Notitie JUS en werktijdenregeling
Datum : augustus 2010 Door : J. Elferink __________________________________________________________________________
P&O/beleid/versie augustus 2010
1
Status
Beleidsnotitie Auteur(s) Datum Datum bespreking MT Datum vaststelling bestuurder Datum bespreking Centrale Verwantenraad Datum bespreking Cliëntenraad Datum bespreking Ondernemingsraad Datum evaluatie doelstelling Datum evaluatie beleid Effectbespreking van de totstandkoming van deze notitie
P&O/beleid/versie augustus 2010
JUS en roosterboekje J. Elferink Februari 2010 Februari 2010 April 2010
April 2010
2
Ten geleide / introductie De Lichtenvoorde werkt al een paar jaar met een “eigen” roostersystematiek die overigens voldoet aan wet en regelgeving en instemming heeft van de Ondernemingsraad. Met ingang van 1 januari 2010 zijn er aanpassingen nodig in verband met de invoering van de jaaruren-systematiek. Met instemming van de Ondernemingsraad is gekozen voor een collectieve regeling van de jaaruren-systematiek. In deze regeling worden de bepalingen in de CAO ( 2009-2011) per artikel doorgenomen en waar nodig van commentaar voorzien. Regels en afspraken van de jaaruren-systematiek zijn vastgelegd in deze notitie. Ook de afspraken over het roosteren zijn waar nodig aangepast en daarmee is deze “Werktijdenregeling” het formele beleid van De Lichtenvoorde.
J.E.M. Elferink Medewerker personeelszaken De Lichtenvoorde
Versie 4 augustus 2010
P&O/beleid/versie augustus 2010
3
De werktijdenregeling Inleiding In de Structuurnota (DKS: Organisatiestructuur 2008-2010 – De organisatie van bruggenbouwers) is beschreven dat het maken van het rooster één van de teamtaken is. Het is daarmee de verantwoordelijkheid van een team dat er een goed rooster is dat voldoet aan de eisen van goede dienstverlening en aan de (wettelijke) normen. Deze teamtaak wordt uitgevoerd door de begeleider met de taak Arbeidsvoorwaarden, ook wel de “roostermaker” genoemd. Deze werktijdenregeling is enerzijds de uitwerking van de regeling zoals die is afgesproken met de Ondernemingsraad bij de invoering van de jaaruren-systematiek (JUS). Tevens is dit boekje bedoeld als informatie en naslagwerk voor allerlei vragen over het rooster en als handleiding voor de roostermaker. Het bevat uitleg over bepalingen uit de CAO en andere wettelijke regelingen. Bovendien bevat het afspraken die binnen De Lichtenvoorde zijn gemaakt over zaken als vakantieplanning. Door het vastleggen van deze zaken zal er binnen de organisatie eenduidiger worden omgegaan met het rooster. De volgende indeling in hoofdstukken is gemaakt: Hoofdstuk 1: De afspraken over de jaaruren-systematiek. Hoofdstuk 2: In dit hoofdstuk tref je informatie aan over allerlei bepalingen en regelingen conform CAO en wetgeving die betrekking hebben op het rooster en het maken van het rooster. Hoofdstuk 3: In dit hoofdstuk staat informatie over regelingen/afspraken die wij binnen de organisatie kennen als het gaat om dienstroosters en het roosteren. Hoofdstuk 4: Dit hoofdstuk beschrijft de netto-bruto berekening; in de begrotingsbespreking kan daarmee de benodigde cliëntgebonden uren (volgens het formatieplaatsenplan uit het teamplan) naar de gewenste personeelsbezetting worden vertaald. Door de invoering per 01.01.2010 van het Persoonlijk Budget Levensfase (PBL) zal dit hoofdstuk nog moeten worden herschreven. Hoofdstuk 5: Het planningsmodel. Dit hoofdstuk zal in een later stadium verder uitgewerkt worden, als duidelijk is met welk roosterprogramma De Lichtenvoorde gaat werken. Als laatste tref je een bijlage aan met daarin de belangrijkste regels en afspraken schematisch weergegeven.
P&O/beleid/versie augustus 2010
4
Hoofdstuk 1 De Jaaruren-systematiek (JUS) 1. Bepalingen in de CAO volgens de jaaruren-systematiek.
Artikel 6:1 1. De arbeidsduur bedraagt bij een voltijds dienstverband 1878 uur per jaar (gemiddeld 36 uur per week = voltijdnorm) De Lichtenvoorde: geen wijziging. 2. In overleg tussen werkgever en werknemer kan een arbeidsduur worden overeengekomen van maximaal 2087 uur per jaar ( gemiddeld 40 uur per week). De werknemer heeft het recht om één keer per jaar de arbeidsduur tot gemiddeld 1878 uur terug te brengen. De Lichtenvoorde: geen wijziging. 3. Met een leerling die de voltijd BBL-opleiding volgt, mag geen hogere arbeidsduur worden overeengekomen dan 1878 uur per jaar inclusief de lestijd. Gedurende een praktijkleerjaar mag de leerling met voltijd arbeidsduur van 1878 uur, gemiddeld 1718 uren ( gemiddeld 32 uur per week gedurende 40 weken ) voor arbeid worden ingezet. De Lichtenvoorde: geen wijziging. 4. De indeling van de werktijden is zodanig, dat de leerling-werknemer in staat wordt gesteld het theoretische deel van de opleiding te volgen. De Lichtenvoorde: geen wijziging. 5. In afwijking van lid 1 geldt voor de assistent-geneeskundigen in opleiding tot arts verstandelijk gehandicapten een arbeidsduur van 1983 uur per jaar. De Lichtenvoorde: niet van toepassing 6. In afwijking van lid 1 kan de arbeidsduur voor de werknemer met een volledig dienstverband gemiddeld 36 uur per week bedragen op basis van een regeling die de werkgever daartoe met instemming van de OR is overeengekomen. Dit gemiddelde 36-urige werkweek bij een volledig dienstverband dient gerealiseerd te worden over een periode van 1 kalenderjaar. De Lichtenvoorde: door invoering van de JUS is de JUS het uitgangspunt bij het bepalen van de arbeidsduur.
