Nieuwsbrief A‐CaRe Najaar 2012
Inhoudsopgave Introductie 3 Coördinatie A‐CaRe 1. Klinisch Onderzoek 4 A‐CaRe 1: REACT ‐ Trainen na Chemotherapie 5 A‐CaRe 1: PACES ‐ Physical exercise during Adjuvant 6 Chemotherapy Effectiveness Study A‐CaRe 1: EXIST ‐ EXercise Intervention after Stem cell 7 Transplantation A‐CaRe 1: QLIM ‐ Quality of Life In Motion voor kinderen met 8 kanker A‐CaRe 2: IT‐supported patient empowerment 9 A‐CaRe 2: A‐WORK ‐ Werkhervatting na Oncologische 10 Revalidatie bij Kanker A‐CaRe 2: Telerevalidatie ‐ Op weg naar oncologische 11/12 revalidatie thuis A‐CaRe 2: Economische evaluatie van oncologische revalidatie 13 Recente publicaties 14 Recente presentaties 15 2
Introductie Geachte lezer, Voor u ligt de 1e gezamenlijke nieuwsbrief van de onderzoeksprogramma’s A‐CaRe 1 Klinisch Onderzoek en A‐ CaRe2Move. Hierin stellen wij de onderzoekers aan u voor en vertellen wij u meer over de projecten van A‐ CaRe.
A‐CaRe 1. Klinisch Onderzoek Dit subprogramma van A‐CaRe is op 1 mei 2009 gestart. Er worden vier trials uitgevoerd om de effectiviteit van beweeg‐ en trainingsprogramma’s op de vermoeidheid, het fysiek functioneren en de kwaliteit van leven te evalueren; 1) bij patiënten na de chemotherapie (REACT); 2) bij patiënten tijdens de chemotherapie (PACES); 3) bij patiënten na een stamceltransplantatie (EXIST); 4) bij kinderen met kanker (QLIM). Daarnaast evalueert dit programma of de beweeg‐ en trainingsprogramma’s kosteneffectief zijn. A‐CaRe 1 wordt gecoördineerd door Laurien Buffart, Mai Chin A Paw en Hans Brug, allen verbonden aan EMGO+ Instituut van het VU medisch centrum.
A‐CaRe2Move Vervolgens is in oktober 2010 A‐CaRe2Move gestart, een programma gericht op onderzoek en implementatie. Het programma beslaat verschillende subprojecten die worden uitgevoerd in meerdere centra verspreid over het land. In het NKI‐AVL loopt een onderzoek naar patient empowerment door middel van een interactief patiëntenportaal. Binnen het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het AMC wordt gekeken naar de haalbaarheid van counseling door een bedrijfsartsconsulent in combinatie met een trainingsprogramma tijdens chemotherapie. In Roessingh Research & Development wordt onderzoek gedaan naar het meten van fysieke fitheid in de thuissituatie, en worden er thuisrevalidatie behandelmodules ontwikkeld en geëvalueerd. Door onderzoekers aan de Universiteit Twente wordt de kosteneffectiviteit van verschillende revalidatieprogramma’s in kaart gebracht. In samenwerking met IQ Healthcare / UMC st Radboud (Dr. Rosella Hermens) streven we er naar de interventies in de toekomst te implementeren in 5‐10 ziekenhuizen in Nederland. De onderzoekers van A‐ CaRe2Move laten zich, waar nodig adviseren door de onderzoekers in A‐CaRe1 over geschikte methoden en meetinstrumenten. In 2015 verwachten we de resultaten van de onderzoeken te kunnen presenteren. De coördinatie van de A‐CaRe2Move projecten is in handen van dr. Wim Groen en prof. dr. Wim van Harten, beiden verbonden aan het NKI‐AVL.
Financiering en directie A‐CaRe 1 Klinisch Onderzoek en A‐CaRe2Move worden gefinancierd door Stichting Alpe d'HuZes (www.opgevenisgeenoptie.nl), ondergebracht bij Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) Kankerbestrijding. Dr. Jan Gerrit Schuurman is directeur van A‐CaRe. Informatie: www.a‐care.org.
3
Coördinatie A‐CaRe 1. Klinisch Onderzoek Beste lezers, Er is al weer een A‐CaRe jaar voorbij. De vier klinische trials zijn het afgelopen jaar druk bezig geweest met de werving van deelnemers. Gelukkig zijn velen erg enthousiast om mee te doen aan de trainingen en de bijbehorende metingen. Hartelijk dank daarvoor. Verderop in deze nieuwsbrief kunt u lezen hoe het precies gaat met elk van deze trials. Onderzoek Binnen A‐CaRe Klinisch Onderzoek evalueren we de effectiviteit van beweeg‐ en trainingsprogramma’s op fysiek functioneren, vermoeidheid en de kwaliteit van leven van verschillende groepen patiënten met kanker. Naast dat het belangrijk is om te onderzoeken of training effectief is, is het ook belangrijk om inzicht te krijgen in hoe training precies werkt. Meer kennis over werkingmechanismen van fysieke training bij patiënten met kanker geeft handvaten om training effectiever te maken en beter toegepast op de individuele patiënt. Een eerste aanzet hiertoe hebben we gedaan in samenwerking met onderzoeker Anne May uit Utrecht en haar collega’s. Enkele jaren geleden heeft deze onderzoeksgroep aangetoond dat een revalidatieprogramma bestaande uit matig intensieve kracht‐ en duurtraining in combinatie met zelfmanagement een gunstig effect had op de kwaliteit van leven van patiënten na behandeling met chemotherapie. Onze aanvullende analyses tonen aan dat dit revalidatieprogramma heeft geleid tot een toename in de hoeveelheid lichamelijke activiteit, een toename in het vertrouwen in eigen kunnen en een toename in gevoel van controle. Deze veranderingen hangen samen met een vermindering van vermoeidheid en vermindering van sombere gevoelens. Dit leidt vervolgens tot een verbetering van de kwaliteit van leven. Ook is er een directe relatie tussen meer lichamelijke activiteit en een betere kwaliteit van leven (zie figuur). Deze studie is ter publicatie aangeboden aan een internationaal tijdschrift.
