INFO NOVEMBER 2014
Dijle 17 a BE-2800 MECHELEN
VIJFTIENDE JAARGANG
PERIODIEK TIJDSCHRIFT
www.indaver.be www.indaver.nl www.indaver.com
Sleutel voor afvalbeheer in de circulaire economie
Innovatieve vergistingsinstallatie Bio Power Alphen in gebruik
Afvalsignalisatie : meer veiligheid en duidelijkheid, minder kosten
Groeikansen verzilveren met nieuwe aandeelhouder Afscheid nemen van een trouwe metgezel is nooit eenvoudig, zeker niet als die onderweg van grote waarde is gebleken. Maar dat is wat Indaver vandaag doet met haar hoofdaandeelhouder DELTA. De wegen van Indaver en DELTA scheiden zich, nu DELTA onderzoekt om haar belang van 75 % in ons bedrijf te verkopen. Paul De Bruycker - CEO
Indaver en DELTA hebben samen een mooi parcours gelopen, de voorbije zeven jaar. Met de volle steun van DELTA en van onze andere aandeelhouders hebben wij een stevige positie kunnen opbouwen in het integrale afvalbeheer voor bedrijven en overheden. Zo hebben wij een belangrijke participatie kunnen nemen in verwerkingsinstallaties voor industrieel en gevaarlijk afval in Duitsland. Indaver is daardoor nu het nummer 2 in Europa voor de thermische verwerking van dit type afval. In Nederland zijn de activiteiten van DELTA Milieu geïntegreerd in Indaver. Met de bouw van een nieuwe vergistingsinstallatie in Alphen aan den Rijn wordt de positie van Indaver in Nederland op het vlak van de verwerking van bio-organisch afval nog versterkt. In Ierland werd in Meath de eerste waste-to-energy installatie van het eiland gebouwd. In België kwam er een nieuwe hypergeavanceerde installatie voor de verwerking van medisch afval. Daarnaast kon Indaver haar bestaande activiteiten en
installaties continu verbeteren om haar industriële en publieke klanten nog beter van dienst te zijn.
uitvalsbasis in verschillende Europese landen. Zo kunnen we groei absorberen en snel reageren op nieuwe kansen.
Indaver is dankbaar voor de steun die haar aandeelhouders al die tijd geboden hebben. Maar de afvalmarkt is voortdurend in beweging. De internationale competitie is sterk. Afvalverwerkende bedrijven wacht een sleutelrol in de circulaire economie. Vanuit haar ervaring en expertise kan Indaver deze circulaire economie ondersteunen door nieuwe dienstverleningsmodellen voor duurzaam afvalbeheer te ontwikkelen. Ze is nu al een leverancier van grondstoffen en energie.
We hebben daarbij een duidelijke strategie en geografische focus voor ogen en kunnen sterke businessmodellen voorleggen. Om onze leidende rol in Europa tegenover industriële klanten te blijven vervullen hebben wij een dienstverlening op maat voor het beheer en de verwerking van industrieel en gevaarlijk afval. Voor overheden willen wij voort onze duurzame dienstverlening aanbieden in België, Nederland en Ierland en bekijken we de mogelijkheden om ze uit te breiden in de andere landen waar we actief zijn.
Wij willen deze nieuwe uitdagingen aangaan en nog meer internationaal groeien. Om onze Europese groeikansen te kunnen verzilveren, hebben wij kapitaal nodig. Aandeelhouderschap is nooit voor eeuwig. De aandeelhouders moeten passen bij de strategie en de marktomstandigheden van het bedrijf. Een nieuwe aandeelhouder kan ons meer ruimte bieden om onze groeistrategie voort te zetten dan dat DELTA met haar Zeeuwse publieke aandeelhouders dat kan. Wij zien dus vol vertrouwen de verkoop van de aandelen van DELTA in Indaver tegemoet. Wij hebben ons daar de afgelopen periode ook goed op kunnen voorbereiden. Wij hebben nu een managementstructuur en
Indaver wil dit alles blijven doen vanuit een sterke Vlaamse verankering met behoud van het kennis- en expertise centrum in Vlaanderen. Indaver wil overheden en bedrijven mee helpen in Europa de omslag te maken naar een circulaire economie. DELTA en het Indaver-management zijn het eens dat we het proces zo snel mogelijk moeten doorlopen. We zijn dan ook al volop aan de slag en het is de intentie om reeds rond de jaarwisseling zicht te hebben welke richting het uitgaat, zodat we in het eerste kwartaal van 2015 kunnen afronden. Paul De Bruycker CEO
INFO
1
Sleutelrol voor afvalbeheer in de circulaire economie Als we de planeet leefbaar willen houden, moeten we dringend het roer omgooien, van de huidige lineaire economie, waarin producten gemaakt en gebruikt worden en dan afval worden, naar een circulaire economie waarin materialen een eeuwige kringloop vormen. Vanuit haar ervaring en expertise kan Indaver de circulaire economie ondersteunen.
In 2100 zijn we met 12 miljard op deze aardbol. De gemiddelde welvaart zal tegen 2030 verdubbeld zijn. Er zullen dan 3 miljard middenklasseconsumenten meer zijn dan in 2010. Dit blijft niet zonder gevolgen. Met de huidige bevolking, welvaart en manier van produceren en consumeren verbruiken we nu al de helft meer dan de aarde kan opleveren. De vraag naar energie is de afgelopen 40 jaar verdubbeld. De afvalberg groeit en luchtvervuiling verstikt de steden. Grondstoffen – ruggengraat van de economie – worden schaarser. De industrie moet verduurzamen en vergroenen, zodat ze minder afhankelijk is van schommelende grondstofprijzen en van de onvoorspelbare geopolitieke agenda.
Levensduur verlengen
Teruggewonnen materialen voor recycling in eigen installaties 2013
"Tijd om het roer drastisch om te gooien," zegt Paul De Bruycker, CEO van Indaver, "door over te schakelen van de huidige lineaire economie, waarin grondstoffen eenmalig gebruikt worden om producten te vervaardigen die na gebruik eindigen bij het afval, naar een circulaire economie. In de circulaire economie worden alle materialen die ingezet worden voor productie gerecycled en opnieuw in de productieketen gebracht. Ieder product heeft een levensduur. Je kan die levensduur verlengen, door het product duurzamer te ontwerpen, door het in zijn geheel of door onderdelen ervan te hergebruiken. En als dat niet meer kan er grondstoffen uit te winnen voor gelijkaardige of andere producten." Europa zet nu al in op de recycling society. Uit producten moeten zoveel mogelijk materialen teruggewonnen worden om opnieuw toegepast te worden. Alleen, recyclen is niet per definitie gelijk aan duurzaamheid. Materialen uit recycling kunnen opnieuw nuttig worden ingezet, maar recycling levert vaak grondstoffen op die van mindere kwaliteit zijn dan de oorspronkelijke en die dus niet voor hetzelfde doel kunnen worden ingezet. Bovendien vreet dit proces veel energie en vergt het veel logistiek. In de circulaire economie daarentegen ligt de klemtoon op duurzaamheid door toegevoegde
2
INFO
waarde. Materialen die uit afvalstromen worden gewonnen, kunnen opnieuw ingezet worden als een hoogwaardige grondstof, voor hun oorspronkelijke doel, maar ook om nieuwe producten te maken, zodat geen nieuwe grondstoffen moeten worden aangeboord.
Nieuwe vormen van samenwerking Dit vergt een hele ommezwaai in de manier van produceren en consumeren. Er zijn efficiëntere productieprocessen nodig, nieuwe businessmodellen en andere vormen van dienstverlening. Zo kunnen consumenten producten gebruiken zonder er zelf eigenaar van te zijn of kunnen ze een dienst kopen in plaats van een product. Er zijn ook nieuwe modellen van samenwerking nodig tussen ontwerpers, producenten en afvalverwerkers. Bedrijven zoals Indaver hebben dus een sleutelrol te spelen in de circulaire economie, want afval is een bron van nieuwe materialen en energie. Paul De Bruycker: "Vanuit haar ervaring en expertise kan Indaver de circulaire economie ondersteunen door nieuwe dienstverleningsmodellen voor duurzaam afvalbeheer te ontwikkelen. Haar rol is al ingrijpend veranderd. Ze is nu al een leverancier van grondstoffen en energie, die ze terugwint uit de diverse afvalstromen die ze beheert voor bedrijven en overheden. Met haar sorteer-, zuiveringsen recyclinginstallaties wint ze materialen terug uit selectief ingezameld afval voor nuttige toepassing of recycling. Via de geavanceerde asbehandeling haalt ze uit de bodemassen van de thermische verwerking van afval eindproducten voor de bouw en de metaalindustrie." "Ze wil hierin nog verder gaan. Via molecule management wil ze afvalstoffen ontleden tot op de oorspronkelijke componenten en die terugwinnen. Op die manier kan ze aan de industrie hoogwaardige materialen leveren, die nieuwe en schaarse grondstoffen in processen kunnen vervangen en die in kwaliteit niet te onderscheiden zijn van het oorspronkelijke product."