P&O/beleid/versie augustus 2010
5
Artikel 6:2 1. Het aantal te werken uren op jaarbasis (netto) wordt bepaald door de overeengekomen arbeidsduur (bruto) te verminderen met vakantie-uren, betaald verlof en feest- en gedenkdagen De Lichtenvoorde: geen wijziging. 2. Het netto te werken aantal uren, vermeerderd met vakantie-uren, wordt vastgelegd in een individuele werktijdregeling. Deze uren worden ingeroosterd op (contractueel) overeengekomen dagen, waarbij de gemaakte afspraken op moment van invoering worden gerespecteerd De Lichtenvoorde: geen wijziging ten opzichte van huidig beleid. De in de arbeidsovereenkomst vastgelegde omvang van het dienstverband geldt als individuele werktijdregeling, waarbij in de regel geen specifieke dagen waarop de werkzaamheden plaats vinden, worden genoemd. 3. In overleg met de werknemer wordt de indeling van zijn arbeidspatroon bepaald. Het overleg vindt ten minste jaarlijks plaats en is gericht op het bereiken van overeenstemming. Indien de individuele wensen niet sporen met het instellingsbelang, prevaleert het instellingsbelang. De Lichtenvoorde: geen wijziging ten opzichte van huidig beleid. Voor medewerkers in de teams wordt maandelijks een rooster gemaakt volgens de regels in de werktijdenregeling. Medewerkers hebben invloed op het rooster en kunnen wensen indienen. Voor bureaumedewerkers kan hier in het jaargesprek aandacht aan worden besteed. 4. De spreiding van het aantal te werken uren over het jaar dient te leiden tot een evenwichtig arbeidspatroon. In het arbeidspatroon dienen zowel de te werken uren als geclusterde vrije tijd duidelijk herkenbaar te zijn. De Lichtenvoorde: geen wijziging ten opzichte van huidig beleid. Hanteren van de afspraken in de werktijdenregeling: roosteren volgens bepalingen in de Arbeidstijdenwet (in het bijzonder vrije dagen) en per maand een marge van maximaal 25% meer of minder ten opzichte van de omvang van het dienstverband. 5. Een eenmaal overeengekomen arbeidspatroon kan in overleg tussentijds worden aangepast De Lichtenvoorde: geen wijziging. 6. Het salaris blijft gebaseerd op de overeengekomen gemiddelde arbeidsduur en is daarmee losgekoppeld van het feitelijk aantal gewerkte uren per maand De Lichtenvoorde: geen wijziging. 7. De werkgever dient de werknemer in de gelegenheid te stellen het aantal in het kader van de JUS vastgestelde uren te werken. Indien de werknemer niet door de
P&O/beleid/versie augustus 2010
6
werkgever in de gelegenheid is gesteld het aantal vastgestelde uren te werken, mag dit tekort aan uren niet als vakantie worden aangemerkt. De Lichtenvoorde: deze regel opnemen in de werktijdenregeling. 8. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst worden de teveel of te weinig gewerkte uren zoveel mogelijk gecorrigeerd binnen de opzegtermijn. Het resterende verschil wordt verzilverd of verrekend met vakantie-uren dan wel ingehouden op het laatste salaris. De Lichtenvoorde: geen wijziging, is bestaand beleid.
Artikel 6:3 JUS en vakantie Indien vakantie-uren worden opgenomen op een dag waarop volgens de werktijdenregeling een bepaald aantal uren zou worden gewerkt, dan wordt dit aantal geregistreerd als vakantie. De Lichtenvoorde: geen wijziging.
Artikel 6:4 JUS en feest- en gedenkdagen. 1. Het aantal uren waarop jaarlijks arbeid dient te worden verricht, wordt verminderd met 7,2 uur voor elke feest- en gedenkdag niet vallend op zaterdag of zondag. De Lichtenvoorde: de afspraak binnen De Lichtenvoorde dat per feest- of gedenkdag 8 uur werd gecompenseerd, komt hiermee te vervallen. 2. Voor de werknemer met een van voltijdnorm afwijkende arbeidsduur wordt het naar rato beginsel toegepast met betrekking tot inzetbaarheid op feestdagen en met betrekking tot bepaalde in lid 1. De Lichtenvoorde: de huidige werkwijze handhaven: afspraken hierover worden op teamniveau gemaakt. Uitgangspunt is wel inzet naar rato van dienstverband! De inzet van de parttime medewerker dient in overeenstemming en een afspiegeling te zijn van de inzet over het hele jaar. 3. Voor werknemers die in de loop van het kalenderjaar in dienst treden, geldt de vermindering op grond van de in het resterende kalenderjaar voorkomende feestdagen. De Lichtenvoorde: geen wijziging. 4. Desgewenst kan de werknemer feest- en gedenkdagen inwisselen voor de voor zijn levensovertuiging geldende feest- en gedenkdagen. De Lichtenvoorde: geen wijziging. Berekening van de onregelmatigheidstoeslag voor werken op feest- en gedenkdagen blijft volgens de huidige regeling plaats vinden. 5. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad een afwijkende regeling treffen. Deze regeling treedt dan in de plaats van het bepaalde in dit artikel. Indien geen overeenstemming is bereikt, blijft het bepaalde in dit artikel van toepassing.
P&O/beleid/versie augustus 2010
7
De Lichtenvoorde: zie bovenstaande voorstellen. 6. Indien geen jaaruren-systematiek van toepassing is op basis van artikel 6:1 lid 5 geldt dat de werknemer recht heeft op verlof met behoud van salaris voor feestdagen als genoemd in artikel 1:1 sub g. De werkgever treft in overleg met de ondernemingsraad een regeling voor verlof bij feestdagen voor werknemers werkzaam in wisselende dienst. De Lichtenvoorde: dit artikel heeft betrekking op assistent geneeskundigen in dienst, is dus niet van toepassing.
Art. 6:5 JUS en ziekte/arbeidsongeschiktheid. 1. Indien de werknemer zijn arbeid ten gevolge van ziekte/arbeidsongeschiktheid niet verricht, wordt het aantal doorbetaalde ziekte-uren gebaseerd op het overeengekomen arbeidspatroon. De Lichtenvoorde: huidige regeling zoals vastgelegd in de werktijdenregeling handhaven: doorbetaalde ziekte-uren volgens het vastgestelde rooster.
P&O/beleid/versie augustus 2010
8
Hoofdstuk 2 CAO, wettelijke bepalingen en interne afspraken. Bij het maken van een rooster is één van de eerste zaken waarmee je te maken krijgt de CAO en allerlei wettelijke bepalingen, denk bijvoorbeeld aan de Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidstijdenbesluit (ATB). Voor de roostermaker is het dan ook een hele opgave om aan al deze zaken in voldoende mate en op adequate wijze aandacht te kunnen geven. Hieronder vind je een aantal belangrijke zaken die we uit de CAO gehaald hebben en die belangrijk zijn bij het maken van het rooster of die van invloed zijn op de afspraken die nodig zijn als voorwaarde voor een goed rooster. Wij hebben niet geprobeerd om alles te beschrijven. Zijn er zaken die hier niet gemeld staan raadpleeg dan ook altijd zelf even de CAO. Deze is te vinden op DKS van De Lichtenvoorde. Geeft dit je ook niet voldoende informatie leg dan de vraag voor aan je leidinggevende. Samen met hem/haar (en eventueel P&O) zal er dan een antwoord op je vraag gevonden dienen te worden. Wat zegt de wetgever over de arbeidstijden? In de arbeidstijdenwet staat hoe lang een werknemer per dag en per week mag werken en wanneer hij/zij recht heeft op pauze of rusttijd. Die regels zijn er met het oog op gezondheid, veiligheid en welzijn, maar ook om werk, privé en zorgtaken te kunnen combineren. De regels gelden voor werknemers van achttien jaar en ouder. Voor jongeren onder de 16 en jongeren van 16 en 17 jaar gelden aparte regels. Ook gelden enkele speciale regels voor zwangere of pas bevallen vrouwen. Uitzonderingen en aanvullingen In het Arbeidstijdenbesluit (ATB) staan de uitzonderingen en aanvullingen op de Arbeidstijdenwet. Naast algemene uitzonderingen zijn er ook aanvullende regels voor de zorg, mijnbouw en een aantal andere sectoren. Deze sectoren hebben dus met de algemene regels uit de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit en de aparte sectorregels (lees onze CAO gehandicaptenzorg) te maken. De CAO en het Arbeidstijdenbeleid: Sommige regels uit de Arbeidstijdenwet en veel van de algemene en sectorale regels van het Arbeidstijdenbesluit kunnen alleen worden toegepast bij “collectieve regeling”; dat kan dus een CAO zijn maar ook op basis van een schriftelijk overeenkomst tussen de werkgever en het medezeggenschapsorgaan: de ondernemingsraad. In het kader van een goede arbeidstijdenregeling is de volgorde dus als volgt: 1. Eerst gelden de bepalingen in de Arbeidstijdenwet (ATW). 2. Vervolgens de uitzonderingen en aanvullingen in het Arbeidstijdenbesluit (ATB). 3. Dan de bepalingen in de CAO.
