NOTULEN VAN DE BUITENGEWONE VERGADERING VAN 28 JANUARI 2010 Voorzitter:
de heer R.J.G. Bandell, burgemeester, en de heer C.A. van Verk, plaatsvervangend voorzitter van de raad. Griffier: mevrouw M. van Hall. Wethouders: de heren drs. A.T. Kamsteeg, J.H. Lagendijk, F.J. van den Oever, J.W. Spigt en D.A. van Steensel. In deze vergadering zijn aanwezig geweest 36 leden: Mw. J.L.M. van Benthem Mw. M.C. Ruisch Mw. Y.A.J. van den Berg-Pupovic Mw. K.M. Rusinovic Mw. J. van den Bergh-Wapperom Mw.C. Safranti Dhr.J.C.C. Bruggeman Mw..D.F.M. Schalken-den Hartog Dhr.J.J.W. van Dongen Dhr. P.H. Sleeking Dhr. A.G. Hoogerduijn Mw.N. de Smoker-van Andel Dhr. A. Karapinar Dhr.W. van der Spoel Dhr. R.J.J.G. Klaassen Dhr.B. Staat Mw. D. Koppens-van Leeuwen Dhr. S. Tasgin Dhr. W. van der Kruijff Dhr. H.J. Tazelaar Mw.L.J. Kuhlemeier-Booij Dhr. P.J.T. Tiebosch Mw.C.M.L. Lambrechts Dhr. C.A. van Verk Dhr.M.P.P.M. Merx Dhr.D.E. Vermeulen Dhr. H. Mostert Mw.V.I. Versluis Dhr. W.J.M. Nederpelt Dhr.H.P.A. Wagemakers Dhr. D. Pols Mw.S.M. Wemmers-Wanrooij Dhr.J.C. Rakhorst Mw. E.C. van Wenum-Kroon Mw. G. Yanik Dhr. A.G. van Zanten Afwezig zijn: de heer D.G.E. Cobelens, mevrouw J. Heijmans en de heer O. Soy. 1.
OPENING EN VASTSTELLEN AGENDA
De heer en mevrouw Bandell worden binnengeleid terwijl de leden van de raad het volgende afscheidslied zingen: Refrein:
Doe die ambtsketen af, Bandell. Want u heeft hem lang genoeg gedragen, zeg dat wel. Onze burgemeester, bij koninklijk besluit. Dat is straks over en uit. Na deze carrière weer een nieuw begin, in dienst van Loek, uw eigen koningin.
Uw allerlaatste zitting met de raad. Wij hebben het te kwaad, ’t is jammer dat u gaat. Al heeft u vaak discussies afgeklopt, Zelf waren uw verhalen nooit beknopt. Voor één keer: hou het kort, Dat is beter voor Dordt. Refrein U bent ons burgervadertje pur sang, voor Dordrecht van groot belang. Al meer dan tien jaar lang, Bij nacht en ontij stond u voor ons klaar. En daarbij onderschat u elk gevaar. Zo zag u op de fiets 1
een poller aan voor niets. Refrein Waar laat u strakjes al uw energie? ’t Vrijwilligerscircuit, een cursus bij ToBe? Of zoekt u toch het pluche op zogezeid. U krijgt tenslot een zee van vrije tijd. Dan rest ons nog de vraag: Wordt het misschien Den Haag? Refrein Een Bandelloze tijd breekt voor ons aan. Wij moeten nu voortaan op eigen benen staan. De hele raad is al een maand van slag, Vanmiddag zingen wij voorgoed gedag. Dat is emotioneel, Een BROK in onze keel. Refrein. De VOORZITTER: De vergadering is geopend. Ooit was ik met een kleine delegatie uit de gemeenteraad bij onze partnerstad Emalagleni in Zuid-Afrika, gelegen in het voormalig thuisland Transkei, waar ook het plaatsje Dordrecht ligt. Daar werd de gemeenteraad met een gebed geopend. Vervolgens werd een lied gezonden en de raadsleden konden tijdens het zingen van dat lied niet op hun zetels blijven zitten. Dat was heel gezellig. Toen het raadsdebat ingewikkeld werd, hief de burgemeester spontaan een lied aan en werd het weer gezellig. Wie weet wat de raad nog te wachten staat. Ik vind dit een buitengewoon bijzonder welkom en ik weet zeker dat ik ook namens mijn eigen koningin, Loek, spreek. Wij hebben bericht ontvangen dat mevrouw Heijmans en de heer Soy verhinderd zijn en de heer Sleeking heeft ons laten weten dat hij verlaat is. Kunnen wij de agenda voor deze vergadering vaststellen? De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2.
VERWELKOMEN BUITENLANDSE GASTEN EN MEDELINGEN
De VOORZITTER. Ik heet allen die uit het gehele land zijn gekomen om dit afscheid mee te maken van harte welkom. Wij hebben niet zo veel plaats in onze raadszaal. In het algemeen is er plaats genoeg, maar nu komen wij ruimte tekort. Ik ben er blij om dat het is gelukt iedereen een plek te geven. Een bijzonder woord van welkom wil ik richten tot enige buitenlandse gasten. Herzlich Wilkommen an die Delegation von unserem Partnerstad Recklinghausen. Wir haben schon seit Jahren sehr gute Verbindingen mit Recklinghausen, nicht nur im sportieven oder kulturellen Bezug. Wir haben auch Arbeitsgruppen und wir tauschen unsere Erfaringen mindestens ein mal pro Jahr aus. Ich schätze es sehr dass so viele Leute aus Recklinghausen gekommen sind. Also I would like to extend a very warm welcome to the mayor of Hastings, Mrs Charlesworth. It is a privilege and an honour to welcome you in the city of Dordrecht. The twinning between Hastings and Dordrecht is long lasting and we have had many joyful meetings,
2
which proves that Europe is not an organization of governments, but Europe is an organization for the people of Europe. Even in Great-Britain! 3.
OVERDRAGEN VOORZITTERSHAMER AAN DE PLAATSVERVANGEND VOORZITTER VAN DE GEMEENTERAAD, DE HEER G.A. VAN VERK
De VOORZITTER: Dames en heren. Het is altijd afkicken als een burgemeester afscheid neemt. Dat geldt ook voor de burgemeester. Het lijkt mij goed de leiding van deze vergadering over te dragen aan de plaatsvervangend raadsvoorzitter, de heer Cor van Verk. Ik zal de hamer, één van de symbolen van het burgemeesterschap en het voorzitterschap van de raad en het college, nu aan de heer Van Verk overdragen. De voorzitter overhandigt de voorzittershamer aan de heer Van Verk, plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad. 4.
