t 0317-468686
03_Inhoud 13-10-10 11:29 Pagina 3
www.evmi.nl
n r. 8 - 2 6 o k t o b e r 2 0 1 0
E i s m a Vo e d i n g s m i d d e l e n i n d u s t r i e
Inhoud
Zoutreductie heeft aanzienlijk effect
NSure wint Food Valley Award
nr.8 oktober 2010
Sectoroverstijgende samenwerking voor succes
www.nutri-akt.nl
Bij de voorpagina:
NSure heeft de Food Valley Award gewonnen voor de test die op basis van de genactiviteit kan voorspellen wanneer appels en peren geoogst moeten worden en hoe lang ze kunnen worden opgeslagen. "We zijn een klein bedrijf met grote ambities", zegt CEO Monique van Wordragen van NSure. Pagina 12.
Mixed
4
NVVL Kort nieuws uit de sector
Toll manufactoring
8
Conserveren met hoge druk
23
Nanotechnologie
Grand Opening
24
Nieuw programma Topinstituut
Food Valley Conferentie
Food Professional Day
10
26
Fabrikant moet meer dromen
Boer zoekt kok
Voedselveiligheid
Samenwerking
14
28
Listeria grote uitdaging
Zoutvermindering
Markt
16
30
Zaak van producent én consument
Zachte managementvaardigheden vereist
Productnieuws
Industriële week
Vleesalternatief
18
32
Veel robotics
Op weg naar succes
Service
20
34
Partnership Cosun en Avantium
Introductie Beeter
Cartoon, agenda en colofon
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
3
04-05-07_Mixed 13-10-10 11:29 Pagina 4
Kort nieuws TNO en NPN gaan samenwerken De Nederlandse voedingssupplementenbranche (verenigd in NPN) en TNO gaan samenwerken om de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van voedingssupplementen te verhogen. Grenswaarde lactose Mensen met lactose-intolerantie kunnen doorgaans 12 gram lactose binnenkrijgen zonder (ernstige) klachten. Dat concludeert het NDA-panel van EFSA. Sommige mensen ervaren echter problemen bij een inname van slechts 3 tot 5 gram lactose. Vanwege die subjectiviteit heeft EFSA geen eenduidige grenswaarde kunnen vaststellen. Premier Foods wil af van Quorn Het Britse voedingsconcern Premier Foods voert gesprekken over de verkoop van zijn vleesvervangers, waaronder Quorn. Premier Foods heeft te kampen met schulden, die mede ontstonden door overnames. Unilever rondt verkoop Findus af Unilever heeft de verkoop van de Italiaanse diepvriesdivisie Findus aan Birds Eye Iglo afgerond. Met de verkoop is een bedrag van 805 miljoen euro gemoeid. Friesland Bank stapt uit King Nuts Friesland Bank verkoopt alle aandelen in King Nuts. Acomo, internationaal distributeur van natuurproducten, neemt deze aandelen over. 3 Miljoen tegen verspilling Minister Gerda Verburg van LNV heeft kort voor het einde van haar ambtsperiode ruim 3 miljoen euro beschikbaar voor ondernemers met innovatieve ideeën om voedselverspilling in Nederland te verminderen. Het gaat om de hele keten: van de productie van voedsel tot het beschikbaar stellen aan de consument. Het ministerie maakt hiervoor gebruik van de SBIR-aanbesteding van Agentschap NL. Geen paling uit benedenrivier Het ministerie van LNV heeft met de sector overleg gehad om ervoor te zorgen dat er geen paling uit de benedenrivieren, die verontreinigd kan zijn met dioxine, op de markt komt. Een vangstverbod is met de huidige regelgeving niet mogelijk, aldus minister Verburg in een Kamerbrief. Unilever koopt Grieks ijs Unilever neemt de ijsmerken van de Griekse voedingsmiddelenfabrikant EVGA over. De overname betreft onder meer de merken Scandal, Variete and Karabola en het distributienetwerk. De productiefaciliteiten blijven in handen van EVGA.
4
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
Mixed EFSA handhaaft ADI bisfenol A PARMA - Voedselveiligheidsagentschap EFSA handhaaft de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) bisfenol A (bpa) van maximaal 0,05 milligram per kilo lichaamsgewicht per dag. De afgelopen maanden namen diverse landen maatregelen om blootstelling aan de stof te verminderen. Volgens het CEF-panel van EFSA is er geen nieuw bewijs om de ADI die is vastgesteld in de opinie uit 2006 en bevestigd in de opinie van 2008, te wijzigen. Het CEF-panel bestrijdt dat er overtuigend bewijs is voor negatief effect op de hersenontwikkeling. De studies die daarop duiden hebben volgens EFSA veel tekortkomingen, waardoor het belang van de onderzoeksresultaten voor de mens niet
kan worden vastgesteld. Eén van de experts uit het panel had echter twijfels. Deze pleitte er niet voor de ADI te verlagen maar wel om de aanvaardbare inname om te zetten in een tijdelijke ADI. Bpa wordt in combinatie met andere chemicaliën gebruikt om plastics van te maken. Het wordt onder meer gebruikt voor de productie van de harde, transparante kunststof polycarbonaat, waarvan weer flessen voor babyvoeding, zuivel en frisdrank worden gemaakt. Het wordt ook gebruikt in epoxyharsen die worden aangebracht als beschermende coating aan de binnenkant van blik of karton. Onder bepaalde omstandigheden kan bpa van de verpakking naar het levensmiddel migreren.
Het Duitse milieuagentschap UBA bepleitte dit voorjaar dat fabrikanten stoppen met het gebruik van bisfenol A. Het Franse voedselagentschap ANSES deed dat al eerder en experts uit Groot-Brittannië, de VS en Italië deden in april eveneens een oproep om bpa uit verpakkingen te halen. Denemarken heeft het gebruik van bpa in verpakkingen van producten voor kinderen onder de drie jaar verboden.
T&O en Unilever doen samen onderzoek DELFT - TNO en Unilever gaan met subsidie van van het innovatieprogramma Food & Nutrition Delta de relatie tussen voeding en gezondheid onderzoeken. Het samenwerkingsverband heeft een looptijd van drie jaar. Ook het Nederlands Metabolomics Centre zal een bijdrage leveren aan het partnership. Aandoeningen als obesitas, beroertes, hart- en vaatziekten en diabetes type 2 zijn verantwoordelijk voor meer dan 60 procent van het aantal sterfgevallen wereldwijd. Duidelijk is dat een specifiek voedingspatroon deze aandoeningen in een vroeg stadium kan helpen voorkomen, stelt TNO. Steeds meer resultaten van wetenschappelijk onderzoek wijzen er namelijk op dat darmbacteriën onder invloed van gezonde voeding een belangrijke rol spelen. De onderliggende mechanismen zijn echter complex en grotendeels onbekend.
Vervalste Palmier-rijst in omloop DUINKERKEN - Het Franse bedrijf La Nouvelle Rizerie du Nord waarschuwt voor vervalsingen van zijn Basmati-rijst van het merk Palmier. Het betreft hier de papieren zakken van 5 kilo. De kwaliteit van de namaak Palmier-rijst is volgens het bedrijf zeer laag. Er is veel breuk, de Basmati-geur ontbreekt en de kleur van het product is niet in orde. La Nouvelle Rizerie du Nord stelt al juridische maatregelen te hebben genomen tegen bedrijven die het vervalste product ondanks waarschuwingen toch hebben verkocht. Het nepproduct is onder meer te herkennen aan de vermelding ‘Rizeiri’ in plaats van ‘Rizerie’. Bovendien is de lotcode gedrukt in plaats van gestempeld. Daardoor hebben alle vervalste producten de zelfde code.
04-05-07_Mixed 13-10-10 11:29 Pagina 5
Column EC behandelt alle gezondheidsclaims tegelijk BRUSSEL - De Europese Commissie zet in 2011 op basis van de opinies van EFSA in één keer alle gezondheidsclaims (artikel 13) om in wetgeving. Eerder deed de Europese Commissie dat zodra de adviezen klaar waren. Het bedrijfsleven en enkele lidstaten, waaronder Nederland, hadden daar kritiek op. Dat leidde tot ongelijkheid omdat sommige producenten de claims van de verpakking haalden, terwijl andere claims nog in behandeling waren. Het nieuwe beleid heeft betrekking op alle ar-
tikel-13 claims behalve de zogenoemde ‘botanicals’. Die volgen na de andere artikel-13 claims. EFSA publiceert de opinies van de 4185 generieke gezondheidsclaims wél in verschillende batches. De eerste twee batches werden begin oktober 2009 en eind februari 2010 gepubliceerd. Van de eerste groep werd eenderde goedgekeurd, van de tweede slechts enkele. De derde batch werd medio oktober verwacht. Bij het ter
perse gaan van dit nummer waren de resultaten nog niet bekend.
Belangstelling voor meedenkende consument groeit DOETINCHEM - 95 Procent van de stemmers op de evmi-poll ziet er de zin van in consumenten mee te laten denken over productontwikkeling. Dat is 7 procent meer dan anderhalf jaar geleden. Evmi liet lezers stemmen op de stelling: ‘Consumenten via internet laten meedenken over productontwikkeling, zoals Lay’s doet, is een goed idee.’ In het voorjaar van 2009 werd dezelfde vraag gesteld, alleen stond er toen in plaats van Lay’s ‘Bolletje en Pickwick’, naar aanleiding van initiatieven van die twee merken. Zag anderhalf jaar geleden een kleine meerderheid (51 procent) vooral het voordeel van het vrijwel zonder kosten uitbreiden van het aantal ‘productontwikkelaars’, terwijl 37 procent vond dat het vooral zinvol was vanuit het oogpunt van marketing, nu is dat omgekeerd. 51 procent ziet vooral het belang voor de marketing en 44 procent denkt aan het vrijwel zonder kosten uitbreiden van het aantal ‘productontwikkelaars’. 12 Procent zag er vorig jaar helemaal niets in om consumenten via een site te betrekken bij NPD. De helft daarvan meende dat het extra veel werk met zich meebrengt omdat alle reacties moeten worden verwerkt, de andere helft dacht dat consumenten toch niet reageren. Dat consumenten geen interesse zouden tonen, denkt nu niemand meer. Dat is niet zo vreemd, want de Lay’s-actie leverde ideeën voor 700.000 nieuwe smaken op, ingezonden door meer dan 300.000 consumenten... 5 Procent meent dat het verwerken van alle reacties veel extra werk kost, terwijl het niets oplevert.
Consument wil meer betalen voor biologisch AMSTERDAM - 42 Procent van de consumenten is bereid om extra te betalen voor biologische en fair trade voedingsmiddelen. Dertig procent vindt biologische producten lekkerder dan reguliere. Dat blijkt uit de ‘Vraag van Vandaag’, de internetpoll waarop bezoekers aan de ING-website kunnen deelnemen. Consumenten die bereid zijn om meer te betalen, hebben voor biologisch eten tussen de 6 en 8 procent extra over. Vooral biologisch vlees mag wat meer kosten. 46 Procent is daartoe bereid. Voor biologisch brood wil slechts dertig procent van de consumenten wat extra betalen. Onlangs bleek uit een rekenmodule van het Productschap Tuinbouw dat de CO2-uitstoot van biologische groenten en fruit hoger kan zijn dan die van de reguliere tegenhanger. Bovendien schreef de Gezondheidsraad in augustus dat biologische producten qua voedingswaarde niet gezonder zijn dan niet-biologische producten.
Obesitas en alles wat daarmee samenhangt, is een bedreiging voor de volksgezondheid. Lange tijd werd gedacht dat het iets was wat alleen in Amerika speelde, maar ook in Europa en zelfs in opkomende economieën wordt het probleem van overvoeding gesignaleerd. Meestal is het niet eens de kwantiteit, maar vooral de voedselkwaliteit die daarbij een rol speelt. In de jaren tachtig en negentig dachten we een antwoord te hebben: light voedsel. Minder calorieën, dus minder
Gezond kans op overwicht. Voor menig consument echter dé reden om meer te gaan eten van het ‘gezondere’ voedsel. Fabrikanten rolden over elkaar heen met voedingsinnovaties. Minder vet, geen suiker, toegevoegd calcium, darmflora stimulerende producten, alles werd in het werk gesteld om bij de consument in de winkelwagen te belanden. De consument weet nog maar weinig van hoe de producten worden gemaakt. Speciale schoolprogramma’s moeten daarin verandering brengen. ‘Gezond eten’-lespakketten voor de basisschool en het vak ‘voeding en gezondheid’ als verplicht vak op het voortgezet onderwijs, inclusief de kooklessen. De jeugd moet weer smaak beleven en productkennis opdoen. Die kennis en ervaring moeten uitmonden in een gezonder levenspatroon, is het niet nu, dan misschien toch als het kind volwassen is. In de praktijk blijkt het vooralsnog een druppel op de gloeiende plaat. De jeugd hoort het aan, doet op z’n best leuk mee, maar een deel ervan draait zich om en koopt in de dichtsbijzijnde supermarkt de grootste zak chips of snoep, een fles cola en/of een ingeblikte energieboost. Leraren aanschouwen het en staan machteloos; een verbod op school verplaatst het probleem. Lay’s had onlangs een actie die uitmondde in nieuwe, unieke chips-smaak. Jammer genoeg heeft dit niet geleid tot gezonde wortelschijfjes, groene appel-chips of spruitjeswokkels met een cool pseudoniem. Als frisdrankproducenten dan ook nog komen met een sexy gezonde, maar mooi en lekker ogende shake in een colafles wordt het voor jongeren veel makkelijker al ‘chillend’ aan de aanbevolen hoeveelheid van twee ons groente en twee stuks fruit per dag te komen. In de levensmiddelenindustrie zijn voldoende ideeën voor gezonde productinnovaties, maar tegenwoordig lijkt hóe je het vertelt belangrijker dan wát je vertelt. Jacqueline Wijbenga, hoofdredacteur Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
5
20 19 89
0 09 -2
Nutri-akt bemiddelt hoger opgeleid, gespecialiseerd personeel binnen Food, Technology, Nutrition & Health. Voor onderstaande opdrachtgevers zijn wij op zoek naar geschikte kandidaten. Meer informatie over deze en andere vacatures vindt u op www.nutri-akt.nl.
jaar
Product Developer (0,8-1 FTE)
Levensmiddelentechnoloog met gevoel voor lekker eten
Initiëren en managen van productontwikkelings- en optimalisatieprojecten. Opstellen, wijzigen en beheren van recepturen en eindproductspecificaties. Vertalen van ontwikkelingen en trends naar mogelijkheden voor product-, proces-, of verpakkingsontwikkeling. Profiel: HBO/WO, minimaal drie jaar ervaring als Product Developer, passie voor smaakbeleving. Voor meer informatie over deze vacature neemt u contact op met Petra Smit, tel. 0317-420613/06-20365143 of e-mail uw CV en korte motivatie naar
[email protected]
R&D Group Leader Infant Milk
An inspiring people manager with proven leadership
Manage three R&D Product Development teams (The Netherlands and Northern France). Prepare the teams and organization towards the new R&D centre in Utrecht. Coordinate the innovation / renovation / productivity portfolio to sustain the future growth and profitability. Profile: MSc Food Technology, 5 to 10 years innovation management experience, potential director. Know more about this vacancy, contact Ingrid Ganzeboom +31 317-420613 or +31 651179720 or send your CV and motivation to
[email protected]
Senior Product Technologist
With a solid background in developing powder products
Responsible for initiating and managing product development projects (Medical Nutrition). Coordinating multidisciplinary projects. Ensuring that new and reformulated products can be implemented on production scale. Profile: MSc Food Technology, several years relevant work experience, team player. Know more about this vacancy, contact Ingrid Ganzeboom +31 317-420613 or +31 651179720 or send your CV and motivation to
[email protected]
www.nutri-akt.nl
062019_NA_PersAdv_fc_191x130_ZW.indd 1
27-09-10 14:39
Proef op de som Mengen is een kritisch proces. Dus wilt u de voordelen van een nieuwe menger natuurlijk eerst in de praktijk ervaren. Daarom kunt u bij ons een machine in alle rust uitproberen binnen uw eigen mengproces. Op huurbasis. En op proef dus. Zodat u zeker bent van de juiste keus. Meer weten? Bel +31 (0) 575 52 30 00 e-mail:
[email protected] of kijk op www.gronfa.com De ideale mix van kwaliteit en service.
Gronfa Procestechniek, Brinkhorst 14 in Zutphen
Food, Technology, Nutrition & Health
GRONFA PROCESTECHNIEK
04-05-07_Mixed 13-10-10 11:30 Pagina 7
Column RIVM: Kip is tóch veilig AMSTERDAM - Kippenvlees is veilig, ook al is het dikwijls besmet met ESBL-producerende bacteriën. Dat stelt het RIVM. Het instituut ziet dan ook geen reden om besmette kip uit de handel te nemen. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) staat vast dat de ESBL-vormende bacterie in rauw kippenvlees is gevonden, maar zijn er geen problemen indien de ‘geldende keukenhygiëne in acht wordt genomen’. Het ministerie van VWS liet al eerder weten in een sterfgeval van een 85-jarige vrouw geen aanleiding te zien om nu alle kippenproducten uit de supermarkt te halen. VWS geeft - net als het RIVM - aan dat kip gewoon kan worden gegeten, als het vlees afdoende wordt verhit. Door verhitting gaan alle bacteriën (ook de ESBL) dood. Daarnaast moet contact tussen rauw kippenvlees en andere etenswaren worden voorkomen. Het RIVM ontkracht met de oproep van eind september de uitspraken van de eigen onderzoekster Maurine Leverstein-Van Hall. Die zei eerder dat kip met ESBLbacteriën niet meer verkocht zou moeten worden. Dit na de dood van de bejaarde vrouw, die besmet was met deze ‘kippenbacterie’. Het RIVM gaat een tweede deskundigenberaad bijeenroepen om de ‘meest recente inzichten op het gebied van ESBL’ te bespreken. Eerder dit voorjaar vond het eerste ESBL-beraad plaats.
