Nieuwsbrief najaar 2010
1 Labyrint
In Perspectief
Belangrijke telefoonnummers
(
-
Belangrijke Telefoonnummers
Stichting Labyrint~In Perspectief Organisatie van familieleden en direct betrokkenen van psychiatrische patiënten 030-2546803 werkdagen van 10.00-12.30 Advies en Hulplijn: 0900-2546674 (€ 0,20pm)
ZelfHulp NetWerk Kronenhoefstraat 2129
Pag. 3 HK voorzitter 5612 Eindhoven aan het woord 040 - 2118328
Pag. 4
gespreksgroepen
Pag. 6 alles heeft zijn tijd nodig
Werkdagen van 09.00-12.00 uur, Ma, wo, vrij: 13.00-16.00 uur en di, do van 19.00-21.00 uur
Pag. 10 controle lithium Pag. 10 depressie heeft zin
Patiënten Vertrouwenspersoon GGZ Zuid-Oost-Brabant 040-2970597 werkdagen van 09.00-16.00 uur
Pag. 11 depressie Pag. 11 electro-convulsie
Inhoud
Cliënten Belangenbureau 040-2970618 ma-do van 09.30-12.00 uur
Pag. 13 gastvrouw Open Kapel
Voorwoord voorzitter
Pag. 17 kinderwens
Centrale Cliëntenraad 040-2970620 werkdagen van 09.30-12.00 uur
Pag. 17 aanpassen kopzorg !!!!! Nog Pag. 19 kwaliteit
Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen: 030-2803030 werkdagen van 10.00-14.00 uur
Pag. 20 leidraad voor samnewerking Pag. 21 mantelzorger herkenbaar
Lotgenotenlijn, Vereniging voor Manisch-Depressieven en Betrokkenen: 0900-5123456 (€ 0,10pm)
Pag. 22 meer antdepressie, minder suïcide Pag. 23 nierfalen
werkdagen van 09.00-21.00 uur
Pag. 23 NS stigmatiseerd
Landelijk bureau, Stichting Pandora: 020-6851171 werkdagen van 09.00-17.00 uur
Pag. 24 omega 3 tegen psychosen Pag. 24 omgaan met wanhoop
Lotgenotenlijn depressie, Stg. Pandora 0900-6120909 (€ 0,05pm)
Pag. 26 minder dwang
ma-do 13.30-15.30 en 19.00-21.00 uur
Pag. 31 nierschade door lithium
Stichting Borderline 030-2767072 ma 10.30-14.30, wo 11.30-
Pag. 32 psychische problemen
15.30, do 10.30-14.30 uur
LSOVD Landelijke Stichting Ouders van Drugsgebruikers 0900-5152244 (€ 0,20pm)
Pag. 35 psycho-analyse
zijn tijdrovend
Pag. 37 sneller herstellen
werkdagen van 10.00-17.00 uur
Pag. 38 stress en borderline
Landelijk bureau, Vereniging Ypsilon 088-0002120 werkdagen van 09.00-17.00 uur
Pag 38 eigen bijdrage Pag. 41 van kennis naar praktisch
Stichting Korrelatie: 0900-1450 (€ 0,30pm)
werkdagen van 09.00-18.00 uur
2 Labyrint
In Perspectief
handelen
Voorzitter aan het woord
haar het lotgenotencontact een must was. En dit niet alleen voor patiënten/cliënten maar ook voor familie en naastbetrokkenen. Joke heeft vanwege haar gevorderde leeftijd besloten een stapje terug te gaan doen. Zij heeft samen met het bestuur van de stichting besloten om haar ‘testament’ op te stellen. Het is haar wens dat de aangesloten vrijwilligersorganisaties, waarvan wij er eentje zijn, dit ‘testament’ zullen gebruiken om haar levenswerk voort te zetten en uit te breiden in haar geest.
Opvallende gebeurtenissen de afgelopen periode zijn wel geweest een aantal zaken: 1. Het vertrek van Elisa Carter, lid van de Raad van Bestuur GGzE. Waarom is dit voor ons als familie en familieorganisatie belangrijk zie ik u vragen. Het antwoord is even eenvoudig als de vraag. Elisa Carter is een warme en betrokken bestuurder die ook naar de belangen en noden van familie en naastbetrokkenen keek. Wij hebben veel steun van haar mogen ontvangen en zijn haar daarvoor zeer erkentelijk. Elisa Carter wordt lid van de Raad van Bestuur van het Erasmus Medisch Centrum (Academisch Ziekenhuis) in Rotterdam. Wij wensen haar daar erg veel succes.
3. Op zaterdag 25 september jl. was er een symposium rond het thema ‘Hoop op Herstel’. Dit symposium werd georganiseerd door Trialoog. Trialoog is een koepel van familieorganisaties in Noord Brabant, waarvan wij als Labyrint~In Perspectief Eindhoven e.o. medeoprichter zijn. Het symposium was zeer goed georganiseerd en er waren prima sprekers die benadrukten dat er ‘Hoop is op Herstel’. Het middagprogramma waarin ook de bezoekers actief konden deelnemen aan diverse workshops was buitengewoon interessant en nuttig. Deze dag werd zeer goed bezocht en de waardering was hoog. Een compliment voor de organisatie.
2. Het 20-jarig bestaan van de Stichting Zelfhulp Netwerk Zuid-Oost Brabant en het afscheid van de ‘Moeder van de Zelfhulp’, Joke de Haas op 21 september jl.. Joke de Haas heeft een boek geschreven over haar leven en de kracht van zelfhulp. Joke merkte dat gesprekken met patiënten/cliënten die met dezelfde problemen te maken hebben buitengewoon kunnen helpen. Joke kwam tot het besef dat zij voor 3
Labyrint
In Perspectief
U heeft echt wat gemist als u niet aanwezig bent geweest.
Heb je het idee dat je wel wat steun kan gebruiken? Ben je op zoek naar een betere balans? Dan is een gespreksgroep iets voor jou om meer grip te krijgen op je leven! Het heeft immers vaak ingrijpende gevolgen als iemand uit je naaste omgeving psychische klachten krijgt. Je maakt je zorgen, je voelt je verantwoordelijk en misschien heb je last van schuldgevoelens. Je krijgt vaak meer of andere zorgtaken, wat belastend kan zijn.
4. Waar wij als familieorganisatie ons grote zorg over maken is het nieuwe regeringsbeleid. Naast het feit dat er eerst een eigen bijdrage werd gevraagd voor consulten bij de psychiater en dit plan daarna weer naar de prullenbak werd verwezen, is een van die zorgen. Het idee van grote versobering van de geestelijke gezondheidszorg is een andere bron van zorg. Het gaat hier om een zwakke groep die hulp dringend nodig heeft en in financiële zin ook zwak staat. Als samenleving zouden we dit niet moeten slikken. Dat er bij de ggz-instellingen nog winst te behalen valt in de efficiëntie is een gegeven, maar daar is het niet alleen te halen.
De Stichting Labyrint~In Perspectief Eindhoven e.o. organiseert gespreksgroepen voor familieleden en naastbetrokkenen van mensen met psychische of psychiatrische problemen. Dat kan een ouder of kind zijn, maar ook een partner of andere naaste. In zo’n gespreksgroep leer je omgaan met de veranderde situatie en hoe je meer aan jezelf toe kan komen. De persoonlijke situatie van de deelnemers is daarbij steeds het uitgangspunt. Er worden ervaringen en soms ook tips uitgewisseld. Al naar gelang de wensen van de groepsleden wordt er een thema besproken. Je ervaart dat je er niet alleen voor staat.
Jacques Nijenhuis Vice-voorzitter
Gespreksgroepen Zorg jij voor een dierbaar iemand met psychische of psychiatrische problemen? Misschien had of heb je een ouder of broer/zus die psychische problemen heeft?
Welke groepen zijn er? Labyrint~In Perspectief heeft ver4
Labyrint
In Perspectief
schillende groepen • voor ouders • voor partners • voor naastbetrokkenen van mensen met Borderline (bij voldoende belangstelling) • voor kinderen van ouders met psychische problemen (bij voldoende belangstelling). In deze laatste groep kunnen ook broers en/of zussen een plaats vinden. Een groep heeft maximaal 10 à 12 deelnemers.
ners en de buitenwereld. • Je netwerk wordt vergroot. ‘Hoe gaat het met jou?’ Die vraag staat centraal in een gespreksgroep: het gaat in de groep om jou zelf. Een gespreksgroep is geen klaaggroep. Soms zeggen mensen: waarom zou ik naar al die verhalen van anderen luisteren? Je hoort inderdaad de verhalen van anderen, maar je hoort ook hoe zij daarmee omgaan. Dat is heel boeiend en leerzaam. Een gespreksgroep is geen ‘therapiegroep’, maar er kan wel degelijk een therapeutische werking vanuit gaan.
Wat heb je aan een gespreksgroep? • In de eerste plaats vindt je er een luisterend oor: je kunt je verhaal kwijt. • Je deelt ervaringen met anderen die zo’n situatie ook kennen en je gevoel begrijpen. Je vindt er- en herkenning. • Je krijgt reacties van lotgenoten. Er wordt met je meegedacht. Je kunt overleggen over lastige situaties • Je ziet en hoort hoe andere mensen omgaan met hun situatie. Daardoor ga je zaken anders aanpakken en krijg je meer grip op je eigen leven. • Je gaat beter voor jezelf zorgen. In de groep leer je om een betere balans te vinden tussen de zorg voor de ander en de zorg voor jezelf. • Je staat er niet alleen voor. Je leert beter om te gaan met hulpverle-
De groepen worden begeleid door ervaringsdeskundige familieleden: naastbetrokkenen die uit eigen ervaring weten wat het is wat de mensen in de groep meemaken. Voor deelname aan een groep wordt ter bestrijding van de onkosten een bijdrage van € 30,- per tien keer gevraagd. De diverse groepen komen op verschillende dagen en locaties bij elkaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ons kantoor (040-2967778) of de contactpersoon gespreksgroepen, Ineke Nieuwenhuizen (040-2438704). 5 Labyrint
In Perspectief
Ook zijn wij bereikbaar per e-mail:
[email protected] of via de website: www.labyrint-ip-ehv.nl.
een minuscuul gebiedje in onze hersenen. ‘Sindsdien is duidelijk geworden dat in elke lichaamscel een klik zit, en dat liefst tien procent van onze genen te maken heeft met ons tijdsgevoel.’ Dat heeft grote gevolgen als onze biologische klok niet goed tikt. Zo zijn er mensen die aan een zogenaamd slaapfase syndroom lijden.
Jij alleen kunt jezelf helpen, maar je hoeft het niet alleen te doen!