Vergelijkbare statistische analyses kunnen we straks ook toepassen bij de gegevens die we verzamelen binnen de vier klinische trials van A‐CaRe, zodat we straks niet alleen meer kennis hebben over de effectiviteit van revalidatieprogramma’s maar ook over de manier waarop oncologische revalidatie kan leiden tot een verbeterde kwaliteit van leven van de patiënt. Hartelijke groeten vanuit het EMGO+ Instituut, Ook namens Hans Brug (midden) en Mai Chin A Paw (rechts), Laurien Buffart (links) Contact: a‐
[email protected]
4
A‐CaRe 1: REACT ‐ Trainen na Chemotherapie
De onderzoeker Mijn naam is Caroline Kampshoff (foto: midden). In 2010 ben ik als onderzoeker in opleiding op het VU medisch centrum gestart met het opzetten en uitvoeren van de A‐ CaRe, Resistance and Endurance exercise After ChemoTherapy (REACT) studie. Uiteraard doe ik dit niet alleen. Ik krijg fantastische hulp van twee onderzoeksassistenten, Karen van der Weiden (foto: links) en Charlotte de Kruif (foto: rechts), en een groot team aan (co)promotoren.
Het project Patiënten beschouwen vermoeidheidsklachten als één van de meest ingrijpende bijwerkingen van chemo‐ of radiotherapie. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek suggereert dat fysieke training kan bijdragen aan een afname van vermoeidheidsklachten en een verbetering in fysieke fitheid en kwaliteit van leven. De REACT‐ studie, toetst de (kosten)effectiviteit van trainen na chemotherapie op vermoeidheid en fysieke fitheid. Evenzo bestuderen we de gewenste intensiteit van trainen na chemotherapie; laag‐tot‐matig intensief of hoog intensief trainen.
Stand van zaken In maart 2011 is de REACT‐studie van start gegaan. Patiënten met een tumor aan borst, dikke darm, eierstok, baarmoederhals, testis of maligne lymfoom en die behandeld zijn met ((neo)adjuvante) chemotherapie, worden uitgenodigd voor deelname aan de studie. De oncologisch verpleegkundigen van vier ziekenhuizen in de regio Eindhoven hebben in totaal 304 patiënten uitgenodigd voor deelname. 126 patiënten hebben besloten deel te nemen; dit is 42% van de potentiële populatie. De inclusie van deelnemers wordt voortgezet tot de zomer van 2013. We beogen in totaal 280 deelnemers te includeren. Huidige deelnemende ziekenhuizen zijn: Máxima Medisch Centrum te Eindhoven en Veldhoven, Catharina Ziekenhuis te Eindhoven, Elkerliek Ziekenhuis te Helmond en St. Anna Ziekenhuis te Geldrop. Toekomstige deelnemende ziekenhuizen zullen zijn: Viecuri Ziekenhuis te Venlo en Venray, Zuwe Hofpoort Ziekenhuis te Woerden, St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein en Utrecht, Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam, en het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam.
Literatuuronderzoek Ook is het belangrijk om inzicht te krijgen in factoren die een rol spelen bij het volhouden van trainingsinterventies. Immers, enkel dan kunnen we trainingseffecten verwachten. Het onderzoeksteam heeft een systematisch literatuuronderzoek verricht naar alle factoren die voor kankerpatiënten een rol spelen bij het volhouden van trainingsinterventies en het behouden van een actieve leefstijl. Het literatuuronderzoek toont aan dat jongere leeftijd, hulpvaardigheid en sportverleden een rol spelen bij het behouden van een actieve leefstijl. Ook spelen factoren zoals vermoeidheid en lichaamssamenstelling mogelijk een rol, maar meer onderzoek is nodig om dit te bevestigen.
Contact Promovendus: Caroline Kampshoff.
[email protected] ‐ 020‐4445612. Hoofdonderzoekers: Dr. L. Buffart, dr. M. Chinapaw, dr. G. Schep, prof. dr. J. Brug, prof. dr. W. van Mechelen VU medisch centrum, EMGO+ Instituut, Amsterdam.
5
A‐CaRe 1: PACES ‐ Physical exercise during Adjuvant Chemotherapy Effectiveness Study
De onderzoeker Ik ben Hanna van Waart, Onderzoekster in Opleiding aan het Nederlands Kanker Instituut ‐ Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis op de afdeling Psychosociaal Onderzoek en Epidemiologie. Na mijn studie bewegingswetenschappen heb ik bij het EMGO+ instituut en het VUmc gewerkt. Sinds augustus 2009 houd ik me met bijzonder veel plezier bezig met de A‐CaRe studie 2, Physical exercise during Adjuvant Chemotherapy Effectiveness Study (PACES). Gelukkig krijg ik veel hulp van Marianne Berkhof (onderzoeksassistent) en de rest van de projectgroep.