TOESPRAAK NESTOR VAN DE RAAD, DE HEER H. MOSTERT
De heer MOSTERT: Mijnheer de burgemeester, beste Ronald, mevrouw Bandell en kinderen. Dames en heren. Deze middag neemt u afscheid als voorzitter van de gemeenteraad van Dordrecht en aansluitend van de stad. Dit afscheid komt als laatste in een lange rij van afscheidsbijeenkomsten van politie, Drechtsteden, de Veiligheidsregio, medewerkers en noem maar op. In de achterliggende tijd zult u waarschijnlijk in vele situaties al gedacht hebben ‘dit was mijn laatste vergadering’ of ‘dit was het laatste overleg als burgemeester van Dordrecht’. ‘Het wordt tijd dat u afscheid neemt van het afscheid nemen’, zoals de vorige week tijdens de regionale bijeenkomst werd gezegd. Toen u in Dordrecht aantrad hebt u gezegd - ik citeer -: ‘Ik zal mij ervoor inzetten dat vertrouwen waard te zijn, maar ik hoop wel dat de verwachtingen tot normale proporties worden teruggebracht’. De vraag of het laatste gebeurd is kunt uzelf het best beantwoorden. Tijdens de bijeenkomst met de medewerkers heb ik zelfs horen zingen: ‘De verwachtingen waren hooggespannen, maar hij heeft ze waargemaakt.’ Namens de raad kan ik mij daarbij zeker aansluiten. De raad heeft u leren kennen als een vaderlijke figuur, iemand die voor iedereen oog en oor heeft, zonder onderscheid van personen. Zo kennen de inwoners van Dordrecht u ook. U bent heel goed benaderbaar voor alle inwoners, toegankelijk en laagdrempelig. Een echte burgervader. Voor iedereen hebt u oprechte belangstelling. Dat hebben mijn vrouw en ik in de afgelopen jaren menigmaal zelf mogen ervaren. Het contact met de leden van de raad is heel open en persoonlijk. Van partijpolitiek was niets te merken, hoewel een ieder bekend is met uw politieke kleur. U was echt een samenbindende voorzitter en u verdiepte zich in de uitgangspunten van alle in de raad deelnemende partijen. Dat zijn er nogal wat in Dordrecht! Bijzondere waardering heeft de raad ook voor de wijze waarop u de Drechtraad tot een eenheid hebt weten te smeden. Tien jaar is een lange tijd. In dat decennium is veel gebeurd en tot stand gebracht. Het is ondoenlijk een uitputtende opsomming te geven, maar enkele zaken uit de periode Bandell, die mij onmiddellijk in gedachten schieten, wil ik wel vermelden. Ik doe slechts een greep uit de afgelopen periode. De regionale samenwerking heeft de invulling gekregen zoals zij nu is, waarbij de kwaliteitswinst voor de inwoners gepaard moet gaan met efficiencywinst. Een grote verdienste van Ronald Bandell en van allen die hem hierin bijstonden is, dat de service aan de inwoners is verbeterd terwijl de kosten – zeker op termijn – dalen. U hebt veel energie gestoken in de komst van de detentieboot, gelegen aan de 2e Merwedehaven, in 2007. De verbruiksvergunning werd pas verleend nadat was gebleken 3
dat er op het gebied van veiligheid geen beletselen waren om de detentieboot in gebruik te nemen. Uit een het vorig jaar verschenen ranglijst blijkt hoe goed dat was: de detentieboot aan de 2e Merwedehaven behoort tot de meest veilige inrichtingen van ons land. Die zorgvuldige werkwijze is tekenend voor u. Ondanks hevige protesten is met veel overleg, rust, beleid en mediation een einde gekomen aan de onwenselijke toestanden op het ‘paardenlandje’. Veel prijzen werden gewonnen: van Beste Markt tot Evenementenstad, van Beste Website tot een prijs voor de kwaliteit van de dienstverlening en van Beste Kermis tot het Beste Waterplan. Wel veertig of vijftig keer heeft de raad het college, de ambtelijke organisatie en alle anderen die op de een of andere manier aan het behalen van die successen hebben bijgedragen met prijzen en eervolle vermeldingen gefeliciteerd. Op het gebied van de veiligheid is veel bereikt, al geven sommige verkiezingsprogramma’s een andere indruk. De criminaliteitscijfers zijn in de afgelopen tien jaar met 40% gedaald, de Veiligheidsregio is een feit, een deel van de taken op het gebied van de integrale vergunningverlening is aan Zuid-Holland-Zuid overgedragen en de brandweer is in uw periode geregionaliseerd. Het is verheugend dat, na een lange periode van studie en onzekerheid over de mogelijkheden en kosten, nog dit jaar in het Leerpark een tweede uitrukpost voor de brandweer zal worden gerealiseerd. Voorts vindt een voortdurende lobby plaats voor de externe veiligheid langs het spoor. Onlangs is nog met West-Brabant en Brabantstad afgesproken dat één front zal worden gevormd tegen het vervoer van gevaarlijke stoffen door het stedelijk gebied. De wereldlijke en kerkelijke geschiedenis van Dordrecht hebben uw blijvende aandacht. Het Hofkwartier begint nu echt vorm te krijgen, zowel fysiek als qua programmering. De verbouwing van het Dordrechts Museum vordert gestaag en hopelijk kan het vernieuwde en uitgebreide museum nog voor de zomer weer publiek ontvangen. Ook de plannen voor DiEP vorderen. Het Calvijnjaar was zeer succesvol en ongeveer 100.000 mensen bezochten de tentoonstelling die Hare Majesteit op 7 mei van het vorig jaar in de Grote Kerk opende. De koningin bracht tijdens uw ambtsperiode met enige regelmaat een bezoek aan Dordrecht. In 2001 in mijn herinnering maar liefst drie maal. Ook kroonprins Willem Alexander en prinses Máxima, samen op verlovingstournee, en afzonderlijk voor bijvoorbeeld waterprojecten of de opening van het Leerpark, zijn graag geziene gasten in onze stad. De integratiegedachte stond bij u hoog op de agenda genoteerd. U hebt daarover ooit het volgende gezegd – ik citeer -: ‘Ten aanzien van integratie heb ik de diepgevoelde wens, dat Dordrecht een voorbeeldgemeente voor het land moge worden. Integratie betreft niet alleen mensen van buitenlandse afkomst, maar net zo goed mensen die al generatielang in Dordrecht wonen.’ Dat is een standpunt dat ik met u deel. Buurtbeheer en wijkgericht werken dragen bij aan het integratieproces, doordat wordt samengewerkt tussen allerlei mensen: bewoners, gemeenteambtenaren, politie en medewerkers van woningcorporaties. In november 2005 was u aanwezig in Noordwijk, waar de verkiezing van de beste burgemeester van de afgelopen 25 jaar plaatsvond. U was daarvoor genomineerd omdat – ik citeer –: ‘hij voor zijn vakgenoten de beste is op hun vakgebied, namelijk deskundig, bindend en integer’. Toen uiteindelijk burgemeester Cohen had gewonnen zei hij: ‘Ik had de titel graag aan mijn collega Ronald Bandell gegund.’ Dat is iets om trots op te zijn, al is bescheidenheid juist één van uw persoonskenmerken. Beste Ronald en Loek. Tien jaar samenvatten is ondoenlijk en ik heb beloofd het kort te houden. Vandaar een willekeurige greep uit de zaken die mij zijn bijgebleven. Namens de raad zeg ik je dank voor alles wat je voor onze stad en haar inwoners hebt mogen betekenen. Persoonlijk voeg ik hieraan toe: God zegene jullie op je verdere levenspad. Tenslotte. Ik mag jullie namens de Dordtse raad een cadeau aanbieden. (applaus) 4
De heer Mostert biedt de heer en mevrouw Bandell een cadeau aan. (applaus) De VOORZITTER: Ik stel het zojuist aan u uitgereikte voorstel aan de orde de heer Bandell tot ereburger van de gemeente Dordrecht te benoemen en wil alle fracties de gelegenheid geven een korte stemverklaring af te leggen. 5a.