Alles heeft zijn tijd Bij diagnose en behandelingen zou meer rekening gehouden moeten worden met de biologische klok van de mensen. Dat is de boodschap van bioloog Bert van der Horst, bijzonder hoogleraar chronologie en gezondheid aan de Rotterdamse Erasmus MC. Hij spreekt op 16 september op de studiedag Tijd en tijdbeleving in Maarssen. Allemaal kennen we de uitdrukking; alle gevoel voor tijd verliezen. Dat gezegde geeft aan dat tijd in ons lichaam zit.‘Hoezeer dat waar is, blijkt wel als we een jetlag hebben’, aldus Van der Horst. Het lichaam lijkt dan uit de pas te lopen met het normale dag- en nachtritme en het duurt even voor we ons weer aan de gewone tijd aangepast hebben. In de vorige eeuw is via experimenten met muizen aangetoond dat we door een interne klok gestuurd worden die in de zogeheten suprachiasmatische nucleus zit,
Hun interne klok is zo afgesteld dat ze te vroeg dan wel te lat in slaap vallen. ‘Dat geeft veel ongerief, omdat hun ritme niet past in wat in hun omgeving gebruikelijk is. ze hebben daardoor last van een chronische slaaptekort en zijn ook continu moe.’ Er zijn ook aanwijzingen dat er bij de mensen die depressief zijn, een bipolaire stoornis hebben of verslaafd zijn iets mis is met hun klok. Een goed voorbeeld daarvan is de winterdepressie. ‘Met het korter worden van de dagen gaan de mensen die 6
Labyrint
In Perspectief
Bondgenoot
daaraan lijden zicht steeds slechter voelen. In het voorjaar geraken zij weer in hun oude doen. ‘ Van der Horst gaat ervan ui dat als er meer inzicht komt in hoe onze biologische klok werkt, dit de behandeling van deze en andere aandoeningen zeer ten goede komt.‘We weten nu al dat bijvoorbeeld bij kanker de werkzaamheid van de medicatie mede afhankelijk is van het tijdstip waarop dit toegediend worden.’
gevonden Ervaringsverhalen van familieleden en patiënten vormen de basis van scholing aan hulpverleners. Het project ’Familie als bondgenoot’ (FAB) leert hulpverleners in zes lesmodules hoe zij beter met hun familie kunnen omgaan. Module 5 gaat over het onderhouden van samenwerking op langere termijn en module 6 behandelt het invoeren van al die kennis in de hulpverlenerpraktijk.
PSY Jrg 14, nummer 7 september 2010
Familie als bondgenoot (FAB) is een gezamenlijk project van familieleden, cliënten en professionals. Doel is om ervaringskennis van familieleden van mensen met een ernstige psychiatrische problematiek, praktijkkennis van hulpverleners en recente wetenschappelijke inzichten te bundelen om in de hulpverlening familie beter te kunnen ondersteunen en haar deskundigheid te kunnen ondersteunen en haar deskundigheid te kunnen inzetten voor een zo optimaal mogelijk herstelproces van de cliënt. Oftewel: familieleden en cliënten geven samen met een professional les aan hulpverleners. Lesmodules De scholing bestaat uit zes modules. Elke module gaat in op een thema, dat 7 Labyrint
In Perspectief
door familieleden en cliënten belangrijk wordt gevonden om bij hulpverleners onder de aandacht te brengen. In elke cursus vertellen familieleden en cliënten over hun ervaringen. Over hetzelfde thema brengt de professional wetenschappelijke en praktijkkennis in. Een mix dus van ervaringskennis en professionele kennis. Informatie, verandering van gedrag en van houding is het resultaat.
Implementatie van het gedachtegoed van Familie als Bondgenoot eist veel van de cursisten. Zij leren doelen stellen en strategieën uitstippelen en uiteindelijk verbeteringen of vernieuwingen invoeren in de praktijk. Familie als Bondgenoot streeft ernaar om een volledig team de cursus te laten volgen. In de praktijk blijkt dit vooralsnog niet haalbaar. Voor één individu is het moeilijk om veranderingsprocessen op de werkvloer op gang te brengen. Daarom verdient het de voorkeur om uit een team minimaal twee of drie mensen aan de cursus deel te laten nemen. Maar ook een eenling kan het familiebeleid binnen de instelling op de agenda zetten en de benadering en bejegening van de familie heroverwegen een aanpassen.
Thema’s: 1. Ervaringen van een gezin (YN 2-2010) 2. Veranderingen in een gezin (YN 2- 2010) 3. Juridisch kader van de samenwerking (YN 3-2010) 4. Opbouwen van samenwerking in de triade (YN 3-2010) 5. Het onderhouden van de samenwerking 6. Van kennis naar praktisch handelen.
Persoonlijk actieplan Centraal staat wat een cursist in de praktijk van alledag kan met de kennis die in de voorgaande vijf modules is aangereikt. Elke cursist heeft zijn eigen stijl. De een is een denker, de ander een doener of iemand die anderen inspireert. Door middel van praktische oefeningen verwerft de cursist inzicht in zijn eigen rol binnen het team. Blijkt hij toch die inspirator te zijn of juist die ondersteuner?
Module 6. Van kennis naar praktisch handelen. Deze laatste module staat enigszins los van de rest.Waarin de voorafgaande modules familieleden en cliënten een prominente rol vervullen is hier voornamelijk de professional aan het woord. Twee docenten (met affiniteit met familiebeleid binnen de GGZ) gaan met de cursisten in gesprek over de veranderingen die zij in hun team zouden willen doorvoeren. Hoe gaan zij al die ervaringsverhalen en de verworven kennis handen en voeten geven op de werkvloer?
Doel is dat elke cursist een persoonlijk actieplan opstelt waarin hij zich voor8
Labyrint
In Perspectief
neemt hoe hij met zijn achtergrond, in zij werksituatie de aangereikte stof kan laten leven. Familie als bondgenoot wil niet alleen een attitudeverandering bij de hulpverlening op gang brengen, maar daadwerkelijk en concreet door die hulpverlening doelen laten formuleren voor samenwerking. De psycho-educatie voor familieleden wordt in feite in deze cursus omgedraaid: hulpverleners leren over de betekenis van familieleden in de behandeling of rehabilitatie.
organisaties worden lessen gegeven, afgestemd op specifieke vragen, voordrachten verzorgd en adviezen gegeven ten aanzien van familiebeleid. Kijk voor informatie op: www.familiealsbondgenoot.nl Jos Pieters Jos Pieters is familielid en medewerker FAB (projectopleiding). © Y/N, Jrg 26, nummer 4, augustus 2010
Aan het slot van deze lessencyclus beseft de hulpverlener dat hij in zijn werk een bondgenoot heeft gevonden. Najaar 2004 zochten professionals uit de GGZ-instellingen uit Helmond, Eindhoven en Tilburg contact met familieverenigingen uit deze regio’s vanwege een opmerkelijk initiatief in Boston (VS),waar familieleden aan hulpverleners leerden hoe zij beter en effectiever met gezinnen konden omgaan. Dit initiatief mondde in 2005 uit in het project Familie als Bondgenoot. Het initiatief werd ondersteund door de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke zorg in Noord-Brabant en door Fontys Hogeschool Sociale Studies. Familie als Bondgenoot heeft intensief contact met familieorganisaties, GGZinstellingen en Hogescholen. Voor deze 9
Labyrint
In Perspectief
Controle lithium
Een waarschuwingssysteem vanuit het laboratorium kan nuttig zijn.
Omdat lithium risico’s kan opleveren voor schildklier en nieren moeten patiënten regelmatig worden gecontroleerd. Ruim tien procent van de psychiaters en een kwart van de huisartsen doet dat niet zo frequent als in de richtlijn wordt geadviseerd.
Controles bij de behandeling met lithium: De richtlijnen en de klinische praktijk. L .M. van de Beek e.a.
Depressie
hoogleraar Jim van Os – niet eens genoemd, want het is een op een vertaald uit Scientific American Mind. De Depressie Update heeft naast de inmiddels bekende feiten over antidepressiva (werken niet zo goed als we dachten) een artikel over het nut van depressies. Depressief gepieker heeft zin en moet juist gestimuleerd worden zodat een complex sociaal probleem kan worden opgelost. (ML)
heeft zin Psyche & Brein is de Nederlands talige, Belgische uitgave van Gehirn & Geist, dat weer een spin off is van EOS/Sceintific American Mind. Een publieks tijdschrift met een wetenschappelijke ondertoon, dat net iets dieper graaft dan Psychologie Magazine en Mind. De auteurs zijn afkomstig uit de VS, Duitsland, België en Nederland. De onderwerpen in nummer 2/2010 zijn niet heel verrassend:adhd bij volwassenen, wat meet de IQ-test (niet), het tienerbrein, 6 psychologische mythen ontkracht en koopverslaving. Iets avontuurlijker is al het korte artikel over leven met schizofrenie, waarin een aantal ‘fabeltjes’ wordt bestreden. Maar in dit artikel wordt de Nederlandse expert op dit gebied – de Maastrichtse-
Psyche & Brein, 2/2010, zes keer per jaar. € 6,90 per nummer in de kiosk. www.psycheenbrein.be © PSY Jrg 14, nummer 7, juli/augustus 2010
10 Labyrint
In Perspectief
Depressie
bouw en behoefte van het menselijk lichaam. Het programma bestaat uit zes elementen. Het eerste element, breinvoedsel, gaat over omega-3 vetzuren. De verhouding omega-3 en omega-6 die een mens binnenkrijgt, zou 1:1 moeten zijn, maar is in onze maatschappij 1:16. Dat is recht te trekken door het slikken van visolie. Of door dagelijks drie haringen te eten.
Volgens Stephen S. Ilardi, verbonden aan de afdeling klinische psychologie van de Universiteit van Kansas, is de levensstijl van de westerse mens een vruchtbare bodem voor depressie. Lange uren op kantoor, haastig eten en een zittend geïsoleerd leven veroorzaken mede de depressie waar een op de zes westerlingen aan lijdt. In De depressie kuur. Zes stappen om zonder medicijnen van je depressie af te komen beschrijft Ilardi zijn zes-stappenprogramma tegen depressie. Uitgangspunt hierbij is de
Uitgeverij Nieuwezijds. ISBN 978 90 5712 311 5. € 19,95 © PSY Jrg 14, nummer 7, juli/augustus 2010
Electroconvulsie
over zette zich voort tot begin van deze eeuw. Inmiddels is de methode in brede kring aanvaard als nuttig, en voor bepaalde patiënten zelfs onmisbaar.
therapie in het Catharina-ziekenhuis bestaat 10 jaar
In de vorige aflevering van dit blad is uitvoerig stilgestaan bij ECT. Wat echter niet werd vermeld, is dat ECT sinds mei 2000 toegepast wordt binnen de afdeling psychiatrie (PAAZ) van het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. De PAAZ heeft voor ECT een zogenaamde supra-regionale functie, hetgeen betekent dat niet alleen patiënten uit Eindhoven en
De behandelmethode electroconvulsietherapie, afgekort ECT, heeft een veelbewogen geschiedenis. Voor de patiëntenbeweging uit de jaren zeventig was ECT de zondebok bij uitstek van de psychiatrie. De maatschappelijke discussie hier11
Labyrint
In Perspectief
omstreken voor deze behandeling in aanmerking kunnen komen, maar patiënten uit de gehele regio Noord- en ZuidOost Brabant.
ECT is een effectieve behandeling. Van de patiënten die niet reageren op medicijnen, heeft 60-70% nog baat bij ECT, ofschoon het effect niet in alle gevallen blijvend is. Voor de groep patiënten die snel weer terugvallen kan zogenaamd onderhouds-ECT (één ECT per 2 of 3 weken) een oplossing betekenen.
