Notulen Gemeenteraad 8 oktober 2012
Notulen van de openbare raadsvergadering gehouden op maandag 8 oktober 2012 om 19.30 uur in de Raadszaal van Lochem Aanwezig: De Voorzitter: F. Spekreijse, burgemeester; Gemeentebelangen: A. Dieperink, F. van Ditshuizen, mw. M. Eggink-Meuleman, mw. A. Visschers-Markerink; PvdA: Z. Dagdelen, D. Beltman, mw. M. Beuke, mw. M. Schouten; CDA: H. Dinkelman, D. Schut, D. Stoevenbelt, Mw. D. van Zeijts-de Groot; VVD: Mw. R. Gronouwe-Hiddink, Mw. C. Wintraecken-van Banning, W. ter Meulen, H. van der Most, J. Kuijper; GroenLinks: T. Tekelenburg, mw. J. van Borrendam, H. van Zeijts; D66: G. Brummelman, mw. C. Eppink, P. Polderman. Tevens aanwezig: J.P. Stegeman, griffier; B.J. Bussink, wethouder Th. de la Court, wethouder Mw. W. Heesen, wethouder J. Kottelenberg, wethouder De publieke tribune telt ongeveer 35 personen. MENINGVORMEND DEEL 1. Opening DE VOORZITTER opent na het vragenhalfuurtje de vergadering om 19.50 uur. Hij herinnert er aan dat er op 12 oktober een bijeenkomst van de Stedendriehoek is, waar de raad voor is uitgenodigd.. 2. Vaststelling agenda DE VOORZITTER deelt mede dat het bestemmingsplan Openluchttheater Gorssel aanvankelijk op de agenda stond maar dat het Presidium heeft besloten dit punt later te bespreken omdat het mediationtraject nog loopt. Hij constateert dat de raad kan instemmen met de agenda. 3. Oprichting Bedrijf Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte (BBOOR) DE VOORZITTER deelt mee dat de fracties van GL, GB en D66 gezamenlijk een amendement hebben ingediend. DE HEER STOEVENBELT zegt dat de oprichting van een bedrijf met zoveel doelstellingen een ambitieus plan is maar dat zijn fractie vertrouwen heeft in de kracht van dit concept. Hij vindt de naam BBOOR nietszeggend en onduidelijk voor de buitenstaander en hij hoopt dat er een aansprekende naam wordt gevonden wanneer het bedrijf duidelijke contouren krijgt. Burgerparticipatie, in dit geval in het medebeheer van de eigen woonomgeving, kan kostenbesparend zijn maar ook aanleiding zijn tot een betere verbinding tussen bewoners in een straat of buurt. Praktische taken zijn de beste ingang om een beweging van gezamenlijke verantwoordelijkheid in gang te zetten. Dit bedrijf leent zich uitstekend voor arbeidsintegratie vanwege repeterende eenvoudige handelingen en kan een productieve bijdrage leveren aan de samenleving. Wat betreft het bedrijfsplan vraagt hij nadrukkelijk aandacht voor de rechtspositie van de medewerkers die nu nog bij het gemeentelijk groenbedrijf in dienst zijn, met een goede functieomschrijving voor de positie van meewerkend voorman en wellicht kunnen in de aanloop naar de totstandkoming van het bedrijf al trainingstrajecten uitgezet worden en dat in de uitwerking van het bedrijfsplan ook de huidige kwaliteit van het groenbedrijf wordt meegenomen. Het lijkt hem goed om de financiële effecten van burgerparticipatie en arbeidsintegratie mee te nemen in het bedrijfsplan en de financiële paragraaf, vooral als het gaat om de mogelijke tekorten die bij de Delta aangezuiverd moeten worden. Hij ziet ook graag alternatieven uitgewerkt worden voor het TKF- terrein, op basis van zowel het plan van eisen als financiën, maar dat heeft de wethouder al toegezegd in de RTG. MEVROUW BEUKE zegt dat zij haar twijfels al heeft uitgesproken over de handelwijze, maar zij onderschrijft de
doelstellingen met betrekking tot de openbare ruimte, arbeidsintegratie en burgerparticipatie die ten grondslag liggen aan de oprichting van BBOOR. Wel heeft zij zorgen over een aantal zaken en verwacht dat het bedrijfsplan daar een antwoord op geeft. Een van haar zorgen is welke verhouding de partners tot die nieuwe organisatie hebben, wat deze partners inbrengen, zoals personeel, producten, diensten, en het financieel risico, en wat betekent de inspanning van BBOOR om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor ons financieel aandeel in bijv. Het Plein en Delta. Zij vraagt of er geen financiële impuls kan worden bedongen in de gemeenschappelijke regelingen voor de inspanningen van een gemeente voor de trajectmedewerkers, en hoe de kosten van het op- en inrichten van BBOOR zich verhouden tot de huidige kosten die op de diverse onderdelen afzonderlijk worden gemaakt; zij vindt daarom punt 2 van het raadsvoorstel interessant, en wil de rechtspositie van onze medewerkers met de constructie van detacheren en nadere uitwerking van begeleiding van trajectmedewerkers door Delta nadrukkelijk in beeld zien waarbij zij eerder denkt aan een constructie waarin deze in de organisatie wordt geïmplementeerd, maar laat dit afhangen van de uitwerking van het bedrijfsplan en gaat vooralsnog akkoord met dit raadsvoorstel. DE HEER VAN DITSHUIZEN zegt dat er verzocht wordt in te stemmen met het opstellen van een bedrijfsplan voor de mogelijke oprichting van een bedrijf BBOOR om op een later tijdstip een definitief besluit te nemen over het al of niet oprichten van het bedrijf. Zijn fractie stemt in met dit voorstel, op onderdeel 3 na. Hij is van mening dat de oorspronkelijke doelstelling, namelijk kostenbesparing en verbetering van efficiency, langzaam is verbreed naar een meer maatschappelijke doelstelling, namelijk de re-integratie van mensen vanuit Het Plein en Delta. Hij kan hier achter staan als er maar geen verdringing van werkzaamheden plaatsvindt, bijv. dat het nieuwe bedrijf werkzaamheden gaat verrichten die nu door particuliere bedrijven worden uitgevoerd, want dan zouden deze bedrijven ook weer ander werk moeten zoeken voor deze medewerkers die dan misschien ook weer bij Het Plein terecht komen. De te verrichten werkzaamheden worden omschreven in een dienstverleningsovereenkomst tussen het nieuwe bedrijf en de gemeente, maar zijn fractie heeft helaas niet zulke goede ervaringen met DVO’s en verwijst naar de DVO tussen de gemeente en Berkel Milieu. Ook vindt hij dat het onderbrengen van de buitendienst van de gemeente Lochem in dit nieuwe bedrijf van de medewerkers veelal andere vaardigheden vraagt en vraagt het college om hier voldoende aandacht en zorg aan te besteden in het bedrijfsplan en er voor te zorgen dat de signaalfunctie goed gewaarborgd blijft. In het voorstel wordt tevens gevraagd om het TKF-terrein als voorkeurslocatie aan te wijzen omdat dit terrein, dat overigens niet in gemeente-eigendom is, als enig terrein aan de gestelde eisen zou voldoen, maar hij vindt dat er eerst gekeken moet worden naar terreinen die de gemeente wel in eigendom heeft. Hij denkt dat toch al voordeel behaald kan worden door arbeid en hulpmiddelen efficiënt te organiseren zonder dat er enorme investeringen in grondposities voor nodig zijn. Samen met de fracties van Groen Links en D66 heeft hij een amendement ingediend dat recht doet aan dit principe. DE HEER TER MEULEN zegt verbaasd te zijn over dit voorstel omdat de wijze waarop de amendementen zijn verwerkt die de raad bij het vaststellen van de uitgangspunten van BBOOR heeft aangenomen niet of onvoldoende getraceerd konden worden. In een half uur durende monoloog van een externe adviseur tijdens het technisch beraad werden alleen de voordelen van het oorspronkelijke plan uitgelegd en werden geen schaduwzijden, nadelen of risico’s belicht, en er was geen gelegenheid tot het stellen van vragen. Al met al vond hij het een teleurstellende bijeenkomst. Het zou dan ook voor de hand liggen dat het voorliggende voorstel niet rijp geacht wordt voor besluitvorming, maar hij wijst het niet af omdat hem dit bestuurlijk niet verstandig lijkt. Dit voorstel biedt namelijk wel mogelijkheden, handvatten en kansen aan een groot aantal maatschappelijke doelen en afwijzing van het voorstel zou die doelen voor onbepaalde tijd in de wacht zetten en zal om deze redenen instemmen met het