PGO-kwartaal Driemaandelijks tijdschrift vijftiende jaargang nr. 59 1ste kwartaal 2005 uitgave van Inspectie PGO redactieadres: Protestants Godsdienstonderwijs Marsveldstraat 5 1050 Brussel redactieraad: leden van Stuurgroep Herman Aerts Gottlieb Blokland Christine Liagre Frank Rooze Johan Van den heuvel verantwoordelijke uitgever: Herman Aerts inspecteur-adviseur
14
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Inhoud
Inhoud........................................................................................... 2 Van de redactie ............................................................................. 3 Bij de tijd blijven............................................................................ 4 Tien jaren leerplancommissie LO (1995-2005) ............................... 5 Job of roeping?.............................................................................. 6 Een PGO-krantje en nog veel meer ................................................ 8 Vakoverschrijdende eindtermen ................................................... 10 Regionale werkgroepen LO ......................................................... 12 Foto's voor de PGO-stand en -site ............................................... 15 Dankbaar voor bescherming ........................................................ 16 Familiale berichten....................................................................... 17 Waar vind ik daar iets over?......................................................... 18 Van de inspectie .......................................................................... 22 Voorbereidingen schooljaar 2005-2006........................................ 23 Desiderataformulier ..................................................................... 24
Het volgend nummer van PGO-kwartaal verschijnt in september. Gelieve uw kopijen en / of mededelingen voor 30 mei over te maken. Indien mogelijk je tekst via e-mail (
[email protected]) of op diskette bezorgen.
In ons volgend nummer zullen we aandacht schenken aan 'jeugdliteratuur'. Welke ervaringen wil je graag met je collega's delen? Ook ervaringen van je leerlingen zijn interessant voor anderen. We kijken uit naar jouw bijdrage.
2
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Van de redactie Beste collega's, De dag dat ik deze 'van de redactie' schrijf, is één van de eerste dagen van 2005 dat 'de zon hard genoeg schijnt' om het Vlaams aardoppervlak, en daarmee harten van mensen, een beetje op te verwarmen en op te vrolijken. Het is ook een dag die ik met gemengde gevoelens voor thuiswerk heb gereserveerd. Vandaag wordt er immers een studiedag gehouden die collega's SO wil ondersteunen om met behulp van moderne technologieën sprekende presentaties voor hun lessen te maken. Aan deze studiedag zou ik ook wel willen deelnemen, maar niemand heeft de tijd om alles uit te voeren wat hij wenst. De tijd gaat immers zo snel… Deze mijmeringen brengen mij bij het onderwerp van dit nummer: leerkrachten verdienen in het zonnetje te worden gezet want ze spannen zich in om hun leerlingen in een snel veranderende samenleving bij te blijven en hen voortdurend te boeien. Ze willen op de hoogte blijven van - al dan niet technologische - veranderingen in de samenleving die het werken met jongeren aanbelangen. Dit noemt men 'bij de tijd blijven' als leerkracht. Een collega schrijft dat ze haar 'job' als haar 'roeping' ervaart. Een roeping die bovendien wordt betaald door de Vlaamse Gemeenschap! Dit was trouwens ook een uitspraak van enkele dankbare collega's bij een studiedag voor beginnende leerkrachten in december. De gedrevenheid waarmee collega's hun job en roeping uitvoeren, merk je onder andere in de samenwerking tussen enkele collega's om het PGO te promoten in de Kempen. Ze organiseren verschillende activiteiten en geven samen een krantje uit. Je merkt deze gedrevenheid ook bij de leden van de Stuurgroep en andere medewerkers bij de promotie van het PGO bij nationale ontmoetingsdagen. Je merkt deze gedrevenheid beslist ook bij de verschillende regionale werkgroepen die het leerplan lager onderwijs met gebundelde krachten een gepaste invulling geven. Hier klinkt luid: samen is veel leuker en veel doeltreffender! Ook de leerplancommissie lager onderwijs wordt in het zonnetje gezet: net binnen de termijn van tien jaar heeft ze het leerplan afgerond. Een leerplan dat beoogt 'bij de Bijbel, bij de leerlingen en bij de tijd' te zijn en te blijven. Gezien de grote inspanningen die geleverd werden bij het ontwikkelen van het leerplan en nog steeds worden geleverd bij de toepassing ervan, hopen we dat hier 'de tijd' even blijft stilstaan. Of met andere woorden gezegd: we wensen en bidden dat duizenden leerlingen en vele tientallen leerkrachten gedurende ettelijke jaren veel 'zonnige warmte en geloofsvreugde' aan het leerplan mogen beleven. De snel veranderende samenleving motiveert leerkrachten om steeds weer opnieuw op zoek te gaan naar interessant didactisch materiaal. In dit nummer tref je een lijst didactisch materiaal SO aan die je hierbij kan helpen. Helaas zijn er ook enkele pijnlijke familiale berichten die we willen delen. We zouden het haast vergeten… We moeten reeds denken aan het einde van het huidige schooljaar en de start van het nieuwe schooljaar. Voor 30 mei verwachten we jouw desiderataformulier voor het schooljaar 2005-2006 zorgzaam ingevuld te ontvangen. Ook de data van de coördinatievergaderingen tref je aan in dit nummer. Geniet nog even van het werken met je leerlingen in het schooljaar 2004-2005 en daarna volgt hopelijk een zonnige en deugddoende zomervakantie! namens de redactieraad, Herman Aerts
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
3
Bij de tijd blijven De bejaarden in onze tijd zijn gedurende hun hele leven getuige geweest van een onwaarschijnlijk snelle evolutie van de samenleving. Dat zij het vaak moeilijk hebben om allerlei nieuwe ideeën en alle technische innovaties te volgen, is erg begrijpelijk. Toch weet een aantal van hen zich goed uit de slag te trekken, zelfs met computer en internet, terwijl ze misschien zijn opgegroeid op een boerenerf waar nog geen elektriciteit was. En sommigen zijn, ondanks hun hoge leeftijd, nog 'jong' van mentaliteit. Vaak kijken wij een beetje verbaasd (of jaloers?) naar jongeren die met de moderne technologie spelen zoals wij indertijd met autootjes of poppen. Als leerkrachten staan we vaak in het tussenstadium: wij zijn opgegroeid in een tijd waarin de technologische ontwikkelingen al volop aan de gang waren, maar staan er toch vaak nog wat onwennig bij. Hoe vaak hoor je niet dat mensen blij zijn dat hun 14-jarige zoon kan oplossen wat zij op de computer verprutst hebben. En dan spreken we nog niet van de schaalvergroting van onze samenleving, de multiculturalisering, de internationalisering, de globalisering met hun positieve, maar ook negatieve kanten, de nieuwe ideeën en ideologieën. We kijken soms ook verbaasd naar de mentaliteit van jongeren die heel anders is dan wat wij als normaal en juist aanvoelen. Dit zijn maar enkele bedenkingen die nog maar eens duidelijk maken dat we in een snel evoluerende maatschappij leven. Wij, leerkrachten, zijn geroepen om jongeren mee klaar te maken voor die maatschappij. Dit betekent dat we zelf ook op de hoogte moeten blijven van wat er om ons heen gebeurt. Het mag niet zo zijn dat onze leerlingen ons ervaren als mensen 'die niet meer van deze tijd zijn'. Aan de ene kant moeten we ons natuurlijk telkens weer herbronnen aan de Schrift, aan Gods Woord, dat hoe dan ook richtsnoer voor ons leven en ons lesgeven moet zijn. Maar aan de andere kant is het absoluut noodzakelijk dat we ook op andere terreinen 'bijblijven'. Jongeren stellen ons vragen over het nieuws, over onze mening over allerlei nieuwe gebeurtenissen en hedendaagse fenomenen. Willen we onze leerlingen echt boeien en echt wat meegeven waar ze in de moderne maatschappij wat mee zijn, kunnen we ons niet tevreden stellen met ons verhaaltje af te draaien zoals we dat al sinds jaren doen. Hoe ieder van ons probeert bij te blijven, hangt uiteraard af van zijn eigen mogelijkheden en interesses. Vanuit de inspectie kunnen we slechts beperkte bijscholingsmomenten aanbieden door het organiseren van studiedagen, via dit blad en via persoonlijke begeleiding. In sommige scholen is er een aanbod aan nascholingsactiviteiten. Voor sommigen was het overschakelen van pen of typemachine naar de computer de gelegenheid om hun lessen eens op te frissen. Op de computer gemaakte voorbereidingen en leerlingenbladen hebben het grote voordeel dat ze met weinig moeite gecorrigeerd, aangepast of aangevuld kunnen worden. Ook de nieuwe mogelijkheden en uitdagingen van werken met het internet kunnen gebruikt worden. Het invoeren van de nieuwe leerplannen LO heeft velen ertoe aangezet om hun manier van werken en lesgeven opnieuw te bekijken en te optimaliseren. De regionale werkgroepen worden door velen als zeer zinvol ervaren. Hopelijk kunnen we u binnenkort ook een vernieuwd leerplan voor SO I voorstellen. Ook dat zal een gelegenheid zijn om de lessen in die leerjaren nieuw gestalte te geven. Wellicht zal dat 'bij de tijd blijven' voor ieder van u anders zijn: waar u het meest nood aan heeft, dient u zelf uit te maken. Dat is voor sommigen een afronding van hun opleiding, het halen van vereiste bekwaamheidsbewijzen. Voor anderen kan dat zijn: beter vertrouwd worden met de computer en met internetgebruik. Bij sommigen schort het aan de nodige theologische bagage, maar anderen hebben eerder nood aan pedagogisch-didactische navorming. Hoe dan ook: we zullen ieder onze weg van bij de tijd blijven en nascholen moeten vinden, willen we ons werken en lesgeven fris en up to date houden. Wie zelf een cursus wil volgen, kan beroep doen op een financiële tegemoetkoming van de overheid onder de vorm van opleidingscheques, ten minste wanneer het opleidingsinstituut ze aanvaardt: u betaalt dan zelf slechts de helft van de cursus. Meer daarover op http://www.vdab.be/opleidingscheques/faq.shtml. Frank Rooze
