Notitie strategische uitgangspunten sportvoorzieningen 2013-2016 Gemeente Rotterdam Sport en Cultuur Maart 2014
1
Notitie strategische uitgangspunten
Samenvatting
sportvoorzieningen 2013-2016 Richtinggevend voor het versterken en verder ontwikkelen van de Rotterdamse sportinfrastructuur 2013-2016
Rotterdam zet sport in de eerste plaats in ‘als doel’ dat wil zeggen: de gemeente wil graag dat meer Rotterdammers gaan bewegen en sporten. Dat betekent dat Rotterdammers op alle niveaus, zowel wat betreft breedtesport1 als topsport 2, de sport moeten kunnen beoefenen die zij leuk vinden en die bij hen past. Sport wordt daarnaast steeds vaker ‘als middel’ ingezet om allerlei maatschappelijke doelen zoals een gezonde leefstijl, participatie, talentontwikkeling, veiligheid, werkgelegenheid etc. te realiseren. Inhaalslag sportdeelname Rotterdam is een inhaalslag aan het maken als het gaat om sportdeelname ten opzichte van andere steden in Nederland. Nog steeds bevindt de Rotterdamse sportdeelname (59%) zich in 2011 onder het landelijk gemiddelde van 64% en onder het gemiddelde van andere grotere steden (61%). Op basis van de autonome ontwikkeling in sportdeelname, de bevolkingsprognose van 2020 en het gemeentelijk sportbeleid3 wordt in Rotterdam de komende jaren een stijging van de sportdeelname 4 in álle leeftijdsgroepen verwacht. Infrastructuur Rotterdam kent een zeer diverse sportinfrastructuur bestaande uit sportvelden, sporthallen, gymzalen, wandel- en fietspaden, zwembaden, fitnesscentra, (school)pleinen, speelplaatsen, water, etc. Rotterdam beschikt zowel over grootschalige voorzieningen met een bovenregionale functie zoals bijvoorbeeld het Topsportcentrum Rotterdam als over kleinschaliger voorzieningen met een deelgemeentelijk of wijkgericht verzorgingsgebied. De gebruikers van de voorzieningen lopen uiteen van individuele Rotterdammers, scholen, sportverenigingen (topsport- en breedtesport) tot maatschappelijke organisaties en bedrijven.
Sportvoorzieningen zijn randvoorwaardelijk om te kunnen bewegen en sporten. Daarbij gaat het niet alleen om de kwantiteit, maar vooral ook om voldoende kwaliteit van de voorzieningen en kwalitatief goed onderhoud en beheer. De aanwezigheid van voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen is belangrijk voor de aantrekkelijkheid van de stad voor de huidige en nieuwe bewoners én voor bezoekers. Wil Rotterdam zich de komende jaren in sociaaleconomische zin kunnen meten met andere grote Nederlandse steden dan is het aantrekken en behouden van kansrijke groepen5 evident. Met hun wensen en behoeften als leidraad moet Rotterdam durven investeren in een kwalitatief hoger voorzieningenniveau, een voorzieningenniveau van tópkwaliteit. Topkwaliteit betekent realisatie van een woon-, werk-, leef- en verblijfsklimaat dat uitblinkt door aantrekkelijkheid, diversiteit, bereikbaarheid, toegankelijkheid, duurzaamheid, kindvriendelijkheid - en natuurlijk de Rotterdamse sleutelwoorden ‘schoon,’ ‘heel’ en ‘veilig.’ Vanuit de behoeften van àlle bevolkingsgroepen kan Rotterdam daarmee bouwen aan een stad waarin het goed wonen, leven, werken en verblijven is voor iedereen. Druk op voorzieningen neemt toe De bestaande capaciteit aan sportvoorzieningen in totaliteit is momenteel nét voldoende om de huidige sport- en beweegbehoefte van de Rotterdammers op te kunnen vangen. Op onderdelen zijn er tekorten bijvoorbeeld als het gaat om binnensportvoorzieningen. De spreiding van de verschillende typen sportvoorzieningen (buitensport, binnensport, openbare ruimte en zwembaden) in Rotterdam is goed 6. Als 70% van de Rotterdammers sport in 20167 betekent dat voor Rotterdam als geheel dat er de komende jaren ruim 75.000 nieuwe sporters bijkomen, ruim 30.000 op Zuid en bijna 42.000
1 Breedtesport: omvat zowel actieve als passieve deelname aan alle uiteenlopende vormen van sport en bewegen die een breed publiek dienen in zowel georganiseerd als ongeorganiseerd verband met uitzondering van topsport en beroepssport of professionele sportbeoefening. Deze definitie wordt ook door het ministerie van VWS voor de breedtesportimpuls gehanteerd. 2 Topsport: sport die op het hoogste nationale niveau beoefend wordt met ambities te presteren op internationaal niveau van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen, Olympische Spelen, Paralympische spelen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien. 3 De 70% ambitie is een afgeleid van de landelijke ambitie (NOC*NSF Sportagenda: 75% sportdeelname) en opgenomen in de Sportnota Rotterdam 2016, gemeente Rotterdam, 2009. 4 Hierbij moet overigens bedacht worden, dat de definitie van sportparticipatie in feite een minimumnorm is. Een Rotterdammer – vanaf zes jaar - wordt in de berekening meegeteld als hij of zij minimaal 12 keer per jaar aan sport doen, waarbij de sportactiviteiten zijn gebaseerd op de landelijke Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) 5 Kansrijke groepen: studenten (18- tot 24-jarigen die naar Rotterdam komen om er te studeren), young professionals (24- tot 30-jarigen aan het begin van hun carrière), hoog opgeleide gezinnen (hoogopgeleide 30- tot 60-jarigen met kinderen of die een gezin willen stichten), de zogenaamde ‘zilveren golf’ (welgestelden wier kinderen het huis uit zijn en die richting pensioen gaan of gepensioneerd zijn), de creatieve klasse (o.a. ontwerpers, wetenschappers en andere kenniswerkers) 6 Onderzoek sportdeelname ruimtelijk vertaald, Mulierinistituut, 2012. 7 Ambitie zoals opgenomen in de Sportnota 2016 en het UP Sport 2010-2014. Deze ambitie is afgeleid van de landelijke ambitie: 75% sportparticipatie in 2016 (Sportagenda NOC*NSF).
2
op Noord en circa 3.000 in overig Rotterdam8. Procentueel gezien is de groei in gebruikers naar verwachting het grootst in Rotterdam Zuid. Door die toename zal de druk op de gemeentelijk voorzieningen aanzienlijk toenemen in heel Rotterdam. Voor alle type sportvoorzieningen9 is de toename in gebruikers naar verwachting ongeveer 20%. Bij zwembaden ligt dit cijfer zelfs iets hoger (24%)10. Populariteit sporten De grootste stijging in sportdeelname zal de komende jaren in de informele openbare ruimte plaatsvinden. Nog veel meer Rotterdammers gaan gebruik maken van de fiets- en wandelpaden, parken, pleinen etc. om te sporten en te bewegen. In Rotterdam is het hardlopen c.q. joggen van alle sporten het snelst gestegen. De procentuele stijging van het aantal sporters is het grootst bij de oudste leeftijdsgroep, de 65-plussers én de jongste leeftijdsgroep, de 6-12 jarigen. Voor beide leeftijdsgroepen zijn de binnensportvoorzieningen en de openbare ruimte relatief belangrijk om te sporten en te bewegen. De verwachting is dat het aandeel verenigingssporters de komende jaren stabiel blijft rond circa 30% van de bevolking. De meerderheid van deze sporters beoefent buitensporten. Toekomstbestendige beslissingen Vanwege de forse bezuinigingen en schaarste aan ruimte is het noodzakelijk dat beslissingen over renovatie, sluiting of nieuwbouw van voorzieningen ‘toekomstbestendig’ zijn. Bij het nemen van dergelijke beslissingen zal altijd rekening gehouden moeten worden met de toekomstige sport- en beweegbehoefte van de Rotterdammer. Als hulpmiddel bij het nemen van beslissingen over sportvoorzieningen zijn strategische uitgangspunten bepaald. Deze uitgangspunten worden aan het eind van de samenvatting beschreven. De strategische uitgangspunten zijn afgeleid van de ambitie van de gemeente om: 1. sport als ‘doel’ en als ‘middel’ in te zetten11; 2. talentontwikkeling te stimuleren door breedtesport, topsport en onderwijs met elkaar te verbinden; 3. een aantrekkelijke stad te hebben en te houden door kwalitatief hoogwaardige voorzieningen aan te bieden die passen bij de behoefte van diverse doelgroepen, waarbij aandacht is voor het vasthouden en aantrekken van hoger opgeleiden en toptalent; 4. het financieel en maatschappelijk rendement van voorzieningen te optimaliseren. Om de verwachte behoefte aan gemeentelijke voorzieningen te kunnen faciliteren, wordt de oplossing in de toekomst vooral gezocht in: 1. het handhaven van de huidige bespeelcapaciteit voor breedtesport en topsport;
2. het intensiever gebruiken van de bestaande (sport)voorzieningen waar mogelijk; 3. het investeren in uitbreiding of nieuwbouw van voorzieningen waar dat noodzakelijk is en passend binnen de geldende financiële kaders; 4. het vraaggericht aanpassen van het service- en kwaliteitsniveau van voorzieningen. Per type voorziening zijn in het algemeen kansen aanwezig om de beschikbare ruimte intensiever en/of flexibeler te gebruiken zodat nieuwe sporters gefaciliteerd kunnen worden in bestaande voorzieningen. Door medegebruik, multifunctionaliteit en samenwerking met private partijen te stimuleren, zullen voorzieningen een bredere maatschappelijke functie voor de wijk kunnen vervullen. Zwemwater Om de beschikbare zwemwatercapaciteit beter te benutten, wordt in de zwembaden juist specialisatie aanbevolen waarbij specifieke vormen van zwemmen worden aangeboden en/of specifieke doelgroepen worden bediend. Op deze manier kunnen investeringen in de zwembaden gericht plaatsvinden. Openbare ruimte Om de verwachte groei in sport- en beweegdeelname in de openbare ruimte te kunnen faciliteren, zullen fiets- en wandelpaden langs water en groen worden uitgebreid en/of geoptimaliseerd zodat deze ook voor overig sportief medegebruik (hardlopen, skaten) geschikt zijn. Deze routes zijn voor sporters belangrijk vanwege de hoge belevingswaarde en de afscherming van het autoverkeer. Door middel van bewegwijzering en promotie zullen routes beter bekend worden gemaakt. Het stimuleren van medegebruik van pleinen, grasvelden, binnenterreinen etc. biedt tevens volop kansen. Buiten- en binnensport Zowel buiten- als binnensportvoorzieningen kunnen op een aantal locaties intensiever of multifunctioneler worden gebruikt. Veelal zijn daarvoor geen of beperkte fysieke aanpassingen nodig. De gemeente is in 2013 gestart met het ontwikkelen van een centraal digitaal verhuursysteem voor sportvoorzieningen. Doel is dat het systeem stadsbreed een beter inzicht geeft in de vraag naar en het aanbod van voorzieningen. Doel is ook dat beter kan worden gestuurd op de benutting van ruimtes voor verschillende beweegvormen, sporten en doelgroepen. De gemeentelijke binnensportvoorzieningen worden als eerste bij de kop gepakt. Afstemming Om het intensiever en multifunctioneler gebruik van (sport)voorzieningen te vergroten, is een betere afstemming en samenwerking tussen sectoren zowel op stedelijk als op gebiedsniveau noodzakelijk: tussen de sport- en onderwijssector, welzijn, maatschappelijk vastgoed, gebiedsontwikkeling en stedenbouw.
8 Rotterdam-Zuid betreft hier Hoogvliet, Pernis, Charlois, IJsselmonde en Feijenoord. In 2011 heeft Zuid 232.820 inwoners van het totaal van 610.410 in heel Rotterdam (bron: Cos, bevolkingsprognose 2012 ). Zie voor indeling Noord, Zuid en overig: bijlage 2. 9 Zie de indeling in type sportvoorzieningen in bijlage 2. 10 Het gebruik stijgt zelfs nog meer omdat de gemiddelde sporter gebruik maakt van meerdere voorzieningen en in het onderzoek per sporter is gerekend met één voorziening. 11 De Sportnota 2016 beschrijft dat sport steeds meer wordt ingezet als ‘middel’ om bij te dragen aan het bereiken van andere stedelijke opgaven.
3
Op gebiedsniveau is een dergelijk afstemmingsoverleg al wel aanwezig gericht op het opstellen van voorzieningenplannen. In aanvulling daar op is ook stedelijke afstemming nodig als het gaat om beleidsontwikkeling, planvorming en de uitvoering van plannen/maatregelen. Als multifunctioneel en medegebruik van voorzieningen stadsbreed wordt gestimuleerd, kunnen investerings- en exploitatiekosten zo mogelijk worden gedeeld en kunnen meer doelgroepen gebruik maken van de voorzieningen. Daarbij zal de samenwerking met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven vroegtijdig moeten worden verkend.
ming met nationale ontwikkeling en planning. - Op breedtesportniveau hanteert Rotterdam de geldende planningsnormen (kwantiteit) en sporttechnische eisen (kwaliteit) als richtlijnen voor alle takken van sport die door NOC*NSF zijn erkend. Overwegingen uit het oogpunt van exploitatie en maatschappelijk rendement zijn aanleiding om van deze normen c.q. eisen af te wijken.
Sportcomplexen Een aantal voorzieningen, zoals kantines en kleedkamers, in eigendom van sportverenigingen zullen op korte termijn aan vervanging toe zijn. Dit is wegens het ontbreken van voldoende financiële middelen bij veel clubs een aandachtspunt voor de toekomst. Niet in de laatste plaats omdat de sportvoorziening voor de gebruiker betaalbaar moet blijven.
- Het handhaven van de bestaande capaciteit aan sportvoorzieningen; - Het intensiveren van het gebruik van de voorzieningen, zo veel mogelijk in samenwerking met één of meer private partijen en sportbonden voor wat betreft randvoorwaarden (normen en eisen bij wedstrijden etc), daarbij inspelend op de behoefte van de omwonenden en kansrijke groepen; - Het stimuleren van het gebruik van voorzieningen die niet primair voor sport zijn gebouwd, maar waar ook medegebruik/ multifunctioneel gebruik voor sport/bewegen mogelijk is. Het gaat hierbij om gemeentelijke en private voorzieningen; - Het optimaal benutten van nieuwe capaciteit door het gebruik van de voorziening te intensiveren en samenwerking te zoeken met private partijen en sportbonden voor wat betreft randvoorwaarden (normen en eisen bij wedstrijden etc). Het service- en kwaliteitsniveau van voorzieningen sluit aan op de vraag. - De (top)kwaliteit, beschikbaarheid en uitstraling van de Rotterdamse sportvoorzieningen draagt bij aan de aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad.
Strategische uitgangspunten De volgende strategische uitgangspunten zijn geformuleerd voor het versterken en verder ontwikkelen van gemeentelijke sportvoorzieningen: Pijler 1: Sport als doel én middel - De sportinfrastructuur zal de huidige en verwachte sportbehoefte moeten kunnen opvangen. - Sportvoorzieningen kunnen doelgroepen accommoderen die nu niet of nauwelijks bewegen c.q. sporten. - De Rotterdamse sportinfrastructuur is geschikt voor zowel breedtesport als topsport. - Als het subsidie instrument wordt ingezet dan subsidieert Rotterdam sporten die geen winstdoelstelling hebben en sporten die niet door commerciële aanbieders worden aangeboden. - Rotterdam stimuleert, faciliteert en realiseert alleen als de potentiële huurder / de mede eigenaar van een sportvoorziening vitaal, d.w.z. organisatorisch en financieel levensvatbaar, is. - Rotterdam streeft naar een optimale spreiding van sportvoorzieningen op wijk-, deelgemeente en stedelijk niveau met als doel zoveel mogelijk Rotterdammers te bereiken.
Pijler 3: Aantrekkelijke stad: vraaggericht optimaliseren van gebruik
In samenwerking met een aantal gemeentelijke en private organisaties is een uitvoeringsparagraaf opgesteld. De uitvoeringsparagraaf beschrijft concrete acties die in 2014 t/m 2016 worden genomen om de strategische uitgangspunten in Rotterdam handen en voeten te geven. Als al in 2013 is gestart met de uitvoering van maatregelen wordt dat beschreven.