Indaver zoekt ook voortdurend nieuwe manieren om de energie die ze terugwint te gebruiken. Haar hoogtechnologische verbrandingsinstallaties zijn energiecentrales, die uit de warmte die vrijkomt bij de verbranding van afval dat geen andere toepassing kan krijgen, stoom en elektriciteit produceren. Die stoom kan dienen voor netwerken voor stadsverwarming en voor industriële warmteclusters, die Indaver wil uitbreiden zodat meer gezinnen en bedrijven kunnen genieten van een flexibele en competitieve energievoorziening, met een veel lagere CO2-uitstoot.
Voortrekkersrol Paul De Bruycker: "Als verwerker van bioorganisch en groenafval kan Indaver ook een rol spelen in de biobased economy, die draait rond het gebruik van organische stromen in de economie. Er is in Vlaanderen een grootschalige chemische industrie om die grondstoffen te verwerken tot een nieuwe generatie plastics, kunststoffen, geneesmiddelen of chemicaliën. Door slimme clustervorming kan de Deltaregio, waar het zwaartepunt van de activiteiten van Indaver ligt, een voortrekkersrol spelen." Er zijn twee kringlopen van materialen: een biologische kringloop, waarin reststoffen na gebruik terug naar de natuur gaan, en een technische kringloop, waarbij producten zo gemaakt zijn dat ze kwalitatief hoogwaardig opnieuw kunnen gebruikt worden. Indaver kan er via haar activiteiten aan bijdragen dat die kringlopen zuiver worden gehouden, ook door gevaarlijke stoffen uit het afval te verwijderen, te vernietigen of er een veilige oplossing voor te vinden. De cirkel is gesloten als zoveel mogelijk onderdelen en grondstoffen valoriseerbaar zijn en de gevaarlijke stoffen veilig worden opgeslagen op deponies. Elke schakel in de keten zorgt ervoor dat de cirkel kan worden rond gemaakt. Indaver is zo een essentiële schakel in de circulaire economie.
Indaver gaat voor dubbele winst: voor bedrijf en samenleving Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor Indaver geen holle frase. Het zit geïntegreerd in haar strategie en organisatie. Dat blijkt ieder jaar uit haar Duurzaamheidsrapportering, waarin ze verslag uitbrengt van haar resultaten en de impact van haar activiteiten op mens en milieu.
Duurzaamheid op bestelling Wie informatie zoekt over de prestaties van Indaver op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen, hoeft geen vuistdik rapport te doorploegen. Sinds 2013 staat de Duurzaamheidsrapportering van Indaver volledig online. Via een handige navigatie, opgebouwd volgens de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen – economische prestaties (prosperity), kwaliteitsvolle dienstverlening (products/processes), respect voor mens (people) en milieu (planet) –, kan de bezoeker de website doorlopen en pagina’s toevoegen aan een eigen selectie, die vervolgens te downloaden zijn in PDF-vorm. Bezoekers kunnen ook direct naar ‘Mijn Verslag’ surfen en via een geleide zoekmodule een rapport op maat samenstellen. Aan de hand van trefwoorden kunnen ze dus alleen die informatie selecteren die ze nodig hebben. Ze kunnen die zoekfilters inperken of uitbreiden om alleen de selectie te behouden die ze nodig hebben. De Duurzaamheidsrapportering van Indaver is te vinden op www.sustainabilityreport.indaver.com/, in het Nederlands, Engels en Frans.
Duurzaamheid nastreven is niet altijd gemakkelijk. In economisch slechte tijden is de aandacht voor milieu en duurzaamheid vaak het eerste slachtoffer. Indaver gaat haar maatschappelijke verantwoordelijkheid echter niet uit de weg, ook niet als het moeilijker gaat. Indaver moet groeien om levensvatbaar te blijven op de competitieve internationale afvalmarkt. Ze is dus resultaatgericht. Profit is belangrijk. Maar voor Indaver is resultaat niet louter te vatten in de tabellen en cijfers van de financiële groei die ze behaalt met een kostenefficiënte en kwaliteitsvolle dienstverlening voor haar industriële en overheidsklanten. Indaver wil ook winst voor de samenleving, prosperity dus, door oog te hebben voor people (mensen) en planet (het milieu). Onze activiteiten moeten steeds voldoen aan drie aspecten van duurzaamheid: sociaalmaatschappelijk, ecologisch en economisch. Deze aspecten beïnvloeden elkaar, vullen elkaar aan, komen soms met elkaar in conflict. Indaver toetst ze regelmatig om te zien of ze nog in evenwicht zijn. Indaver gaat daarvoor ook het gesprek aan met haar stakeholders. Transparantie over haar activiteiten is een onderdeel van haar corporate social responsibility-beleid. Ze voert in alle openheid de dialoog met haar aandeelhouders, werknemers, leveranciers, klanten, buren en milieuverenigingen. De jaarlijkse Duurzaamheidsrapportering is het sluitstuk van die dialoog. In deze rapportering brengen we niet alleen verslag uit van onze financiële resultaten, maar ook van de impact van onze activiteiten op mens en milieu. Uit deze gegevens blijkt duidelijk dat duurzaamheid gedragen wordt door het hele bedrijf en geïntegreerd is in de bedrijfsstrategie. Dat blijkt ook uit het feit dat Indaver in augustus 2014 opnieuw goud behaalde in de Ecovadis CSR-beoordeling, die wordt beschouwd als de ‘ISO-certificering voor Corporate Social Responsibility’. Bedrijven gebruiken deze beoordeling om hun leveranciers te evalueren op het vlak van maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen.
Er zijn 4 belangrijke evaluatiecriteria: milieu, mensenrechten en arbeidsactiviteiten, eerlijke bedrijfspraktijken en duurzaam aankoopbeleid.
Indaver bekijkt nu de aanbevelingen van de Ecovadis-commissie om het in de toekomst nog beter te doen.
Dankzij de gouden plak met ‘Advanced CSR Engagement’ staat Indaver nu in de top 10 % wereldwijd op het vlak van CSR-prestaties. Op het vlak van ‘Milieu’ scoort Indaver zelfs bij de top 4 % binnen de categorie ‘Afvalbeheer’ wereldwijd.
Contact Jos Artois Corporate Communications Manager Indaver
[email protected]
Duurzaamheidsrapport 2013: terugwinning energie rode draad Indaver levert duurzame afvalbeheersdiensten aan overheden en bedrijven voor hun industrieel en gevaarlijk afval, huishoudelijk en vergelijkbaar bedrijfsafval en bioorganisch afval. Afval is voor Indaver een grondstof, die in haar installaties energie wordt. Indaver zoekt voortdurend nieuwe manieren om de energie die ze terugwint, waaronder de stoom uit verwerking, af te zetten. Europa wil dat tegen 2020 de uitstoot van broeikasgassen met 20 % verminderd is tegenover 1990. Het energieverbruik moet met 20 % dalen en 20 % van de energie moet duurzaam zijn. Indaver draagt met haar waste-to-energy strategie haar steentje bij tot dit Europese klimaatbeleid. Zo zijn de verbrandingsinstallaties van Indaver echte energiecentrales. Niet alleen proberen wij voor die installaties zo weinig mogelijk primaire fossiele energiebronnen te gebruiken, we zetten ook zoveel mogelijk afval om in energie. Die energie gebruiken we voor onze eigen installaties en gebouwen of leveren we aan gezinnen en buurbedrijven. Uit de Duurzaamheidsrapportering voor 2013 blijkt dat onze installaties in België, Duitsland en Ierland samen voldoende energie produceren om 240 000 gezinnen van stroom te voorzien. Indaver gebruikt de energie die ze terugwint niet alleen voor haar eigen gebouwen en installaties, maar ze levert ze ook aan het elektriciteitsnet. In 2013, zo blijkt uit de rapportering, draaide de
nieuwe waste-to-energy installatie in Meath voor het eerst als volledig geteste en goedgekeurde elektriciteitsleverancier op het Ierse elektriciteitsnet. De vestiging Doel kreeg in 2012 een nieuwe turbine om elektriciteit te produceren. Die werd in 2013 operationeel. Bio-organisch afval heeft ook een groot potentieel voor groene energiewinning. Wij recyclen bio-organisch afval onder andere tot biomassa. Die wordt ingezet als brandstof in energiecentrales. De vergisting van bio-organisch afval levert biogas op dat kan worden omgezet in warmte of elektriciteit. Ook het stortafval op onze deponieën is een radertje in onze waste-to-energy keten; daaraan onttrekken we methaan waarmee we energie kunnen opwekken. We zoeken voortdurend nieuwe manieren om de energie die we terugwinnen te gebruiken. Onze stoom kan dienen voor netwerken voor stadsverwarming en voor industriële warmteclusters. We willen die uitbreiden zodat meer gezinnen en bedrijven kunnen genieten van een flexibele en competitieve energievoorziening, met een veel lagere CO2-uitstoot. Indaver werkt daarvoor diverse projecten uit en onderzoekt deze op hun haalbaarheid, zoals blijkt uit de Duurzaamheidsrapportering. Andere projecten worden al uitgevoerd. In Antwerpen hebben we een energiecluster rond onze vestiging daar, waarbij Indaver restwarmte en elektriciteit levert aan Amoras, het ontwateringsproject van de Antwerpse haven.