4
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Tien jaren leerplancommissie LO (1995-2005) Op 30 mei 1995 startte de leerplancommissie lager onderwijs. Op 25 februari 2005 werd de laatste hand gelegd aan het programma zesde leerjaar en daarmee werd het werk van de commissie net binnen de termijn van tien jaar feestelijk afgerond. We startten in 1995 onder het tijdelijk voorzitterschap en de enthousiaste leiding van Gaby Labeur. Gaby verving als inspecteur-adviseur mevrouw Hilde Reynaert, die toen met ziekteverlof was. Andere aanwezigen bij de eerste vergadering waren: Ria De Jong, Christiane D'haes, Jeanine Jancu, Hugo Van de Walle, Ludo Van Malcot en Willy Willems (als afgevaardigde van het Comité PGO), die om diverse redenen de commissie hebben verlaten. Waren ook aanwezig: Mieke De Graeve, Bea Depreytere, Rolf Dokter, Tania Rutten, Riek van de Westeringh (huidig afgevaardigde van het Comité PGO), Elly van der Zanden en Herman Aerts. Samen welgeteld vijftien dappere werkers van het eerste uur waarvan er tien jaar later nog acht resten als werkers van het laatste uur. Andere werkers van het laatste uur zijn: Arie Dirkzwager, Frank Rooze, Lieve Moortgat, Eddy Remans, Gerdien Schepers, Martine Hensen, Miereille Haspie en Gottlieb Blokland. Verschillende collega's werkten voor een kortere tijd mee: Rudy van Moere, Frieda De Martelaere, Freddy Mantels, Hepke Geertsma, Siska Slabbinck en Rinus Van Kuil. De eerste vier jaren -vanaf 1995 tot diep in 1999 - was het 'ondergronds' ploeteren om een goede basis, een stevig fundament te leggen. Het gaat immers om een leerplan van zes leerjaren dat de bedoeling heeft om ettelijke jaren mee te gaan. Theologisch evenwichtig onderbouwd en ontwikkelingsgericht uitgewerkt moest het leerplan voldoen aan verwachtingen van het onderwijs- en het kerkelijke veld. Indien we wensen dat de keuzevrijheid godsdienst / zedenleer in de officiële scholen behouden blijft, moeten we over een leerplan beschikken dat ontwikkelingsdoelen nastreeft, een bijdrage levert aan de eindtermen lager onderwijs, bewust een bijdrage levert aan de levensbeschouwelijke vorming van leerlingen en bijgevolg een duidelijke maatschappelijke relevantie heeft. Er werd gezwoegd aan: - het evalueren en inventariseren van ervaringen met de oude programmaboekjes; - een onderzoek naar andere binnen- en buitenlandse levensbeschouwelijke leerplannen; - het verwerken van diverse opmerkingen en kritieken in een kerkelijk woelige tijd; - het grondig doordenken en bespreken van het concept; - het komen tot een duidelijk didactische en leerling-gerichte aanpak; - het schrijven van 'de inleiding' met aandacht voor de einddoelen LO en de doelen per 'graad'. De volgende zes jaren - vanaf 1999 tot 2005 - werd telkens per jaar het leerplan voor een leerjaar geschreven. Dit was werken tegen de klok wat resulteerde in onder andere vakantie-, weekend- en nachtwerk. Er werden uitdrukkingen gebruikt zoals 'slavenwerk' … maar het werk werd met veel plezier en enthousiasme gedaan. Een aantal woorden, bij het feestelijk afronden van het leerplan gevallen, kenmerken het werk en tonen iets van de eigenschappen en vaardigheden van de commissieleden: grondig bespreken, intensief, resultaatgericht, gedachten worden aangescherpt, gezellig, leerrijk, luisteren met open oren en harten, verrijking, werklust, diepgang, enthousiasme, doordachte ideeën, denkwerk, versnaperingen, iets duurzaam willen bereiken, deskundigheid, ijver, verantwoordelijkheidszin, leerling-gericht, didactisch, (be)grijpbaar voor leerlingen, het thuisvoelen van de leerlingen, betrokkenheid, werkelijkheid voor de leerlingen, positief kritisch, aandacht voor gelovigen / ongelovigen / nog-niet-gelovigen, deskundigheid, engagement, goede lessen en een goed leerplan maken, leerlingen zegenen, medewerken, nieuwe moed, openheid, meebouwen, fijngevoeligheid, kennis van zaken en kennis van leerlingen, aandacht voor verschillen en eigenheid, gastvrijheid, moed, uitdagingen aangaan, bereidwillig, bergen werk verzetten, theologische en communicatieve deskundigheid, orde, organisatie, een droom verwezenlijken, God en mensen dankbaar zijn. De waardering die alle medewerkers aan het leerplan toekomt, is niet onder woorden te brengen. Maar iedereen die met een hart voor de leerlingen en voor het Woord van God met het leerplan werkt, komt evenzeer alle waardering toe. Herman Aerts u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
5
Job of roeping? In het vorige PGO-kwartaal met het nummer 58 las ik enkele boeiende vragen over het volgende nieuwe thema ‘de leerkracht’. Hierin kwamen vragen aanbod zoals: hoe ervaren we onze job? Of spreken we liever over onze ‘roeping’? Deze vragen spraken mij direct aan zodat ik nu even de tijd neem om achter de computer te gaan zitten om enkele anekdotes te delen. Ik ben leerkracht geworden op latere leeftijd en zit momenteel op de rand van wat genoemd wordt de ‘middelbare leeftijd’. Onze vier kinderen zijn grotendeels jongvolwassen, waarvan er al één het huis heeft verlaten. Dit heeft als voordeel dat je al heel wat opvoedingswijsheid hebt verworven na heel wat opvoedingsdwaasheid begaan te hebben. Want opvoeden leren we nog steeds niet op school maar wel in het dagdagelijks leven. Onze vier schatten hebben mij wel degelijk heel wat opvoedingswijsheid bijgebracht waarvan ik nu nog de vruchten pluk tijdens het lesgeven. Je begrijpt gemakkelijker waar kinderen of jongeren doorgaan. Je herkent zoveel van hun vragen! Héél vaak beantwoord ik hun vragen of klagen over hun ouders met voorbeelden uit mijn eigen leven als moeder. Ik onthoud hen niet de fouten die ikzelf heb gemaakt. Door deze voorbeelden leer ik hen ook de kant van hun ouders eens te bekijken en toon ik veel begrip voor hun moeilijkheden. Zo kom ik uiteindelijk bij de vraag: job of roeping? Voor mijzelf is het een roeping geworden. Ik heb deze 'job' niet gekozen omdat ik het financieel nodig had maar door onvoorziene omstandigheden ben ik in het PGO beland of geroepen…? Na mijn bijbelschoolopleiding was mijn doelstelling: dienen door bijbels onderwijs en Gods Koninkrijk zichtbaar maken in de maatschappij. Nu geef ik dagelijks bijbels onderwijs én sta met mijn beide voeten in de maatschappij. Deze combinatie ervaar ik als ‘een bijzondere roeping’. Want ‘leerkracht zijn’ betekent voor mij meer dan lesgeven.
•
Blij 6
Anekdote één: ‘een geroepene voor een tweelingleerling’
bang
boos
bedroefd
u PGO-kwartaal / 1
ste
Kort voor kerst 2004 overleed de 46-jarige moeder van mijn tweeling uit het tweede leerjaar. Daar ikzelf ongeveer die leeftijd heb, trof mij dat héél diep. Vele vragen hielden mij bezig! Rouw bij jonge kinderen had ik nog nooit van zo dichtbij meegemaakt. Dit gezin was niet praktiserend maar de papa koos toch voor een evangelische begrafenisdienst te Gent. Ik had diep in mijn hart het verlangen om iets te betekenen voor de kinderen tijdens de begrafenisdienst (vaak worden kinderen in het rouwproces vergeten). Ik kreeg de toestemming van alle betrokkenen en heb gedaan wat mijn hart mij opdroeg. Tijdens de lessen rond Kerst waren we bezig een kaartje te maken met een herdertje waarbij we stil stonden bij het feit dat de herders in de maatschappij van toen niet meetelden. Zij waren echter wel de eersten die de goede boodschap hoorden. Dit kaartje mochten de leerlingen aan iemand geven om hem of haar te troosten.
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Job of roeping? De tweeling koos ervoor om het aan hun mama te geven nog voor de kinderen wisten dat ze zo plots zou sterven. Deze gedachte liet mij niet los en dus heb ik besloten om met hen dat kaartje op de doodskist van hun mama te leggen bij de begrafenis. Deze persoonlijke aandacht wou ik gebruiken om na de vakantie met hen hierover verder te praten. Ik heb hun papa beloofd goed voor hen te zorgen. Ze zitten in een klasje met vijf leerlingen. Ik moest dus een manier vinden om aandacht te geven aan hun verdriet zonder dat dit voor de anderen jaloerse gevoelens zou opwekken. Zo kwam ik via een website bij een gevoelsdraaischijfje waar ik iedere les mee begin. De kinderen mogen de wijzer zetten op een prentje dat hun gevoel op dat moment uitdrukt. En dan mogen ze vertellen, elk om beurt. Dit geef de tweeling de gelegenheid om ook over hun verdriet te vertellen en ik kan daar even op inspelen. Deze gebeurtenis heeft mij heel erg tot nadenken gestemd. Ik zie mijzelf hier als een geroepene door de Heer om hier een beetje troost te mogen bieden. Ook in het contact met mijn collega’s en directie ervaar ik een verandering. Bijna allen waren aanwezig op de begrafenisplechtigheid. Voor iedereen was dit een eerste kennismaking met een ‘Evangelische Kerk’. Natuurlijk hadden zij allerlei vragen en mocht ik in alle eenvoud hier en daar wat vragen trachten te beantwoorden. Tijdens de kerstvakantie heb ik een boek gelezen ‘helpen bij verlies en verdriet ’ van Manu Keirse en sommige hoofdstukken samengevat. Deze samenvatting heb ik de directie en collega’s aangeboden evenals mijn hulp bij rouwverwerking die kinderen meemaken. Hier ervaar ik opnieuw een ‘bijzondere roeping’ midden in de maatschappij. Daar waar de Heer ons dagelijks stelt onder leerlingen, ouders, collega’s en directie, kunnen wij een levend getuigenis zijn van Hem die ons geroepen heeft in zijn dienst. Dus … ben ik in de eerste plaats zelf ‘een geroepene’ door de Almachtige, ben ik ‘een geroepene’ voor mijn leerlingen, ben ik ‘een geroepene’ voor de ouders van mijn leerlingen, ben ik ‘een geroepene’ voor mijn collega’s en directie. Daarom mogen we als ‘geroepene’ zelf heel dicht bij de Heer Jezus blijven zodat we de stem van de Roeper steeds zullen verstaan.