Nestlé verkent schemergebied food en pharma VEVEY - Nestlé gaat het gebied tussen food en pharma verkennen. Daartoe worden de bv Nestlé Health Science en het Nestlé Institute of Health Sciences opgericht. Nestlé wil met de twee nieuwe onderdelen het gebied van ‘personalised health science nutrition’ ontwikkelen en werken aan de voorkoming en behandeling van diabetes, obesitas, hart- en vaatziekten en Alzheimer. Nestlé Health Science S.A wordt op 1 januari 2011 operationeel. Het bestaande Nestlé HealthCare Nutrition, met in 2009 een omzet van 1,6 miljard Zwitserse francs ( 1,22 miljard euro), gaat deel uitmaken van het nieuwe bedrijf. Luis Cantarell wordt CEO van Nestlé Health Science. Het Nestlé Institute of Health Sciences gaat deel uitmaken van het wereldwijde R&D-netwerk van Nestlé. Het instituut gaat biomedische wetenschappelijke kennis vertalen naar voedingskundige strategieën om de gezondheid te verbeteren en langer gezond te kunnen leven. Nestlé zal de komende tien jaar honderden miljoenen investeren in het instituut, dat wordt gevestigd in het Zwitserse Lausanne. Het instituut wordt geleid door Emmanuel E. Baetge, voormalig Chief Scientific Officer van het Amerikaanse biotechnologiebedrijf ViaCyte.
Miljoeneninvestering Lotus Bakeries LEMBEKE - Lotus Bakeries gaat 27 miljoen euro investeren in zijn Belgische fabrieken in Lembeke en Oostakker om de toegenomen afzet van speculoos en gebakspecialiteiten te ondersteunen. De Belgische koekfabrikant, in Nederland bekend van het merk Peijnenburg en van de glacés en Enkhuizer Jodekoeken, gaat de productiecapaciteit in de speculoos-fabriek in Lembeke verhogen. Er komt ruimte voor nieuwe productielijnen en extra magazijn- en opslagruimte. De vraag naar speculoos groeit in exportmarkten als Nederland, Frankrijk, de UK, de VS en Azië. De productielijn van de Frangipanes in Lembeke verhuist op termijn naar Oostakker. Zo produceert Lembeke alleen nog maar speculoos en kan Oostakker zich volledig focussen op gebak. In Oostakker wordt de productiehal uitgebreid. Lotus spreidt de geplande investeringen uit over drie jaar.
Marc! Zie je dit toetje? Met die verrukkelijke chocoladebolletjes erin? Je krijgt het niet. Oom Willem lepelt die overheerlijke bollinovla helemaal zelf naar binnen. Eigen schuld. Nee, het kan me niet schelen dat je directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel bent. Wat jij hebt gedaan met Maurine Leverstein-van Hall kan niet door de beugel. Maurine doet onderzoek naar een nieuw resistentiegen tegen antibiotica in gevaarlijke bacteriën. Dat is ontstaan omdat pluimveehouders
Luie Marc hun dieren antibiotica hebben gegeven, zodat ze sneller groeien. Gevaarlijke bacteriën in kippen zijn daardoor veranderd. In bijna alle kip vind je nu micro-organismen die het enzym ESBL aanmaken, en daardoor nauwelijks nog op antibiotica reageren. Maakt zo’n ESBL-bacterie je ziek, dan staan artsen bijna machteloos. De eerste dode is al gevallen. Bakken van kip doodt de bacterie, maar laat het gevaarlijke gen misschien intact. Omdat bacteriën genen uit hun omgevingen opnemen, kan een doorgebakken stuk kip je in theorie nog steeds ziek maken. Dankzij de pluimveehouders zitten consumenten, de retail en de voedingsindustrie nu met een levensgroot probleem. Maurine heeft gezegd dat ze vindt dat de retail van de kippenboeren moet vragen om kip zonder ESBL-bacteriën te leveren. Gemakzuchtige journalisten hebben dat verkeerd opgeschreven, maar als je een beetje googelt kom je er wel achter hoe de vork aan de steel zit. Omdat jij daarvoor te lui was, heb je in interviews frontaal de aanval op Maurine geopend. Volgens jou zaait ze paniek en roept ze mensen op geen kip meer te eten. Dat is onjuist, maar nu loopt iedereen in de sector te foeteren op een uitstekend onderzoeker, zonder dat ze weten wat er werkelijk aan de hand is. Je hebt de supermarkten die je vertegenwoordigt en de voedingsindustrie een slechte dienst bewezen. Je had tegen de pluimveehouders te keer moeten gaan, Marc. Die hebben dit probleem veroorzaakt, niet de industrie en niet de retail. Dus lossen de pluimveehouders het maar op. Ze hoeven alleen maar te stoppen met het voeren van antibiotica aan hun kippen. En nu naar bed, jongeman. Willem Koert, freelance journalist Eisma Eisma Voedingsmiddelenindustrie Voedingsmiddelenindustrie | oktober | maart 2010 2010
7
08-09_NovelQ 13-10-10 11:30 Pagina 8
P r o c e s s i n g
Conserveren met
hoge druk
voor iedereen
Tekst: Willem Koert Foto’s: TOP BV
Het is zover. Conserveren met elektrische velden, hoge druk en radiofrequente straling is geen toekomstmuziek meer. De eerste faciliteiten waar voedingsbedrijven hun producten kunnen laten behandelen zijn geopend en de komende maanden breidt de capaciteit fors uit.
8
“Ik denk dat dit in Noord-Europa de komende drie jaar een hoge vlucht gaat nemen”, zegt Wouter de Heij. “Onze pascalisatiefaciliteit in Ochten is in werking, en het moet raar lopen als we over een paar niet vijf productlijnen operabel hebben. En pascalisatie is nog maar het begin.” De term ‘pascalisatie’ zal niet iedereen evenveel zeggen. De Heij, van origine een Delftse ingenieur die jarenlang werkte bij het Wageningse technologie-instituut ATO, bedacht hem zelf. “Pascalisatie houdt in dat je levensmiddelen niet pasteuriseert met een milde hittebehandeling maar met hoge druk”, verduidelijkt hij. “Daardoor doen we niets af aan de smaak en voedingswaarde van het product.” Al jaren schrijven wetenschapsverslaggevers voor vakbladen over die nieuwe technologie, die experts steevast als ‘de conserveringstechnologie van morgen’ omschreven. Maar dankzij het Wageningse bedrijf TOP, waaraan De Heij is verbonden, is die omschrijving niet meer accuraat. “Eigenlijk is pascalisatie al vijf jaar een volwassen technologie”, zegt De Heij. “Er zijn geen drempels meer om hem op te schalen. Ook wat de wetgeving betreft is nu alles geregeld.” Nieuwe technologie is vaak een kostbare aangelegenheid, en voedingsbedrijven hebben vaak een beperkt budget voor innovatie. Daarom besloot het in innovatieve voedingstechnologie gespecialiseerde TOP faciliteiten op te zetten die bedrijven kunnen huren: toll manufacturing, dus. “Onze pascalisatiefaciliteit in Ochten heeft nu een capaciteit van zo’n 500 liter per uur”, ver-
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
telt hij. “We zijn aan het uitbreiden en in februari 2011 halen we de 1200 liter per uur.” Steriliseren Het pascalisatieproces is geschikt voor uiteenlopende producten, als koelverse soepen, kant- en klare maaltijden, smoothies, sappen, kreeft en oesters en eiwitten voor klinische voeding of sportsupplementen. Inmiddels zijn al zo’n 25 bedrijven klant bij De Heij, waaronder A-merken en huismerken. Pascalisatie is dus bezig een succesnummer te worden, maar De Heij heeft geen tijd om zich blij te maken met de groeicijfers. Hij zit met zijn hoofd bij een nieuw project: steriliseren onder hoge druk. De pilot-installatie is af, en binnenkort staat er ergens in een loods in het midden van Nederland een door TOP en Avure Technologies ontwikkelde druksterilisator met een capaciteit van minimaal 100 kilogram per uur. “We werken aan de opschaling. Wat ons betreft is deze technologie volwassen en is dit de tijd om er in te stappen.” De Heij doet al zaken met launching customers, die van de sterilisatiefaciliteiten van TOP gebruik willen maken. De Heij was in zijn ATO-tijd nauw betrokken bij de ontwikkeling van het proces, dat uiteindelijk uitmondde in een patent dat mede op zijn naam staat. “In die periode wisten we al dat we met druk bacteriën konden deactiveren”, zegt de technoloog. “Amerikaanse onderzoekers hadden de theorie dat je met meerdere drukpulsen achter elkaar ook sporen kon doden.
Dat leek ook wel te kloppen, maar het mechanisme achter het steriliseren was iets anders dan we dachten.” De eerste drukpulsen zorgden voor een milde temperatuursverhoging, ontdekten De Heij en zijn toenmalige collega Ludo Van Schepdael. Die temperatuursverhoging maakte pathogenen verhoogd kwetsbaar voor de drukpuls die daarna kwam. Die ontdekking zette de onderzoekers op het spoor van een nieuwe, en inmiddels gepatenteerde, sterilisatietechnologie. “Die houdt in dat we het product eerst verwarmen tot een temperatuur waarbij je normaliter pasteuriseert, en het product een paar minuten blootstellen aan een druk van zo’n 7000 bar”, vertelt De Heij. “Het eindproduct is steriel, en dus verlengd houdbaar. Maar de smaak en voedingswaarde zijn als van een gepasteuriseerd product. Het proces is geschikt voor soepen in stazakken, sauzen en kant- enklare maaltijden.” Voluit heet het proces ‘pressure-assisted thermal sterilization’ of kortweg PATS. De FDA keurde het in de eerste maanden van 2009 goed. In het eindrapport oordeelde de FDA dat PATS in staat was om zelfs korte metten te maken met de geduchte Clostridium botulinum. Zodra de FDA zijn fiat had gegeven, namen bedrijven de methode in gebruik. Daarom hebben Amerikaanse soldaten sinds enkele maanden een met PATS behandelde aardappelpuree in hun rantsoenen. De machines die de puree behandelen zijn ontworpen en gebouwd door – alweer – Avure Technologies.
08-09_NovelQ 13-10-10 11:30 Pagina 9
Pascalisatie is nog maar het begin
Een dozijn technologieën Onderzoekers werken in totaal aan een dozijn alternatieve technologieën die voedingsmiddelen op een betere manier kun-
nen conserveren. In de VS hebben militaire instituten het voortouw genomen, in Europa gebeurt dat door de universiteiten van Leuven, Berlijn en Wageningen. Brussel heeft het Europese onderzoek naar de nieuwe conservering gestimuleerd met het in 2006 opgestarte project NovelQ, en stak elf miljoen euro in het project. In de eerste week van oktober sloten de organisatoren NovelQ af met een besloten bijeenkomst in Wageningen voor 75 participerende bedrijven. Tot de wapenfeiten van NovelQ behoren onder meer een hogedruksterilisator, en een ontsmetter van verpakkingen voor levensmiddelen op basis van koud plasma. Beide applicaties zijn echter alleen geschikt voor onderzoek en niet voor productie. Lang niet alle alternatieve technologieën die universiteiten bestuderen, kunnen zich in de belangstelling van De Heij verheugen. “In zo’n koude plasmatechnologie zien wij de eerste vier jaar bijvoorbeeld geen toepassingen. Van een aantal andere technologieën verwacht ik eerlijk gezegd ook op langere termijn geen heil.” Tot die laatstgenoemde categorie behoort ‘ohmic heating’, een techniek waarbij elektriciteit vloeibare levensmiddelen ontdoet van pathogenen. Het nadeel: de elektroden los-
sen geleidelijk op en de metaalionen verdwijnen in het behandelde product. Superkritisch kooldioxide kan bacteriën afdoden, maar lost ook smaak- en kleurstoffen op. Ook tegenover technieken waarbij UV-licht of lichtpulsen voedingsmiddelen ontsmetten staat De Heij sceptisch. Het kleinste beetje schaduw is voldoende om een bacterie te behoeden voor de ondergang. “Met licht een stukje kipfilet conserveren?”, vraagt hij retorisch. “Het is fysiek onmogelijk.” Maturity Voor zichzelf en voor zijn klanten houden De Heij en zijn medewerkers een overzicht van alle nieuwe conserveringstechnieken actueel, zodat die kunnen bepalen wat voor hun product een optie zou kunnen zijn. Een sleutelconcept dat De Heij gebruikt om nieuwe technologieën op hun innovatieve waarde te beoordelen is ‘state of maturity’, vertelt hij. “De industrie heeft niets aan machines die alleen werken op labschaal. Alleen opschaalbare techniek is voor bedrijven interessant. Is er ergens al een grootschalige pilot? Kun je ergens een lijn kopen? Of kun je capaciteit inhuren? Dat zijn de relevante vragen. The proof of the pudding is in the eating.”
De productielijn van TOP BV.
PEF Conserveren met hoge druk is een batchgewijs proces. Voor alle vaste levensmiddelen zal hoge druk voorlopig een belangrijke optie blijven, verwacht De Heij. Het proces dat voor de conservering van verpompbare levensmiddelen als sappen, smoothies, zuivel en gazpacho echter de toekomst heeft heet PEF – een afkorting voor ‘pulsed electric fields’. PEF houdt in dat elektrische pulsjes in de membraan van micro-organismen een basaal bouwsteentje verbrijzelen, waardoor bacteriën het loodje leggen. De installatie van TOP die nu operabel is heeft een capaciteit van 800 liter per uur. “We hebben klanten voor wie dat onvoldoende is”, aldus De Heij. “Ze hebben behoefte aan een capaciteit van 1500 liter. Zo’n installatie zijn we nu aan het bouwen.” Een belangrijk voordeel van PEF boven conservering met druk is de prijs. “Pascalisatie kost per kilogram product minimaal 10 cent”, rekent hij voor. “Bij PEF is dat zo’n 2 cent.”
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
9
10-11_Food Valley Congres 13-10-10 11:31 Pagina 10
C o n g r e s
Verdienen aan dromen van de consument Tekst en foto’s: Norbert van der Werff
De Food Valley Conferentie stond in het teken van nieuwe verdienmodellen. Consultant Jonas Ridderstråle maakte duidelijk dat voedingsmiddelenbedrijven meer moeten dromen als ze willen inspelen op de veranderende wensen van de consument. FrieslandCampina-CEO Cees ‘t Hart vertelde over de langetermijnstrategie van zijn onderneming.
Jonas Ridderstråle: “Plannen is vandaag de dag zinloos geworden. De wereld is zo complex dat je niet kúnt plannen.”
Keynote speaker Jonas Ridderstråle kreeg de lachers regelmatig op zijn hand tijdens de Food Valley Conferentie op 7 oktober in Ede. De international business consultant en management goeroe uit Zweden, schetste de complexiteit van de huidige maatschappij. Hij ging in op vier maatschappelijke veranderingen waar voedingsmiddelenbedrijven op moeten inspelen. De relatieve domheid van mensen neemt toe, aldus Ridderstråle. Hij betoogde dat de absolute kennis weliswaar toeneemt, omdat de gemiddelde persoon wat meer kennis heeft opgedaan dan zijn ouders, maar dat die kennistoename het aflegt tegen de groeiende complexiteit van de maatschappij. “De kennis in de maatschappij groeit niet lineair, maar exponentieel.” Dat betekent dat er binnen ondernemingen niet één persoon kan zijn die alle noodzakelijke kennis heeft om het bedrijf te managen. “Daarom zijn de ménsen het allerbelangrijkste. Als het rekruteren van personeel niet goed gebeurt, kun je McKinsey wel zeven dag in de week en 24
uur per dag hebben rondlopen, maar dat zal niet helpen.” In de huidige maatschappij met alle sociale netwerken wordt niet meer gepland en is het veel moeilijker geworden om dingen te voorspellen. “Plannen is vandaag de dag zinloos geworden. De wereld is zo complex dat je niet kúnt plannen.” Hij verwees naar de James Bond films. Vroeger was duidelijk wie de ‘good guys’ en wie de ‘bad guys’ waren, maar in de laatste twee films was dat niet helder. “We leven niet meer in een bipolaire wereld. En omdat je niet kunt voorspellen wat er gaat gebeuren, moet je zelf creëren. Organisaties moeten zich ontwikkelen, zoals in laboratoria gebeurt. De innovatiestrategie van een onderneming moet gaan om de vraag hoe je met falen en fouten moet omgaan.” Van strategische fouten moet worden geleerd, maar ze moeten niet direct afgestraft worden. Hij vergeleek dat met de bestaande praktijk in het leger. “De strategie is daar om niet gewond te raken, maar wie dat toch doet, krijgt er zelfs een medaille voor…” Einde kennismonopolie De derde ontwikkeling is dat mensen het altijd druk hebben en gestrest zijn. Ze zijn nooit alleen, maar kunnen wel eenzaam zijn en zich vervelen. “Consumenten willen daarom gepamperd worden, vermaakt worden en verbonden worden en ook gezien worden.” De laatste ontwikkeling die Ridderstråle schetste was het einde van het westerse monopolie op kennis. In India alleen al zijn 45 miljoen mensen die een universitaire opleiding hebben afgerond. Bedrijven die zich willen onderscheiden van ondernemingen uit India of China moeten
10
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
iets bieden waar consumenten in geloven. “Martin Luther King zei ‘I have a dream’ en niet ‘I have a five year plan’. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat ze een idee belichamen. De Verenigde Staten zijn succesvol omdat ze een idee zijn. Iedereen kan Amerikaan worden, het is een club.” Ridderstråle hield zijn gehoor voor dat ze meer moesten dromen. Alle belangrijke beslissingen, bijvoorbeeld de keuze van een partner, worden immers op gevoel genomen. Bio+ Zo’n idee of droom is het biologisch paraplumerk Bio+, een initiatief van de Stichting Merkartikel Bio+. Ruben Bringsken, directeur-eigenaar van conservenfabriek Baltussen in Driel en bestuurslid van de stichting, vertelde erover in één van de workshops. Biologisch hoorde begin jaren negentig nog bij de geitenwollensokken en was bestemd voor het natuurvoedingssegment. Begin deze eeuw ving de overheid echter aan om biologisch te stimuleren en begonnen consumenten zich er meer voor te interesseren. “Biologisch is nu niet meer doel op zich, maar het bewijs dat we een natuurlijke manier van leven hebben. Daarmee speel je ook in op de light-user”, zegt Bringsken. Verwaarden Ook FrieslandCampina speelt in op de veranderende wensen van de consument. CEO Cees ’t Hart van FrieslandCampina ging in op de transitie van een coöperatie die uitging van het aanbod aan melk, naar een onderneming waarbij gekeken wordt naar de optimale verwaarding van de bestanddelen van de melk, als eiwitten, mineralen, vitamines, melkvet en bioactieve stoffen; het totaal aan ingrediënten voor food en pharma. Waren caseïne, wei en lactose vroeger restproducten, nu zijn het ingrediënten die veel geld in het laatje brengen. Hij meent dat de marketingafdeling van het bedrijf zelf de goede eigenschappen van melk nog meer moet benutten. “De gemiddelde marketeer bij Coca-Cola kan meer vertellen over de goede eigenschappen van melk dan de eigen marketeers.”
10-11_Food Valley Congres 13-10-10 11:31 Pagina 11
Food Valley Conferentie
FrieslandCampina CEO Cees ’t Hart kondigde de bouw van een nieuw innovatiecentrum aan.