P&O/beleid/versie augustus 2010
9
4.
Tenslotte de afspraken en regelingen die met de Ondernemingsraad (OR) zijn getroffen. Dit moet leiden tot de toepassing van een correcte werktijdenregeling bij De Lichtenvoorde. In bijlage 1 bij deze werktijdenregeling zijn de belangrijkste bepalingen uit de eerste 3 regelingen schematisch opgenomen.
P&O/beleid/versie augustus 2010
10
Hoofdstuk 2a: Wat zegt de CAO over werktijden, het rooster in combinatie met de JUS en regelingen binnen De Lichtenvoorde Arbeidsduur: artikel 6:1. De arbeidsduur voor een werknemer met een volledig dienstverband bedraagt bij een voltijd dienstverband 1878 uur per jaar, gemiddeld 36 uur per week. Deze gemiddelde 36-urige werkweek bij een volledig dienstverband dient gerealiseerd te worden over een periode van een kalenderjaar, dus van januari tot en met december. Is er sprake van een part time dienstverband dan geldt deze regel ook, maar dan naar rato van het parttime dienstverband. Er zijn in ons werk periodes waarin minder uren ingezet worden en periodes waarin meer uren nodig zijn. In rustige maanden kunnen dan uren gereserveerd worden voor maanden waarin meer uren nodig zijn. Bij De Lichtenvoorde geldt dat per maand maximaal 25% van de voor de werknemer geldende gemiddelde werktijd mag worden afgeweken. De roostermaker heeft de opdracht er naar te streven dat bij elke werknemer aan het eind van het kalenderjaar het saldo plus/min op 0 uren staat. De medewerker is hier zelf medeverantwoordelijk voor. De eindverantwoording ligt bij de teammanager. Arbeidstijden: artikel 6:6 (het rooster). Als er sprake is van een arbeidstijdenregeling met wisselende diensten, moet de werkgever de arbeidstijdenregeling (het rooster) zo spoedig mogelijk, maar tenminste 21 etmalen voor de aanvang van de periode aan de medewerker bekend maken. Tot aan die tijd kunnen er nog allerlei wisselingen in het rooster plaatsvinden zonder verdere consequenties. De CAO biedt de ruimte om van dit artikel af te wijken indien de aard van de werkzaamheden dit verlangt. De werkgever mag dan deze termijn verkorten. Bij De Lichtenvoorde hanteren we echter zoveel mogelijk de 21 etmalen termijn. Bij De Lichtenvoorde wordt gewerkt met een maandrooster. Om er voor te zorgen dat medewerkers bij de planning van hun afspraken rekening kunnen houden met hun werktijden, wordt er bij De Lichtenvoorde 3 maanden vooruit geroosterd. Dit wordt het concept rooster genoemd. Tenminste 21 dagen voor het begin van de nieuwe maand, wordt het rooster door de manager vastgesteld. Dit heet dan het vastgesteld rooster. Aan het eind van de maand worden de gewerkte uren vastgelegd in de definitieve werklijst. Op basis daarvan kunnen de urenbriefjes worden ingevuld die leiden tot betaling van onregelmatigheidstoeslag (ORT) en vaststelling van het aantal vakantiedagen, ziektedagen, bijzonder verlof en saldo plus-/minuren. Gebroken diensten: Uitgangspunt is dat de diensten aaneengesloten worden verricht, tenzij de aard van de werkzaamheden zich hiertegen verzetten. Het inroosteren van gebroken diensten kan alleen onder de volgende voorwaarden: 1. Maximaal 3 gebroken diensten per maand voor plaatsgebonden teams; voor Ambulante teams geldt geen maximum.
P&O/beleid/versie augustus 2010
11
2. Bij zowel ambulante teams als plaatsgebonden teams kan een gebroken dienst maximaal bestaan uit 2 delen. 3. Teamvergaderingen en ander werkoverleg tellen niet als gebroken dienst. 4. De werknemer heeft schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen het werken in gebroken diensten. 5. Bij ziekte van een werknemer die gebroken diensten werkt, wordt de geplande dienst opgesplitst in 2 diensten, tenzij de vervanger ook de verklaring onder 4. heeft getekend. De schriftelijke verklaring onder 4. is maximaal 1 jaar geldig. De werkgever (P&O) is belast met het versturen, verzamelen en opslaan van deze verklaringen. Minimale inzet van een dienst Regelmatig komt de vraag hoe lang/kort een dienst minimaal mag/moet zijn: Art: 7:628a Burgerlijk Wetboek per oproep moet minimaal drie uur loon betaald worden als: - de omvang van de arbeid en de tijdstippen waarop gewerkt moet worden niet of niet duidelijk zijn vast gelegd ( bijvoorbeeld bij een nul-urencontract) en een rooster; - het gaat om een deeltijdbaan van minder dan vijftien uur per week en de tijdstippen waarop moet worden gewerkt niet zijn vastgelegd in een dienstrooster. Afspraak binnen De Lichtenvoorde is: - Bij plaatsgebonden teams is het niet wenselijk om diensten van korter dan 2 uur aan te bieden. Diensten die hier van afwijken dienen gemeld te worden bij de afdeling P&O, in deze het centrale meldpunt. - Bij ambulante dienst is het niet wenselijk dat de fysieke reistijd langer is dan de daadwerkelijke werktijd. Wanneer men hiervan wil afwijken, dient ook dit gemeld te worden bij het centrale meldpunt; afdeling P&O Roostervrije dagen/vrije weekends: artikel 6:7. Indien er sprake is van een arbeidstijdenregeling met wisselende diensten, dan heeft de werknemer 8 vrije dagen per 28 dagen (gebaseerd op de 4x2 weekenddagen = 8). De werknemer geniet in ieder geval 22 vrije weekends per jaar, maar op verzoek van de individuele medewerker kan hier van afgeweken worden (denk hierbij bijvoorbeeld aan studerende begeleiders die graag in de weekenden willen werken). Een vrij weekend betekent bij De Lichtenvoorde dat je in ieder geval vrij bent vanaf vrijdagavond 20.00 uur tot maandagochtend 6.00 uur. Verschoven diensten: artikel 6:8. Soms zijn er bijzondere omstandigheden met een incidenteel karakter die het noodzakelijk maken dat er geschoven moet worden met een dienst in een al vastgestelde rooster. Dit kan alleen in opdracht van de manager en in overleg met betrokken medewerker. Soms is het niet mogelijk om vooraf toestemming te vragen aan de manager voor een wijziging in het rooster. De roostermaker verantwoordt de wijziging dan wel zo snel mogelijk achteraf aan de manager. Pauzes: artikel 6:9. Als de dienst langer duurt dan 5,5 uur wordt de arbeid onderbroken door een pauze van ten minste 30 minuten, die kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten.
