Notitie datum
Notitie stresstest gemeente Den Haag
15 april 2015
aan
Gemeente Den Haag
van
SEO Economisch Onderzoek
Inleiding In opdracht van de gemeente Den Haag heeft SEO Economisch Onderzoek (SEO) een stresstest uitgevoerd op de gemeentelijke financiën van Den Haag. Het doel van de stresstest is te onderzoeken wat de mogelijke gevolgen zijn van exogene schokken voor de financiële positie van de gemeente. SEO heeft hiertoe een rekenmodel in Excel opgesteld, waarmee de effecten van een financiële crisis, een sociaal-economische crisis, een vastgoedcrisis en een rijksbezuiniging zijn berekend. Het model biedt de gemeente de mogelijkheid om de effecten van verschillende combinaties van deze scenario’s, alsook de effecten van zwaardere of minder zware varianten van deze scenario’s, door te rekenen. De stresstest kan de gemeente Den Haag aanvullend inzicht geven in de financiële positie, en is complementair aan het opstellen van bijvoorbeeld de jaarrekening, de begroting of een risicoprofiel. De berekende effecten geven weer met welke bedragen de financiën van de gemeente in een crisisscenario verslechteren ten opzichte van het basispad, gedurende de periode van vijf jaar waarin het stressscenario zich manifesteert. De uitkomsten van de stresstest kunnen worden gezien als de zuiver financiële effecten van mogelijke toekomstige crises. Deze bedragen dienen niet te worden opgevat als verliezen voor de gemeente Den Haag in een dergelijk scenario. Zo geldt bij het scenario voor een vastgoedcrisis dat de negatieve effecten voor een deel zijn toe te schrijven aan het stilvallen van projecten in de periode van vijf jaar en daarmee tot uitstel van inkomsten uit die projecten. Benadrukt dient te worden dat dit uitstel van inkomsten uit grondexploitaties betreft en geen verliezen. Wanneer deze projecten in de toekomst alsnog worden gerealiseerd, zullen deze dan inkomsten genereren. Benadrukt dient ook te worden dat de stresstest geen rekening houdt met beleidsinterventies die de gemeente kan plegen in een reactie op een crisis. Het in kaart brengen van de zuivere effecten van de exogene schokken stelt de gemeente in staat om de gewenste en noodzakelijke maatregelen af te wegen. Deze maatregelen kunnen er op gericht zijn de gevoeligheid van de gemeentefinanciën voor deze schokken te verkleinen, dan wel de wendbaarheid en/of weerbaarheid van de gemeente
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
1
NOTITIE
te vergroten, teneinde de effecten van de schokken op te vangen. Omdat deze (politieke) beslissingen buiten het bereik van de financiële stresstest vallen, kan ook geen oordeel worden gegeven over de vraag of de gemeente voor de stresstest ‘geslaagd’ of ‘gezakt’ is. 1,2 Deze notitie geeft allereerst een beschrijving van de verschillende crises met daarin de gemaakte aannames over het basispad (‘wat naar verwachting zal gebeuren’) en de crisisscenario’s (‘wat kan gebeuren’). Daarna volgt een bespreking van de effecten van de onderzochte crisisscenario’s op de financiën van de gemeente Den Haag. Het laatste gedeelte van deze notitie beschrijft het Excelmodel waarmee de gemeente eenvoudig zelf de effecten van andere crisisscenario’s kan doorrekenen.
Crisisscenario’s Om tot een goede duiding van de uitkomsten van de stresstest te komen, worden allereerst de algemene principes besproken voor het opstellen van de crisisscenario’s. Daarna zal worden ingegaan op de specifieke aannames die gemaakt zijn voor elk van de verschillende crisisscenario’s.