Pijler 2: Talentontwikkeling: verbinden van breedte- en topsport en onderwijs - Rotterdam faciliteert, stimuleert of realiseert trainings- en wedstrijdfaciliteiten op topsportniveau voor aandachtssporten12. Deze sporten zijn populair in de stad en hebben de potentie om de sportparticipatie te laten stijgen. De voorzieningen dienen zowel voor topsport als breedtesport en/of onderwijs te worden gebruikt. - Rotterdam handhaaft het huidige hoogwaardige aanbod aan topsportvoorzieningen en faciliteert, stimuleert of realiseert alleen nieuwe topsportwedstrijd- en/of trainingsvoorzieningen met een nationale uitstraling mits in samenhang en afstem-
12 Dit zijn: roeien, zwemmen, basketbal, volleybal, judo, handbal, honkbal, korfbal, boksen, (zaal)voetbal, squash, tafeltennis, atletiek, karate, hockey, wielrennen
4
Inhoudsopgave 1. Inleiding
7
2. Sportbehoefte in 2020
9
3. Naar een toekomstbestendige sportinfrastructuur
11
4. Ontwikkelrichting per type voorziening
17
5. Algemene conclusies en aanbevelingen
25
6. Uitvoeringsparagraaf
29
Bijlagen 1. Sportdeelname ambities Rotterdam ruimtelijk vertaald 2. Typering van sportvoorzieningen en organisatie 3. Analyse per type sportvoorziening
5
6
1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel
De positieve impact van sport op de gezondheid, participatie en talentontwikkeling van mensen wordt breed erkend. Ook draagt sport positief bij aan de leefbaarheid en veiligheid van buurten. Landelijk is de ambitie om de sportparticipatie te verhogen, vastgesteld op 75%13 in 2016. Sport heeft een belangrijke plek in het nieuwe Regeerakkoord én in het Rotterdams Collegeprogramma 2010-2014: elke Rotterdammer die wil bewegen en sporten moet dat kunnen doen in de stad. De ambitie is om de sportparticipatie van Rotterdammers vanaf 6 jaar te verhogen van 59% in 2011 naar 64% in 2014 en naar 70% in 2016. Deze ambities zijn uitgewerkt in de Sportnota 2016, het Uitvoeringsprogramma (UP) Sport en in de afspraken met de deelgemeenten14 in de bestuursakkoorden. Rotterdam kent een zeer diverse sportinfrastructuur bestaande uit sportvelden, sporthallen, gymzalen, wandel- en fietspaden, zwembaden, fitnesscentra, (school)pleinen, speelplaatsen, water, etc. Rotterdam beschikt zowel over grootschalige voorzieningen met een bovenregionale functie zoals bijvoorbeeld het Topsportcentrum Rotterdam als over kleinschaliger voorzieningen met een deelgemeentelijk of wijkgericht verzorgingsgebied. De gebruikers van de voorzieningen lopen uiteen van individuele Rotterdammers, scholen, sportverenigingen (topsport- en breedtesport) tot maatschappelijke organisaties en bedrijven. Sportvoorzieningen zijn randvoorwaardelijk om te kunnen bewegen en sporten. Daarbij gaat het niet alleen om de kwantiteit, maar vooral ook om voldoende kwaliteit van de voorzieningen en kwalitatief goed onderhoud en beheer. De aanwezigheid van voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen is belangrijk voor de aantrekkelijkheid van de stad voor de huidige en nieuwe bewoners én voor bezoekers. Wil Rotterdam zich de komende jaren in sociaaleconomische zin kunnen meten met andere grote Nederlandse steden dan is het aantrekken en behouden van kansrijke groepen15 evident. Met hun wensen en behoeften als leidraad moet Rotterdam durven investeren in een kwalitatief hoger voorzieningenniveau, een voorzieningenniveau van tópkwaliteit. Topkwaliteit betekent realisatie van een woon-, werk-, leef- en verblijfsklimaat dat uitblinkt door aantrekkelijkheid, diversiteit, bereikbaarheid, toegankelijkheid, duurzaamheid, kindvriendelijkheid - en natuurlijk de Rotterdamse sleutelwoorden ‘schoon,’ ‘heel’ en ‘veilig.’ Vanuit de behoeften van àlle bevolkingsgroepen kan Rotterdam daarmee bouwen aan een stad waarin het goed wonen, leven, werken en verblijven is voor iedereen.
Behoefte aan voorzieningen Onder invloed van allerlei demografische, maatschappelijke en economische ontwikkelingen is de behoefte aan sport- en beweegactiviteiten en voorzieningen sterk veranderd de afgelopen jaren. Het aanbod in de sportsector wijzigt als reactie op trends, ontwikkelingen en wensen van de gebruikers. Dit is een dynamisch proces. Hoewel commerciële sportaanbieders een belangrijke rol spelen, is de rol van de gemeente essentieel als het gaat om het waarborgen van een laagdrempelig en toegankelijk sportaanbod voor een breed publiek. Sportvoorzieningen brengen immers hoge kosten met zich mee en slechts beperkte directe opbrengsten in geld. De indirecte opbrengsten, zoals gezondheidsverbetering en participatie, zijn niet direct kwantificeerbaar maar wel belangrijk. Om deze reden is het stimuleren en faciliteren van een ‘basis’ sportinfrastructuur een kerntaak van de gemeente. Om het maatschappelijk rendement van sportvoorzieningen te kunnen verhogen en kosten te beheersen is het van belang om op stedelijk niveau de toekomstige ontwikkelingen in vraag en aanbod naar sportvoorzieningen te bezien: in onderlinge samenhang en in relatie tot andere sectoren. Vanuit de wens om de sport- en beweegbehoefte van de Rotterdammers, nu en in de toekomst, goed te kunnen blijven faciliteren, heeft wethouder Sport, Recreatie, Kunst en Cultuur opdracht gegeven om: 1. de toekomstige sport- en beweegbehoefte in verhouding tot het huidig gemeentelijk voorzieningenaanbod te analyseren en 2. op basis van die analyse strategische uitgangspunten te formuleren voor de verdere ontwikkeling en versterking van de gemeentelijke sportinfrastructuur. Uitgangspunten De strategische uitgangspunten bieden een hulpmiddel bij het opstellen van de gebiedsgerichte voorzieningenplannen en het nemen van beslissingen bij vraagstukken die betrekking hebben op planning, uitbreiding, renovatie of sluiting van sportaccommodaties. Met hulp van deze strategische uitgangspunten kunnen desgewenst per gebied of per sportcomplex uitvoeringsplannen worden gemaakt waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke sportbehoeften in een bepaald gebied en de kansen die de aanwezige voorzieningen bieden. Als gevolg van steeds veranderende maatschappelijke en (sport)ontwikkelingen wordt aanbevolen om voorliggende notitie steeds tegelijkertijd met de Sportnota te actualiseren.
13 Definitie van sportparticipatie d.w.z. minimaal 1 keer per maand sporten conform landelijke Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) voor 6-79 jarigen. 14 Per 20 maart 2014 houdt het deelgemeentelijk stelsel op te bestaan en worden 14 gebieden en gebiedscommissies ingevoerd. Alle sportvoorzieningen zijn vanaf die datum onderwerp van stedelijk beleid. De gebiedscommissie geeft advies aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders over de vestiging en sluiting van sportvoorzieningen in het gebied. 15 Kansrijke groepen: studenten (18- tot 24-jarigen die naar Rotterdam komen om er te studeren), young professionals (24- tot 30-jarigen aan het begin van hun carrière), hoog opgeleide gezinnen (hoogopgeleide 30- tot 60-jarigen met kinderen of die een gezin willen stichten), de zogenaamde ‘zilveren golf’ (welgestelden wier kinderen het huis uit zijn en die richting pensioen gaan of gepensioneerd zijn), de creatieve klasse (o.a. ontwerpers, wetenschappers en andere kenniswerkers)
7
Totstandkoming Deze notitie is tot stand gekomen in samenwerking met een aantal gemeentelijke en private organisaties. Het Mulier Instituut heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam, directie Sport & Cultuur (S&C) in 2012 de vraag naar sportvoorzieningen in 2020 in beeld gebracht. S&C heeft in 2012 een uitgebreide analyse gemaakt van alle type sportvoorzieningen in de stad. Via een aantal bijeenkomsten en expertmeetings zijn diverse partijen en partners betrokken: de deelgemeenten16, uitvoerende afdelingen binnen S&C, directies Jeugd & Onderwijs en GGD (gemeentelijk cluster Maatschappelijke Ontwikkeling), verschillende afdelingen/directies van de clusters Stadsontwikkeling en Stadsbeheer, Sportbonden, Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), gemeenten Amsterdam, Den Haag en Utrecht, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB), bedrijf Nijha, NOC*NSF, Stichting Rotterdam Sportsupport, Stichting Rotterdam Topsport, Rotterdam Partners (voorheen: Economic Development Board Rotterdam (EDBR), St. Agenda 22, Vereniging gehandicapten Rotterdam (VGR) en een aantal sportgerelateerde bedrijven. Ook zijn met diverse experts interviews gehouden met als doel uitgangspunten en ontwikkelrichtingen te toetsen. In 2013 heeft de wethouder de opdracht gegeven om een uitvoeringsparagraaf te maken bij de notitie strategische uitgangspunten voor sportvoorzieningen. Om te komen tot deze uitvoeringsparagraaf is opnieuw een groot aantal organisaties betrokken, is een expertmeeting georganiseerd en zijn experts geïnterviewd. Ook is onderzoek gedaan naar de meest kansrijke maatregelen voor de middellange termijn. Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de ontwikkelingen in de sportdeelname in Rotterdam en de vertaling naar ruimtebehoefte. Hoofdstuk 3 geeft een visie op sportvoorzieningen en schetst de algemene strategische uitgangspunten voor de versterking en ontwikkeling van de sportvoorzieningen in Rotterdam. Hoofdstuk 4 geeft een toekomstbeeld voor de verdere ontwikkeling van de sportvoorzieningen. Per type sportvoorziening wordt inzicht gegeven in de huidige kwantiteit en kwaliteit van de voorzieningen, de gebruikers, de belangrijkste ontwikkelingen en de verwachte groei in sportdeelname. Daarna volgen de belangrijkste conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 bevat de uitvoeringsparagraaf waarin de uitgangspunten zijn vertaald in concrete acties. Bijlagen De totstandkoming en toelichting op de berekeningen naar ruimtebehoefte is te vinden in bijlage 1: Sportdeelname ruimtelijk vertaald, 2012, Mulierinstituut. Een omschrijving van de verschillende typen sportvoorzieningen alsmede de gemeentelijke organisatie rondom sportvoorzieningen is opgenomen in bijlage 2. In bijlage 3 is een uitgebreide analyse per type sportvoorziening te vinden.
16 Per 20 maart 2014 houdt het deelgemeentelijk stelsel op te bestaan en worden 14 gebieden en gebiedscommissies ingevoerd. Alle sportvoorzieningen zijn vanaf die datum onderwerp van stedelijk beleid. De gebiedscommissie geeft advies aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders over de vestiging en sluiting van sportvoorzieningen in het gebied.
8
2. Sportbehoefte in 2020 2.1 Sportdeelname
De sportsector in Rotterdam is volop in beweging. Letterlijk en figuurlijk. Steeds meer Rotterdammers bewegen en sporten. Geconcludeerd kan worden dat Rotterdam bezig is om een inhaalslag te maken. Is landelijk de sportdeelname al een aantal jaar stabiel rond de 64%, in Rotterdam is een stijging waar te nemen. In 2011 bedroeg de sportparticipatie17 van de Rotterdammers boven de 6 jaar 59%. Onderstaande figuur laat dit beeld zien.
Figuur 1: Sportdeelname ontwikkeling (Bron: Sportdeelname ambities Rotterdam ruimtelijk vertaald, Mulierinstituut, 2012) Ondanks de stijging, ligt dit cijfer nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde en onder het gemiddelde van andere steden (61%). Een belangrijke verklaring daarvoor is gelegen in het feit dat in Rotterdam relatief veel laag opgeleiden wonen. Opleidingsniveau is een belangrijke bepalende factor voor sportdeelname. Onderzoek laat zien dat laag opgeleiden minder vaak sporten en bewegen dan hoger opgeleiden18. Zowel landelijk als lokaal is de ambitie om de sportparticipatie de komende jaren aanzienlijk te verhogen. Landelijk naar 75% in 2016 (volgens de sportagenda 2016 van NOC*NSF) en ook lokaal wordt er naar gestreefd om de sportdeelname te verhogen. Het streven naar een hogere sportparticipatie, hierbij is aangegeven dat de ambitie 70% is, betekent voor Rotterdam een forse opgave. Sportdeelname wordt immers beïnvloed door factoren als leeftijd en opleiding en kan ten dele worden beïnvloed door gemeentelijke stimuleringsmaatregelen. De autonome ontwikkeling van de sportdeelname in 2020 komt uit op 62%. De gemeente tracht door middel van een beleidsintensivering, beschreven in het UP Sport en samenwerking en afspraken met de deelgemeenten een sportdeelname van 64% (6-79 jarigen) te realiseren in 2014. Hiermee wordt een stijging van de sportdeelname in alle leeftijdsgroepen verwacht. Als 70% van de Rotterdammers sport in 2016 betekent dat voor Rotterdam als geheel dat er de komende jaren ruim 75.000
nieuwe sporters bijkomen, ruim 30.000 op Zuid en bijna 42.000 op Noord en circa 3.000 in overig Rotterdam19. Procentueel gezien is de groei in gebruikers naar verwachting het grootst in Rotterdam Zuid.
2.2 Behoefte aan sportvoorzieningen
Ongeveer één derde van de Rotterdamse sporters beoefent de sport in het gemeentelijke aanbod van binnen- en buitensportvoorzieningen en zwembaden. Nog eens een derde maakt gebruik van de openbare ruimte: van de wandel- en fietspaden en parken (de informele openbare ruimte) en de trapveldjes en skatebanen etc (de formele openbare ruimte). Met name het sporten in de openbare ruimte is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De andere een derde van de sporters is te vinden in de commerciële sportvoorzieningen: de sportscholen en de fitnesscentra 20. Voor Rotterdam Noord respectievelijk Zuid zijn de verhoudingen ongeveer hetzelfde als voor de stad als geheel. Minimaal de helft van de Rotterdamse sporters sport ongeorganiseerd (en is dus geen lid van bijvoorbeeld een sportschool of sportvereniging). Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de behoefte aan sportvoorzieningen21. 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 13-24 jaar
25-44 jaar
45-64 jaar
65-75 jaar
Sporthal/gymlokaal
Binnenijsbaan of zwembad
Sportschool
Buurthuis/wijkgebouw
Sportveld of sportbaan
Trapveldje
Openbare weg
Park/bos
Zee/meer/plas
Figuur 2: Gebruik van sportvoorzieningen naar leeftijd, Bron: COS VTO (2012), bewerking Mulier en S&C (2012). Figuur 2 toont het huidig gebruik van verschillende sportvoorzieningen naar leeftijd. Opvallend is de grote rol van de openbare ruimte en de sportschool voor volwassenen. Jongeren en jongvolwassenen sporten in vergelijking met andere doelgroepen veel in een sporthal of gymzaal. Ook de stij-
17 Definitie van sportparticipatie (minimaal 1 keer per maand sporten) conform landelijke RSO richtlijn voor 6-79 jarigen. 18 Vrije tijdsonderzoek (VTO), COS, 2011. 19 Rotterdam-Zuid betreft hier Hoogvliet, Pernis, Charlois, IJsselmonde en Feijenoord. In 2011 heeft Zuid 232.820 inwoners van het totaal van 610.410 in heel Rotterdam (bron: Cos, bevolkingsprognose 2012 ). Zie voor indeling Noord, Zuid en overig: bijlage 2. 20 Van de gemeentelijke sportvoorzieningen maakt in 2011 het volgende aantal sporters gebruik: buitensportvoorzieningen 90.000, binnensportvoorzieningen 117.000, zwembaden: 58.000 en openbare ruimte 247.000 sporters (Onderzoek Mulierinstituut, Sportdeelname ruimtelijk vertaald, in opdracht van Sport & Cultuur, 2012). 21 Onderzoek Mulier, Sportdeelname ruimtelijk vertaald, in opdracht van Sport & Cultuur, 2012.
9
ging van de populariteit van het buurthuis en het wijkgebouw na het 45e jaar is opvallend. Daarnaast is te zien dat jongeren van meer verschillende voorzieningen gebruik maken dan ouderen. Toename druk op voorzieningen Indien bij het bepalen van de behoefte aan sportvoorzieningen rekening wordt gehouden met verschillen in het gebruik van sportvoorzieningen naar leeftijdsgroep is de verwachting dat deze verhoudingen de komende jaren niet veel wijzigen22.
Geconcludeerd kan worden dat voor alle type sportvoorzieningen de toename in gebruikers ongeveer 20% is. Bij zwembaden ligt dit cijfer iets hoger (24%). In bijlage 1 is een toelichting op deze berekening te vinden. Ook als de sportdeelname de komende jaren minder snel stijgt dan wordt geambieerd, zal de druk op alle typen voorzieningen aanzienlijk toenemen23.
22 Onderzoek Mulier, Sportdeelname ruimtelijk vertaald, in opdracht van Sport & Cultuur, 2012. 23 In opdracht van S&C heeft Mulierinstituut een rekenmodel ontwikkeld waarmee de ambitie in sportdeelname -per doelgroep- zonodig de komende jaren kan worden bijgesteld waarna de behoefte aan ruimte kan worden berekend.
10
3. Naar een toekomstbestendige sportinfrastructuur 3.1 Inleiding
Uit een analyse van gemeentelijk beleid, ambities, trends en ontwikkelingen ontstaat een visie op de toekomstige ontwikkeling van sportvoorzieningen. De visie bestaat uit drie pijlers en wordt hierna in 3.2 beschreven. Elke pijler leidt tot algemene strategische uitgangspunten voor de versterking en verdere ontwikkeling van de gemeentelijke sportvoorzieningen: de openbare ruimte, de binnensport-, buitensportvoorzieningen en zwembaden. In 3.3. staan instrumenten beschreven die kunnen worden ingezet om (sport)voorzieningen intensiever en multifunctioneler te gebruiken. De confrontatie van het huidig sportvoorzieningenaanbod met de verwachte behoefte in 2020 leidt tot ontwikkelrichtingen per type sportvoorziening, conclusies en aanbevelingen. Hoofdstuk 4 gaat in op de gewenste ontwikkelingen en uitdagingen per afzonderlijk type sportvoorziening.
Bij elk hoofdstuk en paragraaf worden ‘good practices’ belicht. Dit zijn maatregelen die een uitwerking zijn van de ambities en/of een voorbeeld zijn voor de gewenste ontwikkeling in de sportinfrastructuur. Als er de komende jaren besluiten genomen worden ten aanzien van uitbreiding, nieuwbouw, renovatie of sluiting van voorzieningen, is het van belang dat deze beslissingen ‘toekomstbestendig’ zijn: dat wil zeggen dat deze aansluiten op de kerntaken en ambities van de gemeente, op de verwachte behoefte aan (sport)voorzieningen en inspelen op een zo intensief en multifunctioneel mogelijk gebruik van voorzieningen. Vanwege de schaarste aan middelen en ruimte is de uitdaging richting 2020 vooral gelegen in het zo optimaal mogelijk faciliteren van de stijgende sport- en beweegdeelname binnen de bestaande (sport)voorzieningen. Schematisch geeft dit het volgende beeld:
Inhoudelijk beleid
Toekomstbeeld sportvoorzieningen
Bevolkingsprognoses, trends
Huidig aanbod voorzieningen
Afwijking t.o.v. toekomstbeeld
Huidig sport- en beweeg-gedrag
Conclusies en aanbevelingen voor optimale afstemming vraag
24 De Sportnota 2016 beschrijft dat sport steeds meer wordt ingezet als ‘middel’ om bij te dragen aan het bereiken van andere stedelijke opgaven. 25 Breedtesport: omvat zowel actieve als passieve deelname aan alle uiteenlopende vormen van sport en bewegen die een breed publiek dienen in zowel georganiseerd als ongeorganiseerd verband met uitzondering van topsport en beroepssport of professionele sportbeoefening. Deze definitie wordt ook door het ministerie van VWS voor de breedtesportimpuls gehanteerd. 26 Topsport: sport die op het hoogste nationale niveau beoefend wordt met ambities te presteren op internationaal niveau van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen, Olympische Spelen, Paralympische spelen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien.