raadsvoorstel, zij het met de opmerking dat over beslispunt 3 in de RTG is toegezegd dat de kavels die in gemeente-eigendom zijn in belangrijke mate gaan meewegen in de beslissing. Alle amendementen, opmerkingen, bijdragen, gesprekken met de ambtenaren waren er op gericht dat het op te richten bedrijf in een organisatiemodel gestoken wordt waar hij vertrouwen in kan hebben en hij gaat er van uit dat ieder van de deelnemende partijen een permanente en gezonde druk voelt om bij te moeten dragen aan het behalen van het beste bedrijfsresultaat op alle beoordelingscriteria en dat er het geloof is dat de medewerkers op een goede en rechtvaardige manier worden voorbereid op de nieuwe rol die van hen verwacht wordt. De medewerkers die niet goed in te passen zijn moeten op een andere wijze hun bijdrage aan de gemeentelijke organisatie kunnen blijven leveren en bovenal dient het bedrijf zo te worden ingericht dat het construct niet een jaarlijks terugkerende hoofdpijn wordt. Om al deze doelen te bereiken heeft het college nog veel werk te verzetten en hij zal het college daar kritisch op beoordelen zodra het definitieve voorstel voorligt. DE HEER POLDERMAN ziet dit voorstel als een vervolgstap in de vormgeving van werkuitvoering door de gemeente. De centrale vraag was of de gemeente dit zelf moest uitvoeren met een bedrijf en met het in stand houden van gebouwen en machines, maar langzamerhand is er een mix ontstaan die voldoet aan nieuwe moderne maatschappelijke doelstellingen. Een consultancy gaat een bedrijfsplan opzetten en hij verwacht dat dit plan vertrouwen en ambitie met ieder een eigen missie uitstraalt. Voor hem is het belangrijk dat de producten van openbare werken benoemd worden, dat de rol van BBOOR duidelijk wordt beschreven en dat de coördinatie met een klantcontactcentrum, burgers, maatschappelijke ontwikkelingen en ruimtelijke ordening bepaalt hoe dit georganiseerd moet worden. Hij denkt dat zaken met prestatiecontracten rechtstreeks in de markt gezet kunnen worden en heeft begrepen dat BBOOR voornamelijk partijen op de markt wil inhuren. Met een langdurig contract in de markt kunnen er ook innovatievoordelen worden behaald met participatie van de WWnV. Wel heeft hij twijfels over de hardheid van het contractmanagement over inzetbaarheid en ambitie, en hij vraagt hoe de kwaliteit en efficiency bij BBOOR te meten is. Hij heeft een voorkeur voor een andere locatie dan het voormalige Mepal terrein, en het is de vraag of een 2Switchwinkel op zo’n afstand van het centrum op het terrein aan te bevelen is. Hij heeft grote bewondering voor deze grote operatie en is blij dat de zeggenschap is gewaarborgd door het aandeelhouderschap en de lijn van het opdrachtgeverschap. Ook is het belangrijk dat vaktechneuten hun plaats goed kunnen vinden en dat het vaktechnische aspect niet uit het oog verloren mag worden bij BBOOR want wij allen hebben
hierin een sociale verantwoordelijkheid. DE HEER VAN ZEIJTS zegt dat met BBOOR drie doelen behaald moeten worden: extern beheer van de openbare ruimte, burgerparticipatie en arbeidsintegratie. Voor zijn fractie is de laatste het belangrijkste want hij wil dat burgers die niet snel of foutloos kunnen uitvoeren en structuur nodig hebben toch kunnen werken en dat de gemeente daar een verantwoordelijkheid in heeft. Nu het met Delta wat moeilijker gaat is het logisch dat er aan bedrijven geraagd is om trajectmedewerkers op te nemen en dat de gemeente dit ook moet doen en hij is het eens met BBOOR en de richting die gekozen is. Hij zegt dat uit de inspraak van de medewerkers in de RTG drie aandachtspunten naar voren zijn gekomen. 1) Zij vinden goede opleiding belangrijk en ook breder dan vaktechniek, en hij vindt dat er een loopbaanperspectief en coaching moet zijn en dat salariëring en een carrièreplan in het BBOOR-plan opgenomen moet worden. 2) Zij hebben aangegeven dat zij bij andere gemeenten hebben gezien dat er nauwelijks doorstroming van trajectmedewerkers is; ook hij ziet dat andere gemeenten moeite hebben om mensen te volgen, en hoopt dat in het plan een monitorafspraak wordt opgenomen en dat mensen moeten kunnen stijgen op de participatieladder. 3) De medewerkers maken zich ook zorgen over de snelheid; zij hebben liever een stapsgewijze ontwikkeling met eindtermijn en dat past ook bij punt 3 van het besluit van de locatiekeuze. Hij vindt het voorbarig om nu al het voormalige Mepal-terrein uit te werken en geeft de voorkeur aan gronden die al in gemeente-eigendom zijn en zal daarom het door GB geïnitieerde amendement steunen om ook de locatie Grondweg aan de Hanzeweg in het onderzoek te betrekken. DE VOORZITTER zegt toe dat de opmerkingen, de zorgen en de aandachtspunten van de raad meegenomen worden in het bedrijfsplan. Amendement van GB, D66 en GL bijlage 4 WETHOUDER DE LA COURT zegt dat dit amendement uitvoerbaar is. Zowel het TKF-terrein als de locatie Grondweg heeft voor- en nadelen, en in de RTG is al toegezegd dat beide locaties worden onderzocht. Het TKF- terrein werd aangewezen toen Grondweg, waar ook andere claims op liggen, nog niet in beeld was. DE VOORZITTER stelt voor om punt 3 van het raadsvoorstel in het besluitnemend deel in stemming te brengen met de volgende formulering: “De locaties Grondweg en TKF-terrein nader te onderzoeken op inrichting, procedure en kosten”. DE HEER STOEVENBELT stelt voor om punt 3 uit het voorstel te halen omdat het belangrijker is om met een degelijk financieel en goed bouwkundig voorstel te komen waarin alle aspecten al goed zijn onderzocht. WETHOUDER DE LA COURT zegt dat er voor het locatieonderzoek specifieke investeringen nodig zijn, maar als die twee locaties erkend worden als potentiële zoeklocaties is dat voor hem voldoende en kan punt 3 uit het voorstel worden gehaald. DE HEER TER MEULEN zegt dat als het amendement wordt aangenomen dit andere locaties niet uitsluit, maar dat de verwervingskosten zullen stijgen als het TKF-terrein als voorkeurslocatie wordt aangemerkt. DE HEER POLDERMAN volgt de woorden van de vorige spreker omdat dit de insteek van dit amendement was. DE HEER VAN DITSHUIZEN sluit zich daar bij aan. DE HEER VAN ZEIJTS sluit zich daar ook bij aan; hij heeft al aangegeven dat het niet verstandig is om terreinen aan te wijzen die nog verworven moeten worden en dat het college zich beter kan richten op Grondweg. DE HEER STOEVENBELT vindt de financiële uitwerking belangrijk, maar de voorwaarden en het plan van eisen moeten duidelijk gedocumenteerd worden en zijn momenteel belangrijker. DE HEER TER MEULEN merkt op dat het college met een nieuw raadsvoorstel kan komen als er goede redenen zijn om er van af te wijken. MEVROUW BEUKE vindt het beter om punt 3 uit het voorstel te halen en het plan uit te werken en daar een locatie bij te zoeken dan nu al over een voorkeurslocatie te spreken. DE VOORZITTER zegt dat het college het raadsvoorstel niet kan wijzigen, maar kan wel voorstellen om punt 3 te wijzigen in “het onderzoeken van beide locaties”. De heer Stoevenbelt heeft voorgesteld – een mondeling amendement – om punt 3 uit het voorstel te halen om het college de tijd te geven eerst de inrichtingsmogelijkheden, de procedure, en de kosten goed uit te werken. De derde optie is het amendement waarin een voorkeurslocatie wordt aangegeven. De raad zal daar over moeten besluiten. MEVROUW EGGINK zegt dat de wethouder twee locaties heeft aangewezen, nl. Grondweg en het TKF-terrein, maar nu staan alle mogelijkheden nog open. DE HEER TER MEULEN merkt op dat als het amendement wordt aangenomen het college weet wat de voorkeur van de raad is en de bevoegdheid heeft om om moverende redenen nog andere opties te betrekken en met een raadsvoorstel te komen. Hij heeft liever dat er geen claim wordt gelegd op het TKF-terrein.