Het project In PACES evalueren we de (kosten)effectiviteit van twee bewegingsprogramma’s tijdens chemotherapie op fitheid, vermoeidheid en kwaliteit van leven. We vergelijken drie studiegroepen; 1) Onco‐Move: een laag intensief bewegingsprogramma in de thuissituatie; 2) OnTrack: een intensief, gestructureerd bewegingsprogramma onder begeleiding van een fysiotherapeut; en 3) een gebruikelijke zorg controle groep. Voor de start met chemotherapie, aan het einde van de chemotherapie en zes maanden na einde chemotherapie nemen we een bewegingsonderzoek en vragenlijst af. Indien effectief, zal dit een welkome toevoeging zijn op de standaard hulpverlening tijdens chemotherapie.
Stand van zaken Inmiddels zijn er 243 deelnemers met borst‐ of darmkanker die deelnemen aan PACES. Hiervan zijn 178 klaar met de chemotherapie. De helft van de deelnemers hebben de laatste meting op zes maanden na einde chemotherapie gehad. Eind 2013 verwachten we alle metingen afgerond te hebben. In 2014 zullen de resultaten gerapporteerd worden. Anekdotische resultaten zijn er al wel. Zo kregen wij een kaartje van een deelneemster dat ik graag deel: “Even een berichtje om te laten weten dat het bewegen tijdens de chemokuur heel goed gaat, het is zwaar maar als ik het gedaan heb krijg ik meer energie. Ben nu op de helft nog 3 keer en dan zit het er op. Bedankt dat ik mee mag doen aan jullie onderzoek. Ik weet heel zeker dat het goed helpt.”
Contact Promovendus: Hanna van Waart.
[email protected] ‐ 020‐5122474 Projectgroep: Prof.dr. Neil K. Aaronson, Prof.dr. Wim H. van Harten, Drs. Martijn M. Stuiver, Dr. Gabe S. Sonke. Nederlands Kanker Instituut ‐ Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Amsterdam.
Waterland
6
A‐CaRe 1: EXIST ‐ EXercise Intervention after Stem cell Transplantation
De onderzoeker Mijn naam is Saskia Persoon en ik ben sinds maart 2010 werkzaam als Onderzoeker in Opleiding bij de afdeling Revalidatie van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam. Hiervoor heb ik Bewegingswetenschappen gestudeerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Momenteel houd ik me voornamelijk bezig met de coördinatie en uitvoering van de EXIST studie. Dat hoef ik gelukkig niet alleen te doen, ik krijg veel hulp van mijn (co‐)promotoren en ook zijn zowel Karen van der Weiden (onderzoeksassistent) als Griet van der Slagmolen (sportarts i.o.) nauw betrokken bij de uitvoer van het project.
Het project EXIST is een multicentrum, prospectief, enkelvoudig geblindeerd gerandomiseerd onderzoek naar de (kosten‐) effectiviteit van een geïndividualiseerd hoog‐intensief trainingsprogramma bij patiënten met multipel myeloom of lymfoom die recentelijk zijn behandeld met hoge dosis chemotherapie en autologe stamceltransplantatie. We streven er naar om 120 patiënten te includeren in het onderzoek. Na de baseline metingen (een vragenlijst en een bewegingsonderzoek; 6‐14 weken na stamceltransplantatie) worden patiënten geloot naar interventie‐ of controlegroep. De interventiegroep volgt naast de standaardbehandeling het trainingsprogramma, de controlegroep ontvangt alleen de standaardbehandeling. De patiënten uit de interventiegroep trainen 18 weken (12 weken 2x in de week, 6 weken 1x in de week) onder begeleiding van een fysiotherapeut in een lokale fysiotherapiepraktijk volgens een gedetailleerd protocol. De trainingen bestaan uit zowel kracht‐ als intervaltraining. Hiernaast wordt de patiënt in 6 counselinggesprekken gestimuleerd om een actieve leefstijl te verkrijgen en/of te behouden. De controlegroep ontvangt alleen standaard zorg; deelnemers zijn vrij om deel te nemen aan andere revalidatiebehandelingen. Na 20‐21 en 72‐73 weken wordt er weer bij alle patiënten een vragenlijst en een bewegingsonderzoek en afgenomen.
Stand van zaken De studie loopt nu ongeveer anderhalf jaar en op dit moment zijn er 41 patiënten ingestroomd in de studie. Inmidels hebben 20 patiënten de tweede meting op 20‐21 weken achter de rug en één patient heeft het zelfs al het hele programma doorlopen. Op dit moment zijn er 15 fysiotherapiepraktijken bij de studie betrokken. De negen patiënten die het programma af hebben gemaakt en de tevredenheidvragenlijst hebben ingevuld geven het programma gemiddeld maar liefst een 8.4 op een schaal van 1 (zeer slecht) tot 10 (zeer goed). Ook waren deze patiënten zeer tevreden over de kwaliteit van de fysiotherapeut. De studie is geopend in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam, het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (Amsterdam), het HagaZiekenhuis (Den Haag), het St. Antonius Ziekenhuis (Nieuwegein) en het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Om te zorgen dat er nog meer patiënten kunnen participeren in de studie zal binnenkort ook het Erasmus MC/Daniel den Hoedkliniek gaan deelnemen aan de studie!