11
3.2 Visie op sportvoorzieningen
De visie op gemeentelijke sportvoorzieningen bestaat uit drie belangrijke pijlers: Pijler 1: Rotterdam zet sport in als ‘doel’ en als ‘middel’ 24; Pijler 2: Rotterdam stimuleert talentontwikkeling door breedtesport, topsport en onderwijs met elkaar te verbinden; Pijler 3: Rotterdam wil de aantrekkelijkheid van de stad behouden én verbeteren door kwalitatief hoogwaardige voorzieningen aan te bieden die passen bij de behoefte van diverse doelgroepen waarbij aandacht is voor het vasthouden en aantrekken van hoger opgeleiden en toptalent. Vraaggericht werken bij de optimalisatie van gebruik staat centraal. Elke pijler leidt tot eisen aan het gebruik, de omvang en de kwaliteit van sportvoorzieningen. Dat wordt hierna per pijler toegelicht. De ambities die per pijler staan beschreven, leiden, in combinatie met de eerder geschetste ontwikkelingen, tot strategische uitgangspunten voor het versterken en verder ontwikkelen van gemeentelijke sportvoorzieningen. Pijler 1: Rotterdam zet sport in ‘als doel’ én ‘als middel’ Rotterdam zet sport in de eerste plaats in ‘als doel’ dat wil zeggen: de gemeente wil graag dat meer Rotterdammers gaan bewegen en sporten. Dat betekent dat Rotterdammers op alle niveaus, zowel wat betreft breedtesport 25 als topsport 26, de sport moeten kunnen beoefenen die zij leuk vinden en die bij hen past. Dat betekent ook dat in Rotterdam voldoende ruimte aanwezig is om zowel de georganiseerde als de ongeorganiseerde sport te kunnen beoefenen. Er is ruimte voor traditionele sporten en nieuwe ‘urban’ sporten. Een aantal groepen waar nog veel beweegwinst te behalen is, wordt extra gestimuleerd zoals senioren en mensen met beperking. De jeugd wordt blijvend gestimuleerd tot sportdeelname. Sport wordt daarnaast steeds vaker ‘als middel’ ingezet om allerlei maatschappelijke doelen zoals een gezonde leefstijl, participatie, talentontwikkeling, veiligheid, werkgelegenheid etc. te realiseren. De Sportplusvereniging Rotterdam kent sportplusverenigingen. Door samen te werken met diverse partners uit verschillende sectoren koppelen de deelnemende sportverenigingen de kracht van sport aan vele maatschappelijke ambities. Doel is niet alleen dat de vereniging hier zelf beter van wordt, maar vooral dat de club wat betekent voor anderen in de wijk. Voor leerlingen van de nabijgelegen school, voor senioren in de wijk, voor werkzoekenden, mensen met beperking, jongeren, etc. Vijf thema’s staan centraal: gezondheid, onderwijs, reïntegratie/werk, sportdeelname bijzondere doelgroepen en veiligheid. Zie ook: http://www.rotterdamsportsupport.nl/oversportplus
Bovengenoemde ambities stellen eisen aan het gebruik, de omvang en de kwaliteit van sportvoorzieningen. De ambities leiden, in combinatie met de eerder geschetste ontwikkelingen, tot de volgende strategische uitgangspunten voor het versterken en verder ontwikkelen van gemeentelijke sportvoorzieningen:
12
- De sportinfrastructuur zal de huidige en de toekomstige sportbehoefte moeten kunnen opvangen. - Sportvoorzieningen kunnen doelgroepen accommoderen die nu niet of nauwelijks bewegen c.q. sporten. - De Rotterdamse sportinfrastructuur is geschikt voor zowel breedtesport als topsport; - Als het subsidie-instrument wordt ingezet dan subsidieert Rotterdam sporten die geen winstdoelstelling hebben en sporten die niet door commerciële aanbieders worden aangeboden. - Rotterdam stimuleert, faciliteert en realiseert alleen als de potentiële huurder / de mede eigenaar van een sportvoorziening vitaal, d.w.z. organisatorisch en financieel levensvatbaar, is. - Rotterdam streeft naar een optimale spreiding van sportvoorzieningen op wijk-, deelgemeente en stedelijk niveau met als doel zoveel mogelijk Rotterdammers te bereiken. Rol gemeente Onder stimuleren wordt verstaan: de gemeente beweegt en motiveert andere partners tot het uitvoeren van maatregelen, zoals bijvoorbeeld de bouw van een kantine of de aanleg van een hockeykunstgrasveld. De gemeente heeft daartoe instrumenten tot haar beschikking zoals een subsidieregeling, communicatiemiddelen, kennis en planologische instrumenten. Faciliteren houdt in: het ondersteunen van de uitvoering van maatregelen, waarbij het initiatief bij anderen ligt. Bij een aantal maatregelen is de gemeente momenteel zelf verantwoordelijk voor de gehele uitvoering. De rol van partners is veelal mede-uitvoerder. Het betreft bijvoorbeeld het programma Lekker Fit! of bijvoorbeeld de realisatie van een gymzaal. De rol van de gemeente verandert. De gemeente treedt steeds meer faciliterend en regisserend op, steeds minder als uitvoerder.
WK Tafeltennis met side events De Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB) heeft het WK in 2011 aangegrepen om hun marktpositie te verbeteren. Dit hebben zij gedaan door middel van een breedtesportcampagne onder het motto ‘Join the Table’ waarbij de NTTB tafeltennis wilde neerzetten als een sport voor iedereen. Doel was om het WK te gebruiken als “springplank om nieuwe doelgroepen te bereiken”. Onderdeel van het sportbeleid van de gemeente Rotterdam is het organiseren van side events bij topsportevenementen. Doel van deze side events (randprogrammering in aanloop naar, tijdens en/of na afloop van een topsportevenement) is het combineren van topsport met breedtesport, onderwijs en publieksevenementen. Dit moet zorgen voor betrokkenheid van burgers bij sport en moet bijdragen aan de uitstraling van Rotterdam als sportstad. Dit alles met als ultiem doel: het verhogen van de sportparticipatie in Rotterdam. Uit een evaluatie is gebleken dat de breedtesportcampagne van NTTB gekoppeld aan dit evenement in Rotterdam heeft geleid tot een stijging van het jeugdledenaantal bij verenigingen met 25%. 29
Pijler 2: Rotterdam verbindt breedtesport, topsport en onderwijs Topsport, breedtesport en onderwijs versterken elkaar in Rotterdam. De gemeente stimuleert talentontwikkeling door het verbinden van breedtesport, topsport en onderwijs. Topsport heeft een voorbeeldfunctie voor de breedtesport en ondersteunt talentontwikkeling, breedtesport zorgt voor de aanvoer van talenten naar topsport. Zo organiseren topsportverenigingen bijvoorbeeld clinics op scholen en op pleinen in samenwerking met de breedtesport. Via het onderwijs worden alle kinderen en jongeren bereikt. Sport draagt bij aan talentontwikkeling van de jeugd, verhoogt de schoolprestaties en stimuleert een gezonde leefstijl. De ambitie is om op alle onderwijsinstellingen in Rotterdam, van basisschool tot universiteit, een sport- en beweegprogramma aan te bieden dat toegankelijk is voor alle leerlingen. Daarvoor is ruimte nodig, die bij voorkeur in de nabijheid van de scholen gelegen is. Topsportevenementen zijn belangrijk voor het imago van Rotterdam als sportstad, voor de algemene citymarketing en genereren aanzienlijke economische en maatschappelijke spinoff. Jaarlijks vinden in Rotterdam zo’n 35 grote sportevenementen plaats: van NK’s, EK’s, WK’s tot bijvoorbeeld de marathon. Topsportevenementen worden verbonden aan breedtesportevenementen, via side-events. 27 Talentherkenning en ontwikkeling en ondersteuning van topsportverenigingen is een belangrijk onderdeel van het sportbeleid. Talentvolle breedtesporters kunnen doorgroeien, via de regionale talent centra 28 (RTC), naar topsportverenigingen. Uitgangspunt is dat topsportvoorzieningen in de stad ook worden ingezet voor de breedtesport. Naast het binnenhalen van de grote internationale topsportevenementen zijn ook publieksevenementen en kleinere evenementen van belang voor de uitstraling van Rotterdam als sportstad. In Rotterdam zijn zestien sporten benoemd waar in de volle breedte veel aandacht voor is. Zowel binnen de breedtesport op recreatief en prestatief niveau, in de topsport als in het onderwijs. Het gaat om de sporten: roeien, zwemmen, basketbal, volleybal, judo, handbal, honkbal, korfbal, boksen, (zaal)voetbal, squash, tafeltennis, atletiek, karate, hockey, wielrennen. Deze sporten zijn populair in de stad en ze hebben mede daardoor de potentie om de sportparticipatie te kunnen laten stijgen. In alle bovenstaande sporten is een topsportvereniging actief op het hoogste niveau, zijn breedtesportverenigingen aanwezig en is er aanbod op primair en/of voortgezet onderwijs. In Rotterdam is een aantal regionale talentcentra (RTC) ontwikkeld. Op dit moment zijn er 11 RTC’s: judo, honkbal, basketbal, volleybal, tafeltennis, atletiek, squash, korfbal, hippisch, handbal en roeien. In 2014 wordt ook een RTC voor boksen opgericht.
Het verbinden van breedte- en topsport en onderwijs leidt tot de volgende uitgangspunten: - Rotterdam faciliteert, stimuleert of realiseert trainings- en wedstrijdfaciliteiten op topsportniveau voor aandachtssporten. Dat zijn sporten die de focus leggen op het verbinden van topsport, breedtesport, onderwijs en evenementen. Deze voorzieningen dienen zowel voor topsport als breedtesport te worden gebruikt. - Rotterdam handhaaft het huidige hoogwaardige aanbod aan topsportvoorzieningen en faciliteert, stimuleert of realiseert alleen nieuwe topsportwedstrijd- en/of trainingsvoorzieningen met een nationale uitstraling mits in samenhang en afstemming met nationale ontwikkeling en planning. - Op breedtesportniveau hanteert Rotterdam de geldende planningsnormen (kwantiteit) en sporttechnische eisen (kwaliteit) als richtlijnen voor alle takken van sport die door NOC*NSF zijn erkend. Overwegingen uit het oogpunt van exploitatie en maatschappelijk rendement zijn aanleiding om van deze normen c.q. eisen af te wijken. Pijler 3: Aantrekkelijke stad: vraaggericht optimaliseren van gebruik In het Rotterdamse sportbeleid staat de samenwerking met andere sectoren, maatschappelijke en private organisaties centraal. Onderwijs, zorg- en welzijnsinstellingen bereiken met sport- en beweegactiviteiten een groot deel van hun doelgroep/ achterban. Samenwerking met deze partijen biedt mogelijkheden voor het inzetten van sport als ‘doel’ en als ‘middel’ én optimalisatie van het gebruik van (sport)voorzieningen.
27 Visiedocument Side events, S&C, 2011-2014 28 Jonge talentvolle sporters in de leeftijd van 12 – 18 jaar krijgen minimaal twee keer per week training van een professionele talentcoach naast de trainingen bij hun eigen vereniging. Naast sportspecifieke training krijgen de sporters ook begeleiding op het gebied van medische zorg, voeding en mentale begeleiding. Deze workshops vinden plaats in de trainingsaccommodatie. 29 Topsportevenementen als aanjager voor de sportparticipatie. Mulier Instituut, maart 2012
13
Samenwerking met marktpartijen biedt verschillende kansen. Enerzijds voor het behalen van de sportambities. Commerciële sportaanbieders bereiken een grote groep Rotterdammers doordat zij een aantrekkelijk en flexibel sportaanbod bieden, vaak voorzien van kinderopvang, wellness etc. Zij zijn vaak bereid om tijdens ‘dal’uren tegen een gereduceerd tarief hun diensten aan te bieden aan doelgroepen zoals studenten, senioren, mensen met beperking etc. In de ‘piek’uren zijn dit juist de plaatsen waar werkende hoopopgeleiden zich thuis voelen. De aanwezigheid van dergelijke commerciële voorzieningen maakt Rotterdam aantrekkelijker als woonplaats. Grote commerciële bedrijven of organisaties zoals ziekenhuizen of onderwijsinstellingen hebben veel werknemers. Als deze organisaties bedrijfssport aanbieden, bijvoorbeeld fitness tegen korting, kan dit de sportdeelname vergroten. Anderzijds kunnen marktpartijen functies toevoegen aan de sportvoorziening. Functies die inspelen op de behoefte van individuen en gezinnen om tijd te besparen en (gezins)activiteiten te combineren. Verschillende functies worden geclusterd rond een sportvoorziening of op een sportpark, zoals een restaurant dat goede maaltijden aanbiedt, een supermarkt, een sportwinkel, kinderopvang e.d. De gemeente stimuleert dat verschillende partijen hun activiteiten organiseren op of vlakbij sportvoorzieningen. Door deze samenwerking met betrekking tot sportvoorzieningen -waar mogelijk- te intensiveren, kan het gebruik door omwonenden worden vergroot. Hierdoor kan tevens het financieel rendement van voorzieningen verbeteren zowel op het gebied van investeringen en/of beheer en exploitatie. De gemeente stimuleert ook het gebruik van zogenaamde informele sportvoorzieningen
14
voor sport en bewegen. Denk aan de potentie van leegstaande loodsen, recreatiezalen van maatschappelijke instellingen, stadsparken etc. Dit niet alledaagse gebruik van locaties heeft aantrekkingskracht op bepaalde hoogopgeleide groepen en past bij de trend van het zoeken van belevenissen en avontuur in de vrije tijd. Tot slot is van belang dat ook de gemeentelijke voorzieningen beter geschikt zijn om allerlei doelgroepen, óók de zogenaamde kansrijke groepen, te bedienen. Het bestaande service- en kwaliteitsniveau van de gemeentelijke voorzieningen zal om deze reden, opnieuw tegen het licht gehouden worden. Deze pijler leidt tot de volgende uitgangspunten voor het verder versterken en ontwikkelen van sportvoorzieningen: - Het handhaven van de bestaande capaciteit aan sportvoorzieningen. - Het intensiveren van het gebruik van de voorzieningen, zo mogelijk in samenwerking met één of meer private partijen en sportbonden voor wat betreft randvoorwaarden (normen en eisen bij wedstrijden etc) waarbij wordt ingespeeld op de vraag van omwonenden en kansrijke groepen. - Het stimuleren van het gebruik van voorzieningen die niet primair voor sport zijn gebouwd, maar waar ook medegebruik/ multifunctioneel gebruik voor sport/bewegen mogelijk is. Het gaat hierbij zowel om gemeentelijke als private voorzieningen. - Het optimaal benutten van nieuwe capaciteit door het gebruik van de voorziening te intensiveren en samenwerking te zoeken met private partijen en sportbonden voor wat betreft randvoorwaarden (normen en eisen bij wedstrijden etc). - De (top)kwaliteit, beschikbaarheid en uitstraling van de
Rotterdamse sportvoorzieningen draagt bij aan de aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad. Het service- en kwaliteitsniveau van voorzieningen sluit aan op de vraag. Multifunctioneel gebied Sportcampus Rotterdam en Park de Twee Heuvels Op 11 juli 2013 heeft de gemeenteraad van Rotterdam het Masterplan30 voor de Sportcampus en het Park de Twee Heuvels vastgesteld als kader voor de herontwikkeling van het gebied wat nu het voetbalcomplex Varkenoord en Park de Twee Heuvels behelst. De Sportcampus krijgt een grote betekenis bij het stimuleren van een actieve leefstijl op Rotterdam-Zuid. Moderne faciliteiten voor breedtesport en topsport, het creëren van mogelijkheden voor een sportgerelateerde doorlopende leerlijn en stageplekken vormen hier één, elkaar versterkend geheel. Verhoging van de sportparticipatie op Zuid ten behoeve van een actievere en gezondere bevolking zal worden gestimuleerd door diversificatie van het sportaanbod, aansluiting bij veranderingen in vrijetijds- en sportgedrag, een mix tussen breedte- en topsport, tussen georganiseerd en ongeorganiseerd sporten en tussen commerciële sportaanbieders en door de gemeente gefaciliteerde sporten. Dat gebeurt onder andere door een zo intensief mogelijk gebruik van de sportvoorzieningen die een grote mate van flexibiliteit en multifunctionaliteit zullen kennen. In de eerste fase van de herontwikkeling wordt onder andere het Park de Twee Heuvels aangepakt, worden multifunctionele kunstgrasvelden aangelegd, verrijst er een nieuwe atletiekbaan en een multifunctioneel centrum voor indooratletiek, verdedigingsporten en dans. De inkrimping van de ruimte door de aanleg van kunstgras creëert de fysieke ruimte voor onderwijs en commerciële (sport)functies in fase twee van het project.
samenwerken in de exploitatie van vastgoed biedt mogelijkheden of kennisdeling en het benutten van elkaars netwerk. - Productspecialisatie toe te passen in voorzieningen die zich daarvoor lenen. In voorzieningen die meerdere takken van sport accommoderen zoals binnensportvoorzieningen of die meerdere producten aanbieden zoals zwembaden (recreatief zwemmen, verenigingszwemmen, zwemmen voor mensen met beperking etc.) is juist specialisatie aan te bevelen. Dit kan door het aanbieden van specifieke activiteiten in een beperkt aantal voorzieningen of door een beperkt aantal voorzieningen optimaal in te richten voor specifieke doelgroepen. Van belang is wel dat de programmering stadsbreed inzichtelijk is voor klanten. - Tariefbeleid te voeren waardoor gebruikers door een gedifferentieerd tarief een financiële prikkel kunnen krijgen om meer te gaan bewegen en sporten. Een voorbeeld daarvan is het geven van korting aan 65-plussers.
