Bewoond Bewaard Vereniging van eigenaren-bewoners van monumenten
Vereniging Bewoond Bewaard Keizersgracht 416, 1016 GC Amsterdam Telefoon 020 6238095 www.bewoondbewaard.nl
Bewoond Bewaard Vereniging van eigenaren-bewoners van monumenten
Nieuwsbrief Vijftiende jaargang
najaar 2012
E e n u i t g a v e v a n d e Ve re n i g i n g v a n e i g e n a re n - b e w o n e r s v a n m o n u m e n t e n
: 12 SIE r 20 R e U mb ijk XC NE nove ogel E D LE m 24 nu m da en ter hrijv s Am Insc
Inhoud
pagina 1
Voorwoord
3
Vijftien jaar Bewoond Bewaard
6
Subsidie Gemeentelijke Monumenten
10
Verslag van de Algemene Ledenvergadering te Deventer
13
Subsidieregeling in plaats van monumentenaftrek?
14
Energietransitie ook voor monumenten
16
Bewoond Bewaard weet raad
22
Najaarsexcursie naar huizen van leden te Amsterdam
De foto op omslag voorzijde: Theo van Oeffelt De foto op omslag achterzijde: Diedrick de Vilder De overige foto’s bij de tekst: Theo van Oeffelt en Diedrick de Vilder
Colofon De Vereniging Bewoond Bewaard Postadres: Keizersgracht 416, 1016 GC Amsterdam Telefoon secretariaat: 020 6238095 / 06 54705427 Bankrekening ING: 4258170 www.bewoondbewaard.nl
Bestuur en Redactie: P. Viersen-Kooiman, voorzitter U. Weller-Aussems, secretaris R. Batema, penningmeester F. Jonkman, lid D. de Vilder, lid
Voorwoord Nel Viersen, Voorzitter Bewoond Bewaard De monumentenwereld is in beweging. Nog niet direct zichtbaar voor iedereen, maar achter de schermen wordt gesproken over en gewerkt aan plannen om daar waar belangen parallel lopen meer te gaan samenwerken. Dat gebeurt niet uit luxe, maar uit bittere noodzaak. De kosten voor onderhoud van monumenten zijn hoog, terwijl de bijdragen van de overheid afnemen. Zie de bijdrage in deze nieuwsbrief over de gemeentelijke monumentensubsidies die de dupe dreigen te worden van de bezuinigingen, of – zoals bij de BRIM – hetzelfde bedrag over meer gegadigden moet worden verdeeld. Als deze trend zich voortzet zal men naar alternatieve financieringsmogelijkheden moeten zoeken. Vooralsnog beperken de initiatieven tot samenwerking zich tot de Professionele Organisaties. Wanneer de particuliere eigenaren zich niet de kaas van het brood willen laten eten zullen ook de verschillende organisaties die de belangen van de particuliere eigenaren behartigen niet achter kunnen blijven en daar waar nodig en mogelijk de krachten moeten bundelen. Dat brengt me bij de reden waarom Bewoond Bewaard is 15 jaar geleden opgericht: het bundelen van de particuliere belangen. In deze nieuwsbrief blikken we terug op de eerste 15 jaar van Bewoond Bewaard en kijken vooruit naar de komende 15 jaar, door de bril van een aantal initiatiefnemers. Met dank aan Theo van Oeffelt, die het gesprek voor ons uitstekend heeft samengevat (en de bijbehorende foto’s heeft gemaakt). De conclusie: we hebben stappen in de goede richting gemaakt, maar we zijn er nog niet.
1
Vijftien jaar Bewoond Bewaard
Op naar veel meer zichtbaarheid Terugblikken is goed, en stemt tot milde tevredenheid, maar vooruitkijken is belangrijker, want er is nog veel te doen. De stem van de particuliere monumenteneigenaar laten klinken - dat blijft ook voor de komende vijftien jaar voor Bewoond Bewaard de grootste opgave. Met: ‘De grootste groep eigenaren van monumenten was anoniem, onherkenbaar en werd niet gehoord. Niet door de professionele monumentenorganisaties, niet door de politiek, niet door de media’, gaat initiatiefnemer Edward Munnig Schmidt terug naar 1997, het oprichtingsjaar van Bewoond Bewaard, de vereniging van eigenaren-bewoners van woonhuismonumenten. Gezeten in de serre van de zeventiende-eeuwse buitenplaats Nieuwerhoek, samen met de mede-oprichters Pieter Baars en Gert Jan Luijendijk en met de nieuwe voorzitter van Bewoond Bewaard, Nel Viersen, maakt hij de balans op van vijftien jaar Bewoond Bewaard.