INFO
3
Scheiden van GFT-afval loont! Een jaar nadat de eerste paal werd geslagen, is op 9 juli de innovatieve vergistingsinstallatie van Indaver, Bio Power in het Nederlandse Alphen aan den Rijn, in gebruik genomen. De officiële opening van Indaver Bio Power staat gepland voor april 2015.
Peter Louwman (links), directeur van Indaver in Nederland, Willem Jan Stegeman (rechts), wethouder Duurzaamheid en Milieu van de gemeente Alphen aan den Rijn
Hoewel de officiële opening nog even op zich laat wachten, ging er aan de ingebruikname toch een kort feestelijk moment vooraf. Peter Louwman, directeur Indaver in Nederland, en de wethouder Duurzaamheid en Milieu van Alphen aan den Rijn, Willem Jan Stegeman, voerden beiden het woord. Zij benadrukten in hun toespraken beiden de noodzaak om zoveel mogelijk grondstoffen uit afval te halen.
Nuttige producten De gemeente Alphen aan den Rijn probeert waar mogelijk duurzaam om te gaan met het milieu en de omgeving. Ook wat betreft het energiegebruik en in de toepassing van afvalstoffen zoekt de gemeente naar duurzame oplossingen.
Materiaalkringlopen sluiten
Daarnaast produceert EcoFuels vloeibare CO2 onder andere voor de glastuinbouw en de reinigingsindustrie (CO2-stralen).
Bio Power Alphen viert in april 2015 de officiële opening
grondstoffen terugwinnen en tegelijkertijd energie opwekken uit afval," licht Peter Louwman toe. “Bio Power Alphen levert een grote bijdrage aan deze ambitie en benut de energetische waarde van het GFT-afval volledig. Ons streven is om waar mogelijk materiaalkringlopen te sluiten. Deze innovatieve vergister levert echt een bijdrage aan een duurzamer milieu.’’
INFO
Eerder al investeerde Indaver in samenwerking met Laarakker Groenteverwerker in een vergister op het bedrijfsterrein van Laarakker in Well (Limburg) in Nederland. Deze vergister – EcoFuels genaamd – richt zich volledig op het vergisten van organische reststromen van de voedingsen genotsmiddelenindustrie. EcoFuels levert jaarlijks voldoende groen aardgas op voor 1 600 huishoudens en groene stroom voor 6 500 huishoudens in de omgeving.
Indaver investeerde 16 miljoen euro in Bio Power Alphen. Capaciteit van de installatie bedraagt 75 000 ton GFT-afval. Door dit afval te laten vergisten ontstaat groen gas, goed voor het verbruik van 3 000 huishoudens. Daarnaast produceert Bio Power Alphen vloeibare CO2 en uiteraard compost. “Indaver wil steeds meer
4
EcoFuels vergist voor de voedingsindustrie
Willem Jan Stegeman: “Wij juichen het initiatief van Indaver toe. Deze vergister maakt immers van organische afvalstromen nuttige producten. Dit sluit aan bij de doelen van de gemeente om duurzamer te worden. Bovendien is Bio Power Alphen een duidelijk bewijs dat er echt iets gedaan wordt met gescheiden ingezameld GFT-afval en dat inspanningen van inwoners en de reinigingsdienst op dit vlak dus lonen.”
Contact Femke Mackenzie Manager Marketing MSW & Biomassa Indaver in Nederland
[email protected]
NTA 8080-certificaat onderbouwt duurzaam afvalbeheerstrategie Nog voordat de innovatieve vergistingsinstallatie Bio Power Alphen officieel in gebruik werd genomen, mocht Manager Operations Organics (voor Indaver in Nederland) Gerrit Reewinkel het NTA 8080-certificaat voor duurzame biomassa in ontvangst nemen. Met dit certificaat toont Indaver aan dat bij Bio Power Alphen de biomassaketen – van herkomst en inname tot verwerking – op de meest duurzame wijze verloopt.
Cor van Ommeren, directeur van QS Certification BV (links) overhandigt NTA 8080 certificaat aan Gerrit Reewinkel (rechts)
Biomassa (organisch (rest)materiaal) levert groene energie op aangezien deze energie vrijkomt zonder gebruik van fossiele grondstoffen. Biomassa wordt echter niet altijd duurzaam toegepast. Indien voedselgewassen als maïs, suikerriet, koolzaad of palmolie gebruikt worden voor energieopwekking, heeft dit negatieve gevolgen voor onder meer de voedselproductie, biodiversiteit en het grondgebruik.
Bij Bio Power Alphen is biomassa altijd duurzaam Indaver heeft als missie ‘toonaangevend in duurzaam afvalbeheer’. Die missie draagt zij ook uit waar het biomassa betreft. De innovatieve vergistingsinstallatie Bio Power Alphen, die in juli van dit jaar in gebruik is genomen, werkt op duurzame biomassa. Speciaal voor deze vergistingsinstallatie heeft Indaver het NTA 8080-certificaat aangevraagd. Indaver beoogt daarmee ‘open in woord en daad’ te zijn, een van haar kernwaarden. Na een intensieve auditperiode heeft Indaver op 20 juni het certificaat ontvangen.
Duurzaam verwerkt en geproduceerd “Voor gemeenten die hun groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval) naar Bio Power brengen, garandeert het NTA 8080-certificaat dat wij de
aanvoer op de meest duurzame wijze verwerken. En dat geldt ook voor de afnemers van onze producten – groen gas, compost en vloeibare CO2; zij weten dat ze een honderd procent duurzaam geproduceerd product krijgen.’’ Aan het woord is Joop Suurmeijer, Business Developer bij Indaver. “Voor het GFT-afval is de combinatie van vergisten en composteren de meest hoogwaardige verwerkingsmethode, daar is iedereen het over eens. Dat deel van de certificering was niet zo ingewikkeld. Anders ligt het voor agrarische reststromen of restanten afkomstig van de voedingsmiddelenindustrie. Daar is maatwerk voor nodig.’’
Altijd vooraf analyseren Vooralsnog verwerkt Bio Power Alphen GFT-afval voornamelijk afkomstig van Zuid-Hollandse gemeenten, jaarlijks zo’n 75 000 ton. De vergunning en nu ook de certificering voorzien in het toepassen van organische reststromen uit andere bronnen. Suurmeijer: “Wij zullen conform het certificaat bij elke aanbieding vooraf analyseren of vergisten en composteren de meest duurzame verwerkingsmethode is. Als blijkt dat elders een duurzamere verwerking mogelijk is, dan zijn we genoodzaakt om de aanvraag te weigeren. Dat is de keerzijde van dit certificaat. Het toont wel aan dat Indaver duurzaam afvalbeheer altijd serieus neemt en er naar handelt.’’
Nederlands Technische Afspraak 8080 NTA 8080 is de internationale norm met duurzaamheidscriteria voor vaste, vloeibare en gasvormige biomassa. Een werkgroep van marktpartijen, overheid en maatschappelijke organisaties, onder begeleiding van Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), heeft deze criteria vastgesteld. Zij sluiten aan op de wettelijke eisen van de Europese Renewable Energy Directive (RED). Nederland heeft als eerste lidstaat dergelijke duurzaamheidsregels bepaald. Meer informatie is te vinden op www.duurzame-biomassa.org. In 2011 heeft Indaver als een van de eerste Nederlandse bedrijven het NTA 8080-certificaat behaald voor houtachtige biomassa op de vijf locaties van Indaver Groencompost. Het NTA 8080-certificaat voor Bio Power Alphen staat hier los van.
Contact Joop Suurmeijer Senior Commercial Project developer MSW & Biomassa voor Indaver in Nederland
[email protected]
Succesvolle deelname Indaver aan Industrial Processing beurs Indaver ziet mogelijkheden om zich nog beter te profileren als dé volwaardige partner in het duurzaam verwerken van organische reststromen van de voedingsindustrie. Immers, Indaver levert hoogwaardig technologisch maatwerk om het organische afval zo optimaal mogelijk te verwerken. Daarom heeft zij deelgenomen aan de grootste vakbeurs in de Benelux voor de natte en droge procesindustrie, de Industrial Processing. Deze beurs werd gehouden van 30 september tot en met 3 oktober in de Jaarbeurshallen in Utrecht, Nederland. Tegelijkertijd vond de vakbeurs voor de verpakkingsindustrie – Macropak – plaats.
Eerste afspraken “Vanuit beide beurzen verwachtten we interessante leads te halen," zegt Marcel Coenen. Als senior account manager was hij alle beursdagen aanwezig. “Onze eerste insteek was de genots- en voedingsindustrie, maar we waren zeker ook geïnteresseerd in de agrarische industrie.’’ Die verwachting is uitgekomen en inmiddels heeft Marcel Coenen met zijn collega’s de eerste afspraken uit de contacten van de beurs gepland. Die betreffen onder meer een producent in plantaardige oliën en een kaasproducent.