In 2000 werd begonnen met een capaciteit voor 2 patiënten, die tweemaal per week ECT kregen. In dat jaar werden in totaal 10 mensen met ECT behandeld. In de loop van 10 jaar is de capaciteit uitgebreid naar zes patiënten, waardoor jaarlijks ongeveer 35 mensen met ECT in het Catharina-ziekenhuis kunnen worden behandeld.
Meestal zijn mensen die ECT krijgen opgenomen op de PAAZ, maar ook poliklinische ECT-behandeling is mogelijk. Overigens vindt de behandeling plaats binnen het operatiekamer complex omdat voorafgaand aan de behandeling een kortdurende narcose geven wordt. Het gemiddeld aantal behandelingen dat nodig is, is tien.
De belangrijkste indicatie voor ECT is een ernstige depressie die niet of onvoldoende reageert op medicijnen of andere vormen van behandeling. Soms komt het voor dat mensen zo ernstig depressief zijn dat ze niet meer willen eten of drinken of ernstig suïcidaal zijn. In die gevallen kan het nodig zijn om ECT al snel in het ziekteproces in te zetten en behandeling met medicijnen niet af te wachten.
Depressieve patiënten die mogelijk in aanmerking komen voor ECT kunnen door hun eigen psychiater verwezen worden naar de coördinerend psychiater in het Catharina-ziekenhuis: (dr. M.J.W.T. Scherders, T (040) 2399000
12 Labyrint
In Perspectief
13 Labyrint
In Perspectief
Het belang van
Geweld tegen
goede hechting
psychiatrische patiënten
Fysieke nabijheid, aanraking en geborgenheid zijn essentieel voor de hechting van een kind aan zijn ouders. Wat is gehechtheid eigenlijk? Waardoor kan het mis gaan en wat kunnen de gevolgen daarvan zijn?
Er starten binnenkort vier onderzoeken naar geweld tegen (chronische) psychiatrische patiënten. Dat heeft subsidieverstrekker NWO bekend gemaakt. Psychiatrische patiënten zijn veel vaker slachtoffer van geweld dan gezonde mensen. Het gaat niet alleen om criminele handelingen door vreemden, maar ook om geweld en mishandeling door buurtgenoten, familieleden, medepatiënten en hulpverleners. Er is tot dusver nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. De vier onderzoeken die in deze eerste ronde subsidie krijgen, richten zich op het rapporteren door patiënten van geweld, op risicofactoren, ervaringen en consequenties van het geweld en op concrete gevalsbeschrijvingen. Het onderzoeksprogramma Geweld tegen psychiatrische patiënten is een initiatief van de Stichting tot Steun VCVGZ (Vereniging tot Christelijke Verzorging van Geestes- en Zenuwzieken).
Gehechtheid ontstaat als de ouders tegemoetkomen aan de basisbehoeften van hun kind: lichamelijke nabijheid en emotionele geborgenheid. Het kind wordt op schoot genomen, de ouders spelen ermee en laten het op alle mogelijke manieren merken dat het belangrijk is. Het kind voelt dat het veilig is en leert dat het er mag zijn. Hij wordt getroost als hij huilt, gevoed als hij honger heeft, gekoesterd als hij aandacht wil en er wordt – later – serieus naar hem geluisterd als hij iets wil vertellen. Hij voelt zich begrepen en kan erop vertrouwen dat hij altijd bij zijn ouders terecht kan, wat er ook gebeurt. Doordat zijn ouders hem stimuleren, leert hij ook te vertrouwen op zichzelf. Zo verloopt het in het ideale geval.Maar bij een op de drie kinderen is in meerdere of mindere mate sprake van een onveilige hechting, zegt orthopedagoog en GZ- psycholoog Caroline Penninga (44). „Een klein percentage daarvan heeft echt een hechtingsstoornis,
Voor meer informatie: WWW.WO.nl (Sectie Maatschappij- en Gedragswetenschappen) © PSY Jrg 14, nummer 6, juni 2010 14 Labyrint
In Perspectief
waarbij sprake is van zware gedragsproblemen.” Penninga begeleidt in haar praktijk Klimop in Dronten ouders bij het omgaan met gedrags- en hechtingsproblemen bij kinderen van 0 tot 12 jaar. Hechtingsproblematiek komt voor in alle milieus, zegt ze. „ De manier waarop de ouders reageren op signalen van het kind, is mede bepalend of zich een hechtingsprobleem ontwikkelt. De meeste volwassenen hebben in hun leven het een en ander meegemaakt, of ze hebben van hún ouders ook niet helemaal gekregen wat ze nodig hadden: nabijheid, veiligheid, bevestiging, stimulering van hun autonomie. Iedereen komt wel iets tekort. En wat je zelf niet hebt gekregen kun je niet zomaar wél aan je kind geven.” In de leeftijd van 0 tot 2 jaar is het volgens Penninga essentieel dat er veel lichamelijke nabijheid is: kind oppakken, knuffelen, er tegen praten. „Vooral de eerste zes maanden zijn bepalend. Als zich heel vroeg in de ontwikkeling van het kind iets voordoet – een moeizame bevalling, stress tijdens de zwangerschap – kan dat leiden tot gedragsproblemen bij het kind. Goede hechting is onontbeerlijk voor een gezonde ontwikkeling. Zoals we voedsel nodig hebben, levert een goede hechting de bouwstoffen voor een gezond sociaal en emotioneel leven.” Daarom is een ziekenhuisopname of een andere tijdelijke scheiding op heel
jonge leeftijd altijd een risicofactor, zegt Penninga. “Het kan traumatiserend zijn, waardoor een kind daarna niet wil drinken of zich steeds wegdraait van de moeder. Daaraan merk je dat een kind zich niet happy voelt. Ouders kunnen wanhopig worden en er kan een kloof tussen ouders en kind ontstaan. En daardooreventueeleenhechtingsprobleem, al is het ene kind veel gevoeliger dan het andere. De een krijgt daarna veel huilbuien, de ander heeft een tijd veel aandacht nodig. Rustig laten uithuilen in jouw nabijheid, daar voorkom je veel leed mee.” Een haperende hechting kan bij kinderen leiden tot gedragsproblemen en op latere leeftijd tot moeite met het aangaan – en behouden – van relaties, het voor zichzelf zorgen en het durven vertrouwen van anderen. Er zijn vele gradaties mogelijk.„ Onderzoekers komen er steeds meer achter dat veel anorexiapatiënten een onderliggend hechtingsprobleem hebben. Bij borderlinestoornissen speelt het ook vaak een rol, in combinatie met traumatische gebeurtenissen in de vroege jeugd. Een hechtingsstoornis wordt ook wel aangeduid als ‘een gat in het hart’; volwassenen gaan dan op zoek naar iemand die deze leegte opvult.” Is dat ‘gat’ ooit nog op te vullen? Ja, zegt Penninga, al kost het vooral op latere leeftijd heel veel tijd. Zelf leert ze ouders wat er met hun kind aan de hand kan 15 Labyrint
In Perspectief
zijn, en hoe zij daar het best op kunnen reageren. Zo ontdekken zij dat er achter het probleemgedrag van hun kind vooral angst en verdriet schuilen. Via bewegingsspel of een ‘vasthoudtherapie’ kan het onderlinge vertrouwen worden hersteld.„ Bij jonge kinderen lukt dat soms in een paar maanden.” En bij volwassenen? „ Je kunt er uiteindelijk achter komen dat je leven en relaties niet verlopen zoals je wilt. Meestal ga je dan zelf in therapie. Het is belangrijk om dan terug te gaan naar hoe onveilig, verdrietig en bang je je destijds voelde. Herstel vergt een lange adem, bij volwassenen soms vele jaren.” Signalen en problemen: Veel huilen, wegdraaien, contact uit de weg gaan Slaapproblemen Niet luisteren Extreem aanklampend gedrag vanaf ongeveer 4 jaar) Allemansvriend Dominant/veeleisend Agressie (tegen ouders, leeftijdgenoten, dieren) Chaotisch/vlinderachtig of juist te braaf Door Patricia van der Zalm © Eindhovens Dagblad, 3 september 2010
16 Labyrint
In Perspectief
trekking tot de medicatie? Ook hoor ik graag ervaringen van mensen met gevoeligheid voor psychose/schizofrenie en kinderen. Hoe moeilijk is de opvoeding? Ontstaan er problemen als het kind ouder is? Als het kind dezelfde problemen heeft geërfd. Hoewel we het liever niet doen, kunnen we ons voorstellen dat de kans op een gezond kind groter is we een donorvader zoeken. Heeft iemand hier ervaring mee? Ik ben heel erg benieuwd naar uw ervaring en hoor liever vandaag dan morgen van u! Stuur een reactie naar
[email protected], dan neem ik [via e-mail] contact met u op. (M.v.d.P.)
Kinderwens In oktober kreeg ik, een vrouw van 38, mijn tweede psychose. De vorige (en eerste) was acht jaar geleden. Ik ben psychose gevoelig en mijn vriend heeft schizofrenie. De kans dat wij een kind krijgen met een psychische aandoening wordt geschat op 44 procent Toch heb ik een enorme kinderwens. Ik ben nu diep aan het nadenken over wel of niet. Daarom zou ik in contact willen komen met mensen die hier iets zinvols over te zeggen hebben. Wie herkent dit dilemma of heeft ervaringen op dit gebied. Hebben mensen een kind gekregen en is dit onder begeleiding van gynaecoloog, psychiater gegaan? Hebben zij tips? Welke maatregelen zijn er genomen met be-
© Y/N Jrg 26, nummer 2, april 2010
Kopzorg
de zoutpot al in de hand, want hier zijn nogal wat korrels nodig. Inderdaad blijken de antwoorden die de politici op de website geven, tamelijk vlak. Obligaat zelfs. Kwaliteit? Ja ook heel belangrijk. De cliënt moet kunnen kiezen en de inspectie moet kunnen controleren. Innovatie? Noodzakelijk en van groot belang. Jawel! De vraag is of politici zich werkelijk verdiepen in de GGZ. Het valt te betwijfelen, zoals ook bleek tijdens
Hoe belangrijk is de geestelijke gezondheidszorg? Vlak voor de verkiezingen is deze vraag gesteld aan politieke partijen. De antwoorden zijn nog te lezen op www.ggzkiest.nl. Conclusie: de politieke partijen (behalve de PVV, die heeft niet gereageerd) vinden de GGZ allemaal heel belangrijk. Ik heb 17
Labyrint
In Perspectief
het verkiezingsdebat op 28 mei. Het onderwerp jeugd-GGZ zorgde daar voor fikse verwarring. Enkele politici vonden – op aandringen van mensen uit de zaal dat de jeugd–GGZ maar het beste in de zorgverzekeringswet kon blijven. Terwijl een week eerder hun partijgenoten via een parlementaire werkgroep nog het standpunt huldigden dat de gemeente voortaan de regie over de jeugd–GGZ moet hebben. Kortom, het GGZ moet niet al te veel rekenen op politici. De verkiezingen hebben ook nog eens gezorgd voor versnippering, waardoor enkele Kamerleden die wel kennis hebben van psychiatrie en verslavingszorg, niet meer terug keren. Daarmee is de sector vooral op zichzelf aangewezen. Dat besef is er ook. In haar notitie‘Zorg wekt!’prijst GGZ Nederland de sector de hemel in door te wijzen op de enorme (economische) winst die valt te boeken bij tijdige behandeling van onder andere depressie en verslaving. Die winst bedraagt miljarden, en wordt vooral gemaakt op andere maatschappelijke terreinen, zoals minder ziekteverzuim en lagere kosten voor het bewaken van de veiligheid. Dat is een mooie boodschap, maar ook een lastige. De politiek is doorgaans niet gevoelig voor winsten op andere maatschappelijke terreinen. Die zie je immers niet direct terug in ’s lands begroting. De geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg moeten daarom vanzelf voortdurend blijven hameren op hun verdiensten. En dan maar hopen dat de politiek
de GGZ als nationaal belang gaat beschouwen, zoals nu in Engeland gebeurt. Maar zover zijn we hier nog lang niet. Stef van Delft © PSY Jrg 14, nummer 7 juli/augustus 2010
18 Labyrint
In Perspectief
Kwaliteit
tjes laat vangen? Dat wil niet zeggen dat sommige zaken niet efficiënter en goedkoper kunnen. Sterker nog, ik heb mij laten vertellen door mensen die het echt kunnen weten, dat hetgeen hen ooit écht geholpen heeft, eigenlijk niets met geld te maken had.