VOORSTEL EREBURGERSCHAP
Mevrouw VAN DEN BERGH-WAPPEROM: Mijnheer de voorzitter. Wij gaan met dit voorstel akkoord. Wij vinden dit een passend voorstel op deze middag. Prima! De heer POLS: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie stemt graag met dit voorstel in. Burgemeester Bandell is een verbinder en heeft dat zeker in de regio laten merken. Hij heeft ervoor gezorgd dat de regio is samengebracht en Dordrecht daarin een centrale functie vervult. Dat hij ook een goede netwerker is, heeft hij bewezen door onze stad in Den Haag en bij de provincie in de aandacht aan te bevelen. Burgemeester Bandell heeft veel voor onze stad gedaan en is een mens met een warme belangstelling voor alles wat in onze stad gebeurt. Als er problemen waren, was hij daarop altijd aan te spreken en bereid te helpen. Ook binnen de raad: als er vreugde of verdriet was, was hij er altijd om steun te geven. Onze fractie stemt van harte met dit voorstel in. De heer WAGEMAKERS: Mijnheer de voorzitter. Ook de fractie van BVD stemt van harte met dit voorstel in. In de afgelopen tien jaar heeft de heer Ronald Bandell meer dan eens bewezen een deskundig, integer en diplomatiek burgervader te zijn. Wij danken hem voor hetgeen hij in de afgelopen tien jaar voor ons stad heeft gedaan. De heer VAN DER KRUIJFF: Mijnheer de voorzitter. Naast alle persoonlijke kwalificaties die wij allemaal kennen en volledig ondersteunen, vinden wij dat burgemeester Bandell de gouden legpenning en het ereburgerschap om een speciale reden verdient. Hij wist met inachtneming van de scheiding tussen kerk en staat op zeer gewaardeerde wijze een verbinding te leggen tussen de vele religies in deze stad en in deze regio. Door respect voor en betrokkenheid bij de vele religieuze drijfveren te tonen, heeft hij iedereen in zijn waarde gelaten en geappelleerd aan ieders verantwoordelijkheid die dat voor de Dordtse gemeenschap met zich meebrengt. Dat verdient hulde. Het ereburgerschap van de heer Bandell heeft mede vanwege deze reden onze volledige instemming. Mevrouw RUISCH: Mijnheer de voorzitter. Mijn fractie stemt volledig in met dit voorstel. Ik wil daarbij een korte kanttekening maken. Wij hebben de heer Bandell vaak horen zeggen ‘Ik ben trots op Dordrecht, maar het kan beter’. Mijn fractie hoopt dat de heer Bandell in de toekomst zal kunnen zeggen ‘Ik ben trots op Dordrecht.’. Wij zijn ontzettend trots op de heer Bandell en willen hem dankzeggen voor de geweldige tien jaar die wij met hem hebben gehad. De heer MOSTERT: Mijnheer de voorzitter. Aan hetgeen ik zojuist heb gezegd heb ik weinig toe te voegen. Sinds kort weet ik pas goed wat het ereburgerschap inhoudt. Ik moet u zeggen: wij zijn het er van harte mee eens dat de heer Bandell deze onderscheiding mag ontvangen. Ik heb hierover niet eens met mijn fractie overlegd. Ik weet zeker dat het goed is! De heer VAN DONGEN: Mijnheer de voorzitter. Ook mijn fractie is het helemaal eens met dit voorstel. De heer Bandell heeft zich in de afgelopen tien jaar een verbinder en een integere vaderfiguur voor de raad getoond en was altijd boven de partijen verheven. In die ambtstermijn van tien jaar heeft hij Dordrecht veel beter op de kaart gezet. Zoals u weet is D66 voorstander van de gekozen burgemeester. Ik ben ervan overtuigd dat de heer Bandell tot burgemeester van Dordrecht zou zijn gekozen als hij zich kandidaat zou
5
hebben gesteld. Dat is ook één van de redenen waarom ik hem het ereburgerschap van onze gemeente gun. Wij zijn de heer Bandell veel dank verschuldigd en stemmen van harte met dit voorstel in. De heer TAZELAAR: Mijnheer de burgemeester. Vandaag heb ik geen lang rijm gemaakt. Uw afscheid heeft ons diep geraakt. Wat u allemaal voor ons hebt gedaan, blijft nog lang in onze harten staan. Wij stemmen in met uw ereburgerschap en danken u voor alles wat u voor Dordrecht hebt gedaan. De heer KARAPINAR: Mijnheer de voorzitter. De voorgaande sprekers hebben evenals onze nestor uitvoerig gesproken over wat de heer Bandell voor onze stad en voor de regio heeft betekend. Overigens: ook ik heb geen overleg met mijn fractie gevoerd. Ik wil graag kort aangeven dat de heer Bandell ook voor mij persoonlijk veel heeft betekend. Dat is heel wat. Hij is een echte burgervader, met het hart op de goede plaats, altijd bereikbaar en betrokken. Zoals u allen weet heb in de afgelopen vier jaar een moeilijke tijd doorgemaakt. De heer Bandell had altijd een luisterend oor en was ook een goede adviseur voor mij. Sommigen denken nu misschien dat hij mij heeft geadviseerd uit de PvdA-fractie te stappen, maar dat heeft hij niet gedaan. Ik wil één voorbeeld geven van zijn bereikbaarheid. Op een zaterdag of een zondag kreeg ik een telefoontje van een Turkse persoon van wie een familielid was overleden. De familie had alles klaar, de vliegtickets lagen gereed, maar zij hadden nog een akte van overlijden nodig. Die mensen vroegen mij of ik hen kon helpen. Het Stadskantoor was immers gesloten. Ik heb toen contact opgenomen met de heer Bandell en het was binnen vijf minuten geregeld. Uiteraard stem ik met dit voorstel in. Ik ben er trots op deel te hebben uitgemaakt van een raad waarvan u voorzitter was en ik wens u en uw familie veel geluk en voorspoed toe. Mevrouw VAN DEN BERGH-WAPPEROM: Mijnheer de voorzitter. Mijn excuses, ik werd overvallen door het feit dat ik meteen het woord kreeg. Namens de PvdA wil ik naar aanleiding van dit voorstel graag iets meer zeggen dan alleen dat wij daarmee instemmen. Wij zijn het van harte met dit voorstel eens. Ik wil graag vertellen wat de heer Bandell voor ons heeft betekend. Iedereen telt mee, hij straalde dat gewoon uit. Niet je afkomst telt, maar je toekomst, wat je doet, wat je wilt en de manier waarop je je inzet voor de samenleving. Zo gaat hij met mensen om. De heer Bandell heeft persoonlijke aandacht en tijd voor mensen die dat nodig hebben. Dat is heel goed. Tot slot: u bent een schat! (applaus) U bent een schat voor Dordrecht, voor de raad, voor de PvdA en zeker ook voor mij. (applaus) Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 5.
TOESPRAAK LOCO-BURGEMEESTER, DE HEER J.W. SPIGT
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Hans Spigt, loco-burgemeester van onze stad. Wethouder SPIGT: Beste Ronald en Loek en jullie kinderen Leonie, Myrthe en Yaron. Ik heet jullie allen van harte welkom op dit bijzondere moment. Geachte leden van de raad en belangstellenden. Ik wil u allereerst van harte welkom heten in het stadhuis van Dordrecht. Ein herzlich Wilkommen für unsere Freunden aus Recklinghausen and a warm welcome to our friends from Hastings. Recklinghausen and Hastings are twin cities of Dordrecht. Beste Ronald. In deze weken van afscheid nemen zijn jouw loopbaan en levensloop al door velen in geuren en kleuren beschreven. Je bent middelpunt en lijdend voorwerp. Je lijkt het allemaal te ondergaan, maar zoals in jouw hele carrière gaan de zaken zoals jij dat wilt en daar helpt geen protocol aan. Het is gewoon Bandell-week!