Buiten gebaande paden Door voor een vakbeurs te kiezen waar een aantal van haar doelgroepen bijeenkomt en waar veel bezoekers op beslissingsniveau opereren, profileert Indaver zich nadrukkelijk op een andere wijze. Marcel Coenen: “We vallen niet onder de procesindustrie, onze werkwijze is wel hoogwaardig technologisch waarbij we gebruikmaken van organische, chemische en fysische processen. We spreken dus in veel gevallen dezelfde taal.’’
Primaire aanbieder De prominente aanwezigheid tijdens de Industrial Processing heeft alles te maken met het feit dat Marcel Coenen graag direct met zijn opdrachtgevers overlegt. “We hebben vaak te maken met tussenpersonen die alleen een margebelang hebben. Wij willen kwaliteit leveren aan de hand van een passende oplossing, ook wat betreft duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Wat die oplossing is, kun je alleen achterhalen als je rechtstreeks met de juiste persoon in gesprek bent.’’
Kringloop sluiten In dat gesprek kan Marcel Coenen ook het streven van Indaver, om kringlopen te sluiten, toelichten. “Met name de voedingsindustrie heeft vaak een hoge standaard op het gebied van duurzaamheid, hergebruik en recycling en het terugdringen van CO2-uitstoot. Indaver sluit daar perfect op aan en de Industrial Processing blijkt een goede plaats te zijn om dat uit te dragen.’’ De drie dagen werden positief geëvalueerd; de resultaten smaken naar meer. Contact Marcel Coenen Senior Accountmanager MSW & Biomassa voor Indaver in Nederland
[email protected]
INFO
5
Indaver Impex viert haar 25-jarig jubileum In september 2014 was het exact 25 jaar geleden dat ‘de Jonge Impex B.V.’ werd opgericht. Impex is vandaag de expert in mobiele slibontwatering binnen de Industrial Waste Services (IWS)-tak van Indaver. Op structurele of projectbasis ontwatert Impex slibstromen op de terreinen van voornamelijk industriële Total Waste Management (TWM)-klanten zoals DuPont, 3M, Sabic en Oleon, zodat enkel nog slibkoek overblijft. Dit reduceert het volume voor transport en dus ook de kosten voor de klant. eenheden en de labotesten waarbij de slibkoek gescheiden wordt van de waterfractie. Welke impact innovatieve slibontwatering heeft en wat daarin de rol is van Indaver Impex, werd toegelicht door klant CeDo en leverancier Nijhuis Industries aan zo’n 150 genodigden. Als kers op de taart kregen de genodigden in primeur de Indaver Impex bedrijfsfilm te zien. Een cinematografische weergave van een mobiele unitopstelling in enkele seconden – iets wat in werkelijkheid een dag duurt – is slechts een van de leuke speciale effecten. U kunt de film binnenkort zelf ontdekken; we houden u op de hoogte!
Jack Braspenning
Het zilveren jubileum is een mijlpaal die niet onopgemerkt voorbij mocht gaan. Klanten en leveranciers van Indaver Impex werden uitgenodigd voor een informatieen netwerkmoment op 26 september op de hoofdvestiging in het Nederlandse ’s Gravenpolder.
Via een ‘reis door de tijd’-tentoonstelling, een rondleiding op het terrein en live demonstraties werden de geheimen van slibontwatering ontsluierd. De bezoekers kregen onder meer een blik op de meest innovatieve installaties, het uitgeruste wagenpark met de mobiele
Contact Jack Braspenning Manager Indaver Impex,
[email protected]
Materialen en energie uit waste-to-energy: Indaver deelt knowhow Duurzame, zekere en betaalbare energie: het is een van de hete hangijzers van deze eeuw. Maar er zijn lokale antwoorden, zo bleek op het 7de Congres van de Confederation of European Waste-to-energy plants (CEWEP). Zoals de rooster- en wervelbedovens, met asbehandeling, van Indaver in Doel. Ze deelde haar expertise op dit vlak met de andere deelnemers. Het 7de congres van CEWEP, de overkoepelende vereniging van eigenaars en exploitanten van waste-to-energy installaties in Europa, vond plaats in Brussel op 24 en 25 september. De deelnemers gingen ook op bedrijfsbezoek bij Indaver in Doel. Daar kregen ze een blik achter de schermen van de rooster- en wervelbedovens en van de nageschakelde asbehandelingsinstallatie. De bedoeling van het bezoek was duidelijk maken hoe de titel van het congres ‘Lokale energie uit lokale afvalstoffen: betaalbaar, zeker en duurzaam’, er in de praktijk kan uit zien. Indaver probeert elke joule en elke gram aan energie en materialen terug te winnen uit afval, en ze doet dat in Doel. De energie die er wordt opgewekt via het verbrandingsproces kan 170 000 gezinnen voorzien van elektriciteit. Bovendien heeft Indaver er een toonaangevende asbehandelingsinstallatie die secundaire grondstoffen oplevert met een hoge zuiverheid voor de bouw en de metaalindustrie. 6
INFO
Iedereen heeft nu de mond vol van de behoefte om materialen terug te winnen maar Indaver is al sinds 2000 toonaangevend wat de recuperatie van materialen uit de natte asbehandeling betreft. Ze deelt haar ervaring op dit vlak ook, zoals op dit congres. Andres Van Brecht, innovatie-ingenieur bij Indaver, lichtte er de asbehandeling in Doel toe.
De voorbije veertien jaar heeft Indaver meer dan drie miljoen ton bodemassen uit de rooster- en wervelbedovens verwerkt. Wat de asbehandelingsinstallatie in Doel zo bijzonder maakt is dat ze een nat scheidingsproces gebruikt. De bodemassen worden gewassen en gezeefd. Door de natte wassing zijn de ferro- en non-ferrometalen die worden afgescheiden, om nadien door de metaalindustrie als secundaire grondstof te worden gebruikt, zuiverder en van hoge kwaliteit.
Uit het waswater wordt zand teruggewonnen. Deze fractie kent onder andere nuttige toepassingen tijdens de eindafdek van
stortplaatsen. Tot slot worden ook granulaten terug gewonnen, die als bouwstof kunnen worden ingezet.
Zo werkt Indaver mee aan een samenleving waarin materialen een duurzame kringloop vormen, want ze vermijdt dat kostbare primaire grondstoffen moeten worden gedolven voor dezelfde doeleinden.
Indaver wil dit asbehandelingsproces nog verbeteren. Ze doet dit door de ferro- en non-ferro-terugwinning te optimaliseren. Daarnaast levert ze inspanningen om de minerale fracties zodanig af te scheiden en de kwaliteit ervan te verbeteren dat ze in weinig te onderscheiden zijn van primaire grondstoffen: de kringloop sluiten.
Contact Andres Van Brecht Innovation Engineer Indaver
[email protected]
Wilfried van Winden, Indaver Site Coordinator Waste
Grootschalig signalisatieproject Aspen draagt bij tot duurzaam afvalbeheer In het Nederlandse Oss produceert het internationale farmabedrijf Aspen actieve grondstoffen voor de productie van geneesmiddelen. Indaver heeft een langdurig Total Waste Management (TWM)-partnership met Aspen, waarin een duurzaam en kostenefficiënt afvalbeheer centraal staat. Een goed georganiseerde inzameling op de vestiging, veilig transport, full compliance verwerkingsoplossingen, de volledige administratieve ontzorging en het streven naar continue verbetering op al deze vlakken, maken daar deel van uit. Hoe ook afvalsignalisatie bijdraagt tot meer veiligheid, een goede sortering en kostenbesparingen blijkt uit een gesprek met Frank van Zonsbeek, Senior Specialist EHS & Waste Aspen, en Wilfried van Winden, Indaver Site Coordinator Waste.
Het Waste
Management
klinkt als een klok.
Correcte en herkenbare labeling zorgt voor conformiteit tijdens transport en aanlevering.
Afvalsignalisatie draagt bij tot
veiligheid, duidelijkheid en kostenbesparing.