•
Anekdote twee: ‘een geroepene voor een collega’
Met mijn enige leerling van het vierde leerjaar bekeek ik onlangs een videofragmentje van school-TV over de 10 woorden, de sabbat en de synagoge. Zijn leraar zat ook in de TV-zaal en luisterde vanaf de zijkant mee. Opeens komt hij erbij zitten en zegt dat hij met veel interesse heeft meegeluisterd en start met een reeks vragen te stellen. Zo goed als ik kan, leg ik hem een aantal zaken uit over jodendom, christendom en protestantisme. Met verbazing en interesse luistert hij aandachtig. Ik zeg hem dat ik in het zesde leerjaar voor alle leerlingen een les geef over het verschil tussen het katholicisme en protestantisme. Hij wou daar graag bij zijn want eigenlijk wist hij daar zo weinig over. Dus van lesgeven kwam niet veel meer in huis maar ik denk dat ik er na de krokusvakantie één leerling zal bijhebben al is het dan één in volwassen formaat. Hier was ik ‘een geroepene’ voor een collega die héél goede vragen stelde. Ik bid dat ik hem mag wijzen op Jezus. Wat een extra zegen dan als je voor je roeping ook nog betaald wordt. Juf Monique Raes-Buysse uit Lokeren, leerkracht in Zelzate, Temse en Eksaarde
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
7
Een PGO-krantje en nog veel meer 'Onbekend maakt onbemind' is een uitdrukking die we allemaal kennen en die soms ook op ons, leerkrachten Protestantse Godsdienstonderwijs, van toepassing is. Denkt u maar eens aan de roosterproblemen vanwege de verschillende godsdiensten, de schuld ervan wordt op de minderheid geschoven en dat zijn vaak wij, leerkrachten PGO. Hiermee omgaan als christen is een hele kunst, want een liefdevolle houding is belangrijk, maar moeten we altijd toegeven? Soms spelen er vooroordelen mee bij de manier waarop directies, collega’s en leerlingen van andere godsdiensten tegen ons aankijken. Hierover heb ik van bij het begin van mijn taak als PGO-leerkracht nagedacht. Een voorbeeld: op een school waar ik de leerling altijd uit de les moest halen, kreeg ik echt het gevoel een storend element te zijn. Ik wist niet wanneer de les WO of Frans was afgelopen en ik vond het moeilijk om steeds 10 minuten of langer te staan wachten omdat de klasleraar de godsdienstles was vergeten. Elke les zag ik er tegenop om weer ongewenst binnen te komen, niet begroet te worden en de les te verstoren. Dit duurde verschillende weken totdat mijn leerling trots zijn schrift aan zijn nieuwsgierige medeleerlingen en ook aan zijn juffrouw liet zien. Zij verbaasde zich erover dat de verhalen dezelfde waren zoals in haar katholieke godsdienstles en zo raakten wij in gesprek. Dit verhaal lijkt er wel één met een happy end want uiteindelijk hebben we samen een project gedaan rond verschillende godsdiensten. Ik mocht daarbij twee lessen verzorgen en als afsluiter hebben we de Evangelische Kerk in Balen bezocht. Hier kregen we een fijne uitleg van de voorganger. Ondanks de organisatie dat dit met lesuren en busvervoer kostte, had de leerkracht dit ervoor over. Ik heb geen leerlingen meer bij haar in de klas, maar we hebben nog altijd heel goed contact. Dit zette mij aan tot nadenken. Hoe kunnen we wat over onszelf vertellen op een eenvoudige en niet opdringerige manier? Niet alleen naar scholen toe, maar ook naar leerlingen en hun ouders toe, kerken en eventuele toekomstige leerlingen en hun ouders? Bijna elke school gebruikt een schoolkrant als communicatiemiddel voor mededelingen, maandkalenders, verslagen van activiteiten en dergelijke. Dit leek mij een erg geschikt medium met verschillende doelstellingen: • laten zien aan directies en collega’s, ouders, kerken e.a. wie we zijn en wat we doen als leerkrachten en leerlingen PGO; • contact houden met leerlingen en hun ouders en hun informeren over lessen, activiteiten en dergelijke; • mogelijkheid geven aan leerlingen om hun belevenissen te vertellen en een band te scheppen tussen de individuele leerlingen op de verschillende scholen; • promotie maken voor het PGO in kerken, plaatselijke bibliotheken en bij geïnteresseerden … Het is heel fijn dat mijn collega Magda Boonen, die in de regio benoemd is, dit ook zo zag. Wij werken in dezelfde regio, soms ook aan dezelfde scholen en daadwerkelijk samenwerken geeft je extra sterkte en komt positief voor de buitenwereld over. Zij bezoekt al jaren met een school de Evangelische Kerk in Balen en zij organiseerde in Mol al een paar maal een kinderviering met de hele school in samenwerking met de katholieke pastoor en protestantse voorgangers. 8
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Een PGO-krantje en nog veel meer In juni vorig jaar hebben wij onze eerste PGO-krant uitgegeven in de regio Balen, Eindhout, Kasterlee en Mol. Hiervoor hebben we de toestemming gevraagd aan de inspectie, de directies en de ouders van de leerlingen voor het publiceren van foto’s en artikelen. Het is belangrijk om toestemming te vragen aan de verschillende betrokkenen. Afgelopen december hebben we ons tweede krantje uitgegeven. We hebben veel enthousiaste reacties gekregen. De inhoud van de krant: • een openingswoordje van de leerkrachten; • verslagen van bepaalde activiteiten (bezoek aan kerk, samenwerking met collega’s); • aankondiging van speciale activiteiten zoals onze jaarlijkse gezellige middag voor onze leerlingen; • artikelen van leerlingen over hun belevenissen in het PGO; • de zesdeklassers mogen een verslag schrijven over zes jaar PGO; • foto’s van speciale lesmomenten of een bijzonder werkstuk; • een foto en artikel van nieuwe leerlingen; • een bijzonderheid over een school; • het voorstellen van collega’s die een vervanging doen; • kleurplaten, moppen en raadsels. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen en in de toekomst kunnen er ook andere zaken inkomen, zoals een boekbespreking, het voorstellen van een goede christelijke kindersite en dergelijke. Dus ook jullie ideeën zijn welkom. Het kost ons wel heel wat tijd, maar hier tegenover staat dat het 'onbekend maakt onbemind' niet meer telt. Want collega’s bekijken het krantje in de lerarenkamer en dit is soms aanleiding tot een gesprek of om samen een thema te behandelen. De leerlingen vinden het allemaal tof om in het krantje te komen en andere leerlingen te leren kennen, want vaak behoren ze tot een minderheid en merken zo dat er veel meer leerlingen zijn die PGO volgen. Vandaar ook ons jaarlijks feestje waar al onze leerlingen welkom zijn, elkaar leren kennen en samen een middag feestvieren. Op deze middag werken we rond een thema met een bijbelverhaal, quiz, spel of een knutselwerkje. Aan het eind eten we samen iets lekkers. Het is fijn dat we hiervoor ook kunnen rekenen op een paar helpende handen. We kennen allemaal vast wel het lied 'Samen is veel leuker'. Persoonlijk denk ik dat heel belangrijk zijn: samenwerken met collega’s PGO; waar mogelijk samenwerken met collega’s van andere levensbeschouwelijke vakken; samenwerken met leerlingen, ouders en andere geïnteresseerden. Houd wel altijd je eigen identiteit in het oog zodat we een zoutend zout en lichtend licht kunnen zijn voor de mensen om ons heen, net zoals Jezus ons het voorbeeld en de opdracht gaf. Ellen Westerhof
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
9
Vakoverschrijdende eindtermen
VOET… Wie van jullie die in het secundair onderwijs lesgeeft, durft beweren nog nooit van “de voeten” te hebben gehoord? Ze slaan er ons letterlijk mee om de oren: VOET ofte vakoverschrijdende eindtermen... Wat doen wij, leerkrachten levensbeschouwelijke vakken daarmee? We proberen creatief te zijn, richten een vakwerkgroep LBV op en gaan aan de slag! In één van mijn scholen (waar ik 10/week lesgeef) is er zo’n vakwerkgroep: twee collega’s rooms-katholieke godsdienst, twee collega’s niet confessionele zedenleer, één leerkracht islamitische godsdienst en ikzelf (ik ben sinds dit schooljaar trouwens vakgroepverantwoordelijke). Regelmatig hebben we informele contacten met elkaar (op het eigenste moment dat ik dit zit in te tikken belde één van de collega’s zedenleer me op in verband met een gemeenschappelijke uitstap tijdens de komende GWP). Af en toe houden we een meer “formele” vergadering waarvan de notulen ook aan de directie worden gegeven. Vermits elk van de collega’s op verschillende scholen lesgeeft, is het vaak een hele heksentoer om iedereen op hetzelfde moment bij elkaar te krijgen, vandaar dat we het steeds proberen te combineren met een ouderavond, klassenraad of algemene personeelsvergadering. Persoonlijk ervaar ik het als echt verrijkend om met collega’s van diverse filosofisch-religieuze achtergronden samen te mogen denken en werken. Zo werden we (enkel de collega’s, niet de leerlingen) door onze collega islamitische godsdienst tijdens de ramadan uitgenodigd in het islamitisch centrum voor een maaltijd genaamd “het breken van de vasten”. Onze collega geschiedenis vroeg ons (in het kader van haar lessen) om voor de leerlingen geleide bezoeken voor te bereiden naar een moskee, een protestantse, een katholieke en een orthodoxe kerk. De collega zedenleer vond dat het geuzenhuis (centrum van de vrijzinnigen) zeker niet op het programma mocht ontbreken, waarvoor alle begrip. De “schrijf-ze-vrij-dag” hebben we tijdens onze lessen per klas samen met alle leerlingen voorbereid (ook de leerlingen met vrijstelling werden hierbij betrokken). Onlangs schonk ieder van ons tijdens onze lessen even aandacht aan “de zaak Remmery” en hebben we met onze leerlingen een gezamenlijke steunbetuiging ondertekend. In het tweede jaar is een blinde mevrouw met haar geleidehond komen spreken, in het vierde jaar zijn twee mensen van AA op bezoek geweest. En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan! Het vraagt vaak heel wat inzet, voorbereiding en samenspraak. Ons organisatietalent wordt meermaals op de proef gesteld, de evaluatie met de leerlingen achteraf (bijv. in de vorm van een gemeenschappelijke toets of het schrijven van een verslag voor het schoolkrantje) vergt ook nog heel wat voorbereidend werk. Maar we krijgen er dikwijls heel wat voor in de plaats! Toch waken we erover dat elke leerkracht nog voldoende tijd over heeft om te werken aan de eigen specifieke (levensbeschouwelijke) vakdoelstellingen, want niemand van ons wenst onze leerlingen een “eenheidsworst” aan te bieden! De specifieke eigenheid van elke overtuiging is immers waardevol en onmisbaar, op voorwaarde echter dat ze gedragen wordt door een open en verdraagzame blik naar “de ander”! En die andere kun je slechts tegemoet gaan als je weet wie je zelf bent! Naar de ouders toe richtten we een gemeenschappelijk schrijven om onze zienswijze toe te lichten. De tekst van deze brief lezen jullie op volgende pagina. Christine Liagre
10
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Vakoverschrijdende eindtermen
Waarom ook de levensbeschouwelijke vakken op onze school belangrijk zijn!