Gert-Jan Luijendijk, ‘kennisdeling belangrijke taak Bewoond Bewaard’
2
Pieter Baars, ‘grotere naamsbekendheid Bewoond Bewaard is noodzakelijk’
‘Ik was te rade gegaan bij Heike Kamerlingh Onnes, secretaris in die tijd van de Stichting Particuliere Historische Buitenplaatsen. Zag hoe goed zo’n organisatie kon werken, hoe die een netwerk aan contacten had opgebouwd, ook binnen de belangrijkste departementen. Heike zag er geen heil in de achterban van de PHB te verbreden, wilde het beperkt houden tot buitenplaatsen. “Gewone monumenteneigenaren doen maar afbreuk aan ons streven”, stelde hij. Die mening deelde ik niet, sterker nog, ik vond en vind nog steeds dat juist die enorme groep van eigenaren georganiseerd moest worden’. Start In het kantoor van Akzo in Amersfoort, waar Edward Munnig Schmidt werkzaam is geweest, legde hij vervolgens contact met Gert Jan Luijendijk, die met de Federatie Monumentenwacht Nederland in hetzelfde gebouw was gehuisvest. ‘Het was in een periode’, verhaalt Gert Jan, ‘waarin gewerkt werd aan een nieuwe subsidieregeling. Ook ik maakte mij zorgen dat bij de totstandkoming hiervan alleen de bestaande organisaties werden betrokken. Particuliere eigenaren hadden geen spreekbuis. Terwijl woonhuizen het grootste deel van het monumentenbestand vormen’. Ondertussen was ook Pieter Baars, werkzaam bij het Nationaal Restauratiefonds (NRF), in het geweer gekomen. ‘Ik herinner mij een telefoongesprek met Jan Willem van Beusekom, beleidsmedewerker bij het toenmalige Nationaal Contact Monumenten (NCM). We spraken over het feit dat de grootste groep klanten van het NRF geen belangenvereniging heeft, en niet vertegenwoordigd is in bijvoorbeeld het NCM’. Voor Pieter reden om net als Gert Jan onmiddellijk aan te sluiten bij het initiatief van Edward: Bewoond Bewaard was geboren. Al snel dienden zich de eerste leden aan. ‘Dankzij artikelen in de Volkskrant, het NRC Handelsblad en in bijvoorbeeld het magazine van notarissen kwam ons initiatief in de publiciteit’, weet Edward. En hij wijst meteen op een omissie, die zich al die daaropvolgende jaren heeft voorgedaan. ‘Er is niet een blad dat door alle eigenaren van monumentale woonhuizen wordt gelezen. Bestaande bladen als die van Heemschut en de Rijksdienst, of een periodiek als Monumenten, komen slechts bij een beperkte groep eigenaren terecht. Herenhuis probeert weliswaar dat gat enigszins te vullen, maar de meeste eigenaren, die vaak “toevallig” van een monument eigenaar zijn geworden, missen een blad dat hen met raad en daad terzijde staat’. Wat aan te bieden? Het met ‘raad en daad’ terzijde staan, komt in het gesprek regelmatig terug. ‘Voor een contributie, hoe bescheiden ook, willen (aspirant)leden iets terug’, merkt Nel Viersen op. ‘Zoals in de tijd van de PHB de leden dankzij een subsidie van het ministerie van LNV met korting hoveniers konden inhuren, zo willen de leden van Bewoond Bewaard ook daadwerkelijk iets ontvangen’.
3
‘Klopt’, zegt Pieter Baars, ‘en dat heeft de aanwas van leden ook bemoeilijkt. Je kunt als vereniging wel een uitleg over een subsidieregeling geven, maar voor iemand die daar niet mee bezig is, heeft dat geen waarde. Je moet dus als vereniging de diepte ingaan, laten zien dat je belangen kunt behartigen’. ‘En kennis kunt delen’, vult Gert Jan Luijendijk aan. ‘Zeker met de komst van de digitale media is die kennisdeling, het beantwoorden van vragen en dit beschikbaar stellen voor andere leden, snel en adequaat te verzorgen’. Dat brengt het gezelschap op het formuleren van de belangrijkste taken en doelstellingen van Bewoond Bewaard. Voorlichting, belangenbehartiging en ondersteuning worden als voornaamste pijlers genoemd, toen en nu. Voorlichting, zoals Edward Munnig Schmidt aangeeft, ‘is essentieel, zowel naar buiten, als naar binnen. Om met dat laatste te beginnen: hoeveel weten mensen wanneer zij, net als ikzelf ooit, van een etage in Amsterdam terecht komen in een monument? Dat dit glas (en hij wijst op de door de zon beschenen ramen in de serre) van een andere kwaliteit en authenticiteit is dan de ruiten die zij eerder zeemden?’ Wat Gert Jan op de opmerking brengt ‘dat nog altijd heel veel mensen bang zijn een domme vraag te stellen. Terwijl domme vragen niet bestaan, hooguit domme antwoorden. Dat is een van de rollen voor onze vereniging, mensen verleiden zonder schroom een vraag te stellen, en daar een goed antwoord op te krijgen’. Hetgeen Pieter doet verzuchten dat het ‘juist daarom zo jammer is dat de vereniging geen schaalgrootte heeft weten te bereiken. We zijn blijven steken op een kleine 500 leden, terwijl de behoefte aan kennis zoveel groter is’. Kracht zonder veel leden Gert Jan Luijendijk is het daar niet helemaal mee eens. ‘Voorlichting kan dankzij de nieuwe (social) media ook zonder een grote groep leden, die voor substantiële inkomsten zorgen. Dat geldt ook voor de belangenbehartiging, één van de andere pijlers van Bewoond Bewaard. Ik vergelijk het met de vakbeweging, die prima voor de belangen van de werknemers op kan komen, zonder alle werknemers in Nederland als lid ingeschreven te hebben. Je bent er, je hebt deskundigheid. Dat is voldoende om gehoord te worden’. Pieter Baars wil dat graag bevestigen: ‘Kijk naar de ontwikkelingen rond het nieuwe Brim. In de discussies daarover heeft Bewoond Bewaard een rol kunnen spelen, dat bewijst haar bestaansrecht’. Nel Viersen signaleert in dat opzicht nog een positieve ontwikkeling: ‘Ik ben voorgedragen om toe te treden tot het bestuur van de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM). Deze opvolger van het NCM bestaat tot op heden alleen uit professionele organisaties, zoals Heemschut, Hendrick de Keyser, stadsherstellen en BOEi. Vergeleken met het toenmalige directeurenoverleg van NCM een enorme stap voorwaarts’.