P&O/beleid/versie augustus 2010
12
Deze pauzes gelden niet als werktijd. Voor de begeleiderfuncties geldt bij De Lichtenvoorde dat bij het begeleiden van cliënten geen pauzes worden opgenomen, ook als de dienst langer duurt dan 5,5 uur. De medewerker wordt wel in de gelegenheid gesteld rust te nemen (koffie drinken, toiletbezoek, eventueel roken). Als er dus niet direct met cliënten wordt gewerkt, zoals bij een studiedag, moet deze regeling worden uitgevoerd. Deze pauzes moeten ook in de definitieve werklijst en op het urenbriefje duidelijk zijn vermeld. Overwerk: artikel 7.1 – 7.6. Onder overwerk wordt verstaan: arbeid die incidenteel wordt verricht boven de, in het arbeids- en russtijdenpartroon, vastgestelde werktijden waarbij de overschrijding van de arbeidsduur wordt gemeten op jaarbasis. Is er sprake van een verschoven dienst dan kan er geen sprake zijn van overwerk. Hoe gaan wij binnen De Lichtenvoorde om met begrip overwerk? Het kan zijn dat je dienst wat langer duurt dan ingepland stond door onvoorziene omstandigheden. Dit moet je echter wel kunnen verantwoorden (zie art. 6:5 Verschoven diensten). De tijd die je langer gewerkt hebt noteer je en in principe probeer je deze tijd binnen een andere dienst zo spoedig mogelijk weer terug te nemen. Als dit niet lukt dan roostert de roostermaker dit voor je in. Dit lukt niet altijd zodat je soms aan het eind van de maand toch een aantal uren teveel hebt gewerkt. Dit is geen probleem, mits je over de periode van een jaar maar over het juiste gemiddelde van je arbeidscontracturen blijft. Indien de praktijk laat zien dat er met enige mate sprake is van overwerk is het beter op voorhand enkele uren hiervoor te reserveren in het rooster. Indien er na deze periode van een jaar sprake is van overuren dienen deze uitbetaald te worden. Is er sprake van min-uren dan komen deze te vervallen. Dit is conform de JUS. Structureel meerwerk: artikel 7:7. Meerwerk komt binnen De Lichtenvoorde niet voor. Zodra een medewerker voor een langere periode meer uren werkt boven op zijn vaste contract, dient hier een tijdelijk inval contract gemaakt te worden. Nachtaanwezigheid: artikel 7:18. De perioden gedurende welke de werknemer tijdens een nachtaanwezigheidsdienst, al dan niet op oproep, noodzakelijke werkzaamheden moet verrichten, worden, indien zij samen de 120 minuten niet overschrijden, als voortzetting van de (nacht) aanwezigheidsdienst aangemerkt. Hier staat geen extra vergoeding tegenover. Indien de 120 minuten wel worden overschreden wordt de dienst in zijn geheel als werktijd aangemerkt waarbij de werknemer voor deze werktijd wordt gecompenseerd op basis van artikel 7:19 lid 2; op verzoek van de werknemer kan van deze compensatie in tijd worden afgeweken en worden de uren door de werkgever uitbetaald door middel van een vergoeding op uurbasis ter hoogte van het actuele uurloon.
P&O/beleid/versie augustus 2010
13
Nachtdiensten Zie hiervoor het schema: Normen werktijden Verpleging en Verzorging. Vakantierechten: artikel 8:1. Een fulltime medewerker heeft per kalenderjaar recht op 166 vakantie-uren, een parttimer naar rato van het dienstverband. In een aantal gevallen bijvoorbeeld bij langdurig ziekte of bij langdurig onbetaald verlof vindt er minder of geen opbouw van vakantiedagen plaats. Meer informatie vindt je hierover in art. 8.3 en 8.4 van de CAO. Vergrijzinguren en 55+ regeling: artikel 8:2. Met de inwerkingtreding van de nieuwe CAO ((1 januari 2009) is dit artikel komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is er nu het Persoonlijk Budget Levensfase (PBL), artikel 8a:1 t/tm 8a:8. In deze artikelen wordt uitleg gegeven aan het begrip Persoonlijk Budget Levensfase , de uitgangspunten die van toepassing zijn bij PBL. Hoe en wanneer is opname van PBL-uren mogelijk, welke vormen van sparen zijn er met de PBL-uren mogelijk en wie komen er in aanmerking om gebuik te maken van het overgangsrecht. Alle informatie kun je dus vinden in het artikel 8A : 1t/m8a:8 van de CAO. Op het intranet van de Lichtenvoorde onder het tabblad: Personeelszaken kun je ook meer informatie over de PBL vinden. Tevens tref je hier de Keuzehulp PBA aan,dit is een instrument om medewerkers te informeren over alle ins en outs van het PBL en de ondersteunen in de keuze van een spaarvorm
Begeleiding tijdens meerdaagse vakantie van cliënten: artikel 7:21. De werknemer kan niet verplicht worden tot begeleiding van cliënten tijdens hun meerdaagse vakantie. Indien de werknemer hiertoe bereid is, dan heeft hij of zij recht op een vergoeding op basis van de door de werkgever in overleg met de OR getroffen regeling. Tijdens begeleiding van een vakantie ontvangt een medewerker, naast het basis salaris, niet alleen een vergoeding in geld maar ook in tijd. De vergoeding is gebaseerd op een etmaal (is 24 uur). Dit betekent dat wanneer de begeleiding start op maandag en eindigt op vrijdag er 4 volledige etmalen worden geteld van de dinsdag t/m de vrijdag. Voor de maandag staat dan acht uur. De extra vergoeding bedraagt 4 uren per etmaal waarvan 2,4 uur in geld en 1,6 uur in tijd. Deze regeling geldt zowel voor medewerkers in vaste dienst als voor invalkrachten als die mee gaan met een cliëntvakantie. Verlof regelingen: artikelen 8:12 tot en met 8:22. In de artikelen 8:12 tot en met 8:22 worden de diverse vormen van verlof besproken. Hierbij moet je denken aan betaald verlof, onbetaald verlof, vrije dagen in verband met bijzondere gebeurtenissen (huwelijk, jubilea, overlijden), verlof in verband met ouderschapsverlof, palliatief verlof en verlof bij feestdagen. Indien er sprake is van een aanvraag voor verlof kijk dan altijd in de op dat moment geldende CAO wat deze aangeeft over de verlofvorm die van toepassing is
P&O/beleid/versie augustus 2010
14