Contact Promovendus: Saskia Persoon:
[email protected] ‐ 020‐5666915 (ma‐wo‐vr), 020‐4441709 (di‐do). Projectgroep: dr. M.J. Kersten, dr. M.J.M. Chin A Paw, prof. dr. F. Nollet, prof. dr. J. Brug. VU medisch centrum, EMGO+ Instituut, Amsterdam
7
A‐CaRe 1: QLIM ‐ Quality of Life In Motion voor kinderen met kanker
De onderzoekers Katja Braam (links) is sinds 2003 werkzaam op de afdeling kinderoncologie/ hematologie van VUmc. Sinds 2007 is zij op dezelfde afdeling werkzaam als wetenschappelijk onderzoeker/promovendus van het QLIM project. Zij doet dit samen met Alice van Dijk (rechts). Alice is sinds 1997 werkzaam bij de Afdeling Medische Psychologie, Sectie Pediatrische Psychologie van VUmc. Momenteel houdt zij zich bezig met zowel de (poli‐) klinische patiëntenzorg als met haar promotieonderzoek QLIM.
Het project Net als volwassenen met kanker, zijn kinderen met kanker minder actief tijdens hun ziek zijn. Dit is normaal. Maar door de vaak lange duur van de behandeling en de lange duur van de inactiviteit, kan blijvende schade optreden. Doel van het QLIM onderzoek is het evalueren van de korte‐ en lange termijn effectiviteit van een gecombineerd lichamelijk en psychosociaal trainingsprogramma, geïmplementeerd tijdens of vlak na de behandeling. Hierbij wordt gekeken naar uithoudingsvermogen, spierkracht, botdichtheid, lichaamssamenstelling en het psychisch functioneren. Aanvullend bekijken we de kosteneffectiviteit van het programma. Kinderen met kanker van 8 tot 18 jaar mogen meedoen. Kinderen die loten voor deelname aan de behandeling van de studie krijgen gedurende 12 weken een intensief programma: 2 maal per week sport en 1 maal per 2 weken een psychosociale training. De in de controlegroep gelote kinderen volgen geen specifiek programma, maar worden ook niets onthouden.
Stand van zaken Het onderzoek draait momenteel in vier kinderoncologische centra: VUmc Amsterdam, Wilhelmina kinderziekenhuis Utrecht, Emma Kinderziekenhuis/AMC Amsterdam en het Erasmus MC in Rotterdam. In totaal 49 kinderen hebben toestemming gegeven voor deelname aan de studie. Hiervan hebben er 22 de studieperiode geheel doorlopen. Acht van de 49 kinderen hebben hun deelname aan de studie vroegtijdig moeten beëindigen vanwege medische of andere (niet studiegerelateerde) redenen. De interventiegroep bestaat momenteel uit 19 kinderen, en de controlegroep 25; bij 5 kinderen heeft de loting nog niet plaatsgevonden. Om uiteindelijk 60 kinderen te hebben die het onderzoek helemaal doorlopen gaan we nog één jaar door met uitnodigen van kinderen voor deelname. Toch heeft het QLIM trainingsprogramma zijn haalbaarheid reeds getoond. Het programma kan worden uitgevoerd door kinderen met kanker: de zwaarte van het programma heeft tot op heden geen uitval opgeleverd, noch zijn er blessures opgetreden als gevolg van de studie. Maar voor echte effecten van het programma is het nog te vroeg. Ieder kind dat in de groei is wordt sterker en groter. Met deze studie kijken we naar de verandering binnen het kind, dus zowel in de interventiegroep als controlegroep. Is er een verschil te zien in de mate van groei en ontwikkeling? Sterkt de ene groep duidelijk harder dan de andere? Over 2 jaar weten we het.
Contact Promovendi: Drs. Katja Braam en drs. Alice van Dijk.
[email protected] ‐ 020‐4441587. Projectgroep: Dr. Margreet Veening, dr. Eline van Dulmen‐den Broeder, prof. dr. Gert‐Jan J.L. Kaspers, dr. Tim Takken, dr. Jaap Huisman. VU medisch centrum, Amsterdam
8
A‐CaRe 2: IT‐supported patient empowerment De onderzoekers Wij zijn Wim Groen en Wilma Kuijpers, respectievelijk postdoc en promovendus bij het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (NKI‐AVL). Wij zijn werkzaam op het A‐CaRe2Move sub‐project “IT‐supported patient empowerment”, wat betekent dat wij ons bezighouden met de ontwikkeling van een interactief patiëntenportaal. Wilma: Ik heb Bewegingswetenschappen gestudeerd en dit aangevuld met een master Sociale Psychologie. Binnen dit project kan ik de kennis die ik heb opgedaan tijdens deze opleidingen goed combineren. Dit project is erg uitdagend, en ik ga deze uitdaging graag aan! Wim: na mijn opleiding bewegingswetenschappen heb ik promotieonderzoek gedaan in het UMC Utrecht dat geresulteerd heeft in een nieuwe vragenlijst waarmee het fysiek functioneren van kinderen met hemofilie gemeten kan worden (de pediatrische hemofilie activiteitenlijst; pedHAL). Daarnaast ben ik betrokken geweest bij verschillende studies over fysieke activiteit en fitheid bij patiënten met hemofilie en andere chronische aandoeningen. Ik hoop met mijn opgedane kennis bij te kunnen dragen aan de zorg voor oncologische patiënten.