- Toegankelijkheid van sportvoorzieningen te bevorderen voor mensen met beperking. Door de toegankelijkheid van voorzieningen in brede zin te stimuleren, zullen accommodaties beter bereikbaar en functioneel bruikbaar kunnen worden voor mensen met een beperking.
3.3 Instrumenten voor intensivering van gebruik
Het intensiveren van het gebruik van (sport)voorzieningen kan op verschillende manieren worden bevorderd door: - Multifunctionaliteit van voorzieningen te stimuleren. Onder multifunctioneel wordt verstaan: voorzieningen kennen naast de (sport) functie nog één of meer andere (sport) functies. Dat wil zeggen dat voorzieningen geschikt zijn voor top/prestatiesport, breedtesport en/of welzijns- of onderwijsactiviteiten of andere functies. Multifunctionaliteit kan van toepassing zijn op de infrastructuur (hardware), de organisatie (orgware) en de activiteiten (software). - Medegebruik van voorzieningen te stimuleren. Medegebruik betekent dat er naast de bestaande gebruikers ook andere gebruikers gebruik maken van de (sport)accommodatie voor bewegen en/of sporten. - Publiek-Private Samenwerking te stimuleren. Belangrijk is dat partnerschap tussen gemeente en private partijen vroegtijdig wordt verkend. Het kan gaan om samenwerking met betrekking tot het investeren in vastgoed of sportprogramma’s. Ook
30 Masterplan Sportcampus en Park de Twee heuvels, Gemeente Rotterdam/SO en S&C, december 2012
15
16
4 Ontwikkelrichting per type voorziening Per type sportvoorziening is een analyse gemaakt van de huidige situatie, zowel kwantitatief als kwalitatief. In dit hoofdstuk worden op basis van de analyse de belangrijkste uitdaging voor versterking en ontwikkeling van de voorzieningen beschreven. Een gedetailleerde beschrijving van de analyse per type voorziening is opgenomen in bijlage 3.
4.1 Buitensport
Rotterdam kent een divers palet aan buitensportvoorzieningen waarin vrijwel alle in Nederland beoefende sporten vertegenwoordigd zijn, zowel op topsport- als op breedtesportniveau. Wat betreft topsport heeft Rotterdam als enige stad van Nederland met Feyenoord, Sparta en Excelsior drie professionele voetbalclubs binnen de stadsgrenzen elk met een eigen stadion en trainingscomplex. Ook beschikt Rotterdam ten behoeve van de beoefening van topsport over een hockeystadion (HC Rotterdam), een honkbalstadion (Neptunus) en een tennisaccommodatie geschikt voor topsport (Victoria). Tevens wordt jaarlijks in Rotterdam het Concours Hippique International Officiel (CHIO) georganiseerd voor de hippische sporten. In 2012 is de Willem Alexander Roeibaan opgeleverd. Kwantiteit In aansluiting op de belangstelling voor de betreffende buitensporten beschikt Rotterdam op breedtesportniveau over een relatief groot aantal voetbalvelden en tennisbanen. Dit is te zien in onderstaand overzicht. Buitensportvoorzieningen in Rotterdam in 2012 Voetbalvelden Hockeyvelden Tennisbanen Atletiek Overig
Noord 85 Zuid 66 Totaal 151
19 3 22
124 43 167
2 54 1 34 3 88
Het huidige aanbod aan buitensportvoorzieningen, dat wil zeggen de aantallen velden en banen voor de breedtesport, voldoet in grote mate aan de huidige behoefte. Uitzondering hierop vormt de hockeysport. Door een tekort aan velden heeft de hockeysport in Rotterdam qua groei haar grenzen bereikt terwijl de belangstelling voor de sport groeit. In Rotterdam Zuid is in de huidige situatie een overschot aan tennisbanen waar te nemen31. Kwaliteit Met de investeringen in kunstgras is het kwaliteitsniveau van de velden voor de grootste sporten, voetbal en hockey, aanzienlijk toegenomen. Toch wordt ook nog altijd veel op natuurgras gevoetbald dat een lage bespeelcapaciteit kent. Van de circa 173 voetbal- en hockeyvelden bestaat grofweg 25% uit kunstgras32.
Met betrekking tot de kantines en kleedkamers, die veelal in eigendom zijn van verenigingen, kan in de toekomst renovatie of vervanging van de opstallen worden verwacht. Circa 80% van de tenniscomplexen in Rotterdam scoort op de categorie kwaliteit van het onderhoud van de banen ‘redelijk’ of lager. 7 van de 26 parken scoort zelfs het laagste kwaliteitsniveau. Op al deze complexen is de komende jaren extra onderhoud wenselijk33. De meeste tennisparken in de stad zijn geprivatiseerd. Buitensportvelden en -banen zijn over het algemeen aangelegd aan de randen van de stad, waarna de stad zich daar om heen heeft uitgebreid. Daardoor bevinden veel sportvelden zich weliswaar ’in de stad’ en binnen de spreidingsnorm van 2,5 km34 maar hebben ze vaak wel een afgelegen en ‘besloten’ karakter. Uitdagingen De uitdaging in het accommoderen van de toekomstige extra gebruikers ligt in de eerste plaats in het handhaven van de bestaande wedstrijd- en trainingscapaciteit. Het betreft hier nadrukkelijk het handhaven van de bestaande bespeelcapaciteit. Anders gezegd: er mag alleen een grasveld verdwijnen als er een kunstgrasveld (hogere bespeelcapaciteit) voor terugkomt. In de tweede plaats is het intensiveren van het gebruik van bestaande velden of banen én het medegebruik van kantines en kleedkamers noodzakelijk. Gezien het hoge aantal natuurgrasvelden in Rotterdam is de mogelijkheid aanwezig om deze velden om te zetten in kunstgrasvelden. Daarbij moet bekeken worden of intensiever gebruik plaats kan vinden binnen dezelfde tak van sport of dat de sportvoorziening geschikt kan worden gemaakt voor medegebruik en/of multifunctioneel gebruik. Multifunctioneel gebruik van velden stelt niet alleen eisen aan de sporttechnische eisen van kunstgrasvelden, maar ook aan sportbonden die meerdere sporten op één ondergrond moeten goedkeuren. In een sporthal is multifunctioneel gebruik van een sportvloer gebruikelijk, op sportvelden buiten komt dit nog weinig voor. Ook zullen sportbonden en verenigingen de cultuur waarbij iedereen op de meest populaire tijdstippen sport, moeten durven loslaten om het gebruik op een complex daadwerkelijk te kunnen intensiveren. Sportvoorzieningen moeten beter geschikt worden gemaakt voor het gebruik door ongeorganiseerde sporters. Ook dat vereist cultuuromslag bij sportclubs. Enkele simpele ingrepen kunnen al leiden tot een verhoogd gebruik door ongeorganiseerde sporters. Bijvoorbeeld door het toegankelijk maken van kleedkamers en douches met behulp van een pasjessysteem tegen vergoeding.
31 Berekening op basis van bezetting; afdeling Sportaccommodaties, S&C, 2013 32 Database sportvelden beheersysteem, S&C, 2013. 33 In 2010 is een schouw uitgevoerd van alle tenniscomplexen door SO en KNLTB in het kader van de Concept-Tennisvisie in 2010. Ook zijn interviews gehouden met clubbestuurders. 34 Spreidingsnorm Dijst, 1995; in Elzinga & Wong, 1996.
17
Buitensportvoorzieningen moeten onderdeel zijn van de wijk, sportieve routes en netwerken. De buitensportvoorziening kan op deze manier, als de capaciteit dat toelaat, intensiever gebruikt worden door andere sporters dan alleen de clubleden en/of de voorziening kan zich ontwikkelen als maatschappelijke voorziening met meerdere functies dan alleen sport. Op een aantal multifunctionele sportlocaties en pleinen in Rotterdam is een zogenaamde park- of pleinmanager actief met de opdracht om de verdiencapaciteit én de aantrekkelijkheid van de voorzieningen voor de wijk te verhogen. Parkmanagement zal in Rotterdam de komende periode ook op een aantal sportparken worden toegepast.
Multifunctioneel kunstgrasveld Maastricht WestSportpark West beschikt over het grootste multifunctionele kunstgrasveld van de Benelux: circa 160 x 85 meter, een kunstgrasvoetbalveld, 4 natuurgrasvoetbalvelden, 12 jeu de boulebanen, een beweegplein met de mogelijkheid voor basketbal, minivoetbal en handbal, een honk en softbalveld en een verharde rondbaan van 600 m die is voorzien van electronische tijdregistratie. Het multifunctionele kunstgras beschikt over 7 soorten belijningen waardoor 7 sporten in wedstrijdverband kunnen worden beoefend op het veld. De sport- en beweegfaciliteiten zijn eigendom van de gemeente Maastricht en iedereen kan gebruik maken van de accommodatie en de faciliteiten. Dat kan individueel, met vriendengroepen, in teamverband of verenigingsverband. Het park is de hele dag geopend, toegankelijk en goed bereikbaar. Er is professioneel beheer aanwezig op het park.
Aandachtspunt voor de toekomst is dat een aantal opstallen in eigendom van met name voetbalverenigingen gedateerd is, zo niet functioneel afgeschreven. Deze clubs beschikken zelf vaak niet over de middelen om opstallen te renoveren of te vernieuwen waardoor zij in de toekomst mogelijk een beroep doen op de gemeente. Aangezien ook de gemeentelijke financiën onder druk staan, zal tijdig moeten worden bezien op welke manier de verwachte vernieuwingsopgave kan worden aangepakt en wat de rol van de gemeente hierin kan zijn. De betaalbaarheid van de sportvoorziening voor de gebruiker is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
4.2 Binnensportvoorzieningen
Ook wat betreft binnensportvoorzieningen heeft Rotterdam zowel topsport- als breedtesportvoorzieningen. Het in 2010 opgeleverde Topsportcentrum Rotterdam biedt niet alleen wedstrijd- en trainingsaccommodatie op (inter)nationaal niveau voor de zaalsporten, maar is ook de thuisbasis voor de opleiding Sport en Bewegen van het Albeda College. Daarnaast biedt Ahoy mogelijkheden voor topsportwedstrijden, zoals het jaarlijks ABN-AMRO tennistoernooi, de jaarlijkse zaalkorfbalfinale en in de afgelopen 3 jaar: het WK Judo, WK Turnen en WK Tafeltennis. Typering binnensportvoorzieningen Binnen de gemeentelijke binnensportvoorzieningen voor de breedtesport is een onderscheid te maken in ‘formele’ en ‘informele’ voorzieningen. De formele binnensportvoorzieningen zijn wat betreft maatvoering en gebruiksmogelijkheden 18
te onderscheiden in een ‘gymzaal’, ‘sportzaal’ en ‘sporthal’. De informele voorzieningen zijn bijvoorbeeld recreatiezaaltjes in wijkgebouwen of buurthuizen en tal van ruimtes in niet gemeentelijke gebouwen. Zowel de formele als de informele binnensportvoorzieningen zijn belangrijk omdat juist groepen waar nog veel beweegwinst te behalen is, zoals ouderen en niet-westerse allochtonen, relatief veel gebruik maken van binnensportvoorzieningen. Een sportzaal heeft het formaat van twee gymzalen en leent zich voor de meeste sporten op trainingsniveau, mits er voldoende zaalhoogte is. Een sporthal heeft als basis de maatvoering van drie gymzalen aangevuld met een kantine, tribune en parkeerplaatsen. Veel reguliere balsporten kunnen op wedstrijdniveau alleen in een sporthal worden beoefend. Om het gebruik van de voorzieningen te intensiveren, worden in Rotterdam alleen gymzalen, sportzalen en sporthallen ontwikkeld als er voldoende onderwijsgebruik overdag is. Topsportcentrum Rotterdam Het Topsportcentrum Rotterdam is een unieke indooraccommodatie voor topsport, breedtesport, onderwijs, entertainment en zakelijke ontmoetingen. Sinds de opening in 2000 vinden jaarlijks tienduizenden mensen hun weg naar Topsportcentrum Rotterdam om er grote (inter)nationale topsportevenementen en –wedstrijden bij te wonen. Diverse topsportverenigingen en sportbonden gebruiken het centrum als vaste locatie voor hun thuiswedstrijden en/of trainingen. Daarnaast is Topsportcentrum Rotterdam een Regionaal Talentencentrum voor de zaalvoetbal-, volleybal-, handbalen basketbal jeugd van respectievelijk de KNVB, NeVoBo, NHV en Rotterdamse topsportbasketbalclubs. Topsportcentrum Rotterdam is ook een populaire locatie voor breedtesportactiviteiten, bedrijfssport en sportonderwijs. Daarnaast gebruiken bedrijven en organisaties het centrum graag als sportief decor voor beurzen, congressen, vergaderingen, netwerkbijeenkomsten, recepties en exposities. In 2009 en 2010 is Topsportcentrum Rotterdam verbouwd, gemoderniseerd en uitgebreid met zeven verdiepingen nieuwbouw. Met twee extra sporthallen, een dojo/danszaal, twee grote vergaderzalen en extra horecaruimte zijn de mogelijkheden in het centrum aanzienlijk verruimd. Op de bovenste verdieping van Topsportcentrum Rotterdam bevinden zich zeven leslokalen, modern uitgeruste studieruimten en een inpandig schoolplein. Dit is de thuisbasis van de mbo-opleiding Sport en Bewegen van het Albeda College. Andere vaste bewoners zijn de Stichting Rotterdam Topsport, de Feyenoord FanShop en Fysiotherapie Spanjersberg. Het Topsportcentrum is gesticht en verbouwd met behulp van een gemeentelijke investering maar wordt geëxploiteerd door de Exploitatie Topsportcentrum BV. Met een beperkte jaarlijkse subsidiebijdrage wordt het realiseren van een aantal beleidsmatige doelstellingen van de gemeente Rotterdam bevorderd, namelijk: de prioriteitstelling in verhuur aan topsport, een beperking van de commerciële activiteiten ten gunste van maatschappelijke activiteiten, het huisvesten van specifieke doelgroepen in het sportbeleid en het realiseren van een structureel aanbod van stages.
Sporthallen en -zalen Er zijn in Rotterdam 25 sporthallen- en zalen met enige vorm van gemeentelijke bemoeienis. Onderstaande tabel geeft een beeld hiervan. De zalen zijn redelijk verspreid over de stad. Er bestaan kwaliteitsverschillen tussen de hallen en zalen. De meeste sporthallen en sportzalen in Rotterdam stammen uit de jaren ’70 en passen qua uitstraling en kwaliteitsniveau niet meer bij de wens van de moderne Rotterdammer. In 2014 zal een centraal tariefbeleid voor verhuur van de gemeentelijke sporthallen, -zalen en gymzalen worden ontwikkeld35. Sporthallen/Zalen in 2013 Aantal/locaties S&C sporthal/zaal 13 S&C wijkgebouw + sporthal/zaal 4 S&C zwembad + sporthal/zaal 3 SFN zwembad + sporthal/zaal 2 Gesubsidieerd (topsporthal) 1 Onderwijsinstelling S&C buitenschools 2 Totaal: 25 Bron: S&C, notitie kerntaken, 2011 plus actualisatie door S&C in 2013.