6
Ik ben op zoek gegaan naar de kleur die letterlijk een rode draad vormt in jouw leven en loopbaan. Je bent geboren aan het begin van de naoorlogse wederopbouwperiode. In die periode werd Nederland gedomineerd door rooms-rode coalities onder leiding van Romme en Drees. Je bent zelf ook het product van zo’n rooms-rode coalitie: een roomse moeder en een rode vader. Het rooms-rode, dat je van thuis hebt meegekregen, is verankerd in je handelen en dat kunnen wij tot op de dag van vandaag goed zien. Je hebt een groot gevoel voor rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit en tegelijkertijd altijd de overtuiging, dat er meer is dan het materiële. Kerk en staat zijn voor jou allebei belangrijk, hoe zeer je ook hecht aan de scheiding tussen die twee. Idealen, inspiratie en spiritualiteit dragen bij aan jouw optimistische levensfilosofie, hoewel je – dat weet ik zeker – thuis vast en zeker ook wel eens flink de pest in zult hebben gehad over hoe dingen zijn gegaan. Je stond in die periode samen met Jacques Aerden, Bas de Gaay Fortman en Harry van Doorn aan de wieg van de PPR. Voor de jongeren onder ons die dat niet weten: de Politieke Partij Radicalen, opgericht door de Christen-Radicalen, een afsplitsing van de Katholieke Volkspartij. Jullie kozen een radicaal andere koers, gebaseerd op progressief christelijke idealen. Jullie waren moe van de Schmeltzer-doctrine in die tijd. Radicalisme is misschien een woord dat velen niet snel met de naam Ronald Bandell zullen associëren, maar toch hoort het erg bij hem. Vandaag de dag is het woord ‘radicaal’ in het spraakgebruik vaak synoniem met gedrag dat leidt tot terrorisme. Dat is een tijdsverschijnsel. Het radicalisme van toen had een veel bredere betekenis. Het radicalisme stamt af van het Latijnse woord ‘radix’, dat wortel betekent. Radicalen staan voor echte veranderingen en daarvoor moet je bij de wortel beginnen. Dat was de drijfveer achter de PPR. Je noemde jezelf radicaal, maar je hebt de menselijke maat nooit uit het oog verloren. Een beetje rebels ben je wel altijd gebleven, ook als burgemeester. Toen de PPR opging in GroenLinks – daar heb je weer zo’n radicale stap – deed jij niet mee. Je was een tijd partijloos, maar niet bepaald zwevend. Daarvoor waren je opvattingen te uitgesproken. Na enige bedenktijd koos je voor het lidmaatschap van de Partij van de Arbeid, omdat die partij het beste bij je overtuiging past. Dat was een bewuste stap, waarvan je nooit spijt hebt gehad en – dat kan ik zeggen – waarvan de partij ook geen spijt heeft. Vaak opereerde je buiten de schijnwerpers als adviseur van partijvoorzitters, Kamerleden en collega’s of als bemiddelaar in conflicten met één of meer partijleden in het land. Je bleef ook kritisch ten opzichte van je eigen partij. Jouw allergie voor hautain gedrag en bestuurlijke arrogantie steek je niet onder stoelen of banken. Ik begon met jouw politieke kleur, maar als burgemeester stond je natuurlijk vooral boven de partijen. Je bent van het collegiaal bestuur - één voor allen en allen voor één - en maakt daarbij geen onderscheid naar politieke kleur. Hoewel je de leden van het college wel eens een stelletje rare snuiters vond, zo bij elkaar, was je als collegevoorzitter wel de hoofdman van het spul. Wij konden allemaal op je steun rekenen als we een lastig dossier hadden, maar je kon ook lastige vragen stellen over een dossier dat wij dachten aardig te kennen. Velen hebben je in de afgelopen weken getypeerd als de echte burgervader, één van de rollen die je als burgemeester kunt hebben. De heer Mostert heeft dat zojuist ook gedaan. Ik kan zeggen dat je die rol ook binnen het college vervulde. Soms was je de onzichtbare vader die de ruziënde kinderen tot de orde riep, soms was je de aanwezige vader die wijze adviezen gaf. Ook advies op persoonlijk vlak, of het nu ging over de gezondheid van de wethouders of over de aandacht van wethouders voor hun gezinsleven. Je was altijd oprecht geïnteresseerd en een steun voor ons. Daarbij ben je een echte democraat. Democratie is geen spelletje. Democratie is de basis van een vitale samenleving en daar horen regels bij. Dat vind jij zeker. Jij vindt ook, dat democratie meer is dan regels. Jij hebt niet alleen oog voor de meerderheid, maar bekijkt juist of het minderheidsstandpunt wel voldoende aan bod komt. Die minderheden kunnen 7
allerlei gedaanten hebben: kinderen, ouderen, kwetsbare groepen in de samenleving of bijvoorbeeld oppositiepartijen in de raad. Het principe blijft: luister niet alleen naar de grote schreeuwers, maar ook naar de fluisterende stemmen of zelfs naar de zwijgers, of die nu de meerderheid of de minderheid zijn. Dat typeert jou als burgemeester en als democratische leider van deze raad. Je hebt naam gemaakt met je inzet voor één groep minderheden, de culturele minderheden, etnische minderheden, allochtonen of welke nieuwe naam wij daaraan ook geven. De nieuwe Nederlanders. Je hebt al die termen langs zien komen en je bijzonder voor deze groep ingezet. In het begin van je loopbaan ging het vooral om de Molukkers. Jouw betrokkenheid bij deze groep leidde tot het verzoek in Moordrecht burgemeester te worden. Daar woonde namelijk een grote groep Molukkers. Je was toen, in 1978, de jongste burgemeester van Nederland. Nu, 32 jaar later, ben je niet de oudste burgemeester van Nederland. Dat weet ik zeker. In Dordrecht heb je je zeer ingezet voor de Antilliaanse Nederlanders. In deze raadszaal hangt een fraai keramiek van de kunstenares Babs Haenen. Op dat keramiek staat de tekst van artikel 1 van de Grondwet. Gelijke behandeling van mensen is ook artikel 1 van jouw persoonlijke opvattingen. Het kunstwerk is er op jouw initiatief gekomen en is net zo breekbaar als mensenrechten kunnen zijn. Als iemand daaraan tornt, ben je scherp en op je hoede. Toen zes jaar geleden, na een overleg tussen de Antillianengemeenten, collega’s nogal ferme taal spraken over de burgerrechten van Antillianen en het uitzetten van criminelen naar Curaçao, kwam jij in de Dordtse gemeenteraad met een verklaring die aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Ik citeer: ‘Ik laat niet toe dat zo over deze mensen wordt gesproken.’ Dit was één van de weinige keren dat je publiekelijk stelling nam tegen collega-bestuurders. Meestal deed je dat buiten het bereik van de microfoon of de camera. Toch wisten alle opeenvolgende bewindslieden die zich met dit beleidsterrein bezighielden hoe jij over het vreemdelingenbeleid dacht. Niet voor niets heb je zitting gehad in tal van landelijke commissies die zich met dit vraagstuk hebben bezig gehouden. Als voorzitter van de commissie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heb je uitvoering gegeven aan het generaal pardon en volgens mij is dat heel soepel verlopen. Dank daarvoor. Je heb ook zitting gehad in de begeleidingscommissie voor het programma Criem: criminaliteit in relatie tot integratie etnische minderheden. Dat programma, dat aan het einde van de jaren negentig liep, ging vooral over het benoemen van de problemen en het zoeken naar oplossingen, niet alleen oplossingen in praktische zin, maar ook het kijken naar de achtergrond van het probleem. Dat is een mooi voorbeeld van het verbinden van de praktijk van het dagelijkse werk, het dagelijkse politiewerk, met wetenschappelijke inzichten. Aan het laatste taakveld, het politiewerk, heb je veel aandacht besteed. Dat is altijd een onderwerp in jouw portefeuille geweest. In Papendrecht mocht je je als hoofd van het toen nog bestaande gemeentepolitiekorps al met deze taak bezighouden en in Alkmaar en Dordrecht werd je korpsbeheerder van grote politieorganisaties. Het werk in de driehoek – de burgemeester, de hoofdcommissaris en de hoofdofficier van Justitie – was voor jou één van de belangrijkste onderdelen van je portefeuille. Openbare orde en veiligheid zie jij echt als een kerntaak van de overheid. Overigens heb je een hekel aan te stoere taal en de gedachte, dat maatschappelijke problemen alleen door hard politieoptreden kunnen worden opgelost. Het gaat over meer dan alleen dat. Diplomatie, doortastend bestuur en samenwerken staan voor jou centraal, ook in het politiewerk. De mens achter het politiewerk is ook van belang. Dus stond je op oudejaarsavond tussen je mensen en was je er op nieuwjaarsdag opnieuw bij. De forse daling van de criminaliteitscijfers is één van de resultaten waarop je het meest trots bent. Door jouw vertrouwen in goede politiemensen en je vasthoudendheid bij de benoeming van nieuwe korpschefs heb je je tanden laten zien en heb je laten zien wat
8
nodig is om dat te bereiken. Investeren in goede politiemensen is meer dan een nota schrijven. Ronald. Velen hebben al je vermogen genoemd om mensen met elkaar in gesprek te brengen, of dat nu om verschillende bevolkingsgroepen of verschillende gemeenten ging. Misschien heeft dat vermogen wel te maken met de contrasten die jij zelf vertegenwoordigt. Ik noemde het al: rooms-rood met af en toe die bijzondere Jezuïtische oplossingen voor problemen. Ik denk ook aan een andere tegenstelling: als overtuigd republikein kun je ook orangist zijn en worden gegrepen door de mystiek van de monarchie. Ik ben ervan overtuigd dat jij in Hare Majesteit bovendien een zielsverwant ziet. Het was niet toevallig dat het eerste koninkrijksconcert in de Dordste schouwburg Kunstmin werd gehouden en het was ook niet voor niets dat van de hele rij koninklijke bezoeken aan Dordrecht er voor jou één uitsprong: het informele bezoek aan een aantal integratieprojecten in het jaar van de moord op Pim Fortuyn. Je vond het geweldig dat Hare Majesteit op dat moment duidelijk maakte, dat zij de koningin is van alle Nederlanders. Ik noem nog een contrast. Je staat ook bekend om je inzet voor goede architectuur en kwaliteit van de openbare ruimte. Dat weten niet veel mensen, maar dat is wel zo. De cultuurhistorie van de mooiste stad van Nederland heeft altijd je aandacht, of het nu gaat over het Erfgoedcentrum DiEP, het Dordrechts Museum of de restauratie van pand Roodenburgh, waarvoor je de Vereniging Hendrick de Keijser wist te interesseren. Toch ging je zelf in het modernste huis in de Grotekerksbuurt wonen. Opmerkelijk is overigens, dat alle discussie over de architectuur en de kwaliteit van dat pand verstomde toen jij daarin ging wonen. Tja, als iemand die zo lang voorzitter is van de Landelijke Federatie van Welstandscommissies dat pand kan waarderen, zal het wel goed zijn. Ik begon met de kleur rood en wil daarmee ook eindigen. Van de medewerkers van de gemeente Dordrecht kreeg je de vorige week als afscheidsgeschenk een nieuwe fiets. Ik hoop dat je in de komende jaren veel tijd zult hebben om met Loek en misschien je kinderen of kleinkinderen heerlijke fietstochten over de Dordrechtse dijken te maken en het eiland veelvuldig te verkennen. Er is wel één ding dat je zult moeten accepteren: de roodgekleurde fietspaden. Ik weet dat je daaraan een enorme hekel hebt, omdat die kleur rood naar jouw mening zo’n rommelige indruk maakt. Ronald. Ik wens je samen met Loek, kinderen en kleinkinderen nog vele gelukkige en gezonde jaren en veel voorspoed toe. Dank voor je aanwezigheid in en betrokkenheid bij deze stad. Ik wil je nu uitnodigen de gouden legpenning behorend bij het ereburgerschap van onze stad in ontvangst te nemen. Op de legpenning staat ‘Een integer diplomaat met oprechte aandacht voor mensen 2000-2010’. (applaus) De heer Spigt overhandigt de heer Bandell de gouden legpenning behorend bij het ereburgerschap van de gemeente Dordrecht. (applaus) 6.