Het project Het doel van dit project is het ontwikkelen, implementeren en evalueren van een interactief patiëntenportaal voor patiënten met borst‐ en longkanker. Dit portaal zal ‐ naast voorlichtingsmateriaal ‐ een survivorship care plan, patient reported outcomes (PRO’s) en een beweegmodule gaan bevatten. In het survivorship care plan kan de patiënt persoonlijke informatie vinden over zijn diagnose en behandeling, nazorg en adviezen voor een gezonde leefstijl. De PRO’s zijn vragenlijsten over kwaliteit van leven die een patiënt invult voorafgaand aan een consult. De resultaten worden teruggekoppeld naar zowel patiënt als behandelaar, zodat beiden inzicht krijgen in hoe het met de patiënt gaat. In het consult kan dan aandacht besteed worden aan de klachten van de patiënt. De beweegmodule is bedoeld om patiënten te ondersteunen in het fysiek actief worden of blijven. Steeds meer onderzoek wijst uit dat bewegen positieve effecten heeft op het psychosociale en fysieke vlak, zowel tijdens als na behandeling. Tenslotte zullen (aspecten van) telerevalidatie en return‐to‐work, projecten die hierna beschreven worden, in het portaal worden opgenomen.
Stand van zaken Vanaf november 2010 hebben wij ons bezig gehouden met literatuuronderzoek, interviews, focusgroepen en gesprekken met diverse IT‐partijen om een basis te creëren voor de ontwikkeling van het portaal. Met name de focusgroepen hebben veel waardevolle informatie opgeleverd. Op dit moment zijn we op een punt dat onze wensen en eisen omgezet moeten worden naar IT‐functionaliteit. De ontwikkeling van het portaal zal stapsgewijs gaan: op basis van de input van zorgverleners en patiënten wordt het portaal geoptimaliseerd. Hierbij zal de focus voornamelijk liggen op gebruiksvriendelijkheid en technische aspecten. Zo kunnen we ons tijdens de evaluatiestudie die in het NKI‐AVL zal worden uitgevoerd, vooral richten op het effect van het portaal op patient empowerment, fysieke activiteit en kwaliteit van leven. In 2013 zal het portaal ontwikkeld worden en zal in het vierde kwartaal de eerste patiënt in de evaluatiestudie instromen.
Contact Postdoc onderzoeker: dr. Wim Groen.
[email protected] ‐ 020‐5127486. Promovendus: drs. Wilma Kuijpers.
[email protected] ‐ 020‐5127486. Projectgroep: Prof. dr. Wim van Harten, Prof. dr. Neil Aaronson, Dr. Hester Oldenburg, Drs. Michel Wouters. Nederlands kanker Instituut ‐ Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, Amsterdam.
9
A‐CaRe 2: A‐WORK ‐ Werkhervatting na Oncologische Revalidatie bij Kanker
De onderzoeker Ik ben Iris Groeneveld, post doc onderzoeker bij het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het AMC te Amsterdam. Van 2011 t/m 2014 houd ik mij bezig met de coördinatie van het A‐CaRe2Move sub‐project A‐WORK: Werkhervatting door Oncologische Revalidatie bij Kanker. Na mijn studie gezondheidswetenschappen ben ik in 2011 gepromoveerd aan de VU op het onderwerp leefstijlbegeleiding aan werknemers met een verhoogd risico op hart‐ en vaatziekten. Bewegen heeft veel voordelen voor de gezondheid, ook bij zieke werknemers. Het is een verfrissende uitdaging om mij nu met een nieuw onderwerp binnen dit thema bezig te houden.
Het project Het primaire doel van de A‐WORK studie is het evalueren van de haalbaarheid, wenselijkheid, en het ervaren nut van begeleiding bij werkhervatting aan mensen met kanker tijdens chemotherapie. Secundaire doelen zijn het bepalen van (tijd tot) werkhervatting, veranderingen in fitheid, vermoeidheid en kwaliteit van leven, en kosten. De A‐WORK interventie vindt plaats binnen het Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag en de Isala Klinieken in Zwolle, en bestaat uit twee onderdelen: 1) Eén tot drie gesprekken met een bedrijfsartsconsulent over de gevolgen van kanker voor werk en de mogelijkheden voor geleidelijke werkhervatting. De bedrijfsartsconsulent geeft onafhankelijk advies, op basis van o.a. gegevens over de fitheid van de patiënt. 2) Een matig tot hoog intensief trainingsprogramma bestaande uit interval‐ en krachttraining. De training is twee keer per week een uur, twaalf weken lang, onder begeleiding van een ervaren fysiotherapeut. Voor en na de interventie neemt de sportarts een maximaaltest af. Vragenlijsten worden afgenomen op baseline, en na 1, 4, 6, 12 en 18 maanden. Ons doel is 130 patiënten te includeren binnen twee jaar.
Stand van zaken In augustus 2011 kregen we toestemming van de METC. Met medewerking van enthousiaste oncologen, oncologieverpleegkundigen, sportartsen en fysiotherapeuten gingen de werving en interventie meteen van start. Op dit moment nemen er 57 oncologische patiënten deel aan de studie. Er zijn nog geen resultaten. Wel blijkt dat de meeste deelnemers in staat zijn de training vol te houden, al dan niet op een wat lager pitje dan gepland. In persoonlijke interviews vertelden patiënten die al eerder een beweegprogramma hebben gevolgd dat bewegen een positief effect had op werkhervatting en productiviteit, onder andere doordat hun ervaren energieniveau toenam. We zijn benieuwd of dat ook geldt voor de deelnemers in de A‐WORK studie. In 2013 hopen we een uitspraak te doen over de haalbaarheid van de A‐WORK interventie, en in 2014 over de andere uitkomstmaten.
Contact Postdoc onderzoeker: Dr. Iris Groeneveld.
[email protected] ‐ 020‐5665341. Projectgroep: Dr. Angela de Boer, prof dr. Monique Frings‐Dresen. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC, Amsterdam.