Ø De levensbeschouwelijke vakken staan door hun doelstellingen op een andere wijze tegenover leerlingen dan de algemene, technische of beroepsvakken. Binnen het vormingsproces van de leerlingen staat, naast de loutere kennis- en waardenoverdracht specifiek voor de eigen levensbeschouwing, de attitudevorming centraal in alle levensbeschouwelijke vakken. Op die manier bieden wij als leerkrachten levensbeschouwelijke vakken een toegevoegde waarde aan het concept onderwijs en vorming. Ø Deze extra dimensie beschouwen wij als een noodzakelijke dimensie, een dieptedimensie. Onze specifieke bijdrage in een plurale maatschappij bestaat erin levensbeschouwelijke zingeving en zinaanbod aan de leerlingen mee te geven. Hierbij is het van groot belang hen voortdurend te stimuleren om over het aangebodene na te denken, met een open en opmerkzame geest en een positief kritische ingesteldheid. Ø Onze lessen zien wij als een aanzet tot opbouw van een democratische maatschappij waarin verscheidenheid als een verrijkend gegeven wordt ervaren en waar onverdraagzaamheid en fundamentalisme moeten worden omgebogen tot aanvaarding en tot eerbied voor elkaars zijn in denken en waardenbeleving.
Ø Groeien tot integratie zonder de eigenheid en de specificiteit van elk van onze invalshoeken prijs te geven, m.a.w. integratie zonder assimilatie, of eenheid in de verscheidenheid, dat zien wij als een hoogstaand na te streven ideaal.
Ø In dit perspectief is de ontmoeting met elkaar als leerkrachten levensbeschouwelijke vakken belangrijk, in het besef dat wij elkaar iets te bieden hebben, terwijl wij ook van de ander veel kunnen ontvangen.
Ø Wij dragen een vuur dat in elke levensbeschouwing een sterke en intense symboolwaarde heeft. Het vuur dat wij dragen symboliseert de diepste waarde van onze eigen levensbeschouwing. Maar dat vuur mag ons en de andere niet verteren, het mag ons wel verwarmen en verlichten! De leerkrachten niet-confessionele zedenleer, rooms-katholieke, protestantse en islamitische godsdienst
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
11
Regionale werkgroepen LO Impressies van het wel en wee van het regionale werkgroepje 'Begijnendijk' Allereerst iets over onze werkwijze Met een tiental collega’s uit de regio Vilvoorde, Mechelen, Leuven, Aarschot en Westerlo komen we elk kwartaal een woensdagnamiddag samen. Elke bijeenkomst nemen een leerjaar onder de loupe. De volgende spontane impressies geven de lezer een indruk van de sfeer en de werking van ons groepje. Het is boeiend om van elkaars aanpak en werk te leren en aldus soms nieuwe ideeën op te doen aangaande onze lessen. Er worden ideeën en gedachten uitgewisseld over het nieuwe leerplan en er wordt doorgegeven hoe een ieder er tot nu toe mee gewerkt heeft. (Lieve Keymolen) Het is een hele steun en bemoediging om te zien en te horen hoe collega’s bezig zijn met het nieuwe leerplan. Nieuwe ideeën en materialen werken verfrissend en brengen weer nieuw leven in onze lesvoorbereidingen. (Willem Côme) Het is heel leuk om op deze informele wijze collega’s te ontmoeten. Niet alleen de bevestiging doet goed, maar ook de uitwisseling van materiaal en ideeën is een echte verrijking voor het lesgeven. (Anneke Beck -van der Kooi) De eerste vergadering kon ik niet bijwonen. Met kriebels in mijn buik op weg naar de tweede vergadering. Ik had rationele bedenkingen en emotionele bezwaren, zoals, “Ik kan mijn tijd beter gebruiken dan te zitten praten over lessen, het is beter om zelf lessen uit te werken enzovoort”. Het bleken kortzichtige bedenkingen te zijn: mijn inzicht in de lessen werd zeker verruimd door te horen hoe anderen creatieve oplossingen gevonden hadden met name in het uitwerken van lessen, in het omgaan met kinderen en met andere leerkrachten. De sfeer is fijn en het doet goed om anderen eens beter te leren kennen. Ik ging naar huis met een grote stapel kopieën. Gerdien Schepers en Lieve Moortgat zijn beide goede gastvrouwen. (Rudy
12
u PGO-kwartaal / 1
ste
Van Biervliet) Bij iedere werkgroepbijeenkomst doe je weer verrassende nieuwe ideetjes op. Je gaat telkens weer enthousiast naar huis om dit te kunnen toepassen in je lessen. Het doet het verlangen steeds meer groeien om de kinderen, die je zijn toevertrouwd, les te mogen geven en te helpen groeien in Gods Koninkrijk. (Johanna Saels) Ik ervaar de woensdagnamiddagen die we samenkomen als zeer nuttig. Werkbladen worden uitgewisseld per leerjaar en per thema. Met vragen zoals ‘hoe doe jij dit’ en ‘hoe doe jij dat’, kunnen we altijd bij elkaar terecht. Het geeft moed om te zien dat je niet de enige bent die wel eens met een onderwerp worstelt. (Chonja Wolthuizen) Het is fijn om met collega’s samen te komen en je leed en vreugde te delen. Hoe de kinderen omgaan met de leerstof, hoe ze groeien of niet groeien in hun vertrouwen op God. Het is goed om te ervaren dat je niet alleen bent in de taak om Gods woord te brengen bij kinderen. (Sonja Lathouwers) Het is bemoedigend om van andere collega’s te zien en te horen hoe zij met het nieuwe leerplan aan de slag gaan. Je krijgt heel wat nieuwe ideeën en ontvangt heel wat goede werkjes om de lessen aantrekkelijker te maken. Het is een uitwisseling van ideeën en materialen. Ik kom er graag naar toe. Voor mij is de regionale werkgroep een succes. (Lieve Moortgat) Het persoonlijk contact met de collega’s is voor mij heel belangrijk. Je voelt je minder een eenling. Het geeft mij een saamhorigheidsgevoel, een soort ruggesteun. Je bent niet een alleenstaande godsdienstjuf. Je hoort bij een groep, waar men samen naar oplossingen zoekt. (Cora Van Wassenbergh) Het werkt heel stimulerend om samen met je collega’s ervaringen uit te wisselen. De sfeer is heel positief in ons groepje. Ik vind het een goed initiatief. Gerdien Schepers, 016 53 80 18 Kort samengevat: ’T IS TOF.
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Regionale werkgroepen LO Werkgroep Antwerpen Alhoewel de belangstelling niet zo erg groot was, zijn we toch gestart met het verzenden van een uitnodiging naar alle leerkrachten woonachtig in de provincie Antwerpen. Zo kwamen we voor het eerst samen tijdens de herfstvakantie om onze eerste ervaringen uit te wisselen in verband met het nieuwe programma vijfde leerjaar. De opkomst was nogal beperkt omdat sommigen reeds een andere werkgroep hadden uitgekozen waar zij al bepaalde banden mee hadden, terwijl anderen niet aanwezig konden zijn op die dag. Met een viertal mensen hebben we enkele uren de tijd genomen om onze indrukken over het eerste thema "Verlangen naar een koning" uit te wisselen, en daarna wat lesvoorbereidingen en lesmateriaal met elkaar te delen in verband met thema twee "Wie is de goede koning?". De namiddag bleek echt nuttig te zijn omdat twee van ons reeds vele jaren actief zijn in het PGO, terwijl twee andere collega's net begonnen zijn en nog veel voorbereidingen en materiaal moeten verzamelen. Logischerwijze zijn nieuwe collega's meestal erg geïnteresseerd in de ervaringen van de wat ouderen in het vak. Anderzijds is het voor deze laatsten erg bemoedigend om de frisse ideeën te horen van nieuwe leerkrachten. Tevens bleek dat het invoeren van dit nieuwe programma niet betekent dat alle materiaal dat vroeger in het vijfde gebruikt werd, automatisch onbruikbaar werd. Bepaalde liederen of gedeelten van lessen bleken invoegbaar in de nieuwe lessen. Ook interessante websites en bronnen voor lesmateriaal werden uitgewisseld. Lesvoorbereidingen werden met elkaar vergeleken, waarbij bleek dat iedereen dat wat verschillend doet: sommigen eerder uitgebreid, anderen eerder summier. Tijdens de kerstvakantie werd opnieuw samengekomen, ditmaal ter voorbereiding van het derde thema: "De koning dient". Opnieuw bleek het nut van zo een werkgroep. Het enige wat ons misschien wat teleurstelde, was dat zo weinigen van deze mogelijkheid gebruik maakten om te komen samenwerken. Immers hoe meer mensen, hoe meer er kan verwezenlijkt worden. Mochten er mensen zijn in de provincie Antwerpen die nog niet bij een werkgroep hun stek hebben gevonden, dan nodig
14
u PGO-kwartaal / 1
ste
ik hen uit. Niemand heeft volmaakt materiaal en voorbereidingen, maar de vele bijdragen van vele collega's kunnen wel tot één groot mooi geheel gevormd worden, dat voor iedereen bruikbaar is. Tot nu toe vonden de ontmoetingen plaats tijdens de vakanties. Het is mogelijk dat deze periodes voor sommigen niet goed liggen. Laat dat a.u.b. weten! Misschien vinden we een datum die voor meer mensen past.