DE HEER VAN DITSHUIZEN zegt dat het de bedoeling was om een krachtig signaal te geven waar de raad voor staat en deze locatie te noemen en als blijkt dat het niet haalbaar dan is hiermee toch een signaal gegeven. DE HEER DAGDELEN merkt op dat het wellicht beter is om in het amendement geen locatie op te nemen maar de voorkeur uitspreken voor gronden die in bezit zijn van de gemeente. DE HEER BELTMAN merkt op dat als het amendement wordt aangenomen dit onderdeel uitmaakt van het raadsvoorstel dat daardoor wijzigt. DE VOORZITTER beaamt dat; als het amendement wordt aangenomen is het niet meer relevant hoe het college punt 3 anders zou willen formuleren, en dus kan de raad besluiten om de huidige tekst te handhaven en te oordelen over het amendement. DE HEER VAN DITSHUIZEN merkt op dat in het amendement gesproken wordt over een ‘voorkeurslocatie’, en niet ‘een locatie’. DE HEER DAGDELEN zegt dat het amendement ook zegt dat het niet noodzakelijk is om op het terrein de milieustraat en 2Switch te vestigen. Hij denkt dat dit ook uit het amendement moet. DE HEER BRUMMELMAN vindt het beter het terrein niet te benoemen, maar de locatie aan te duiden met ‘in bezit zijnde gronden’. DE HEER STOEVENBELT vindt dat het van cruciaal belang is dat je precies weet wat je wilt gaan doen als je ergens wilt bouwen of verbouwen en dat je daarom moet weten of de kringloopwinkel er wel of niet bij komt en of de inzameling van goederen voor 2Switch daar ook gevestigd wordt. Omdat dit nog uitgezocht moet worden stelt hij voor punt 3 uit het raadsvoorstel te halen. DE VOORZITTER zal in het besluitnemend deel de raad vragen te besluiten over de tekstwijzing in punt 3 van het raadsvoorstel, daarna wordt het amendement van GB, D66 en GL in stemming gebracht, en daarna het mondelinge amendement van het CDA. 4. Decentrale loketvoorziening in Gorssel DE VOORZITTER zegt dat de fractie van GL een amendement heeft ingediend waarop het college schriftelijk heeft gereageerd. De tekst daarvan is uitgedeeld. DE HEER BRUMMELMAN zegt dat in juli de discussie over het loket was en zijn fractie en die van GB hebben toen een amendement ingediend waarin een volwaardig loket in Gorssel werd gevraagd, maar dat amendement is verworpen. Er komen geluiden uit het westelijke deel van de gemeente over ‘kiezersbedrog’ en daar heeft hij begrip voor en houdt vast aan zijn eerder gekozen standpunt. DE HEER TEKELENBURG staat voor een optimale dienstverlening voor alle inwoners van de gemeente Lochem, maar daarbij is een goede analyse noodzakelijk. Hij wil drie belangrijke punten aanstippen: creativiteit, meningsverschil, en wat burgers zelf hebben gedaan. Met een motie heeft hij vóór het zomerreces het college gevraagd vooral creatieve oplossingen te zoeken en voor hem was het teleurstellend dat die niet werden gevonden. Hij vroeg om het meeste mogelijk te maken tegen de laagste kosten, en daarbij zoveel mogelijk partners te betrekken. Met een paar telefoontjes en enkele vragen heeft hij het bedrag van € 100.000 structurele kosten naar € 55.000 weten terug te brengen, en hij concludeert dat het nog goedkoper kan worden als er voldoende tijd voor wordt gegeven. Er was ook een meningsverschil over de personele inzet: de meerkosten voor bemensing van het loket in Gorssel kunnen geannuleerd worden omdat het loket in Gorssel werk uit handen neemt van het centrale loket in Lochem. Ook de exploitatiekosten kunnen omlaag omdat met de aanleg van de glasvezel veilig datatransport mogelijk is. Hij wil optimale service, en emoties spelen daarin een grote rol. Veel Gorsselaren komen maar heel af en toe in Lochem en de loketvoorziening in Gorssel heeft veel emoties over de herindeling opgewekt. Hij zou graag zien dat die emoties worden omgezet in daadkracht om samen te werken. Hij is voor een optimale service en heeft er graag een maand voor over om dit nog eens goed te bekijken. Hij heeft een amendement ingediend, en vraagt excuses aan de fractie van de PvdA dat hij dit amendement niet tijdig aan hen heeft voorgelegd. Hij wil verder onderzoek naar samenwerking met de bibliotheek en de SOL in Den Oldenhof om een volwaardig loket mogelijk te maken. MEVROUW WINTRAECKEN zegt dat de raad het college met een motie heeft opgedragen om scenario’s uit te werken voor een decentraal loket. Het college heeft onderzocht of burgerzaken een onderdeel van een decentraal loket kan zijn, maar na uitwerking daarvan heeft haar fractie besloten er geen gebruik van te maken en schaart zich achter het initiële raadsvoorstel. Zij vertrouwt er op dat het college er op toeziet dat ook de burger in het westelijk deel van onze gemeente met een informatiepunt in Den Oldenhof en de dienstverlening via de KCC voortreffelijk wordt bediend. Daarnaast heeft de Burgemeester mondeling toegezegd dat er een service is geregeld voor inwoners die niet in staat zijn naar het gemeentehuis in Lochem te komen. Zij zal de situatie na januari 2013 aankijken en vraagt een evaluatiemoment na 6 tot 12 maanden en als dan blijkt dat de ontstane situatie niet toereikend is verwacht zij bij de evaluatie een collegevoorstel hoe hier invulling aan gegeven kan worden. MEVROUW EGGINK zegt dat haar fractie zich zal houden aan de belofte aan de burgers; een loket in Gorssel wanneer het
Gemeentehuis in Gorssel stopt. Bij de gemeentelijke herindeling in 2005 was dit al aan Gorssel toegezegd en bij de verkiezingen in 2010 hebben alle partijen steeds gesproken over een loket in Gorssel dan wel in combinatie met anderen en ook het bestuursakkoord spreekt er over. Zij vindt het niet te verkopen dat het college spreekt van nieuwe inzichten en nieuw beleid; als je met elkaar iets afspreekt dan wordt dat doorgerekend en wordt er geld voor gereserveerd omdat het een gezamenlijk akkoord is. Bij de bouw van het nieuwe gemeentehuis had men daar rekening mee moeten houden. Zij houdt zich aan haar verkiezingsprogram: een decentraal loket van optimale kwaliteit inclusief burgerzakenproducten, en niet alleen documenten aanvragen maar ook afhalen. Zij denkt dat dit goed te realiseren is met andere organisaties en denkt daarbij het volgende: Den Oldenhof huisvest diverse organisaties met vrijwilligers dan wel betaalde krachten, en een ambtenaar die bevoegd is om burgerzakenhandelingen te verrichten gaat twee of drie dagdelen per week naar het gemeentelijke loket in Gorssel, te combineren met burgers die zich melden voor inzage in de stukken. Zij realiseert zich dat dat geld kost maar biedt kansen als de mogelijkheden creatief benut worden waardoor de kosten omlaag kunnen. Zij gaat er van uit dat voldaan wordt aan de wettelijke juridische verplichtingen betreffende de inrichting van het GBA, want dat is een hoofdvoorwaarde en kost het meeste geld. Zij wil, afhankelijk van de discussie die de raad gaat voeren, samen met D66 een amendement indienen. DE HEER BELTMAN zegt dat er nu uit een aantal scenario’s gekozen kan worden en dankt het college voor het raadsvoorstel waarmee de door de raad gegeven opdracht is uitgevoerd. In de raad van juni werd er geconstateerd dat er een fysieke en emotionele afstand tot de centrale publieksbalie in Lochem was: rationaliteit versus emotie. Toen werd gemeend dat er een tijdelijk loket in Gorssel moest komen met beperkte dienstverlening en openstelling, en daarna een evaluatie, en dat vindt hij nog steeds. Dit is ook gebaseerd op het verkiezingsprogramma van zijn fractie en op het bestuursakkoord, waar VVD, CDA, GL en de PvdA zich aan gecommitteerd hebben. Hij heeft ook kennis genomen van de geluiden vanuit en de inbreng van de westelijke kernen. Hij maakt de kanttekening dat het maar de vraag is of door de wijze van vraagstelling in het Gorsselse referendum niet eerder het