Innovatiecentrum Ridderstråle zei dan wel dat de kennisvoorsprong op andere delen van de wereld lastig te behouden is, FrieslandCampina tracht dat wel. Daarom gaat FrieslandCampina een nieuw innovatiecentrum bouwen in Wageningen. De plannen voor dit nieuwe internationale kenniscentrum waren in het voorjaar al gelanceerd, maar ze worden nu versneld doorgevoerd. Ook is de omvang groter, zo bleek tijdens het congres. Eerder ging het om 250 R&D’ers, maar dat blijken er 350 te zijn. Het nieuwe centrum wordt in de tweede helft van 2012 in gebruik genomen. Medewerkers die nu nog bij de R&Dafdelingen van de verschillende locaties zitten, gaan deels over naar Wageningen. Bij de huidige locaties blijven wel medewerkers, maar dit gaat dan vooral om development (het op maat maken voor klanten) en niet om research. “Het gaat niet om een centralisatie maar het draait erom dat medewerkers elkaar inspireren”, benadrukt ’t Hart.
Er komt een nieuw pand op de campus van Wageningen Universiteit. 't Hart hecht er belang aan met R&D dicht bij de universiteit te zitten. Het pand komt te staan op 15.000 vierkante meter grond. Er komen 3300 vierkante meter aan laboratoria, een proeffabriek van 1800 vierkante meter en verder een proefbakkerij en ruimtes voor bijvoorbeeld smaaktesten. Ook zal er een Experience Centre worden ondergebracht, waar mensen producten kunnen proeven, ruiken en voelen. Duurzaamheid speelt een belangrijke rol bij de nieuwbouw. Zo komt er een warmte-koude-opslaginstallatie en wordt onderzocht of energie er via zonnepanelen kan worden opgewekt. Belastingvoordelen Plannen voor de lange termijn mag dan volgens Ridderstråle niet meer kunnen, maar binnen een innovatietraject moet dat juist wél. Door in een vroeg stadium advies in te winnen, kunnen bedrijven subsidies en belastingvoordelen verkrijgen en zo de kosten van innovatie reduceren. Dat betoogden adviseurs van Loyens & Loeff en PNO Consultants in het pre-programma van het congres. Het is belangrijk om al in de haalbaarheidsfase na te denken over het eigendom van de innovatie. Een idee van een R&D-medewerker is eigendom van de werkgever, maar als er iemand wordt ingehuurd voor het doen van onderzoek, kan dat anders liggen. Er is namelijk een verschil tussen het
financieren van onderzoek en het eigendom van de innovatie, legt Pjotr Heemskerk van Loyens & Loeff uit. Voor de bescherming van het idee is een patent daarvoor de beste, maar ook de duurste optie. Met alle partijen die betrokken zijn bij de innovatie afspraken maken over vertrouwelijkheid is ook mogelijk, maar daarbij bestaat altijd het risico van een lek. In die eerste fase kunnen belastingvoordelen het innovatieproces stimuleren omdat er dan meer geld beschikbaar is. Daarom dient al direct als er een nieuw idee is, overlegd te worden met de financiële verantwoordelijken van een onderneming, om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Met het oog op reductie van de belastingen, moeten de kosten goed worden bijgehouden. Het belastingvoordeel verschilt per land. Kosten voor trademarks komen in Nederland niet in aanmerking voor belastingvoordeel, maar in Luxemburg wel, betoogde Lex van Noordenburg van Loyens & Loeff. Ook voor het afdragen van belastingen is de vraag wie eigenaar is van de innovatie van belang. Arne-Jan Polman van PNO Consultants benadrukte dat in het allereerste stadium ook al nagedacht moet worden over subsidies. “Dan kan een bedrijf het innovatieproces nog zo sturen dat het in aanmerking te komt voor subsidies.” De consultants gingen in hun betoog ook in op de fiscale en subsidiemogelijkheden in de R&D-fase en de marktintroductie-fase.
’t Hart stelde dat voor een coöperatie in handen van melkveehouders continuïteit en dus de focus op de lange termijn van groot belang was en is. Wel veranderd is de aard van de onderneming. “Vroeger hadden we tien of twintig leden. Nu zijn we een onderneming met een omzet van 9,1 miljard euro. Die kan niet op dezelfde manier bestuurd worden.”
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
11
12_Foodvalley award 13-10-10 11:31 Pagina 12
Product & ontwikkeling
NSure
wint Food Valley Award
Tekst en foto’s: Norbert van der werff
NSure heeft de Food Valley Award gewonnen voor de test die op basis van de genactiviteit kan voorspellen wanneer appels en peren geoogst moeten worden en hoe lang ze kunnen worden opgeslagen zonder te veel kwaliteitsverlies.
Productmanager Ruud van Enckevort en CEO Monique van Wordragen met de Food Valley Award.
Van hardfruit als appels en peren wordt jaarlijks vijf tot tien procent van de oogst vernietigd omdat de kwaliteit van het fruit bij opening van de koelcellen onder de maat blijkt. Om die derving aan te pakken, ontwikkelde NSure in samenwerking met veilingen en telers een methode waarmee telers monsters van hun fruit kunnen nemen. Dat doen ze met de bemonsteringskit met speciaal testkaartje waarop een druppel sap wordt aangebracht. De kaartjes stabiliseren het monster, zodat het met de
Lab leest zwarte doos van vrucht uit 12
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
post kan worden verstuurd naar het lab van NSure. Daar wordt de ‘zwarte doos van de vrucht uitgelezen’, stelt het bedrijf. Er wordt gemeten of bepaalde vruchtgenen ‘aan’ of ‘uit’ staan, wat informatie geeft over het rijpingsstadium. De teler krijgt binnen twee werkdagen het resultaat per e-mail of fax. De testen geven de fruitteler niet alleen informatie over het beste moment voor de pluk, maar beantwoorden ook de vraag hoe lang de producten kunnen worden opgeslagen. Dat is van belang voor de teler, maar vooral ook voor de handel. Die kan er dan voor zorgen dat de meest kwetsbare partijen als eerste op de markt komen. Internationale ambitie NSure bestaat vier jaar. Het Wageningse bedrijf begon met twee personeelsleden en telt op het moment in Nederland veertien medewerkers. Daarnaast heeft NSure in Chili een joint venture en gaat er in november ook een joint venture van start in ZuidAfrika. Bovendien zijn er agentschappen in Zweden en de VS. “We zijn een klein bedrijf met grote ambities”, zegt CEO Monique van Wordragen van NSure. “We proberen ons product internationaal te vermarkten en krijgen nu erkenning in de vorm van een prestigieuze prijs. Nederland staat bekend als land van de vernieuwingen in de agrifood, dus als je hier een prijs wint, is dat helemaal geweldig.” NSure won de prijs voor de methode om de kwaliteit van appels en peren te voorspellen, maar heeft nog meer toepassingen ontwikkeld. Van Wordragen: “De technologie is breed inzetbaar, bijvoorbeeld ook voor siergewassen. Bij rozen kunnen we voorspellen of ze vatbaar zijn voor schimmels.
Ook voor frietaardappelen is er een toepassing. We kunnen niet aangeven wanneer het beste moment is om te rooien, zoals bij appels en peren, maar wel hoe lang ze kunnen worden opgeslagen. Aardappelen worden maar één keer per jaar geoogst en daar moet je dan het hele jaar mee doen. Het is dus belangrijk te weten welke aardappelen het eerst moeten worden gebruikt.” Hoogwaardige export De award werd 7 oktober uitgereikt aan het einde van de Food Valley Conferentie in Ede. “NSure is een innovatieve starter die met haar activiteiten in diverse werelddelen een toonbeeld is voor hoogwaardige export, die voortbouwt op de kennisinfrastructuur van Nederland. Een bijzondere onderneming die met recht deze innovatieprijs verdient”, aldus juryvoorzitter Jan Maat, directeur van Top Instituut Food and Nutrition. De jury beoordeelde de inzendingen op hun innovatieve karakter, de mate van samenwerking, de levensvatbaarheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Naast Maat bestond de jury uit Anne Mensink (director International Relations and Projects van Food Valley), Hans Verhagen (hoofd Centrum voor Voeding en Gezondheid van het RIVM) en Hugo de Vries (voormalig VROM-inspecteur). Ook de eerdere winnaars van de Food Valley Award Piet Buwalda (manager Innovation Centre Food van Avebe) en Jos Nelissen (directeur van Newtricious B.V.) maakten deel uit van de jury. Naast NSure waren Smilde Bakery met het verantwoorde saucijzenbroodje Zócijs en de VanDrie Group met de optimalisatie van dierenwelzijn en ketenefficiency genomineerd. Zij kregen een kleinere versie van de sculptuur en een certificaat uitgereikt.
_Eisma stopper 'wknd weg':00 13-10-10 08:29 Pagina 1
Win
als abonnee een luxe weekend weg!
Doe mee en win! Wij bieden onze abonnees graag iets extra’s en daarom maakt u als abonnee kans op:
Een compleet verzorgd weekend voor 2 personen t.w.v. �325, in het schitterende Maison Salvard in Bitry, Frankrijk. Het uit 1836 daterende maison is dit jaar geheel in oude luister hersteld. ‘Oude luister’ qua ambiance, maar voorzien van alle moderne comfort en gelegen in het westelijk deel van de Bourgogne. Om alvast de sfeer te proeven, nodigen wij u uit op www.maisonsalvard.com
Het luxe abonnee arrangement bevat:
2 x overnachting
2 x uitgebreid ontbijt
2 x luxe 3gangen diner
Het enige wat u als abonnee hoeft te doen, is onderstaande bon in te vullen en gratis op te sturen naar: Eisma Businessmedia bv, Afdeling Marketing, Antwoordnummer 470, 8900 VC Leeuwarden. U kunt de bon ook digitaal invullen. Ga daarvoor naar: www.eismamediagroep.nl/maisonsalvardactie
� Mijn gegevens: Abonneenummer: Bedrijfsnaam: Naam:
M /V
Adres: Postcode/Plaats: Emailadres: Telefoonnummer: Handtekening:
De winnaar krijgt schriftelijk bericht. U kunt meedoen tot 31 december 2010. Uw emailadres zullen wij gebruiken voor abonneeaanbiedingen.
14-15_Listeriaprotocol 13-10-10 11:39 Pagina 14
P r o c e s s i n g
Listeria
de grote uitdaging
Tekst: Renee Lokerse Foto’s: WFC Analytics
Het is wettelijk verplicht om als producent van een ready-to-eat product te bewijzen dat Listeria monocytogenes niet kan uitgroeien tot meer dan 100 kolonievormende eenheden per gram (kve/gram) binnen de aangegeven houdbaarheidstermijn. Dit leidt tot veel vragen bij levensmiddelenproducenten.
Producten waar Listeria in voor kan komen.
Het ziektebeeld van Listeria monocytogenes varieert van griepachtige verschijnselen met aanhoudende koorts tot pijn in de rug, hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging, baarmoederinfectie, mastitis, abortus en doodgeborenen. Een levensgevaarlijk micro-organisme dus, dat absoluut onder controle gehouden moet worden in levensmiddelenproducerende bedrijven. Dit geldt met name voor ready-to-eat producten. Deze producten zijn bedoeld voor directe consumptie, zonder het te koken of een andere behandeling te geven om het aantal ziekteverwekkende micro-organismen te verlagen tot een acceptabel niveau. Om het nog gecompliceerder te maken, is Listeria erg tolerant voor wat betreft product- en bewaarcondities. De kiem groeit al bij –1 °C, vanaf een pH van 4,2, en een wateractiviteit van 0,92, wat overeenkomt met ongeveer 10 procent zout. Listeria monocytogenes kan voorkomen in diverse voedingsmiddelen, zoals rauwe melk, zachte rauwmelkse kazen, kazen,
paté, gefermenteerde worst, vers en bewerkt vlees, gefermenteerde sausen, roomijs, vis en schelpdieren en rauwe of gerookte vis. Doordat de bacterie in de grond voorkomt wordt het ook teruggevonden in plantaardige producten, zoals groente en fruit die in de volle grond zijn opgekweekt. Vanwege het ernstige ziektebeeld en de tolerantie van Listeria in productie is het goed te begrijpen dat de wet de producenten van ready-to-eat producten verplicht tot het bewijzen dat Listeria monocytogenes niet kan uitgroeien tot meer dan 100 kve/gram binnen de aangegeven houdbaarheidstermijn. Challengetests De VWA heeft een protocol opgesteld op basis van een EU richtlijn (EG 2073/2005) waarin staat hoe een levensmiddelenproducent kan bewijzen dat een product veilig is voor wat betreft overleving en uitgroei van deze kiem. Overleving en uitgroei van Listeria in producten wordt getest met behulp WFC Analytics WFC Analytics is een microbiologisch laboratorium dat naast controleactiviteiten uiteenlopende onderzoeken en projecten uitvoert. Voorbeelden hiervan zijn houdbaarheidsonderzoek, challengetests, productontwikkeling en uniek opgezet onderzoek dat voldoet aan de specifieke wensen van de klant. Zusterbedrijf WFC Food Safety is een consultancybureau dat levensmiddelenproducenten helpt bij het opzetten en onderhouden van hun kwaliteitssysteem en ondersteunt bij certificering. Meer informatie: www.foodconsult.nl
14
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
van challengetests. Hierbij wordt het product aangeënt met Listeria monocytogenes. Vervolgens wordt het product bewaard gedurende de houdbaarheidstermijn en wordt op een aantal tijdstippen het aantal kiemen in het product bepaald. De tests moeten aan allerlei eisen voldoen en enkele keren herhaald worden om de betrouwbaarheid te kunnen garanderen. Er is vastgelegd wat de maximale toename mag zijn aan het eind van de houdbaarheidstermijn. Is het aantal kiemen hoger dan de norm dan moeten er maatregelen genomen worden, zoals het verkorten van de houdbaarheidstermijn of het verlagen van de pH en/of wateractiviteit, voordat het product op de markt gebracht mag worden. Voor een aantal producten en producteigenschappen wordt duidelijk aangegeven dat deze buiten de risicogroep vallen. Als alle producten die niet binnen de vastgestelde categorieën vallen moeten worden getest, dan zal dat voor veel producenten betekenen dat ze tientallen producten moeten testen. Aangezien een test uitvoeren volgens protocol 6000-7000 euro per product kost, zijn de totale kosten erg hoog en is het uitvoeren van alle vereiste tests in veel gevallen niet haalbaar. Dit kan niet de bedoeling zijn. Alternatief voor challengetests Een alternatief voor het uitvoeren van challengetests, die ook genoemd wordt in het protocol van de VWA, is met behulp van bekende gegevens, modellen en opgedane ervaring aantonen dat Listeria niet uit kan groeien. Dit lijkt een haalbaar alternatief aangezien er veel onderzoek gedaan is en dus veel bekend is over de groei van Listeria. Er bestaan al veel modellen waar bruikbare informatie uit gehaald kan worden. Deze modellen hebben voornamelijk betrekking op temperatuur, pH en zoutconcentratie. De belangrijkste eigenschappen waarop beoordeeld wordt of een product buiten de risicogroep valt, zijn pH en wateractiviteit. Met behulp van de beslisboom in het protocol kan bepaald worden of een product al dan niet een challengetest moet ondergaan. Er zijn echter veel meer varia-
14-15_Listeriaprotocol 13-10-10 11:40 Pagina 15
Levensgevaarlijk micro-organisme Agarplaat met Listeriagroei. belen naast wateractiviteit en pH die invloed hebben op de groei van Listeria, zoals de aanwezigheid van conserveermiddelen en de hoeveelheid zuurstof in de verpakking. Welke variabelen zijn het belangrijkst voor de groei van Listeria? Wanneer is er voldoende bewijs geleverd? Is alleen theorie genoeg of moeten er ondersteunende experimenten gedaan worden? Wanneer vinden de toezichthoudende instanties dat er voldoende bewijs is geleverd? Aangezien er veel variabelen van invloed zijn en er discussie kan ontstaan over de gebruikte onderbouwing, is conclusies trekken op basis van modellen een ingewikkelde en tijdrovende klus.
kend wordt hoe hoog het risico van een product is. Vervolgens kan ook uit dit systeem gehaald worden wat de zwakke schakel is in het product en in hoeverre aanpassing nodig is om het risico voldoende te verminderen. Indien onvoldoende gegevens bekend zijn over het product zal het aangeven welke aanvullende informatie noodzakelijk is. De methode zal ingezet kunnen worden voor een brede groep producten. Omdat het erg waarschijnlijk is dat naast Listeria ook voor andere pathogene kiemen een challengetest protocol zal komen, is een dergelijk systeem snel uit te breiden met kennis over nieuwe pathogenen.
Kan het gemakkelijker? Volgens WFC kan het gemakkelijker door een methode te ontwikkelen voor producenten waarmee het risico van het vóórkomen en de uitgroei van Listeria in een product bepaald kan worden. Daarnaast geeft de methode aan of aanvullende laboratoriumtests noodzakelijk zijn. Gebruik van de methode voorkomt dat iedereen opnieuw het wiel moet uitvinden en veel tijd en moeite moet steken in het uitzoeken van gegevens. Daarnaast biedt de methode het voordeel dat de discussie maar één keer aangegaan hoeft te worden. Zodra de methode geaccepteerd wordt door toezichthoudende instanties, garandeert het gebruik hiervan een betrouwbare onderbouwing. De methode zal bestaan uit een softwareprogramma waar de eigenschappen van producten ingevuld worden en waar bere-
Renee Lokerse is onderzoekscoördinator en
Een voorbeeld van resultaten van een challengetest van een nieuw product waarvan vastgesteld moet worden welk percentage conserveermiddel nodig is om de groei van Listeria te remmen. Listeria is toegevoegd aan product met verschillende concentraties conserveermiddel, de controle bevat geen conserveermiddel. Hoe hoger de concentratie, des te lager het aantal kiemen Listeria aan het eind van de houdbaarheidstermijn. Vanaf 0,02% conserveermid-
hoofd laboratorium bij WFC
del blijft het aantal kiemen onder de grens van 100 kve/gram product.
Producten die buiten de risicogroep vallen zijn: - verse, onbehandelde en ongesneden groenten en fruit, gekiemde zaden uitgezonderd; - brood en biscuit; - verpakt water, soft drinks, bier, cider, wijn en gedistilleerde dranken; - suiker, honing en snoepgoed inclusief chocolade en chocoladeproducten; - levende tweekleppige weekdieren; - producten die een warmtebehandeling of andere be- of verwerking hebben ondergaan waarmee Listeria wordt geëlimineerd, wanneer na deze behandeling geen herbesmetting kan optreden. Daarnaast vallen producten met de volgende eigenschappen buiten de risicogroep: - producten met pH ≤ 4,4; - producten met wateractiviteit ≤ 0,92; - producten met pH ≤ 5,0 en wateractiviteit ≤ 0,94; - producten met een houdbaarheid van minder dan 5 dagen; - bevroren producten.