[email protected] of 03 489 24 83 Werkgroep Brugge “Laat de kinderen tot Mij komen” zo sprak Jezus in Lukas 18:15-17 tot zijn discipelen. Als leerkrachten PGO treden wij in de voetsporen van Jezus. Om die kinderen tot ons te brengen en hun het evangelie te brengen op een bruikbare manier voor hun jonge en ook latere leven, is het naar mijn mening van groot belang dat we af en toe samenkomen. Op 27 januari 2005 kwamen we (mevrouw Ingrid Neels, de heren Pieter Blanken, Robert Goemaere, Henk-Jan van der Meulen en mevrouw Glenda Goblet) voor een tweede werkgroepvergadering samen te Brugge bij onze gastheer de heer Robert Goemaere. Bij een kopje koffie of thee en koekjes hebben we ons vooral verdiept in de 3e periode van het nieuwe leerplan voor het 5e leerjaar. We kwamen allen tot de vaststelling dat de verwerking ervan en de vindingrijkheid om een bijbelgedeelte of bijbelthema in te kleden niet altijd even makkelijk verliep. We wisselden ideeën en werkvormen uit. We hadden didactisch materiaal meegebracht dat we aan elkaar voorstelden en dat zeker als ondersteuning bij onze lessen van pas kwam. We voelden ons hierbij dan ook gesterkt en ondersteund. Het is dus van groot belang om elkaar te blijven verrijken in de manier waarop we werken, willen we onze doelstellingen naar de kinderen toe bereiken. Ik ben beslist gewonnen voor deze werkgroepen. U toch ook? We planden een derde werkvergadering op 11 mei 2005 te Koekelare. Wie zin heeft om deel te nemen aan de werkgroep en ons nieuwe ideeën of nieuwe materialen kan aanbieden, mag gerust contact met ons opnemen. Glenda Goblet, 059 50 00 64
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Regionale werkgroepen LO Werkgroep zuiden van W-Vlaanderen Reeds bij de studiedag in mei 2004 hadden we met elkaar afgesproken en op 16 juni 2004 kwamen we voor het eerst samen. Iedereen had zijn documentatie en werkblaadjes meegebracht, waarvan hij dacht dat ze nog bruikbaar zouden zijn in het nieuwe programma. Zo kregen we al een heel stapeltje waarmee we aan de slag konden en daardoor ook goede moed. We zagen het goed zitten. We verdeelden de taken: enkelen zouden alles wat we bespraken van de eerste periode in afgewerkte lesvoorbereidingen gieten. Zo kwamen we weer samen op 8 september. We kregen het kersverse materiaal en konden er onmiddellijk mee aan de slag. Het werk voor de tweede periode werd verdeeld. Zo kwamen we ook in november en januari samen, in april werd de volgende vergadering gepland. Ik kijk er steeds naar uit, want het is opmerkelijk hoe het enthousiasme versterkt wordt als je ziet en hoort hoe anderen het aanpakken. Als je het niet meer zo ziet zitten, krijg je weer inspiratie. En het doet ook goed om eens met collega's gezellig samen te zijn, want we praten ook nog wel eens over iets anders dan de lessen! Anne Naessens, 056 22 76 13 Vorig jaar volgde ik het aggregaat aan de ETF. Dit schooljaar begin ik mijn stagelessen. Als jonge leerkracht in het PGO merk ik dat ik nu de tools ontvangen heb om mijn lessen degelijk voor te bereiden. Ik ben dan ook dankbaar om samen met andere collega's mee te mogen werken aan de uitbouw van onze lessen. We leren elkaar beter kennen en wisselen informatie uit. Ik raad alle collega's aan om de krachten te bundelen in de streek waar u functioneert. Samen is veel leuker! Hans Lesage, 051 54 49 27 Werkgroep Dendermonde De vorige keer kwamen we samen te Dendermonde bij Monique Vanachter op woensdag 22/12/2004 van 14.00u tot 17.00u om de derde periode van de verschillende leerjaren te bespreken. We stonden iets langer stil bij 6.3. omdat dit
14
u PGO-kwartaal / 1
ste
voor ons nieuw is. We wisselen gegevens en materialen uit. Verder wisselen we gegevens en materialen uit van 1.3., 2.3., 3.3. en 5.3. (4.3.. komt niet aan bod omdat Monique VA daar geen klas in heeft). Opdracht: we kopiëren bruikbare materialen voor elkaar en bezorgen die elkaar. Tevreden keer ik huiswaarts. Want het doet goed om elkaar te ondersteunen en van ideeën te wisselen. Monique Raes-Buysse, 09 348 52 14 Werkgroep Denderleeuw Ook in onze regio zijn er behoorlijk wat enthousiaste leerkrachten PGO. Dus, toen het idee kwam om werkgroepjes te vormen rondom de nieuwe leerplannen PGO, waren er onmiddellijk heel wat positieve reacties. Toen we in september de eerste keer samenkwamen, zaten we dan ook met zeven rond de tafel. Koffie en koekjes – en zelfs heerlijk gebak – werden aangevoerd om onze energie 'optimaal' te houden. Het was wel even zoeken naar een geschikte manier van werken. Want ja, niet iedereen geeft les in alle leerjaren! Er werd dan ook beslist om telkens we zouden samenkomen het volgende thema van elk leerjaar even onder de loep te nemen en ideeën en materiaal met elkaar te delen. Wij hebben het geluk om te mogen samenkomen in de Middenschool in Denderleeuw. We mogen daar de leraarszaal gebruiken en hebben zelfs een kopieerapparaat ter beschikking! Het is echt heel fijn om op deze manier met 'ons' vak bezig te zijn. Heel verrijkend ook, want iedereen heeft wel een andere invalshoek of een andere kijk op één of ander onderwerp. En de bron van bruikbaar materiaal? Wel … die blijkt plotseling zoveel groter te zijn! Fantastisch om er niet meer 'alleen' voor te staan en al die energie te kunnen bundelen. Zo kunnen we steeds betere en fijnere lessen aan 'onze' leerlingen geven. En daar doen we het toch voor … is het niet? Anja Riemens, 054 34 35 09
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Regionale werkgroepen LO Werkgroep Vlaams-Brabant We komen samen met een zestal collega's en hebben besloten om ons te concentreren op het nieuwe programma van het vijfde leerjaar. We wisselen gedachten en materialen uit, ook al heeft niet iedereen dit jaar een vijfde leerjaar. We pakken telkens de periode aan die de komende maanden wordt behandeld. Ik vind het telkens bijzonder opbouwend. Iedereen heeft zo zijn eigen sterke kanten en benaderingswijze van de leerstof. Hierdoor steek je heel veel van elkaar op en doorbreekt het een beetje je eigen aanpak. Het geeft gewoon een schat aan ideeën. Bovendien zijn we heel gelukkig met de materialen die aangeboden worden. Soms zit je voor een bepaalde les echt 'strop' en kan een ander plots een heel nieuw licht op de zaak werpen. Het maakt iedereen ook enthousiast want het delen laat je ook de rijkdom ontdekken van de bijbelteksten en lessen die we mogen behandelen. Het neemt ook een stuk onzekerheid weg. Met ons beperkt aantal lesuren en leerlingen hebben we niet altijd de nodige respons. 'Hoe reageer jij op bepaalde situaties? Hoe pak jij dat onderwerp aan? Hoe ga jij in het
kader van ons vak met bepaalde moeilijkere leerlingen om? ' Het doet goed hierover van gedachten te wisselen en elkaar tot raad en steun te zijn. Hoewel ikzelf dit jaar geen vijfde leerjaar heb, geniet ik er toch volop van. Dit is een eerste impressie! Ann Van Garsse, 02 377 07 83
Werkgroep Limburg Ook in Limburg worden ideeën en materialen uitgewisseld. Info bij Martine Hensen, 089 38 36 16
Foto's voor de PGO-stand en -site Op de landelijke ontmoetingsdagen zijn we altijd fier als er weer een stand van het PGO te zien is. Enkele leerkrachten van de Stuurgroep zetten zich er voor in deze stand telkens te bemannen en zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Foto’s van klassen, leerkrachten en vooral leerlingen PGO zouden heel goed bruikbaar zijn. Juist die kunnen iets van de sfeer van het PGO laten overkomen en er ouders en leerlingen van overtuigen ook voor het PGO te kiezen. Wat we zouden willen vragen is of u als leerkracht misschien al eens foto’s hebt gemaakt, misschien tijdens een uitstap met uw leerlingen of gewoon in de klas. Als u vindt dat ze goed gelukt zijn, en de leerlingen en hun ouders geven hun toestemming, kunt u ze ter beschikking stellen van de Stuurgroep om te gebruiken voor de stand en de sit. U kunt natuurlijk ook starten met het maken van een reportage… U kunt foto’s opsturen of mailen naar: Johan Van den heuvel, Alverbergstraat 21, 3500 Hasselt,
[email protected]. Gottlieb Blokland u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
15
Dankbaar voor bescherming Vele van ons zijn dagelijks enkele uurtjes onderweg en leggen daarbij heel wat kilometertjes af tussen de ene en de andere school. Dit brengt uiteraard heel wat risico's met zich mee. Ik heb zelf al een keer heel duidelijk de bescherming van de Heer mogen ervaren toen ik op weg was naar een school. Misschien kan mijn verhaal iemand anders bemoedigen. Het was in de tijd dat ik nog in Keerbergen woonde en langs enkele smalle kronkelwegen naar de grote baan moest rijden. De vorige dagen was het erg nat geweest en ik was een beetje later vertrokken dan gewoonlijk. Ik reed zo'n 40 à 50 kilometer per uur en opeens begon mijn wagen te slippen. Ik kon niet meer remmen en sturen lukte ook niet meer. Mijn wagen stevende recht op een betonnen elektriciteitspaal af en ik kon niets anders meer doen dan aan de Heer te vragen om mijn leven te sparen. Wat er toen gebeurde, heb ik nooit goed kunnen verklaren. Enkele centimeters voor de paal draaide de wagen plots 90 graden naar links. Langs de linkse zijde van de weg was een bos met dennenbomen en een gracht. Ik vloog het bos in en kwam terecht in een openingetje van twee meter waar net geen bomen stonden. Mijn achterste wielen bleven steken in de gracht en ik had geen schrammetje. De wagen had slechts een klein blutsje onderaan van in de gracht te zitten, verder was er geen schade. Ik was de Heer heel erg dankbaar. Deze week hoorde ik het verhaal van een collega dat nog veel aangrijpender is. Ik heb haar aangemoedigd om het met ons te willen delen. Ze heeft dat heel bereidwillig gedaan. Het is geweldig om te mogen weten dat we op zijn bescherming mogen rekenen wanneer we, in opdracht van de Heer, bezig zijn om zijn woord aan de kinderen door te geven. Lieve Moortgat Een dag om nooit te vergeten… Dinsdag 21 december 2004 reeds ik zoals gewoonlijk naar mijn eerste opdracht van de dag in Sterrebeek. Ik zou lesgeven aan een jongen in het zesde leerjaar. De leerkracht katholieke godsdienst was ziek en de klastitularis vroeg me om haar leerlingen erbij te nemen. Dat vond