Algemeen Het doel van de stresstest is te analyseren hoe de gemeentefinanciën worden beïnvloed in extreme, maar plausibele scenario’s. Deze scenario’s betreffen uitdrukkelijk geen voorspellingen, maar mogelijke ontwikkelingen in de toekomst. Met andere woorden: de scenario’s geven niet aan wat staat te gebeuren, maar wat kan gebeuren. Er worden in dit onderzoek geen uitspraken gedaan over de waarschijnlijkheid dat de crisisscenario’s optreden. De crisisscenario’s zijn opgesteld volgens het principe 'extreem maar plausibel’. Dit principe impliceert dat de kans dat deze scenario’s zich voordoen klein is maar wel reëel. De stresstest beperkt zich tot het in kaart brengen van de zuiver financiële effecten van een aantal economische stressscenario’s. Beleidsinterventies worden niet doorgerekend. Wel worden ‘automatische’ beleidsreacties meegenomen. Deze beleidsreacties zijn niet zozeer gericht op herstel van het financieel evenwicht, maar beleid dat automatisch verbonden is aan de exogene gebeurtenis door wet- en regelgeving of door staand beleid. Ook zijn effecten beschreven waarvan het verband met het crisisscenario lastig te bepalen is, maar die wel een belangrijke impact op de gemeentefinanciën kunnen hebben. Hierbij kan gedacht worden aan het effect van het materieel worden van
1
2
2
Resultaten uit deze stresstest zijn niet direct te vergelijken met die van andere stresstesten uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek, zoals de stresstest voor de gemeente Den Haag uit 2012 (van Buiren et al., 2012). De reden hiervoor is dat bij elke nieuwe stresstest de jongste economische gegevens als uitgangspunt worden genomen. De stresstest in dit onderzoek beslaat grofweg de periode 2015 tot en met 2019; als basisjaar geldt 2014. In eerder uitgevoerde stresstesten zijn andere basisjaren gebruikt, waardoor ook het basispad voor de vijf jaar daarna afwijkt. De in dit rapport gepresenteerde berekeningen en effecten zijn gebaseerd op financiële informatie die ter beschikking is gesteld door de gemeente Den Haag. Op deze informatie is door SEO geen onderzoek verricht dat het karakter draagt van een accountantscontrole of due dilligence. SEO is derhalve niet verantwoordelijk voor fouten of omissies in deze gegevens. Het gebruik van andere gegevens kan tot andere uitkomsten en conclusies leiden.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
3
garantiestellingen op de financiën van de gemeente. Deze effecten zijn als extra opties opgenomen in het Excelmodel. De gekozen crisisscenario’s zijn gebaseerd op scenario’s van andere stresstesten of afgeleid van historische gegevens. Bij het bespreken van de verschillende typen crises zal worden verwezen naar de hiervoor gebruikte bronnen. De effecten van de crisisscenario’s op de gemeentefinanciën worden gesimuleerd voor een periode van vijf jaar, overeenkomstig de ‘Schokproef Overheidsfinanciën’ (Ministerie van Financiën, 2014). De motivatie hiervoor is dat in een periode van vijf jaar beleidswijzigingen op nationaal en gemeentelijk niveau zich zullen voordoen, en dat berekeningen van de effecten voor een langere periode over het algemeen minder waardevol worden. Bij het interpreteren van de resultaten moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de crisisscenario’s kosten en baten kunnen beïnvloeden die achter de horizon van vijf jaar liggen, bijvoorbeeld doordat vastgoedprojecten ten tijde van crisis uitgesteld worden. De beperking van de exogene schokken tot een periode van vijf jaar impliceert dat de betreffende variabelen zich na deze vijf jaar (op den duur) weer ontwikkelen volgens het basisscenario. Ondanks dat de schokken zelf dus incidenteel zijn, kan echter wel sprake kan zijn van structurele effecten. Zo vindt de daling van de huizenprijzen plaats in de periode van vijf jaar, waarna de huizenprijzen zich op een structureel lager niveau bevinden dan wanneer de exogene schokken zich niet zouden hebben voorgedaan. De analyse beperkt zich evenwel tot de effecten op de financiën van de gemeente tijdens de periode waarin de schokken zich voordoen. Eventuele structurele effecten op de financiën van de gemeente na de onderzoeksperiode van vijf jaar zijn niet in beschouwing genomen.