tegendeel van gemeentelijke cohesie is bewerkstelligd dan te bevorderen. Hij geeft de voorkeur aan een tijdelijk loket in Gorssel met beperkte openstelling en dienstverlening maar staat open voor verdere discussie en besluitvorming waarin de reactie van het college zal meewegen alsmede de overwegingen hoe efficiency kan worden bevorderd en de financiële gevolgen. Omdat alles vóór 1 januari geregeld moet zijn telt het beslismoment ook mee. Hij meldt op voorhand dat hij na sluiting van het meningvormend deel een schorsing wil om te beraden. MEVROUW VAN ZEIJTS beseft dat dit voorstel alle mensen raakt en dat was deze zomer goed merkbaar uit de gesprekken die gevoerd zijn en de reacties daarop, en er zijn verschillende verwachtingen en veel frustraties. Zij dankt de dorpsraden voor hun inspraak en de organisatoren van het referendum voor hun inzet waaruit naar voren kwam dat 3.000 mensen een volwaardig loket willen behouden, maar velen vonden het ook niet zo veel uitmaken omdat ze toch al buiten de gemeente werken of naar school gaan. Uit het referendum bleek ook dat de gewenste saamhorigheid tussen oost en west niet vanzelfsprekend was, en dat vindt zij jammer want juist die saamhorigheid is nodig om de gemeente met de burger en de burgers onderling optimaal te laten functioneren. Er was waardering voor Den Oldenhof en het SOL-loket wat al jaren functioneert en dat toegankelijk en laagdrempelig is en zij wil dan ook met deze partners kijken naar een betere dienstverlening op niveau B. Maar zoals beschreven in de ingebrachte motie wil zij eigenlijk meer: de burgers moeten daar ook een document kunnen aanvragen. Verder zegt zij dat er cijfers werden aangeleverd en opties voorgelegd die creativiteit missen, en de cijfers van GL wijken sterk af van die van het college. Zij wacht het antwoord van het college af en zal dan besluiten over het voorliggende amendement. Zij vraagt wat optie B kost met een plek waar mensen een aanvraag kunnen doen. Zij wil dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de partners, met één ambtenaar die de aanvraag kan regelen op beperkte tijden, maar dat is nog niet duidelijk voor haar en als die duidelijkheid niet gegeven kan worden hoopt zij dat de stemming wordt uitgesteld. BURGEMEESTER SPEKREIJSE zegt dat de fractie van GL een amendement heeft ingediend en dat de fracties van D66 en GB een amendement in het vooruitzicht hebben gesteld en stelt het amendement van GL aan de orde. Amendement van GL bijlage 5 DE HEER TEKELENBURG zegt dat hij heeft gevraagd om een beslispunt 4 toe te voegen aan het raadsbesluit handelend over burgerzakenproducten en beslispunt 5 weg te halen, want hij wil de investeringskosten voor dat loket maximeren op € 20.000 en de structurele huur-en exploitatiekosten van het loket zonder KCC maar wel met aanvragen voor burgerzaken op € 15.000. Lagere kosten zijn wellicht mogelijk als diverse producten gecombineerd kunnen worden maar dan heeft hij nog een maand nodig om dit uit te zoeken. BURGEMEESTER SPEKREIJSE zegt dat het voorstel beantwoordt aan de opdracht van de motie om een voorstel te maken voor een decentraal loket met beperkte dienstverlening en de financiële consequentie voor de aanvraagmogelijkheden van burgerzakenproducten, de bemensing en het evaluatiemoment uit te werken. Als het KCC uit het voorstel wordt gehaald wordt de motie niet gevolgd, maar wordt gestreefd naar een burgerzakenloket in Gorssel. Echter, de scenario’s a, b, en c gaan over KCC en het amendement zal dit weghalen, en het amendement zegt over burgerzaken dat dit budgettair neutraal kan door een loket in Lochem te sluiten waarmee de onkosten verminderen met € 30.000. Het amendement zou zich dan ook moeten richten op het burgerzakenloket in Gorssel. DE HEER TEKELENBURG zegt dat als er gekozen wordt tussen a, b of c er ook kan worden gekozen voor burgerzaken met de bijhorende kosten.
BURGEMEESTER SPEKREIJSE antwoordt dat het amendement van GL een nieuw scenario d schetst, want scenario a gaat over gemeentelijke dienstverlening op verwijzingsniveau, al of niet inclusief burgerzakenproducten, b gaat over beperkte dienstverlening door de partners met € 30.000 aan structurele kosten, en scenario c gaat over optimale KCC kwaliteit. Het amendement van GL wordt dan scenario d waarbij de dienstverlening wordt uitgevoerd door een ambtenaar van Lochem naar Gorssel te sturen. De raad kan dan kiezen uit scenario b met de motie van GL met € 30.000 aan kosten, maar dat amendement kan ook bij scenario a en c ingediend worden. Het amendement houdt dus in dat als er voor burgerzakenproducten wordt gekozen er € 30.000 minder kosten zijn omdat er een loket in Lochem gedeeltelijk vervalt. Als de motie van GL wordt aangenomen scheelt dat voor scenario a € 20-25.000, voor scenario b € 25-30.000, en voor scenario c € 30-55.000. DE HEER BRUMMELMAN zegt dat die berekening niet klopt want de besparing van € 30.000 is ook haalbaar bij scenario c, en vraagt of de fractie van GL bedoelt dat burgerzakenproducten alleen aangevraagd of ook afgehaald kunnen worden. DE HEER TEKELENBURG zegt een burgerzakenloket te beogen waar alleen aangevraagd wordt, anders moet er geïnvesteerd worden in een brandkast voor bewaring van waardepapieren, en die is niet in de berekening meegenomen en is ook niet gevraagd in de motie. Hij wil meer tijd om een oplossing te vinden. DE HEER BRUMMELMAN zegt dat met zijn amendement voor een volledig pakket ook € 30.000 bespaard kan worden omdat een van de balies in Lochem dan een dagdeel gesloten kan worden. MEVROUW EGGINK zegt dat het GBA aangepast moet worden om een paspoort aan te vragen, en als het paspoort klaar is neemt de ambtenaar uit Lochem het paspoort uit de kluis in Lochem en brengt het naar Gorssel. Zij vindt dat er nu een besluit genomen moet worden want het loket moet op 1 januari open zijn. MEVROUW VAN ZEIJTS denkt dat het beter is om nu rust in te bouwen en met een nieuw voorstel te komen waarin de kosten voor scenario b inclusief het aanvragen van een burgerzakenproduct en de kosten van een volwaardig loket zijn uitgewerkt en wil ook weten wat wettelijk wel of niet mogelijk is. BURGEMEESTER SPEKREIJSE antwoordt dat dit een te eenvoudige voorstelling van zaken is. GL vraagt met een amendement om bij opening van een burgerzakenloket in Gorssel een ambtenaar uit Lochem te halen en dat dit een besparing geeft van € 30.000. Met het amendement van D66 en GB wordt een volwaardiger loket gevraagd waar producten ook opgehaald kunnen worden. Er zijn dus drie opties voor de raad: het amendement van GL steunen, daarna kiezen tussen scenario a, b of c inclusief de kostendaling van € 30.000, of kiezen voor een grotere variant waarbij de waardepapieren worden opgehaald, maar die veel meer gaat kosten. Als besluitvorming pas volgende maand plaatsvindt kan de voorziening in Gorssel niet op 1 januari starten. Amendement van GB en D66 bijlage 6 MEVROUW EGGINK leest het amendement. BURGEMEESTER SPEKREIJSE antwoordt dat na uitgebreide discussie in de vorige raadsvergadering de kosten voor het ophalen en afgeven van documenten in Gorssel te hoog bleken en dat de raad toen per motie heeft gevraagd om de kosten te berekenen van alleen het aanvragen van documenten. Het amendement is wel uitvoerbaar als daar geld voor wordt gevonden maar hij raadt het amendement af. MEVROUW EGGINK vraagt of het college bereid is te bezuinigen op het nieuwe gemeentehuis en het vrijkomende bedrag te gebruiken voor een gedeeltelijke openstelling van een volwaardig loket in Gorssel. DE HEER TEKELENBURG zegt dat hij van mening is dat er synergie kan ontstaan als er een burgerzakenambtenaar naar Gorssel komt die gemist kan worden in Lochem. Hij wil zich vooral concentreren