ik helemaal niet erg want zij waren ook met het kerstverhaal bezig. Daar thema 2 uitvoerig over de profeten ging, was het uiteraard logisch dat de profeet Jesaja aan de orde kwam. Hij kondigde namelijk de komst van de Messias aan, 'Emmanuël' (Godmet-ons) zoals Jesaja hem noemde. In een gesprek met de leerlingen kwamen 'engelen' aan de orde. Ze vroegen me of ik in engelen geloofde. "Zeker, en ze beschermen ons ook." In de Bijbel lezen we over engelen als beschermers van gelovigen. Ze stelden me zoveel vragen dat ik enthousiast over Jezus kon vertellen. Dit interesseerde hen blijkbaar heel erg. De les was teneinde en ze was voor mij erg meegevallen. Na mijn klas te hebben opgeruimd, reed ik via de autoweg naar mijn tweede school in Koningslo / Vilvoorde. Ongeveer 1 à 2 kilometer voor het viaduct van Vilvoorde stak ik een vrachtwagen met oplegger voorbij (hij reed 70 à 80 kilometer per uur). Wat er voor die vrachtwagen gebeurde, zag ik niet. De zon was enorm verblindend. Plots merkte ik dat de wagen voor mij heel bruusk remde. Als reactie deed ik dat ook maar mijn wagen slipte. Ondertussen was de vrachtwagen voorbij. Ik kon me nog net op het tweede rijvak begeven om een botsing met mijn voorligger te vermijden. Mijn wagen begon heen en weer over de rijweg te slingeren. Wat ik ook probeerde, niets hielp. Ik werd volledig door mijn wagen beheerst. Het enige dat ik kon doen, was bidden. Het merkwaardige was dat ik helemaal niet bang was. De tijd leek stil te staan zoals in een tijdmachine. Op aarde zijn we onderhevig aan onze tijdsindeling. God niet, hij leeft in een andere dimensie. Het lijkt absurd maar ik vond het helemaal niet erg om te sterven en naar God te mogen gaan en Jezus te ontmoeten. Ik had net nog met zoveel enthousiasme over Jezus aan de leerlingen verteld. Maar anderzijds was het toch wel wat vroeg om te vertrekken. Toen bad ik: "Here Jezus, als ik hier levend uitkom, dan zal ik aan iedereen over uw wonderen vertellen." Ondertussen raakte ik een bestelwagen die op het eerste rijvak reed. Het voorste van mijn wagen werd helemaal ingedeukt en het dak vloog half open. Mijn wagen begon nog meer te slingeren en ik raakte vervolgens ook nog een vrachtwagen. Nu werd het achterste van mijn wagen volledig ingedeukt. Toen ik stopte met bidden, kwam ik tot stilstand op het tweede rijvak met mijn auto in de tegenovergestelde richting. Het eerst wat ik deed was mijn radio afzetten en mijn gordel losmaken. Toen besefte ik pas dat ik 16
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Dankbaar voor bescherming volledig ongedeerd was. De wagen was helemaal ingedeukt, behalve op de plaats waar ik - met mijn boekentas - zat. Ik kon nu alleen maar blij zijn en God danken door zijn naam groot te maken door steeds te zeggen: "Dank U, dank U.. Here Jezus…" Ondertussen kwamen de man van de bestelwagen en de man van de vrachtwagen kijken hoe ik het stelde. Ze zagen hoe ik heel luid God aan het danken was. Een van hen belde de ziekenwagen en ik hoorde hem zeggen: "…iedereen is hier ongedeerd maar da madammeke is wel in shock…", want ik was nog steeds God luid aan het danken. God had zijn engelen gestuurd om mij te beschermen. Prijs de Heer hiervoor. Later hoorde ik van een collega dat zij net op het ogenblik van het ongeval voor mij aan het bidden was. Ja, God is goed en daar ben ik getuige van. Bernadette Challe, Koningslo
Familiale berichten Collega Bea Coolens meldde ons het plotse overlijden op 30 december 2004 van haar 27-jarige nog inwonende lieve zoon Koen Verley. Koen werd geboren op 7 mei 1977 en leefde met een mentale handicap. Collega's Reitze Siebesma en Annemieke de Vries meldden ons het overlijden van hun vader en schoonvader de heer Anne Frederik Siebesma. Hij werd geboren op 3 december 1927 en overleed te Barneveld op 7 januari 2005. Collega Lieve Moortgat meldde ons het overlijden van haar vader de heer Leon Moortgat. Hij werd geboren op 1 augustus 1912 en overleed te Bonheiden op 30 januari 2005. Collega Daniël De Waele meldde ons het overlijden op 23 februari 2005 van zijn echtgenote Mady Roesems, geboren op 17 oktober 1960. Mady was eveneens actief in het PGO tussen 1987 en 1992. Een citaat uit wat Daniël schreef: Mady heeft zich gedurende jaren kalm en strijdvaardig verzet tegen kanker in haar lichaam, die uiteindelijk volledig uitgezaaid was in haar longen. Tot de maandagmiddag van 21 februari is ze thuis kunnen blijven, maar dan was opname in het ziekenhuis onvermijdelijk. Nog geen 2 dagen later is ze dan, zelfs voor de dokters vrij plotseling, overleden in het ziekenhuis van Bornem. Mijn dochters en ik zijn dankbaar dat ze naar het einde toe niet extra heeft geleden. Wilt u mijn dochters en mij een blijk van medeleven geven, mag u dat doen naar ons thuisadres: Kerkhofstraat 11, 1840 Londerzeel. Namens mijn dochters Judith, Eline en Vera en mezelf. We delen de getroffen families ons christelijk medeleven mee. Van harte wensen we jullie de nodige vertroosting en steun toe zodat jullie de pijn van dit verlies kunnen dragen. Collega Lieve Thomas meldde ons de geboorte op 10 januari 2005 van haar kleindochter Elisa Cnudde. De ouders zijn Yves en Liesbet Cnudde -Mulkens. Collega Maarten Hertoghs en echtgenote Marjolein Van Hoof meldden ons de geboorte van hun zoon Tijl op18 januari 2025. Collega Ellen Westerhof en echtgenoot Martin Thierfeldt meldden ons de geboorte van hun dochtertje Sifra. Het zusje van Rebecca en Elisa werd geboren op 14 februari 2005. Collega Marc Beltman en echtgenote Inge Sijmons meldden ons de geboorte van hun dochtertje Luka- Beth op 16 maart 2005. Een dikke proficiat aan de gelukkige ouders en families! u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
17
Waar vind ik daar iets over? Een van de praktische problemen waar je als leerkracht in het secundair onderwijs steeds mee geconfronteerd wordt, is het vinden van geschikte teksten. We beschikken in het PGO niet over handboeken, waar die allemaal al in staan. Daarom moet je als leerkracht voor elk onderwerp bijna je eigen tekstboek samenstellen. Dit is een groot werk, waar zeker beginnende collega’s moedeloos van kunnen worden. Om jullie een beetje op weg te helpen, volgen hieronder enkele al langer bestaande en nieuwe uitgaven, telkens met een korte bespreking. Voor de eerste graad In de twee eerste jaren van het secundair onderwijs worden de eerste boeken van het OT (Genesis t/m Deuteronomium) en het NT (de Evangeliën) behandeld. In samenhang daarmee komen enkele thema’s aan bod: roeping, milieu, solidariteit, (over)consumptie-soberheid, conflicten en verzoening, muren tussen mensen, armoede en rijkdom, bevrijding. Natuurlijk krijgen ook de aardrijkskundige en historische achtergrond van deze bijbelboeken de aandacht. 1. Over het behandelen van de bijbelse verhalen a. De Bijbel in de basis. Dit is een duidelijk evangelische cursus, die de bijbelse geschiedenis behandelt voor jongeren van de leeftijd 12-14 jaar. Elke les/elk hoofdstuk is opgezet volgens het schema intro, info A en info B. Info A bespreekt het bijbelgedeelte zelf (vat het samen). Info B bespreekt een probleem dat met dit gedeelte samenhangt, vaak ook met een illustratief verhaal. Binnen het kader van ons leerplan zijn vooral de “info’s B” in elk hoofdstuk goed te gebruiken. Er zijn twee verschillende uitgaven, één voor het beroepsonderwijs (in Nederland VMBO) en één voor algemeen voortgezet onderwijs (in Nederland HAVO/MAVO). Bij de eerste is er voor elk jaar een geïntegreerd “leerwerkboek”. Bij de laatste zijn tekstboek (leerboek) en werkboek afzonderlijk uitgegeven. Er bestaat een docentenhandleiding en een cdrom met meerkeuzevragen over de behandelde leerstof. Wel is bij het gebruik van de opgaven in ons kader steeds een selectie noodzakelijk. b. Van horen zeggen. Mogelijk is “algemeen oecumenisch” voor deze cursus de juiste typering. Deze cursus heeft in principe dezelfde opbouw als De Bijbel in de basis, maar breidt het overzicht uit: de gehele Bijbel wordt in vogelvlucht doorgenomen. Omdat dit in de loop van vier schooljaren gebeurt, loopt deze cursus niet helemaal parallel met de leerjaren van ons leerplan, waar de evangeliën al in het tweede jaar aan bod komen en de latere boeken van het OT (de profeten) in het derde en vierde jaar. Ook Van horen zeggen heeft een afzonderlijke uitgave voor het beroepsonderwijs: Op verhaal komen. Van horen zeggen is in het algemeen korter en bondiger van stof dan De Bijbel in de basis en heeft erg originele opdrachten en heel instructieve illustraties. Voor SO1 zijn de relevante delen deel 1 (Op weg - over de Bijbel als boek), deel 2 (Wegwijs - over Genesis-Exodus –Tien Geboden), deel 4 (de weg opnieuw - over de Evangeliën). Voor de b-klassen: Op verhaal komen deel 1 (over de Bijbel als boek en Genesis/Exodus/De Tien Geboden), Op verhaal komen deel 2 (over de profeten en het NT). Interessant is de handleiding voor de leerkracht bij elk deel, waar ook een cd-rom bij aangeboden wordt, met daarop veel extra illustratief materiaal. Voor alles duidelijkheid: je kunt deze cursussen niet als vast handboek maar alleen als ondersteuning bij ons leerplan gebruiken. Beide boeken zijn te bestellen bij Nijgh/Versluys, Postbus 225, 3740AE Baarn (Nederland), telefoon 0031-35-548.24.70, e-mail vo°nijghversluys.nl. Meer info op: www.nijghversluys.nl. 3. Verschillende uitgaven met betrekking tot de achtergrond van de Bijbel: a. De reeks “atlassen” van uitgeverij J.J.Groen en Zoon (Leiden): Studie-atlas bij de Bijbel, Atlas van de tabernakel, Het leven in de tijd van de Bijbel (goede illustraties bij de verschillende beroepen, aanzien van huizen en kleding), Atlas van de tempel, Atlas van bijbelse personen. 18