Gymzalen Rotterdam beschikt over 255 goed over de stad verspreide gymzalen. Deze gymzalen worden beheerd door de gemeente en de schoolbesturen. De kwaliteit van de gymzalen is verschillend; circa 80 gymzalen zijn de afgelopen 10 jaar gemoderniseerd en kennen een ruimere maatvoering waardoor ze beter geschikt zijn voor flexibel naschools gebruik. Kwantiteit: tekort In de huidige situatie bestaat een tekort van drie sporthallen: twee in Noord en één in Zuid36 37. Het grootste tekort doet zich voor rond de dichtbebouwde wijken in Charlois: Tarwewijk en Carnisse. Het beleid in Rotterdam is dat er alleen een sporthal kan worden gesloten als er elders een sporthal voor terugkomt. Er bestaan diverse plannen in diverse stadia voor vervanging van sporthallen (zie bijlage 4). Het programma Lekker Fit!38 bestaat onder meer uit een derde gymuur tijdens schooltijd en uit naschoolse beweegactiviteiten. Om het programma Lekker Fit! te kunnen accommoderen, is in 2010 een behoefte aan vier nieuwe gymzalen vastgesteld39. De gemeenteraad heeft inmiddels besloten om te investeren in de bouw van extra gymzalen. Uitdagingen De verwachte stijging in sportparticipatie heeft een toenemende behoefte aan overdekte sportvoorzieningen tot gevolg. Het één op één doorvertalen van de verwachte behoefte naar rato van het aantal overdekte sportaccommodaties leidt tot een forse uitbreidingsbehoefte. De belangrijkste uitdaging om de groei op te vangen is ten eerste handhaving van de bestaande capaciteit en realisatie van de al geplande uitbreiding. Ten tweede is noodzakelijk dat de
bestaande binnensportruimten intensiever en efficiënter worden gebruikt, daar waar de capaciteit dat toelaat. Kleine beweeggroepen hebben bijvoorbeeld geen sporthal nodig, hetzelfde geldt voor sporten die geen balhoogte vereisen. Hier zal door de gemeente sterker op worden gestuurd. De gemeente is in 2013 gestart met het inrichten van een centraal digitaal verhuursysteem voor sportvoorzieningen, gemeentelijk en niet-gemeentelijk, zodat een potentiële gebruiker gemakkelijk via internet kan huren. Dit sluit beter aan bij de wijze waarop het tegenwoordig mogelijk is om activiteiten in de vrije tijd te boeken. In een pilotproject wordt de verhuur van gemeentelijke binnensportaccommodaties als eerste bij de kop gepakt. De gemeente zal de komende periode het gebruik van informele sportruimten sterker stimuleren om aan de verwachte ruimtebehoefte te voldoen. Denk aan de potentie van leegstaande loodsen, fabriekshallen, recreatiezalen van maatschappelijke instellingen etc. Dit niet alledaagse gebruik van locaties heeft aantrekkingskracht op bepaalde hoogopgeleide groepen en past bij de trend van het zoeken van belevenissen en avontuur in de vrije tijd. Een ander potentieel ligt bij een intensiever gebruik van gymzalen. De meerderheid van de gymzalen wordt nog niet verhuurd na schooltijd. Als deze gymzalen kunnen worden gemoderniseerd qua maatvoering, inrichting en entree kan het naschools gebruik worden geoptimaliseerd. De genoemde voorzieningen bieden kansen om zowel georganiseerd als ongeorganiseerd buurt- en onderwijsgebruik te faciliteren. Tenslotte is van belang dat de behoefte aan gymonderwijs en overig sport en beweeggebruik zowel stedelijk als in de gebieden beter op elkaar wordt afgestemd. Blijvend sturen op multifunctionele gebruik zal leiden tot ruimtelijke, maatschappelijke en financiële winst. Buurtsporthal Parkloods Antwerpen Inwoners uit Antwerpen Noord kregen najaar 2011 een volwaardige sporthal naast hun deur. Zij kunnen voortaan sporten in een historisch gebouw met alle hedendaags comfort. Antwerpen heeft vijf van deze buurtsporthallen waar wijkbewoners voorrang krijgen boven georganiseerde sport. In de voormalige treinloods werden jarenlang talloze locomotieven onderhouden. De prachtige loods stond al een hele tijd leeg. Het plan groeide om de Parkloods een nieuwe bestemming te geven en het gebouw op een waardevolle manier te renoveren. Het is en blijft een baken in het park en refereert aan het spoorwegverleden van het terrein. De historisch waardevolle Parkloods werd omgebouwd tot een multifunctionele evenementenhal, kantoren voor logistieke ondersteuning, een horecazaak, een buurtsporthal en een nieuwbouwsporthal. Voor de aanleg van het project kon de stad rekenen op subsidies van het Federaal Grootstedenbeleid en het Europees Doelstelling II programma in cofinanciering met de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen.
35 Tot 20 maart 2014, de datum waarop het deelgemeentestelsel formeel ophoudt te bestaan, zijn de deelgemeenten formeel verantwoordelijk voor het tariefbeleid en verschillen de tarieven per deelgemeente. 36 Vijf scenario’s voor halsport in Rotterdam, Kenniscentrum Recreatie, De Jong, 2009. 37 Opgemerkt wordt dat in de behoefteberekening nog geen rekening is gehouden met het nieuwe regeerakkoord Bruggen Slaan d.d. oktober 2012 waarin het kabinet aangeeft meer gymlesuren (een derde lesuur) in het primair onderderwijs na te streven. 38 Voor meer informatie zie: www.rotterdamlekkerfit.nl 39 De behoefte is in 2010 bepaald door S&C en J&O voor het programma Lekker Fit! dat in samenwerking tussen S&C, J&O en GGD en partners wordt uitgevoerd met als hoofddoel overgewicht te bestrijden.
19
4.3 Zwembaden
Zwemmen is een laagdrempelige vorm van bewegen die vooral populair is bij de jeugd en bij doelgroepen die nu nog weinig bewegen 40. De Rotterdamse zwembaden worden volop gebruikt voor vrijzwemmen 41, leszwemmen 42, doelgroepzwemmen en verenigingszwemmen 43. Kwantiteit Er zijn in 2013 dertien overdekte zwembaden in Rotterdam zoals onderstaande figuur laat zien. Van deze zwembaden worden er negen door de gemeente en vier door Stichting Sportfondsen geëxploiteerd. Hoewel ook steeds meer commerciële fitness ondernemers een zwembad realiseren, zijn zij vanwege de hoge kosten niet in staat een 25-meter-bad te exploiteren. Hierdoor blijven de gemeentelijke zwembaden belangrijk in de totale vraag naar zwemwater. Rotterdam beschikt niet over een 50-meter bad. Kwaliteit De kwaliteit van de dertien zwembaden verschilt. Er zijn plannen om het Afrikaanderbad, het zwembad Charlois, het Alexanderbad en zwembad Overschie te vervangen. Alle gemeentelijke baden worden de komende periode tot 2021, in het kader van het project de Rotterdamse Groene Gebouwen, onderhouden en verduurzaamd. De gemeente draagt met dit project bij aan de doelstellingen van het publiek-private samenwerkingsverband Rotterdam Climate Initiative (RCI). Dergelijke doelstellingen worden ook belangrijk gevonden door zogenaamde kansrijke groepen. Het voor een extra impuls betekenen in de mate waarin zij Rotterdam aantrekkelijk vinden als woonstad. Banenzwemmen Net zoals de landelijke trend laat ook de ontwikkeling van het gebruik van gemeentelijke zwembaden voor vrijzwemmen in Rotterdam een licht dalende lijn zien onder alle leeftijdsgroepen. Binnen het vrijzwemmen is vooral het banenzwemmen populair.
Uitbreiding op Zuid Opgemerkt wordt dat er een verschil is in vraag en aanbod tussen Rotterdam Noord en Zuid. Uitbreiding van leszwemmen is in Rotterdam Noord nauwelijks mogelijk maar voor het opvangen van de behoefte aan vrijzwemmen is er nog ruimte. Het opvangen van het tekort aan ruimte voor leszwemmen en het accommoderen van de toekomstige vraag van nieuwe sporters is in Rotterdam Zuid zeer beperkt mogelijk. Om de verwachte sportdeelname daar te kunnen accommoderen, is uitbreiding van capaciteit wenselijk. Wedstrijdzwemmen Zwemverenigingen in Rotterdam missen de mogelijkheid om in Rotterdam te trainen voor langebaanwedstrijden (50 meter) omdat er geen 50-meter bad is. Ook langebaanwedstrijden en (inter)nationale toernooien kunnen om die reden niet in Rotterdam plaatsvinden. De spreiding van de zwembaden is volgens de normering 46 goed te noemen. Deze past bij de maximale reistijden die mensen af willen leggen naar een zwembad.
Noord m2 binnen
Zuid
Zwembad Alexander Zwembad Overschie Sportcentrum Schuttersveld Sportcentrum West Sportcentrum de Wilgenring Recreatiecentrum Zevenkampse Ring* Oostelijk Zwembad* Recreatiecentrum Oostervant* Sportfondsen Rotterdam Noord* Totaal m2 44
Zwembad Afrikaanderplein Zwembad Charlois Zwembad Hoogvliet Zwembad IJsselmonde
381 260 406 385 675 350 550 383 430 3820
* geëxploiteerd door Sportfondsen Nederland
40 Vrije tijds onderzoek (VTO), COS 2011. 41 Recreatief zwemmen en banenzwemmen 42 Schoolzwemmen gefaciliteerd door de gemeente en commercieel aanbod 43 Wedstrijdzwemmen en trainen 44 Bron: Masterplan Zwembaden uit 2007. 45 0,01 m² zwemwater per hoofd van de bevolking (planologische kengetallen)
20
Tekort leszwemmen In de huidige situatie is er sprake van voldoende zwemwater per inwoner volgens de gehanteerde norm 45 uit het Masterplan Zwembaden. Het hanteren van deze norm leidt in praktijk tot beperkingen. Kijkend naar vraag en aanbod verhouding van de verschillende vormen van zwemmen is er feitelijk sprake van een tekort in de huidige situatie. Dit tekort wordt veroorzaakt door de vraag naar leszwemmen, zowel schoolzwemmen als particulier. Alle zwembadcapaciteit in Rotterdam is nodig voor de benodigde lescapaciteit. Er zijn op dit moment wachtlijsten voor particuliere zwemlessen. Voor het schoolzwemmen wordt uitgeweken naar zwembaden in buurgemeenten. Voor vrijzwemmen is er binnen de huidige capaciteit nog ruimte.
m2 binnen 424 903 394 525
2246
Sportcentrum de Wilgenring Sportcentrum de Wilgenring heeft een sporthal, squashbanen, een zwembad (wedstrijd, instructie en recreatie) en enkele kleinere te verhuren ruimtes. De Wilgenring zoekt naar maatschappelijke en financiële samenwerkingsverbanden om intensiever en multifunctioneel gebruik te vergroten. Een voorbeeld is de samenwerking die met Speedo Nederland is aangegaan. Een aantal artikelen van dit grote sportmerk wordt te koop aangeboden in Sportcentrum de Wilgenring. Een ander voorbeeld is dat een zwemvereniging een wand heeft gepacht van het zwembad en deze mag vullen met reclameborden van derden. Dit zorgt voor zowel opbrengsten voor vereniging als zwembad én voor een versterking van de relatie tussen zwembad en vereniging.
Uitdagingen Beter Inzicht in programmering en capaciteit Op basis van de verwachte autonome stijging van de sportparticipatie en gelet op de populariteit van het zwemmen, wordt een groei verwacht in de zwemsport de komende jaren met name wat betreft het banenzwemmen. Aangezien de benodigde capaciteit van zwembaden in Rotterdam vooral wordt bepaald door leszwemmen dat tijdens de zogenaamde ‘dal’uren plaatsvindt, is er in de overige uren ruimte om een groei op te vangen. In de zwembaden waar vrije ruimte beschikbaar is, kan deze capaciteit op dit moment onvoldoende worden benut. De zwembaden kennen geen centraal digitaal systeem dat inzicht biedt in de actuele programmering en de beschikbare vrije ruimte. Dit maakt het voor klanten lastig om ruimte te huren of inzicht te krijgen in het recente activiteitenaanbod. De tijdstippen waarop verschillende vormen van zwemmen zijn geprogrammeerd, verschillen bovendien per zwembad. Gezien het gemeentelijk capaciteits knelpunt voor leszwemmen, is het van belang dat ook particuliere aanbieders van leszwemmen stedelijk in beeld worden gebracht. Modernisering De zwembaden komen nog onvoldoende tegemoet aan de wensen van de moderne gebruiker. Het inspelen op nieuwe ontwikkelingen is noodzakelijk om het gebruik te kunnen intensiveren. Denk onder andere aan de realisatie van wifi in de zwembaden of aan ledverlichting zodat de ongeorganiseerde sporter een persoonlijke training kan volgen via mijnzwemcoach.nl, ouders tijdens de zwemles van hun kinderen nog even hun email kunnen afhandelen en dergelijke. Een meer gedifferentieerd aanbod aan activiteiten voor verschillende doelgroepen zal de vraag vergroten. Om te kunnen sturen op intensivering van gebruik is een beter inzicht in de wensen/ behoeften van potentiele klanten essentieel. Daarbij is het gewenst om aandacht te hebben voor de verschillende vormen van zwembezoek als specifiek gebruik door doelgroepen.
Om aan de verwachte vraag aan banenzwemmen te kunnen voldoen, wordt aanbevolen om daar waar het niet ten koste gaat van leszwemmen, in de zwembaden de gehele dag banenzwemmen aan te bieden op twee banen met wedstrijdbelijning. Positionering zwembaden De notitie ‘toekomstige positionering Rotterdamse zwembaden’ (gemeente Rotterdam, S&C, 2012) is een vervolg op het Masterplan Zwembaden47 en bevat voorstellen om tot een meer eenduidige situatie te komen in de bestuurlijke positionering, het eigendom en de exploitatievorm van alle openbare zwembaden. Dat is noodzakelijk om het gebruik van de zwembaden te kunnen intensiveren. De gemeente, clubs en Stichting Sportfondsen Nederland gaan nauwer samenwerken om de aantrekkelijkheid van de zwembaden voor de gebruikers te verbeteren. Zwembaden zullen zich meer gaan profileren. Het inrichten van een specifiek verenigingsbad in Rotterdam zal worden onderzocht. Norm In het Masterplan zwembaden wordt uitgegaan van een behoeftenorm van 0,01 m2 zwemwater per inwoner. De norm houdt geen rekening met de behoefte aan specifieke zwemvormen. Verdieping van het normenkader verdient aandacht zodat per zwembad beter inzicht wordt verkregen in de werkelijke behoeften van klanten/doelgroepen en er beter kan worden gestuurd op intensivering van gebruik. Ambitie: 50-m-bad Met de bouw van een 50-meterbad in Rotterdam Zuid kan enerzijds de verwachte behoefte aan regulier en leszwemmen op Zuid worden opgevangen. Anderzijds biedt een 50-m bad aan verenigingszwemmers en talenten mogelijkheden voor trainen en wedstrijdzwemmen op de langebaan. De bouw van een 50-m bad ter vervanging van een 25-m bad op Zuid is wenselijk omdat dan de capaciteit op Zuid toeneemt. Ook geeft nieuwbouw een positieve impuls aan Rotterdam als aantrekkelijke woon- en sportstad.
4.5 Openbare ruimte
Openbare sportvoorzieningen in de buitenruimte zijn onder te verdelen in formele en informele voorzieningen. Formele voorzieningen Formele sportvoorzieningen zijn voorzieningen die zijn aangelegd met het doel om laagdrempelig sporten voor iedereen in de buurt mogelijk te maken. Voorbeelden zijn trapveldjes, Cruijff Courts, Krajicek Playgrounds, basketbalveldjes of fitnesstoestellen. Kwantiteit Door de gemeente Rotterdam zijn de afgelopen jaren vele sportvoorzieningen in de wijken gefinancierd en gerealiseerd. In totaal zijn er sinds 2005 circa 80 trapveldjes, voornamelijk
46 De gemiddelde reistijd die men over heeft om voor sporttechnische doeleinden en zweminstructie een zwembad te bereiken is circa 10 tot 20 minuten. Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat de maximale reistijd die mensen voor een recreatieactiviteit af willen leggen ca 40% van de totale verblijfstijd is (Dijst, 1995; in Elzinga & Wong, 1996). Voor zwemmen gaat het veelal om een verblijfstijd van ca 1 uur. Dit betekent een maximale reisafstand van 24 minuten heen en terug. In de Rotterdamse spreidingsplannen zwembaden wordt dan ook een verzorgingsgebied van maximaal 2,5 km hemelsbreed per zwembad gehanteerd. 47 Masterplan zwembaden, gemeente Rotterdam. S&C, 2007
21
kunstgrasveldjes, Krajicek Playgrounds en Cruijff Courts aangelegd. De aanleg van de openbare sportvoorzieningen is in veel gevallen gelijk op gegaan met realisatie van programmering en beheer. Dit heeft het gebruik van deze voorzieningen versterkt. De spreiding van de formele sportvoorzieningen is redelijk evenwichtig verdeeld over de deelgemeenten. In 2010 is de Stedenbouwkundige Visie ‘Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam 48’ ontwikkeld. Eén van de bouwstenen is de Rotterdamse norm voor buitenspeelruimte 49 waarmee in plannen voldoende ruimte voor sport en spel dichtbij huis kan worden gerealiseerd. Kwaliteit De kwaliteit van de voorzieningen is in het algemeen goed. Formele openbare sportvoorzieningen worden vooral gebruikt in de leeftijdsgroep tot 25 jaar. Vanaf de leeftijd van 25 jaar is het gebruik van formele openbare sportvoorzieningen minimaal te noemen. Uitdaging Voor openbare formele sportvoorzieningen ligt de uitdaging vooral in het intensiveren van gebruik. Hoe kunnen andere doelgroepen dan jongens meer gebruik maken van de openbare sportvoorziening en hoe kan er meer van de openbare formele sportvoorziening gebruik worden gemaakt op tijdstippen dat de voorziening nauwelijks wordt benut? Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat er meer wordt samengewerkt tussen de verschillende sectoren (zorg, welzijn, onderwijs en sport) op gebieds- en op stedelijk niveau. Informele sportvoorzieningen Informele sportvoorzieningen betreft openbare ruimte die gebruikt wordt voor sport, maar hier niet specifiek voor is aangelegd. Voorbeelden zijn parken, wandel- en fietsroutes, singels en plassen en de openbare weg. Het gaat vooral om routegebonden vormen van sport en sportieve recreatie, zoals wandelen, fietsen, hardlopen of skaten. Voordeel van deze vorm van sport en bewegen is dat deze gratis is, individueel kan worden beoefend, op het eigen niveau en dat het kan worden beoefend wanneer je maar wilt. De beschikbaarheid en hoogwaardige kwaliteit van informele sportvoorzieningen sluit aan op de leefstijl van groepen Rotterdammers die de waarde ‘individualiteit’ waarderen. Hardlopen en urban sports Het gebruik van de informele openbare ruimte voor sport is groot en is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Urban sports zoals inline skaten, bmx, freerunning, bootcamp en evenementen zoals ‘urbanathlon’ winnen aan populariteit. Ongeorganiseerd sporten in de vorm van hardlopen/joggen/ trimmen is de grootste ‘stijger’ in sportparticipatie van alle sporten in Rotterdam. Parken Rotterdam heeft een vrij omvangrijke ruimtelijke structuur met de aanwezigheid van veel water en groen en een tweetal zeer grote stadsparken: het Kralingse Bos en het Zuiderpark. Deze grote stadsparken bestaan uit circa 200 ha, waarvan circa
de helft te gebruiken is voor sport in de openbare ruimte. Dit betekent dat er een goede potentie is om de routegebonden sporten in de informele openbare ruimte te faciliteren. Hier heeft de gemeente de afgelopen jaren al veel werk van gemaakt. De belangrijkste parken in de stad zijn opgeknapt, zoals het Zuiderpark, het Roel Langerakpark en het Kralingse Bos. Vooral het Zuiderpark en Roel Langerakpark waren voorheen sociaal onveilige parken die zeer slecht werden gebruikt. Ook heeft de gemeente een consequent fietsbeleid gevoerd: overal in de stad zijn fietspaden in asfalt aangelegd, al dan niet vrijliggend. Deze fietspaden zijn in de eerste plaats aangelegd voor functioneel fietsverkeer. Fietsen, hardlopen en skaten worden uitsluitend (skaten) of bij voorkeur (hardlopen, fietsen) op asfalt beoefend.