op burgerzaken. MEVROUW EGGINK beaamt dat: één ambtenaar voor burgerzaken in Gorssel kan ook de vragen en aanvragen afhandelen in combinatie met de andere instellingen. DE HEER TEKELENBURG zegt dat de ruimte en de inrichting van het loket structurele kosten van € 10.000 met zich meebrengen. In Den Oldenhof is geen ruimte meer vrij, maar daar zijn sterke partners gehuisvest waarmee samenwerking mogelijk is en hij vindt dat dit bedrag ter discussie staat. BURGEMEESTER SPEKREIJSE antwoordt dat de kosten goed zijn uitgezocht maar dat het normbedragen zijn. MEVROUW BEUKE betwijfelt of er met € 15.000 wel een burgerzakenloket gerealiseerd kan worden. DE HEER KUIJPER vraagt om het duidelijk te houden voor de mensen waarom het gaat. Hij vertrouwt er op dat het college goede invulling wil geven aan alle wensen, maar hij wil de burger niet blij maken met een dooie mus. Het geld kan maar één keer uitgegeven worden en sinds het bestuursakkoord is de situatie veranderd. Hij wil de burger liever niet laten kiezen tussen een burgerzakenloket en subsidie voor de bibliotheek, het zwembad of de SOL. MEVROUW BEUKE vraagt waarom de VVD de motie dan heeft ondertekend: iedereen had kunnen weten dat uitvoering van
het voorstel met gesloten portemonnee niet mogelijk was en dat het altijd geld had gekost. DE HEER KUIJPER zegt dat nu het originele voorstel voorligt, en dat het nu niet meer een fatsoenlijk loket gaat worden want dat zou teveel geld kosten. DE HEER TEKELENBURG vraagt waar de VVD voor kiest: scenario a, b, c, d of z. DE HEER KUIJPER zegt dat hij kiest voor het initiële raadsvoorstel. Dat voorstel was budgettair neutraal met een fatsoenlijke dienstverlening in de westelijke kernen zonder extra loket. MEVROUW EGGINK zegt dat de VVD in 2010 het bestuursakkoord heeft ondertekend waarin stond dat er een decentraal loket in Gorssel met burgerzaken moest komen als de kosten inzichtelijk waren, en die kosten hadden in de begroting opgenomen moeten worden. Er was toen al bekend dat er bezuinigd moest worden. DE HEER KUIJPER antwoordt dat na 2009-2010 de gemeentefinanciën zich veel drastischer hebben gewijzigd dan was voorspeld. MEVROUW VAN ZEIJTS zegt dat er na het initiële raadsvoorstel een motie is aangenomen en dat in het eerste voorstel geen onderzoek naar aanvraagmogelijkheden is opgenomen en wil daar duidelijkheid over. DE HEER KUIJPER vindt de ingediende voorstellen niet toereikend zijn en de service te gering. De saamhorigheid en de betrokkenheid waar het westelijk deel zich op beroept heeft niet zozeer te maken met het wel of niet kunnen aanvragen van een reisdocument, maar meer met betrokkenheid van de gemeente. Deze discussie zal over een paar jaar terugkomen als het loket uiteindelijk gesloten moet worden. DE HEER POLDERMAN vraagt of de VVD bereid is om te investeren in een decentraal loket in Gorssel voor een periode van 5 jaar, omdat binnenkort een paspoort misschien wel 10 jaar geldig is. Met een jaarlijkse evaluatie kan besloten worden of het loket in afgeslankte vorm wel of niet wordt voortgezet en daarmee wordt tegelijkertijd tegemoet gekomen aan de wens van de burgers in de westelijke helft. DE VOORZITTER sluit de discussie en zal na de schorsing aan de raad voorleggen hoe dit agendapunt in het besluitnemend deel behandeld gaat worden. 5. Bestuursrapportage per 31 augustus 2012 DE HEER DINKELMAN kan instemmen met de beslispunten behalve met punt 2 waar hij een amendement over heeft ingediend. Ten aanzien van het onderdeel verkeer waarin het beoogd resultaat voor 2020 is weergegeven vraagt hij om niet alleen het financiële resultaat maar ook het bereikte resultaat van de verkeersveiligheidsmaatregelen te rapporteren. Hij vraagt bij grotere woningbouwprojecten een hoger budget op te nemen voor planschades omdat die mogelijkheid verruimd is. Er is € 14.000 uitgetrokken voor het nodeloos uitrukken van de brandweer, maar hij denkt dat er een besparing tegenover staat die gelijk is aan de kosten. DE HEER VAN DITSHUIZEN zegt dat ook dit jaar veel afwijkingen in de inkomsten incidenteel zijn, en dat er zelfs een overschot wordt verwacht van ca. € 400.000. Opvallend vindt hij de structureel lagere inkomsten uit lijkbezorgingsrechten. Verder hoopt hij dat de aangekondigde maatregelen het gewenste effect zullen sorteren. Enkele andere opvallende zaken uit de BURAP zijn: 1) een overschrijding van € 10.000 op representatiekosten van het college terwijl gedacht werd met minder uit te kunnen; 2) De nog sterkere afname van de inkomsten uit de toeristenbelasting; 3) Jaarlijks moet nog € 10.000 aan de aula in Gorssel worden bijgedragen terwijl gezegd was dat privatisering geen extra lasten voor de gemeente zou opleveren; 4) De spoorwegovergang Damlaan zal niet op korte termijn worden gerealiseerd; 5) Diverse andere projecten o.a. onderhoud van wegen en glasvezelaanpassing, worden doorgeschoven. Verder valt op dat bij de beslispunten extra middelen voor het digitaliseren van het bouwarchief gevraagd wordt en hij heeft hierover op initiatief van GroenLinks een amendement voorbereid. MEVROUW BEUKE zegt kennis genomen te hebben van een aantal programmaonderdelen dat doorgeschoven is of vertraging heeft opgelopen en zal bij de evaluatie op de oorzaken daarvan terugkomen. Het valt haar op dat de gladheidbestrijding weer meer heeft gekost dan begroot en wil dat dit nauwkeuriger wordt ingeschat. DE HEER BRUMMELMAN zegt dat de bestuursrapportage een verantwoording achteraf is van de zaken die gedaan zijn en hij vindt dat deze rapportage een goed overzicht geeft. Hij ziet wel incidentele baten die tot een overschot leiden, terwijl er steeds gewaarschuwd werd dat er bezuinigd moest worden. Hij maakt zich zorgen over de vertragingen en de oorzaken daarvan, en ziet dat er weinig wijzigingen zijn in de beoogde resultaten en vreest dat het beoogde doel dan niet wordt gehaald. DE HEER TEKELENBURG dankt de ambtenaren en het college voor het goede overzicht van de mee- en tegenvallers en gaat akkoord met deze Burap behalve met punt 2. Er is nog € 37.300 in kas op een oorspronkelijke € 57.300 voor het project Hartveilig Wonen, terwijl er veel moeite is gedaan om de scholingskosten van vrijwilligers gesubsidieerd te krijgen. Betaald parkeren zal structureel € 100.000 gaan kosten, en hij kan zich niet herinneren dat daar voor gekozen is. Wel is hij blij dat de stelpost looncompensatie nu na jaren hoger uitkomt, en dat de dividenden van Berkel Milieu naar de reserve
afvalstoffenheffing is gegaan en dat er een aankoopgarantie is gedaan op de echte groene stroom. Heel knap vindt hij de prognose dat er met het woningbouwontwikkelingsgebied in Harfsen West dat in 2020 moet worden opgeleverd dan een winst is gemaakt van € 200.000, in 2015 een verlies van € 16.000 en in 2016 een winst van € 21.000! Hij zal een amendement indienen over het punt dat volgens hem te weinig informatie geeft. DE HEER KUIJPER dankt en complimenteert iedereen die meegewerkt heeft aan de Burap voor de transparantie en de openheid. De vraag is hoe alle gerapporteerde punten geïnterpreteerd worden. Hij heeft wel zorgen over de grote posten die op ons afkomen en onderschrijft dit document met uitzondering van punt 2. Amendement van GL, CDA, VVD, D66 en GB bijlage 7 DE HEER TEKELENBURG leest het amendement en biedt excuses aan de PvdA omdat het amendement niet tijdig is aangekomen. WETHOUDER BUSSINK zegt dat het een wettelijke plicht is om gemeentelijke stukken te archiveren. Er is voor gekozen om die stukken niet in het nieuwe gemeentehuis op te slaan maar om in het archief van Zutphen ruimte voor onze archieven in te kopen en daar onder te brengen en toegankelijk te maken als het huidige pand wordt verlaten. In de bezuinigingstaakstellingen