“Aspen produceert als farmaproducent onder andere farmaceutische en chemische gevaarlijke afvalstoffen. Als zodanig is er de verplichting om op elke reguliere verpakte afvalstof een etiket aan te brengen met de juiste informatie over de gevaarseigenschappen (ADR-symbolen). Daarnaast bevordert een goede etikettering ook het goed scheiden van afval. Een uniforme en herkenbare opdruk in dezelfde look & feel zorgt ervoor dat iedereen op de Aspen-vestiging bekend is met de gevaarseigenschappen van de afvalstoffen.” Het grootschalige signalisatieproject dat Indaver uitwerkte voor Aspen verloopt in vijf fases. “Een grondige studie en intens overleg resulteerden in een overzicht van de te bestickeren afvalstromen en de plaats waar ze vrijkomen. Bezoeken aan de locatie toonden of en waar er fysiek ruimte was voor signalisatie. Voor fase een en twee was de nood het hoogst; het ging namelijk om de correcte labeling van het verpakte afval (emballage van zo’n 180 diverse afvalstromen met tot vier verschillende gevaarssymbolen per etiket) en de inzamelmiddelen (rolcontainers, draadkarren). Daarna, in fase drie, werden zo’n 100 afvalophaallocaties in kaart gebracht en van signalisatieborden voorzien. Deze borden en de met belijning afgebakende zones geven visueel duidelijk aan waar de inzamelpunten zich bevinden. Zo is het voor elke Aspen-medewerker en voor de ophaler helder waar het afval naartoe moet en zijn zwervende rolcontainers verleden tijd. Ook op het vlak van veiligheid is dit een belangrijke verbetering: de vaste plaats van de inzamelmiddelen bevordert een vlotte doorgang, zeker bij werkzaamheden of voor de brandweer.” “Fase vier was de kers op de taart in het hele signalisatieproject: een hypermoderne labeling in het nagelnieuwe containerpark. Aspen investeerde in een volledig geasfalteerd en afgesloten containerpark aan de rand van haar vestiging.
Grote vrachtwagens dienen niet langer de terreinen op te rijden, wat veiliger is. Op het containerpark is de standplaats van de containers uitgerust met loopbanen, zodat de container steeds op dezelfde plaats staat. Indaver investeerde in imposante T-constructieborden op palen boven de gesloten schuifdakcontainers. Omdat de containers zowel langs boven als langs achteren geladen kunnen worden, is de signalisatie ook langs twee zijden leesbaar. Het belangrijkste voordeel van een dergelijk systeem is dat het bord niet langer gewisseld moet worden of verloren geraakt tijdens het transport. De laatste en vijfde fase omvat duidelijke scheidingsregels aan de bron: de labeling van de prullenbakken in de kantoren.” “De belangrijkste uitdaging van dit signalisatieproject was de omvang, zowel wat aantal stromen als wat type inzamelmiddelen betreft. Hoewel het veel tijd vroeg van zowel Aspen als Indaver, was dit eenmalig en bespaart Aspen zo’n 12 000 EUR per jaar met deze signalisatie. Het volledige project is het resultaat van jaren constructief en transparant samenwerken binnen het lange-termijnpartnerschap tussen Aspen en Indaver. Meer nog, het hele waste management klinkt als een klok.” Indaver investeerde tot nu toe zo’n 25 000 EUR in het hele project. “Hoewel het uitrollen van een dergelijk project en de eenmalige omschakeling heel wat inspanningen vragen, weegt de impact op veiligheid en duidelijkheid door. Aspen is zeker dat er geen overtredingen tijdens het transport kunnen voorvallen en dat al haar afval conform de wetgeving wordt aangeleverd: netjes, met duidelijke, herkenbare etikettering. Hoewel het project ten einde loopt, blijft de focus op het continu verbeteren van het duurzaam afvalbeheer voor Aspen. De manier waarop de afvalsignalisatie is aangepakt, is trouwens niet onopgemerkt gebleven. Tijdens diverse audits en een bezoek van corporate
vertegenwoordigers van het hoofdkantoor Aspen (Zuid-Afrika) kon de professionele en uniforme signalisatie op veel goedkeuring rekenen.”
Contact Kirsten Van de Sompel Key Accountmanager Indaver
[email protected]
Farmareus MSD opgesplitst MSD verkocht in 2013 een van haar productieonderdelen, Active Pharmaceutical Ingredients (API) in Oss, aan het Zuid-Afrikaanse geneesmiddelenbedrijf Aspen. Aspen heeft de API-productiefaciliteit, inclusief alle ongeveer 960 medewerkers en een aantal generieke producten, overgenomen. MSD blijft actief in Oss met twee grote productieafdelingen, Pharmaceutical Operations en Biotech Operations. MSD sloot haar Research & Development tak (ontwikkelingscentrum) in Oss. De gebouwen zijn overgegaan naar het Pivot park (lifescience). MSD en Aspen werken nauw samen, immers MSD is klant bij Aspen voor actieve farmaceutische grondstoffen.
INFO
7
Indaver licht visie 'kostenefficiënt en duurzaam vervoer van afval' toe op VIB-event
Alain Konings Director Sales IWS België
Tijdens de jaarlijkse hoogmis van de Vereniging voor Inkoop en Bedrijfslogistiek (VIB) vlak voor de zomer trad Indaver – in de gedaante van Alain Konings, Director Sales IWS België – aan als gastspreker, naast onder anderen Michael Braungart (Cradle-to-Cradle) en Wouter De Geest (BASF). De Dag van Inkoop en Logistiek is een event in Antwerpen Expo, waarbij zo’n 200-tal aankopers en logistieke profielen de nieuwste trends komen opsnuiven en netwerken. Een mooie kans om de visie van Indaver aan deze doelgroep toe te lichten. Met als thema ‘Is kostenefficiënt vervoer ook duurzaam?’ illustreerde Alain Konings aan de hand van enkele cases (het Zwitserse saneringsproject Bonfol, BASF en huisvuil Vlaams-Brabant) dat het altijd zoeken is naar de juiste balans tussen ecologie, economie en het laagste risico, zeker bij het beheren van industriële probleemafvalstoffen (gevaarlijk, kritisch en/of sensitief). Daarom vertaalt Indaver vandaag haar slagzin ‘Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer’ in een zogenaamde duurzaamheidsdriehoek, die op drie pijlers steunt: maximale nuttige toepassing van
materialen en energie (ecologie); geen risico’s op korte en lange termijn; beste prijs (economie) . Uit de genoemde praktijkcases blijkt dat een evenwicht tussen deze 3 pijlers garandeert dat sociale vooruitgang hand in hand gaat met ecologisch evenwicht en economische groei. Ter illustratie: transport heeft een grote impact op kost én duurzaamheid van het afvalbeheer. Inzicht en kennis zijn cruciaal om dit zo efficiënt mogelijk aan te pakken. Daarom werd onder andere samen met Universiteit Antwerpen een gap-analyse uitgevoerd rond alternatieve transportmogelijkheden voor afval. Daaruit bleek dat spoor en binnenvaart beter scoren dan wegtransport op het vlak van milieu-impact (uitstoot, CO2), veiligheid, geluid en congestie. Daar staan echter belangrijke randvoorwaarden tegenover: de minimale vereiste afstand tussen de plaats waar het afval ontstaat en de plaats van verwerking, de noodzakelijke infrastructuur (loskades), het beschikken over een contingencyplan en het toewijzen van de extra kost (conform het principe 'de vervuiler betaalt').
Indaver maakt voor haar industriële klanten en voor de publieke sector een kostenefficiënt vervoer binnen een duurzaam materialenbeleid mogelijk. Daarbij maken we gebruik van onze servicemodellen (Total Waste Management en Public waste PartnershipS) en van rekenmodellen met betrekking tot transport die de milieu-impact/ vermeden milieukost becijferen. Zo draagt Indaver bij tot het behoud van primaire grondstoffen en energiebronnen. Het actuele thema ‘kostenefficiënt en duurzaam vervoer’ viel zo in de smaak van het publiek en van VIB dat Indaver de kans kreeg een column te schrijven in het maandelijkse VIB-magazine. U vindt de link naar het VIB magazine mei 2014 op www.indaver.com bij info & linken.
Contact Alain Konings Director Sales IWS Indaver in België
[email protected]
Klanten bevelen Indaver graag aan In haar voortdurende streven naar kwaliteit meet Indaver Industrial Waste Services (IWS) haar klantentevredenheid via elektronische enquêtes. We zijn daarbij vooral op zoek naar het aantal ‘promotors’, het percentage klanten dat Indaver hoogstwaarschijnlijk zal aanbevelen aan een vriend of collega. Ontwikkeld door een voormalige directeur bij Bain & Company, is het gebruik van deze ‘promotor’-meting gebaseerd op diens onderzoek naar de belangrijkste indicatoren van klantentevredenheid. Uit dit onderzoek blijkt dat de gemiddelde ‘net promoter score’ voor meer dan 400 bedrijven in 28 industrieën 16 % is. Bij de recentste anonieme enquête, uitgestuurd naar al onze contacten in België, Nederland, Ierland & UK in 2014, liet Indaver Industrial Waste Services (IWS), op basis van meer dan 8
INFO
200 antwoorden, een ‘net promoter score’ van 42 % optekenen – bijna het drievoudige. We behaalden deze score omdat Indaver aan de hoge kwaliteits- en dienstverleningseisen van haar klanten blijft voldoen.
Tevreden IWS-klanten over Indaver: “Indaver denkt mee met haar klanten.”
Uiteraard was er ook ruimte voor opmerkingen en suggesties. Direct advies van onze industriële klanten zoals "blijf zoeken naar innovatieve recycling-oplossingen” en “blijf de Customer Zone (elektronische klantenportaal) verder ontwikkelen en verfijnen”, nemen we uiteraard ter harte bij het verder verbeteren van onze Total Waste Management-service.