TOESPRAAK BURGEMEESTER, DE HEER R.J.G. BANDELL EN OVERHANDIGEN AMBTSKETEN AAN LOCO-BURGEMEESTER
De heer BANDELL: Ik merk nu hoe waar het woord is ‘Beter te geven dan te ontvangen’. Ik heb een aantal malen legpenningen en Koninklijke onderscheidingen mogen uitreiken en toen ikzelf ooit door Jos van Kemenade werd onderscheiden, was ik echt verrast. Dit ereburgerschap en de daarop door alle fracties gegeven toelichtingen hebben mij min of meer sprakeloos gemaakt. Ik zeg dit niet uit bescheidenheid, ik had dit echt niet verwacht. Zeer veel dank, ik ben rr zeer trots op. Toen ik in 2002 vierde dat ik 25 jaar burgemeester was – ik ben namelijk in 1977 en niet in 1978 als burgemeester begonnen, Hans, als het zo lang is, kijk je niet op een jaar zong een gelegenheidskoor van medewerkers het lied van de burgemeestersketen op de wijs van het 9
duet uit de Parelvissers. Dat lied eindigde met ‘Mooier dan in Dordrecht kan besturen niet zijn’ en het refrein luidde ‘Het hoeft niet groter, het hoeft niet groter, want ons Dordt is groot genoeg’. Die tekst heb ik als motto voor vanmiddag gekozen. Terugkijkend op mijn werken in Dordrecht overheerst het gevoel, dat mooier dan in Dordrecht het besturen niet kan zijn. Niet dat het besturen er gemakkelijk is, helemaal niet, maar het is wel mooi besturen in een stad waarin veel mensen vanaf hun geboorte wonen en voor geen goud het eiland van Dordrecht willen verlaten en waar ook veel mensen wonen die hun oorsprong hebben buiten Dordrecht of buiten ons land, die allemaal in Dordrecht zijn neergestreken. Dordrecht is een mooie, multiculturele stad met migranten uit meer dan 120 landen afkomstig, migranten die het verdienen dat wij hen het gevoel en de overtuiging meegeven dat zij welkom zijn in de stad en van wie wij verlangen dat zij hun best doen ook hun aandeel te leveren in de gemeenschap van Dordrecht. Een beschaafd land als het onze dient zich gastvrij en respectvol op te stellen voor allen die ‘om der consciënten wil’ worden vervolgd. Dat zijn wij aan onze voorouders en aan onze geschiedenis verplicht, zeker als stad waar de eerste vrije Statenvergadering heeft plaatsgevonden. De schaalgrootte van Dordrecht maakt dat Dordrecht weliswaar een echte stad met grootstedelijke vraagstukken is, maar tegelijkertijd de menselijke maat niet afwezig is. Voor mijn echtgenote en mij heeft het wonen in de binnenstad er zeker toe bijgedragen dat wij de menselijke maat altijd in het oog hebben kunnen houden. Daarnaast is de stadsuitleg zo geweest, dat wijken zijn ontstaan die allemaal over een mooi pakket aan basisvoorzieningen beschikken. Wij hoeven ons in Dordrecht niet te schamen voor onze wijken, ook niet voor wijken waaraan extra aandacht moet worden gegeven, zoals DordtWest. Hulde aan degenen die de stadsuitleg vanuit een duidelijke visie gestalte hebben gegeven. Eén van mijn voorgangers, Jaap van der Lee, - ik zag hem net zitten op de tribune -, heeft aan het einde van de jaren zestig het denken over de stadsuitleg en de stadsvernieuwing een duidelijke richting gegeven. Fijn dat je er bent, Jaap! ‘Het hoeft niet groter, want ons Dordt is groot genoeg’ heb ik op twee manieren uitgelegd. Ten eerste als een oproep niet te vertrekken. Dat heb ik ook niet gedaan en nagestreefd tot op de dag van vandaag. Ten tweede als een oproep aandacht te houden voor de juiste maat en schaal. Dat heb ik vooral in de Drechtsteden getracht te doen. Geen gemeentelijke schaalvergroting door herindeling, geen groot-Dordrecht of Drechtstad, maar respect voor de eigen identiteit van de deelnemende gemeenten. Gemeenten, die in onze streek op een verstandige manier op veel terreinen zijn gaan samenwerken. De vorige week, bij het afscheid van de Drechtsteden en de regio Zuid-Holland-Zuid, heb ik daarover het nodige gezegd en daarom zal ik mij nu beperken. Een goede intergemeentelijke samenwerking dient de belangen van de inwoners. Inwoners, die een overheid verlangen die transparant, herkenbaar en benaderbaar is, een overheid die de belangen van de streek goed behartigt bij de provincie en het rijk. Onze samenwerking van onderop wordt in bestuurlijk Nederland door velen met bewondering en verwondering bekeken. Ik hoop dat die samenwerking niet doorkruist zal worden door plannen in het kader van de heroverwegingsoperatie die in Den Haag aan de gang is en erop is gericht rigoureus te gaan herindelen. Wij gaan stoer herindelen. Dat die plannen er zijn betwijfel ik geenszins. Ik zou graag zien dat de inhoud – wat willen wij nu precies met het lokaal openbaar bestuur? - voorafgaat aan de structuur. Hoe gaan wij het lokaal bestuur toekomstbestendig organiseren? Het dreigt in ons land net andersom te gaan, zeker waar het gaat om de plannen op het gebied van het veiligheidsdomein, waar het aantal politieregio’s ter discussie
10
staat, het aantal meldkamers, de omvang van de veiligheidsregio’s, het aantal rechtbanken en ga zo maar door. Dordrecht nam in 1572 het initiatief voor de eerste vrije Statenvergadering en die adeldom verplicht. U weet: medebewind is iets heel anders. Dan mag je uitvoeren wat een ander heeft bedacht. Blijf alert op aanslagen op de lokale autonomie, want wat was komt niet terug. Wat blijft overigens ook niet, zou de helaas overleden stadsdichter Jan Eijkelboom zeggen. Wat blijft komt niet terug. Op 16 juni 2000 ben ik als uw burgemeester geïnstalleerd. Ik ben toen door alle fractievoorzitters toegesproken, behalve door de fractievoorzitter van D66. De heer Van Dongen had last van een file, dat heeft hij vaker! Dat het echt waar is weten wij. Er was een vacature in de fractie en het derde lid van de fractie was ziek. Kan het ongelukkiger? Overigens zijn er van de toenmalige 39 raadsleden nu nog maar 8 lid van de raad. Na 1 februari nog maar 7, want dan treedt Henk Mostert terug. Van de toenmalige raadsleden zijn er 3 achter de collegetafel te vinden. Bij elkaar is dat 11 van de 39. Mijn vrouw en ik hebben van het begin af aan het gevoel gehad zeer welkom te zijn in Dordrecht. Dat gevoel heeft ons in de voorbije jaren niet verlaten. Ik was de eerste burgemeester van rooms-katholieke huize na de Reformatie en ook nog sociaaldemocraat, een combinatie die niet door iedereen meteen wordt begrepen. Maar goed, wat roomse blijheid is nooit weg in deze streek. Soms is Bourgondisch zijn ook mooi, zeker nu de banden met West-Brabant en Brabantstad worden aangehaald. Dat kunnen wij aan de echte Brabander Ferdinand van den Oever overlaten. Ik heb in Dordrecht veel gehad aan het feit dat mijn hervormde grootmoeder van vaders kant mij naar catechisatie heeft gestuurd. Ik ben er blij om dat de contacten met alle levensbeschouwelijke richtingen in Dordrecht in de afgelopen jaren zo goed zijn geweest. Wat een rijkdom kent deze stad ook in dat opzicht! Ik heb drie gemeenteraden meegemaakt en prijs mij gelukkig met het gegeven dat de raad zich nimmer tegenover de voorzitter, mij dus, heeft opgesteld. Natuurlijk hebben wij wel eens flink gediscussieerd, maar dat is zeer goed in een democratisch bestel. In de rapportage die ik in het kader van herbenoemingsprocedure medio 2005 aan de Commissaris van de Koningin heb gestuurd stelde ik, dat ik bij mijn aantreden een stad aantrof met heel veel ambitieuze plannen, die vaak na jaren van praten maar niet tot uitvoering wilden komen. Ook een stad met veel Dordtenaren die zich uitermate bij hun stad betrokken voelden, maar met nog meer Dordtenaren die op hun stad mopperden. Naar mijn gevoel had ik twee missies: de vaart in de plannen krijgen en ervoor zorgen dat de Dordtenaren enthousiast worden over hun eigen stad en dat ook uitdragen. Die rapportage begon ik overigens met een citaat van Cees Buddingh: ‘Vannacht droomde ik, dat ik president was van de volksrepubliek Eiland van Dordt. En overmijdelijk moest ik een lijfwacht hebben en een auto met ramen van kogelvrij glas.’ Bij herlezing vond ik dat wel een mooi citaat, maar waarom ik het heb gebruikt kan ik mij niet meer zo scherp herinneren. Ik zat in die tijd nog niet in een beschermingsprogramma. Ik hoop dat latere generaties, terugkijkend op de twee missies die ik voor mijzelf heb geformuleerd, zullen oordelen dat ik als zeventigste burgemeester op rij sinds 1220 mijn best heb gedaan die missies waar te maken. En als ze dat vinden, dat zij dan ook beseffen dat je niet alleen oogst wat anderen hebben gezaaid, maar elke belangrijke beslissing een besluit is van het college, van de gemeenteraad of van allebei. Collegiaal bestuur is in de Nederlandse verhoudingen gewoon regel. Ik ben er blij om dat wordt geklaagd over het feit dat in onze stad zo veel tegelijk gebeurt. Blij in die zin, dat dus gewoon veel plannen worden uitgevoerd. Ik noem de stationsomgeving, het Leerpark, het Gezondheidspark, de Sportboulevard, het Achterom/Bagijnhof met een parkeergarage met 400 plaatsen en de verbouwing en uitbreiding van het Dordrechts Museum. Ik ben er blij om dat het Energiehuis verbouwd wordt, dat Kunstmin wordt gerenoveerd en er een filmhuis komt. Ook ben ik er blij om dat 11
het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs volop in uitvoering is en het Strategisch Groenproject zichtbaar wordt uitgevoerd onder de titel ‘Nieuwe Dordtse Biesbosch’. Ik ben er blij om dat de raad en het college de moed hebben gehad met het plan Stadswerven geheel opnieuw te beginnen. Die moed was in Amsterdam bij ingewikkelde projecten niet te vinden. Ik ben blij dat die moed er is geweest. Wij moesten opnieuw beginnen omdat het oorspronkelijke plan financieel te veel uit de pas begon te lopen. Wij zijn er nog lang niet, maar nu is – bij hamerslag – een nieuw plan vastgesteld. Ik ben blij met de restauraties van Hotel Bellevue en Huis Roodenburgh die gaande zijn, met de nieuwbouw en renovaties in Oud-Krispijn en Wielwijk, met de voltooide aanleg van de tunnel onder de Laan der Verenigde Naties, de voltooiing van het Statenplein, de vernieuwing van de Grote Markt, de nieuwbouw van het politiebureau en de zojuist gestarte bouw van de tweede uitrukpost voor de brandweer. Dat is al gememoreerd. Blij ben ik ook met de middelen die zullen kunnen worden ingezet om de N3 beter met de A16 en A15 te verbinden en met de toezegging van middelen voor de reconstructie van het zeehavengebied. Vooral ben ik blij met het in alle wijken aanwezige vertrouwen in het gemeentebestuur en met het gevoel, dat het veiliger is geworden. Dat wij sinds 2005 een reductie van ruim 40% van de aangiftecriminaliteit mogen constateren vervult mij met trots. Dat is al eerder gezegd, ik ben daar zeer trots op. Dit is het resultaat van het werk van veel mensen die met hun voeten in de modder hebben moeten staan, niet alleen de politie maar ook degenen die zich met het wijkgericht werken en toezicht bezighouden. Met de forse stijging van het ophelderingspercentage ben ik ook blij. Met name wordt zeer goed gepresteerd bij ernstige misdrijven, die worden in deze stad en regio nagenoeg allemaal opgelost. De vele evenementen trekken ook buiten de stad grote belangstelling. Wat te denken van de kerstmarkt, waar meer dan 300.000 bezoekers op af kwamen? Ik heb gezegd ‘het moet niet gekker worden, meer mensen kunnen wij in de binnenstad niet bergen’. Wat te denken van ‘Dordt in stoom’ en de Calvijn-tentoonstelling, die ook al is gememoreerd? De afgelopen week bereikte ons het bericht dat Dordrecht in ons land de best presterende stad is op het gebied van dienstverlening. De eerste plaats waar het gaat om zaken die de bewoners raken. Ik ben daar trots op. Dat geldt ook voor onze website: de eerste plaats van alle gemeenten met meer dan 100.000 inwoners en de tweede plaats waar het gaat om de websites van alle Nederlandse gemeenten. De eerste plaats is voor Capelle aan den IJssel. Dat verbaast mij niets want daar werkt onze oudste dochter Leonie. Daar ben ik ook trots op. Dat mag ik best zeggen. Al deze hoogtepunten waren alleen te realiseren dankzij goede medewerkers. Eerst onder leiding van gemeentesecretaris Henk Wesseling en sinds medio vorig jaar Maarten Schurink. Ik dank hen en via hen alle medewerkers van hoog tot laag voor de samenwerking. Dat geldt evenzeer voor alle griffiers waarmee ik heb mogen samenwerken. Eerst Wim Bellaart als wegbereider, vervolgens Jaap Paans en nu Merel van Hall. Dank voor jullie inzet. Ik dank ook de raadsleden en de wethouders van de afgelopen tien jaar voor het vertrouwen dat zij allen in mij hebben gesteld en het geduld waarmee zij mij zijn tegemoet getreden. Ging nou alles goed? Nee, natuurlijk niet. Ik zou graag hebben gezien dat de Stoopbank in het buitengebied zou zijn gerestaureerd, maar dat is klaarblijkelijk heel ingewikkeld. Ook zou ik graag hebben gezien dat gebouw De Holland zou zijn opgeknapt en Huis Henegouwen zou zijn meegenomen met de restauratie van Huis Roodenburgh, de Spuigarage zou zijn verlost van auto’s die daar soms al jaren staan zonder dat iemand daarop actie onderneemt, de pollers in de binnenstad zonder storingen zouden werken, er bij het veer naar Werkendam wat meer parkeermogelijkheden zouden zijn, ook voor recreanten, Drechtwerk zonder bijna crisis gewoon brandveilig zou zijn geweest en met de nieuwbouw zou zijn gestart, de aanleg van de Vlijbrug geen onderwerp van gechicaneer met meer dan twintig procedures zou zijn geworden en het nieuws van AD/De Dordtenaar niet meteen 12