Binnen De Lichtenvoorde geldt de afspraak dat iedere medewerker, die in onregelmatige diensten werkt, bij plotselinge gebeurtenissen waarvoor recht bestaat op bijzonder verlof, vrij krijgt volgens het vastgestelde rooster. Bij planbare bijzondere gebeurtenissen geldt een vergoeding van 7,2 uur per dag of naar rato van de grootte van het dienstverband. Bij een aanvraag buiten de hierboven genoemde verlofregelingen, dient desbetreffende medewerker in overleg te gaan met de leidinggevende. Afhankelijk van de persoonlijke situatie en de werksituatie zal deze bepalen of en in hoeverre je in aanmerking komt voor een verlofregeling. Hiervan zal melding gedaan worden in het planningsoverleg. Compensatie feestdag Volgens de CAO geldt per feestdag een compensatie van 7,2 uur. Voor deeltijders naar rato van de grootte van het dienstverband. Voor invalkrachten geldt de regel dat de berekening van de compensatie plaats vindt op basis van de gewerkte uren gedurende de drie maanden voorafgaand aan de feestdag. In de maand april 2010 heeft de bestuurder overeenstemming bereikt met de OR inzake de nieuwe werktijdenregeling ( voorheen het roosterboekje). Eén van de onderhandelingspunten was het uitgangspunt dat een werkdag 8 uur is. In de voorbije jaren zijn we er altijd van uitgegaan dat een fulltime werkdag 8 uur is. Echter we hebben conform onze huidige CAO een 36-urige werkweek en daarmee is een werkdag formeel 7.2 uur. In de systematiek die we tot op heden hanteerden zat dus altijd het voordeel van de 0,8 uur extra en dat was prettig als het ging om de feestdagcompensatie. De Or heeft in overleg met de bestuurder overeenstemming bereikt dat er jaarlijks wordt bekeken hoe vaak een fulltimer recht heeft op die 0,8 uur extra in het kader van de feestdagen compensatie. In het jaar 2010 kennen we 6x feestdagencompensatie, dus 6x 0,8 = 4,8 uur. Deze 4,8 uur wordt toegevoegd aan het verlofurenrecht van het jaar daaropvolgend. De verrekening vindt dus achteraf plaats ( wat je opgebouwd hebt in 2010 wordt toegevoegd aan je verlofurenrecht van 2011) en vergoeding vindt plaats naar rato van het dienstverband; werk je 50% krijg je 2,4 toegevoegd. Belangrijk hierbij om te melden is nog dat deze regeling alleen van toepassing is voor medewerker die werkzaam zijn in wisselende diensten. Voor medewerkers die werkzaam zijn in een vast dienstenpatroon , zoals kantoorpersoneel en huishoudelijk personeel geldt dat hun vaste werkdagen uitgangspunt zijn voor het bepalen van de feestdagencompensatie. Misschien is dit op basis van een voorbeeld het beste inzichtelijk te maken . Stel dat je een dienstverband hebt van 12 uur in de week en je vaste werkdaen zijn maandag ( 6 uur), woensdag (3 uur) en vrijdag (3 uur) . Op maandag werk je structureel 6 uur. Nu valt 2e paasdag altijd op maandag en dus heb je dan recht op 6 uur feestdagencompensatie, want je werkt immers 6 uur op maandag. Maar nu valt 2e kerstdag op dinsdag, je werkt nooit op de dinsdag: dan kom je ook niet voor compensatie in aanmerking.
P&O/beleid/versie augustus 2010
15
De reden waarom er achteraf toekenning plaats vindt van de extra verlofuren in het kader van de extra compensatie, heeft te maken met het feit dat het aantal feestdagencompensatie per kalenderjaar kan wisselen en het bij nieuwe medewerkers ook van belang is om te kijken in welke maand ze in dienst zijn gekomen; als iemand in de maand juli is gestart dan heeft hij/zij geen extra compensatie opgebouwd over de feestdagen die in de periode januari-juni hebben plaatsgevonden.
Tot zover de selectie artikelen uit de CAO. Nogmaals, er is niet geprobeerd om volledig te zijn maar hebben een selectie gemaakt van de meest relevante artikelen. Kun je de informatie die je nodig hebt niet vinden in dit boekje kijk dan eerst in de CAO of leg de vraag voor aan je leidinggevende.
P&O/beleid/versie augustus 2010
16
Hoofdstuk 3 Specifieke regelingen binnen De Lichtenvoorde. In dit hoofdstuk willen wij aandacht geven aan afspraken en regelingen ten aanzien van het dienstrooster en roosteren zoals wij die kennen binnen De Lichtenvoorde. De Lichtenvoorde werkt met/in teams. Deze teams zijn samengesteld op basis van de zorgvragen van cliënten vertaald in een aantal begeleidingsuren. Deze begeleidingsuren dienen opgesplitst te worden in directe uren (face to face) en indirecte uren Bij ieder team is er een medewerker belast met het maken van een dienstrooster. Dit is een onderdeel van de teamtaak Arbeidsvoorwaarden. Deze medewerker wordt ook “roostermaker” genoemd. Indien de roostermaker tegen problemen aanloopt dan kan de roostermaker in overleg gaan met de manager. Uiteindelijk is die verantwoordelijk voor het vastgestelde rooster. Hoe gaat het maken van een rooster in zijn werk? Natuurlijk is de eerste prioriteit de juiste zorgverlening op het juiste tijdstip. Daartoe maakt de roostermaker gebruik van de standaard afspraken maar ook zoveel mogelijk met bijzondere gebeurtenissen. Vaak hebben teams een zogenaamd “wensen”schrift. Hierin noteren medewerkers wensen die ze hebben ten aanzien van de werktijden. Omdat er 3 maanden vooruit wordt geroosterd, dient de medewerker zijn of haar wensen dus tijdig kenbaar te maken. Deze wensen kunnen betrekking hebben op de zorgvragen van de cliënt, op organisatorische vragen maar kunnen ook privé wensen zijn. Privé wensen: Uitgangspunt bij privé wensen is dat het hier gaat om wensen en dat men deze wensen niet kan opeisen. Bij een langere termijn planning wordt het makkelijker om privé afspraken af te stemmen op het rooster. Iedere medewerker kan 1 vast dagdeel per week aanvragen. Daarnaast twee roosterwensen per maand. Van concept rooster naar vastgesteld rooster: Bij De Lichtenvoorde wordt gewerkt met maandroosters. De roostermaker maakt eerst een concept rooster, minimaal 3 maanden van te voren. Dit rooster wordt vastgesteld in een teamvergadering. Minimaal 21 dagen voor aanvang van de nieuwe maand moet het rooster goedgekeurd worden door de manager. De roostermaker zorgt dat het concept rooster daarvoor tijdig in het bezit is van de manager. Het door de manager getekende rooster is nu het vastgestelde rooster.