Hebt u vragen? Neem contact:
[email protected]
“Professioneel en digitaal platform voor databeheer.” “Zoekt naar betrouwbare en realistische oplossingen, goede informatie en correcte administratie. Niettemin: kwaliteit kent een prijs.”
Vlaams-Brabants afval duurzaam via water naar Doel Samen met het transportbedrijf Van Moer Stevedoring en de nv Waterwegen en Zeekanaal heeft Indaver een project lopen om een deel van het huishoudelijk restafval van haar Public waste PartnershipS-klanten in VlaamsBrabant via het water naar haar roosterovens in Doel te brengen, op een duurzame en kostenefficiënte manier. Zo wil Indaver haar ecologische voetafdruk en die van haar klanten zo klein mogelijk houden.
Het afval dat de voorbije maanden al de boot op ging, was afkomstig van gemeenten in Vlaams-Brabant. Indaver vervoert en verwerkt sinds 2005 het restafval en grofvuil van deze provincie, in het raam van een Public waste Partnership met het intergemeentelijke samenwerkingsverband van de afvalintercommunales Incovo, Ecowerf, Interrand, Interza en Haviland. De overeenkomst met deze intercommunales is een mooi voorbeeld van de manier waarop Indaver samenwerkt met openbare besturen. De gemeenten houden de regie over hun afvalbeheer in eigen handen en weten zich verzekerd van de veilige en duurzame verwerking van hun afval. Indaver Logistics staat in voor de overslag via vier centra en het transport naar haar verwerkingsinstallaties in Doel. De intercommunales hebben gebruiksrechten op deze installaties voor een periode van 18 jaar. Uit Vlaams-Brabant beheert Indaver jaarlijks zo’n 142 000 ton huishoudelijk afval en grofvuil.
CO2-neutraal verwerken in Doel In Doel verwerkt Indaver dit afval met maximale terugwinning van energie en materialen. Dit is de meest ecologische en toekomstgerichte keuze voor de verwerking van huishoudelijk restafval. Dankzij de nageschakelde asbehandeling belandt slechts 3 % van het afval als restfractie op een deponie. De bodemassen worden verwerkt tot nuttige eindproducten voor de bouw of de metaalindustrie. De energie die vrijkomt tijdens de verwerking zet Indaver om in stoom en stroom. Een deel van die stoom wordt op de eigen vestiging gebruikt. Ongeveer een derde levert Indaver direct aan een buurbedrijf en de rest wordt via een turbine omgezet in elektriciteit. De Indavervestiging in Doel produceert met haar drie turbines voldoende elektriciteit voor 170 000 gezinnen.
Indaver doet voortdurend inspanningen om haar ecologische voetafdruk te beperken. Zij heeft daarvoor drie recepten: fossiele brandstoffen uitsparen, groene stroom opwekken en de CO2-uitstoot verlagen. In Doel past Indaver die recepten met succes toe, want de verwerking is er klimaatneutraal.
Complexe logistieke operatie Die inspanningen voor mens en milieu blijken ook uit het project rond afvalvervoer via het water dat Indaver heeft lopen met Waterwegen en Zeekanaal en met transportbedrijf Van Moer Stevedoring. Het afval wordt in containers geladen op de vestiging van Indaver in Grimbergen. Deze worden dan naar de Van Moer containerterminal gevoerd en daar aan boord gezet van een binnenschip. Dat vaart naar een terminal aan de Kallosluis, van waaruit de containers naar de thermische verwerkingsinstallatie van Indaver in Doel gaan. Dit is een complexe logistieke operatie, waarbij verschillende vormen van vervoer, in dit geval over water en over de weg, gecombineerd worden. Van Moer liet een bulkcontainer van 30 voet (ongeveer 9,1 meter) ombouwen door de stalen bovenkant te vervangen door een rollend zeil en de containers te verhogen. Zo kan deze container 22 ton afval laden, meer dan een gewone container. Aan de binnenzijde werd de container verstevigd met U-profielen en gladde platen, zodat het afval er bij het lossen gemakkelijk uitschuift. Het laden gebeurt met de containerkraan van de terminal. Op 16 mei werd de eerste container met huishoudelijk afval van Vlaams-Brabant aan boord gezet van de binnenvaartpendel tussen de terminal in Vilvoorde en de Waaslandhaven.
lawaaihinder en fileleed. In 2013 richtte Indaver daarom in het raam van de vernieuwing van de vergunning van de vestiging in Doel een stuurcomité ‘modal shift’ op. Ze werkt daarin samen met vele stakeholders: overheid, beheerders van waterlopen, spoorwegen en havens, milieuorganisaties en aanbieders/producenten van afval. Zo vergroot ze het draagvlak voor oplossingen, omdat meteen bij alle betrokkenen wordt getoetst of ze haalbaar zijn. Werkgroepen analyseerden of een ‘modal shift’ kan werken voor het vervoer van carshredder-residu, bedrijfsafval, slib en huishoudelijk afval. Ze bestudeerden welke de logistieke kosten zijn van het vervoer van dit afval via water- of spoorwegen naar Doel en welke investeringen er moeten gebeuren. Ze bekijken welke impact de alternatieven hebben en hoe veilig ze zijn voor de omgeving, voor de klant en voor het eigen personeel. Voor Indaver is het daarbij essentieel dat de alternatieven veilig, betrouwbaar en milieuvriendelijk zijn en dat ze economisch haalbaar zijn voor de relatief korte afstanden in Vlaanderen. Alleen dan is een verschuiving van wegvervoer naar alternatievere wijzen duurzaam. Het project met het afval van Vlaams-Brabant loopt nog tot het einde van het jaar en wordt daarna grondig geëvalueerd.
Multimodaal vervoer
Contact Public waste PartnershipS: Tony Bresseleers Key accountmanager PwPS Indaver in België
[email protected]
Indaver denkt al een tijd mee rond de ‘modal shift’, waarbij vervoer over de weg gecombineerd wordt met duurzamer vervoer langs water of spoor. Het is noodzakelijk, want het drukke vrachtvervoer op de Belgische wegen draagt bij tot luchtverontreiniging,
Contact Indaver Logistics: Valentijn Vernyns Manager Planning & Logistiek LOG+ Indaver in België
[email protected]
INFO
9
Vlar Papier partner van gemeenten voor duurzame verwerking oud papier Indaver werkt met steeds meer gemeentebesturen samen om hun oud papier te verwerken via Vlar Papier, waarvan Indaver en papierfabrikant Stora Enso aandeelhouders zijn. Het sorteren, zuiveren en opwaarderen van oud papier en karton zijn essentieel voor de recycling tot nieuwe papierproducten. Vlar Papier verbetert voortdurend de verwerking. Zo is de sorteerlijn in Gent aangevuld met een tweede lijn, om nog meer onzuiverheden te verwijderen. Vlar Papier is verwerker van oud papier en karton en staat in voor de sortering en zuivering ervan. Het ontstond in 2000, als een dochteronderneming van Vlar, uit een fusie van een aantal papierrecyclingbedrijven. Sinds 2005 is papierfabrikant Stora Enso hoofdaandeelhouder met 65 %, Indaver heeft 35 % van de aandelen. Deze participatie past in de keuze van Indaver om mee te bouwen aan de circulaire economie, waarbij materialen steeds opnieuw gebruikt worden in een gesloten kringloop.
Kwaliteitsvol oud papier blijft beschikbaar voor de Belgische en Europese papiersector.
De klanten van Vlar Papier zijn gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die een Public waste Partnership hebben afgesloten met Indaver, onder andere voor het sorteren en zuiveren van oud papier en karton. Gemeentebesturen halen het papier van hun huishoudens op via huisaan-huisophalingen en containerparken en leveren dat aan Vlar Papier. De volledige recycling gebeurt op een en dezelfde locatie, die van Stora Enso in Langerbrugge bij Gent. Vlar Papier sorteert en zuivert het
ingezamelde papier en karton. Het papier gaat daarna op de band naar de fabriek van Stora Enso op dezelfde plek, waar het wordt ingezet als grondstof. Met 30 000 medewerkers in meer dan 35 landen en 85 fabrieken wereldwijd is Stora Enso een van de grootste papierproducenten ter wereld. De fabriek in Langerbrugge recyclet jaarlijks meer dan 1 miljoen ton huishoudelijk opgehaald oud papier tot kranten- en tijdschriftenpapier.