dezelfde dag onderwerp zou zijn voor de collegecarrousel. Dat is echter niet uit te bannen. Al deze zaken zijn echter niets vergeleken met wat naar mijn mening wel goed is gegaan. Ik rond af. Vandaag leg ik niet alleen het ambt van burgemeester van Dordrecht neer, ik zet een punt achter mijn carrière als burgemeester. U weet het: dat doe ik niet omdat er geen zin meer in heb of erger nog, omdat ik ziek zou zijn. Niets van dat al. Het is mooi geweest, in alle betekenissen van het woord ‘mooi’. Onze drie kleinkinderen in Californië wachten op opa en oma. Daarna, in april, zien wij verder. Natuurlijk zal ik de publieke zaak blijven dienen – dat is een onderdeel van mijn bestaan -, maar niet als waarnemend burgemeester. Daaraan kunt u mij houden! Dan had ik beter in Dordrecht kunnen blijven werken. Ik dank mijn vrouw Loek en onze kinderen Leonie, Yaron – overgekomen uit Fair Oaks in Californië – en Myrthe voor hun geduld met mij, al bijna 33 jaar lang. Zo lang Myrthe leeft, weet zij niet beter dan dat ik burgemeester ben. Jullie verdienen het dat ik aan achterstallig onderhoud ga doen. Ik stel het zeer op prijs dat u met zo velen van buiten Dordt naar mijn afscheid bent gekomen . Dank aan u allen uit Moordrecht, Krimpen aan den Lek, Papendrecht en niet te vergeten Alkmaar. Wat een goede tijd heb ik in Noord-Holland gehad! Dat geldt ook voor Moordrecht, Krimpen aan den Lek en Papendrecht. Alkmaar was wel heel bijzonder, een stad buiten dit gebied. Zo werkt dat. Dank aan de mensen die uit Recklinghausen en Hastings zijn gekomen, aan de mensen uit Den Haag en van ver daar buiten. Fijn dat u hier bent. Ik krijg, zo zegt iedereen die ik spreek, een goede opvolger in de persoon van burgemeester Arno Brok van Sneek. Ik wens hem net zo’n fijne tijd toe in Hollands oudste stad als mijn vrouw en ik hebben gehad. Ik ben trots op Dordrecht. Dank u voor uw aandacht. (applaus) De VOORZITTER: Dan is nu het moment aangebroken waarop de ambtsketen aan de locoburgemeester wordt overgedragen. De heer Bandell draagt de ambtsketen over aan de locoburgemeester, wethouder Spigt. (applaus) De heer BANDELL: Ik mag de ambtsketen van de locoburgemeester bij de receptie nog even dragen! Dat heb ik hem nederig gevraagd. De VOORZITTER: Hiermee sluit ik het officiële deel van deze vergadering af. 7.
FEESTELIJKE AFSLUITING
De VOORZITTER: Ik wil nu de heer Jonker, voorzitter van de Burgemeesterskring IJsselmonde, de gelegenheid bieden de heer Bandell toe te spreken. De heer JONKER: Beste Ronald, lieve Loek. Beiden zijn schatten! Zo hebben wij elkaar leren kennen. Als voorzitter van de Burgemeesterskring IJsselmonde zal ik alle gemeenten die daaronder vallen even noemen: dat zijn Albrandswaard, Barendrecht, Ridderkerk, Hendrikido-Ambacht, Zwijndrecht en Dordrecht. De burgemeesterskring is een clubje van burgemeesters waarbij één buitenstaander aanwezig mag zijn: de dijkgraaf. Dat heeft te maken met het feit dat wij als burgemeesters veel met de dijkgraaf te maken hebben. Water is immers erg belangrijk. De leden van onze burgemeesterskring komen eens in de twee maanden bij elkaar en ik zal onthullen dat Ronald er bijna altijd bij was. Wij hebben allemaal drukke agenda’s en onze collega van de centrumstad heeft verreweg de drukste agenda. Ik keek daar over zijn schouder wel eens in … Hij heeft geen Blackberry, want die kan al die informatie niet aan. Hij moest het zelf allemaal opschrijven. Ondanks je drukke agenda was je er zoals gezegd bijna altijd bij. Misschien heeft dat te maken met de uitstekende lunch die wij altijd hebben. 13
Burgemeesters komen natuurlijk niet zo maar bij elkaar. Wij doen dat altijd rond lunchtijd en die lunches zijn altijd zeer exclusief: wij beginnen met een broodje kroket en daarna een broodje kaas met een glas melk. Ik heb het zeer gewaardeerd dat je het volstrekt met mij eens bent dat wij geen agenda, geen stukken en ook geen notulen moeten hebben voor de bijeenkomsten van de burgemeesterskring. Wij komen bij elkaar om het met elkaar te hebben over wat in onze gemeenten gebeurt. Als voorzitter van de burgemeesterskring zie ik het als mijn plicht te kijken wat in de verschillende gemeenten speelt en ik bewaar in mijn binnenzak altijd krantenknipsels uit de afgelopen twee maanden. Door de kranten te lezen kan ik zien wat in Albrandswaard, Ridderkerk, Dordt en Ambacht gebeurt. Het gekke is dat het meestal door jou kwam. Als wij weggingen, hadden wij niet allemaal losse stukjes, maar dan had jij het voor elkaar gekregen ons te laten voelen dat wij bij elkaar horen. Dan kon je zien dat de krant weer helemaal heel was. Al die stukjes smolten weer samen en je kon de krant weer lezen. Dat was hartstikke fijn! Loek was er altijd bij als wij iets te vieren hadden of als er iets belangrijks was. Dank je wel, Loek. Wij vonden het fijn dat je erbij was. Ronald. De leden van de burgemeesterskring zullen nog afscheid van je nemen. Dat doen wij na Californië, want wij zijn erg benieuwd naar jullie reisverhalen en zijn ook benieuwd naar wat jullie kinderen allemaal meemaken. Heel erg bedankt voor je collegialiteit. (applaus) De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Van Leeuwen, onze stadsdichter. Mevrouw VAN LEEUWEN: Vandaag is de Nationale Gedichtendag, ik heb voor deze dag een gedicht gemaakt. Graag wil ik een andere keer langer voor u allen optreden, ik zal nu alleen een voor de heer Bandell gemaakt gedicht voorlezen. Ode aan de eerste burger Een meester in is nog geen meester over (De Dordtenaar of de gemeenteraad) en elke onverlaat die zegt van wel heeft nooit gesproken met de heer Bandell het meesterschap van deze burgervader is af te lezen aan bescheidenheid hij weet eenvoudig hoe zich te bewegen de stedelingen zijn hem toegenegen want hij ontmoet en noemt ze bij de naam maakt zich nooit groter dan hij eerbaar acht niet dat hij daardoor op de knieën wil hij kent en erkent het niveauverschil en met zijn blije ingetogenheid is deze weinig rijzige meneer op eigen krachten hogerop gekomen hij heeft aan veel commissies deelgenomen talrijke raden, diensten van advies geen dag in zijn agenda liet hij leeg en zo bereisde hij in diensverband het hele politieke polderland
14
voor deze beste jongen van de klas begint de keten nu wat zwaar te wegen hij wil nog wel iets anders in het leven dus ambt en keten mogen weggegeven De VOORZITTER: Tot slot geef ik het woord aan Monseigneur Verbakel, vicaris-generaal van het Bisdom Rotterdam. Monseigneur VERBAKEL: Burgemeester Bandell, mevrouw Bandell. Geachte raadsleden en alle andere aanwezigen. Ik moet u zeggen dat ik hier met enige schroom sta. Ik denk dat het heel lang geleden is dat in deze ruimte, in deze entourage, een katholieke priester het woord heeft gevoerd. Ik voel mij echt vereerd. Niet vanwege de entourage, maar vooral omwille van jou, Ronald. Gisteren zat ik in een lange vergadering met een aantal prominente katholieke bobo’s. In dat gezelschap bevond zich een collega van de burgemeester van Dordrecht, waarnemend zeg ik erbij. In de pauze vertelde ik hem dat ik vanmiddag naar het stadhuis van deze prachtige stad zou gaan om bij het afscheid van de burgemeester aanwezig te zijn. Zijn eerste reactie was een kopie van die van mij, een paar maanden geleden, toen ik voor het eerst hoorde dat je zou gaan. ‘Wat, nu al? Gaat hij nu al met pensioen? Dat kan toch niet waar zijn?’ U moet weten dat katholieke priesters, pastoors en bisschoppen geacht worden tot hun 75e verjaardag door te gaan. Dat jij al op je 62e vertrekt, dat vind ik wel heel erg vroeg! Zijn tweede reactie, die onmiddellijk volgde, wil ik u niet onthouden. Die vind ik veel belangrijker. Hij zei ‘Bandell is echt een rolmodel voor mij. Trouwens niet alleen voor mij. Ik ben er zeker van dat, als je aan de burgemeesters van Nederland vraagt naar wie hun voorkeur uitgaat – zeg maar: Cohen, Leers en Bandell – de meesten voor Bandell zullen kiezen.’ Ik heb hem niet gevraagd welke zijn motieven waren, want ik vreesde dat hij aan een heiligverklaring wilde beginnen en dat wilde ik jou, Ronald, niet aandoen. Simpel omdat je, zoals je weet, in de katholieke kerk aan een fiks aantal voorwaarden moet voldoen om voor deze wel heel bijzondere verklaring in aanmerking te komen. De voornaamste daarvan is, dat je minstens vijf jaar dood moet zijn. Daarbij komt dat ik al had nagedacht over wat ik vanmiddag wil gaan zeggen en dat had al een hoog genoeg ophemelgehalte. Terecht, want burgemeester Bandell is echt een heel bijzonder mens. Uiteraard omdat hij, zoals wij hoorden, een goed burgemeester was met een helder politiek kompas en zuivere parameters die zijn optreden altijd en overal hebben gekenmerkt. Dat is hard werken, gaan voor waarin je gelooft, kennis van zaken en die kennis op verstandige wijze inzetten. Bovenal: oog voor mensen houden, niet in het minst voor degenen die in de knel zijn geraakt. Daaraan voeg ik toe: hij is ten diepste religieus, maar dan in de etymologische betekenis van het woord ‘religie’. Dat is ‘verbinding’. De voorgaande sprekers hebben daaraan ook aandacht geschonken. Verbanden en verbindingen weten te leggen, de kern, de radix, van het woord ‘religie’. Dat hebt u allemaal al gehoord. Vermoedelijk weet u niet hoe actief betrokken uw burgemeester gedurende al die jaren bij het kerkenwerk is geweest, het werk in de katholieke kerk. U hebt wel geweten dat uw burgemeester katholiek is - vandaag heeft hij daarvan helder getuigenis gegeven -, maar ik ga ervan uit dat u veel minder bekend bent met het deel van zijn werk dat hij ten behoeve van de katholieke kerk in Nederland en in het bijzonder van het Bisdom Rotterdam heeft gedaan. De heer Bandell is in de periode 1989-1995 – ik meen dat hij toen nog burgemeester van Papendrecht was – voorzitter van het bestuur van het Diocesane Pastorale Centrum geweest. Dat is een centrum waar collega’s werkten om onder zijn leiding nieuwe impulsen aan de katholieke kerk van Zuid-Holland te geven. Hij is ook op vele momenten raadgever geweest van de bisschoppenconferentie. Ik kan mij nog een rapport herinneren waarin hij een aantal glasheldere, zeer noodzakelijke herstructureringsvoorstellen heeft 15
neergeschreven. Die voorstellen hebben het weliswaar niet allemaal gehaald, maar zij hebben aan actualiteit niet ingeboet. Sterker nog: de eerste vruchten daarvan zien wij nu voorzichtig bloeien. Zijn bijdrage sinds 2001 aan de Raad van de Economische Aangelegenheden – zeg maar de raad van commissarissen van het Bisdom – mag ik niet vergeten. De burgemeester van uw stad staat in die raad de leiding van het Bisdom bij in de volle breedte van haar bestuurlijke zorgen. Dat doet hij goed, vakkundig en met een gelovige blijmoedigheid, die jaloers maakt. Hij doet veel voor de kerk en heeft dat steeds gedaan. Toch vergeet ik bijna het belangrijkste te vertellen, de momenten waarop ik hem het meest heb bewonderd. Stel u voor: uw burgemeester tijdens de vuurdoop in de kathedraal van Rotterdam. Stel u voor: 700 pubers in de ochtend en 700 pubers in de middag. In groepjes komen zij voorbij, onder anderen aan uw burgemeester. Hij zit dan figuurlijk op zijn hurken tussen de vormelingen en vertelt met passie en overtuiging, dat een mens die in God geworteld is in vrijheid open kan staan naar alle mensen om hem heen. Wie zo leeft, die voelt zijn geest. Met passie vertellen over de geestkracht die in je zit. Ik ben daarvan altijd onder de indruk geweest. Burgemeester Bandell. Jouw voornaam luidt Ronald. Die naam heeft een paar betekenissen en één daarvan vind ik zeer toepasselijk. Ronald betekent naast ‘machtige’ ook ‘raadgever’. Vooral het laatste vind ik mooi: raadgever zijn. Gisterenavond heb ik mij voorgenomen je collega nog eens te vragen wat hij precies bedoelde en waarom hij jou zo goed vindt. Ik beloof je dat ik je dat na je bezoek aan Californië zal komen vertellen. Ik denk dat hij woorden zal gebruiken die daarmee samenhangen: councillor, raadgever. Het goede woord op het juiste moment. Dank voor dat prachtige talent, dat je bepaald niet op krenterige wijze hebt ingezet. Je verlaat je post in deze prachtige stad, maar ik ben ervan overtuigd dat je niet uit de diocesane familie zult wegvallen. Dat is maar goed ook, want wij hebben je hard nodig. Wij zullen het in en rondom het Bisdom nog wel een keertje overdoen - dat beloof ik je -, maar voor vandaag uit de grond van ons hart, het hart van bisschop Van Luyn, die nu tijdens zijn retraite ergens in Europa voor jou aan het bidden is, van econoom Bakker en van mijzelf: ongelooflijk veel dank! Wat mooi dat jouw ouders je deze naam hebben gegeven, als een program voor jouw leven: Ronald, raadgever. In de Litanie van Maria wordt een eindeloze lijst opgesomd van karakteristieken die de traditie van de kerk haar toedicht. De mooiste is misschien wel: moeder van goede raad. Daarom, Ronald, voor jou dit cadeau. (applaus) Monseigneur Verbakel overhandigt de heer Bandell een cadeau. (applaus) De heer BANDELL: Dit is een middag vol verrassingen! Ik dank de voorzitter van de Burgemeesterskring IJsselmonde voor zijn woorden en vooral voor zijn act. Toen ik collega Jonker naar dit spreekgestoelte zag komen dacht ik ‘misschien doet hij wel een goocheltruc’. Hij is professioneel goochelaar. Herman, je hebt mij niet teleurgesteld. Ik ben er blij om dat je over hetgeen de burgemeesterskring doet het silencium hebt bewaard. Dat hoort zo. Zeer verrast ben ik door de wijze waarop vicaris-generaal Dick Verbakel mij heeft toegesproken. Ik stel dat zeer op prijs. Wij kennen elkaar al behoorlijk wat jaren en zijn soms aan elkaar gewaagd. Dat hij dit op deze wijze in deze zaal over mij heeft gezegd maakt mij echt stil. Ik ben er blij om dat de canonisatie niet optreedt. Je moet niet alleen dood zijn, er moeten ook twee wonderen zijn gebeurd voordat iemand van ‘zalig’ ‘heilig’ wordt. Daaraan ga ik voorlopig niet beginnen. Hartelijk dank! De VOORZITTER: Ik verzoek alle aanwezigen te blijven zitten totdat de heer en mevrouw Bandell en hun familie, de commissie van uitgeleide en enkele bijzondere gasten de zaal 16
hebben verlaten en naar de Kennedyzaal zijn gegaan. Het is de bedoeling dat daarna de leden van de gemeenteraad zich naar de Kennedyzaal begeven en de gasten op de tribune krijgen een seintje op het moment waarop ook zij zich naar de Kennedyzaal kunnen begeven. Ik dank u allen voor uw aandacht. De vergadering is gesloten. (15.25 uur) Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 maart 2010. De griffier,
De voorzitter,
M. van Hall
A.A.M. Brok
17