10
A‐CaRe 2: Telerevalidatie ‐ Op weg naar oncologische revalidatie thuis De onderzoeker Ik ben Josien Timmerman, promovendus bij Roessingh Research and Development en de Universiteit Twente in Enschede. Van 2011 t/m 2016 ben ik, samen met Thijs Tönis, werkzaam als onderzoeker binnen het deelproject van A‐CaRe2Move ‘Telerevalidatie’. Na mijn studie ergotherapie heb ik eerst praktijkervaring opgedaan in de zorg als behandelaar en adviseur. Na afronding van de master Bewegingswetenschappen, ben ik in 2011 gestart bij RRD/UT. De opgedane kennis en (praktijk)ervaring, heb ik tot nu toe goed kunnen gebruiken binnen het project ‘Telerevalidatie’, waarin we ons (mede) richten op beweeggedrag, beweeginterventies en vergroten van self‐management van cancer survivors.
Het project Het primaire doel van het project is het implementeren van een telerevalidatie dienst voor cancer survivors die een curatieve long‐ of buikoperatie hebben ondergaan. Deze dienst maakt het mogelijk om oncologische revalidatie aan te bieden in de eigen thuissituatie van de patiënt. Hiertoe wordt door middel van ambulante meetinstrumenten (sensoren, dagboekjes etc.) de gezondheidsstatus en uitvoer van de behandeling in de eigen thuissituatie gemonitored. Door middel van feedback (geautomatiseerd en/of via de zorgprofessionals) wordt de patiënt gecoacht hoe hij zijn gezondheidsstatus verder kan verbeteren. De verkregen informatie over de gezondheidsstatus en voortgang van de behandeling zal voor de betrokken behandelaar(s) en patiënt via een webportaal inzichtelijk worden gemaakt. De patiënt zal dit portaal tevens gebruiken om oefeningen die door zijn behandelaar zijn voorgeschreven, te bekijken en uit te voeren. In de komende jaren zal mijn onderzoek zich richten op het ontwikkelen van bovengenoemde thuisrevalidatie behandelmodules in nauwe samenwerking met behandelaars en gebruikers, de evaluatie ervan en bijdragen aan de implementatie van de telerevalidatie dienst in de dagelijkse zorg.
Stand van zaken De eerste twee jaar van het onderzoek zijn vooral gericht op het in kaart brengen van de gezondheidsstatus van de doelgroep en de wensen van de patiënten en behandelaars ten aanzien van oncologische revalidatie thuis. In juni 2012 is daarom gestart met een longitudinaal onderzoek in het NKI‐AVL, waarbij het herstel van longkankerpatiënten na een curatieve resectie in kaart wordt gebracht. De focus ligt hierbij op het herstel van het fysiek en psychologisch functioneren en de kwaliteit van leven. Om een goed beeld te krijgen van de benodigde zorg na een longresectie, wordt ook gevraagd naar het zorggebruik en de zorgbehoefte gedurende de eerste 6 maanden na operatie. Tegelijkertijd is gestart met een kwalitatief onderzoek onder longkankerpatiënten die al een longresectie hebben ondergaan. In dit deelonderzoek worden de wensen en ideeën van longkankerpatiënten en hun behandelaars over oncologische revalidatie na longresectie en het gebruik van technologie ter ondersteuning van de revalidatiebehandeling, in kaart gebracht.
Contact Promovendus: Drs. Josien Timmerman,
[email protected] ‐ 053 4875721. Projectgroep: Prof dr. Miriam Vollenbroek‐Hutten. Cluster Telemedicine, Roessingh Research and Development, Enschede. Biomedical Signals and Systems, Universiteit Twente, Enschede.
11
A‐CaRe 2: Telerevalidatie ‐ Op weg naar oncologische revalidatie thuis
De onderzoeker Mijn naam is Thijs Tönis, promovendus bij zowel Roessingh Research and Development (RRD) als de Universiteit Twente (UT). Ik doe mijn onderzoek binnen het A‐CaRe2 sub‐ project Telerevalidatie: “Op weg naar oncologische revalidatie thuis”. Na mijn studie elektrotechniek aan de UT, met als afstudeer richting biomedische signalen en systemen, ben ik in 2005 als junior onderzoeker begonnen bij RRD. Hier ben ik betrokken geweest bij meerdere tele‐monitoring en treatment projecten. Naast de technische rol die ik binnen het Telerevalidatie deelproject van A‐CaRe2Move heb, richt ik mijn promotie onderzoek op het schatten van fysieke conditie in de thuis situatie.
Het project Patiënten die herstellende zijn van een zware ziekte zoals kanker, geven de voorkeur aan revalidatie in de thuis situatie. Daarnaast zal, door het groeiende aantal patiënten, het in de toekomst niet mogelijk zijn om de behandeling op dezelfde manier met hetzelfde aantal face‐to‐face contacten te blijven geven. Verwacht wordt dat de zorg verbetert als een deel van de behandeling effectief en efficiënt op afstand gedaan kan worden. Het deelproject Telerevalidatie heeft als doel de (fysieke) oncologische revalidatie in de thuissituatie mogelijk te maken. Hiertoe wordt door middel van ambulante meetinstrumenten (sensoren, dagboekjes etc.) de gezondheidsstatus en uitvoer van de behandeling in de eigen thuissituatie gemonitored en wordt door middel van feedback (geautomatiseerd en/of via de zorgprofessionals) de patiënt gecoacht. Het onderzoek zal zich richten op patiënten die als curatieve behandeling voor hun kanker een long‐ of buikoperatie hebben ondergaan. Een van de aspecten waarop de behandeling gestuurd kan worden is de fysieke fitheid. Fysieke fitheid voor operatie is onder andere gerelateerd aan de kans op postoperatieve complicaties, en is na de operatie een sterke voorspeller voor onder andere kwaliteit van leven en vermoeidheid. Het is niet praktisch, te kostbaar en te intensief voor een patiënt om verandering van fysieke fitheid tijdens een oefenprogramma meerdere keren d.m.v. een maximaal test te bepalen. Meer ideaal zou het zijn als fysieke fitheid zonder de patiënt te veel te belasten, nauwkeurig buiten het laboratorium bepaald kan worden. Een belangrijke vraag is hoe fysieke fitheid objectief gemeten kan worden in de thuissituatie. Ik zal d.m.v. experimenteel onderzoek in zowel het laboratorium als de thuissituatie onderzoeken of fysieke fitheid door middel van de koppeling van hartslag en activiteiten niveau nauwkeurig bepaald kan worden.