4
‘al veel bereikt, maar ook nog een hele weg te gaan’ Edward Munnig Schmidt komt nog even terug op het belang van voorlichting. Aan de eigen leden, maar ook aan de buitenwacht. ‘Wij zijn een laagdrempelige organisatie, waar je makkelijk een vraag aan kunt stellen, eerder dan aan bijvoorbeeld een overheid. Het praat makkelijker met gelijkgestemden, dan met een ambtenaar achter een loket’. Voor Pieter en Gert Jan is dat ook een van de redenen waarom Bewoond Bewaard altijd autonoom is gebleven. ‘Onze stem past niet bij Heemschut, noch bij een KNOB of een van de andere monumentenorganisaties. Maar ook niet bij bijvoorbeeld een Vereniging Eigen Huis. Wij hebben een specifieke achterban, met een specifieke problematiek en dus met een specifiek geluid’. Tussen nu en 2027 Het is voor Nel Viersen het moment om de toekomst, de komende vijftien jaar, aan de orde te stellen. ‘(Veel) meer leden, is dat het streven?’ Edward Munnig Schmidt ziet op zijn minst een verdubbeling van het huidige aantal, tot zo’n duizend, als zeer gewenst. ‘Dat maakt gewoon meer mogelijk, dan hoeft niet iedereen alles pro deo te doen, kun je eens aan de weg timmeren met een in grote oplage gedrukte flyer etc.’ ‘Die folder komt er’, kan Nel direct al melden, ‘misschien niet in die enorme oplage, maar voldoende om her en der achter te laten’. Pieter Baars benadrukt het belang om meer naamsbekendheid te krijgen. ‘Zorg ervoor dat, mede dankzij dit jubileum, er artikelen gaan verschij-
5
nen in tijdschriften als Eigen Huis en Interieur, VT Wonen, Elle Wonen, Residence en andere door de potentiële achterban gelezen titels. En haak aan bij actuele ontwikkelingen, zoals dat in 2013 er opnieuw landelijk aandacht wordt geschonken aan historische interieurs. Laat het een thema zijn waarmee je als vereniging op de kaart komt’. Nel noemt de aandacht, die sinds een jaar in de nieuwsbrief wordt besteed, aan het energiezuiniger maken van monumenten als voorbeeld van een onderwerp dat Bewoond Bewaard meer zichtbaarheid kan geven. ‘Eigenaren hebben veel belangstelling voor de mogelijkheden hun monument te verduurzamen’. Gert Jan Luijendijk sluit daar graag op aan. ‘Zorg dat je als vereniging in staat bent om het gehele plaatje te tonen, dus niet alleen informatie over zonnepanelen, maar ook over de investeringen, de opbrengsten en de tijdsduur tot het komen tot rendement. Wees als vereniging een platform waarop dat soort ervaringen kunnen worden gedeeld. En communiceer altijd op het niveau van de eigenaar/bewoner‘. Pieter bepleit om als vereniging ook aandacht te houden voor zaken als de fiscale aftrekbaarheid. ‘De nu ingevoerde versimpeling van de onderhoudsaftrek voor rijksmonumenten heeft er ook toe geleid dat het makkelijker voor de overheid wordt om de nu op 80 procent bepaalde aftrekbaarheid van de onderhoudskosten te verlagen naar bijvoorbeeld 60 procent, of naar nog minder. Een vereniging als Bewoond Bewaard is bij uitstek degene die daar alert op moet zijn’. Gert Jan ziet nog een andere kans voor de vereniging om meer op het maatschappelijke netvlies te komen: ‘Werk aan bewustwording rond de kwaliteit van onderhoud en restauraties. Wijs eigenaren er op dat – zeker waar het rijksmonumenten betreft - goedkoop altijd duurkoop is. Haak aan bij campagnes zoals die van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg’. Voor Edward reden om een vaderlijke gebaar naar Nel te maken. ‘Je kunt niet alles, een dag heeft maar 24 uur, je zult prioriteiten moeten stellen. Belangrijk is dat je voelhorens hebt voor wat er speelt, dat je zichtbaar bent, dat er onderling kennis wordt gedeeld en misschien zelfs, dat het de vereniging lukt om de liefde voor een gebouw, voor een monumentaal woonhuis, onder de leden verder op te kweken en te vergroten. Dat de vereniging in staat is om de eigenaren en bewoners te laten zien wat zij aan rijkdom krijgen van een monument, en wat zij daaraan kunnen teruggeven. Want onwetendheid is de dood in de pot.’ Tekst en foto’s Theo van Oeffelt
6
Subsidie Gemeentelijke Monumenten de dupe van de bezuinigingen? door Nel Viersen Onlangs las ik dat de gemeente Ermelo de toegekende subsidies meteen na goedkeuring zal uitbetalen. Eigenaren hoeven dat deel van de restauratiekosten niet meer voor te schieten. Een pluim voor de gemeente Ermelo. Want hoe anders gaat dat in een toenemend aantal andere gemeenten, waar de subsidie voor gemeentelijke monumenten wordt geschrapt vanwege de bezuinigingen. Dat de gemeentelijke begroting onder druk staat en men kritisch naar de uitgaven moet kijken is duidelijk. Maar een kip met gouden eieren slachten, dat is ook in moeilijke tijden geen verstandige beslissing. Dankzij de investeringen van eigenaren blijft een historische binnenstad een publiekstrekker. Hetzelfde geldt voor sfeervolle oude dorpskernen en bijbehorende buitengebieden. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat iedere in monumenten geïnvesteerde euro minstens € 1,50 opbrengt. Het probleem is, dat degene die investeert niet noodzakelijk degene is die ook van de inkomsten profiteert. Dat het pannenkoekenrestaurant van iedere verkochte pannenkoek een deel van de winst vrijwillig aan de (investerende) monumenteneigenaren uit de omgeving overdraagt lijkt niet realistisch. Ondertussen zijn de eigenaren van monumenten in gemeenten die hun subsidies afschaffen ten onrechte het slachtoffer van de kortetermijnvisie van deze gemeenten. Ook in de gemeente waar ik zelf woon (Bronckhorst) is de gemeentelijke subsidie onlangs gesneuveld. Als voorzitter van Bewoond Bewaard heb ik me namens de belanghebbenden daartegen verzet. Helaas heeft dat in dit geval niet tot het gewenste resultaat geleid. Dat is geen reden om de strijd op te geven. Mocht ook uw gemeente van plan zijn de gemeentelijke subsidies te schrappen, dan hoop ik dat u de moeite neemt om alle mogelijkheden aan te grijpen om uw stem te verheffen en gebruik te maken van de inspreekmogelijkheden. De tekst die ik heb gebruikt en waarin de belangrijkste argumenten zijn samengevat is hieronder afgedrukt. Als u wilt, kunt u die tekst (of delen daarvan) vrijelijk gebruiken. Voor nadere informatie/ondersteuning (waaronder de mogelijkheid om u te vergezellen naar een raadsvergadering) kunt u met mij contact opnemen door een mail te sturen aan
[email protected].