Sportplaza Zuiderpark In het grote stadspark van Rotterdam-Zuid, het Zuiderpark, is een grote multifunctionele openbare sportvoorziening gerealiseerd: sportplaza Zuiderpark. De sportplaza biedt een diversiteit aan sportvoorzieningen voor jongeren en volwassenen, zoals een skateplaza, tennisveldjes, klimmogelijkheden (boulderen), padel (een combinatie tussen squash en tennis) en outdoor fitnessvoorzieningen. Thuis op Straat leent sportmaterialen uit en houdt een oogje in het zeil. De skateplaza is geïntegreerd in het park zodat deze niet alleen door skaters wordt gebruikt, maar ook als tribune tijdens evenementen kan worden benut. De diversiteit in gebruik en gebruikers moedigt aan tot sporten, het uitproberen van nieuwe sporten en het ontmoeten van mensen.
Uitdagingen Om de verwachte groei in sport- en beweegdeelname in de openbare ruimte te kunnen faciliteren, zullen waar mogelijk fiets- en wandelpaden langs water en groen worden uitgebreid en/of geoptimaliseerd. Belangrijk is dat de paden beter geschikt worden voor sportief medegebruik en dat de routes op elkaar worden aangesloten. De routes zijn voor sporters belangrijk vanwege de hoge belevingswaarde en de afscherming van het autoverkeer. De ruimtelijke richtlijnen en routes voor sportief medegebruik zullen worden verankerd in het handboek openbare ruimte Rotterdamse Stijl50. Door middel van bewegwijzering en promotie zullen routes beter bekend worden gemaakt. Wandelen is een laagdrempelige vorm van bewegen. Mensen kunnen dit vanuit de eigen woning beoefenen: een ‘ommetje’ maken. Van belang is dat de kwaliteit van trottoirs en voetpaden goed is. Het wandelroutenetwerk zal de komende jaren verder worden ontwikkeld om het wandelen te stimuleren. Waar nodig zal geïnvesteerd moeten worden in kwaliteitsverbetering. Specifiek worden de schoolpleinen genoemd plus de voorzieningen die in eigendom zijn van andere organisaties zoals speeltuinverenigingen. Ook deze voorzieningen bieden de po-
47 Masterplan zwembaden, gemeente Rotterdam. S&C, 2007 48 Gemeente Rotterdam, Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam, Stedenbouwkundige Visie, 2010 49 Gemeente Rotterdam, Sport en Recreatie, Eindrapportage Rotterdamse norm voor buitenspeelruimte, 2008
22
tentie voor sportief medegebruik. Deze voorzieningen zijn lang niet altijd toegankelijk voor de buurt doordat deze letterlijk zijn afgesloten van de buurt door een hek met een slot. In buurten met weinig openbare ruimte dienen afspraken te worden gemaakt tussen verschillende partijen over bredere openstelling van de voorzieningen en de consequenties daarvan. Schoolpleinen, overige pleinen en parken bieden goede mogelijkheden voor sport en spel. Vooral grasweiden lenen zich hier goed voor. Om het medegebruik voor sport en bewegen te stimuleren zal er in een aantal parken bijvoorbeeld materialen uitleen worden gefaciliteerd. Gestimuleerd wordt dat sportaanbieders, vaker dan nu, sportactiviteiten organiseren op pleinen of in parken. Medegebruik van de voorzieningen door de onderwijs- en welzijnssector zal worden gestimuleerd.
50 Gemeente Rotterdam, Handboek openbare ruimte Rotterdamse Stijl, 2011.
23
24
5. Algemene conclusies en aanbevelingen Steeds vaker wordt sport en bewegen gebruikt als middel om andere doelen te bereiken zoals het verbeteren van de veiligheid, werkgelegenheid e.d. Met name het verbeteren van de gezondheid van de Rotterdammer is een belangrijke opgave waar sport en bewegen een bijdrage aan kan leveren.
toename in gebruikers -bij het behalen van de ambitie- naar verwachting ongeveer 20% is55 56. Bij zwembaden ligt dit cijfer iets hoger (24%). De druk op de gemeentelijk voorzieningen zal de komende jaren aanzienlijk toenemen in heel Rotterdam zelfs als de ambitie minder snel wordt gerealiseerd dan verwacht.
5.1 Huidige capaciteit: krap evenwicht
Openbare ruimte belangrijker De grootste stijging in gebruikers wordt voorzien in de informele openbare ruimte. Dat wil zeggen dat er de komende jaren veel meer Rotterdammers gebruik zullen maken van de fiets- en wandelpaden, parken, pleinen e.d. om te sporten en te bewegen. In Rotterdam is hardlopen/joggen/trimmen het snelst gestegen de afgelopen jaren. Urban sports winnen aan populariteit.
Rotterdam beschikt over een breed palet aan sportvoorzieningen: van informele openbare ruimte tot topsportaccommodaties. En daar is de stad trots op! De afgelopen periode is er veel geïnvesteerd in sportvoorzieningen ten behoeve van met name jeugd, bijvoorbeeld kunstgrasveldjes, verenigingssportaccommodaties, zoals de uitvoering van de Voetbal Visie Vitaal 2010 en topsportvoorzieningen bijvoorbeeld het vernieuwde Topsportcentrum Rotterdam en de internationale WillemAlexander roeibaan. Ook is én wordt fors geïnvesteerd in ondersteuning van de organisatie van breedtesport- en topsportverenigingen via de inzet van de gemeente en de stichtingen Rotterdam Sportsupport en Rotterdam Topsport. De huidige capaciteit aan sportvoorzieningen is momenteel net in evenwicht om de huidige sportbehoefte van de Rotterdammer op te kunnen vangen. Op onderdelen bestaan zelfs tekorten, bijvoorbeeld als het gaat om binnensportvoorzieningen. De spreiding van de verschillende typen sportvoorzieningen in Rotterdam is goed te noemen51. De kwaliteit van het voorzieningenniveau is belangrijk voor de waardering van Rotterdam als aantrekkelijke woonstad.
5.2 Druk op voorzieningen neemt toe
Uit onderzoek blijkt dat de autonome ontwikkeling in de sportdeelname in Rotterdam toeneemt en hiermee neemt ook de druk op voorzieningen toe. Als de ambitie van 70%52 sportparticiaptie in de toekomst wordt gehaald, dan betekent dat voor Rotterdam als geheel dat er de komende jaren ruim 75.000 nieuwe sporters bijkomen; ruim 30.000 op Zuid en bijna 42.000 op Noord en circa 3.000 in overig Rotterdam53. Procentueel gezien is de groei in gebruikers naar verwachting het grootst in Rotterdam Zuid. Geconcludeerd wordt dat voor alle type sportvoorzieningen54 (buitensport, binnensport, openbare ruimte en zwembaden) de
Sterke stijging sportdeelname kinderen en ouderen De mogelijke procentuele stijging van het aantal sporters is het grootst bij de oudste leeftijdsgroep (65 plus) en de jongste leeftijdsgroep (6-12 jaar) 57. De jongste leeftijdsgroep maakt vooral veel gebruik van binnen- en buitensportvoorzieningen. De oudste leeftijdsgroep vooral van openbare ruimte en fitnessvoorzieningen. De verwachting is dat het aandeel verenigingssporters stabiel blijft rond 30% van de bevolking. De meerderheid van deze sporters zijn buitensporters.
5.3 Uitgangspunten essentieel voor toekomstbestendige beslissingen
Door de forse bezuinigingen en schaarste aan ruimte is het nemen van toekomstbestendige beslissingen als het gaat om renovatie, sluiting of nieuwbouw van voorzieningen noodzakelijk. Als hulpmiddel bij het nemen van beslissingen zijn strategische uitgangspunten bepaald. Deze uitgangspunten zijn afgeleid van de ambitie van de gemeente om: - sport als ‘doel’ en als ‘middel’ in te zetten58; - talentontwikkeling te stimuleren door breedtesport, topsport en onderwijs met elkaar te verbinden; - de aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad te behouden en te vergroten; hierbij staat vraaggerichte optimalisatie van gebruik van voorzieningen centraal.
51 Onderzoek sportdeelname ruimtelijk vertaald, Mulierinistituut, 2012. 52 De ambitie is opgenomen in de Rotterdamse Sportnota 2016 en is afgeleid van de landelijke ambitie: 75% sportdeelname in 2016 (Nationale Sportagenda 2016, NOC*NSF) 53 Rotterdam-Zuid betreft hier Hoogvliet, Pernis, Charlois, IJsselmonde en Feijenoord. In 2011 heeft Zuid 232.820 inwoners van het totaal van 610.410 in heel Rotterdam (bron: Cos, bevolkingsprognose 2012 ). Zie voor indeling Noord, Zuid en overig: bijlage 2. 54 Zie de indeling in type sportvoorzieningen in bijlage 2. 55 Onderzoek sportdeelname ruimtelijk vertaald, Mulierinistituut, 2012. 56 Opgemerkt wordt dat de berekening van Mulier instituut in het genoemd rapport een ‘voorzichtige’ berekening is: er is gerekend met 1 voorziening per sporter. Bovendien gaat de gehanteerde RSO definitie van sportparticipatie uit van 1 keer per maand sporten wat in feite een ‘minimum’norm is. 57 Onderzoek sportdeelname ruimtelijk vertaald, Mulierinstituut, 2012. 58 Sportnota 2016, gemeente Rotterdam, S&C, 2009
25
De uitgangspunten worden hierna in 5.8 nog eens beschreven. De uitgangspunten zijn richtinggevend voor de verdere ontwikkeling en versterking van de sportvoorzieningen. Uitdaging: handhaven en intensiever gebruik Om de verwachte behoefte aan gemeentelijke voorzieningen te kunnen faciliteren, wordt de oplossing in de toekomst vooral gezocht in: 1) het handhaven van de huidige bespeelcapaciteit voor breedtesport en topsport; 2) het intensiever gebruiken van de bestaande (sport)voorzieningen waar mogelijk; 3) investeren in uitbreiding of nieuwbouw van voorzieningen waar dat noodzakelijk is en passend binnen de geldende financiële kaders; 4) het vraaggericht aanpassen van het service- en kwaliteitsniveau van voorzieningen. Per type voorziening zijn in het algemeen kansen aanwezig om de beschikbare ruimte intensiever te gebruiken door nieuwe sporters uit dezelfde tak van sport en/of andere doelgroepen. Door medegebruik, multifunctionaliteit en samenwerking met private partijen, maatschappelijke organisaties en sportbonden te stimuleren, kunnen voorzieningen een bredere maatschappelijke functie voor de wijk vervullen.
5.4 Intensivering gebruik voorzieningen
Om de beschikbare zwemwatercapaciteit beter te benutten zullen de zwembaden zich beter moeten positioneren. Het aanbieden van specifieke vormen van zwemmen en/of doelgroepactiviteiten zal beter moeten aansluiten op de wensen van de potentiële klanten. Gemeente, clubs, bond en St. Sportfondsen zullen samenwerken om programmering van baden en de positionering te verbeteren. Om de verwachte groei in sport- en beweegdeelname in de openbare ruimte te kunnen faciliteren, is het wenselijk om fiets- en wandelpaden langs water en groen uit te breiden en/ of te optimaliseren zodat deze voor overig sportief medegebruik (hardlopen, skaten e.d.) geschikt zijn. Deze routes zijn voor sporters belangrijk, vanwege de hoge belevingswaarde en de afscherming van autoverkeer. Door middel van bewegwijzering en promotie zullen de routes beter bekend worden gemaakt. Het stimuleren van medegebruik van overige voorzieningen in de openbare ruimte zoals pleinen, binnenruimten, parken etc. biedt tevens volop kansen. Zowel buiten- als binnensportvoorzieningen kunnen intensiever worden gebruikt door de niet-georganiseerde sporter. Veelal zijn daarvoor geen of enkele fysieke aanpassingen nodig. Het stimuleren van medegebruik en multifunctioneel gebruik van complexen door verenigingen zal de komende tijd de aandacht vragen. Dit zal in een aantal gevallen leiden tot het durven loslaten van bestaande gewoonten. Voor de reguliere wedstrijd- en trainingsbehoefte van de breedtesport zullen voorzieningen op orde moeten zijn waarbij, mede gezien de hoge kosten, ook kritisch gekeken zal moeten worden naar de noodzaak om aan alle eisen te voldoen. In samenwerking met partners, waaronder sportbonden en NOC*NSF, zal steeds worden bezien op welke manier het maatschappelijk en 26
financieel rendement van voorzieningen kan worden vergroot. Onderhoud en betaalbaarheid voorzieningen voor verenigingen is aandachtspunt Geconstateerd wordt dat een aantal sportverenigingen kampt met een verslechterde financiële situatie. Contributieverhoging is niet altijd mogelijk met het oog op de betaalbaarheid van de sportvoorziening voor de gebruiker. De staat van onderhoud van een aantal voorzieningen (kantines, kleedkamers, banen) in eigendom van sportverenigingen en de verwachte vernieuwingsopgave op korte termijn is wegens het ontbreken van voldoende financiële middelen bij veel clubs een aandachtspunt voor de toekomst. Centraal verhuursysteem De gemeente start in 2013 met het ontwikkelen van een centraal digitaal verhuursysteem voor sportvoorzieningen zodat een beter inzicht ontstaat in de vraag en het aanbod naar voorzieningen en tevens beter kan worden gestuurd op de benutting van ruimtes voor verschillende beweegvormen, sporten en doelgroepen. Investeringen in topsport beter afstemmen op nationale situatie Investeringen in (inter)nationale wedstrijd- en trainingsaccommodaties zullen nog meer dan voorheen dienen te worden afgestemd op de nationale behoefte en aanwezigheid van voorzieningen. Bovendien zullen deze accommodaties een nadrukkelijker rol moeten spelen voor de breedtesport, het onderwijs c.q. talentontwikkeling.
5.5 Normenkader verdient aanscherping
De huidige gehanteerde normen voor behoefteberekeningen, die landelijk en in Rotterdam worden gehanteerd zijn monofunctioneel en gericht op een specifieke tak van sport zoals zwemmen, voetbal of tennis. Er wordt nog te weinig aandacht besteed aan andere gebruikers of betere benutting van de aanwezige ruimte door bijvoorbeeld verlichting of type ondergrond. Aanbevolen wordt om aandacht te besteden aan het voorzieningengebruik bij verdere ontwikkeling van kengetallen. Ook ontbreekt in de normen de aandacht voor mensen met een beperking. Meer aandacht voor toegankelijkheid van voorzieningen voor deze doelgroep zal tot extra beweegwinst in de doelgroep kunnen leiden.
5.6 Betere afstemming en samenwerking tussen sectoren
Om (sport)voorzieningen intensiever en multifunctioneler te gebruiken, zal worden gewerkt aan een betere afstemming en samenwerking tussen sectoren zowel op stedelijk als deelgemeentelijk niveau: tussen de sport- en onderwijssector, welzijn, maatschappelijk vastgoed, gebiedsontwikkeling en stedenbouw. Op stedelijk niveau zal een structureel overleg tussen genoemde sectoren worden opgezet waarin beleidsmatige afstemming plaatsvindt over uitbreiding, renovatie en/of sluiting van voorzieningen en gebiedsontwikkelingen. Van belang hierbij is dat de verwachte behoefte aan voorzieningen in ruimtelijke planningsprocessen tijdig én integraal wordt ingebracht en meegenomen. Op gebiedsniveau is een dergelijk afstemmingsoverleg al wel aanwezig gericht op de ontwikkeling van de voorzieningenplannen.
Naast afstemming in de beleids- en planontwikkeling is ook in de uitvoering van plannen/maatregelen een betere afstemming tussen sectoren gewenst. Als multifunctioneel en medegebruik van voorzieningen breed wordt gestimuleerd kunnen investerings- en exploitatiekosten zo mogelijk worden gedeeld en kunnen mogelijk meer doelgroepen gebruik maken van de voorzieningen. Daarbij zal de samenwerking met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven vroegtijdig moeten worden verkend.
5.7 Ontwikkeling sportbeleid
Voor de verdere ontwikkeling van het sportbeleid wordt aanbevolen om meer aandacht te besteden aan bewegen, ook ongeorganiseerd, omdat hier een grote maatschappelijke winst kan worden verwacht. Zowel voor het fysiek en psychisch welbevinden van mensen als om zorgkosten te reduceren. Ook is het aantal aandachtssporten in Rotterdam omvangrijk; wellicht zijn hier meer strategische keuzes in te maken. Tot slot wordt opgemerkt dat de definitie voor sportparticipatie conform de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO) in feite als een minimumnorm kan worden gezien. Een Rotterdammer van 6 tot 80 jaar wordt in de berekening meegeteld als hij of zij minimaal 12 keer per jaar aan sport doen. De meeste sporters sporten en bewegen echter frequenter. Enerzijds is de sportparticipatie doelstelling ambitieus omdat de gemeente 70% van de Rotterdammers in beweging wil krijgen. Sportdeelname wordt ten dele beïnvloed door factoren als leeftijd en opleiding en ten dele door inzet in de vorm van maatregelen. Anderzijds betreft het een minimumnorm die nog ruimte biedt voor aanscherping van de ambitie (hogere sportfrequentie) of verbreding van de definitie naar sport én bewegen. Deze uitgangspuntennotitie kan helpen om de discussie over en de prioriteiten in het toekomstig sportbeleid verder vorm te geven.