Paper spikes en optische scheiders Elke sorteerlijn bestaat uit een grofzeef, een fijnzeef, paper spikes om het karton te scheiden van het papier en – het neusje van de zalm – een optische sortering die met camera’s nog een scheiding doet. Een rij blaasmonden onder de sorteerband blaast het karton uit de papierstroom. Soms zien de optische scheiders wit karton voor papier aan en laten ze het in de papierstroom. Dit wordt gecorrigeerd door de paper spikes,
riemen met prikkers. Wanneer die prikkers bruin karton onterecht laten liggen, maken de optische scheiders dat goed. Paper spikes en optische scheiders vullen elkaar dus aan. Het gesorteerde karton wordt geperst en verkocht. Het gesorteerde papier gaat via een transportband naar de productie van Stora Enso, voor ontinkting en verwerking tot magazine- en krantenpapier. Dat gebeurt zonder de toevoeging van nieuwe papierpulp. Binnen afzienbare tijd kunnen de vernieuwde offertes en lastenboeken worden gebruikt. Het beleid van FOST Plus past ook in de Europese strategie van de kringloopeconomie, die de beschikbaarheid van kwaliteitsvolle grondstoffen wil stimuleren op de Europese markt. In Indaver en Vlar Papier heeft Europa alvast een partner.
Nieuwe ‘paper for recycling’ sorteerlijn voor nog zuiverder papier
Paul de Bruycker (links), Joke Schauvliege, Chris De Hollander (rechts)
Mooie samenwerking tussen 2 vooraanstaande ondernemingen, Indaver en Stora Enso Joke Schauvliege, Vlaams minister voor Leefmilieu
Vlar Papier verbetert voortdurend de verwerking van oud papier en karton. Zo is de sorteerlijn op de terreinen van Stora Enso in Gent aangevuld met een nieuwe ‘paper for recycling’ sorteerlijn, waardoor nog meer onzuiverheden kunnen worden verwijderd. Deze nieuwe installatie werd officieel in gebruik genomen op 24 oktober in aanwezigheid van Vlaams minister voor Leefmilieu, Joke Schauvliege. De nieuwe installatie beschikt over drie identieke automatische papiersorteerlijnen en één recoverylijn. Wat niet goed genoeg werd bevonden na de eerste lijn, wordt op deze extra lijn nog eens gesorteerd. Dit leidt tot een zuiverder eindproduct. Bovendien levert deze sortering meer papier op en bevat het verwijderde karton minder papier; dat maakt het interessanter als grondstof voor kartonfabrikanten. De minister loofde dit gezamenlijke initiatief van Indaver en Stora Enso omdat het een invulling is van het streven naar een duurzamere aanbesteding van ingezameld materiaal door de regionale overheden. Ook is het maximaal uitsorteren in een papieren een kartonfractie een garantie voor een optimale valorisatie van de materialen en voor het sluiten van de kringloop. Oud papier wordt onmiddellijk gerecycled tot nieuw papier terwijl de zuivere kartonfractie bij de omliggende verpakkingsindustrie gevaloriseerd wordt. Minister Schauvliege benadrukte dat deze nieuwe installatie de
10
INFO
positie van Vlar Papier, Indaver en Stora Enso versterkt als belangrijke schakel in de kringloopeconomie. Ze ondersteunt ten volle het behoud van deze hoogkwalitatieve materialen voor inzet op de Europese recyclingmarkt.
Duurzaam aanbesteden oud papier Indaver doet samen met Stora Enso extra inspanningen om het oud papier en karton in België en Europa te houden. De Belg sorteert zijn afval heel minutieus. Dit levert papier en karton op van een zeer goede kwaliteit, die de papiersector in België en Europa broodnodig heeft. De regeerakkoorden van de drie nieuwe gewestregeringen bevatten een hoofdstuk over duurzaam afvalbeleid en de kringloopeconomie. Het sorteren, zuiveren en opwaarderen van de kwaliteit van oud papier en karton wordt door ieder erkend als een essentiële schakel tussen de selectieve inzameling ervan en de recycling tot nieuwe papierproducten. Indaver en Stora Enso hebben hard gewerkt aan een voorstel om via de aanbestedingen voor de verwerking van huishoudelijk papier en karton, die via FOST Plus verlopen, het bij ons ingezamelde papier zoveel mogelijk beschikbaar te houden voor de lokale markt. Partners voor dit initiatief werden gezocht bij de interregionale verpakkingscommissie, FOST Plus, Coberec Febem Paper, Interafval
(de vereniging van afvalintercommunales in Vlaanderen), de sector van de papierverwerkende nijverheid (Cobelpa) en Copidec (de vereniging van Waalse afvalintercommunales). Als gevolg van deze constructieve samenwerking past FOST Plus de gunningscriteria aan in de modelbestekken die het hanteert bij de aanbesteding van de verwerking van oud papier. Hierin wordt nog meer dan vroeger de nadruk gelegd op het duurzaam sluiten van materiaalkringlopen binnen een level playing field. Dit is een goede zaak voor de papierproducenten die hun oud papier van de lokale markt kunnen betrekken, maar ook voor de Belgische openbare besturen die zo de garantie krijgen dat ‘hun’ papier en karton gerecycled wordt tot nieuwe papier- en kartonproducten.
Contact Martin Ocket Marketing manager MSW Indaver in België
[email protected]
Contact Silvia Colazzo Communications manager Public waste PartnershipS Indaver in België
[email protected]
IVAGO: 20 jaar publiek-private samenwerking voor duurzaam afvalbeheer IVAGO bestaat 20 jaar en dat werd gevierd op 9 oktober in aanwezigheid van tal van stakeholders uit de publieke en private sector. Twintig jaar geleden was de omschakeling van een stadsreinigingsdienst naar een intercommunale structuur revolutionair. Vandaag is IVAGO een modern bedrijf waar 400 gemotiveerde medewerkers dag in dag uit op pad zijn voor de inwoners van Gent en Destelbergen.
Geert Maes (rechts) in gesprek met Didier Naessens (links), algemeen directeur van IVAGO.
Er werd tijdens deze viering achteruit en vooruit geblikt met een zetelgesprek met de voorzitter en de ondervoorzitters van IVAGO, de algemeen directeur van IVAGO en de woordvoerder van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij. Geert Maes, Directeur Verkoop en Marketing Huishoudelijk Afval van Indaver in België, nam als voorzitter van ECOV – het samenwerkingsverband tussen Indaver en Sita – ook deel.
Knowhow van Indaver en Sita De successen van IVAGO zijn zonder twijfel mede het resultaat van de publiek-private structuur van de onderneming. Die heeft als voordeel dat de openbare besturen niet zelf opnieuw het warm water hoeven uit te vinden. “Zij kunnen permanent een beroep doen op de knowhow van de private partner ECOV, een samenwerking van twee belangrijke groepen in de afvalsector: Indaver en Sita,” zegt Geert Maes. “Zij stellen een multidisciplinair team ter beschikking van de publieke partner: specialisten inzake engineering, ICT en fiscaliteit, om een paar voorbeelden te geven.” Openbare besturen kunnen ook genieten van
schaalvoordelen wanneer zij samenwerken met een private partner. Voor IVAGO is dat bijvoorbeeld het geval voor haar afvalenergiecentrale. “Dankzij de volgehouden preventie door IVAGO verminderde in de loop der jaren de hoeveelheid restafval per inwoner uit de eigen gemeenten, waardoor de installatie deels dreigde leeg te komen staan. Een dure zaak voor de intercommunale omdat de vaste kosten dezelfde zijn. ECOV zorgt voor de aanvoer van bedrijfsafval, zodat de installatie voldoende tonnage heeft om thermisch te verwerken,” zegt Geert Maes.
Tevreden publieke partners Een trotse IVAGO-Voorzitter Tine Heyse sprak haar waardering uit voor alle medewerkers van IVAGO die dag in dag uit zorgen voor schone straten en pleinen. Ook toonde zij zich bijzonder tevreden over het feit dat het afval van Gent en Destelbergen gebruikt wordt om het universitair ziekenhuis van Gent te verwarmen. Ondervoorzitter Yves de Lausnay is verheugd dat de gemeente Destelbergen, dankzij de samenwerking in IVAGO, geëvolueerd is naar een doorgedreven professionalisering op het gebied van afvalbeheer en dienstverlening voor de inwoners.
Publiek-private samenwerking blijft mogelijk In 2001 werd het decreet op de intergemeentelijke samenwerking aangepast. Als gevolg hiervan moeten private bedrijven uiterlijk in 2018 uittreden uit gemengde structuren zoals IVAGO. De nieuwe Vlaamse regering wil dat decreet echter weer aanpassen, om de vorige wijziging ongedaan te maken. ECOV is verheugd dat het opnieuw mogelijk zal worden om publiek-private vennootschappen op te zetten om een gemeentelijk milieubeleid uit te werken. Het is nu afwachten hoe dit geformuleerd wordt en welke artikelen van het decreet de regering precies aanpast. Intussen beraden ook de publieke partners Gent en Destelbergen zich over de manier waarop het milieu- en afvalbeleid van Gent en Destelbergen in de toekomst moet vorm krijgen en de constructie waarin dit kan gebeuren. Een beleidsnota 2014-2019 geeft alvast de prioriteiten weer van het inter-gemeentelijke samenwerkingsverband. Eén ervan is het verder uitbreiden van de warmtelevering vanuit de afvalenergiecentrale naar de naburige bedrijven.