7
Tekst verzet tegen afschaffen gemeentelijke monumentensubsidies. Volgens een onderzoek uit 2011 van het Nationaal Restauratiefonds (NRF) blijkt dat in twee jaar het aantal Gemeentelijke Monumenten van 6.000 naar 13.000 is gestegen. Een aantrekkelijke bebouwde omgeving trekt extra bezoekers: meer toeristen, meer bezoekers aan de wekelijkse markt, meer mensen die graag even op een terrasje gaan zitten of de winkels bezoeken. Dat is goed voor de lokale economie. Het is dan ook begrijpelijk dat gemeenten aantrekkelijk willen blijven en gebruik maken van de mogelijkheid om beeldbepalende panden op de gemeentelijke monumentenlijst zetten. Zo ook de gemeente Bronckhorst, waar 455 panden op de gemeentelijke monumentenlijst staan. Een aantrekkelijke omgeving levert dus geld op. Uit een onderzoek van PWC is gebleken dat iedere in een monument geïnvesteerde euro op z’n minst € 1,50 oplevert. In een recent onderzoek naar de toegevoegde waarde van Historische Buitenplaatsen wordt dit bevestigd. Alleen gaat de opbrengst naar de lokale ondernemers, terwijl de kosten door de eigenaren moeten worden opgebracht. ‘Het in stand houden van gemeente- en rijksmonumenten brengt extra kosten met zich mee.’ Dat staat te lezen op de website van de gemeente. Eigenaren worden beperkt in hun keuzes. Zij mogen niet vrijelijk kiezen voor de goedkoopste oplossing, maar zijn verplicht om duurdere, conserverende oplossingen te kiezen. Het voortraject kost meer geld en energie. Ook het wonen in een monument is duurder. Isolatie is niet mogelijk of op z’n minst duurder dan in een niet-monumentaal huis. Met de stijgende gasprijzen ziet dat er niet florissant uit voor de toekomst. De gemeenten (en de rijksoverheid voor wat betreft Rijksmonumenten) hechten terecht belang aan het instandhouden van gebouwd cultureel erfgoed. Daarom maken zij op ruime schaal gebruik van de mogelijkheid om panden op een monumentenlijst te plaatsen. Maar voor niets gaat de zon op, dat realiseert de overheid zich ook. Daarom komen zij de monumenteneigenaren tegemoet door een subsidie die een deel van de extra kosten die de eigenaar moet maken voor het instandhouden van het monument. Maar de laatste jaren lijkt het erop dat de overheid wel de lusten wil hebben, maar de lasten meer en meer op het bordje van de eigenaren schuift. Voor Rijksmonumenten bestaat de BRIM-regeling. De afgelopen jaren was dat potje bij lange na niet voldoende (met name door grotere instroom van objecten zoals kerken en molens), waardoor een klein aantal aanvragen door loting is geselecteerd. Woonhuizen zijn al een aantal jaren uitgesloten van de BRIM. Met ingang van 2013 wordt de regeling vernieuwd, maar de particulier die nog wel in aanmerking komt (zoals eigenaren van monumentale boerderijen en buitenplaatsen) wordt daar niet noodzakelijk vrolijk van. Pas als er nog iets overblijft nadat het Unesco Werelderfgoed en de Professionele Organisaties
8
Monumenten (POM’s zoals stadsherstelorganisaties die wel met hun woonhuizen voor deze subsidie in aanmerking komen) zijn uitbetaald, komen particulieren aan bod. Voor particuliere eigenaren van Rijksmonumentale woonhuizen bestaat de mogelijkheid de instandhoudingskosten fiscaal af te trekken, maar ook daar is per 1 januari 2012 ongeveer 12 miljoen euro op bezuinigd. Eigenaren van gemeentelijke monumenten zijn helemaal slecht af. Geen BRIM of fiscale aftrek voor hen. Zij zijn aangewezen op gemeentelijke subsidieregelingen. En als die wegvalt staan zij er alleen voor, zeker als zij in Gelderland wonen. Het Regionale fonds staat in Gelderland alleen open voor kerken, terwijl de laagrentende Cultuurfondshypotheek in Gelderland is uitgeput vanwege de grote belangstelling. Ik neem aan dat de 20% subsidie die door de provincie wordt bijgepast ook zal wegvallen wanneer de gemeentelijke subsidieregeling niet meer bestaat. Uit het NRF onderzoek blijkt dat subsidie voor gemeentelijke monumenten hard nodig is: vorig jaar was 18% van de gemeentelijke monumenten in matige tot slechte staat. Dat is aanzienlijk meer dan bij Rijksmonumenten het geval is. Bij het wegvallen van de gemeentelijke subsidies wordt dat percentage alleen maar hoger. Het begint dan met het bezuinigen op het onderhoud van de tuin, vervolgens het schilderwerk langer dan verantwoord is uitstellen en tenslotte bezuinigen op het structureel onderhoud aan dak en rest van het pand. Als het eenmaal zover is kost het aanzienlijk meer om het pand weer in goede staat te brengen dan de kosten van het gewoon instandhouden zouden zijn geweest. Dat is een geleidelijk proces dat misschien niet direct morgen, volgend jaar of in 2014 zichtbaar is. De vraag is dan ook of een evaluatie in 2014 – de criteria waaraan wordt getoetst zijn nog niet bekend- zoveel zin heeft. De gevolgen van de beëindiging van de subsidie zullen pas op langere termijn zichtbaar zijn. De gevolgen moeten tevoren worden afgewogen, niet pas na een paar jaar. Een besparing van € 95.000,-- door deze subsidieregeling in te trekken lijkt aantrekkelijk. Maar de gemeente moet oppassen dat het hierdoor niet de kip met de gouden eieren slacht. Zoals eerder gezegd: de aantrekkelijke gebouwde omgeving brengt geld in het laatje van de locale ondernemers, maar dan moeten degenen die ervoor zorgen dat die omgeving inderdaad aantrekkelijk blijft wel een steuntje in de rug krijgen. Tenslotte: het zou de gemeente sieren wanneer men proactief en ondernemend is en op z’n minst –als de subsidie niet te handhaven is, ook niet na alles nog eens goed afgewogen te hebben – onderzoekt of en hoe een alternatieve ondersteuning kan worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld door eens met het NRF te praten over de mogelijkheden van het opzetten van een eigen fonds dat laagrentende leningen aan eigenaren verstrekt. Dat is pas duurzaam en betrokken in de praktijk brengen.