van 2011, 2012 en 2013 is rekening gehouden met minder personeelsinzet en met externe archivering kan op personeel en ruimte bespaard worden. Het raadsvoorstel zal de procedure niet veranderen omdat ons archief naar een andere plek moet. De verhuizing zal plaatsvinden in december 2012, en als de stukken niet gedigitaliseerd worden moeten er extra handelingen uitgevoerd worden en is de toegankelijkheid minder. In raadsbesluiten die genomen zijn vóór het aantreden van deze raad zijn er al budgetten beschikbaar gesteld voor digitalisering; het levert rendement op en vergt minder investeringen, maar daardoor zal er niets veranderen aan de financiële paragraaf. Het is ondergebracht in het programma Cultuur omdat het streekarchief onder culturele voorzieningen valt. MEVROUW EGGINK vraagt hoe lang dit al bekend was; de raad heeft nu geen keuze meer. WETHOUDER BUSSINK zegt dat Zutphen extra ruimte heeft gezocht, anders was de investering in een archief veel duurder geweest. Er is dispensatie gekregen om onze archieven in Lochem en Gorssel elders onder te brengen en het college heeft hier bewust voor gekozen. Er is nog steeds iets te kiezen als er vanuit Zutphen een andere mogelijkheid wordt geboden. De prijs die Zutphen daar voor vraagt ligt ver beneden de kosten die gemoeid zijn met de investering. DE HEER TEKELENBURG zegt dat de raad verantwoording moet afleggen aan de burger, en met investeringen van een dergelijke omvang wil hij een raadsvoorstel waar meer informatie wordt gegeven ook al is daar lang geleden al over besloten en vindt duidelijkheid over de samenhang belangrijk. DE HEER DINKELMAN sluit zich daar bij aan, want een budget van die omvang hoort niet thuis in een Burap. DE HEER BRUMMELMAN zegt dat deze discussie eigenlijk thuishoort bij het nieuwe gemeentehuis. DE HEER KUIJPER vindt dat het college niet de beste weg heeft bewandeld, maar hij denkt dat een apart raadsvoorstel niets zal veranderen aan het werkelijke probleem en aan de getallen, en dat het efficiënter is om genoegen te nemen met de toelichting die zojuist is gegeven of met een memo. DE HEER TEKELENBURG zegt genoegen te nemen met een memo. MEVROUW EGGINK vindt dat dergelijke investeringen niet in de Burap verwoord kunnen worden, en wil het signaal afgeven dat dit niet kan. DE VOORZITTER legt de twee mogelijkheden voor: het amendement is ingediend door 5 fracties en wordt raadsbreed gesteund, maar ook het alternatief wordt algemeen gesteund. Hij vraagt de indieners in de pauze te overleggen of vastgehouden moet worden aan de huidige formulering van het amendement. 6. Tussentijdse evaluatie collegeprogramma 2010-2014 ‘samen ondernemend'. MEVROUW VAN BORRENDAM zegt dat haar fractie deze evaluatie eind 2011 heeft aangevraagd, maar vindt dat deze tussentijdse evaluatie wat zakelijk is opgesteld en overkomt als een jaarrekening zonder de financiën. Zij wil ook weten of het college tevreden is want dat lijkt geen gezamenlijk standpunt. Zo is de kern van het collegeprogramma ‘samen ondernemend in open dialoog met de partners’, maar bij het onderdeel burgerparticipatie staat: “er is sprake van vertraging”, en zij wil weten wat het team daar van vindt, omdat de raad dan gemakkelijker een dialoog aangaan met het college. Over het onderwerp ‘groen’ zegt zij het te betreuren dat er vertraging is in de ontwikkeling van een landschapsbeleid en ofschoon de regels van de Provincie daar ook debet aan zijn vraagt zij het college om creatief te zijn en de initiatieven om het landschap met goedkope aankoop van heggen en houtwallen te verfraaien aan de burger kenbaar te maken met bijv. een publicatie in de Berkelbode. MEVROUW BEUKE zegt kennis genomen te hebben van de interpretatie van het college. Zij vindt hoofdstuk 2 belangrijk omdat daar uit blijkt hoeveel onderwerpen er op ons pad komen om tijd en geld in te investeren en er beter van te worden, en omdat het duidelijk laat zien dat als alle personele capaciteit wordt ingepland dit onvermijdelijk zal leiden tot
doorschuiven van andere onderwerpen met bijbehorende financiën, en die discussie zal eind van het jaar bij de jaarcijfers opnieuw gevoerd worden. Hoofdstuk 3 vindt zij interessant omdat daar een aantal onderwerpen op een rijtje zijn gezet die in deze laatste periode nog afgerond moeten worden of in gang gezet. Bij een aantal van deze, zoals de Kerntakendiscussie en de invulling van de regiegemeente waarbij het gaat om de rol van de overheid, heeft de gemeente en de gemeenteraad een belangrijke eigen rol. De verschillende transities die er aan staan te komen zullen van de organisatie en het college nog veel tijd vergen maar zij vindt dat het college goed op weg is. DE HEER SCHUT zegt dat een overwegend groengekleurde tussenbalans een goed resultaat is want op koers liggen met een ambitieus programma tijdens een economische crisis met voelbare gevolgen voor onze gemeente is een mooie prestatie. Niet alleen zijn de meeste ambities waargemaakt maar in hoofdstuk 2 leest hij ook dat het college aandacht heeft geschonken aan extra zaken en die heeft opgepakt. Er zijn nog veel zaken in proces en liggen op koers en vertraging wordt niet verwacht, en dat schept verwachtingen. Het zal een huzarenstuk zijn als het allemaal lukt, omdat het college deze ambities moet waarmaken en nog andere zaken zoals de kerntakendiscussie moet oppakken in de moeilijke context van de crisis. Tel daarbij nog de veranderingen in de ambtelijke organisatie, de komende verhuizing en de cultuuromslag van de ambtenaren met het ‘anders denken, anders doen’ om een regiegemeente te kunnen zijn. Hij vreest dat organisatorische gevolgen van beleidselementen, zoals BBOOR, de regionale uitvoeringsdienst, de transities in het sociale domein zwaar zullen ingrijpen op de organisatie en op het collega-gevoel. Maar het programma is overwegend groen gekleurd en het college verwacht dat de ambities ook in deze context worden waargemaakt. Dat, vindt hij, is pas echt ondernemend besturen, en dat staat hem aan, en dat betekent ook dat het college terecht vertrouwen heeft in haar eigen mensen. Hij wil hier aan bijdragen door daadkracht te tonen en zijn rol als raadslid zodanig in te vullen dat Lochem een regiegemeente kan zijn. DE HEER BRUMMELMAN zegt dat dit een evaluatie is van het collegeprogramma gebaseerd op het coalitieakkoord. Het is dus aan de coalitie om aan te geven of zij vinden of het bestuursakkoord op schema ligt en of ze tevreden zijn met de resultaten en wat ze er van vinden dat zaken worden doorgeschoven. Ook de cultuuromslag zal een grote invloed hebben op de organisatie. In het bestuursakkoord staat ook dat er een raadskader zou komen, maar dat is er niet; er zou een vast loket komen in Gorssel, en daar moeten we nog over stemmen; er zouden elektronische loketten per kern komen, de VVV Lochem wordt onderdeel van de VVV Achterhoek, en er zou een werkgelegenheidsfonds komen. Zijn partij als oppositiepartij zal hier geen oordeel over vellen. MEVROUW EGGINK zegt kennis te hebben genomen van dit collegeprogramma en ziet hoofdstuk 3 met belangstelling tegemoet. DE HEER KUIJPER heeft met plezier gekeken naar die mooie kleuren en ziet hoofdstuk 3 met belangstelling tegemoet; hij ziet wel veel oranje in het wegennet en dat heeft financiële consequenties en hoopt dat daar aandacht aan gegeven wordt. Hij is blij dat het Museum Gorssel er is, en de in hoofdstuk 3 genoemde zaken vergen nog wat aandacht en tijd, maar wil iedereen oproepen en motiveren om er hard tegenaan te gaan. 7. Sluiting DE VOORZITTER vraagt om de tekst van punt 5 (oprichting bedrijf beheer openbare ruimte) en de formulering van de amendementen nader te bekijken. Hij sluit de meningvormende vergadering om 22.00 uur.