Kleine veranderingen maken een wereld van verschil Het borrelt en bruist in vele wijken en buurten. Om meer zuurstof te geven aan lokale projecten die Vlaanderen willen helpen vergroenen geeft het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer deze projecten voortaan een eigen oproep. Het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, dat gefinancierd wordt door Indaver/SLECO, ondersteunt al sinds 2007 vernieuwende projecten die Vlamingen willen leren duurzamer om te gaan met energie en materialen. Het is een samenwerking van Indaver, de Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen en het Actiecomité ter beveiliging van het Leefmilieu op de Linkeroever en in het Waasland (Abllo vzw). De Koning Boudewijnstichting beheert het Fonds. In oktober werd de negende projectoproep van het Fonds gelanceerd, maar deze editie zal er helemaal anders uitzien. De oproep deze herfst is uitsluitend voor bovenlokale projecten die zich richten op (een deel van) Vlaanderen. Ze komen in aanmerking voor steun tot 25 000 euro. Voor de lokale, kleinschalige projecten, tot 2 500 euro, komt er een aparte oproep,
de eerste keer in februari 2015. Kleinschalige, lokale projecten zijn projecten die kunnen uitgaan van een wijk, een lokale jeugdbeweging of een vereniging, een school of zelfs gewoon twee vaders, zoals Energie ID. Zij kregen in 2012 steun voor een energiebesparingsplatform waar gebruikers hun meterstanden kunnen bijhouden en hun verbruik berekenen en voorspellen, om dan hun gedrag te kunnen aanpassen. Het werd bedacht aan de keukentafel, maar blijft ondertussen groeien. Het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer is ervan overtuigd dat dergelijke initiatieven van onderuit de verandering in denken en doen kunnen teweegbrengen die het beoogt. Lokale gemeenschappen zijn vaak broedplaatsen van ideeën. Rond materialen en energie beweegt er veel, overal in Vlaanderen. Met een aparte oproep die lokale projecten
extra zuurstof geeft, wil het Fonds die creativiteit aanboren. Dankzij het duwtje in de rug van het Fonds kunnen ze misschien uitgroeien tot initiatieven met een bredere impact. Om deze nieuwe oproep extra luister te geven, stelt het Fonds voor 2015 100 000 euro ter beschikking. Na de eerste oproep in februari zal er al een tweede zijn in het najaar 2015. Voor beide oproepen zal voortaan kunnen worden ingediend via een nieuw online formulier. Bovendien wordt de procedure voor de oproep voor kleine projecten bewust laagdrempelig en eenvoudig gehouden: minder papierwerk, snelle beslissing. Op die manier wil het Fonds zoveel mogelijk kandidaten over de streep halen.
Voor meer informatie: www.fdme.be. INFO 11
Indaver stroomlijnt imago met nieuwe werkkleding Indaver positioneert zich in Europa als een sterk merk en daar hoort een herkenbare, uniforme look bij. Dit najaar wordt in alle regio’s de nieuwe werkkledij geïntroduceerd. “Wij zijn het aan onze mensen verplicht te zorgen voor comfortabele en veilige werkkleding,” zegt CEO Paul De Bruycker. om het comfort, de zichtbaarheid en de draagbaarheid te verbeteren. Als een opmerking meer dan drie keer voorkwam, werd ze automatisch doorgegeven aan de producent. Met wastesten werd gekeken welke stoffen het meest krimpbestendig waren. De gekozen leveranciers moesten ook certificaten kunnen voorleggen die aantonen dat de kleren vervaardigd zijn met respect voor de milieu- en de sociale wetgeving, dus zonder schade voor de omgeving of de arbeiders, zonder kinderarbeid, in goede arbeidsomstandigheden en tegen een correct loon.
Imago in de verf De Indaver Groep is voor de introductie van de nieuwe werkkleding niet over één nacht ijs gegaan. Ze begon bijna twee jaar geleden met de voorbereidingen voor deze gigantische logistieke operatie. 1 100 operationele medewerkers in België, Nederland, Ierland en Duitsland moeten een nieuwe outfit krijgen, zowel normkleding die moet beantwoorden aan strikte (veiligheids)voorschriften, als niet-normkleding zoals poloshirts. Na een eerste selectie van potentiële leveranciers en stoffen voor de vest, de jas, de sweater, het overhemd, het poloshirt en de broek, werd de kleding vorig najaar drie maanden lang getest door 80 medewerkers in de vier regio’s. Zij deden suggesties
“Onze medewerkers zijn onze grote troef,” zegt CEO Paul De Bruycker. “Zij zetten zich elke dag met hart en ziel in. Wij zijn het aan hen verplicht om te zorgen voor comfortabele en bovenal veilige werkkleding, zodat ze elke dag het beste van zichzelf kunnen geven.” Met de meeste opmerkingen van de testpersonen werd dan ook rekening gehouden. Het resultaat is een nieuwe outfit, op maat gemaakt, die medewerkers beschermt tegen invloeden van buitenaf, die comfortabel is, lekker zit en modern oogt. Indaver wil in alle regio’s dezelfde herkenbaarheid om haar imago in de verf te zetten, maar toch kon de kleding op bepaalde punten aangepast worden aan voorkeuren van de
regio’s. Zo wordt bij Indaver in Duitsland een bretellenbroek in plaats van een gewone broek gedragen. De nieuwe kledinglijn houdt ook rekening met vrouwelijke medewerkers, met een vrouwenmodel voor de broek en het overhemd.
Milieuvriendelijk wassen Indaver maakte van de introductie van de nieuwe werkkleding gebruik om samen met de interne veiligheidsdienst en het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk een aantal veiligheidsvoorschriften te herzien. Zo is voor de nieuwe outfit gekozen voor een overhemd met lange mouwen dat medewerkers in de productie-eenheden en installaties nu verplicht moeten dragen. Voor het wassen van de nieuwe werkkleding gaat Indaver in zee met wasserij Berendsen in alle regio’s. Werkkledij laten reinigen door een industriële wasserij spaart het milieu. De wasserij reinigt alles met zeep en water – dat 100 % hergebruikt wordt – en niet met de belastende chemische reiniging. Omdat er minder energie nodig is voor wassen en drogen, ligt het verbruik veel lager. Er worden ook 73 % minder water en 85 % minder detergent gebruikt dan bij thuiswassen. De nieuwe werkkleding geeft onze medewerkers op al onze vestigingen een professionele uitstraling. Klanten en bezoekers hebben zo het gevoel dat zij in Indaver een partner hebben die ze kunnen vertrouwen.
Op ‘s werelds grootste milieu- en afvalbeurs, ‘IFAT’, in mei in het Duitse München mocht Indaver niet ontbreken. Zeker nu Indaver haar Total Waste Management (TWM)-services ook aan de Duitse grootindustrie aanbiedt, is IFAT een vaste afspraak geworden. Zo’n 3 000 exposanten presenteerden er hun innovaties en oplossingen in water-, afval-, slib/afvalwater- en grondstoffenbeheer. Centraal thema was het bevorderen van de kwaliteit van onze leefomgeving. Elk op hun manier speelden de aanwezige grote spelers op de afvalmarkt in op het behoud van onze resources. De hele Indaverstand was opgetrokken in de groen-witte huiskleuren en 12
INFO
de open wanden visualiseerden onze openheid en transparantie. De IFAT-beurs is de ideale gelegenheid om klanten en belanghebbenden/ geïnteresseerden persoonlijk te informeren over de voordelen van de TWM-aanpak van Indaver en meer bepaald de Duitse aanpak en organisatie binnen het internationale Indaver Industrial Waste Services model. Onze project managers ontvingen de bezoekers in een aangename stand met een hapje en een drankje. Naast het Duitse managementteam waren ook CCO Bart Goethals en CEO Paul De Bruycker aanwezig. Zo konden bezoekers samen met hen het "Indaver moment" vastleggen op foto.
De lynx was de mascotte van de stand van Indaver. De lynx staat voor snelheid, voortbestaan in een gezonde leefomgeving en grote ogen en spitse oren die alle signalen registreren. Voorbijgangers kunnen niet anders dan de lynx in de ogen kijken; ze kwamen direct in zijn vizier. Ook Indaver heeft, net als de lynx, een duidelijke focus op haar klanten en prospecten. Ook Indaver staat voor een snelle en flexibele service, vrijwaren van ons milieu en goed luisteren naar de noden van de grootindustrie. Met die kenmerken en onze Total Waste-Management services blijven we "Führend in nachhaltiger Abfallwirtschaft" of "Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer". Tweejaarlijks trekt deze driedaagse internationale beurs zo’n 3 000 exposanten uit circa 50 landen, en 125 000 bezoekers uit circa 180 landen van wie de meeste bezoekers uit Duitsland (75 000), Oostenrijk en Italië komen.
De IFAT-film is te bekijken op www.ifat.de/en. De volgende IFAT-editie vindt plaats van 30 mei tot en met 3 juni 2016.
v.u.: Jos Artois, Corporate Communicatiemanager, Dijle 17 a, BE-2800 Mechelen, tel. + 32 15 28 80 00
Indaver nam deel aan IFAT