Marktnetwerking in de zorg, DBC-systematiek, zorgverzekeraars die met hun klanten om de tafel gaan zitten, we worden er dagelijks mee geconfronteerd. Wat wordt er nu eigenlijk echt mee bedoeld en wat wil men ermee bereiken? Dat de zorg op deze manier betaalbaar blijft, zo wordt er gezegd, zorg die transparanter is, en beter van kwaliteit. Maar wat moeten we ervan denken dat nu al met name de kleinere zorgaanbieders in financieel zwaar weer komen? En wordt de zorg op deze manier ‘de zorg op maat’ die wij allen wensen?
Familieleden en naastbetrokkenen zijn er heel duidelijk over: goede zorg heeft niet alleen te maken met de deskundigheid van de zorgaanbieders en behandelaars, maar vooral ook met een beetje vriendelijkheid, een respectvolle benadering, zorgvuldigheid, goede samenwerking en vooral: doen wat er gedaan moet worden!
De beoogde marktwerking bij de ambulancediensten is op de valreep van de baan. Demissionair minister Klink stelt de ambulancezorg zich hier niet goed voor zou lenen en dat de continuïteit van zorg in gevaar komt. En continuïteit van zorg, dat is nu net waar een belangrijk deel van de kwaliteit van zorg mee valt of staat, zo weten wij allemaal maar al te goed uit ervaring. Zeker als het gaat om de GGZ.
Ook de hulpverlener is bij tijd en wijle in crisis. Vooral degene met ‘hart voor de zaak’. Moet je je houden aan procedures en protocollen, terwijl je al doende allang in de gaten hebt dat de situatie om iets heel anders vraagt? Heb je dan een leidinggevende boven je die ook zijn nek durft uit te steken, of houdt iedereen zich aan ‘als het op papier maar klopt’. Scheelt je weer een vervelend functioneringsgesprek en de machinerie kan blijven doordraaien. Diep in ons hart zijn we allemaal maar wat blij als er eens iemand zijn nek durft uit te steken en gewoon doet wat de situatie op dat moment vraagt. Hoe lastig kan het bijvoorbeeld zijn als je in het kader van‘bemoeizorg’iemand ongevraagd een huisbezoek brengt en
Is het nu typisch Nederlands om alles zo ingewikkeld te maken, overal procedures voor af te willen spreken, je er vervolgens weer aan te ontrekken? Of dringt toch langzaam maar zeker bij de beleidsmakers en politici door dat goede zorg zich nu eenmaal minder in hokjes en regel19
Labyrint
In Perspectief
Leidraad voor
diegene vindt even later hiervoor een rekening op zijn deurmat. Jawel, voor de eigen bijdrage! Goed voor de vertrouwensbasis die net met veel moeite gelegd is! Dat dit de samenleving juist geld kost moge iedereen duidelijk zijn!
samenwerking Gewoon wonen met beperkingen. Steeds meer familieleden van psychiatrische patiënten zijn betrokken bij de oprichting van kleinschalige woonvormen met zorg en begeleiding. Zij vinden een leven in een grote instelling – of zelfstandig wonend – geen ideale situatie voor hun familielid en willen wonen, zorgverlening en begeleiding meer op maat geregeld zien. Deze trend is bij familieleden van bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapten al langer aan de gang. Het Landelijk Steunpunt Wonen ontwikkelde een brochure waarin de opgedane kennis en ervaring van drie betrokkenen partijen verzameld zijn.
Kwaliteit heeft te maken met creativiteit maar ook met lef. Met de menselijke maat, eigenlijk met heel basale dingen waar we het, ongeacht onze achtergrond en onze situatie, vaak verrassend snel over eens zijn. Annemarie Hannik © Y/N Jrg 26, nummer 2, april 2010
De brochure ‘Gewoon wonen met beperkingen… een initiatief van drie kanten!’ van het Landelijk Steunpunt Wonen biedt een handvat voor goede samenwerking tussen initiatiefnemers, gemeenten en woningcorporaties bij het realiseren van een nieuw wooninitiatief voor mensen met een beperking. Particuliere wooninitiatieven zijn een bijzonder voorbeeld van vraaggestuurd wonen, waarbij zorg en begeleiding 20 Labyrint
In Perspectief
Mantelzorger her-
voor de bewoners bij derden worden ingekocht. Het gaat om een vrij nieuwe ontwikkeling, waarvoor geen blauwdruk van één bepaald woonconcept voor handen is. Wooninitiatieven zijn maatwerk. In de brochure staan aanraders beschreven. Opgedane kennis en ervaringen van drie betrokken partijen bij gerealiseerde wooninitiatieven zijn opgetekend.
kenbaar aan pasje Bij onverwachte uitval mantelzorger loopt zorg toch door. Stel: je moeder zorgt thuis voor je chronische zieke vader. Zij is dus zijn mantelzorger en je vader is afhankelijk van haar. Als zij er een paar uur niet zou zijn, komt hij in de problemen. Op een dag wordt je moeder aangereden en wordt zij buiten bewustzijn naar het ziekenhuis gebracht. Wie weet dat je vader hulpbehoevend is en wie neemt de zorg voor hem over?
Ypsilon exploiteert al enkele jaren het Expertisecentrum Wonen. Ook een verzamelplaats van de kennis en ervaringen, opgedaan bij het realiseren van wooninitiatieven waarbij familieleden bij het totstandkoming een grotere of kleinere rol hebben gespeeld. Het lezenswaardige van deze brochure van het Landelijk Steunpunt Wonen is dat-ie zich ook nadrukkelijk richt tot de andere twee belangrijke partners, de gemeente en de woningbouwcorporatie. Om die reden hoort de brochure een plek te krijgen op iedere vergadertafel. Zodat er voor mensen met wat voor beperking ook, een mooie veilige woonplek komt net zorg en begeleiding op maat!
Veel mantelzorgers hoeven zich hier geen zorgen meer over te maken. Voor hen is er de mantelzorgpas, die zij bij voorkeur altijd bij zich dragen (in de portemonnee bijvoorbeeld). Hierop staat het telefoonnummer van een contactpersoon die benaderd kan worden als de mantelzorger iets overkomt. Deze persoon is een bekende en weet wat er thuis gedaan moet worden. Hiermee kan een hoop onduidelijkheid worden voorkomen en het geeft de mantelzorger een gerust gevoel.
Annemiek de Kruif © Y/N Jrg 26, nummer 2, april 2010
Gekoppeld aan de pas, is de mantelzorgmap. De map ligt thuis, bij de mantelzorger. Deze moet hierin bijhouden welke zorg nodig is (zoals informatie 21 Labyrint
In Perspectief
over huisarts, specialist, voeding, medicijnen, dagprogramma en dergelijke).
bereikbaarheid tot stand te brengen. Ruim duizend mantelzorgers hebben het pasje al in hun bezit. De mantelzorgpas en –map zijn ook (gratis) aan te vragen via het Expertisecentrum Familiezorg, tel. 013-544 33 43. En verder is er een folder ontwikkeld. Hierin staan nuttige tips en informatie voor mantelzorgers.
In Midden-Brabant is het mogelijk dat Thebe (24 uur/ 7 dagen bereikbaar) gebeld kan worden door de contactpersoon om samen te kijken wat er moet gebeuren. Dat zou er toe kunnen leiden dat een thuiszorgmedewerker bij de cliënt thuis gaat kijken, zorg gaat bieden en/ of advies geeft.
Meer weten? Ellen Willemse, coördinator Platform Belangenbehartiging Mantelzorg Midden-Brabant, e-mail:
[email protected]
Mede dankzij de financiering van de Provincie Noord-Brabant en de BRIZ is het mogelijk dit pasje aan alle mantelzorgers in Brabant te verstrekken, die hieraan behoefte hebben. Daarover moeten ze nog afspraken gemaakt worden met bijvoorbeeld een thuiszorg- of mantelzorgorganisatie om ook 24 uur/7 dagen
© Nieuwsbrief Brabantse Raad voor de Informele zorg (BRIZ) juni 2010
Meer antidepressiva,
The increased use of antidepressants has contributed to the worldwide reduction in suicide rates. Isacsson & rich/J.Jureidini & M. Raven. The British Journal of Psychiatry. 196.2010
minder suïcide? Het explosief gebruik van antidepressiva heeft wereldwijd geleid tot afname van het aantal suïcides. Over deze stelling debatteren onderzoekers op basis van wetenschappelijke studies. Is er een verband te leggen? Voor en tegen in een scherpdebat.