BESLUITNEMEND DEEL 1. Opening DE VOORZITTER opent het besluitnemend deel van de vergadering om 22.15 uur. 2. Vaststelling agenda DE VOORZITTER stelt ten aanzien van agendapunt 5, 6 en 7 voor om per agendapunt de procedure vast te stellen. Hij constateert dat de raad kan instemmen met deze agenda. 3. Vaststelling notulen raadsvergadering van 10 september 2012 en RTG verslag van 24 september 2012 DE VOORZITTER zegt dat op blz. 3 de namen zijn aangepast, en dat de fractie van GB de mededeling wil toevoegen “De fractie van Gemeentebelangen heeft een DO 2011 van de wethouder ontvangen, geen nieuwe DVO 2012 en nieuwe DVO 2013 met Berkel Milieu.”, maar dat hoort niet in het verslag van de vergadering. De fractie van GB stelt ook een wijziging voor op blz. 10 (vermeerdering = vermindering) en stelt dat op blad 16 het aantal uitgebrachte stemmen zijn verwisseld bij amendement 9 (bijlage 10) en amendement 10 (bijlage 11). Dat moet zijn: Amendement 9 van GB (b ijlage 10) Tegen stemmen de VVD, D66, GL, PvdA, en CDA; vóór stemt GB, en met 19 stemmen tegen en 4 stemmen vóór is het amendement verworpen.
Amendement 10 van GB (b ijlage 11) Tegen stemmen de VVD, D66, GL, en CDA; vóór stemmen GB en PvdA, en met 15 stemmen tegen en 8 stemmen vóór is het amendement verworpen. Hierna stelt de raad de notulen vast. Er is geen tekstwijziging ingediend voor het verslag van de RTG, waarna de raad het RTG verslag ongewijzigd vaststelt. 4. Mededeling van de Voorzitter inzake Ingekomen Stukken: Griffienieuws nrs. 33 t/m 36 DE VOORZITTER concludeert dat de raad akkoord gaat met de behandeling van de ingekomen stukken zoals vermeld in het Griffienieuws. 5. Oprichting Bedrijf Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte (BBOOR) DE VOORZITTER zegt dat eerst het meest verregaande amendement in stemming wordt gebracht. Hij zal eerst het mondelinge amendement van het CDA in stemming brengen, en als dat wordt aangenomen het raadsvoorstel; als het amendement wordt verworpen wordt het amendement van GB, D66 en GL in stemming gebracht. Daarna wordt het collegevoorstel in stemming gebracht. Mondeling amendement van dhr. Stoevenbelt: punt 3 van het voorstel laten vervallen. Tegen stemmen GB, GL, D66, VVD; vóór stemmen het CDA en de PvdA, en met 15 stemmen tegen en 8 stemmen vóór is het amendement verworpen. Amendement van GB, D66 en GL bijlage 4 Tegen stemmen de PvdA; vóór stemmen de VVD, D66, GL, GB en CDA, en met 4 stemmen tegen en 19 stemmen vóór is het amendement aangenomen. Collegevoorstel Dit voorstel is unaniem aangenomen. 6. Decentrale loketvoorziening in Gorssel DE VOORZITTER herinnert er aan dat in de raadsvergadering van 2 juli het besluit is genomen om geen loketfunctie in het westelijk deel te openen, alsmede een motie om de gevolgen van een beperkt loket in beeld te brengen. Als het voorstel waarin de motie is verwerkt en alle amendementen worden verworpen, dan resteert het raadsbesluit van 2 juli. Het amendement van GB en D66 is het meest verstrekkend; als dat amendement wordt verworpen dan wordt het amendement van GL met tekstuele aanpassing in stemming gebracht; wordt dit verworpen dan begint de stemmingsronde over wel of niet een burgerzakenloketfunctie en daarna wordt eerst scenario c in stemming gebracht, daarna scenario b, en dan scenario a. Amendement van GB en D66 bijlage 6 Tegen stemmen het CDA, PvdA, GL en VVD; vóór stemmen GB en D66, en met 16 stemmen tegen en 7 stemmen vóór is het amendement verworpen. Amendement van GL bijlage 5 Het besluit leest als volgt: “het college op te dragen om een beslispunt 4 toe te voegen aan het raadsbesluit: Besluiten dat de kosten voor bemensing van het beoogde burgerzakenloket in Gorssel niet wordt begroot als extra structurele kosten, maar wordt opgevangen door sluiting van één van de balies in het nieuwe gemeentehuis in Lochem op de momenten dat het loket in Gorssel open is. En gaat over tot de orde van de dag”. Tegen stemmen de VVD, D66 en GB; vóór stemmen en PvdA, GL en CDA , en met 12 stemmen tegen en 11 stemmen vóór is het amendement verworpen. Collegevoorstel met uitwerking van de motie; loketkosten voor burgerzakenproducten in Gorssel Tegen stemmen GB, GL, D66 (met stemverklaring: de fractie gaat voor alles of niets) en VVD; vóór stemmen CDA en PvdA, en met 15 stemmen tegen en 8 stemmen vóór is de optie voor burgerzakenproducten verworpen. Variant c (gemeentelijke dienstverlening met optimale KCC-kwaliteit) Tegen stemmen PvdA, GB, D66 en VVD; vóór stemmen CDA en GL, en met 16 stemmen tegen en 7 stemmen vóór is variant c afgewezen. Variant b (gemeentelijke dienstverlening tot een beperkt niveau laten doen door partners)
Tegen stemmen VVD, D66 en GB ( met stemverklaring: de fractie gaat voor een volwaardig loket); vóór stemmen GL, PvdA en CDA, en met 12 stemmen tegen en 11 stemmen vóór is variant b verworpen. Variant a (gemeentelijke dienstverlening door partners op verwijzingsniveau) Tegen stemmen VVD, D66 en GB; vóór stemmen GL, PvdA en CDA, en met 12 stemmen tegen en 11 leden vóór is variant a verworpen. DE VOORZITTER constateert dat hiermee het raadsbesluit van 2 juli 2012 niet is aangevuld of aangepast. 7. Bestuursrapportage per 31 augustus 2012 DE HEER TEKELENBURG vindt dat belangrijke voorstellen niet in een bestuursrapportage verwerkt moeten worden maar neemt het amendement terug en neemt genoegen met een memo. DE VOORZITTER brengt het collegevoorstel in stemming en constateert dat dit unaniem is aangenomen. 8. 4e Wijziging samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel 9. Bestemmingsplan Roosdom 5, Laren DE VOORZITTER constateert dat agendapunt 8 en 9 als hamerstukken zijn opgevoerd. 10. Bestemmingsplan Zutphenseweg 11, Gorssel DE VOORZITTER wijst er op dat de heer Van der Most zich van stemming zal onthouden, en constateert dat de raad unaniem instemt met het voorstel. 11. Bestemmingsplan Lochem West DE VOORZITTER constateert dat agendapunt 11 als hamerstuk is opgevoerd. 12. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering om 22.30 uur. --------