Stand van zaken In een laboratorium omgeving is een pilot studie uitgevoerd bij gezonde proefpersonen. Hierbij is gekeken of op basis van hartslag gecombineerd met hoeveelheid activiteit, fysieke fitheid voorspeld kan worden. Het model om VO 2max te schatten had een verklarende variantie van 90% en een standaard fout van 2,05 ml O 2 kg‐ 1 min‐1, wat vergelijkbaar is met veel sub‐maximaal testen. In een vervolg studie zal gekeken worden of in de thuissituatie VO 2max met gelijke precisie uit activiteiten uit het dagelijks leven bepaald kan worden.
Contact Promovendus: ir. Thijs Tönis,
[email protected] ‐ 053‐4875750. Projectgroep: Prof. dr. Miriam Vollenbroek‐Hutten, Prof. dr. ir. Hermie Hermens. Cluster telemedicine, Roessingh Research and Development, Enschede. Biomedical Signals and Systems, Universiteit Twente, Enschede.
12
A‐CaRe 2: Economische evaluatie van oncologische revalidatie De onderzoeker Mijn naam is Janne Mewes en ik ben AiO in de vakgroep Health Technology and Services Research aan de Universiteit Twente in Enschede. Sinds Maart 2011 onderzoek ik de kosteneffectiviteit van revalidatie voor kankerpatiënten in het kader van A‐CaRe2Move. Van achtergrond ben ik gezondheidswetenschapper.
Aanleiding voor het project Het aantal mensen met kanker in Nederland neemt toe, en er wordt langzamerhand bekend wat de positieve gezondheidseffecten zijn van revalidatie in deze patiëntengroep. Daardoor zal de vraag naar revalidatie snel stijgen. Omdat de beschikbare middelen in de gezondheidszorg in toenemende mate onder druk staan is het belangrijk hier zo efficiënt mogelijk mee om te gaan. Bovendien zijn individuele zorgverzekeraars als ook het College voor Zorgverzekeringen steeds minder geneigd nieuwe interventies te vergoeden waarvan de kosteneffectiviteit niet aangetoond of laag is. Daarom gaan wij aan de slag met het onderzoeken van de kosteneffectiviteit van oncologische revalidatie.
Het project Het doel van dit project is het vaststellen van de kosteneffectiviteit van de interventies die binnen A‐CaRe2Move ontwikkeld worden en van de revalidatiezorg die in de nieuwe richtlijn “Oncologische Revalidatie” wordt aanbevolen. Ten eerste zal voor elke interventie die in het A‐CaRe2Move‐project ontwikkeld wordt, zijnde werkhervatting, telemonitoring, en het internetportaal, een kosteneffectiviteitsanalyse uitgevoerd worden. In de analyse wordt gekeken hoe de verhouding tussen de kosten en de effecten van de interventie eruit ziet. Ten tweede willen we weten hoe kosteneffectief het is wanneer patiënten volgens de nieuwe richtlijn “Oncologische Revalidatie” behandeld worden. Daarnaast willen we de zogenaamde “budget impact”, de invloed op het budget van de gezondheidszorg, onderzoeken. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de impact van oncologische revalidatie op de totale zorgkosten in Nederland. Het doel is om de specifieke kosten voor zorgverzekeraars, ziekenhuizen en zorgverleners inzichtelijk te maken, wat hopelijk ertoe leidt dat oncologische revalidatie zo effectief én efficiënt mogelijk wordt aangeboden.
Stand van zaken Een literatuuroverzicht over wat al bekend is over de effectiviteit van meerdere revalidatie‐interventies en over de kosteneffectiviteit van kankerrevalidatie, verschijnt binnenkort in het wetenschappelijke tijdschrift “The Oncologist”. We hebben gevonden dat het volgen van meerdere interventies na afsluiten van de primaire behandeling effectief is. Echter, er is weinig bewijs dat revalidatieprogramma’s die uit meerdere interventies bestaan effectiever zijn dan revalidatie die uit één interventie bestaat. Voor zover revalidatie‐interventies tot nu toe op kosteneffectiviteit onderzocht zijn, is gevonden dat wanneer deze effectief zijn, ze ook kosteneffectief zijn. We zijn nu bezig met het opzetten van het verder geplande onderzoek en met het evalueren van de kosteneffectiviteit van interventies die in het NKI ontwikkeld zijn om menopausale klachten te verminderen die bij borstkankerpatiënten door chemotherapie vervroegd zijn begonnen.
Contact Promovendus: drs. Janne Mewes ‐
[email protected] ‐ tel: 053 489‐3905. Projectgroep: dr. Lotte Steuten, prof. dr. Wim van Harten. Health Technology and Services Research, Universiteit Twente, Enschede.