© PSY Jrg 14, nummer 7, juli/augustus 2010 22
Labyrint
In Perspectief
Nierfalen door lithium komt vaker voor dan gedacht Hoewel het in absolute zin nog steeds zeldzaam is, komt nierfalen als gevolg van lithiumgebruik veel vaker voor dan tot nu toe gedacht, blijkt uit een uitgebreid Zweeds onderzoek. Lithium is een middel dat gegeven wordt bij sommige psychiatrische aandoeningen, zoals een bipolaire stoornis. Een van de mogelijke bijwerkingen is nierschade, maar het leek erop dat dit niet vaak voorkomt. Zweedse onderzoekers van verschillende universiteiten hebben een onderzoek gedaan onder een groot deel van de bevolking, om hierover nauwkeurigere cijfers te kunnen verzamelen. Ze telden het aantal mensen met terminaal nierfalen als gevolg van lithium in twee Zweedse regio’s waar in totaal 2,7 miljoen mensen wonen, 30 procent van alle inwoners van het land. Dat waren er achttien van de 3369 mensen die het middel gebruiken. Een laag percentage, maar nog altijd zes keer zo hoog als onder de algemene bevolking. Het percentage chronisch nierpatiënten dat geen nierfunctievervangende therapie ondergaat onder de lithiumgebruikers ligt op 1,2. Vergeleken met de mensen die wel lithium slikken maar geen nierschade hebben, zijn de nierpatiënten gemiddeld ou-
der en vaker man. Maar hun lithiumspiegels en de diagnose waarvoor ze het gebruiken zijn niet anders. De onderzoekers concluderen dat terminaal nierfalen een weliswaar weinig voorkomend, maar niet zeldzaam gevolg is van lithiumgebruik en dat het vaker voorkomt dan tot nu toe gedacht werd. De enige risicofactor die ze uit dit onderzoek konden destilleren is de duur van het gebruik. Daarom zou de nierfunctie van deze patiënten regelmatig gecontroleerd moeten worden. In Nederland is de richtlijn dat bij langdurig gebruik de nierfunctie na drie maanden en bij normale waarden vervolgens elke zes tot twaalf maanden gecontroleerd wordt. Gepubliceerd: zaterdag 23-01-2010
NS stigmatiseert De NS weigerde een poster van de tentoonstelling Niet Normaal in de stations te hangen. De poster toont het werk van de Britse kunstenaar Marc Quinn: een marmeren beeld van een naakte gehandicapte man. Directeur Henk Smid van ZonMw en sponsor van de expositie, diende een klacht in bij de NS. ‘Uw besluit acht ik stigmatiserend, terwijl het de bedoeling van de expositie is om dit nu juist tegen te gaan’, schreef hij aan de NS. De Nederlandse
23 Labyrint
In Perspectief
Omgaan met
Spoorwegen bood aan gezamenlijk naar alternatieven te zoeken. Maar dat viel niet in goede aarde. Smit antwoordde de NS dat het beter was het op het besluit terug te komen’. Dat is echter niet gebeurd. Lieke Timmermans, woordvoerder van Niet Normaal noemt het ‘verschrikkelijk kwetsend voor de mensen met een beperking dat de NS de poster niet wil ophangen. Dus NS, hang die poster op en bepaal niet dat mensen met een beperking aanstootgevend zijn!’ (SvD)
wanhoop Ongeveer 1500 zelfdodingen vinden er per jaar plaats in Nederland. Dat is veel en het zorgt voor veel menselijk leed bij alle betrokkenen. Het betekent ook dat 1 procent van de sterfgevallen in dit land door suïcide veroorzaakt wordt. Meer doden dan door verkeersongevallen. Nederland behoort dan nog tot de landen met lage suïcidecijfers in Europa. Het aantal niet gelukte pogingen om zelf het leven stop te zetten is nog veel groter. In de algemene ziekenhuizen worden om die reden zo’n 14000 patiënten gezien per jaar. De helft ervan heeft reeds eerder een poging gedaan en zal dit later ook vaak weet weer doen. Bij ongeveer 10 procent zal het uiteindelijk lukken om het gevoel van hopeloosheid, dat hen beheerste, om te zetten in een (zelf)dodelijke daad.
© PSY Jrg 14, nummer3, maart 2010
Omega 3 tegen psychosen Omega 3 langeketenvetzuren verkleinen de kans op psychose. Daarom kunnen ze worden ingezet bij de preventie van psychoses bij jongeren met een verhoogd risico. Dat concluderen Oostenrijkse onderzoekers uit een gerandomiseerd, dubbelblind en placebogecontroleerde onderzoek onder 81 hoog risicojongeren.
Voorgeschiedenis Opvallend is, dat bij een grote meerderheid van mensen die door zelfdoding om het leven kwamen, er een psychiatrische stoornis in de voorgeschiedenis was. Het gaat dan in aflopende volgorde om depressie, verslaving, persoonlijkheidsstoornis of psychose. Voor de lezers van Ypsilon Nieuws is van belang, dat bij psychoti-
© PSY Jrg 14, nummer 3, maart 2010
24 Labyrint
In Perspectief
sche stoornissen en schizofrenie uiteindelijk 6 procent van de patiënten zich subsidieert. Merkwaardig bij zo’n grote overlap met psychiatrische stoornissen, is dat in de reguliere opleidingstrajecten voor GGZhulpverleners er nauwelijks aandacht is voor begrip, dus niet alleen als afgeleide van de verschillende psychiatrische ziektebeelden. En even merkwaardig, dat er in Nederland(nog) geen multidisciplinaire richtlijn voor suïcide bestaat. Er is dus sprake van achterstand en het is dan ook goed nieuws, dat er een boek verscheen om samen nascholingsbijeenkomsten hier wat aan te doen.
geen vrije keuze, maar een wanhoopskeuze. Het is de gedwongen keuze tussen een slecht alternatief, doodgaan, en een nog slechter alternatief, met leven. Suïcidale patiënten ervaren de mogelijkheid om suïcide te plegen als de laatste beschermlinie tegen dat laatste alternatief, de volledige aftakeling. Suïcide is dan ook de laatste daad van autonomie. In het boek wordt benadrukt, dat de belangrijkste factoren die bij suïcidaliteit een rol spelen kwetsbaarheid, persoonlijkheid, uitlokkende gebeurtenissen en piekeren zijn. Bij kwetsbaarheid spelen bijvoorbeeld biologische factoren en de levensgeschiedenis een rol, evenals het aanwezig zijn van andere afwijkingen. Bij de persoonlijkheidseigenschappen gaat het om hulpeloosheid, rigiditeit, impulsiviteit en een gekrenkt zelfbeeld.
Ad Kerkhof, hoogleraar bij de afdeling Klinische Psychologie van de Vrije universiteit Amsterdam, was niet alleen een van de eindredacteuren, maar leverde ook het leeuwendeel van de bijdrage van de verschillende deskundigen. Hij zorgde voor de rode draad die in het volgende citaat wordt weergegeven: ”De belangrijkste boodschap van het boek is, dat suïcidaal gedrag niet alleen gezien moet worden als een symptoom, dat zal verdwijnen als de stoornis opklaart. Suïcidaliteit verdient dat het centraal gesteld wordt in de behandeling. En in de periode na de behandeling verdient het ook aandacht, als een gedragmogelijkheid, die soms de neiging heeft terug te keren bij een volgende tegenslag. Suïcide heeft alles te maken met wanhoop. ”En nog een citaat wil ik weergeven: ”Suïcide is
Basiskennis In het eerste deel van het boek behandelt Ad Kerkhof, op een heldere manier de begrippen, cijfers en verklaringen. Onmisbare basiskennis voor alle doelgroepen van dit boek. Het tweede deel gaat over bejegening en behandeling. Hier komen ook allerlei deskundigen aan het woord. Vooral over specifieke onderwerpen, die voor de hulpverleners interessant zijn, zoals medicijnen, psychotherapeutische technieken en verpleegkundige zorg. 25 Labyrint
In Perspectief
Ook speciale groepen als jongeren, verslaafden en ouderen komen aan bod, alsmede de opvang van nabestaanden. Die opzet wordt voortgezet in het derde deel, waarin het over preventie gaat. Het omgaan met risicofactoren in instellingen, op scholen en in de samenleving in het algemeen. Het boek kan het best gekarakteriseerd worden als een leerboek van het GGZ-hulpverleners, maar is interessant voor iedereen met belangstelling voor dit onderwerp.
dactie van Ad Kerkhof en Bert van Luyn. Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 978-90-31378036. Prijs 35 euro. Ruud van Dorth -
[email protected] © Y/N Jrg 26, nummer 4, augustus 2010
‘Suïcidepreventie in de praktijk’, onder re-
Ook paaz-en willen
de rest; van het algemeen ziekenhuis, maar ook van de psychiatrische ziekenhuizen.‘Als een patiënt agressief is, kunnen wij niet zo makkelijk assistentie van andere afdelingen krijgen, zoals in een psychiatrisch ziekenhuis’, zegt Jeanne Umans, teamleider van de paaz. ‘Vooral ’s nachts is dat moeilijk. Dan zijn er maar twee verpleegkundigen, meestal vrouwen. Bij een dreigende situatie waarschuwen ze de beveiliging en bellen ze andere afdelingen, bijvoorbeeld spoedeisende hulp of chirurgie waar veel mannen werken. Maar die kunnen hier niet altijd snel zijn. Soms kunnen ze niet van hun afdeling af’. Verpleegkundige Hanneke Claassen: ‘Laatst was de beveiliger aan de andere kant van het gebouw. Het duurde vijf à
minder dwang Elf psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen willen meedoen aan het project ‘Dwangreductie paaz’. Geen overbodige luxe: ‘Bij dreigende situaties kunnen wij niet zo makkelijk hulptroepen inschakelen. Daarom separeren wij vaker’. Het is een ware speurtocht om in het TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg de afdeling psychiatrie van het algemeen ziekenhuis de paaz – te bereiken. De afdeling,met 24 bedden,ligt verstopt achterin het gebouw, alsof het er niet helemaal bij hoort. Die enigszins geïsoleerde positie onderscheidt de paaz niet alleen van 26 Labyrint
In Perspectief
tien minuten voordat hij hier was. Dat is beangstigend. Daarom zijn wij eerder geneigd te separeren. Als de patiënt, agressief en totaal in de war, per ambulance wordt binnengebracht, kunnen de ambulancemedewerkers meehelpen hem te separeren. Die medewerkers heb je gedurende de nacht niet tot je beschikking. Je kunt dan niet afwachten tot het fout gaat’.
specifieke omstandigheden, zegt Hanneke Claassen. Er zijn nogal wat verschillen tussen paaz’en en psychiatrische ziekenhuizen. Bijvoorbeeld de patiëntenpopulatie. Veel patiënten hebben zowel psychiatrische als somatische aandoeningen. De afdeling heeft twee aparte bedden voor mensen die behandeld worden voor vergiftiging. Ze zijn er gespecialiseerd in de behandeling van zeer ernstige anorexiapatiënten. En ze behandelen patiënten met lichamelijke aandoeningen die vanwege hun verwardheid niet op een gewone afdeling kunnen liggen. Dat vraagt meer somatische kennis van de verpleegkundigen, die over het algemeen dan ook breder zijn opgeleid dan hun collega’s van de GGZ-instellingen. En geen onbelangrijk verschil met een psychiatrisch ziekenhuis is dat een paaz vaak patiënten krijgt die nog nooit zijn opgenomen. Ricardo Teijeiro, psychiater in het TweeSteden Ziekenhuis:‘Wij krijgen hier geen chronisch psychiatrische patiënten, die gaan naar de GGZ-instelling. Zij kennen hun patiënten vaak beter.Voor hen kan het zinvol zijn om met signaleringsplannen te werken, waarin staat wat voor die individuele patiënt de beste manier is om dreigende escalatie te beteugelen. Wij kennen onze patiënten bij opname niet. Wij zijn nieuwsgierig hoe andere paaz’en daarmee omgaan’.