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
15
16-17_Zoutvermindering 13-10-10 11:43 Pagina 16
V o e d i n g
&
g e z o n d h e i d
Zoutvermindering zaak van producent én consument Tekst en foto’s: Tom van der Meer
De inname van zout speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van hoge bloeddruk en aandoeningen aan hart- en bloedvaten. Tijdens een minisymposium in Wageningen kwamen onder meer aan bod wat de impact is van zoutverlaging en kaliumverhoging en wat de industrie kan doen om haar steentje bij te dragen. Er is echter ook een gedragsverandering van de consument noodzakelijk.
Positieve effecten natriumreductie zijn aanzienlijk
16
“De negatieve effecten van natrium in zout op de gezondheid zijn evident”, zegt Lawrence Appel, Amerikaans hoogleraar medicine, epidemiology and international health en expert in bloeddruk en weight management. Hij wijst op een duidelijke relatie tussen overmatig zoutgebruik en een stijgende bloeddruk en daarmee samenhangende aandoeningen aan hart- en bloedvaten en beroerten. Verder is er een waarschijnlijke relatie tussen overmatig zoutgebruik en maagkanker en een mogelijke relatie met een toenemend risico op osteoporose en een vergrote linker ventrikel
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
massa (LVM, die hartfalen kan voorspellen). De American Heart Association (AHA) stelt dat de Amerikaanse consument dubbel zoveel zout binnenkrijgt als wordt aanbevolen. In de VS werd in 2005 voor de doorsnee Amerikaan een maximum inname van 2,3 gram natrium (5,75 gram zout) per dag aanbevolen. Voor mensen met een hoog risico was dat hooguit 1,5 gram natrium (3,75 gram zout) per dag. Uit onderzoeken die vorig jaar werden gehouden, blijkt echter dat de risicogroep veel groter is dan werd aangenomen. De inname van maximaal 2,3 gram natrium per dag geldt na-
melijk voor slechts 31 procent van de bevolking. De overige 69 procent (!) van de bevolking dient de limiet van 1,5 gram aan te houden. Overigens adviseert de Gezondheidsraad in Nederland niet meer dan 2,4 gram natrium (6 gram zout) per dag, terwijl de huidige zoutinname in Nederland 9 tot 12 gram per dag is. Snel succes De positieve effecten van zoutvermindering zijn volgens Appel aanzienlijk. Een vermindering met één gram per dag zou wereldwijd al 32.000 hartaanvallen en 28.000 doden schelen. Drie gram per dag minder zou zelfs 92.000 hartaanvallen en 81.000 doden voorkomen. Ter vergelijking: als mensen vijf procent van hun lichaamsgewicht weten af te halen, zou dat 61.000 hartaanvallen en 36.000 doden schelen. Verhoging van de inname van kalium kan dat verder verlagen (zie kader). Appel wijst op studies rond de inname van kalium die een direct effect op vrouwen lieten zien. Het risico op het krijgen van nierstenen in deze groep verminderde. Ook verbeterde de dichtheid van botmineralen in het lichaam. Verander consument Voor een succesvolle zoutvermindering is zowel een verandering van de producten als van de consument nodig. Bij het veranderen van de consument gaat het volgens Gerda Feunekes, directeur Nutrition Savoury van Unilever wereldwijd, om het kweken van begrip en acceptatie. Ze geeft aan dat consumenten in Afrika en Zuidoost-Azië juist menen dat zout góed is voor de gezondheid. Daarom heeft Unilever in India het zoutgehalte van groentesaus stilletjes verminderd met veertien procent. Behalve gezondheid vindt de consument ook de prijs en de smaak van het product belangrijk, stelt Feunekes. Daarnaast hech-
16-17_Zoutvermindering 13-10-10 11:43 Pagina 17
Gerda Feunekes: "Sinds 2004 zijn wereldwijd al
Lawrence Appel: “De negatieve effecten van na-
Kees de Graaf: “Geen sterke relatie tussen de aan-
meer dan 28.000 foodproducten wereldwijd
trium in zout op de gezondheid zijn evident.”
wezige hoeveelheid zout in producten en de
ten ze nog aan gemak en natuurlijk. “Bij zoutvermindering willen mensen de smaak niet opgeven. En de gedachte is toch vaak dat 25 procent minder zout automatisch 25 procent minder smaak betekent. Bovendien is de nutriëntenkennis van de consument laag. De perceptie is dat natuurlijk gezond is en dat kaliumchloride wel een E-nummer zal hebben. Dit alles maakt dat Unilever op zoek gaat naar smaakvolle, natuurlijke en gezondere alternatieven en dat dit in de communicatie bekend moet worden gemaakt.” Voor wat betreft de verandering van producten gaat het om technologische aspecten. Feunekes wijst erop dat de grootste food-bedrijven sinds 2004 wereldwijd al meer dan 28.000 foodproducten geherformuleerd hebben om er gezondere alternatieven van te maken. Het gaat dan niet alleen om zoutvermindering, maar ook om suiker- en vetreductie. Verwerkte producten Grootste probleem zijn echter de voedingsmiddelen met gematigde zoutwaarden die dagelijks gegeten worden. Het gaat dus niet om enkele producten met extreem hoge zoutwaarden. Volgens Kees de Graaf, hoogleraar Sensoriek en eetgedrag aan de Wageningen Universiteit, komt het zout in de dagelijkse voeding voor 67 procent uit verwerkte producten. 11 Procent is afkomstig van tafelzout en 6,5 procent uit zout uit de gewassen zelf. Zout in verwerkte producten wordt niet zo sterk geproefd. Er is dan ook geen sterke relatie tussen de aanwezige hoeveelheid zout in producten en de zoute smaak ervan. Dit is een voordeel als je zout uit producten wil halen, maar maakt het tegelijkertijd ook lastig, vindt hij. “Zo denken veel mensen dat de frietjes bij McDonald’s veel zout bevatten. In werkelijkheid bevat de ketchup meer zout, maar dat wordt juist niet zo ervaren. Zout in brood wordt qua smaak ook niet als ‘zout’ ervaren. Haal je daar zout uit, dan mis je niet het zout, maar iets anders.”
zoute smaak ervan.”
Zoutversterkers en -vervangers Zout wordt gebruikt voor conservering, smaak en textuur, geeft Feunekes aan. “Dat maakt dat elk type product weer een andere aanpak nodig heeft. De eerste twintig tot dertig procent zoutvermindering zijn relatief makkelijk te realiseren. Wil je dan nog verder, dan zijn nieuwe ontwikkelingen nodig.” De Graaf spreekt van het toepassen van zoutversterkers, maskeren van onplezierige smaken en contrasteffecten. Zoutversterkers hebben volgens Feunekes het meeste effect, gevolgd door zoutvervanging, multi-sensorische beginselen, receptorstimulatie en smaakaanpassing (gewenning aan minder zout). Volgens De Graaf wennen consumenten snel aan minder zout. Dat bleek tijdens een eendaags experiment onder 48 personen, dat gehouden werd door Dieuwerke Bolhuis en andere onderzoekers van Wageningen Universiteit. Na het eten van minder zoute tomatensoep ervoeren de proefpersonen zoute tomatensoep als ‘te zout’. Andersom vonden ze, als ze eerst zoute soep hadden gegeten, minder zoute soep ‘smakelozer’. Volgens hem blijkt dus uit dit onderzoek dat mensen zich snel kunnen aanpassen aan minder zout. Overigens verwacht hij dat effecten op langere termijn pas na zes tot acht weken optreden. Bij nieuwe technologieën wijst De Graaf op producten waarbij het zout niet homogeen door het deeg is gemixt, maar in laagjes of in luchtbellen in gels is ingebracht. “Zo neemt de smaakbeleving van zout toe, terwijl er gemiddeld met minder zout kan worden volstaan. Met eenzelfde zoutintensiteit hoeft op deze manier soms tot 28 procent minder zout gebruikt te worden.” Branchebrede aanpak Alle grote foodbedrijven willen, volgens Feunekes, de komende vijf jaar toe naar 10 tot 25 procent zoutreductie. Unilever heeft zich ten doel gesteld om ervoor te zorgen
dat consumenten eind dit jaar niet meer dan 2,4 gram natrium (6 gram zout) per dag binnen krijgen. Eind 2015 moet dat maximaal 2 gram natrium (5 gram zout) per dag zijn. Feunekes noemt dit ambitieuze doelen. Het concern heeft Becelbrood op de markt gebracht met 40 procent minder zout, terwijl Cup-a-Soup vorig jaar gemiddeld 18 procent minder zout heeft gekregen. In de foodservice heeft Unilever het zoutgehalte met 12 procent teruggebracht. Wel wijst zij erop dat zeker ook kleine foodproducenten betrokken moeten worden bij zoutvermindering. Grote foodconcerns maken namelijk maar tien tot vijftien procent van de totale food supply uit. Daarom vindt De Graaf dat kleine producenten toegang moeten krijgen tot nieuwe technologische en psychologische bevindingen rond zoutreductie. Zoutvermindering vereist tevens een branchebrede aanpak. “Zo kwam een mosterdproducent met een mosterd op de markt met veertig procent minder zout”, vertelt Feunekes. “Het bedrijf verloor daarna zo’n marktaandeel, dat snel weer zout werd toegevoegd.” Ook gaat het om de betrokkenheid van consumenten zelf, gezondheidsautoriteiten, retailers en de foodservice.
geherformuleerd.”
Groot effect kalium Het minisymposium ‘Sodium, Potassium and Cardiovasculair Health’ dat behalve door Wageningen Universiteit was georganiseerd door Unilever en onderzoekschool Vlag, werd gehouden voorafgaande aan de promotie van Linda van Mierlo. Uit haar onderzoek blijkt dat verhoging van de inname van ‘goede’ kaliumzouten een belangrijke bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de bloeddruk van de bevolking in 21 onderzochte landen. Volgens haar is het gunstige effect van kalium naar schatting zelfs vergelijkbaar met de bloeddrukverlaging die te bereiken is door het halveren van de inname van ‘slechte’ natriumzouten, als keukenzout. Overigens levert tegelijkertijd de natriuminname omlaag brengen en de kaliuminname omhoog, volgens Appel wel een verlaging van bloeddruk op, maar niet zo veel als je zou verwachten.
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
17
18-19_Macropak 13-10-10 11:45 Pagina 18
V a k b e u r s
Veel robotics op
Macropak 2010 Tekst en foto’s: Norbert van der Werff
Twee robots gidsten bezoekers aan de Industriële Week, van 5 tot met 8 oktober in Jaarbeurs Utrecht, naar de stand van hun keuze. Ze konden op een touchscreen hun bestemming intoetsen. De Industriële Week bestond uit de beurzen Macropak, Industrial Processing, Aandrijftechniek en Industry & Automation, verdeeld over 8 hallen. Vanwege de omvang een handige service, maar gezien het beperkte aantal mensen in de hallen was het ook zonder de robots goed mogelijk de bestemming te vinden. Een beursimpressie.
Ultrasonore snijmachine 18
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
PWR Pack toonde op de Macropak een ultrasonore snijmachine voor de bakkerijbranche. PWR Pack heeft de snijmachine ontwikkeld voor een Duits bedrijf dat bretzels, grote krakelingen, produceert, die later bij bakkerijen worden afgebakken. De snijmachine zorgt voor een inkeping, waardoor de koek openbloemt. “Voorheen was dat mensenwerk, nu gaat dat volledig automatisch”, legt Wietske Abma van de Bosgraaf Group, waartoe PWR Pack behoort, uit. Afhankelijk van de breedte van de transportband zorgen één of meerdere camera’s ervoor dat de bretzels op de juiste plek worden ingesneden. Als de camera een incomplete of beschadigde bretzel constateert, wordt deze niet ingesneden en ook niet verpakt, maar automatisch afgevoerd. De snijmachine kan tot 240 inkepingen per minuut maken, afhankelijk van het aantal robots dat wordt geïnstalleerd. Het mes snijdt in deeg, waardoor de kans op versmeren en beschadigen groot is. Daarom wordt een ultrasonoor mes gebruikt. “Het mes gaat 40.000 keer per seconde een paar micron omhoog en omlaag”, licht software engineer Matthijs Tinholt (zie foto) van PWR Pack toe. Het mes kan bovendien draaien, zodat de bretzel altijd op de juiste plek wordt ingesneden. Na iedere tien tot vijftien snedes reinigt het mes zich in een waterbad. PWR Pack heeft de eerste snijmachine eind januari geleverd. Inmiddels zijn er ook toepassingen voor broodsoorten ontwikkeld. X-ray machine Veilige voeding wordt steeds belangrijker. De kosten van een terughaalactie zijn enorm en een recall kan ook het imago van een fabrikant of merk schade betrokkenen. “Better safe than sorry”, luidt daarom het devies. Sartorius presenteerde op de Macropak de Dylog X-ray machine die niet alleen metaal, maar ook stukjes glas, steen, bot en sommige plastics kan detecteren. “Eigenlijk detecteert deze ma-
18-19_Macropak 13-10-10 11:45 Pagina 19
sie met twee camera’s is aanzienlijk duurder, maar als bijvoorbeeld een brouwer daarmee kan voorkomen dat een consument door het drinken van zijn bier glas in de mond krijgt, is dat het zeker waard, stelt Van de Moesdijk. Op de foto Remco van Zijl (links) en Willem van de Moesdijk van Sartorius. Snelle productiewisselingen Op de omvangrijke stand van Multivac was de dieptrekker R 535 te bewonderen. De verpakkingsmachine voor thermoformed verpakkingen is voorzien van handigheidjes om snelle productwisselingen mogelijk
te maken. Dat is onder meer aantrekkelijk wanneer een fabrikant kleine batches produceert. De dieptrekker, die wordt gebruikt door de Franse kaasproducent La Fromagerie de Chaume, heeft twee vormstations: één voor flexibel folie vacuüm met een schuifladesysteem en een andere voor hard folie gasverpakkingen, legt accountmanager Marcel van den Berge uit. Het vormstation met schuifladesysteem maakt het mogelijk om náást de machine de aluminium vormen te vervangen. Door het schuifladesysteem hoeft de bovenkant niet te worden geopend en het folie niet te worden losgemaakt om de mallen te vervangen. Ook het gedeelte voor hard folie gasverpakkingen heeft een vorm-
plaatwisselsysteem. Hier worden de vormplaten gemonteerd op een karretje. Van den Berge: “Dat scheelt met wisselen al gauw een minuut of tien.” Bovendien is er bij het omstellen geen tweede persoon nodig met een vorkheftruck. Duurzaamheid Multivac besteedt ook aan andere vormen van efficiency aandacht. Duurzaamheid speelt de afgelopen 3 tot 4 jaar bij klanten een grotere rol, heeft Van den Berge geconstateerd. “Dat geldt voor de hoeveelheid verpakkingsmateriaal, maar ook voor het energieverbruik. Daarom gebruiken we vaker elektrische in plaats van pneumatische aandrijving. Anders moet de elektriciteit eerst naar een compressor om te worden omgezet in perslucht…” Ook beperking van het waterverbruik voor koelen staat in de belangstelling. Daarom wordt zoveel gebruikgemaakt van recirculatiesystemen, waarbij het water steeds opnieuw gekoeld wordt. “De technieken worden steeds beter , waardoor het steeds rendabeler wordt. Maar er zijn ook bedrijven die verduurzamen vanuit hun ideologie .”
De schuiflade van de dieptrekker R 535.
chine alles wat niet drijft”, aldus accountmanager Willem van de Moesdijk. De huidige techniek maakt het mogelijk ook zeer kleine deeltjes te detecteren. Het apparaat biedt bovendien de mogelijkheid om het door de röntgenstraling verkregen beeld te vergelijken met een vooraf geprogrammeerd voorbeeld. Zo kunnen ook andere afwijkingen dan verontreinigingen worden gedetecteerd. De machine kan tot maximaal 800 producten per minuut controleren. De op de beurs getoonde machine heeft één camera, maar Sartorius levert ook Xray machines met twee camera’s. Daarmee kan ook worden gecontroleerd op glasscherven in een glazen verpakking. De ver-
Verpakkingsawards SCA Packaging heeft de Zilveren Noot gewonnen voor de verpakking ‘Christina J’. De Bronzen Noot ging naar de BioFoam kisten van Synprodo B.V. Christina J is een volautomatische verpakking die volgens de jury een zeer hoge in store productpresentatie geeft. De verpakking heeft een innovatief structureel ontwerp dat zowel aan de voorals achterzijde sterke stapelhoeken vormt en tevens een ‘clean open’ voorzijde heeft voor de productpresentatie. BioFoam is het eerste honderd procent composteerbare geëxpandeerd polystyreen met kenmerken die vergelijkbaar zijn met de eigenschappen en vormvrijheid van EPS. Hiermee kunnen biologisch afbreekbare verpakkingen worden geproduceerd. De Gouden Noot ging niet naar een verpakking voor voedingsmiddelen. PPG Coatings Nederland ging met de award aan de haal voor de gemakkelijk te openen en te sluiten Histor PaintCan. De winnaars werden bekendgemaakt tijdens het 8e Nationale Verpakkingsinnovatie Diner in Utrecht, op de eerste dag van de Industriële Week. De prijswinnende ontwerpen waren tijdens de andere beursdagen op de stand van het Nederlands Verpakkings Centrum (NVC) op de Macropak te bekijken.
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
19
20-21_ABN-Amro 13-10-10 12:04 Pagina 20
Trends & ontwikkelingen
Sectoroverstijgende
werking
samen-
route naar succes
Tekst en foto: Jacqueline Wijbenga
Strategische allianties leiden tot waardegroei van bedrijven in de agrifood sector. Dat blijkt uit onderzoek van ABN Amro. Die groei kan binnen de eigen keten liggen, maar ook sectoroverstijgende samenwerking kan leiden tot succes. “Als je breder kijkt, zie je nieuwe mogelijkheden”, aldus Tom van Aken, van chemisch technologiebedrijf Avantium.
Niels Dijkman (ABN Amro)(links) en Tom van Aken (Avantium).