9
Verslag Algemene Ledenvergadering van Bewoond Bewaard Zaterdag 9 juni 2012 te Deventer De Algemene Ledenvergadering vond plaats bij mevrouw M. C. Voute, lid bewoond bewaard, in de grote zaal van het huis aan de Brink 68. Aantal aanwezige leden: 29 1. Opening en vaststelling van de Agenda 2. Mededelingen van het bestuur • Met de actie ’Maak uw buurman lid’ hoopt de vereniging te groeien. Hoe meer leden, hoe groter de invloed op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van regelgeving. • Er komen regelmatig vragen van leden en niet-leden binnen via de website. De vragen worden doorgeleid naar een panel van leden die deskundig zijn op het gebied van de vraag. Dat is de kracht van onze vereniging: kennis delen en belangenbehartiging. Een simpele vraag kan leiden tot een ruime discussie. Niet-leden krijgen ook antwoord en hen wordt gesuggereerd om lid te worden. • De vereniging is lid van Federatie Instandhouding Monumenten (FIM). Deze koepelorganisatie doet nog te weinig voor de particulier bewoonde monumenten. Aan een verbetering van de particuliere belangenbehartiging op dit niveau wordt gewerkt. • Om nieuwe leden te werven zijn op de vorige ALV voorstellen gedaan, die deels zijn uitgevoerd. • De leden van de Vereniging van monumenten eigenaren Brummen hebben zich bij ons aangesloten, zoals staat vermeld in de Nieuwsbrief voorjaar 2012. Bartelo van Dijk, voorzitter van de VMB vindt het een win-win situatie om zich als kleine plaatselijke vereniging bij Bewoond Bewaard aan te sluiten. Zij behouden hun plaatselijk activiteiten. Ze gaan verder als Kring Brummen 3. Financieel jaarverslag De penningmeester heeft geen begroting opgesteld, omdat naar zijn mening, bij een kleine vereniging een begroting niets toevoegt. Sommige van de aanwezige leden vinden dat ze daardoor geen invloed hebben op de uitgaven. De ALV geeft als aanbeveling mee aan het bestuur om toch een begroting op te stellen. De post debiteuren is hoog. Er zijn door de penningmeester herinneringsnota’s gestuurd over 2010 en 2011. Vaak melden leden zich niet af bij
10
verkoop van hun huis en blijken intussen verhuisd te zijn. Kascommissie bestaande uit de leden van Bewoond Bewaard de heer Walter de Bruin en mevrouw Tineke den Ouden hebben de jaarrekening 2011 in orde bevonden. De Vergadering stemt in met de jaarrekening 2011 zoals gepubliceerd en uitgedeeld ter vergadering. Aan het bestuur wordt door de vergadering decharge verleend voor het gevoerde beleid. De ALV benoemt de nieuwe kascommissie: de heer Walter de Bruin, mevrouw Tineke den Ouden en mevrouw Gemma Geurts, allen leden van Bewoond Bewaard. 4. Aftreden van de heer Edward Munnig Schmidt Edward Munnig Schmidt treedt af als bestuurslid, nadat hij vorig jaar al de voorzittershamer had overgedragen. De ALV doet voorstellen om uiting te geven van onze waardering jegens hem. Dit zou kunnen in de vorm van een Koninklijke onderscheiding, ware het niet dat hij deze onderscheiding reeds heeft ontvangen . De voorzitter laat weten dat de statuten van Bewoond Bewaard weliswaar niet voorzien in het benoemen van ‘ereleden’, maar dat de ALV daar wel toe kan besluiten. Zolang niemand daar bezwaar tegen maakt is dat geen probleem. De ALV besluit unaniem Edward Munnig Schmidt te benoemen tot erelid van de vereniging, waarbij de verplichting tot betaling van contributie vervalt. 5. Benoeming mevrouw Froukje Jonkman Mevrouw Froukje Jonkman is enige jaren bestuurslid van de Vereniging Monumenteneigenaren Brummen. Ze is onder meer betrokken bij de Open Monumentendag te Brummen. Vanuit die vereniging is ze lid van de locale Monumentencommissie en de werkgroep Plattelandsontwikkeling. Ze heeft een bureau voor ontwerp van tuin en landschap en van daaruit zeer geïnteresseerd in historisch groen. Ze stelt zich kandidaat voor het bestuur van Bewoond Bewaard. De ALV stemt unaniem met haar benoeming. 6. W.v.t.k. De aanwezige leden verzoeken om de datum van de ALV twee maanden van te voren aan te kondigen, in ieder geval minstens 6 weken van te voren. 7. Sluiting
11
Impressie van de ledenexcursie naar het Bergkwartier in Deventer
12
Subsidieregeling in plaats van monumentenaftrek? Nel Viersen Onlangs is het interim-rapport ‘Naar een activerender belastingstelsel’ (rapport commissie Van Dijkhuizen) verschenen. De commissie doet niet alleen aanbevelingen voor de vereenvoudiging van de tariefstructuur in de inkomstenbelasting, maar ook voor de fiscale faciliteiten en toeslagen rond de woning. De commissie adviseert om de persoonlijke aftrek monumentenpanden te vervangen door een subsidie. Als reden wordt gegeven dat deze fiscale regeling expliciet gericht is op niet-fiscale doelen en dat die bij de uitvoering vragen om veel niet-fiscale informatie. De Belastingdienst is slecht toegerust om dit soort informatie te controleren en valt soms terug op informatie van andere organisaties, aldus de commissie. Zij stelt voor om de fiscale aftrek voor monumentenpanden met behoud van budget (66 miljoen euro per jaar) over te hevelen naar het betrokken ministerie en om te zetten in een subsidieregeling. De summiere tekst in het rapport roept meteen al een aantal vragen op. - In het huidige stelsel beweegt het budget mee met de uitgaven voor onderhoud. Is dat in een eventueel subsidiestelsel ook het geval? - Worden voldoende waarborgen ingebouwd om ervoor te zorgen dat deze subsidie gereserveerd blijft voor diegenen die onder de huidige regeling in aanmerking komen voor monumentenaftrek? - Is men in staat zodanige criteria te ontwikkelen dat daardoor alle elementen die nu voor fiscale aftrek in aanmerking komen ook in de toekomst voor subsidie in aanmerking blijven komen? - Worden de administratieve lasten voor de particulier niet verzwaard? - Is een subsidiestelsel in de uitvoering niet (veel) inefficiënter dan de huidige regeling? Het rapport is slechts een advies waarvan nog niet bekend is of het zal worden overgenomen door het nieuw te vormen kabinet. Totdat bekend is of en in welke vorm deze aanbeveling wordt overgenomen is moeilijk te zeggen wat de exacte gevolgen zullen zijn. Er is wel alle reden om alert te zijn en de vinger goed aan de pols te houden. De Vereniging Bewoond Bewaard zal zich inspannen om de genoemde vragen onder de aandacht van de politiek te brengen. Via de website houden wij u op de hoogte.