P&O/beleid/versie augustus 2010
17
Wijzigingen in een vastgesteld rooster: In de praktijk gebeurt het met enige regelmaat dat er tijdens de periode waarin er gewerkt wordt met een vastgesteld rooster veranderingen plaats vinden. De aanleidingen hiertoe kunnen heel verschillend zijn: collega wordt ziek, cliënt heeft extra hulpvraag, een extra ingelaste bespreking, toch nog een privé wens van een medewerker. Allerlei redenen kunnen er zijn waardoor aanpassing van het rooster noodzakelijk is. Wijzigingen in het vastgestelde rooster vinden alleen plaats in overleg met de roostermaker. Hij of zij kan bepalen of het rooster na de wijziging nog voldoet aan de regels van ATW, ATB en CAO. De roostermaker legt de wijziging vooraf ter goedkeuring voor aan de manager. In die gevallen waarin vooraf geen toestemming kan worden gevraagd, verantwoordt de roostermaker de wijziging achteraf. Roosteren van onvoorziene gebeurtenissen: Soms zijn bijzondere gebeurtenissen niet exact te voorspellen, maar weten we uit ervaring dat ze wel voorkomen. Voorbeelden zijn: ziekte van een medewerker of cliënt, doktersbezoeken, uitnodiging voor cliëntbespreking op school/werk/dagbesteding. De roostermaker dient daarvoor tijd te reserveren in de planning, door medewerkers niet op hun maximum inzetbaarheid in te roosteren. Deze uren zijn wel meegenomen in de berekening van het formatieplaatsenplan (de brutonetto berekening): zie hiervoor hoofdstuk 2 van de werktijdenregeling. Vervanging zieke medewerkers: Bij ziekte van een medewerker waarvoor vervanging geregeld moet worden, geldt de regel dat de eerste 5 werkdagen door het team worden opgevangen. Uitzonderingen: 1. Er is al een andere medewerker uit het team ziek, die vervangen moest worden. 2. Vervanging is niet mogelijk vanwege het kleine aantal medewerkers in het betreffende team, zoals bij Logeerhuizen. Na 5 werkdagen (of bij de uitzonderingen) kan een invalkracht worden ingezet. De inzet van invalkrachten gebeurt altijd in overleg met de trajectbegeleider. Vergoeding ziekte: Bij ziekte van een medewerker geldt het vastgestelde rooster als bepaling van het aantal ziektedagen/-uren. Bij langdurige ziekte (de medewerker blijft langer ziek dan het vastgestelde rooster) worden ziektedagen op het rooster vermeld op 5 dagen per week 7,2 uur of naar rato van de grootte van het dienstverband. Ziekte heeft zo geen consequenties voor plus of min uren. Van vastgesteld rooster naar definitieve werklijst: Bij voorkeur wekelijks verwerkt de roostermaker de wijzigingen in het rooster. Als na afloop van de maand alle wijzigingen zijn doorgevoerd, is het daarmee de definitieve werklijst geworden (zie ook hoofdstuk 4: Roosterprogramma). De definitieve werklijst wordt door de roostermaker getekend en naar de manager gestuurd.
P&O/beleid/versie augustus 2010
18
In de JUS is opgenomen: “Indien de werknemer niet door de werkgever in de gelegenheid is gesteld het aantal vastgestelde uren te werken, mag dit tekort aan uren niet als vakantie worden aangemerkt.” Urenbriefjes en uitbetaling: Op basis van de werklijst wordt er per medewerker een urenbriefje ingevuld. Het is de verantwoordelijkheid van de medewerker dat dit briefje correct en op tijd wordt ingevuld. De medewerker ondertekent zijn of haar urenbriefje en legt het voor aan de roostermaker. De roostermaker controleert of het juist is ingevuld en ondertekent dan ook. De ondertekende urenbriefjes gaan samen met de getekende definitieve werklijst naar het clusterbureau. Het bureausecretariaat en de teammanager controleren, waarna de urenbriefjes door de clustermanager worden geaccordeerd. Vervolgens gaan de urenbriefjes en de definitieve werklijst naar de salarisadministratie, die voor uitbetaling zal zorgen. Om er voor te zorgen dat de salarissen op tijd kunnen worden uitbetaald, wordt door de salarisadministratie in een schema vastgelegd wanneer de urenbriefjes en de definitieve werklijst waar moeten worden aangeleverd.
De Lichtenvoorde kent een eigen vakantieregeling Doel Deze regeling heeft tot doel een evenredige vakantiespreiding mogelijk te maken zodat de kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening van De Lichtenvoorde wordt gewaarborgd. Ook voor medewerkers is het een waarborg om tijdig te weten of de vakantiewensen gehonoreerd kunnen worden. Alle medewerkers in vaste dienst of met een tijdelijk-vast contract bij De Lichtenvoorde, vallen onder deze regeling. Uitgangspunten; De continuïteit van de werkzaamheden moet gewaarborgd zijn. De vakantie dient te worden opgenomen in het kalenderjaar, waarin de vakantierechten zijn opgebouwd. In overleg met de leidinggevende kunnen de zogenaamde “bovenwettelijke vakantie-uren” (boven 144 uur of naar rato) worden mee genomen naar het volgende jaar. Deze uren dienen in de eerste drie maanden van het nieuwe jaar te worden opgenomen. Een medewerker heeft een keer per jaar recht op 3 weken aaneengesloten vakantieverlof. Daarbij heeft men tevens recht om het weekend voor en na deze vakantie vrij te zijn. Dit laatste recht geldt niet voor andere kortere vakanties. De clustermanager stemt zijn/haar vakantie af met zijn/haar teammanagers. Bovendien stemmen de managers de vakanties op elkaar af. Bij over-inschrijving, dus als er gedurende een periode zoveel wensen zijn dat de continuïteit van de werkzaamheden niet gewaarborgd is, zal overlegd worden. Wanneer er geen onderlinge overeenkomst te bereiken is zal er worden geloot. Bij aanname en in dienst treden van nieuwe medewerkers worden de geplande vakanties meteen doorgenomen en vergeleken met de vakantieplanning van het team. De voorzitter van de sollicitatiecommissie ziet hierop toe. P&O/beleid/versie augustus 2010
19
Vakantie termijnen: In verband met een evenwichtige spreiding van de vakantiedagen is het wenselijk dat: Iedere medewerker minimaal 5 dagen voor 1 mei zal opnemen Van 1 mei tot 1 oktober minimaal 10 vakantiedagen of 2 weken aaneengesloten worden opgenomen Van 1 oktober tot 31 december worden de overige dagen opgenomen. Sluitingsdata vakantie aanvragen 1. Voor 1 oktober opgegeven voor de periode januari tot 1 mei van het volgend jaar. 2. Voor 1 december opgeven de periode van 1 mei tot 1 oktober van het volgend jaar. 3. Voor 1 juni opgeven voor de periode van 1 oktober tot 31 december. Vakantiewensen dienen bij de roostermaker te worden ingeleverd. Die maakt een concept vakantierooster en bespreekt dit met het team. Vervolgens legt de roostermaker het vakantierooster ter goedkeuring voor aan de manager. Deze dient binnen 14 dagen schriftelijk te reageren als hij niet akkoord gaat, met opgaaf van reden(en). Daar waar er geen roostermaker is (bureaufuncties) stelt de leidinggevende het vakantierooster vast. Opmerking Indien men vakantieafspraken vastlegt voordat overeenstemming over de vakantie aanvraag is bereikt, is dat voor eigen risico. In bijzondere omstandigheden kan, na overleg met de leidinggevende van deze regeling worden afgeweken. Indien een leidinggevende besluit om een vakantieaanvraag te honoreren die van de regeling afwijkt, zal hiervan melding worden gedaan in het planningsoverleg.