Uit een onderzoek van ABN Amro blijkt dat strategische acties ten behoeve van niet-organische groei initieel leiden tot waardegroei van ondernemingen in de agrifood sector. Het gaat bij deze zogenoemde ‘corporate development’ om bijvoorbeeld fusies, overnames, samenwerkingsverbanden
en joint-ventures. Op basis van onderzoek naar ruim drieduizend transacties in de agrifood sector stelt de bank dat corporate development leidt tot betere financiële prestaties van de bedrijven in de agrifood sector. Een voorbeeld van een samenwerkingsverband in de agrifood sector is het partner-
schap dat voedingsmiddelenconcern Cosun en chemisch technologiebedrijf Avantium zijn aangegaan. Tom van Aken, algemeen directeur van Avantium: “We staan aan het begin van een proces. Door het uitwisselen van kennis en kunde komen we tot meerwaarde voor beide partijen.” Samenwerking Avantium is gespecialiseerd in chemische technologie, in het bijzonder het ontwikkelen van katalysatoren. “Tot vijf jaar geleden waren we daarbij uitsluitend gericht op raffinage van producten op oliebasis. We zijn ons toen gaan oriënteren op andere toepassingen van onze technologie, zoals het verwaarden van biomassa.”
ABN Amro: ‘Niet-organische ontwikkeling draagt bij aan groei’ 20
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
20-21_ABN-Amro 13-10-10 12:04 Pagina 21
Avantium
Bioraffinage Beide kennislacunes kunnen worden gevuld in een samenwerkingsverband. “Belangrijke voorwaarde daarvoor is wel een basis van gelijkwaardigheid en goede afspraken over intellectueel eigendom bijvoorbeeld”, aldus Van Aken. De gesprekken tussen Avantium en Cosun zijn inmiddels uitgemond in een partnerschap. “Gezamenlijk bestuderen we de mogelijkheden om biomassa om te zetten in chemicaliën en andere hoogwaardige producten, zoals bijvoorbeeld plastics of brandstof.” De principes van bioraffinage zijn volgens Van Aken niet anders dan die van olieraffinage. “Biomassa wordt afgebroken tot koolhydraten en andere grondstoffen die vervolgens de basis zijn van allerlei verschillende toepassingen.” Netwerken Bij de ontwikkeling van dit procédé is de technologie van Avantium, Cosun levert grondstoffen. “Maar zij zijn niet de enige grondstofleverancier. Wil dit een succes zijn, dan heb je een constante toevoer van grondstoffen nodig, waar alle eindproducten van kunnen worden gemaakt waarvoor een markt is.” Dat betekent dat een netwerk van bedrijven ontstaat die deze ontwikkeling en innovatie op gang brengen. “Op deze manier ontstaat in de chemie een nieuwe dynamiek die voortvloeit uit de nieuwe grondstoffen waarmee we werken. Als chemici zijn we geprogrammeerd om te denken vanuit aardolie en aardgas. Biomassa biedt ons nieuwe kansen en dwingt de chemische industrie om nieuwe netwerken te bouwen.” Naast Cosun, zijn er ook contacten met andere agrifood-bedrijven die reststromen tot waarde willen brengen, maar ook met bijvoorbeeld de papierindustrie. “Alle reststromen die zijn terug te brengen tot koolhydraten hebben potentie”, aldus een enthousiaste Van Aken.
Breder De samenwerking met Cosun gaat binnenkort een volgende fase in. De bouw van een proeffabriek op het Chemelot-terrein in Geleen gaat van start. “Op laboratoriumschaal weten we dat het werkt, nu moeten we laten zien dat het ook in het groot kan”, aldus Van Aken. Avantium neemt daartoe zelf het initiatief. Toch zal de ervaring die wordt opgedaan in de proeffabriek de basis moeten vormen van de verdere ontwikkeling van het bioraffinageproces. “Het idee is dat er uiteindelijk in 2015 een bioraffinagefabriek komt die op grote schaal doet, wat we in het klein gezamenlijk hebben ontwikkeld.” Wie het initiatief zal nemen tot de bouw van de ‘echte’ fabriek’ is op dit moment nog niet duidelijk. “We zijn nog aan het onderzoeken wat hiervoor de beste aanpak is. Duidelijk is wel dat we dit samen met partners willen doen, uit de chemische of uit de landbouwindustrie.” Initiatief Ook naar de afzetmarkt toe ontstaan interessante contacten. “Voordat je zo’n procédé fabrieksmatig kunt aanpakken, moet je ook de afzetmarkt verkennen. Wat dat betreft hebben we het tij mee. Het duurzaamheidsdenken is voor veel bedrijven aanleiding om over te stappen op verantwoorde productkeuze. Een plastic verpakking uit biomassa past daarbij beter dan een op basis van olie.” Volgens Van Aken is het nu dan ook een goed moment om de vervolgstap te zetten. “Producenten van eindproducten, zoals Unilever en Nestlé, zijn allemaal aan het verduurzamen. Deze bedrijven willen hun carbon footprint verkleinen, en dat betekent dus producten maken op basis van groene grondstoffen in plaats van olie. Niet alleen als het gaat om het verwaarden van reststromen is de tijd rijp, juist ook aan de vraagkant. Er is een ‘pull’ voor groene producten. We kunnen nu een nieuwe keten ontwikkelen. Als we de juiste partijen bij elkaar brengen, zal iedereen in zo’n project een aantrekkelijke ‘return on investment’ tegemoet kunnen zien.” Succes Sector banker Niels Dijkman vult aan: “Wil samenwerking succesvol zijn, dan moet het gemeenschappelijke doel van de partners bindend genoeg zijn. Het feit dat duur-
Avantium is een chemisch technologiebedrijf dat actief is op de ontwikkeling van technologieën voor energieproducenten, chemische bedrijven en de farmaceutische industrie. Het bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling van katalysatoren voor raffinageprocessen. De door Avantium ontwikkelde technologieën worden wereldwijd ingezet door meer dan 70 verschillende bedrijven. Avantium heeft diverse patenten op processen. Sinds kort is het bedrijf ook actief in bioraffinage. Daartoe stelt het processen onder licentie beschikbaar voor toepassing bij partners in de markt.
zaamheid momenteel een belangrijke stempel drukt op ontwikkelingen in de agrifood sector, zal helpen om een dergelijk project van de grond te krijgen.” Toch is dat nog geen basis voor succes, waarschuwt Dijkman. “Een samenwerking vraagt ook bepaalde stuurmanskunsten: managementkwaliteiten en het beheersbaar houden van het proces.” Daarnaast is het van belang dat er voldoende aansluiting met de markt is en dat de markt bekend is. “En misschien nog wel het allerbelangrijkste: ken je eigen grenzen en die van je partners.” Verbinden Dijkman is van mening dat de voedingsmiddelenindustrie steeds meer technologisch van aard wordt. “Alleen levensmiddelentechnologie volstaat niet meer. De toekomst vereist samenwerking met hoogtechnologische bedrijven om te komen tot waardevermeerdering. Het partnerschap tussen Cosun en Avantium is daarvan een mooi voorbeeld.” Voor Van Aken staat vast dat Avantium niet het bedrijf zou zijn wat het nu is, als het geen samenwerkingsverbanden was aangegaan. “Wij kunnen niet zonder. Ons bedrijf heeft vaak een scharnierfunctie, wij zijn de brug tussen producent en afnemer. Onze technologie is nodig om beide partijen met elkaar te verbinden.”
“Binnen Avantium hadden we een tekort aan kennis van en toegang tot biomassa, de soorten, de hoeveelheid en de waarde.” Dat gegeven leidde ertoe dat Van Aken en zijn collega’s op zoek gingen naar partners die deze kennis wel in huis hadden. “En dan ontdek je ineens dat onze vraag door verschillende marktpartijen kan worden ingevuld. Maar ook, dat die marktpartijen vaak ook zelf op zoek zijn en soms naar juist de kennis waarover wij beschikken.”
Cosun Royal Cosun is een agro-industrieel concern en maakt ingrediënten en producten voor voeding en in toenemende mate ook voor non-foodtoepassingen. Cosun streeft ernaar de grondstof zoveel mogelijk te benutten. In dat beleid past ook de samenwerking met Avantium om (een deel van) de reststromen via bioraffinage te verwaarden. Tot het Cosun-concern behoren Suiker Unie (suiker en specialiteiten), Aviko (aardappelspecialiteiten), Sensus (inuline), SVZ (ingrediënten op basis van groente en fruit), Unifine (ingredienten voor banket en ijs) en Nedalco (alcohol).
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
21
Durft u uw silo ook zo enthousiast te openen?
Tja, het is een gewetensvraag. Maar geen onbelangrijke. Want hoe mooi en smaakvol uw producten uiteindelijk ook op tafel worden geserveerd, de kwaliteit staat of valt met de gang die ze daarvoor hebben gemaakt. Bijvoorbeeld in en uit de silo. Net als in het restaurant gelden ook in silo’s strenge reinigingsvoorschriften. En net als in de wijnkelder heeft u ‘fijn-
proevers’ nodig om deze te kunnen uitvoeren. Bij Spekschoor Industriële Reiniging treft u alle ingrediënten aan voor een grondige en professionele reiniging van uw silo’s en andere productiefaciliteiten.Voilá: vakkundige mensen, gecertificeerd materiaal, snelle en accurate afhandeling van zaken, een uitstekende service en – als pittige afdronk – een
www.spekschoorbv.nl
uniek silo certificeringsysteem. Waarmee u te allen tijde verzekerd bent van topkwaliteit. Want schoon is één, maar spik en span is Spekschoor. Neem nu zelf de proef op de som. Bel ons voor een vrijblijvende kennismaking of offerte (0413) 351 284. Of open onze website op www.spekschoorbv.nl Dat durft tenslotte iedereen….
23_NVVL 13-10-10 12:04 Pagina 13
NETWORK FOR FOOD EXPERTS
Network for Food Experts Rond de Tafelsessie: Voedingsvoorlichting onder druk? Op 25 november van 14.30 uur tot 17.30 uur wordt bij de Consumentenbond in Den Haag de volgende Rond de Tafelsessie gehouden. Centraal staat de vraag welke kansen en beperkingen er door de nieuwe claimregelgeving zijn voor het geven van algemene voedingsvoorlichting door voedingsmiddelenbedrijven, voorlichtingsbureaus en organisaties, als het Voedingscentrum en zorgverzekeraars. Na een inleiding en presentatie van drie praktische casussen wordt een discussie gevoerd die zichtbaar maakt waar de uitdagingen liggen om op een goede manier algemene voedingsvoorlichting te kunnen (blijven) geven. In tegenstelling tot eerdere berichten wordt deze bijeenkomst niet gehouden op 9 november maar op 25 november. De NVVL Rond de Tafelsessie wordt exclusief voor leden van de NVVL georganiseerd. Heb je interesse, stuur dan een mail naar
[email protected] en je ontvangt het programma. 쑸
De NVVL is ruim vijfenvijftig jaar geleden opgezet voor kennisvermeerdering en informatie-uitwisseling binnen de voedings(middelen)industrie. De vereniging organiseert symposia en workshops voor foodexperts en geeft een eigen jaarboek uit. Door middel van jaarprijzen probeert de vereniging studenten te stimuleren die voedingsgerelateerde onderwerpen bestuderen. De vereniging telt zeshonderd leden, van de vakinhoudelijke professionals zoals levensmiddelentechnologen, voedingskundigen, diëtisten tot andere experts in food.
Rond de Tafelsessie Nanotechnologie Vorige maand organiseerde NVVL een Rond de Tafelsessie over nanotechnologie in Delft, waar veelbelovende kansen maar ook mogelijke risico’s van de technologie aan bod kwamen. Dagvoorzitter Hans Bouwmeester (Rikilt-Instituut voor Voedselveiligheid, onderdeel van Wageningen UR) sprak van organische nanodeeltjes die van nature in consumentenproducten voorkomen, zoals caseïne micellen of weiproteïnen in zuivelproducten. “Het onderzoek naar bewust toegevoegde organische nanodeeltjes is daardoor moeilijk, want hoe maak je onderscheid?” Algemeen wordt aangenomen dat organische nanodeeltjes geringe nadelige gevolgen voor de volksgezondheid en milieu hebben. Dit kan anders zijn als met behulp van nanocarriers de biobeschikbaarheid van stoffen verhoogd wordt. Risicobeoordelaars zijn veel bezorgder over vrije anorganische nanodeeltjes. Nano in PET-fles Ook verpakkingen kunnen nanodeeltjes bevatten. Zo wordt in sommige PET-flessen titanium nitride gebruikt om de barrière-eigenschappen te optimaliseren. Volgens een RIVM-schatting (2008) zijn er in Nederland in totaal ruim 200 consumentenproducten met ‘Nano Inside’, veelal non-food, verkrijgbaar. Volgens Bouwmeester is er geen eenduidige definitie van de kritische grens van nano. Vaak wordt de grens bij 100 nanometer gehanteerd, maar er lijkt nog geen consensus te zijn bereikt. De praktijk is minstens zo weerbarstig. Veel bedrijven vermijden de term nano, hoewel ze wel degelijk op dit terrein opereren, andere bedrijven proberen juist te kapitaliseren op het hightech-imago ervan. Anti-stinksokken Het nano-onderzoek dendert ondertussen door. Regeringen investeren miljoenen omdat zij verwachten dat de voordelen voor mens en milieu opwegen tegen de risico’s. Op dit moment zijn de toepassingen -vochtwerende sprays of anti-stinksokken- niet echt maatschappelijk relevant, aldus een deelnemer aan de bijeenkomst. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen relevante mogelijkheden zijn. Nanotechnologie kan bijvoorbeeld worden ingezet om infecties tegen te gaan doordat nanodeeltjes de communicatie tussen bacteriën kan verstoren, blijkt uit literatuur. Daarnaast zijn er interessante opties rond deliverysystemen (voor medicatie) of operatieve procedures (door nanorobots). Eerst moeten de nodige vragen rond nanotoxiciteit worden beantwoord en dan nog is het de vraag of toepassingen van nanotechnologie een warm onthaal krijgen. De les van biotechnologie leert dat communicatie van de risico’s en de voordelen richting stakeholders, met name de consument, cruciaal is. De bijeenkomst werd afgesloten met een rondleiding door het Antoni van Leeuwenhoek-lab. 쑸
Stuur HBO- en WO-afstudeerwerk in Voor komend jaar is de jury nog op zoek naar meer nieuwe inzendingen die kunnen meedingen naar de NVVL-Jaarprijs. De afstudeeronderwerpen dienen betrekking te hebben op het gebied van (toegepaste) voedingsleer, voedingsfysiologie, voedselbereiding, levensmiddelenchemie, -technologie, -microbiologie of -wetgeving. Zo mogelijk dienen maatschappelijke relevantie en/of consequenties van het behandelde te worden weergegeven. Meedingen naar die mooie prijs? Stuur dan je scriptie in tweevoud naar: NVVL-Jaarprijs, Plasweg 60, 3768 AN Soest. De inzendingstermijn voor scripties geschreven in het jaar 2009-2010 sluit op 20 oktober 2010. 쑸
Oproep voor nieuw bestuurslid De NVVL zoekt een nieuw bestuurslid met passie voor voeding of voedingsmiddelentechnologie, die graag een bijdrage wil leveren aan kennisuitwisseling binnen en tussen deze vakgebieden. Als bestuurslid bouwt u aan een breed netwerk, bestaande uit vertegenwoordigers van de industrie, overheden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, en helpt u bruggen te slaan tussen de verschillende belanghebbenden binnen de voedingssector. Heeft u interesse of wilt u meer weten, neem dan contact op met Hans Wildeboer (voorzitter) via
[email protected] of met Elly Kaldenberg (vice-voorzitter) via
[email protected]. 쑸
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
23
24-25_TI Food&Nutrition 13-10-10 12:05 Pagina 24
C o n g r e s
TI Food and Nutrition verlegt de grenzen Tekst en foto’s: Tom van der Meer
Het Top Instituut Food and Nutrition gaat een nieuwe fase in. Er zijn voor het nieuwe ontwikkelingsprogramma 2011-2014 nu ook grote internationale foodconcerns binnengehaald.
Ontwikkelingsprogramma 2011-2014 (ex-)Minister Van der Hoeven, geflankeerd door FND-voorzitter Pieter Pekelharing (links) en TIFN-voorzitter Frans Olieman, opent met een druk op de knop het nieuwe vierjarige programma.
24
Maria van der Hoeven, die tijdens de officiële opening nog nét minister van Economische Zaken was, gaf met een druk op de knop het officiële startsein voor het nieuwe programma voor de komende vier jaar. Dat gebeurde tijdens de goedbezochte Grand Opening in Fort Voordorp in Groenekan. Het onderzoek wordt gestructureerd in thema’s die door de foodindustrie zelf zijn aangedragen. Het gaat om nutrition & health, sensory & structure, bio-ingredients & functionally en food chain sustainability and dynamics. Hieronder zitten diverse subthema’s, waar aanwezigen hun stem voor konden uitbrengen. Thema councils, met vertegenwoordigers van industrie en onderzoeksinstellingen, zorgen daarbij voor het
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
in kaart brengen van onderzoeksvragen uit het bedrijfsleven en de terugkoppeling van de resultaten naar de bedrijven. De nieuwe partners van het topinstituut zijn de internationale foodconcerns Danone, Nestlé, Kellogg’s, Chr. Hansen en Fromagerie Bel. Ook organisaties als het CBL (namens de retail in Nederland) en de FNLI (namens de Nederlandse bedrijven in de levensmiddelenindustrie) zullen vanaf 1 januari 2011 participeren als partner in de onderzoeken. TI Food and Nutrition bestond al uit grote Nederlandse foodconcerns als FrieslandCampina, Unilever, Vion, DSM en CSM en onderzoeksinstellingen als Rijksuniversiteit Groningen, Maastricht University en Wageningen UR. Samen investeren ze in onderzoek om voeding gezonder, veiliger, duurzamer en bovenal lekkerder te maken. Internationalisering Van der Hoeven gaf aan blij te zijn met de nieuwe internationale partners. “Internationalisering is belangrijk en noodzakelijk voor een verdere doorgroei van het Topinstituut.” Ze verhaalde verder van de successen
rond innovaties, waarbij vooral kleinere bedrijven met nieuwe ideeën komen, zoals Newtricious dat stoffen uit eieren gebruikt voor het voorkomen van ziekten, en Ojah, dat soja-vleesvervanger Beeter heeft ontwikkeld. Kees de Gooijer, directeur Food & Nutrition Delta (FND, de andere component van het innovatieprogramma) ziet in de plannen de ambitie om van Nederland de leidende innovatieregio voor food te maken, met 10 procent groei in producten met een hoge toegevoegde waarde, zoals functional foods. “Hoewel we veel foodregio’s hebben, moeten we niet al die initiatieven apart branden; ook niet FND. In het buitenland hebben we één brand: Holland.” Bij het Topinstituut zijn in totaal 120 innovatieprojecten uitgevoerd. FND heeft ruim 300 bedrijven (90 procent van het MKB) geholpen bij het participeren in totaal 223 projecten. 430 Projecten zijn aangevraagd. Van der Hoeven gaf verder aan dat TI Food and Nutrition en FND samen 100 miljoen krijgen (TIFN 40 en FND 60 miljoen euro) om innovatie in food verder van de grond te krijgen. “Zo wordt Nederland de voor-
24-25_TI Food&Nutrition 13-10-10 12:06 Pagina 25
Samen investeren Samenwerken speelt hierbij een sleutelrol. “Het fundamentele onderzoek dat hier wordt verricht, is te complex en te duur geworden om als bedrijf alleen te doen”, vertelt Jan Maat, directeur van het Topinstituut. “Dan is het veel beter om daar samen in te investeren.” Bedrijven die samen optrekken bij onderzoek hebben tevens voordeel bij het indienen van voedings- en gezondheidssclaims bij Efsa. Zo kunnen de onderzoeken van het Topinstituut mede bijdragen aan een onafhankelijke onderbouwing. Bedrijven kunnen per overkoepelend onderzoeksthema, zoals zoutvermindering of de verlaging van de hoeveelheid verzadigde vetten, inschrijven. Als daar interessante doorbraken uit voortkomen, wordt dat met elkaar gedeeld. Zo kan Unilever putten uit patenten op zoutreductie, maar Vion ook. Dat hoeft elkaar ook niet te bijten omdat elk bedrijf het weer op een andere manier inzet in zijn producten. Vion kan de resultaten rond zoutvermindering bijvoorbeeld gebruiken voor bacon, terwijl Unilever het toepast in bouillon. Nadruk op smaak Workshops gaven inspiratie over het gezonder en duurzamer maken van voedingsmiddelen. Ze waren gegroepeerd rond de thema’s R&D, consumentengedrag, productintroducties en internationaal samenwerken. Marc Pruijssers van Mars sprak over de achtergronden om de verzadigde vetten in chocoladerepen te verminderen. “Behalve de innovatie speelt ook de communicatie daarover een rol. Wat mag je bijvoorbeeld wel en niet claimen, wat wil je zelf naar buiten brengen én wat vindt de consument ervan?”