Geen chronische patiënten Het minder makkelijk kunnen inschakelen van hulptroepen is een van de redenen waarom paaz’en relatief vaak separeren. Tot nu toe hebben ze zich nauwelijks beziggehouden met het terugdringen van dwang en drang. Dat komt vooral doordat zij niet konden profiteren van het in 2006 gestarte Dwang & drangproject van GGZ Nederland, waarbij GGZ-instellingen subsidie konden krijgen voor het ontwikkelen van alternatieven voor separatie. Omdat de paaz’en buiten deze subsidieregeling vielen hebben het Trimbos-instituut en het VU medisch centrum een apart traject bedacht. Binnenkort start het dwangreductieproject, specifiek voor paaz’en (zie kader). De psychiatrische afdeling van het TweeSteden Ziekenhuis is een van de elf paaz’en die zich hiervoor hebben opgegeven. Het belangrijkste motief dat deze paaz meedoet, is dat ze zo de mogelijkheid krijgt met andere psychiatrische afdelingen ervaringen uit te wisselen over hun 27
Labyrint
In Perspectief
Tegenstrijdige belangen Hoe is dan nu het beleid als een verwarde agressieve patiënt wordt binnengebracht? Teijeiro:‘Het belangrijkste criterium is of we contact kunnen maken. Lukt dat niet, dan rest ons weinig anders dan separeren. De veiligheid van het personeel en andere patiënten staat bovenaan’. Toch wordt de laatste tijd, meer dan vroeger, wel geprobeerd de patiënt eerst tot rust te brengen. De aanleiding daarvoor is een onderzoek naar de ervaringen van patiënten en hulpverleners met separatie, dat in deze paaz in 2007 is gehouden. In dit onderzoek van Yolande Voskes,nu werkzaam bij het VUmc,uiten patiënten zich negatief over separatie, ze zien er weinig heil in. Hulpverleners vinden separatie ingrijpend.Vaak ervaren ze tegenstrijdige belangen en ambivalente gevoelens, Hanneke Claassen: ‘Soms loopt het zo uit de hand dat separatie een opluchting is. Maar soms voel ik me heel naar. De patiënt komt hier voor hulp en wordt bij binnenkomst direct gesepareerd. Hij heeft eigenlijk geen kans gehad zich gewoon te gedragen op de afdeling. Veel patiënten vinden separatie traumatisch. Maar soms heb je geen andere keus. Dat voelt dubbel’. Uit het onderzoek kwam een projectgroep voort, die met dwangreductie aan de gang ging. Hanneke Claassen, die in de projectgroep zit, bezocht vorig jaar GGZ-instelling Symfora. Daar hebben ze een methode ontwikkeld voor de eerste
vijf minuten bij opname. Claassen: ‘Je let dan goed op wat de patiënt nodig heeft, in plaats van direct te handelen volgens je eigen agenda. Je vraagt: wat kunnen we voor je doen? Wil je roken? Eten? Wij hebben zo’n welkomstbeleid nu ook ingevoerd. Dat levert soms verrassende resultaten op. De patiënt blijkt bijvoorbeeld toch medicatie te accepteren. Maar bij sommige patiënten blijft dat onmogelijk, mat name bij drugsgerelateerde psychoses’. Om escalatie te voorkomen bij al opgenomen patiënten werkt de afdeling met het ‘crisisontwikkelingsmodel’. Dat gaat uit van vier stadia: van volkomen ontspannen, gestrest raken, verbale dreiging tot fysieke agressie. Teamleider Jeanne Umans: ‘Als je ziet dat de patiënt in het tweede stadium verkeert – hij loop bijvoorbeeld onrustig op en neer – grijp je in. Je praat met hem, probeert de oorzaak van de spanning te achterhalen, tracht hem af te leiden en hem zo weer te ontspannen’. Bijna middeleeuws De separeerruimte maakt een ouderwetse, desolate indruk. Er zijn twee isoleercellen. Kale ruimtes, met niets anders aan de muur dan een schoolbord, wel een raam met uitzicht op de tuin. Daar kunnen ze vanuit de isoleerruimte overigens niet in. Midden in de ene separeercel staat een schuimrubberen matras en tegen de muur staat een schuimrubberen vierkant blok. In de 28
Labyrint
In Perspectief
hoek een bordkartonnen po met deksel erop. In de tweede isoleer staat een hoog houten bed met twee lussen aan de zijkanten. Hierop kunnen patiënten vastgebonden worden als ze bijvoorbeeld sondevoeding krijgen of aan het infuus moeten. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij anorexiapatiënten als ze weigeren te eten. In beide cellen hangt een camera. Als die aanstaat, brandt een lampje zodat patiënten weten dat ze door verpleegkundigen in de verpleegpost geobserveerd worden. Maar het meest opvallend zijn de vierpersoonskamers, waarop een derde van de patiënten is aangewezen. De bedden zijn van elkaar gescheiden door een bureau met een laag wandje. ‘Het is bijna middeleeuws hoe weinig privacy patiënten hier hebben’, zegt Umans. Er staat in 2011 echter een grote verbouwing op stapel. Dan zijn er alleen nog eenpersoonskamers. Tot die tijd wordt niets meer aangepast. Er is wel een ruimte waar patiënten zich kunnen terugtrekken, alleen of met een verpleegkundige. Maar gezellig is die bepaald niet. Een tv, enkele stoelen, een tafeltje, dat is het. Niets aan de wand.‘Nee’,beaamt Umans, ‘dit is zeker geen comfortroom’. Sommige GGZ-instellingen zijn de laatste tijd overgegaan tot het inrichten van een prettige, warme kamer, waar onrustige patiënten zich kunnen ontspannen. Of er straks een comfortroom moet komen, is echter nog een discussiepunt. ‘Als iedereen een eenpersoonskamer heeft, is
die misschien niet meer nodig’, meent psychiater Teijeiro. ‘Maar we twijfelen vooral omdat zo’n kamer afgezet moet worden tegen andere voorzieningen die we willen, zoals een moeder-enkind-kamer voor vrouwen met postpartum-depressie’. Ook hierover willen ze graag ervaringen uitwisselen met andere paaz’en. Net zoals over de mogelijkheid om familie in de voorruimte van de separeercel te laten slapen. ‘Sommige paaz’en doen dat. Ik ben benieuwd hoe dat werkt’, zegt verpleegkundige Claassen. Slechte score Het onderzoek heeft meer veranderingen teweeggebracht. Zo is besloten dat er in principe minstens één verpleegkundige in de huiskamer aanwezig is en worden tijdens intervisies dwangbehandelingen besproken. Bovendien evalueren ze nu de separaties met de patiënt. Een eye-opener, vindt Claassen. ‘Bij een patiënt hadden we bijvoorbeeld geen idee wat er in hem omging. Op een keer vonden we hem in zijn kamer met een riem om zijn nek. Hij wilde zelfmoord plegen. Contact maken lukte niet, hij weigerde medicatie.We brachten hem in de separeercel. Achteraf bleek dat hij net voor zijn suïcidepoging enorm bang was geweest. Hij was ervan overtuigd dat wij hem zouden wegsturen en hij van de afdeling af moest. Door daarover te praten, voelen patiënten zich serieus genomen 29 Labyrint
In Perspectief
en wij krijgen meer inzicht in hun belevingswereld’. Deze preventieve maatregelen zijn van Op 20 mei 2010Die organiseren wij niet een recente datum. waren er nog speciale thema-avond over shocktoen de inspectie in 2008 onderzoek therapie we dat uiteen deed naaren hetzullen separeerbeleid tijdenszetde ten. opnamedag op een groot aantal eerste afdelingen, waaronder die van dit ziekenhuis. De paaz scoorde slecht: patiënten liepen er een verhoogd risico te worden gesepareerd. Psychiater Teijeiro verwacht dat zijn afdeling door de deelname aan het project de volgende keer beter uit de bus komt.
de instellingen de mogelijkheid om via ‘lerende netwerken’ van elkaars ervaringen en goede voorbeelden te leren. Er zijn geen concrete doelen gesteld over het verminderen van het aantal separaties binnen een bepaalde tijd. Verwacht wordt dat het project na de zomer start. Hoe vaak wordt er gesepareerd? In 2009 vonden er op de 38 paaz’en 448 separaties plaats. Het aantal separaties per paaz wisselt sterk en is afhankelijk van de patiëntenpopulatie. Er zijn open paaz’en waar nooit wordt gesepareerd en gesloten paaz’en waar dwang vaker wordt toegepast. De paaz in het TweeSteden Ziekenhuis is een gesloten afdeling. In 2009 werd er 34 keer gesepareerd,bij 22 patiënten.De duur varieerde van een uur tot tien dagen. Hoeveel patiënten hoelang gesepareerd werden is moeilijk te meten. De registratie met de zogenoemde M&M-formulieren (Middelen en Maatregelen) is onvolledig. Binnen het nieuwe Elektronisch Patiëntendossier wil de paaz een beter registratiesysteem invoeren.
Dwangreductie PAAZ Het project ‘Reductie van dwang en drang op paaz’en is een initiatief van het VUmc, Trimbos-instituut en adviseur Gee deWilde.Voor het Landelijk Platform GGZ deden De Wilde en Maria Wassink in 2009 verkennend onderzoek naar dwang in instellingen die niet betrokken waren bij de dwangprojecten van GGZ Nederland, zoals forensisch psychiatrische centra, paaz’en en jeugdpsychiatrische klinieken. Hieruit bleek dat familie en patiënten geen rol hebben in het terugdringen van dwang en dat bij deze instellingen dwangreductie niet hoog op de agenda stond. Maar uit de conferenties die aan het onderzoek gekoppeld waren,bleek dat ze er wel graag mee aan de slag willen. De deelnemende instellingen krijgen subsidie van VWS. Er is zo’n 250.000 euro mee gemoeid. Behalve ondersteuning en advies biedt het project
© PSY Jrg 14, nummer 6, juni 2010
30 Labyrint
In Perspectief
Psychiaters onder-
bij Meander een speciaal zorgpad voor mensen met nierproblemen als gevolg van lithiumgebruik. Patiënten worden daar niet alleen zorgvuldig opgevangen en deskundig begeleid, er is inmiddels ook de nodige kennis ontwikkeld over mogelijkheden om met gerichte medicatie te voorkomen dat het zover komt. Het symposium van woensdag 10 maart is mede bedoeld om die kennis in bredere kring te verspreiden, aldus Bakker.
schatten nierschade door lithium Voor patiënten met een bipolaire stoornis is lithium een uitkomst. Bij een kleine minderheid leidt langdurig gebruik echter tot zulke ernstige nierproblemen dat dialyse onvermijdelijk is. Tijdig ingrijpen kan dat voorkomen.
Alternatieven Op het symposium wordt ook aandacht besteed aan eventuele alternatieven voor lithiumgebruik bij patiënten met een bipolaire stoornis en aan mogelijkheden om de schade aan de nieren te beperken. ‘Het probleem ontstaat doordat lithium via een bepaald kanaal in de nieren wordt opgenomen’, zegt internist Carlo Gaillard van Meander. ‘Nu bestaat er een medicijn dat die route blokkeert en het zou goed zijn als psychiaters daarvan op de hoogte zijn, al biedt het gebruik ervan uiteraard geen garantie op het voorkomen van nierproblemen.’
Dat stelt nurse practitioner Adry Bakker. Zij organiseert volgende week minisymposium in haar ziekenhuis, Meander Medisch Centrum in Amersfoort. ‘Het komt niet zo heel vaak voor’, zegt Bakker. ‘Volgens een recent onderzoek was in Zweden in de afgelopen tijd bij achttien van in totaal 3369 gebruikers van lithium het functioneren van de nier zodanig achteruit gegaan dat een behandeling ter vervanging van de nierfunctie (bijvoorbeeld dialyse) nodig was. Dat is in absolute aantallen misschien weinig, maar met zes keer het Zweedse gemiddelde voor wat betreft nierschade is het genoeg om van een serieus probleem te kunnen spreken. Wat ons bovendien zorgen baart is de onbekendheid van veel artsen met de effecten van lithium op de nier.’