5.8 Strategische Uitgangspunten
De volgende strategische uitgangspunten geven richting aan het versterken en verder ontwikkelen van gemeentelijke sportvoorzieningen. Pijler 1: sport als doel en middel - De sportinfrastructuur zal de huidige en verwachte sportbehoefte moeten kunnen opvangen. - Sportvoorzieningen kunnen doelgroepen accommoderen die nu niet of nauwelijks bewegen c.q. sporten.
- Rotterdam streeft naar een optimale spreiding van sportvoorzieningen op wijk-, deelgemeente en stedelijk niveau met als doel zoveel mogelijk Rotterdammers te bereiken. Pijler 2: verbinden van breedte- en topsport en onderwijs - Rotterdam faciliteert, stimuleert of realiseert trainings- en wedstrijdfaciliteiten op topsportniveau voor aandachtssporten. Dat zijn sporten die de focus leggen op het verbinden van topsport, breedtesport, onderwijs en evenementen. Deze voorzieningen dienen zowel voor topsport als breedtesport te worden gebruikt. - Rotterdam handhaaft het huidige hoogwaardige aanbod aan topsportvoorzieningen en faciliteert, stimuleert of realiseert alleen nieuwe topsportwedstrijd en/of -trainingsvoorzieningen met een nationale uitstraling mits in samenhang en afstemming met nationale ontwikkeling en planning. - Op breedtesportniveau hanteert Rotterdam de geldende planningsnormen (kwantiteit) en sporttechnische eisen (kwaliteit) als richtlijnen voor alle takken van sport die door NOC*NSF zijn erkend. Overwegingen uit het oogpunt van exploitatie en maatschappelijk rendement zijn aanleiding om van deze normen c.q. eisen af te wijken. Pijler 3: Aantrekkelijke stad: vraaggericht optimaliseren van gebruik - Het handhaven van de bestaande capaciteit aan sportvoorzieningen; - Het intensiveren van het gebruik van de voorzieningen, zo mogelijk in samenwerking met een of meer private partijen en sportbonden voor wat betreft randvoorwaarden (normen en eisen bij wedstrijden etc) waarbij wordt ingespeeld op de behoeften van omwonenden en kansrijke groepen; - Het stimuleren van het gebruik van voorzieningen die niet primair voor sport zijn gebouwd, maar waar ook medegebruik/ multifunctioneel gebruik voor sport/bewegen mogelijk is. Het gaat hierbij om gemeentelijke en private voorzieningen; - Het optimaal benutten van nieuwe capaciteit door het gebruik van de voorziening te intensiveren en samenwerking te zoeken met private partijen en sportbonden voor wat betreft randvoorwaarden (normen en eisen bij wedstrijden etc). - De (top)kwaliteit, beschikbaarheid en uitstraling van de Rotterdamse sportvoorzieningen draagt bij aan de aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad. Het service- en kwaliteitsniveau van voorzieningen sluit aan op de vraag.
- De Rotterdamse sportinfrastructuur is geschikt voor zowel breedtesport als topsport; - Als het subsidie instrument wordt ingezet dan subsidieert Rotterdam sporten die geen winstdoelstelling hebben en sporten die niet door commerciële aanbieders worden aangeboden. - Rotterdam stimuleert, faciliteert en realiseert alleen als de potentiële huurder / de mede eigenaar van een sportvoorziening vitaal, d.w.z. organisatorisch en financieel levensvatbaar, is. 27
28
6. Uitvoeringsparagraaf
Om de sport- en beweegbehoefte van de Rotterdammer, nu én in de toekomst, goed te kunnen faciliteren, is het van belang dat: 1) de huidige bespeelcapaciteit voor breedtesport en topsport wordt gehandhaafd; 2) daar waar mogelijk de bestaande (sport)voorzieningen intensiever en flexibel worden gebruikt; 3) wordt geïnvesteerd in uitbreiding of nieuwbouw van voorzieningen waar dat noodzakelijk is, passend binnen de geldende financiële kaders; 4) het service- en kwaliteitsniveau van voorzieningen vraaggericht wordt aangepast. Per type voorziening zijn kansen aanwezig om de beschikbare ruimte intensiever en flexibeler te gebruiken door nieuwe sporters uit dezelfde tak van sport en/of andere doelgroepen. Door medegebruik, multifunctionaliteit en samenwerking met particulieren, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en sportbonden te stimuleren, kunnen voorzieningen een bredere maatschappelijke functie voor de wijk vervullen. Voldoende en kwalitatief goede voorzieningen in de stad zijn belangrijk voor het verbeteren van de aantrekkelijkheid van de stad voor de huidige en de nieuwe bewoners en bezoekers. Concrete maatregelen In dit hoofdstuk worden de strategische uitgangspunten vertaald in concrete maatregelen voor de middellange termijn: t/m 2016. Indien al is gestart met de ontwikkeling en/of uitvoering van maatregelen in 2013 dan wordt dat vermeld. Geadviseerd wordt de uitvoeringsparagraaf tegelijk met de Sportnota 2016 en het Uitvoeringsprogramma Sport te herzien. Een jaarlijkse voortgangsmonitor is aan te bevelen.
6.1 Aanpak
De uitvoeringsparagraaf is in samenwerking met een aantal organisaties opgesteld. Daartoe is eerst onderzoek gedaan naar het bestaand beleid van (mogelijke) samenwerkingspartners. Ook is een expertmeeting georganiseerd waarbij aandacht is besteed aan kansen en belemmeringen voor de verdere ontwikkeling van (sport)voorzieningen. Er zijn overleggen gevoerd met vertegenwoordigers van sportbonden, gemeentelijke afdelingen binnen het cluster Stadsontwikkeling (SO), cluster Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) en Stadsbeheer (SB), Stichting Rotterdam Topsport, Stichting Rotterdam Sportsupport, Rotterdam Partners (voorheen: Economic Development Board Rotterdam (EDBR), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), NOC*NSF, Stichting Onbeperkt Sportief, Vereniging Gehandicapten Rotterdam (VGR), FitVak, enkele bedrijven, Stichting Agenda ’22, Samenwerkingsverband Rotterdamse afdelingen ouderenbonden (OSO).
De onderzoeksresultaten uit bureau- en veldonderzoek zijn vervolgens geanalyseerd. Gekeken is naar de mate van kansrijkheid van maatregelen: - wat is de urgentie gerelateerd aan de opgave om de sport- en beweegdeelname te verhogen; - wat is de beïnvloedbaarheid door de gemeente of anderen; - inschatting van de mate van weerstand bij partijen; - het te behalen rendement: vergroten sportdeelname; - wat zijn de kosten, wat is de tijdplanning; - betreft het bestaand of nieuw beleid; - draagt het bij aan de aantrekkelijkheid van de stad. De meest kansrijke maatregelen zijn vervolgens geselecteerd. Het betreft een aantal algemene maatregelen en maatregelen per type sportvoorziening. De maatregelen zijn gepresenteerd in het overzicht in 6.3. Het overzicht kan tijdens de uitvoering worden aangepast op basis van nieuwe inzichten of samenwerking met nieuwe partijen. In het algemeen kan worden geconstateerd dat het rendementsdenken zowel binnen de gemeente als daarbuiten steeds meer gemeengoed wordt. De wens om, waar mogelijk, voorzieningen intensiever en multifunctioneler te gebruiken, wordt steeds breder gedeeld. In Rotterdam wordt al vaker dan voorheen samenwerking gezocht met organisaties buiten de sportsector met als doel om nieuwe sporters aan te trekken. De invoering van zogenaamde sportplusclubs, één van de maatregelen uit het Uitvoeringsprogramma Sport 2010-2014, is een goed voorbeeld daarvan.
6.2 Kansrijke maatregelen
Volgens de betrokken organisaties biedt Rotterdam voldoende kansen om het gebruik van voorzieningen te intensiveren. Men benadrukt daarbij het belang om maatregelen in onderlinge samenhang te nemen: voor intensiever en multifunctioneel gebruik van de voorzieningen (de ‘hardware’ ) zijn vaak ook organisatorische maatregelen (‘orgware’) nodig en vernieuwing in aanbod van sport/beweegactiviteiten (de ‘software’) om daadwerkelijk de bezetting te verhogen. Wil men daarbij succesvol zijn dan is een goed inzicht in de behoefte van potentiële gebruikers onontbeerlijk. De maatregelen genoemd in deze uitvoeringsparagraaf leggen de focus op sportvoorzieningen. Bij de ontwikkeling en uitvoering van de maatregelen wordt de relatie gelegd met de orgware en de software. Urgent In deze paragraaf wordt een aantal maatregelen beschreven die op korte termijn kunnen worden gestart ofwel die reeds zijn gestart. Van deze maatregelen wordt een groot rendement verwacht. Gezien de verwachte groei in gebruik per sport-
29
voorziening worden deze maatregelen als urgent beschouwd. Zoals gezegd worden alle maatregelen kort beschreven in het overzicht in 6.3. De paragraaf beschrijft tot slot een aantal randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan wil de uitvoeringsparagraaf succesvol kunnen worden uitgevoerd. Digitaal verhuurloket Een kansrijke maatregel is de invoering van een digitaal centraal verhuursysteem voor sportvoorzieningen. Een maatregel waarmee niet alleen de bezetting van sporthallen, sportzalen, gymzalen en andere voorzieningen kan worden verhoogd maar ook de klanttevredenheid van de moderne Rotterdammer. Eind 2013 is de gemeente al gestart met het ontwikkelen van een digitaal verhuurloket voor gemeentelijke binnensportvoorzieningen. Gestart wordt met het opzetten van een pilotproject voor de gemeentelijke sporthallen, -zalen en gymzalen waarna ook aansluiting op zwembaden en niet gemeentelijke voorzieningen kan volgen. Ook behoort verhuur van een aantal sportvelden via dit systeem op termijn tot de mogelijkheden. Een dergelijk centraal systeem kan leiden tot het efficiënter benutten van voorzieningen. Betere toegankelijkheid Een andere kansrijke maatregel is de invoering van het plan voor het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid van sportvoorzieningen voor mensen met beperking. Nu de gemeenteraad in 2013 heeft besloten om een investeringsbudget toe te kennen aan het plan zal in 2014 een aantal sportvoorzieningen worden aangepast. Als gevolg van deze aanpassingen wordt een toename van het gebruik van de voorzieningen verwacht, zowel door mensen met een beperking als door senioren. Intensivering gebruik bestaande sportcomplexen Een aantal bestaande sportcomplexen, voorzien van velden, banen en opstallen, heeft potentie om intensiever te worden gebruikt door (nieuwe) wijkbewoners. De sportbonden en NOC*NSF willen met de gemeente Rotterdam een pilotproject starten om te experimenteren met maatregelen zoals het differentiëren van sporttechnische eisen, het stimuleren van medegebruik, het nemen van organisatorische en ruimtelijke maatregelen. Met als doel te komen tot een best practice en verankering van maatregelen binnen de kerntaken van elke organisatie. Samenwerking gemeentelijke en niet-gemeentelijke zwembaden De samenwerking tussen de gemeentelijke zwembaden en de baden van de Stichting Sportfondsen wordt geoptimaliseerd met als doel de Rotterdammer beter te bedienen in aansluiting op de kwaliteit van de aanwezige zwembaden. Verbeteren van programmering, toepassen van specialisatie, digitale verhuur e.d. komen aan de orde. De al bestaande samenwerkingsafspraken, vastgelegd in een convenant tussen de gemeente en Stichting Sportfondsen zullen geactualiseerd worden. Aanpak voor efficiënter gebruik Tussen gemeentelijke directies (waaronder: jeugd, onderwijs, vastgoed, gebiedsontwikkeling, sport, cultuur, welzijn) wordt op korte termijn, in aanvulling op het gebiedsgericht overleg,
30
een beleidsmatig afstemmingsoverleg ingevoerd. Hierin zal de stedelijke vraag naar voorzieningen plus de aanbodontwikkeling op de langere termijn integraal in beeld worden gebracht en afgestemd. Deze maatregel wordt als kansrijk gezien om te komen tot een efficiënter gebruik van gemeentelijke voorzieningen en het vergroten van de aantrekkelijkheid van de stad voor de huidige en toekomstige inwoner van de stad. Aantrekkelijke stad De aanwezigheid van aantrekkelijke voorzieningen vergroot de belevingswaarde, de aantrekkelijkheid en de economische waarde van de woonomgeving. Het vergroten van de mogelijkheden voor sportief medegebruik in de openbare ruimte verdient de komende jaren meer aandacht. Denk aan een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de sportief-recreatieve routes langs groenvoorzieningen en water en het ontwikkelen van wandelroutes in de wijken. In samenspraak tussen de gemeentelijke clusters Maatschappelijke Ontwikkeling, Stadsontwikkeling en Stadsbeheer zullen richtlijnen worden ontwikkeld voor optimalisatie van het sportief medegebruik van de langzaam verkeerroutes. Ook zal worden bekeken waar de richtlijnen kunnen worden toegepast en waar routes beter op elkaar kunnen worden aangesloten. Voldoende aandacht voor sport en vrije tijd in alle fasen van gebiedsontwikkeling en verankering van sport en vrije tijd in het beleid van andere sectoren (zoals verkeer/vervoer, wonen, ruimtelijke ordening) zal bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad. Private initiatieven Voor particulieren of bedrijven die op zoek zijn naar ruimte (indoor of outdoor) voor realisatie van hun initiatief of onderneming op het gebied van vrije tijd, sport of evenementen is het niet altijd duidelijk op welke manier de gemeente kan faciliteren en bij wie zij kunnen aankloppen. In 2014 zal binnen de gemeente één loket voor private initiatieven worden ingericht. Om dit ‘één-ingangs-principe’ te laten slagen, wordt al gewerkt aan een betere afstemming van werkprocessen tussen sectoren (zoals evenementen, sport, vastgoed, vergunningen) binnen de gemeente. Van invoering van deze maatregel wordt verwacht dat de gemeente het particulier initiatief sneller kan faciliteren. Voor het faciliteren van de behoefte aan indoor evenementlocaties is al in 2013 een gemeentelijk loket voor particulier en gemeentelijk initiatief ingericht. Dit loket heeft zicht op (tijdelijke) leegstaande panden en andere ‘verrassende’ locaties. Publiek privaat partnerschap Bij realisatie van nieuwbouw of ontwikkeling van een bestaande voorziening wordt regelmatig gestreefd naar een publiek-private samenwerking. De samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven op dit gebied is voor verbetering vatbaar. In samenwerking tussen gemeente en Rotterdam Partners worden de komende periode de do’s en don’ts van samenwerking rondom sport- en beweegprogramma’s in relatie tot maatschappelijk sportvastgoed en sportcomplexen verkend. Met als doel te komen tot verbetervoorstellen voor de samenwerking en efficiencyverbetering in de ontwikkeling/exploitatie van vastgoed.
Hoog opgeleiden In de Visie Sport & Cultuur 59 is de ambitie neergelegd om Rotterdam meer aantrekkelijk te maken als woonstad voor kansrijke groepen 60 waaronder hoger opgeleiden. Deze groep kent over het algemeen al een relatief hoge sportdeelname. Om die reden is in het verleden beperkt achterhaald wat exact de wensen van hoger opgeleiden op het gebied van sport zijn. Om te achterhalen welke maatregelen nodig zijn om bij te dragen aan het behalen van de ambitie wordt in 2014 door de werkgroep vrije tijd (Sport & Cultuur) informatie over deze groep vergaard. Waar nodig worden aanvullende acties geformuleerd.
Randvoorwaarden
Om de uitvoeringsparagraaf succesvol te kunnen uitvoeren, is nodig dat aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan: Upgraden voorzieningen Een ervaren belemmering is momenteel dat een deel van de gemeentelijke en niet-gemeentelijke sportvoorzieningen verouderd zijn. Deze voorzieningen hebben een verouderde uitstraling, zijn toe aan groot onderhoud en/of ze voldoen qua inrichting niet altijd aan de functionele eisen. In een aantal gevallen, dit geldt bijvoorbeeld voor een deel van de gymzalen, zwembaden en opstallen van sportclubs, is eerst een inhaalslag nodig om de bestaande voorzieningen fysiek te verbeteren voordat intensivering aan de orde is. Het ‘upgraden’ van deze voorzieningen wordt als een belangrijke randvoorwaarde gezien om het gebruik van de betreffende voorzieningen te kunnen intensiveren én om bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van de stad voor de Rotterdammer. Bekend is dat de hoger opgeleide Rotterdammer zich graag wil vestigen in een omgeving met kwalitatief goede sport- en andere vrijetijdsvoorzieningen. De doelgroep ‘kansrijken’ is een doelgroep die de stad Rotterdam graag wil behouden en aantrekken.
Commitment Het ontwikkelen van nieuwe maatregelen en het verankeren daarvan vraagt volgens alle betrokkenen een gedegen aanpak op de middellange termijn. Positief is dat er veel draagvlak is bij betrokkenen om hiermee met elkaar mee aan de slag te gaan. Daadwerkelijk commitment van alle organisaties is randvoorwaardelijk om de strategische uitgangspunten op de langere termijn succesvol te kunnen (blijven) verankeren in de kerntaken van de organisaties. In het overzicht in 6.3 worden alle kansrijke maatregelen gepresenteerd die bijdragen aan het intensiever of multifunctioneler benutten van sportvoorzieningen, het verder verkennen van kansen of het wegnemen van drempels. Daarbij wordt steeds beschreven naar welk resultaat wordt gestreefd, wie trekker is van de maatregel, wie de samenwerkende partijen zijn en wordt het tijdpad geschetst. Uitgangspunt is dat de maatregelen die worden genomen binnen de bestaande begrotingen passen, van zowel de trekker als de samenwerkende partijen.
Eén van de te nemen maatregelen in de Uitvoeringsparagraaf is dat de gemeente zal inventariseren over welke (sport)functionaliteit de bestaande gemeentelijke voorzieningen beschikken en dienen te beschikken. Vervolgens zal in overleg met de eigenaar of beheerder worden bekeken wat de mogelijkheden zijn voor optimalisatie van de voorzieningen. Actuele informatievoorziening Een andere belangrijke randvoorwaarde is het actualiseren van de informatievoorziening over alle gemeentelijke voorzieningen. Een actuele database met kerngegevens, kwantitatief en kwalitatief, van alle bestaande verschillende typen sportvoorzieningen is noodzakelijk. Daarmee kunnen bij accommodatievraagstukken de te nemen, toekomstbestendige, beslissingen worden onderbouwd. Op dit moment is de informatie nog te versnipperd en soms verouderd beschikbaar. De gemeente zal actie ondernemen om de informatievoorziening te stroomlijnen.