De wetgeving stelt dat je als voedingsclaim ‘minder verzadigd vet’ mag gebruiken, als je het met minimaal 30 procent verlaagd hebt ten opzichte van het gemiddelde van de categorie, dus niet ten opzichte van het vorige recept. Daarbij komt dat het per portie (100 gram) gaat. “Wij hadden het liever per reep gehad. Het zou dus transparanter kunnen, maar dat mag niet van de wet.” In de communicatie naar de consument legt Mars de nadruk op de smaak, met de verminderde hoeveelheid verzadigd vet als ‘bonus’. Te meer daar uit onderzoek bleek dat gezondheid consumenten wel aanspreekt, maar niet in relatie tot een chocoladereep. Daarbij komt dat nog steeds de gedachte leeft: lekker is niet goed en goed is niet lekker. “Het resultaat in Nederland is dat we in de marketingcampagne ‘100 procent feel good’ nu bij Mars melden: ‘40 procent minder verzadigde vetten vergeleken met het gemiddelde van de top 25 chocolademerken in Nederland’. Dit is al een lange zin. Zou er dan ook nog ‘op basis van 100 gram’ bij moeten staan, dan zou de reep groter moeten”, zegt hij gekscherend. Zoutreductie Lu Ann Williams van Innova Market Insights vertelde dat steeds meer bedrijven wereldwijd de hoeveelheid zout in producten terugbrengen. Ook steeds meer retailers, bijvoorbeeld Albert Heijn, doen mee met hun private label producten, net als fastfoodketens als Kentucky Fried Chicken, McDonald’s, Pizzahut en Subway. Toch zijn het vooral de VS en Europa waar aandacht is voor zoutverlaging. “Veel consumenten weten wel dat veel zout slecht is, maar ze weten niet wat de maximum inname zou moeten zijn. Ook weten ze niet hoeveel zout ze zelf op een dag binnenkrijgen. De vraag is hoe je als fabrikant het best de boodschap kunt uitdragen: ‘Minder zout’,
‘laag in zout’ ‘licht gezouten’ of ‘verminderd in zout, maar dezelfde smaak’?” Food en medicijn DSM sprak over functional foods. Bij het bedrijf in Delft is lumiVida ontwikkeld, een nieuw ingrediënt op basis van ei-eiwit, om de hersenen te voeden. “Het helpt als ontstresser, zorgt voor een goede stemming en betere slaap”, vertelde Cindy Gerhardt van het concern. “Ook zorgt het voor een toename van de concentratie en de alertheid. Dit laatste is getest op topsporters.” LumiVida is nog niet op de markt. Het wordt nu aangeboden aan het hoofdkantoor van DSM Nutritional Products in Zwitserland en als alles meezit kan het volgend jaar gelanceerd worden. Dergelijke ontwikkelingen geven aan dat voedingsmiddelen steeds meer tegen medicijnen aanleunen. Wel moeten functional foods, vergeleken met medicijnen, ‘fool proof’ zijn, dus ingesteld op het feit dat consumenten er heel veel van kunnen nemen. Jaap Kluifhooft van Lipid Nutrition ging in op marktontwikkelingen bij weight management, van een passieve (het verwijderen van componenten) naar een actieve benadering (het toevoegen van functionele ingrediënten). “De wetenschap achter een ingrediënt is belangrijk, maar aan het eind draait het toch allemaal om de consument. Hoe vertel ik het hem?” Tijdens een informatiemarkt konden de aanwezigen zelf zien en proeven wat bedrijven die de afgelopen jaren hebben deelgenomen aan het innovatieprogramma, aan innovaties hebben ontwikkeld, mede met hulp van TI Food and Nutrition. Het ging onder meer om Ojah (met vleesvervanger Beeter), Yummm! Concepts met Yuno (groentenchips en fruitsapsnoepjes voor kinderen), Goudana (met vleesalternatief Goudana) en Zócijs (saucijs met minder vet, zout en kilocaloriën).
aanstaande regio in Europa rond food en nutrition. We kunnen het echt, dus laten we het doen!”
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
25
26-27_Food Proffesionals 13-10-10 12:07 Pagina 26
S y m p o s i u m
Boer zoekt kok Food Professionals met elkaar verbinden, dat was het doel van de eerste Food Professional Day, een nieuw initiatief van het Wageningse festival Food4you (zie kader rechts). Ruim 100 (toekomstige) wetenschappers en chefs afkomstig uit gastronomie, zorg, catering en industrie gingen die uitdaging aan en kwamen op 11 oktober, een zonnige herfstdag, naar Cinemec in Ede. Over het belang van eten liet Kees de Gooijer, dagvoorzitter en directeur Food & Nutrition Delta, geen twijfel bestaan. In zijn inleiding citeerde hij de drie belangrijke levensvragen van Woody Allen: Waar komen we vandaan? Waar gaan we naar toe? Hoe laat eten we vanavond?
Food Professional Day
Kleinschalig Als producent heb je meestal geen invloed op het tijdstip dat mensen een product eten, wel op de kwaliteit en de smaak. Vooral kleinschalige producenten van boerenkazen, yoghurt of vleesspecialiteiten leggen zich daar op toe. Toch blijkt die aanpak in de praktijk onvoldoende om succes te boeken op de markt, zo vertelde Jan Willem van der Schans, onderzoeker bij de leerNutri-pulse
Tekst: Annemarie Barbier – Schenk Foto’s: Guy Ackermans
Hoe vind je als kleinschalige producent van hoogwaardige specialiteiten je weg naar de markt? Dat was een van de vragen tijdens de Food Professional Day, een symposium voor wetenschappers en chefkoks. Kwaliteit alleen blijkt onvoldoende om de weg door de keten succesvol te bewandelen, ook een slimme organisatie en marktbenadering zijn van levensbelang. Kies je bijvoorbeeld voor ‘duurzaam’, ‘gezond’ of ‘smaakvol’ op je etiket?
26
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
De Food Professional Day had een primeur: Hans Roelofs, innovatiemanager bij IXL, presenteerde een prototype van de Nutri-pulse. Dit apparaat verandert met hoogspanningspulsen de structuur van het voedsel, zodat het eetbaar, kauwbaar en verteerbaar wordt. Kleur en smaak blijven behouden, en de behandeling vindt in een aantal seconden plaats. Met het prototype, dat een kamer heeft van 60 ml, zullen de komende tijd verdere onderzoeken worden uitgevoerd.
26-27_Food Proffesionals 13-10-10 12:07 Pagina 27
Festival Food4you 2010: Van oervoer tot cybersnack
hebben pas hun intrede in ons voedingspatroon gedaan toen we begonnen met landbouw.”
stoelgroep Rurale Sociologie van Wageningen Universiteit. Hij maakte onderscheid tussen vier soorten ketens: “De eerste is die van boer naar kok, of van ambachtsman naar restaurant. Deze keten is kort en kan prima bestaan, maar het blijft kleinschalig. De tweede soort keten bestaat uit een grootschalige en anonieme productie van het primaire product, een verwerkingsstap, en vervolgens grootschalige en anonieme distributie.” Van der Schans noemde hierbij vers varkensvlees als voorbeeld. In het derde type keten, bijvoorbeeld die van zuivel, is de instroom ook grootschalig en anoniem. Hierbij worden in de verwerking wel veel verschillende eindproducten gemaakt, maar die zijn niet gekoppeld aan een verschillend ingangsproduct. De vierde keten zit anders in elkaar. De primaire producten van de verschillende leveranciers blijven tijdens hun weg door de keten steeds hun eigenheid behouden. Dat zie je als consument terug en het levert de producent een meerwaarde op. Koffie is hiervoor een goed voorbeeld, zo illustreerde Van der Schans. Zijn advies aan kleinschalige producenten: “Ontdek hoe de keten er voor jouw product uitziet en zoek vervolgens een geschikte partner.” Johan Verbon, als chefkok in dienst van cateraar Sodexo en werkzaam bij het Restaurant van de Toekomst, gaf aan wel zo’n partner te willen zijn. “Bij Sodexo zijn we altijd op zoek naar mooie, bijzondere producten. Over de totstandkoming daarvan willen we zeker meedenken. We zijn wel een grote cateraar, dat betekent dat we een bepaald volume nodig hebben.” Label Behalve de kwaliteit van kleinschalige producten en de organisatie van de keten speelt ook de marktbenadering een rol bij het succes, zo liet Van der Schans zien. “Er zijn producenten die ervoor kiezen hun product duurzaam te noemen, een ander legt de nadruk juist op smaak, dat is een persoonlijke keuze. Daarbij is het lastig om re-
kening te houden met de voorkeuren van de consument. Zo bestond duurzaam geproduceerd varkensvlees al een hele tijd, maar steeg de vraag naar dit vlees pas nadat de Partij voor de Dieren de aandacht vestigde op de castratie van beren bij de gangbare productie van varkensvlees.“ Oerdis Producten kunnen op zich smakelijk en kwalitatief goed zijn, maar zijn ze wel goed voor ons? Wat is eigenlijk gezond voor de mens? Het mediterrane dieet, het Haagse kookboek of de Schijf van Vijf? Harry Wichers, onderzoeker Fresh Food and Chains bij Food & Biobased Research van Wageningen UR, heeft voor het project Oerdis het antwoord op die vraag gezocht bij onze verre voorouders. “Zo’n tienduizend jaar geleden waren de mensen jagers en verzamelaars. Ze zochten hun voedsel bij voorkeur bij elkaar op de scheiding tussen water en land, want daar was veel te vinden. Op het menu stonden destijds vooral vlees, vis, vruchten, noten en paddenstoelen. Produc-
Chefkok Johan Verbon (rechts): “Bij Sodexo zijn we altijd op zoek naar mooie, bijzondere producten.”
ten als tarwe en zuivel hebben pas hun intrede in ons voedingspatroon gedaan toen we begonnen met landbouw”, vertelt Wichers. Wat de invloed van de veranderde eetwijze op onze gezondheid is, en vooral op ziekten aan het spijsverteringskanaal, wordt momenteel verder onderzocht. Hoe oervoedsel smaakt dat op een moderne wijze is bereid, konden de deelnemers aan de Food Professional Day ter plekke proeven. Eric van Veluwen, chefkok en culinair inspirator bij De Vale Ouwe, liet het publiek genieten van een roerbakschotel met mosselen, champignons, groenten en kruiden. Ziekenhuis Voor gezonde mensen is eten al belangrijk, voor zieken geldt dat nog meer. Frans Kok, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan Wageningen Universiteit, vertelde enthousiast over het samenwerkingsproject van zijn leerstoelgroep met het ziekenhuis in Ede: “Als je tot weinig in staat bent, wordt eten heel belangrijk. Met de nieuwe maaltijdvoorziening op maat en aandacht voor ondervoeding, overgewicht en dieetvoeding bereiken we een betere voedingstatus en meer kwaliteit van leven voor de patiënten. We gaan nog onderzoeken hoe dat van invloed is op de ligduur van patiënten en het optreden van complicaties, en daarmee ook op de kosten van de zorg.” Het doel van deze eerste Food Professional Day, wetenschappers en chefkoks met elkaar verbinden, bleek goed uit te pakken, want deze groepen professionals hebben elkaar veel te vertellen.
Harry Wichers: “Producten als tarwe en zuivel
Wat aten en dronken onze voorouders in de oertijd? Hoe jagen en verzamelen we tegenwoordig ons eten bij elkaar? Wat wordt het voedsel van de toekomst? Food4you, het kennisfestival voor wetenschappers, koks, consumenten en kunstenaars over gezond en lekker eten, stond dit jaar in het teken van historische en futuristische voeding. Daarbij konden consumenten in een speciale Food4you-bus ‘oervoer’ proeven of tijdens een workshop hun eigen toekomstsnack maken. Ook de onderwerpen streekproducten, voeding in de zorg, duurzaamheid en bewegen. Nieuw dit jaar was de kinderuniversiteit (foto), waarbij kinderen uit groep 6,7 en 8 colleges konden volgen over voedingsbewerking. Food4you, een initiatief van Wageningen UR en RijnIJssel Vakschool Wageningen, is voor het eerst gehouden in 2007 in Wageningen. Het kennisfestival wordt elk jaar groter. Dit jaar, tijdens de vierde editie, toerde de Food4you-karavaan door de Food Valley en deed naast Wageningen ook Ede en Barneveld aan. Meer informatie: www.food4you.nl
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
27
28-29_Samenwerking 13-10-10 12:08 Pagina 28
Trends & ontwikkelingen
Samenwerken in de voedingsmiddelenindustrie Tekst: Judith de Waard en Astrid ter Wiel Foto: Joris Telders
Om kosten te verlagen en de keten te optimaliseren wordt tussen organisaties in de voedingsmiddelenindustrie veelvuldig samengewerkt. Dat blijkt uit het onderzoek dat Judith de Waard en Astrid ter Wiel deden voor hun afstudeerscriptie voor de masteropleiding Business Administration aan de VU. In dit artikel gaan ze in op de verschillende relaties die foodbedrijven hebben en de vaardigheden die managers moeten bezitten om zo goed mogelijk met deze relaties om te gaan.
Uit onderzoek onder zestien ‘relatiemanagers’ uit de voedingsmiddelenindustrie, hebben we antwoorden gevonden op de volgende vragen: Hoe kunnen managers het beste met samenwerkingspartners omgaan? Welke managementvaardigheden zijn daarbij belangrijk en welke managementstijl past het best bij welk type interorganisatorische samenwerking? In de praktijk worden de samenwerkingsverbanden in de voedingsmiddelenindustrie vooral ingedeeld per type bedrijf (bijvoorbeeld leverancier of klant), per type bureau (bijvoorbeeld reclamebureau of marketingbureau) of op het belang voor de organisatie (bijvoorbeeld kritische of niet-kritische leveranciers). Kostenbesparing Het succes van een samenwerking wordt gemeten aan de hand van vooropgestelde doelen. Een voorbeeld van een succesvol samenwerkingsverband is een logistiek
28
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
platform waaraan meerdere fabrikanten en een logistiek service provider meedoen. Kostenbesparing wordt hierbij gerealiseerd doordat fabrikanten hun producten in hetzelfde magazijn opslaan en van daaruit gebruikmaken van dezelfde vrachtwagens om gezamenlijk aan supermarkten te leveren. Zowel van het magazijn als van de vrachtwagens kan op deze manier optimaal gebruik gemaakt worden. Daarbij komt dat kosten voor benzine en laden en lossen ook verdeeld kunnen worden. Een andere manier om kostenbesparing te realiseren is een samenwerking waarbij een gezamenlijke productpromotie centraal staat. Een fabrikant kan een reclamecampagne starten waarbij een product gepromoot wordt dat thuis bereid wordt met behulp van een ander product. Beide producten kunnen dan in dezelfde campagne gepromoot worden, zoals in een reclamecampagne waarbij zowel de instant mix voor een soep wordt gepromoot als de verse groenten die de soep afmaken. De samenwerking is geslaagd wanneer de verkoop van de soepmix en die van de groenten stijgt. Kostenbesparing wordt hier gerealiseerd doordat de kosten voor de reclamecampagne verdeeld worden over de deelnemende partijen. Een samenwerkingsverband mislukt wanneer de vooropgestelde doelen niet gehaald worden of wanneer het proces van samenwerken zo moeizaam verloopt dat wordt besloten om niet samen verder te gaan. Bijvoorbeeld ‘creatieven’ van een reclamebureau die te ver van de opdracht afdwalen en zodoende niet aan de verwachtingen voldoen. Of een partner met een verborgen agenda waarbij pas later blijkt dat deze partij de voorraad zo laag mogelijk wilde houden, terwijl juist het doel was om zoveel mogelijk voorraad weg te zetten wegens een productwissel.
Benodigde vaardigheden De relatiemanager is die man of vrouw die verantwoordelijk is voor het samenwerkingsverband en die een grote rol speelt in het proces van samenwerking. Over welke managementvaardigheden moeten relatiemanagers eigenlijk beschikken? Door de nadruk die in de voedingsmiddelenindustrie wordt gelegd op supply chain management is er in het onderzoek voor gekozen om verschillen te onderzoeken tussen verticale en horizontale inter-organisatorische verbanden. Verticale samenwerkingsverbanden zijn relaties die worden aangegaan met partijen die zich op een ander niveau van de waardeketen bevinden, bijvoorbeeld met klanten en leveranciers). Horizontale samenwerkingsverbanden zijn relaties met partijen die zich op hetzelfde niveau van de keten bevinden, zoals medeproducenten. Om de samenwerking goed te laten verlopen, blijkt dat de relatiemanager vooral moet beschikken over ‘zachte’ vaardigheden. Relatiemanagers in zowel horizontale als verticale verbanden blijken sociale en teamvaardigheden als meest belangrijk te beschouwen. In verticale verbanden wordt ook veel waarde gehecht aan flexibiliteit en het kunnen managen van verandering. In horizontale verbanden hoeven ze minder flexibel te zijn en minder met verandering om te gaan. Dit komt omdat de samenwerking in horizontale verbanden minder dynamisch is, aangezien ze vaker worden aangegaan voor een langere termijn. Invloed uitoefenen Goed leidinggeven en invloed uitoefenen op de partner zien de geïnterviewde relatiemanagers wel als belangrijk, maar deze vaardigheden bevinden zich in de dagelijkse praktijk wat meer op de achtergrond.