13
Energietransitie óók voor monumenten Jan-Govert van Gilst en Douwe van Rees Nederland kent heel veel binnenstedelijk cultureel erfgoed, zowel in binnensteden als in het buitengebied. Ze vormen een belangrijk onderdeel van onze nationale identiteit en vertellen de verhalen uit onze historie. Werd er vroeger op hout, turf en later olie, kolen en stadsgas gestookt, tegenwoordig is vrijwel heel Nederland aangesloten op het aardgasnet. Sinds de vondst van de grote aardgasbel in Slochteren in de jaren ’60 van de vorige eeuw verwarmen we onze woningen op aardgas. Aardgas is makkelijk, maar er kleven aan aardgas ook een paar nadelen. Als fossiele brandstof draagt het bij aan de klimaatverandering, het is een eindige voorraad (ook schaliegas brengt daar geen verandering in) en het komt uit politiek instabiele regio’s. Last but not least: de aardgasprijs is sinds 1997 jaarlijks gemiddeld met 6,5% gestegen, een trend die voorlopig wel lijkt door te trekken. Kan het anders? Nieuwbouw moet tegenwoordig aan strenge eisen voldoen ten aanzien van isolatie en energieverbruik. Deze maatregelen worden tijdens het ontwerp en de bouw al meegenomen. Voor bestaande bouw is de opgave al een stuk lastiger en voor monumentale panden is het al helemaal een moeilijke opgave. Moderne technieken als bijvoorbeeld warmte-koude opslag (WKO) zijn alleen in samenhang met ingrijpende renovaties te gebruiken, iets wat bij een monument zelden of nooit aan de orde zal zijn. Maar er zijn wel degelijk mogelijkheden voor monumenteneigenaren om duurzamer te stoken. We kunnen opnieuw op hout stoken in de vorm van HR CV-ketels die in plaats van op gas op hout worden gestookt. Daarnaast produceert de biomassa ketel ook warm tapwater. In landen als Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Noord-Italië is dit al gemeengoed. De grootste voordelen zijn een aanzienlijk lagere brandstofprijs en een CO2 neutrale manier van stoken. De investeringen in de op biomassa gestookte ketels zijn wel hoger, maar verdienen zich na verloop van tijd terug. In beginsel zijn er twee opties wat betreft de invoer: stoken op houtpallets (geperst hout, ongeveer zo groot als hondenbrokken) of het stoken op houtsnippers.
14
De toevoer van pellets geschiedt automatisch vanuit een opslagvat, silo of bunker, dus geen gezeul met “kolenkits” of iets dergelijks. Dit is ook een optie voor panden in de binnenstad. Voorwaarde is wel dat er voldoende ruimte is voor het opslaan van de houtpellets. Houtsnippers kunnen afkomstig zijn van eigen land (voor landgoederen en boerderijen wellicht een optie) of van naburige landeigenaren, zoals natuurbeheerorganisaties. Biomassa ketels kunnen prima meerdere panden verwarmen, wat scheelt in de investeringskosten. De aanvoer van de pellets kan via elektrisch vervoer (boot of weg) worden aangevoerd, wat de hele keten nog duurzamer kan maken. Tussen droom en daad Willem Elschot stelde ruim 100 jaar geleden al dat tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren in de weg staan. In hoeverre is dat hier het geval? Feit is dat stoken op hout buiten Nederland veel wordt toegepast. Feit is ook dat houtgestookte cv-installaties ook in Nederland meer en meer in zwang komen, ook in monumenten. Maar toepassing in monumenten gebeurt nog niet op grote schaal. En daar waar het is toegepast zijn de voorzieningen aangebracht in het kader van ingrijpende restauraties/renovaties. De mogelijkheden om cv-installaties op hout te stoken worden beperkt door technische mogelijkheden (opslagruimte en aanvoermogelijkheden). Daarnaast spelen financiële aspecten een rol. De terugverdientijd hangt af van het verbruik, maar ook van de ontwikkeling van de gasprijs in verhouding tot de houtprijs. Ook zijn financiële constructies mogelijk waarbij niet hoeft te worden geïnvesteerd. De warmteleverancier krijgt dan als tegenprestatie een maandelijks bedrag dat lager is dan de huidige gasrekening. Technisch is het mogelijk om naast de houtgestookte installatie de gasgestookte cv-ketels in stand te laten. Die kunnen als back-up dienen, maar ook als fallback voor het geval de gasprijs onverwacht daalt en het stoken op gas - al dan niet tijdelijk - goedkoper wordt dan het stoken op hout. Op die manier wordt een vorm van risicospreiding bereikt. De komende periode zullen een aantal pilot projecten worden gestart. Wanneer die succesvol verlopen - en daar twijfelen wij niet aan - dan komt een houtgestookte cv-installatie ook voor monumenten op grotere schaal binnen bereik. Via de website van Bewoond Bewaard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen. Jan-Govert van Gilst is directeur van NNRGY en Douwe van Rees is verbonden aan De Ruijter management consultancy