59 Visie Sport en Cultuur, S&C, december 2013 60 Kansrijke groepen: studenten (18- tot 24-jarigen die naar Rotterdam komen om er te studeren), young professionals (24- tot 30-jarigen aan het begin van hun carrière), hoog opgeleide gezinnen (hoogopgeleide 30- tot 60-jarigen met kinderen of die een gezin willen stichten), de zogenaamde ‘zilveren golf’ (welgestelden wier kinderen het huis uit zijn en die richting pensioen gaan of gepensioneerd zijn),de creatieve klasse (o.a. ontwerpers, wetenschappers en andere kenniswerkers).
31
6.3 Overzicht alle kansrijke maatregelen
Algemeen Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Integraal aanbod (sport)
Afstemming over beleid, vraag- en aanbodontwikkeling Gemeente/MO
voorzieningen
en kennisdeling t.a.v. (sport)voorzieningen
Voldoende en topkwaliteit
Beleidsmatige afstemming over vrijetijds/sport en
(sport)voorzieningen t.b.v
groenprojecten/openbare ruimte;
aantrekkelijke stad
Voldoende aandacht voor vrijetijdsvoorzieningen in
Economische
beleid en planontwikkeling andere sectoren
Ontwikkeling)
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
Gemeente (SO)
X X X
Gemeente (SO
Gemeente ( MO / Sport & Cultuur
X X X
/ Regionaal
en Stadsbeheer)
Verkennen publiek-private
Inzicht in do’s en dont’s voor verbeteren samenwerking Rotterdam Partners
samenwerking
tussen publieke en private partijen m.b.t. software en
(voorheen:
hardware (bestaande cq nieuwe voorzieningen)
EDBR)
Intensivering gebruik
Aanbieders van sportactiviteiten ervaren openbare
Gemeente/MO/
Rotterdam Sportsupport,
(sport) voorzieningen door
ruimte ook als 'sportlocatie' en maken in algemeen
Sport&Cultuur
Partners van Lekker Fit! en
sportaanbieders
gemakkelijker van ander typen sportruimten gebruik
Gemeente (MO en SO)
X X
X X X
Sportstimulering (herijking)
dan de gewoonte is. Faciliteren van gemeenten
1.Vergroten van draagvlak voor de uitgangspunten
VSG op verzoek van
G32, 85+gemeenten, VNG,
-op verzoek- op gebied van
sportvoorzieningen
gemeenten
sportbonden en andere
kennisdeling of onderzoek
2.Bijdragen aan kennisdeling tussen gemeenten
X X X
sportorganisaties
VSG als intermediair richting VNG, G32 en 85+ Organisatie congres over
1. Presenteren good practices intensiever c.q. multi-
sportvoorzieningen in
functioneel gebruik van sportvoorzieningen
gemeenten, VNG, landelijke en
Rotterdam
2. Kennisdeling
regionale bonden KNVB, KNHB,
3. Aangaan nieuwe allianties
KNLTB, Nevobo, Zwembond,
VSG
Gemeente Rotterdam, G32, 85+
4. Vergroten draagvlak voor intensivering
NOC*NSF, bedrijven, maat-
voorzieningen
schappelijke organisaties, St
X X
Rotterdam Sportsuppport (RSS), St. Rotterdam Topsport (RTS) Actualiseren Plan
1) Het actualiseren van het plan voor verbeteren van
Gemeente MO/Sport & Gemeente ( MO, SO), SPA22,
Toegankelijke Accommodaties de toegankelijkheid van bestaande sportvoorzieningen Cultuur
X X
VGR
en beleidslijn toegankelijkheid op een aantal strategische locaties nieuwbouw
2) Het opstellen van een beleidsregel voor nieuwbouw
Investeren in toegankelijkheid
Uitvoering van fysieke aanpassingen
bestaande accommodaties
Gemeente MO/Sport & Gemeente SO
X
Cultuur
Actualiseren Richtlijn
Richtlijn voor de fysieke toegankelijkheid van sport-
Toegankelijkheid
voorzieningen voor mensen met een beperking. Vormt Sportief
sportvoorzieningen
basis voor investeringen en voor beleidsregel
Klanttevredenheidsonderzoek Inzicht in klanttevredenheid van Rotterdammer mbt gemeentelijke sportvoorzieningen en verbeterpunten
Stichting Onbeperkt
Gemeente (MO/Sport
Onbeperkt Sportief, Gemeente
X X
MO/S&C, SO, SPA22, VGR, RSS
RSO, extern bureau
X
SO
X X X
& Cultuur)
(elke 3 jaar) Inventarisatie van functiona-
Inventarisatie kwantiteit/bespeel-capaciteit en func-
Gemeente (MO/Sport
liteit voor sport/bewegen van
tionaliteit. Mogelijkheden voor optimalisatie in beeld
& Cultuur)
sportvoorzieningen
brengen (gerelateerd aan sportdeelname en kosten)
32
Algemeen Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Optimalisatie serviceniveau en Inventarisatie van te nemen maatregelen om aanbod
Gemeente (MO/Sport
kwaliteit sport/beweeg/vrije-
& Cultuur)
beter aan te sluiten op wensen hoger opgeleiden
SO, RSO of extern bureau
X
RSO, extern bureau
X
Gemeente SO, RSS, RTS
X
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
tijdsaanbod kansrijke groepen Gebiedsgerichte vertaling van 1. Vraag/aanbod analyse per gebied
Gemeente (MO/Sport
uitgangspunten
2. Pilotproject Hillegersberg-Schiebroek
& Cultuur
Actuele informatievoorziening
1.Inventarisatie accommodatie- vraagstukken
Gemeente (MO/Sport
sportvoorzieningen
2. Beschikbaarheid informatie; op welke plek binnen de & Cultuur
X
gemeente 3. Confrontatie vraag/aanbod en aanbevelingen voor inrichten informatiefunctie sportvoorzieningen
33
Binnensport Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Digitaal centraal verhuurloket
1.Verhoging sportdeelname 2. Verhogen bezet-
Gemeente (MO/Sport
Sportfondsen Nederland
ting gemeentelijke (binnen)sportaccommodaties 3.
& Cultuur)
Private partijen
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
X X X
Verbeteren klanttevredenheid (pilot start met binnensport)
Eenduidige tarieven voor verhuur voorzieningen (in
Gemeente (MO/Sport
Tariefbeleid
kader van stelselwijziging deelgemeenten per 20/3/14)
& Cultuur)
X
1. Verhoging bezetting gemeentelijke binnensportaccommodaties 2. Verhogen sportdeelname 3. Beleidsontwikkeling en kennisdeling Pilot intensiever en multifun-
Gedacht wordt aan MFA Hoogvliet als pilotlocatie
cioneler gebruik binnensport-
Gemeente (MO/Sport
Gemeente Rotterdam (SO),
& Cultuur)
landelijke en regionale bonden
voorzieningen (afgestemd op
KNVB, KNHB, KNLTB, Nevobo,
behoeften wijk/regio)
Zwembond, NOC*NSF, VSG,
X X
sportverenigingen, RSS, RTS Zie ook pilot buitensport.
1) intventariseren kansen/belemmeringen voor
Gemeente (MO/Sport
RSS, RTS,
Inventarisatie intensivering ge-
intensiever gebruik; 2) verbeteringsvoorstellen voor
& Cultuur)
Sportbonden, bedrijven
X X
bruik binnensportvoorzieningen gemeentelijke instrumenten 3) uitvoering Project gymzalen in perspectief Voorstellen voor optimalisatie bedrijfsvoering gymzalen Gemeente (MO/Sport en verbetering kwaliteit, onderhoud en beheer Optimalisatie gebruik gymzalen 1. Opstellen van een businesscase voor mogelijke overdracht 2. Optimaliseren bezettingsgraad en
X X
& Cultuur) Gemeente (MO/Sport
Gemeente MO/jeugd &
& Cultuur)
Onderwijs, SO Vastgoed
X X
naschoolse sportdeelname Rotterdammer 3. In beeld brengen fysieke geschiktheid van gymzalen voor naschools gebruik en kosten voor aanpassing 4. Voorstel voor optimalisatie beheer/exploitatie Pilot optimalisatie gebruik
1. vergroten buitenschools gebruik 2. monitoring op
Gemeente (MO/Sport
Gemeente MO/jeugd &
gymzalen
gebruik en financiele gevolgen van een klein aantal
& Cultuur)
Onderwijs, SO Vastgoed
1. Lange termijn afstemming vraag /aanbod voor
Gemeente (MO /
Gemeente (MO /S&C, SO)
X
onderwijs en buitenschools gebruik, PO en VO gym-
Jeugd & Onderwijs)
X X
X
gymzalen in een gebied Plan Gymzalen
onderwijs en Lekker Fit. 2. Opstellen plan Richtlijn onderwijsgebruik
1. Evalueren huidige richtlijn en opstellen nieuwe
Gemeente (MO/Sport
Gemeente (MO/Jeugd &
sportcomplexen (in relatie tot
richtlijn
& Cultuur)
Onderwijs), SO
werkgroep buitensport en Pilot
2. optimaal gebruik velden verbeteren en financiën op
Buitensport)
orde te brengen
Upgraden bestaande ge-
Aanpassen van sportvoorzieningen qua groot onder-
Gemeente (MO/Sport
SO
X X X X
meentelijke voorzieningen met
houd, functionele eisen en pr/communicatie
& Cultuur)
Training klantvriendelijkheid
Optimaliseren sociale toegankelijkheid voorzieningen
Gemeente (MO/Sport
Roteb
X X
personeel gemeentelijke
door training van 500 fte’s.
& Cultuur)
RSO
verouderde uitstraling
voorzieningen
34
Buitensport Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Ontwikkelen pilot intensivering 1.Inzicht kansen en belemmeringen voor intensivering
Gemeente (MO/Sport
Gemeente Rotterdam (sport,
bestaand gebruik op een bui-
& Cultuur)
jeugd & onderwijs, SO,)
en multifunctioneel accommodatiegebruik. 2. Inzicht
tensportcomplex in Rotterdam in mogelijkheden voor optimalisatie samenwerking en
landelijke en regionale bonden
(koppelen aan
verbeteren efficiency. 3.Verankering in staand beleid
KNVB, KNHB, KNLTB, Nevobo,
sportplusvereniging)
bonden, andere organisaties.
Zwembond, NOC*NSF, VSG,
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
X X
St Rotterdam Sportsupport, sport(plus)verenigingen Opdracht voor-
In het kader van de ontwikkeling van de Sportcampus
Gemeente (MO/Sport
stel Parkmanagement
dient een nieuwe vorm van parkmanagement inge-
& Cultuur)
Sportcampus
voerd te worden die bijdraagt aan het bereiken van de
Extern bureau
X X
maatschappelijke doelstellingen van het project, waarin intensief gebruik van de voorzieningen en het betrekken van veel verschillende partners centraal staan. Deze vorm van parkmanagement leent zich niet voor ieder sportcomplex in Rotterdam gezien de omvang en diversiteit van de Sportcampus, maar onderdelen kunnen waarschijnlijk wel vertaald worden naar het beheer en exploitatie van andere sportcomplexen in de stad. Pilotproject Parkmanagement
Inzicht in do’s en don’ts parkmanagement
Gemeente (MO/Sport
Sportclubs, bedrijfsleven, maat-
Ervaring op doen met park/
voor 1 locatie;
& Cultuur)
schappelijke organisaties
locatiemanagement op
Mogelijke uitrol parkmanagement concept op 1 of
een locatie in Rotterdam
meerdere locaties.
bijvoorbeeld Vreelust of
Doel: vergroten intensivering en multifuntioneel gebruik
Schuttersveld vooruitlo-
locaties (vergroten verdiencapaciteit sportpark),
pend op realisatie van de
afstemmen van openingstijden op de vraag, flexibele
Sportcampus
inzet van personeel, duurzaam beheer en onderhoud
Onderzoek Multifunctioneel
In het kader van de ontwikkeling van de Sportcampus
Gemeente (MO /Sport extern bureau
Kunstgras
is een extern bureau verzocht om best practices te
& Cultuur)
X
X
inventariseren van het gebruik van multifunctioneel kunstgras, oftewel kunstgras waarop meerdere sporten beoefend kunnen worden. Tevens wordt het bureau gevraagd om de meest relevante toekomstontwikkelingen op dit gebied in kaart te brengen en wat de ervaringen van gebruikers, bonden en leveranciers zijn. Op deze manier wordt vitale informatie verkregen waarmee Rotterdam de mogelijkheden tot intensief gebruik van sportvelden kan vergroten. Inventarisatie in-
1) inventariseren kansen/belemmeringen voor intensie- Gemeente (MO / Sport Stichting Rotterdam Sportsupport
tensivering gebruik
ver gebruik;
buitensportvoorzieningen
2) verbeteringsvoorstellen voor gemeentelijke instru-
X X
& Cultuur)
menten zoals verhuurcontract, subsidieverstrekking, wet markt en overheid, onderwijsgebruik 3) uitvoering Investeringsregeling
Herziening investeringsregeling met als doel:
Gemeente (MO / Sport Stichting Rotterdam Sportsupport X X
sportvoorzieningen voor
verbeteren kwaliteit clubgebouwen en stimuleren
& Cultuur)
sportverenigingen
private investeringen
35
Zwembaden Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Actualiseren samenwerking St. Actualiseren mogelijkheden samenwerking op het
Gemeente (MO / Sport Sportfondsen Rotterdam (4
Sportfondsen Nederland en
gebied van tarieven, programmering, personeel,
& Cultuur)
zwembaden)
gemeentelijke zwembaden
inkoop e.d. Voortborduren op de samenwerkingsover-
KNZB
Zwemverenigingen, SFN en
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
X X X
eenkomst tussen SFN en toenmalig SenR uit 2000, bekijken in hoeverre deze nog actueel is en nieuwe afspraken maken (bijv. over centraal verhuursysteem, op elkaar afstemmen roosters, het in beeld brengen van bezettingsgraden e.d.) Versterken zwemverenigingen
1. organisatie thema-avonden 2. vergroten sportdeelname 3. kansen voor vereni-
gemeente (MO / Sport & Cultuur),
gingsbad onderzoeken
St. Rotterdam Sportsupport
Het ontwikkelen van een
Het realiseren van een breed gedragen zwemvisie
Gemeente (MO / Sport KNZB, Stichting Rotterdam
zwemvisie voor Rotterdam
voor Rotterdam
& Cultuur)
X
Sportsupport, Rotterdamse zwemverenigingen (SCOM en
X X
ZPC)
Openbare ruimte Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Ruimtelijke richtlijnen voor
1. Opstellen ruimtelijke richtlijnen voor sportief mede-
sportief medegebruik van
gebruik langzaam verkeerroutes in aansluiting op het
wandel- en fietspaden langs
handboek openbare ruimte Rotterdamse Stijl
water (rivier/kanaal) en door/
2. In beeld brengen waar richtlijnen kunnen worden
langs groen
toegepast en waar routes beter op elkaar kunnen
Gemeente (SO)
Gemeente (S&C, Stadsbeheer)
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
X X X
worden aangesloten 3 Toepassen richtlijnen bij langzaam verkeerroutes en hiermee vergroten mogelijkheden voor de meest groeiende groep sporters; toepassing van de richtlijnen vindt plaats binnen de reguliere werkzaamheden van directies, waar dat mogelijk is en passend binnen de geldende financiële kaders Vergroten bekendheid van de
Betere spreiding gebruikers, vergroting sportparticipa-
Gemeente (MO/ Sport SO Verkeer & Vervoer, SO
mogelijkheden sport en bewe-
tie; vergroten van de bekendheid/promotie vindt plaats
& Cultuur)
Ruimte en Wonen, Stadsbeheer
ging in de openbare ruimte
binnen de geldende financiële kaders
Ruimtelijke richtlijnen voor
Ruimtelijke richtljnen opstellen; toepassing van de
Gemeente (SO/MO)
SO, SB, S&C en SoZaWe (toe-
wandelen vanuit eigen woning richtlijnen vindt plaats binnen de reguliere werkzaam‘ommetje’ in beeld brengen
heden van directies, waar dat mogelijk is en passend binnen de geldende financiële kaders
36
gankelijke wijken ouderen)
X X
X X X
Private initiatieven Maatregel
Resultaten
Trekker
Samenwerkende partners
Tijdpad,
Eén loket “Ik wil ruimte” voor
1.Invoeren van 1 loket “ ïk wil ruimte” voor het facilite-
private initiatieven;
ren van private initiatieven
Gemeente (SO)
Gemeente (MO / Sport & Cultuur)
2016
2015
2014
2013
X: looptijd
X X X
2. verbeteren afstemming tussen sectoren binnen de gemeente door het opstellen van een haalbaarheidstoets plus procesafspraken tussen gemeentelijke clusters/directies Het loket voor indoor
Invoeren van 1 ingangsprincipe voor initiatiefnemers
Gemeente,
St Rotterdam Festivals
vrijetijdslocaties
die ruimte nodig hebben voor organisatie van een
MO/Sport& Cultuur
St Rotterdam Topsport
vrijetijdsevenement;
X X X X
Bedrijven, particulieren
Intensiveren gebruik van leegstaande panden, locaties of andere verrassende locaties Verkennen publiek private samenwerking (zie boven algemeen)
37
Notitie strategische uitgangspunten sportvoorzieningen 2013 - 2016
Colofon: Uitgave: Gemeente Rotterdam, Sport & Cultuur, maart 2014 Redactie: Martine Berkhof (eindredactie), Rosemarie Maas, Crissi Maasen, Johan van Herpen, Nico Groenenboom
38