28-29_Samenwerking 13-10-10 12:08 Pagina 29
Sociale vaardigheden van belang
Misverstanden Het ontbreken van managementvaardigheden kan leiden tot minder goede resultaten. Wanneer niet het maximale uit de samenwerkingsrelatie gehaald wordt, leidt dit niet tot de optimale kostenbesparing. Wanneer bijvoorbeeld de vaardigheid ontbreekt om duidelijk en concreet te communiceren, kunnen misverstanden ontstaan die ervoor zorgen dat werk dubbel gedaan moet worden, bijvoorbeeld als het eindresultaat van een reclamebureau niet overeenkomt met de verwachting van de fabrikant. Relatiemanagers geven aan dat wanneer samenwerkingsverbanden stroef verlopen, zij er eerst met de andere partij over zullen praten hoe de samenwerking beter kan verlopen. Wanneer de resultaten beneden verwachting blijven, wordt de samenwerking verbroken. Dit gebeurt eerder bij sa-
menwerkingsrelaties die makkelijker te vervangen zijn, omdat daar niet teveel in geïnvesteerd is. Zo zal een relatie met een reclamebureau eerder verbroken worden dan de samenwerkingsrelatie met een fabriek. Sommige relaties kunnen helemaal niet verbroken worden, bijvoorbeeld als de andere partij de enige leverancier is van een bepaalde grondstof. Dan zit er niets anders op dan het stroef verlopen van een relatie te accepteren. Relatiemanagement is een cruciaal aspect van goede inter-organisatorische samenwerkingsverbanden. In veel gevallen besteden bedrijven, ook buiten de voedingsmiddelenindustrie, (te) weinig aandacht aan hun relatiemanagement. Dat terwijl de relatiemanagers wel erkennen hoe belangrijk hun partners voor de organisatie zijn. Do’s and don’ts
Samenwerking wordt door veel geïnterviewde relatiemanagers als een belangrijk aspect van hun baan gezien, maar bij navraag bleek dat bedrijven hier nauwelijks hun nieuwe personeel op selecteren. Een bedrijf is erbij gebaat om, als bekend is voor welk type externe relaties een nieuwe manager verantwoordelijk wordt, te bezien of zijn vaardigheden daarbij passen. Nu worden managementvaardigheden en managementstijl vaak vanuit een intern perspectief bekeken, terwijl de externe rol van een relatiemanager evengoed belangrijk is. Bewustwording van het verschil in managementvaardigheden kan ook in een later stadium positief zijn, wanneer een relatiemanager tegen problemen aanloopt bij het managen van een relatie. Dan is het de vraag of het de relatiemanager aan bepaalde managementvaardigheden ontbeert. Wellicht verloopt de relatie beter als deze op een andere manier of zelfs door iemand anders gemanaged wordt.
Partnerschap Een horizontaal samenwerkingsverband, met partners op hetzelfde niveau van de waardeketen, wordt vaak benoemd als een partnerschap. Vervolgens gaan de beide (of meerdere) partijen daar ook zo mee om: de geïnterviewde relatiemanagers gaven aan dat horizontale connecties gebaseerd zijn op meer gelijkwaardige en wederzijdse bijdragen van alle partijen. Beide partijen leveren input en voelen zich
betrokken in zo’n partnerschap en de relatiemanagers passen hier hun managementstijl op aan. Dit doen ze door op zoek te gaan naar elkaars sterke punten en deze in te zetten in de samenwerking om allebei verder te komen. Bij verticale samenwerkingsverbanden, met bedrijven of organisaties van een ander niveau in de waardeketen, hangt de managementstijl af van het belang van de relatie. Minder belangrijke verbanden worden beschouwd als een afnemersrelatie en partijen zijn in een verticaal samenwerkingsrelatie meer bezig met hoe de andere partij zich gedraagt: Komen ze hun afspraken na? Denken ze ook vanuit ons oogpunt?
Dit is waarschijnlijk zo, omdat de meerderheid van de geïnterviewde relatiemanagers geen leiding aan een (intern) team gaf. Tot slot blijkt dat kennisvaardigheden en de vaardigheid om bij te houden wat er in de (inter)nationale omgeving speelt, door mensen werkzaam in verticale verbanden als minder belangrijk gezien worden, terwijl managers van horizontale verbanden hier meer waarde aan hechten. Relatiemanagers in verticale verbanden geven aan dat zij kennis in kunnen kopen. Ook is de verantwoordelijkheid van deze managers vaak afgebakend tot een bepaald geografisch gebied (bijvoorbeeld Nederland of de Benelux), wat ervoor zorgt dat zij minder goed op de hoogte hoeven te zijn van ontwikkelingen buiten hun verantwoordelijkheidsgebied. Relatiemanagers in horizontale verbanden geven vaker aan dat zij juist goed op de hoogte willen blijven van alles wat er speelt rondom hun product of het bedrijf. Dit is kennis die zij minder makkelijk kunnen kopen en die vaker de landsgrenzen overschrijdt.
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
29
30-31_Productnieuws 13-10-10 12:20 Pagina 30
Zoetwaren met
X-ray inspectie
F. Hunziker & Co. AG heeft Ishida’s IX-EA-2161 X-ray inspectiesysteem geïnstalleerd, samen met een DACS-W-012 controleweger. Daarmee optimaliseert het Zwitserse zoetwarenbedrijf de kwaliteitscontrole tijdens het verpakken in zakjes van pastilles en poederdranken in de productielocatie Dietikon, bij Zürich. In de productielijn, die maximaal negentig zakjes per minuut aankan, bleken oudere processen (zoals poeder zeven en visuele inspecties) niet langer betrouwbaar. Daarom koos Hunziker voor nieuwe Xray inspectietechnologie. Het systeem detecteert onregelmatigheden en vreemde voorwerpen, als te grote suikerkristallen en klonten in de poederdranken, en mogelijke papieren en kunststof fragmenten die via de suikertoevoer in de pastilles of dranken terecht kunnen komen. Dat IX-EA ook ultrakleine stukjes metaal, glas, steen en rubber opmerkt, vergroot de veiligheid extra. Er werd gekozen voor Ishida na uitgebreide proeven. Meer info: Ishida Europe Tel.: (0499) 39 18 87 www.ishidaeurope.nl
Huismerk met
FSC-keurmerk
Coop Supermarkten verpakt sinds kort alle dagverse huismerkzuivel in kartonnen verpakkingen met het FSC-keurmerk. Het gaat om de merken Melkan en Zuivelmeester. Coop Supermarkten is lid van inkoopvereniging Superunie, die veertien aangesloten supermarktorganisaties vertegenwoordigt. Per jaar verkopen de leden van Superunie meer dan honderd miljoen van deze nieuwe, milieuvriendelijke verpakkingen. Voor de productie van de nieuwe verpakkingen worden houtvezels (een natuurlijke, hernieuwbare grondstof) gebruikt. Het hout is afkomstig uit aantoonbaar verantwoord beheerde bossen. Daarom mogen de verpakkingen het FSC-keurmerk dragen. FSC (Forest Stewardship Council) is een internationale organisatie die verantwoord bosbeheer stimuleert. Meer info: www.coopsupermarkten.nl www.fsc.nl
Modulaire TopTherm-chillers Rittal biedt onder de naam TopTherm-chillers een nieuwe serie voor vloeistofkoelers met een volledig modulaire opbouw. Het gaat volgens het bedrijf om een primeur, gebaseerd op het TS 8-schakelkastsysteem en de integratie van water- en koelmodulen met een elektromodule voor de besturing. Met slechts twee grootten zijn zeven verschillende koelvermogens van 8 - 40 kW gestandaardiseerd beschikbaar. Daarmee worden de meest voorkomende vermogensgebieden afgedekt en zijn levertijden aanzienlijk korter, stelt Rittal. Meer info: Rittal BV, Zevenaar www.rittal.nl
langer mals, langer vers en vol van smaak Soft’r Subliem Boterstol:
Puratos heeft het assortiment verbetermiddelen Soft’r Subliem voor de Nederlandse bakker uitgebreid met Soft’r Subliem Boterstol. Een authentiek en smaakvol poeder voor het maken van topkwaliteit boterstollen, die veel langer vers en mals blijven, aldus Puratos. Soft’r Subliem Boterstol is het zevende product in de productlijn. R&D Manager van het Nederlandse onderdeel van De Puratos Group Jaap Kalkman, zegt dat Soft’r Subliem Boterstol een zalige botersmaak heeft met een vleugje vanille. “Om de malsheid en versheid van de ambachtelijke boterstol in de tijd te garanderen hebben wij onze uitgebreide kennis en expertise ingezet. Wij hebben onze technologie van het nieuwste malsheids enzym toegepast op rijk gevulde degen.” Meer info: Puratos, Zevenbergen www.puratos.nl 30
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
Kanters directeur
SBK Advies & Training
Tineke Kanters is benoemd tot algemeen directeur van SBK Advies & Training. Zij maakte al sinds 2007 deel uit van de directie. Oprichter en algemeen directeur Gert van der Linden is toegetreden tot de Raad van Commissarissen. Rob Bos is in dienst gekomen als commercieel directeur. SBK Advies & Training heeft meer dan honderd vaste en freelance medewerkers voor, zoals het bedrijf stelt, de realisatie van oplossingen voor performancevraagstukken op de werkvloer. Het gaat daarbij om onder meer bedrijfsopleidingen en arbotrainingen. Meer info: SBK Advies & Training, Helmond www.SBKadvies.nl
30-31_Productnieuws 13-10-10 12:21 Pagina 31
Neogen Europe
Hoge snelheids tray-sealer Proseal introduceert de GT3, een tray-sealer voor snelle productielijnen, bijvoorbeeld voor het sealen van vleesproducten en vers fruit. De tray-sealer haalt een topsnelheid van 180 trays per minuut. Via een touchscreen kunnen verschillende trayhoogten worden ingesteld, waarna de GT3 zich automatisch aanpast. De snelheid kan nog omhoog met een ‘true twin lane feed control’ waardoor producten automatisch langs elke lijn kunnen worden doorgevoerd. Gegevens (als aantal verpakkingen per minuut, temperatuurinstellingen, sealtijd en luchtdruk) kunnen net als foutmeldingen op afstand worden uitgelezen. Software updates kunnen zonder dat de klant iets hoeft te doen worden geïnstalleerd. Een ‘free-lift tool loading system’ zorgt ervoor dat voorverwarmde gereedschappen snel ter plaatse zijn, waardoor omsteltijden beperkt blijven tot zo’n drie minuten. De GT3 heeft verder onder meer een ‘fibre-optic based pot-crush prevention system’ en automatische detectie dat de seal scheurt of op is. Voor vleestoepassingen is de GT3 verkrijgbaar met gas- of zuurstoftoevoeging.
laceert sneltest schelpdieren
Neogen Europe heeft een sneltest gelanceerd voor het detecteren van domoizuur, een natuurlijk toxine in schelpdieren wat Amnestische Schelpdierenvergiftiging (ASP) veroorzaakt. De Neogen Reveal test is ontwikkeld voor het controleren van verdachte monsters met een toxinegehalte van 10 ppm of meer in schelpdieren, en is zeer gevoelig in vergelijking tot andere verkrijgbare testen. Na monsterextractie kost het uitvoeren van de test slechts tien minuten. “Deze test is eenvoudig genoeg voor gebruik op een vissersschip bij vangst van de schelpdieren, maar ook betrouwbaar genoeg voor gebruik in een laboratorium”, aldus Ed Bradley, Food Safety vice-president van Neogen. Domoizuur komt wereldwijd voor. De Europese Commisie heeft een richtlijn vastgesteld met een maximaal toegestaan niveau van 20 ppm domoizuur in schelpdiervlees voor menselijke consumptie. Meer info: Neogen Europe Nederland Tel.: (0800) 0222 571 www.neogeneurope.com
Meer info: Proseal uk Ltd Tel.: (0044) 1625 856600 www.prosealuk.com
Orangina Rouge
nieuw in Nederland
Nominatie voor King Cuisine-sauzen De dip- en schrijfsauzen van King Cuisine maken kans op een van de prestigieuze trends & innovations awards op de internationale vakbeurs Sial. Zij zijn samen met 350 andere producten geselecteerd uit duizenden inzendingen. King Cuisine lanceerde zijn dipsauzen afgelopen mei in het supermarktkanaal. De sauzen zijn er in vijf smaken: friszure Mango, kruidige Tomaat, romige Tuinkruiden, licht pikante Zoete Peper en Zoete Ui. Ze zijn bereid met verse ingrediënten en combineren goed met bijvoorbeeld komkommer, radijsjes en worteltjes, met chips of met versgebakken brood. De sauzen zijn verkrijgbaar als rond cupje (70 gram), triobakje (3x 70 gram) of als viervakker (4x85 gram). Met de schrijfsauzen, sinds eind 2009 in de supermarkt verkrijgbaar, kunnen thuiskoks snel een creatieve draai geven aan gerechten als salades, sandwiches en desserts. De schrijfsauzen zijn verkrijgbaar in zes smaakvarianten: Balsamic Brown, Green Carpaccio, Pesto Green, Mango Tree, Brown Chocolate en Strawberry Fields. De sauzen zijn verpakt in een knijpfles (100 ml) met spuitmond.
De Sial vond plaats van 17 tot en met 21 oktober in Parijs. Bij het ter perse gaan van dit nummer was nog niet bekend of King Cuisine een award heeft gewonnen. Meer info: Kimberly Clark Professional www.kcprofessional.com/uk/handhygiene
Orangina introduceert in Nederland Orangina Rouge. Orangina Rouge krijgt zijn volle rode kleur van het sap van bloedsinaasappels, waar anthocyaninen in zitten, een kleurstof die ook aardbeien, bramen en bessen van hun rode kleur voorziet. Orangina ondersteunt met Orangina Rouge dance4life. Orangina geeft per verkochte fles Orangina Rouge 25 cent aan de projecten van dit goede doel, dat zich samen met jongeren inzet om de verspreiding van hiv en aids terug te dringen. Orangina gebruikt dans al sinds de jaren 70 om uit te leggen dat je een Orangina eerst even moet schudden voordat je het drinkt. Meer info: Orangina www.orangina.eu Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
31
32-33_beeter 13-10-10 12:09 Pagina 32
Marketing
&
sales
De Vegetarische Slager introduceren Beeter Ojah en
Tekst: Lisette de Jong Foto’s: Jordi Koppenhol, De Vegetarische Slager en Ojah
Net echt vlees Net zo sappig en mals als een stukje vlees, zo smaakt de nieuwe vleesvervanger Beeter. Frank Giezen, managing director van producent
Beeter-icoon op de verpakking. Sinds 4 oktober zit Beeter in het assortiment van De Vegetarische Slager, de ‘launching customer’ van Ojah.
Ojah, en Loes Hulshof, manager innovatie en productie bij De Vegetarische Slager, hebben er hoge verwachtingen van: “Beeter is bijzonder genoeg om de wereld te veroveren.” Ojah, het bedrijf achter Beeter, werd anderhalf jaar opgericht door Frank Giezen, Jeroen Willemsen en Wouter Jansen. Zij bedachten in 2006 een proces om plantaardige eiwitten een gewenste textuur te geven. In februari 2010 maakte het in Wageningen gevestigde bedrijf de stap naar industriële productie van de vleesvervanger. Het bedrijf rondde in de eerste helft van 2010 haar eerste productiefase af. Medio 2011 neemt het een eigen productieplant in bedrijf met een capaciteit van 1,4 miljoen kilo per jaar. (www.eetbeeter.nl)
32
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
Beeter is een honderd procent plantaardige vleesvervanger, gemaakt van soja en water. Het is eiwitrijk, vezelrijk, vetarm, vrij van toevoegingen als kippeneiwit, ijzer of vitamines. “Dit is een bewuste keuze, omdat dergelijke toevoegingen meer ter stimulering van de verkoop zijn dan dat ze gezondheidsbevorderend werken”, aldus fabrikant Ojah. Het is als ingrediënt in levensmiddelen te herkennen aan het Eet-
De meest revolutionaire eigenschap van Beeter is, volgens Giezen, dat het net zo lekker smaakt als een stukje vlees. “Waar andere vleesvervangers met gehakte, voorgevormde en gepaneerde burgers en schnitzels bewerkte vleesproducten imiteren, heeft Beeter van zichzelf al dezelfde beet als echt vlees. Het is mals en sappig, net als een kippenpoot, een hamlapje of suddervlees, en je kunt het op dezelfde manier bereiden. Zo willen we mensen over de streep trekken om minder vlees te gaan eten.” Giezen is, behalve managing director van Ojah ook een van de bedenkers van het nieuwe product.
32-33_beeter 13-10-10 12:10 Pagina 33
Op vlees lijken Vleesvervangers moeten sensorisch, qua uiterlijk en qua verzadigingswaarde meer gaan lijken op vlees. Pas dan gaan ook echte vleesliefhebbers er voor. Dat stelt de Wageningse promovenda Annet Hoek, die januari dit jaar haar proefschrift verdedigde. Zij adviseert productontwikkelaars zich onder meer behalve op plantaardige concepten ook op ‘tussenoplossingen’ van vlees met plantaardig eiwit te richten.
Loes Hulshof, manager innovatie en productie bij
De oprichters van Ojah, van links naar rechts: Wouter Jansen (technisch direc-
de Vegetarische Slager.
teur), Frank Giezen (algemeen directeur), Jeroen Willemsen (commercieel directeur).