Voor het maken van het rooster is ook de volgende informatie van belang: De diverse contractvormen: 1. Contract onbepaalde tijd gebaseerd op een vastgesteld aantal uren. Bij deze contractvorm is er sprake van een vastgesteld aantal uren waarvoor de medewerker kan worden ingeroosterd. Hierbij is er altijd sprake van een gemiddelde (zie hiervoor artikel 6:1 CAO). Per maand mag er een afwijking bestaan van 25% van de omvang van het dienstverband. 2. Het min-max contract. Bij deze contract vorm is er sprake van minimum en een maximum aantal uren dat men mag werken. Bijvoorbeeld een 20-28 uur contract. Het uitgangspunt bij dit contract is dat de medewerker op basis van het minimum, in het voorbeeld dus 20 uur, wordt ingeroosterd. Slechts bij een calamiteit kan deze medewerker meer worden ingezet. Is vooraf al duidelijk dat er meer op structurele basis gebruikt gemaakt moet worden van het maximum aantal (in dit voorbeeld 28 uur) in te zetten uren dan is er een extra tijdelijk contract nodig (zie 3. Tijdelijk contract).
P&O/beleid/versie augustus 2010
20
Het voordeel van een min-max contract zit in het feit dat er niet voor iedere calamiteit een extra tijdelijk contract gemaakt hoeft te worden en dat binnen het team de mogelijkheid bestaat een collega te vragen een extra dienst te draaien. Een eventueel nadeel van een min-max contract is dat deze contractvorm voor de medewerker niet helemaal vrijblijvend is. Als deze namelijk wordt gevraagd om een extra dienst te draaien, dan dient deze redelijkerwijs aan deze vraag gehoor te geven. 3. Tijdelijk contract (invalkracht). Bij De Lichtenvoorde werken wij ook met tijdelijke contracten. De redenen hiervoor kunnen divers zijn: ziekte personeel, vakantieperiode, projecten, extra ondersteuning aan cliënten enzovoort. Het uitgangspunt is dat tijdelijke contracten worden verstrekt op basis van een nulurencontract. Invalkrachten worden soms aangesteld voor een specifiek team (bijvoorbeeld vakantiekrachten) maar vaker per cluster (invalpool). Voor elke invalkracht moet, voordat hij of zij aan het werk gaat, een aanmeldingsformulier bij P&O aanwezig zijn. Dit formulier wordt op DKS ingevuld en verstuurd door de roostermaker (in het geval van aanstelling bij een team) of door de trajectbegeleider (in geval van aanstelling bij de invalpool van het cluster). De inzet van alle invalkrachten wordt per cluster gecoördineerd door de trajectbegeleider. 4. Tijdelijk vaste contracten. De Lichtenvoorde maakt ook gebruik van tijdelijk vaste contracten. Hierbij is dus sprake van een tijdelijk contract maar wel met een vast aantal uren. Er kunnen drie redenen zijn voor een tijdelijk vast contract: 1. Langdurige afwezigheid (ziekte of onbetaald verlof) van een vaste medewerker. 2. Er is sprake van een project met een einddatum. 3. Door wet- en regelgeving (bijvoorbeeld aanbesteding) is onzeker wat in de toekomst de personeelsbezetting zal zijn. De reden dient dan ook duidelijk omschreven te zijn in het contract. Als er twijfel is of de reden van dit tijdelijk vast contract wel mogelijk is, doe dan altijd eerst navraag bij het clustermanagement. Indien nodig kan P&O het clustermanagement van advies voorzien.
P&O/beleid/versie augustus 2010
21
Bijlage 1 Schematisch overzicht regelingen. In onderstaand overzicht zie je al in grote lijnen de vastgestelde regels voor werknemers van 18 of ouder. In de eerste kolom: het onderwerp. De tweede kolom: de hoofdregel die geldt vanuit de arbeidstijdenwet ATW. In de derde kolom: de afwijking of aanvulling vastgelegd in het arbeidstijdenbesluit ATB. En in de vierde kolom: zie wat de CAO gehandicaptenzorg hierover aangeeft. Door nu van links naar rechts te lezen kun je zien welke regeling uiteindelijk van toepassing is bij De Lichtenvoorde. Is in de kolom CAO Gehandicaptenzorg een norm opgenomen dan dien je deze norm te volgen. Is deze kolom leeg dan kijk bij de kolom Afwijking/aanvulling ATB. Is deze ook leeg dan zijn de bepalingen uit de ATW (inclusief daarin genoemde uitzondering- en afwijkingsmogelijkheden) van toepassing.
Normen voor verpleging en verzorging normen: werknemers van
Hoofdregel ATW
Afwijking/ aanvulling ATB
CAO Gehandicaptenzorg
18 jaar of ouder1 Minimum rusttijden wekelijkse onafgebroken
Hetzij 36 uur per periode
Hetzij 36 uur per periode van 7 x
rust
van 7 x 24 uur. Hetzij 72
24 uur. Hetzij 72 uur per periode
uur per periode van 14 x
van 14 x 24 uur, op te splitsen in
24 uur (op te splitsen in
perioden van minimaal 32 uur.
perioden van min. 32 uur)
Per 9x24 uur moet in ieder geval 32 uur rust worden genoten
dagelijkse onafgebroken
11 uur per 24 uur (1 x per
11 uur per 24 uur. 1x per periode
rust
periode van 7x24 uur in te
van 7x24 uur in te korten tot 8 uur
2
korten tot 8 uur )
en 1x tot 10 uur
zondagsarbeid arbeidsverbod
op zondag wordt geen arbeid verricht, tenzij ...
uitzondering 1
tenzij het tegendeel is
arbeidsverbod
bedongen en uit de aard van de arbeid voortvloeit
uitzondering 2 1
2
tenzij de
Voor werknemers van 17 jaar en jonger gelden andere normen. Zie hiervoor de ATW en het ATB Indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit met zich meebrengen
P&O/beleid/versie augustus 2010
22
arbeidsverbod
bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken en het medezeggenschapsorgaan, of bij het ontbreken daarvan de personeelsvertegenwoordig ing, of bij het ontbreken daarvan de belanghebbende werknemer, daarmee instemt
zondagsbepaling
in geval van arbeid op
in ieder geval 22 vrije weekends
zondag ten minste 13 vrije
per jaar. Op verzoek werknemer
zondagen per 52 weken
kan hier van afgeweken worden.