Chronische schade Gaillard is blij met het symposium omdat het probleem van nierschade door lithiumgebruik naar zijn mening nog steeds onderschat wordt.‘Tot voor kort werd gedacht dat het allemaal wel meeviel, maar alleen in onze praktijk
Speciale behandeling In het afgelopen jaar ontwikkelde Bakker 31
Labyrint
In Perspectief
zien we jaarlijks al enkele tientallen patiënten met chronische schade aan de nieren. Het lastige is dat er eigenlijk nauwelijks cijfers beschikbaar zijn, maar nu dat Zweedse onderzoek duidelijk maakt dat er wel degelijk sprake is van een serieus probleem, hoop ik dat er ook binnen de psychiatrie meer aandacht voor komt.’ (EH) © PSY Jrg 14, nummer 4, april 2010
die zonder werk thuis zit. Sinds zijn twaalfde heeft hij last van paniekaanvallen, waarvoor hij al eerder is behandeld. Ook heeft hij een alcoholprobleem. In afwachting van een nieuwe behandeling in de tweedelijns GGZ voert Coolen een aantal overbruggingsgesprekken met hem. In deze sessie gaat die praktijkondersteuner vooral in op het alcoholgebruik van de patiënt. ‘Ben je eigenlijk de hele week met drankbezig in je hoofd?’, vraagt Coolen in sappig lokaal dialect aan de patiënt.‘Waar ik niet tegen kan, is als er niets in huis is’, antwoordt hij. ‘Ik neem me wel voor om te minderen. Ik zeg dan tegen mezelf: nou, twee dagen niet drinken. En dat lukt soms ook wel. Ik besef terdege dat ik het als een middel tegen de angst gebruik. Maar tegelijk weet ik dat het als een boemerang tegen me werkt.’ In het vervolg van het gesprek legt Coolen de patiënt uit dat zijn alcoholafhankelijkheid niet alleen met biologische aanleg te maken heeft. Ook zijn gedachten, emoties en zijn omgeving spelen daar een rol bij. De patiënt herkent dat wel. ‘In gezelschap, zeker als ik in het café aan het darten ben, ben ik erg afhankelijk van alcohol’, beaamt hij. ‘Ik ben dan lollig en gedraag me echt als haantje de voorste. Maar als ik dan thuis kom, klap ik helemaal dicht en bij de minste of geringste krijg ik ruzie met mijn vriendin’. Tegen het eind van het
Psychische problemen zijn tijdrovend Praktijkondersteuner huisartsen GGZ Na een moeizaam begin is de praktijkondersteuner huisartsen GGZ aan een opmars bezig. Ze zijn vooral goed in de ‘diffuse’ problemen van patiënten. In tegenstelling tot de acht sessies bij de eerstelijns psycholoog mag een praktijkondersteuner ongelimiteerd aan de gang. Donderdagmiddag om een uur ziet sociaalpsychiatrisch verpleegkundige Peter Coolen zijn eerste patiënt in de praktijk van huisarts Mark Perquin in St. Odiliënberg. Het gaat om een dertigjarige man 32 Labyrint
In Perspectief
uur verzekert Coolen hem dat hij op de goede weg is. ‘Je hebt in elk geval inzicht in jezelf. Bijvoorbeeld hoe je je gedraagt op zo’n dart-avond. Alleen je gedrag moet je nog leren daaraan aan te passen.’ Allebei zijn het er over eens dat de sportschool een probate remedie kan zijn. ‘Je merkt, zoals je zelf zegt, dat je je daarna veel beter in je vel voelt zitten’, constateert de praktijkondersteuner.
bleken niet veel haast te maken om ermee te beginnen,schreef Psy in dat jaar. Judy ten Have van de Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn (LVG) weet dat aan de onbekendheid met de nieuwe functie. Bovendien waren huisartsen huiverig om voor werkgever te gaan spelen. Dat lijkt te veranderen. Eind vorig jaar waren er al meer dan 150 praktijkondersteuners GGZ actief bij ruim 900 huisartsen, en Ten Have schat dat het er nu al meer dan tweehonderd zijn. Vooral in het zuiden des lands is de POG GGZ populair. De zorgverzekeraars daar, CZ en Uvit, trekken er hard aan, laat Ten Have weten. In de korte tijd dat de POH GGZ bestaat, is er al een scala aan werkgeversconstructies uitgekristalliseerd. Ongeveer een kwart van de praktijkondersteuners is, zoals dat ook bij Meditta het geval is, in dienst van huisartsen. Daarna staat een op de drie op de loonlijs van een zorggroep of een coöperatie. Meer dan twintig procent wordt gedetacheerd vanuit een instelling voor maatschappelijk werk of een GGZ-instelling. Een andere optie is dat huisartsen samen met een GGZ-instelling een BV oprichten, zoals onlangs in Overijssel samen met Dimence is gebeurd.
Werkgeversconstructies Elke week werkt Coolen een dagdeel van vierenhalf uur als praktijkondersteuner huisartsen GGZ (POH GGZ) in deze praktijk. Daarnaast werkt hij nog in vijf andere huisartsenpraktijken. Samen met zestien andere collega-praktijkondersteuners GGZ is hij in dienst van Meditta BV, de ondersteunerorganisatie van en voor huisartsen in Midden-Limburg en de Westelijke Mijnstreek. Voorheen werkte Coolen als spv in de kinder- en jeugdpsychiatrie en was hij tevens voor de helft van de week vanuit GGZ-instelling Orbis bij twee huisartsen gedetacheerd. ‘In 2008 stopte Orbis daarmee omdat detachering niet meer kon. Ik vond het werk bij de huisartsen altijd leuk, dus toen de kans zich voordeed om dat fulltime bij Meditta te doen, heb ik dat direct gedaan.’ Sinds de opkomst van de praktijkondersteuner GGZ in 2008 is er sprake van een gestage opmars. Destijds was de animo, ondanks dat er in dat jaar 38 miljoen voor vrijgemaakt was, niet bijster groot. Huisartsen
Tijdwinst De praktijk van huisarts Mark Perquin is in een gezondheidscentrum midden in het dorp gehuisvest; ook fysiothera33 Labyrint
In Perspectief
peuten en een eerstelijns psycholoog hebben er een praktijkruimte. Het eerder genoemde argument dat huisartsen huiverig zijn om werkgever te worden gaat voor Perquin niet op. Toch zijn voor een dorpspraktijk, zegt hij, de risico’s nogal groot. Meditta is een ware uitkomst voor hem.‘Zo valt het beter te dragen om een praktijkondersteuner in dienst te nemen. De zorgverzekeraars betalen zijn diensten, maar uiteindelijk moeten de kosten wel budgettair neutraal zijn. Wat ik voor hem kan declareren, moet tegen de kosten opwegen.’ Voorheen handelde hij de psychische problemen van zijn patiënten zelf af, en dat doet hij deels nog steeds. Zijn ervaring is dat juist deze problematiek behoorlijk tijdrovend is. ‘Je merkt dat de zorgvraag op dat gebied enorm toeneemt.’ Al ondersteunt Coolen hem maar een dagdeel, toch merkt hij dat het hem redelijk wat tijdwinst oplevert. ‘Door de praktijkondersteuner somatiek die ik ook in dienst heb, verbetert vooral de kwaliteit van de zorg. Tijdwinst heb ik daar niet door. De POH GGZ vermindert mijn werklast, en daarnaast verbetert de zorg, want Peter Coolen is veel beter opgeleid in psychische problemen dan ik.’
eenduidige en afgebakende problemen ligt de verwijzing naar de psycholoog het meest voor de hand. Met acht sessies wordt de patiënt dan doorgaans goed op weg geholpen. Als de problemen wat diffuser zijn, stuurt hij de patiënt door naar zijn praktijkondersteuner. Het aantal sessies dat de POH GGZ aan een patiënt mag besteden, is niet meer aan een maximaal aantal gebonden. Kunst van het vak Later op de middag spreekt Coolen nog een vrouw van middelbare leeftijd. De relatie met haar man loopt niet goed en bovendien hebben ze een‘nakomertje’ met pdd-nos. Ze heeft het gevoel dat alles op haar neerkomt en dat niemand haar begrijpt. Jeugdzorg wil dat ze met het gezin een videohometraining doen, zodat duidelijk wordt hoe de communicatie tussen hen drieën verloopt. Maar de vrouw voelt daar niets voor. “Ze zeggen dat ik me in gesprekken anders voordoe dan ik werkelijk ben. Maar ik heb echt wel in de gaten dat ik ook een aandeel heb in de problemen.’ Voor Coolen is dat een opsteker. ‘Dat is een belangrijke verandering bij jou’, zegt hij.‘Ik heb dat altijd gevonden’, repliceert zij. ‘Nou , ik heb het niet eerder van je gehoord’ is zijn weerwoord. Uiteindelijk stuurt hij erop aan dat ze samen met har man bij hem een korte relatietherapie krijgt. ‘Ik denk dat jullie met een paar gesprekken weer op een
Perquin verwijst tegenwoordig veel minder naar de tweedelijns GGZ.‘Bovendien zijn de verwijzingen nu inhoudelijk veel beter gemotiveerd.’ Hij is ook degene die beslist welke patiënt doorverwezen wordt naar de eerstelijns psycholoog. Bij 34 Labyrint
In Perspectief
Psycho-analyse
lijn kunnen komen.’De kunst van het vak is, zegt hij naderhand, om goed in te schatten wat een patiënt nodig heeft om met de problemen waar hij tegenaan loopt om te gaan. ‘In die zin werk ik niet zozeer klachtgericht, maar kijk ik veel meer naar de context waarin de patiënt leeft. ‘Hij probeert patiënten te ondersteunen om hun leven weer op te pakken . En als het niet anders kan, ze voor te bereiden op een behandeling in de gespecialiseerde GGZ of verslavingszorg.
Langdurige psychoanalytische psychotherapie en psychoanalyse zijn effectieve behandelingen bij persoonlijkheidsstoornissen. Klachten daalden naar niet-klinisch niveau en hielden tenminste twee jaar stand. De kosten van de therapie worden deels terugverdiend door minder zorggebruik. A Cohortstudy into the effectiveness of long-term psychoanalytic treatment for patients with personality disorders and/or chronic depression. Caspar Berghout. Promotie, 11 juni 2010 VU Medisch Centrum
Beroepsprofiel De functie van POH GGZ trekt beroepsbeoefenaren van diverse pluimage aan. Dat blijkt uit de inventarisatie die de LVG eind 2009 hield. 44 procent van de praktijkondersteuners GGZ was spv, achttien procent basispsycholoog, elf procent HBO verpleegkundige en negen procent maatschappelijk werker. Dat de spv’s zo goed vertegenwoordigd zijn, had de LVG wel verwacht. De vereniging had alleen gedacht dat de functie meer maatschappelijk werkers zou trekken. Maar juist het percentage psychologen was een verrassing.