Razend enthousiast De Vegetarische Slager is de eerste afnemer die Beeter op de markt brengt. “Wij vonden het verschil tussen bestaande vleesvervangers en gewoon vlees te groot om mensen die minder vlees willen gaan eten over de streep te trekken”, vertelt Loes Hulshof van De Vegetarische Slager. “Maar we denken dat Beeter bijzonder genoeg is om de wereld te veroveren. Tijdens Kunsthal Kookt kregen we zelfs grote stoere vleesetende mannen zo ver om het product te proberen. Toen ze eenmaal geproefd hadden, waren ze razend enthousiast. ‘Wow, net echt vlees’, kregen we te horen.” Giezen legt uit waarom Ojah niet zelf de
markt bestormt met zijn product. “We leveren vooralsnog business to business. Zo maken we optimaal gebruik van ons netwerk en behouden we onze focus, bijvoorbeeld om samen met potentiële afnemers nieuwe varianten en smaken (Beeter Bereid) te ontwikkelen. Denk aan verwerking van lupine, erwteneiwit - extra duurzaam omdat deze gewassen dicht bij huis geteeld kunnen worden - of een product met alleen biologische ingrediënten, en op de lange termijn aan het gebruik van algen.” Zien en proeven Het bedrijf levert het product diepgevroren aan bij De Vegetarische Slager. Die ontwikkelt er in samenwerking met topkok Marco Westmaas bijzondere en culinaire maaltijdcomponenten mee, van snacks tot maaltijden die helemaal af zijn. De Vegetarische Slager verkoopt de producten via een winkel in Den Haag en een webwinkel aan de consument. “We bereiden in de winkel met Beeter ter plekke gerechten als Teriyaki, kroketten of kerriesalades. Zo kunnen klanten zien en proeven welke kanten je er mee uit kunt”, illustreert Hulshof. Daarnaast doet De Vegetarische Slager ook BtoB-leveringen via groothandel VSXL. De Vegetarische Slager ontwikkelde samen met het Twentse verpakkingsbedrijf Bio4Pack een geheel biologisch afbreekbare consumentenverpakking. “Het is gemaakt van polymelkzuur en heeft een goede gasbarrière. Daarmee hebben we behalve met het product zelf, nóg een primeur in de wereld van vleesvervangers”, zegt Hulshof trots.
De manager innovatie en productie vindt een duurzame verpakking een must voor een vleesvervanger. “Een duurzame verpakking sluit niet alleen aan bij het karakter van het product, maar je kunt er ook milieuwinst mee behalen. Anders dan bij vlees is het bij vleesvervangers niet zozeer het product maar de verpakking die de grootste bijdrage levert aan de CO2-footprint.” Hoge verwachtingen Giezen en Hulshof hebben hoge verwachtingen van Beeter. “De totale markt van vleesvervangers in Nederland bedraagt 65 miljoen euro per jaar. Over vijf jaar willen we tien procent daarvan in handen hebben. En daarna willen we ook Europa en Zuidoost-Azië veroveren”, aldus Giezen. Hulshof hoopt dat De Vegetarische Slager over vijf jaar is uitgegroeid tot een landelijke winkelketen en leverancier van horeca, cateraars en traiteurs. “Misschien hebben we tegen die tijd zelfs een pizzabezorgservice, met vegetarische pizza’s wel te verstaan.” Beiden delen bovendien een gezamenlijke droom: het aantal ‘vleesminderaars’ in Nederland vergroten en ervoor zorgen dat mensen vleesvervangers straks beschouwen als een heel eigen productgroep. “Drieëneenhalf miljoen Nederlanders willen uit gezondheids- en duurzaamheidsoverwegingen minimaal een keer per week geen vlees eten. Slecht twintig procent doet het. Wij hopen dat producten als Beeter en de gerechten die de Vegetarische Slager ermee bereidt daarin verandering brengen.”
Complexe vezelstructuren Smaak is met het huidige assortiment aan kruiden goed te variëren. Het product een stevige, complexe ‘beet’ meegeven, is een stuk moeilijker, aldus Giezen. “De morfologie van vlees is zeer complex. De spiervezels zijn opgebouwd uit meerdere lagen waarbij de diverse celstructuren en de lagen ertussen een unieke combinatie van stevigheid en malsheid geven.” Giezen ontwikkelde vanuit het Wageningse Top BV samen met Wouter Jansen en Jeroen Willemsen - nu Ojah, toen nog Wageningen UR - een procedé om complexe vezelstructuren te creëren. Giezen wil er weinig over kwijt, behalve dat het een uniek proces is dat berust op het vervezelen van eiwitten via hogedruktechnologie. “We willen de technologische voorsprong die we hebben opgebouwd, graag behouden”, verklaart hij. De drie bedenkers zijn ambitieus. “Toen we in 2006 hadden aangetoond dat ons idee echt werkte, kwamen we voor de keuze te staan: het idee verkopen of er zelf mee aan de slag. We kozen voor het laatste, omdat we graag onze ambitie wilden realiseren: de consumptie van plantaardige delicatessen met een goede balans tussen commercie en duurzaamheid stimuleren”, aldus Giezen.
De Vegetarische Slager De Vegetarische Slager opende op 11 oktober een winkel in Den Haag (foto) waar vers bereide gerechten op basis van ‘culinaire’ vleesvervangers als Beeter Basis en exclusieve bijproducten worden verkocht. Via webwinkel www.devegetarischeslager.nl en via groothandel www.vsxl.nl vermarkt het bedrijf ook diepgevroren reeds bereide en op smaak gebrachte vleesvervangers.
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
33
34_Agenda 13-10-10 12:13 Pagina 34
In de rubriek Agenda staan evenementen en activiteiten vermeld voor de komende weken. Op www.evmi.nl is de volledige lijst beschikbaar voor zover de activiteiten bekend zijn bij de redactie. Daar vindt u ook uitgebreide informatie over de evenementen.
Agenda 29 oktober Cursus hygiënisch ontwerpen, Utrecht
2 november Symposium Innovatie met Zuivel 4-5 november Cursus Functional and Bioactive Ingredients for Food Products and Specialty Drinks, Gent
5-7 november SlowFisch, Bremen
9-10 november 1st Pulses Conference, Amsterdam
11 november
(Ex)minister Verburg van LNV heeft 3 miljoen euro beschikbaar gesteld om de verspilling van voedsel in Nederland tegen te gaan. Holle
Buying soy, Amsterdam
Bolle Gijs wil dat geld wel hebben. Hij heeft zelfs al een innovatieve oplossing: niks meer de prullenbak in, maar gewoon dooreten.
12 november 2010 Developing soy, Amsterdam
17-18 november Congres Organic Food, Mainz
18 november Syntens PUUR ontdekken, Noord-Holland
22 november Foodservice Congres, Gent
22-25 november Verpakkingsbeurs Emballage, Parijs
25 november Masterclass Health Food Innovation, Venlo
Colofon Eisma Voedingsmiddelenindustrie is het vakblad voor de professional in de levensmiddelenindustrie. Het richt zich op kwaliteitsmanagers, productontwikkelaars, marketingmanagers en algemeen managers bij bedrijven in de voedings- en genotsmiddelenindustrie, de toeleveranciers en de afnemers van deze bedrijven. UITGAVE Eisma Businessmedia bv, Postbus 361, 7000 AJ Doetinchem REDACTIE Jacqueline Wijbenga, hoofdredacteur Norbert van der Werff (redactie), tel. (088) 2944829 Tom van der Meer (eindredactie), tel. (088) 2944830
[email protected] MEDEWERKERS Lisette de Jong, Willem Koert, Renee Lokerse, Annemarie Barbier-Schenk, Tony Tati/Pennestreek, Judith de Waard en Astrid ter Wiel DIRECTIE Egbert van Hes, algemeen directeur Bouke Hoving, financieel directeur Gerbert Tiecken, uitgeefdirecteur UITGEVER Minne Hovenga
25-26 november Protein Summit, Amsterdam
2-3 december International Supply Management Congress, Amsterdam
6-10 december EU policy for Agriculture, Food and Rural Areas, Wageningen
34
Eisma Voedingsmiddelenindustrie | oktober 2010
MARKETING- EN SALESMANAGER Seb van der Kaaden MARKETING Ria Hoekstra, tel. (088) 2944862,
[email protected] ADVERTENTIES Verkoop buitendienst: Miguel van Kol, tel. (06) 42759518
[email protected] Verkoop binnendienst: Patricia Poppe, tel. (088) 2944852
[email protected] Senior accountmanager Eddy Hoornstra, tel. (06) 31768830,
[email protected] TRAFFIC: ZeeDesign, tel.: (0517) 531672, fax: (0517) 531810,
[email protected]
ABONNEMENTEN E-mail:
[email protected] Tel. (088) 226 66 48 De abonnementsprijs bedraagt € 175,- (excl. 6% BTW) per jaar (bij automatische incasso bespaart u € 2,- administratiekosten) en is bij vooruitbetaling verschuldigd. Voor andere landen op aanvraag. Losse verkoopprijs € 20,- (excl. 6% BTW). Abonnementen kunnen op elk moment van het jaar ingaan en worden genoteerd tot wederopzegging. Opzegging dient schriftelijk te geschieden, een maand voor het einde van de abonnementsperiode; u ontvangt van ons een schriftelijke bevestiging. BANKRELATIE Voor Nederland: Friesland Bank 29.80.05.298 Voor België: Postcheque Brussel 000-0007463-91 VORMGEVING ZeeDesign, Witmarsum DRUK Scholma druk bv, Bedum © 2010, Eisma Businessmedia bv Leeuwarden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of overgenomen in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid en/of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Gebruikers van dit blad wordt met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren.
www.evmi.nl
Eisma_Adv_EVMI:00 08-10-10 09:22 Pagina 1
Volume 18 • nr. 2 • 2010 | www.stitchprint.eu
JAARGANG 112
FOTOGRAFIE
Glasstec 2010 in teken van solar en duurzaamheid
9
22 JUNI 2010
schildersblad
Fachzeitschrift für die Stickereiindustrie, den Textildruck und die Bekleidungsdekoration, vormals Eurostitch
NOORDERLICHT BREDAPHOTO INTENDANT ANNELIES KUIPER STOCKFOTOGRAFIE
TECHNIEK
www.schildersblad.nl
2010
Glas
Veel glas in organische architectuur Hoofdkantoor KPMG
EISMA’S
Business magazine for professional embroiderers, textile printers and garment decorators, formerly Eurostitch
CARL DE KEYZER
/
in
special
2010
Beeld
2 1
nr. /
4 J U L I
beheer &
2 0 e
OP REPORTAGE MET DE LEICA S2
WWW.GEBOUWBEHEER.NU
gebouw
J A A R G A N G
Nominaties Glas Award voor INHolland, XXXL-glas , Facet, Financiën en Van Dijken
I N T E R N A T I O N A L
J A A R G A N G
7-2010
Stitch&Print
PHOTOKINA ADOBE LIGHTROOM 3 CANON PRINTER IBF6300
antibacterieel
f
ERN KAT
p 18
:
l f
RA EXT S TALE DIGI
f
nr. 4
l
Documentaire fotografie
energielabel B
Embroidery and printing in Nigeria Stickerei und Druck in Nigeria
PORTFOLIO: JEROEN TOIRKENS
Preview Fespa Fabric Vorschau Fespa Fabric
Exterieur Dominicanenkerk onder de kwast
�
Van doorgroeimogelijkheden wordt iedereen beter gevelvervanging
Pre-treatment Vorbehandlung
� 9,95
p 4
T R A N S PA R A N T
p 26
Focus ozp’ers: eenvrouwsbehangersbedrijf
Bouwwereld Vakblad over bouwtechniek www.bouwwereld.nl 02/07/2010 Jaargang 106
Drijvend paviljoen met geodetische koepels Kartonnen kokers vormen ruimtevakwerk Rijksmonument gerenoveerd tot passiefhuis Transformatie watertoren Bussum tot kantoor
SAMENWERKENDE ZELFSTANDIGEN COLLECTIEF GROTERE KLUSSEN AANPAKKEN
#08 113
Ladders laden en lossen eenvoudig met liftsysteem voor bestelauto’s
5
Prestatietoets succes in kruistocht tegen kwartsstof
MEER VERGUNNINGVRIJ BOUWEN VANAF 1 OKTOBER WERKSPOT WEER OP ZOEK NAAR VAKMAN VAN HET JAAR PROFITEREN VAN DUURZAAM ZAKENDOEN
Jaargang 40 | Augustus 2010 | nr. 7
jaargang, 3 september 2010 www.demolenaar.nl
12
Plattelands Post
www.evmi.nl
Vakblad voor de agri-sector
De Molenaar
8 34 jaargang augustus 2010
w w w. p l a t t e l a n d s p o s t . n l
E i s m a Vo e d i n g s m i d d e l e n i n d u s t r i e
n r. 6 - 2 4 a u g u s t u s 2 0 1 0
vakblad voor de graanverwerkende en diervoederindustrie
V A K B L A D
V O O R
WIJ DOEN HET ZO
schapen vervoeren
Roep om ban bisfenol A luider
Schapen en melkvee
BETERE WEI
Juiste portie met Velos voersysteem Mastercracker haalt maximale uit mais katern Akkerbouw
Duurzame palmolie
S C H A P E N L I E F H E B B E R
CL is een probleem
Sime Darby: palmolie kan wél duurzaam
Choline ondersteunt energiebalans
D E
SUFFOLKS GETROFFEN
Insectensnacks: acceptatie nog probleem
Dierlijke eiwitten uit insecten
12 28 32 35
www.nutri-akt.nl
Wat zeg je?
LICHAAMSTAAL VAN PAARDEN
www.horses.nl/bit | Nummer 180 | Prijs € 6,75
15 jaar
Vlammen met polospeler Aki van Andel
Eerlijke dressuurtraining
BULK
nummer
171
Nummer 1 • Maart 2010 • Jaargang 18
www. devoetbaltrainer.nl
Aandrijven - Besturen - Toepassen
De
nr. 7/8 Augustus 2010
www.metaalmagazine.nl
AANDRIJFTECHNIEK
Trainer Coach
metaal
www.vvon.nl
Jaargang 48 | 7-2010
Ve r e n i g i n g s b l a d v a n d e V V O N
M A G A Z I N E
Dé kennisbron voor de metaal Besturingen
• René Vermunt heeft dubbel gevoel over topklasse
De techniek in bedieningspanelen heeft allesbehalve stilgestaan. Behalve drukknoppen zijn er ook ‘draaiknoppen’, waarbij de behuizing niet langer doorboord hoeft te worden.
• Anne en Wietse de Jong, allebei jeugdvoetbaltrainer • De Portefeuillehouder Scholing en Vorming
Mechanisch Veel klanten in de mobiele markt kopen zowel verbrandingsmotoren als transmissiecomponenten Peerless levert via Motor Snelco mechanische en hydraulische aandrijfcomponenten.
In dit nummer: Kansen met duurzame energie ERP in metaal Nieuwe titaanbewerker werkt sneller Let op bij aanschaf gereedschapsmachines Frezen én draaien Met bewerkingscentra meer slijpwerk binnenhalen Lasersnijinstallatie verrast door hoge snelheid
Perslucht & Vacuümtechniek
WK 2010
BP
En ook: de lipizzaners van IJsbrand Chardon, aangeleerde hulpeloosheid, dierenarts Krijn van Muiswinkel, slijmbeursontsteking, natuurlijke hindernissen springen, het Paardenalbum van Imke Schellekens, korte en lange paarden trainen en...
28 e jaargang, augustus 2o10
De Voetbal Trainer
BON VOOR GRATIS MAGAZINE DE PAARDENKRANT T.W.V. € 5,95
Het energieverbruik is bij de bouw van machines nog vaak een sluitpost. Het kan echter ook anders.
www.AT-aandrijftechniek.nl
INVOERING MILIEUZONES UITGESTELD Jaargang 18
februari 2010 nummer 1/2
NUMMER 5
SEPTEMBER 2009
NR. 3
Augustus 2010
magazine voor eigen en beroepsvervoer
Solids & Liquids Processing en Handling
44e
jaargang
-
september
2010
-
nummer
Eisma Media Groep is veel meer dan de uitgever van deze EVMI.
5
Nominaties voor Proces Innovatie Prijs Première vakbeurs Recycling 2010 Maintenance Manager 2010 Eriks: uitbreiding in kunststoffen Beladingsysteem voor silowagens
Test DAF CF 75.360 EEV
Pindakaas-producent vervijfvoudigt capaciteit
DAF voor elke dag
Windzifter geeft zeef het nakijken
nieuws
distributie
HB-cRc groeit hard met retourlogistiek
MULTITEST SUV’S OP GRIJS KENTEKEN
nieuws
automatisering
TERREINWAGEN OF CHIQUE BESTELAUTO?
Zorgen om kilometerheffing
Recycling met minimale omkoppeltijden
Nieuwe besteller Opel en Renault
Simulatie van vloeistofstromen
reportage Onderzeeërs worden weer in Nederland ontmanteld
Primix bouwt grootste statische menger
28 tot en met 30 september Orthometals verwerkt metaalresten van crematoria
www.bulkgids.nl
SANITAIRdesign
Retourmatras bouwt fabriek Biddinghuizen
LZV-concept steeds beter benut
Transpas Enterprise werkt als kruipolie sentimenteel materieel
Hergeboorte van Het Blauwe Wonder
dossier reparatie & onderhoud
FIAT FIORINO EN PEUGEOT BIPPER: TWEE BROERTJES ONDER DE LOEP
Traileronderhoud lijdt niet onder crisis
|
27e jaargang september 2010
nr.
7
9
ASS: ZONDER RUGPIJN ACHTER HET STUUR
SAVAL STROOMLIJNT SERVICE EN PLANNING
Het grootste Nederlandstalige luchtvaartmagazine www.pilootenvliegtuig.nl
JAARGANG 27 - OKTOBER 2010 - KERSTSPECIAL - WWW.MARKT-VISIE.NL
JA A R G A N G N R 9 - 2010 � 7, 0 0
MARKTVISIE 11 ...een heldere kijk op de markt
IAL
EC STSP
AeroVolga LA-8
Russische amphibian met exportpotentie
17
KER
Op bezoek bij Boeing Integrated Defense Systems
Kerstbomen te kust en te keur De beste kerstbraderieën van Nederland op een rij
Viskweek op het Zeeuwse land
Polikarpov I-16 Historische jager gaat niet voor schoonheidsprijs
Arizona à la Sabena! Met Piper Pilots’ Archer II naar Corfu Miljarden omzet tijdens Farnborough 2010 Afscheid F60 KLu
Bij Eisma Media Groep heeft u de keuze uit maar liefst 32 vooraanstaande titels. Kijk op www.eisma.nl of bel +31 (0)88-2944800 voor informatie.
Bij Essent heeft u één vaste accountmanager, die op elk moment beschikbaar is voor advies. Ondersteund door een team van specialisten kan hij helpen met al uw energievraagstukken. Dat bespaart u tijd, geld en energie. Maak nu een afspraak op essent.nl/grootzakelijk.
De vaste accountmanager. Essent levert.
08601123 Adv Accountmanager_230x300_WT.indd 1
01-10-10 16:48