maximum arbeidstijden arbeidstijd per dienst
12 uur
10 uur In uitzonderlijke, incidentele situaties uit te breiden tot 12 uur
arbeidstijd per week
60 uur
arbeidstijd per 4 weken
gemiddeld 55 uur
Afwijking mogelijk mits voldaan aan max per dienst,week & 16 weken arbeidstijd per 16 weken
Gemiddeld 48 uur per week
aanvullende regels indien er sprake is van nachtdiensten (meer dan een uur arbeid tussen 00.00 en 06.00 uur) Minimum rust na een
14 uur (1x per 7x24 uur in
14 uur (1x per 7x24 uur in te
nachtdienst die eindigt na
te korten tot 8 uur3) (bij
korten tot 8 uur4)
02.00 uur
verlengde nachtdienst 12 uur rusttijd)
Minimum rust na reeks
46 uur
van min 3 nachtdiensten Maximum arbeidstijd per
3 4
10 uur (5x per 14x24 uur
9 uur
Indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit met zich meebrengen Indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit met zich meebrengen
P&O/beleid/versie augustus 2010
23
nachtdienst
en 22 x per 52 weken uit te
In uitzonderlijke, incidentele
breiden tot 12 uur =
situaties uit te breiden tot 10 uur
verlengde nachtdienst) Maximum arbeidstijd per
gemiddeld 40 uur per week
16 weken indien 16x of meer nachtdienst Maximum aantal
Per 16 weken 36
Per 16 weken 43 nachtdiensten en
nachtdiensten
nachtdiensten die eindigen
per 52 weken max 140
na 02:00 uur. Afwijking
nachtdiensten6
mogelijk tot max 140 nachtdiensten die eindigen na 02:00 uur per 52 weken , of maximaal 38 uur arbeid tussen 00:00 en 06:00 uur per 2 aaneengesloten weken5 Overgangsregeling
Per 4 weken max 20
permanente nachtarbeid7
nachtdiensten die eindigen na 02:00 uur indien: - werknemer direct voorafgaand aan 1 jan 1996 een aantal jaren volgens gelijk arbeidstijdenpatroon werkte - dit patroon niet in strijd was met regelgeving en wetgeving destijds - dit door op andere wijze organiseren van de arbeid redelijkerwijs niet is te voorkomen
Maximum aantal
7
7
achtereenvolgende diensten in een reeks met
Bij collectieve regeling
nachtdiensten
verlengen tot max 8
5 6 7
Indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit met zich meebrengen Indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit met zich meebrengen
Deze overgangsbepaling bestond ook voor 1 april 2007 en hiervan kan enkel gebruik worden gemaakt indien de werknemer ook voor 1 april 2007 werkzaam was op basis van deze overgangsbepaling en aan de genoemde voorwaarden is voldaan
P&O/beleid/versie augustus 2010
24
pauze (tijdruimte van minimaal ¼ uur) arbeidstijd per dienst >
½ uur (op te splitsen in 2x
5 ½ uur
¼ uur)
½ uur (op te splitsen in 2x ¼ uur)
Afwijking mogelijk, minimaal 1 pauze van ¼ uur arbeidstijd per dienst > 10
¾ uur (op te splitsen in 3x
uur
¼ uur) Afwijking
½ uur (op te splitsen in 2x ¼ uur)
mogelijk, minimaal 1 pauze van ¼ uur consignatie (afwijking rusttijd en pauze) periode zonder consignatie
Per 28x24 uur 14 periodes van min 24 uur en 2 periodes van minimaal 48 uur geen arbeid en geen consignatie
consignatie voor en na een
11 uur voor en 14 uur na
nachtdienst
nachtdienst niet toegestaan
maximum arbeidstijd per
13 uur
24 uur maximum arbeidstijd per
60 uur
week maximum arbeidstijd per
Gemiddeld 48 uur per
16 weken - algemeen
week
maximum arbeidstijd per
Gemiddeld 40 uur per
week indien per 16 weken
week of
16 keer of meer
gemiddeld 45 uur per week
consignatie die geheel of
indien na de laatste oproep
gedeeltelijk de periode
tussen 00:00 uur en 06:00
tussen 00.00 uur en 06.00
uur 8 uur rust dan wel in
uur omvat
de 18 uur na 06:00 uur 8 uur rust
minimum arbeidstijd bij
½ uur
oproep in consignatie Aanwezigheidsdienst Maximum aantal
52
aanwezigheidsdiensten per 26 weken
P&O/beleid/versie augustus 2010
25
Maximale duur van een
24 uur
aanwezigheidsdienst Maximale arbeidstijd per
Gemiddeld 48 uur per week
Gemiddeld 48 uur per week
Opt-out mogelijkheid: bij
Opt-out mogelijkheid: bij
individuele instemming
individuele instemming
werknemer 60 uur
werknemer 56 uur
26 weken
Minimum rust voor en na
11 uur (per 7x24 uur 1x in te
een aanwezigheidsdienst
korten tot 10 uur en 1x in te korten tot 8 uren)8
Minimum rust per week
90 uur bestaande uit een onafgebroken rusttijd van 24 uur en 6 onafgebroken rustperioden van 11 uur (1 in te korten tot 10 uur en 1x in te korten 8 uur) Afwijkende afspraak over compenserende rusttijd mogelijk bij collectieve regeling
Bereikbaarheidsdienst Maximum aantal
3
bereikbaarheidsdiensten per periode van 7x24 uur Maximum aantal
32
bereikbaarheidsdiensten per 16 weken Bereikbaarheidsdienst voor
11 uur voor en 14 uur na
en na een nachtdienst
nachtdienst niet toegestaan
maximum arbeidstijd per
13 uur
24 uur maximum arbeidstijd per
60 uur
week maximum arbeidstijd per
Gemiddeld 48 uur per week
16 weken - algemeen maximum arbeidstijd per
Gemiddeld 40 uur per week
week indien per 16 weken
of
16 keer of meer
gemiddeld 45 uur per week
8
Enkel in geval van uitzonderlijke situaties, indien door de aard van de arbeid en bedrijfsomstandigheden aanleiding is voor een kortere rust. Na een verkorting dient in daaropvolgende rustperiode de rusttermijn te worden verlengd met de gemiste uren.
P&O/beleid/versie augustus 2010
26
consignatie die geheel of
indien na de laatste oproep
gedeeltelijk de periode
tussen 00:00 uur en 06:00
tussen 00.00 uur en 06.00
uur 8 uur rust dan wel in de
uur omvat
18 uur na 06:00 uur 8 uur rust
minimum arbeidstijd bij
½ uur
oproep in consignatie Cumulatie bijzondere diensten (consignatie + aanwezigheid- + bereikbaarheidsdiensten Maximum aantal
3
bijzondere diensten per periode van 7x24 uur Maximum aantal
32
bijzondere diensten per 16 weken
P&O/beleid/versie augustus 2010
27