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Waar vind ik daar iets over? b. De Nieuwe Encyclopedie van de Bijbel (John Drane red.), Voorhoeve, Kampen. In dit boek vind je heel goede tekeningen, kaarten en foto’s over de wereld van de Bijbel in elk opzicht (landen en volken, gebruiken, planten en dieren, familieleven, godsdiensten enz.). 4.. Bij de thema’s die in de lessen aan de orde komen: a. Jouw leven en God – Handboek voor jongeren. Eugene Roehlkepartain (Uitgeverij Medema, Vaassen). (Bijdragen over levensstijl, verliefdheid, seksualiteit, omgaan met geld, schoolproblemen, muziek, sport etc.). b. Alleen voor jongens. Alles wat jij weten wilt. Ute Mayer & Tobias Faix (Ark Boeken, Amsterdam). (Helaas) alleen voor jongens zoals de titel al zegt. Aandacht voor het gebruik van internet. c. Pesten verpest ‘t. Met kinderen in gesprek over pesten en gepest worden. (Rob Hondsmerk, Stichting Chris, in België: Centrum voor Pastorale Counseling, St.Jansbergsesteenweg 97, 3001 Heverlee). In dit boekje vind je vier verhalen van kinderen en jongeren op vier verschillende leeftijden (kind, ouder kind, tiener en jongere), met gespreksvragen. Eigenlijk bijna verplicht ooit eens te gebruiken. Verder enkele kleine boekjes over concrete problemen: Alcohol – Daar is toch niets mis mee?, Blowen – Daar is toch niets mis mee? Save Sex – Hoe ver is te ver? d. In vrije val. Armoede in België. Bart Demyttenaere (Manteau, Antwerpen). Dit boek bevat een aantal heel aangrijpende getuigenissen, waarvan je enkele in verkorte vorm ook in deze klassen kunt gebruiken. Voor de tweede graad In deze graad bespreken we in ASO en TSO de hoofdzaken van de kerkgeschiedenis, met in het derde jaar bijzondere aandacht voor het Jodendom en in het vierde jaar een accent op de Hervorming, dit in samenhang met de boeken van de profeten van het OT. De beide eerder genoemde reeksen kennen een uitbreiding naar het derde en vierde jaar. 1. De bijbelse leerstof a.. De Bijbel in de basis Er is een derde deel beschikbaar, “Profeten”, in de vorm voor het algemeen voortgezet onderwijs (ons ASO), d.wz. als afzonderlijk leerboek en werkboek, en in de vorm voor het beroepsonderwijs, d.w.z. één leerwerkboek. b. Van horen zeggen/Op verhaal komen Het derde deel van deze cursus voor het algemeen voortgezet onderwijs (ons ASO) , Gaandeweg, is gewijd aan de profeten, opnieuw niet zo gedetailleerd als De Bijbel in de basis, maar wel met goede opdrachten en illustraties. Eén hoofdstuk bespreekt ook de boeken Prediker en Hooglied. 2. Jodendom/Islam a. Van horen zeggen: Jodendom. Wegen van de tora. b. Van horen zeggen Islam. Wegen van overgave. Waardevol is steeds de behandeling van de actuele toestand van deze godsdiensten en de goede illustraties. 3. Kerkgeschiedenis Christendom. Wegen van navolging. Dit boek behandelt de hoofdlijnen van de kerkgeschiedenis. Het derde hoofdstuk bespreekt de Reformatie (met bespreking van hedendaagse ontwikkelingen, zoals de oecumene), het vierde de beleving van christenen vandaag (getuigenissen van christenen vandaag). In het BSO stappen we in deze jaren al over op thematisch onderwijs: Hier kom je voor het probleem te staan dat veel boeken toch eerder gericht zijn op lezende jongeren, “dus” die van het ASO. In alle teksten moet je dus fors selecteren. Hieronder toch enkele boeken die in ieder geval gaan over de thema’s van het leerplan en die je kunnen helpen bij de voorbereiding van je lessen.
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
19
Waar vind ik daar iets over? 4. Thematische boeken voor jongeren a. Jouw leven en het occulte. Handboek. W.J.Ouweneel (Medema). Dit boek bespreekt verschillende fenomenen van het occulte op een zeer nuchtere manier (bij thema 2, 3BSO). b Jij en het Christendom. Handboek. Bob George (Medema). Dit boek bevat enkele hoofdstukken die goed passen in het kader van onze lessen (deel 5, 8 en 9). Meer nog dan de teksten zijn vooral de vele duidelijke illustraties bruikbaar (mogelijk bij thema 3, 3BSO, thema 4, 4BSO). Beide uit de “handboeken”-reeks van uitgeverij Medema, waartoe ook het bovengenoemde Jouw leven en God behoort. c. De “Lifelines-bijbelstudiereeks voor jongeren” door Frank en Jill Sciacca (uitgeverij Plateau in Barneveld). In deze reeks komen een hele reeks problemen aan bod waar jongeren mee te maken kunnen hebben. Elk hoofdstuk wordt ingeleid met een goed verhaal (Ik en de rest. Blijf jezelf in de groep. (Over groepsdruk) (thema 3, 3BSO); Liefde: Wat is liefde en wat niet? (Over verliefdheid, vriendschap en verkering) (thema 4, 3BSO); Nix mis met mij. Leren kijken in Gods spiegel (Over het uiterlijk) (thema 2, 4BSO)). d. Van Youth for Christ-Nederland komen de twee delen God gezocht, waarin ook allerlei thema’s worden aangesneden. Deze bijbelstudies moet je voor een godsdienstles, zeker voor BSO, wel bewerken, maar de teksten, opdrachten en illustraties zijn vaak niet mis. In deel 1 twee hoofdstukken die direct aansluiten bij thema’s in ons leerplan: hfd. 5 “Wat maakt het leven zinvol” (Bij thema 4, 4BSO), hfd. 6 “Als God liefde is, waarom is er dan zoveel ellende?” (Bij thema 5, 4BSO) (Youth for Christ-Nederland, Postbus 73, 3970 AB Driebergen – Nederland 0031-3438-15744). Voor de derde graad Van de volgende boeken kun je zowel in ASO als BSO (voor een deel) gebruik maken: 1. Bij thema 'Woorden en waarden' a. Van horen zeggen. Over normaal gesproken. Dit cursusboek geeft een heel goede algemene inleiding op ethiek. b. De tien geboden. Antiek of actueel? (uitgave EO). Dit boek is de schriftelijke neerslag van een tv-reeks van de EO. Bij dit boek horen ook twee videocassettes. (EO, afdeling verkoop. Antwoordnummer 21900, 1200 VX Hilversum – Nederland). 2.. Bij thema 'Leven en dood' Jong. Jongeren vertellen hun verhaal. (EO-uitgave). Hierin getuigenissen over o.m. het verlies van een geliefde (Mijn liefste leeft niet meer), en het dragen van een ongeneeslijke ziekte (Ongeneeslijk ziek). 3. Bij thema 'Seksualiteit en huwelijk' Save seks. Boekje open over seks. Gerry Velema-Drent (Voorhoeve-Kampen). De titel belooft eerlijkheid en die vind je hier ook. Een hele reeks vragen komen aan bod, waaronder het belangrijke thema homoseksualiteit. 4. Bij thema 'Religiositeit' a. Van horen zeggen. Wegen naar verlossing. Over Hindoeïsme en Boeddhisme. Dit cursusboek heeft goede illustraties en is zeer up to date. b. De serie "Levende Godsdienst" (onder redactie van D. Brokerhof, B.E. de Kort, H.M. Vollenhoven) biedt heel wat bruikbaar materiaal. 5. Bij thema 'Scheppen en herscheppen' Uitdagingen van deze tijd in bijbels perspectief. John Stott (Novapres, Apeldoorn).
20
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Waar vind ik daar iets over? Dit boek kan helpen om zelf teksten rondom verschillende thema’s op te stellen (o.m. voor christen en politiek (thema 2 6ASO) en de toekomst (thema 5 6ASO)). 6. Bij thema 'Geloven tegen de stroom in' a. Christendom onwijs? Vijftien wetenschappers over God, geloof en wetenschap. (Kok, Voorhoeve, Kampen). Hoofdstuk 2 Geloof en verstand. (W.J.Ouweneel). Dit hoofdstuk geeft de problematiek van geloof en wetenschap weer vanuit de opvatting dat ook wetenschap een geloofsovertuiging als grondslag heeft. b. Van horen zeggen. Over wondere feiten. De cursus bespreekt de fundamentele kwesties van het ontstaan van de wereld en het wezen van de mens. Het geeft vooral de opvatting weer dat geloof en wetenschap antwoord geven op verschillende vragen. 7. Bij thema 'Gezin en opvoeding' Een zeer toegankelijk boek over dit onderwerp is Laat me nou, mam! van Claudia Mühlan (Kok, Voorhoeve, Kampen). Het bespreekt op een heel praktische manier de fundamentele principes van een (christelijk) opvoeding van kinderen vanaf de kleuterschool tot de eerste puberteitsjaren. 8. Bij thema 'Kerk' Het al eerder genoemde bijbelstudieboek van Youth for Christ God gezocht (deel 1) bevat ook over dit thema een goed hoofdstuk: Geloven doe je samen. Wat heb je aan de kerk? En tot slot:: Een aantal boeken waar je misschien eens een goede illustratie, een goed overzicht, een passende tekst in kan vinden: a. De Bijbel voor dummies (Jeffrey Geoghegan, Michael Homan). Een uitgebreide introductie op de Bijbel geschreven voor jongeren. Nuttig is het “jargonalarm” in de kantlijn. Vooral de historische overzichten zijn nuttig. De bijbelverklaringen zijn m.i. minder goed. b. Reken maar! Twintig redenen om in God te geloven (Koos Staat). Artikelen ingeleid met een anekdote en voorzien van een vlotte illustratie over wat God in een mensenleven wil betekenen. De artikelen sluiten vooral aan bij de thema’s die wij in de tweede graad bespreken. c. Onbekendegod.nl Voor mensen die willen ontdekken of God bestaat (Peter Scheele). Het originele is de discussies waarin de pro’s en contra’s van verschillende argumenten besproken worden. d. Huh? Niet-vage bijbelstudies (Buijten en Schipperheijn). Korte niet conventionele beschouwingen. Deze teksten kunnen in sommige gevallen goed dienen als begin van een les. Gottlieb Blokland Nog enkele interessante sites: http://users.pandora.be/godsdienstlinks/ http://docentenplein.nl/godsd2.htm www.kinderdienst.nl (daar vind je o.a. een 'concordantie' voor het zoeken van kinderliederen bij allerlei bijbelse verhalen en nog veel meer) http://www.vormen.org/Rechtvaardig op http://bijbel.pagina.nl vind je naast nog veel meer een compleet Hebreeuws OT met Engelse vertaling en een Grieks NT www.dominee.nl geeft ook heel wat links Frank Rooze u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
21
Van de inspectie
Data coördinatievergaderingen De coördinatievergaderingen worden gehouden op de volgende data en plaatsen. Uw aanwezigheid is verwacht. Provincie Brabant / Brussels Gewest vrijdag 9 september, 19 uur protestantse kerk, Nieuwe Graanmarkt 8, Brussel Provincie Oost-Vlaanderen maandag 12 september, 19 uur protestantse kerk, Begijnhoflaan 31, Gent Provincie West-Vlaanderen woensdag 14 september, 15 uur pinkstergemeente, Bronstraat 8, Oostende Provincie Antwerpen vrijdag 16 september 19 u. Kapel De Olijftak, Leopoldslei 35, 2930 Brasschaat Provincie Limburg woensdag 21 september, 15 uur Johanneskerk, Laatgoedstraat 60, Genk
Procedure vaste benoemingen Een vaste benoeming is een wens van nagenoeg elke leerkracht. Een wens die ondersteund kan worden door de inspecteurs-adviseurs. Het is echter belangrijk om de juiste procedure te volgen. U kan deze lezen in het Vademecum op pagina 25. Een vaste benoeming kan immers enkel gebeuren op voordracht van het Comité PGO. Indien u in een bepaalde school vaste benoeming wenst aan te vragen, dient u dit onmiddellijk te melden aan uw inspecteur-adviseur.