© PSY Jrg 14, nummer 7 juli/augustus 2010
© PSY Jrg 14, nummer 7 juli/augustus 2010
35 Labyrint
In Perspectief
Sneller
vaak van die afgesloten zusterposten. Met een bordje Niet storen. Schokkend! Ban ze uit. Slopen die handel.’ Waaraan moet een ‘helende omgeving’ voldoen? ‘Het concept healing environment komt uit de Verenigde Staten. Bewezen is dat patiënten die in zo’n omgeving vertoeven eerder beter worden. We hebben het dan om een prettige omgeving waar mensen kunnen uitkijken op veel groen. Belangrijk is dat patiënten privacy genieten en dat de muren goed zijn geïsoleerd. Er is dus geen geluidsoverlast. Bovendien zijn er sprekende kleuren, en niet onbelangrijk: patiënten krijgen keuzemogelijkheden. Zoals bij eten, maar ook bij activiteiten. In de GGZ valt nog heel veel voordeel te halen.’
herstellen in mooie omgeving Een aangename omgeving, veel groen en meer keuzemogelijkheden. Het pas opgerichte Platform Healing Environment van de stichting GGZ+ wil zich inzetten om de omgeving van de GGZ aantrekkelijk te maken. Om te beginnen met de zusterspost: ‘Ban ze uit!’ Het nieuwe Platform Healing Environment is een van de eerste activiteiten van de nog jonge stichting GGZ+, die als doel heeft nieuwe behandelingen sneller in te voeren in de geestelijke gezondheidszorg. Het platform bestaat uit interieurvormgevers en mensen uit de GGZ. Frits Bovenberg is woordvoerder van het Platform en voorzitter van GGZ+.
Zijn er gebouwen die volgens dit concept zijn gebouwd? ‘Ja, bijvoorbeeld het Martiniziekenhuis in Groningen. En in de GGZ is het Duurzaam verblijf van GGZ Drenthe ook gebouwd volgens de HE-principes, zo noemen wij het concept. Binnenkort gaan wij als platform hiernaar toe.’
Hoe zou u de architectuur in de GGZ omschrijven? ‘Ouderwets en deprimerend. Meestal gaat het om gebouwen die in de jaren zestig, zeventig tot stand zijn gekomen. Vaak is er iets aangebouwd of is er wat verbouwd. Je raakt gedesoriënteerd door die lange gangen. Je vindt de uitgang niet omdat de bewegwijzering slecht is. En dan zijn er helaas nog
Hoe gaat het platform GGZ-instellingen motiveren om de omgeving aan te passen? 36
Labyrint
In Perspectief
‘Op 26 mei houden we ons eerste bijeenkomst. We presenteren het HE-concept en laten best practices zien. Voorlopig willen we healing environment promoten, informatie verstrekken en kennisuitwisseling faciliteren. Eind 2010 hopen we een studiereis te maken naar de Verenigde Staten. Daar wordt het concept ook in de GGZ toegepast. In een later stadium willen we op kleine schaal met HE-experimenten starten.’ Denkt u dat in deze crisistijd instellingen geld over hebben voor een ‘helende omgeving’? ‘We weten dat het herstel van patiënten in een healing environment positief wordt beïnvloed. Als de
patiënt centraal wordt gesteld, en dat is wat er in een HE-omgeving gebeurt, zal dat uiteindelijk kostenverlagend gaan werken. We denken dat een patiënt ook minder snel in een crisis raakt als er meer te kiezen valt. Zo verwachten we dat de duur van de separatie omlaag gaat als er overnachtingsmogelijkheden zijn voor familieleden. Op termijn zullen we de effecten van het HE-concept in kaart brengen, evenals de kostenvoordelen.’ (CD) © PSY Jrg 14, nummer 6, juni 2010
Martiniziekenhuis in Groningen
37 Labyrint
In Perspectief
Stress en
te hebben. Stressreductie is daarom van groot belang bij deze groepen. Jean-Paul Glaser, stress reactivity in borderline personality disorder. Promotie 29 oktober 2009, universiteit Maastricht
borderline Borderlinepatiënten reageren extreem sterk op gewone dagelijkse stressoren. Opgeteld levert dat een hele hoop stress op. Mensen die in de kindertijd mishandeld of seksueel misbruikt zijn, blijken op volwassen leeftijd een verhoogde gevoeligheid voor alledaagse stress
© PSY Jrg 14, nummer 4, april 2010
Toch eigen
eigen bijdrage van 175 euro moesten gaan betalen. Hiermee wilde hij een besparing van 110 miljoen euro realiseren. De Tweede Kamer nam op 1 juli een motie van PvdA, VVD en GroenLinks aan waarin zij de minister opriep af te zien van deze maatregel. Eigen bijdrage van de baan De demissionair minister laat de Kamer nu weten dat hij de motie niet kan uitvoeren en de eigen bijdrage in de GGZ alsnog gaat heffen.
bijdrage voor behandeling in GGZ Patiënten moeten vanaf 2011 toch een eigen bijdrage van 175 euro gaan betalen voor een behandeling in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg. Demissionair minister Klink schrijft de Tweede Kamer dat hij de motie, waarin hij wordt gevraagd af te zien van een eigen bijdrage in de GGZ, niet uit kan voeren.
Reden is dat de besparingen die de Tweede Kamer als alternatief had voorgesteld niet gehaald kunnen worden. Door een herberekening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) zou er 110 miljoen euro bezuinigd kun-
Voor de zomer kondigde minister Klink aan dat patiënten voor een behandeling bij een GGZ-instelling een 38 Labyrint
In Perspectief
Nederland omschreef de maatregel als ‘onnodig stigmatiserend’. Daarnaast kondigde GGZ Nederland aan niet bereid te zijn de eigen bijdragen te gaan innen: ‘De sector heeft genoeg van bureaucratische en onnodige administratieve verplichtingen.’ Onverantwoord SP-Kamerlid Renske Leijten vindt de plannen van Klink ‘te gek om los te lopen’. Op de site van Skipr zegt Leijten: ‘Het is onverantwoord om mensen met psychische problemen en vaak een laag inkomen te laten betalen omdat ze opgenomen of behandeld moeten worden. (..) Ze gaan echt niet voor de lol naar de geestelijke gezondheidszorg’. Landelijk Platform GGZ bereidt een reactie voor met gelieerde partijen om zo gezamenlijk een front te kunnen vormen tegen het besluit van minister Klink. GGZ Nederland handhaaft het standpunt dat ze voor de zomer heeft ingenomen over deze maatregel en beraadt zich nu op verdere acties. (ML)
nen worden, waarmee de eigen bijdrage voor GGZ-patiënten van de baan zou zijn. Solidariteit Klink geeft in zijn brief aan dat de bezuiniging via het GVS zo ongunstig uitvallen voor (alle) chronische patiënten, dat zij met maximaal 200 euro per maand aan eigen bijbetalingen te maken krijgen. ‘Dat acht ik vanuit een oogpunt van solidariteit en koopkrachtontwikkeling onwenselijk’, aldus Klink in zijn brief. Lichtere psychische klachten Met de eigen bijdrage van 175 euro voor behandeling in de tweedelijns GGZ wil minister Klink de prikkel wegnemen om te snel naar de tweedelijn door te verwijzen bij lichtere psychische klachten. Psychologische behandeling in de eerste lijn is goedkoper en daarvoor gold al langer een eigen bijdrage van tachtig euro. Bureaucratisch Organisaties van cliënten, psychologen, psychiaters protesteerden voor de zomer heftig tegen de eigen bijdrage in de tweedelijns GGZ. GGZ
© PSY Jrg 14, nummer 8 september 2010
(zie voorwoord voorzitter) 39 Labyrint
In Perspectief
Electroconvulsie of Shocktherapie Laatste redmiddel bij
d e pre ssi e?
Ziektebeeld, behandeling en medicatie Lezing door de heer Drs. M. Scherders Psychiater en hoofd opleidingen afdeling Psychiatrie van het Catharinaziekenhuis te Eindhoven Voor directbetrokken partners, ouders, kinderen, broers, zussen, vrienden van mensen die lijden aan een psychiatrische ziekte en zij die vanuit hun professie geïnteresseerd zijn.
Datum: Tijd: kosten: plaats:
Donderdagavond 18 november 2010 20.00 – 22.o0 uur zaal open 19.30 uur € 3,50 inclusief koffie / thee Het conferentie centrum van de GGzE, locatie ‘De Grote Beek’ (volg de borden op het terrein) Boschdijk 771, 5626 AB Eindhoven Plaats bespreken via T (040) 296 77 78 of E
[email protected] Graag naam-adres-postcode-woonplaats-tel. en e-mail opgeven (i.v.m. beschikbare zitruimte) verplicht!
40 Labyrint
In Perspectief
Van kennis naar
aan de cursus deel te laten nemen. Maar ook een eenling kan het familie beleid binnen de instelling op de agenda zetten en de benadering en bejegening van de familie heroverwegen en aanpassen.
praktische handelen
Persoonlijk actieplan
De laatste module staat enigszins los van de rest. Waar in de voorafgaande modules familieleden en cliënten een prominente rol vervullen is hier voornamelijk de professional aan het woord. Twee docenten (met affiniteit met familiebeleid binnen de GGZ) gaan met de cursisten n gesprek over de veranderingen die zij in hun team zouden willen doorvoeren. Hoe gaan zij al die ervaringsverhalen en de verworven kennis handen en voeten geven op de werkvloer?Implementatie van het gedachtegoed van Familie als Bondgenoot veel van de cursisten. Zij leren doelen stellen en strategieën uitstippelen en uiteindelijk verbeteringen of vernieuwingen invoeren in de praktijk.
Centraal staat wat de cursist in de praktijk van alledag kan met de kennis die in de voorgaande vijf modules is aangereikt. Elke cursist heeft zijn eigen stijl .De een is denker ,de ander een doener of iemand die andere inspireert. Door middel van praktische oefeningen verwerft de cursist inzicht in zijn eigen rol binnen het team. Blijkt hij toch die inspirator te zijn of juist die ondersteuner? Doel is dat elke cursist een persoonlijk actieplan opstelt waarin hij zich voorneemt hoe hij met zijn achtergrond, in zijn werksituatie de aangereikte stof kan laten leven. Familie als Bondgenoot wil niet alleen een attitudeverandering bij de hulpverlening op gang brengen , maar daadwerkelijk en concreet door die hulpverlening doelen laten formuleren voor samenwerking. De psycho-educatie voor familieleden wordt in feite in deze cursus omgedraaid : hulpverleners leren over de betekenis van
Familie als Bondgenoot streeft ernaar om een volledig team de cursus te laten volgen. In de praktijk blijkt dit vooralsnog niet haalbaar. Voor een individu is het moeilijk om veranderingsprocessen op de werkvloer op gang te brengen. Daarom verdient het de voorkeur om uit een team minimaal twee of drie mensen 41
Labyrint
In Perspectief
familieleden in de behandeling of rehabilitatie. Aan het slot van deze lessencyclus beseft de hulpverlener dat hij in zijn werk een bondgenoot
heeft gevonden. Jrg 26 – nr. 4 augustus 2010
42 Labyrint
In Perspectief
www.labyrint-ip-ehv.nl
De Thema-avonden in het conferentiecentrum De Grote Beek
Deelname € 3.50 (incl. koffie en thee) i.v.m. de beschikbare plaatsruimte dient uvooraf te reserveren T (040) 296 77 78, M 06 2235 96 27, E
[email protected] Dit met vermelding van naam, adres, telnr., e-mail-adres en aantal deelnemers.
De gespreksgroepen
Deelname ! 30.- (voor 10 avonden). Alleen inschrijven via: T 040 296 77 78, E
[email protected]
43 Labyrint
In Perspectief
44 Labyrint
In Perspectief