15
Bewoond Bewaard weet raad Via onze website worden tal van vragen over uiteenlopende monumentenzaken gesteld. Bewoond Bewaard weet vaak het antwoord. In vervolg op de vorige Nieuwsbrief is hier een vijfde bloemlezing: Vraag: wij wonen in een gemeentemonument, het geheel bestaat uit een woonhuis en een koetshuis. Wij zouden graag het eigendom willen splitsen in woonhuis en koetshuis. Is er regelgeving hieromtrent en zo ja verschilt deze per gemeente? Is het überhaupt mogelijk? Antwoord: Voor alle vergunningen die met bouwen etc. te maken hebben kunt u bij een loket bij uw gemeente terecht. Het proces voor een aanvraag van een vergunning is op de site van de Rijksdienst te vinden ( http://www.cultureelerfgoed.nl/node/1323 ). Om te weten waaraan u zich moet houden (en waar de gemeente aan toetst) is het wel belangrijk om te weten wat de relevante regelgeving is. De regelgeving met betrekking tot monumenten is op gemeentelijk niveau geregeld in een lokale monumentenverordening. De gemeentelijke verordeningen zijn vrijwel allemaal gebaseerd op een model erfgoedverordening die door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld. Die kunt u vinden op: http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=78186 . Afhankelijk van de plannen die u heeft spelen ook andere regels een rol, bijvoorbeeld die uit het Bouwbesluit van de Gemeente. In de Wabo is voorzien dat u vooroverleg met de gemeente kunt hebben. Het is zeker verstandig om in een gesprek af te tasten hoe de gemeente hier tegenover staat alvorens u geld en energie steekt in het maken van tekeningen etc. Theoretisch is splitsing van een monument mogelijk, maar of dit ook daadwerkelijk wordt toegestaan zal afhangen van de feitelijke situatie. Wanneer voor splitsing aantasting van monumentale elementen nodig is, zal het lastig
16
zijn om een vergunning te krijgen. Wanneer uw koetshuis los staat van het huis is dat wellicht niet aan de orde, maar ik kan u uiteraard geen garanties geven dat het ook gaat lukken.
Vraag: Wij zijn bezig met restauratie van onze gevelsteen; Au bateaux 1733, Maastricht. Wij twijfelen eraan of alle zeilvlakken, goudkleurig dienen te worden, of niet? Antwoord: Uit de afbeelding op de website http://www.maastrichtsegevelstenen.nl/ valt op te maken dat de gehele boot verguld (of geschilderd met goudverf) is geweest. Geadviseerd wordt om een specialist op het gebied van kunstvoorwerpen een klein kleuronderzoek te laten doen, met de zogenaamde “kleurtrapjes” zodat kan worden vastgesteld of er een oudere kleurstelling is onder de bestaande.
Vraag: Sommige oude boerderijen hebben aan de buitenmuur een zwart geverfde band waarboven witte verf. Mijn vraag wat is de beste materiaalkeuze hiervoor, muurverf of een soort mengsel van kalk en lijnolie? Doel is om zo snel mogelijk een oud effect te krijgen. Antwoord: Een “oud effect” is wat moeilijk te definiëren, de historische uitstraling van laag op laag op laag witkalk is moeilijk met één afwerking te bereiken. Aangezien oude muren vaak nogal vochtig zijn en verf juist sterk afsluit, is tegenwoordig silicaatverf gebruikelijk. Deze is sterk open, waardoor het vocht kan uitademen.
17
Deze is echter niet lijvig (dik), dus het gewenste effect wordt niet snel bereikt. De grote verffabrikanten zoals bijv. Sikkens kunnen een verfadvies op maat geven. Hieraan zijn meestal geen kosten verbonden. Ik raad u aan daarvan gebruik te maken.
Vraag: Hoe kan ik in aanmerking komen voor particuliere bewoning van een monument. Op welke site kan ik me aanmelden? Is er een wachtlijst? Hoe gaat dat precies in zijn werk? Antwoord: Bewoond Bewaard is een vereniging die de belangen behartigt van eigenaren/ bewoners van monumenten. Wij beheren geen panden en bemiddelen ook niet in de verhuur. U kunt zich het beste wenden tot een organisatie in uw buurt die wel monumenten beheert. Dat zijn over het algemeen de stadsherstelorganisaties en de diverse provinciale landschappen. Ook kunt u natuurlijk naar een makelaar gaan en wie weet kan hij of zij u verder helpen.