Studiedag: samenwerking over levensbeschouwelijke grenzen heen Het Nascholingsinstituut Levensbeschouwelijke Vakken organiseert in het Departement Onderwijs een niet verplichtende studiedag op vrijdag 10 juni 2005. Twee basisscholen met een rijke traditie aan samenwerking op levensbeschouwelijk vlak (BSGO Oudenburg en SBS Brederodestraat Antwerpen) presenteren elk een concreet project, waarvan één met medewerking van een collega PGO. Het inschrijvingsformulier verschijnt op schooldirect. Het is de bedoeling dat de verschillende leerkrachten godsdienst / zedenleer van eenzelfde basisschool gezamenlijk deelnemen. Info: Herman Aerts. 22
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
Voorbereidingen schooljaar 2005-2006 Zoals elk jaar vindt u in dit voorjaarsnummer het desiderataformulier. Van alle leerkrachten, zowel vastbenoemden als tijdelijken, verwachten we dit formulier behoorlijk ingevuld terug: leest u de toelichting aandachtig! Aan de leerkrachten die uit dienst treden, vragen we toch nog eenmaal de inspanning te leveren om de prognose voor volgend schooljaar te geven.
Voorbereidingen voor het volgende schooljaar
Vastbenoemde leerkrachten vullen het formulier volledig in zodat we duidelijk weten: - in welke scholen ze vastbenoemd, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld zijn; - in welke scholen ze tijdelijk met een andere opdracht belast zijn (TAO); - wat hun prognoses zijn voor het schooljaar 2005-2006. Meerdere leerkrachten aan één school Wanneer meerdere leerkrachten aan eenzelfde school verbonden zijn, is het voor de inspectie vaak niet duidelijk waar de prognoses op de desiderataformulieren op slaan. Daarom dienen de prognose / desiderata voor die school samen na gemeenschappelijk overleg opgesteld. Bvb. collega A gaf dit schooljaar aan KTA Hove 4u SO I; collega B gaf dit schooljaar aan KTA Hove 2u SO II en 4u SO III ze geven duidelijk de gezamenlijke prognose voor de hele school op, bvb: 4u SO I en 4u SO II en 4u SO III + duidelijk wie welke uren zou moeten geven, rekening houdend met volume van benoeming, bekwaamheidsbewijs en anciënniteit (in ons voorbeeld bvb: collega A de 4u SO I, collega B de 8u SO II&III want voor dat aantal uren benoemd aan de instelling op die niveaus)
In principe - moet een vastbenoemde leerkracht de beschikbare uren opnemen in de scholen waar hij/zij benoemd is (ook al zijn er jarenlang geen uren geweest! Informeer u einde juni en in de eerste week van september!); - is TAO een uitzonderingstoestand, die liever vermeden wordt en die ieder jaar opnieuw aangevraagd dient te worden; bij een ruil moeten beide schoolraden ermee instemmen! - loopt een reaffectatie door over de schooljaren heen. In principe is het niet de inspectie, die reaffecteert, maar kunnen wij wel advies geven zodat voor u en voor het PGO de meest gunstige situatie ontstaat. Mogen wij vragen dat leerkrachten, die met verlof zonder wedde of in loopbaanonderbreking zijn, om de inspectie zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van eventuele wijzigingen in hun toestand? Ook horen we graag tijdig over uw plannen voor pensionering en dergelijke.
!
Tijdelijke leerkrachten die geen desiderataformulier terugsturen, worden beschouwd als niet langer geïnteresseerd in uren PGO: uw aanstelling wordt niet automatisch verlengd! Vermits eerst alle vastbenoemde leerkrachten voldoende uren moeten krijgen in de omgeving van de scholen waar ze benoemd zijn, kunnen wij de tijdelijken niet garanderen dat ze in dezelfde scholen als dit jaar worden heraangesteld, hoewel we daar wel zoveel mogelijk naar streven.
Stuur uw desiderataformulier voor 30 mei 2005 terug naar: Inspectie Protestants Godsdienstonderwijs Marsveldstraat 5, 1050 – Brussel u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
23
Voorbereidingen schooljaar 2005-2006 Toelichting invullen desiderataformulier
!
De huidige toestand én de prognose voor volgend schooljaar wordt in één tabel samengevoegd. • In kolom 1 vult iedereen alle scholen in, waar hij/zij momenteel les geeft, hetzij als vastbenoemde, hetzij in reaffectatie of wedertewerkstelling, hetzij als tijdelijke. Bovendien vullen de vastbenoemden hier al hun scholen in, waar ze benoemd zijn, ook als ze er dit jaar geen uren hebben. Voor het Gemeenschapsonderwijs wordt hier ook het nummer van de scholengroep vermeld! • In kolom 2 vult u in bij welke inspectiesector de school hoort: • III: inspecteur-adviseur H.Aerts: gesubsidieerd (gemeentelijk, stedelijk, provinciaal en vrij) basisonderwijs in alle provincies; • VI: inspecteur-adviseur G.Blokland: alle scholen van het Gemeenschapsonderwijs en alle secundaire en hogere scholen in de provincies Antwerpen en Limburg, het Hoofdstedelijk Gewest en de B.S.D.; • VII: inspecteur-adviseur F.Rooze: alle scholen van het Gemeenschapsonderwijs en alle secundaire en hogere scholen in de provincies Vlaams-Brabant en Oost- en WestVlaanderen. • In kolom 3 geeft u per niveau op hoeveel uren/week u dit jaar in de betrokken school lesgeeft, bvb.: 6u LO, 2u SO I, 4u SO II, 2u SO III. • In kolom 4 geeft u op dezelfde manier de prognose voor volgend schooljaar voor heel de lagere of secundaire school, ook voor de jaren waarin u niet, maar wel een collega, lesgeeft (zie vorige pagina). • In de kolom ‘statuut’ (5) gebruikt u de volgende afkortingen: • V Vastbenoemd • R Als vastbenoemde naar hier gereafecteerd • WT Als vastbenoemde naar hier wedertewerkgesteld • TVA Tijdelijk in een vacant ambt • TNVA Tijdelijk in een niet-vacant ambt (bvb. als de titularis langdurig ziek is, in verlof zonder wedde, tijdelijk een andere opdracht heeft, …) • In kolom 6 / TADD schrijven leerkrachten die in de scholengroep waartoe deze school behoort een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur hebben bekomen, een kruisje. • In kolom 7 schrijven de vast benoemde leerkrachten het aantal uur per week en op welk niveau ze in deze school vast benoemd zijn. Let op: u kan in een school voor 6 uur benoemd zijn, maar er dit schooljaar 8 uur/week les geven; in dit geval bent u 2 uur tijdelijk, tenzij u hier 2 uur gereaffecteerd bent voor boventalligheid in een andere school. • In kolom 9 schrijven vastbenoemden, die gereaffecteerd of wedertewerkgesteld zijn, in welke school u boventallig bent en waarvoor u in deze school uren in reaffectatie of wedertewerkstelling hebt gekregen. Vermeld op de achterzijde in welke scholengroep u desgevallend van een TADD-statuut geniet. Iedereen mag hier ook zijn wensen kenbaar maken. Dit helpt ons om de opdrachten zo goed mogelijk naar ieders wensen te verdelen. Het gaat om uw (gezins)inkomen. U mag dus best zeggen: ik zou graag minimum X uren les geven; of: ik wil tijd over houden voor andere verantwoordelijkheden en wil dus maximaal X uur. De inspectie verwacht alle DESIDERATA-formulieren terug voor 30 mei. Hebt u de data van de coördinatievergaderingen op pagina 22 gelezen? 24
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
!
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
25
26
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
SCHOOLJAAR 2004-2005
DESIDERATA 2005-2006 Naam : Adres : Postcode : Woonplaats : Terugsturen naar MARSVELDSTRAAT !!! Uiterlijk 30 MEI
14
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u
(5)
(6)
(7)
(8) Hier niets invullen
(4) Prognose aantal uren / week en per niveau in '05-'06 in deze school
Aantal uren / week en per niveau vast benoemd in deze school
(3) Aantal uren / week en per niveau in '04-'05 in deze school
TADD
(2) Inspectiesector III, VI, of VII
Nummer scholengroep Gemeenschapsonderw.
(1) (1a) Scholen: Iedereen vermeldt hier alle scholen waar hij / zij dit schooljaar lesgeeft; vastbenoemden vermelden hier ook alle scholen waar ze wel vast benoemd zijn, maar dit jaar geen uren lesgeven.
Statuut
Telefoon : Fax : E-mail : Toelichting zie pagina 23-24
(9) Alleen vastbenoemden: hier in voorkomend geval vermelden van waar hij / zij naar deze school gereaffecteerd is, bvb: 4u R(eaffectatie) voor 4u SO-I MS ErpsKwerps; 6u W(eder)T(ewerkst.) voor 6u LO GBS Hoeke.
TADD in volgende scholengroepen (Gemeenschapsonderwijs: nummer vermelden)
Hieronder kunt u uw wensen, indien afwijkend van uw prognose voor volgend schooljaar (bvb. graag max.12u, graag enkel uren BuSO,…), schrijven. Ook uw toekomstplannen zijn voor een goede organisatie van het PGO belangrijk. Mededelingen betreffende uw loopbaan zijn zeer welkom, bijvoorbeeld: ik denk pensioen aan te vragen op bijvoorbeeld 01 09 2008.
28
u PGO-kwartaal / 1
ste
kwartaal 2005 / nummer 59 u