13
Recente Publicaties A‐CaRe 1 Buffart LM, de Backer IC, Schep G, Vreugdenhil A, Brug J, Chinapaw MJM. Fatigue mediates the association between physical fitness and quality of life in cancer survivors. J Sci Med Sports 2012; Jun 30 [Epub ahead of print]. Buffart LM, Thong MSY, Schep G, Chinapaw MJM, Brug J, van de Poll‐Franse LV. Self‐reported physical activity: its correlates and relationship with health‐related quality of life in a large cohort of colorectal cancer survivors. PLoS ONE 2012; 7(5):e36164. Chinapaw MJM*, Buffart LM*, van Mechelen W, Schep G, Aaronson NK, van Harten WH, Stuiver MM, Kersten MJ, Nollet F, Kaspers GJL, van Dulmen‐den Broeder E, Huisman J, Takken T, van Tulder M, Brug J. Alpe d’HuZes Cancer Rehabilitation (A‐CaRe) research: Four randomized controlled exercise trials and economic evaluations in cancer patients and survivors. *Shared first authorship. Int J Behav Med 2012; 19: 143‐156. Kampshoff CS, Buffart LM, Schep G, Nijziel MR, van Mechelen W, Brug J, Chinapaw MJ. Een gerandomiseerd onderzoek naar de effecten van training na chemotherapie op fysieke fitheid en vermoeidheid: Resistance and Endurance Exercise After ChemoTherapy (REACT). Nederlands Tijdschrift voor Oncologie 2011; 8: 303‐307.
A‐CaRe2Move Groeneveld IF, de Boer AG, Frings‐Dresen MH. A multidisciplinary intervention to facilitate return to work in cancer patients: intervention protocol and design of a feasibility study. BMJ Open 2012; Jul 10;2(4). Tönis T.M., Gorter K., Vollenbroek‐Hutten M.M.R., Hermens H., Comparing VO2max determined by using the relation between heart rate and accelerometry with submaximal estimated VO2max, The journal of Sports Medicine and Physical Fitness, 2012, 52(4):337‐43 Mewes JC, Steuten LMG, IJzerman MJ, Harten WH van (2012). Effectiveness of Multidimensional Cancer Survivor Rehabilitation and Cost‐Effectiveness of Cancer Rehabilitation in General: A Systematic Review. The Oncologist, accepted for publication.
14
Recente Presentaties
A‐CaRe 1 Juli 2012. Buffart LM. Exercise in cancer patients and survivors. How, for whom and under what circumstances? German Cancer Aid. Pre‐Meeting Exercise‐Oncology Symposium. Frankfurt, Duitsland (Presentatie). Mei 2012. van Waart H. On the Move. Symposium oncologie verpleegkundigen, Amsterdam (Presentatie). Mei 2012. van Waart H. Bewegen en Kanker. 18e NKI‐AVL Symposium, Amsterdam (Presentatie). Mei 2012. Braam KI. A combined physical exercise and psychosocial training program to improve physical fitness in children with cancer. CCA‐VICI evening lecture, Amsterdam (Presentatie). Maart 2012. Buffart LM. Lichamelijke activiteit van patiënten na behandeling voor colorectaalkanker. 19e congres van de Nederlandse Vereniging Psychosociale Oncologie. Hogeschool Domstad, Utrecht (Presentatie). Februari 2012. Braam KI. De correlatie tussen testuitslagen van de Steep Ramp Test en de maximaaltest bij kinderen met kanker. 1e Amsterdam Kindersymposium. Westergasfabriek, Amsterdam (Poster). November 2011. Buffart LM. Beweging en Training bij Kanker. Symposium Oncologische Revalidatie. Toepassing van de richtlijn voor zorg op maat in de praktijk. Jaarbeurs Congrescentrum Utrecht (Presentatie).
A‐CaRe2Move September 2012. Kuijpers W; Groen WG; Aaronson NK; van Harten, WH. Web‐based interventions for patient empowerment and physical activity in chronic diseases: Relevance for cancer survivors. ECRS symposium, Kopenhagen, Denemarken (Presentatie). Juni 2012, Tönis TM, Vollenbroek‐Hutten MMR, Hermens H. Combining Heart Rate and Accelerometer Data to Estimate Physical Fitness. ACSM 59th annual meeting, 3rd exercise is medicine congress, San Francisco, VS (Poster). Juni 2012. Mewes, JC, Steuten LMG, IJzerman MJ, Harten, WH van. (Cost‐)effectiveness of cancer rehabilitation. Academy Health Annual Research Meeting, Florida, VS (Poster). Maart 2012. Groeneveld IF.; de Boer A.G.E.M., Frings‐Dresen, MHW. A‐WORK: Werkhervatting door Oncologische Revalidatie bij Kanker. 19e Congres van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie. Hogeschool Domstad, Utrecht (Poster). December 2011. Timmerman JG, Kurvers R, Bloo H, Hermens H, Vollenbroek‐Hutten MMR. Daily physical activity patterns in cancer survivors: a pilot study. Belgian National Day on Biomedical Engineering, Brussel, België (Poster). September 2011. Kuijpers W; Groen WG; Wouters, MWJM; Oldenburg, HSA; Aaronson NK; van Harten, WH. Evaluation of a personalised information website: User experiences and future needs. Medicine 2.0 congres, Stanford University, VS (Presentatie).
15
De volgende nieuwsbrief zal in 2013 verschijnen.
Tot die tijd kunt u meer informatie vinden op de website van A‐CaRe: www.a‐care.org
16