Vragenhalfuur van 8 oktober 2012 Vragen van D66 (zie bijlage 1 ) De Roeken WETHOUDER KOTTELENBERG antwoordt dat het college blij en verrast is; blij, omdat de provincie afstapt van haar beleid van besluiteloosheid en nu actief met de rondweg aan de slag gaat; verrast, omdat de gemeente Lochem hier pas op een zeer laat moment zelf bij is betrokken. Op de vraag of deze varianten worden onderzocht, en wanneer, antwoordt hij dat de Provincie een aantal uitwerkingsvarianten voorlegt aan Provinciale Staten, die hier een keuze uit moet maken. Een hier uit voorkomend MER onderzoek kan voorjaar 2014 tot conclusies leiden, waarna keuzes gemaakt kunnen worden over de voortgang. Er zijn geen kosten gemoeid voor de gemeente, hooguit ambtelijke kosten voor ondersteuning en begeleiding. De bestuurlijke kosten van de wethouder gaan toch door. De Sluis in Eefde WETHOUDER KOTTELENBERG antwoordt dat de geschetste ontwikkeling ook bij de sluis te verwachten is want zoals de plannen nu liggen moet ook hier een roekenkolonie worden verplaatst. In dit kader zal ook hier waarschijnlijk nog een MER onderzoek moeten plaatsvinden. De gesprekken hierover tussen Rijkswaterstaat en de gemeente zijn nog gaande. Het principe van de Sluis en de Rondweg is hetzelfde. In beide gevallen moet een beschermde vogelsoort verplaatst worden voor realisatie infrastructuur, maar de varianten in beide locaties zijn verschillend. Bij een eventuele procedure bij de Raad van State zal aangetoond moeten worden dat varianten aanwezig zijn en afgewogen en zal in beide zaken voor zowel de Sluis als voor de Rondweg een eigen MER onderzoek nodig zijn. Vragen van het CDA (zie bijlage 2 )
Noordelijke rondweg N346 in Lochem WETHOUDER KOTTELENBERG antwoordt dat hij via informele weg nu weet dat de Provincie de Rondwegproblematiek anders wil benaderen en daarover is contact opgenomen met Gedeputeerde Bieze die hem heeft bijgepraat. Na de vaststelling in GS heeft zij telefonisch contact opgenomen en heeft hem het Statenvoorstel toegestuurd. Dit betekent niet dat het voorstel op de lange baan is geschoven. Toen afgelopen voorjaar bij de provinciale kadernota bleek dat de provincie op dat moment niet wenste te investeren in het vlot trekken van de Rondweg heeft de gemeente actie ondernomen richting Provinciale Staten. Het voorstel dat er nu ligt komt gedeeltelijk tegemoet aan de inspraak van afgelopen voorjaar. De Provincie heeft het inventarisatieonderzoek ter hand genomen en ook een bijkomend advies gevraagd. De kosten van het verplaatsen van de roekenkolonie en de verdere gevolgen zijn berekend en is er juridisch advies ingewonnen over de juiste aanpak richting Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I en de Raad van State. De provincie heeft hieromtrent pessimistischer verwachtingen dan wij, gezien recente uitspraken van de Raad van State. Enerzijds klopt het dat de Rondweg in Spoorlaanvariant 20 miljoen duurder uitpakt dan begroot, want het bedrag dat door Provinciale Staten in 2007 is toegezegd was € 36,2 miljoen. GS denkt nu € 54 miljoen nodig te hebben voor de Spoorlaanvariant, dat is € 18 miljoen meer dan begroot. Anderzijds klopt het ook niet, want in de berekening zijn ook nieuwe zaken meegenomen, zoals aansluiting Larenseweg/Kwinkweerd voor € 10 miljoen en sanering van het Markerinkterrein voor € 2 miljoen. Ook een mogelijke verplaatsing van de roeken kost enkele miljoenen. In de oorspronkelijke opgave waren deze kosten niet opgenomen. Het opwaarderen van de weg volgens het huidige tracé (€ 34 miljoen) past wel binnen het toegezegde budget. De Spoorlaanvariant is € 20 miljoen duurder dan het opwaarderen van het huidige tracé. Zoals bekend betaalt de gemeente € 2 miljoen mee aan de Spoorlaanvariant zodat voor de Provincie het verschil 18 miljoen is, maar wel moet bedacht worden dat in deze tijd de bedragen 30% plus en min kunnen afwijken van de begroting. Het college bestudeert nu de provinciale stukken en hoopt de raad over 14 dagen per memo nader te kunnen informeren. De informatie over de Provincie wordt via het Technisch Beraad meegedeeld, zodat de raad vóór de Provinciale Staten in december over dit voorstel een besluit kan nemen en het college, maar ook collega bestuurders en partijgenoten in Arnhem, in deze zaak kunt adviseren. Hij zal deze mededelingen schriftelijk aan de raad doen toekomen. Afvalinzameling en commerciële bedrijven WETHOUDER DE LA COURT antwoordt dat er nog vóór 2013 extra informatie komt over inzameling van luiers en incontinentiemateriaal want Alterra is al gevorderd in een eigen verwerkingsmethode en kan hij een aanbieding realiseren in samenwerking met de afvalverwerker. Begin volgend jaar zal hij na afloop van het experiment informeren over het gescheiden aanleveren van drankpakken maar in eerste instantie gaat het om extra ondergrondse containers die op de meest drukke afvalstraten worden geplaatst. Als bedrijven willen overstappen naar andere commerciële afvalophaalbedrijven heeft de gemeente daar geen zeggenschap in; als burgers die stap maken is de consequentie dat zij vastrecht moeten blijven betalen. Een aantal bedrijven zijn bezig met goedkope wervingscontracten en kunnen goedkoper zijn maar verwacht dat de gemeente daar komend jaar op kan insteken. DE HEER DINKELMAN merkt op dat berekeningen er van uitgaan dat vastrecht wordt betaald en dat het ophalen van vuil inkomsten geeft, en hij vraagt of er dan geen financieel gat ontstaat als men massaal overstapt. WETHOUDER DE LA COURT zegt dat er in dat geval ook geen verwerkingskosten zijn en denkt dat het maar om een beperkt aantal huishoudens gaat. De cijfers daarover zijn pas eind volgend jaar bekend. Het collegebeleid kan daar eventueel op aangepast worden. Vragen van GB, zie bijlage 3 Kleinere nieuwe grijze afvalcontainers en ontheffing van afvalafwikkeling. WETHOUDER DE LA COURT antwoordt dat er dit jaar nog geen ontheffing zal komen maar dat dit weer ter discussie wordt gesteld bij de evaluatie aan het eind van komend jaar. De burger wordt niet gecompenseerd voor teveel betaalde bijdrage afvalstoffenheffing want voor primair plastic verpakkingsmateriaal is een container van 240 liter aangeboden die ruim het volume compenseert dat de laatste twee maanden is verloren; er is meer dan 120 liter per twee weken er bij gekomen.