Vraag Kunt u iets zegen over nut en noodzaak van bliksemafleider van / aan een monument? Het betreft een keuterboerderij met rieten dak. Omdat zich nu de tweede keer binnen 15 jaar inductieschade voordoet overweeg ik nu echt maatregelen te nemen…… (we waren wel dom; hadden stekkers niet uit stopcontact en de telefoon en modemaansluitingen idem.) Zijn er nog voorschriften? Antwoord: Er is geen algemene verplichting tot het toepassen van bliksembeveiliging. Gesteld kan wel worden dat bliksembeveiliging toegepast dient te worden in de volgende gevallen: − als een mogelijk verlies ten gevolge van blikseminslag onoverkomelijk is, denk hierbij aan verlies van mensenlevens, openbare diensten en culturele erfgoederen − in omgevingen met ontploffingsgevaar (ATEX)
18
− wanneer de economische schade (direct of indirect door het wegvallen van functionaliteit) in kans en waarde groter is dan de kosten van de te nemen maatregelen Over het toepassen van worden afspraken gemaakt, b.v. in het kader van verstrekking van vergunningen of subsidies, via verzekerings- en garantievoorwaarden. Er is wel technische regelgeving waaraan een bliksembeveiligingsinstallatie moet voldoen, als een installatie daaraan ook voldoet krijgt deze een certificaat. Een gecertificeerde bliksembeveiligingsinstallatie is geen garantie op een 100% bescherming tegen schade, maar in ieder geval geeft het een zo goedmogelijke bescherming. Een overspanningsbeveiliging van elektrische installatie binnen is altijd belangrijk. Zie: www.nen.nl/web/Bouwen/Bliksembeveiliging.htm en www.uneto-vni.nl/ vakgroepen-installatietechniek/bliksembeveiliging/bliksembeveiliging-uneto-vni
Vraag: In september start ik aan de Universiteit Utrecht met een master Architectuurgeschiedenis & Monumentenzorg en voor deze zomer ben ik nog op zoek naar enigszins relevant vakantiewerk. Ik vroeg me af of u voor deze zomer nog vakantiekrachten zoekt. Antwoord: Onze vereniging doet aan voorlichting en belangenbehartiging van de leden. Wij kunnen u helaas geen vakantiewerk of stageplek bieden. Wellicht is het een idee om contact op te nemen met RCE of de monumentenwacht. De grote gemeenten, Amsterdam, den Haag, Utrecht en Rotterdam hebben ook een monumentenbureau, daarheen bellen kan ook geen kwaad.
Vraag: Hoe kunnen wij in het bezit komen van de monument schildje voor aan de gevel in de kleur blauw wit voor de onze panden te Maastricht Antwoord: Deze schildjes werden door de RCE alleen aangebracht op bijzondere
19
monumenten. Ze zijn niet voor elk monument beschikbaar. Bewoond Bewaard heeft bij haar 10 jarig jubileum zelf schildjes voor de leden uitgegeven. Wellicht heeft u bij aanmelding niet aangegeven dat u dit wilde ontvangen. Wij hebben u inmiddels een schildje toegestuurd.
Vraag: Via een vriend van mij heb ik begrepen dat jullie aan ”anti-kraak” woningen doen. Oftewel oppassen in monumentale panden die vrij staan. Ik ben op dit moment woonachtend in Amsterdam, maar door mijn werk (yoga lessen) per direct op zoek naar een beschikbare woning in Den Haag/Scheveningen. Graag zou ik willen vernemen of ik bij u aan het juiste adres ben. Antwoord: Wij kunnen u hierin helaas niet van dienst zijn, de vereniging Bewoond Bewaard bemiddelt niet in anti-kraak woonruimte. Vraag: Ons grachtenpand heeft plaatselijk een te hoge zakkingsnelheid. Het bedrijf dat de metingen verricht heeft, adviseerde plaatselijk funderingsherstel met VDM palen (zgn. vijzelpalen).Komen wij in aanmerking voor een laagrentende lening van het Restauratiefonds? Antwoord: De inspecteur van de gemeente zal het advies zeker overnemen dat funderingsherstel nodig is. Dan kunt u een bouwaanvraag indienen. Er moet een constructeur bij komen met een plan voor de fundering. De monumenten inspecteur moet dat ook goedkeuren. Vooraf dient u uw aanvraag voor te leggen aan de belasting-
20
dienst voor monumenten voor belastingaftrek. Als deze zaken bekend zijn, kunt u de aanvraag doen bij het Restauratie Fonds. Overigens kunt u via hun site ook een ‘quick scan ‘ doen. Dan weet u snel waar u aan toe bent.
Het fonds kan maximaal 70 % financieren met een laagrentende lening. De resterende 30 % kan het fonds ook financieren tegen een marktconforme rente. DdV.
Oproep aan de leden en donateurs Van een aantal leden is het e-mailadres bekend. Dit bestand willen wij uitbreiden en up-to-date houden. U kunt uw gewijzigde of nieuwe e-mailadres sturen naar
[email protected]
21
Uitnodiging Ledenexcursie zaterdag 24 november te Amsterdam De ledenexcusie 2012 gaat naar de werelderfgoed stad Amsterdam. Er worden twee huizen van leden bezocht die in het gebied liggen, dat nu op de Unescolijst van Werelderfgoed staat. De excursie begint tussen 11.30 en 12.00 op het Rokin 100 in de B&B lunchroom. Om 12.00 volgt een bezoek aan de Noord Zuidlijn, die tegenover Rokin 100 een toegang heeft voor bezoekers. Er volgt een rondleiding in de diepte door een medewerker. Vervolgens kan te voet het huis van een lid van bewoond bewaard bezocht worden op de Keizersgracht. De bewoner zal het één en ander over zijn huis en de restauratie vertellen. Hier is ook de lunch. De excursie wordt vervolgd met een bezoek aan museum ‘Het Grachtenhuis’, Herengracht 386. Het is een nieuw museum, particulier initiatief, met een bijzonder concept. De excursie wordt afgesloten in een huis van een lid aan de Keizersgracht, dat vlakbij het museum gelegen is. Na een kort verhaal over de bouwgeschiedenis van het huis, volgt afsluiting van de excursie met een versnapering. De afstanden zijn te voet goed te doen. De bereikbaarheid van het Rokin met het openbaar vervoer is goed. Alle trams richting centraal station stoppen daar. Als u parkeert op een P&R parkeerplaats (o.a. in de parkeergarage onder het Olympisch stadion) ontvangt u ook een kaartje voor de tram. Deelname geschiedt op volgorde van binnenkomst van uw aanmelding. U kunt zich voor deze excursie uitsluitend aanmelden via de secretaris: Secretaris
[email protected] T. 020- 6238095 of SMS bericht 0654705427 Na bevestiging van uw deelname ontvangt u nadere gegevens. Aan deze excursie zijn geen kosten verbonden. Uw enige verplichting betreft de afspraak: aanmelden is komen.
22
23
24