Financiële crisis De financiële crisis in deze stresstest krijgt zijn beslag in oplopende lange rente of deflatie. Ook kan een combinatie van beide onderzocht worden. Een stijging van de lange rente heeft effect op de leningen op de balans van de gemeente Den Haag. Deflatie heeft effect op de rentekosten, rentebaten en afschrijvingen. Het model berekent hoe deze baten en kosten tijdens de financiële crisis in reële termen afwijken van baten en kosten in het basispad (de financiële positie van de gemeente zonder crisis). Het basispad en stressscenario zijn weergegeven in Tabel 1. Tabel 1
Lange rente Inflatie
Scenario voor een financiële crisis op de Nederlandse economie Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Basispad (%)
1,05
1,05
1,05
1,05
1,05
Crisisscenario (%)
1,95
3,40
4,35
4,45
3,45
Basispad (%)
0,90
0,90
0,90
0,90
0,90
-1,34
-0,72
-0,28
-0,02
0,36
Crisisscenario (%) Bron:
SEO Economisch Onderzoek (2015)
Het basispad en crisisscenario in Tabel 1 zijn – zoals alle scenario’s in deze stresstest – gebaseerd op gezaghebbende nationale en internationale rapporten, aangevuld met historische gegevens. De basiswaarden van een lange rente (1,05%) en inflatie (0,90%) zijn voorspellingen voor 2016 uit het meest recente OESO-rapport (OECD, 2014). Bij gebrek aan voorspellingen verder de toekomst in
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
3
NOTITIE
zijn deze waarden geëxtrapoleerd voor gehele periode van vijf jaar. Het crisisscenario voor de lange rente is gebaseerd op de grootste geobserveerde toename van de rente in Nederland, die tot stand kwam in de periode 1989-1993 (DNB, 2015). Ten slotte is voor het crisisscenario voor de deflatie (of negatieve inflatie) gebruik gemaakt van de gemeten inflatie in Japan van 2009 tot en met 2013 (Statistics Bureau Japan, 2015). 3 Voor de uitstaande leningen geldt dat vaste rentepercentages worden betaald die de komende jaren niet zullen wijzigen. Daarnaast geldt dat gemeenten een terughoudend beleid voeren bij het verstrekken van nieuwe leningen. Daarom wordt in het model geen effect op de rentebaten verondersteld. Omdat de financiële crises in het onderhavige onderzoek beperkt is tot oplopende lange rente en inflatie, is er geen effect berekend op de rentekosten van de kortlopende schulden. 4 Het effect van een oplopende lange rente beperkt zich derhalve tot de nieuw aangegane leningen, waarbij het verschil in rentelasten berekend wordt ten opzichte van die bij de lange rente zonder crisis. Deflatie heeft in het model effect op die bedragen die nominaal constant zijn en normaliter niet gecorrigeerd worden voor inflatie. Dit zijn rentekosten, rentebaten en afschrijvingen. Zo beschouwd nemen bij deflatie de rentekosten, de rentebaten en afschrijvingen in reële termen toe. Het effect van een scenario met deflatie is op basis van de balans doorgerekend voor de rentekosten- en baten. Het effect op de afschrijvingen is berekend via de baten- en lastenrekening. Het deel van deze bedragen, dat in dat jaar niet geherfinancierd wordt, is verdisconteerd met het scenario van deflatie ten opzichte van het basispad. Behalve bovengenoemde effecten van een oplopende lange rente en deflatie, zou een financiële crisis ertoe kunnen leiden dat uitstaande leningen niet kunnen worden terugbetaald, omdat de partijen aan wie die leningen zijn verstrekt in financiële problemen komen. Dit effect maakt geen onderdeel van het crisisscenario en de in deze notitie gepresenteerde effecten. In het rekenmodel is echter een knop ingebouwd waarin een default-percentage kan worden ingevuld. Het effect van default op de gemeentefinanciën wordt berekend door het bedrag dat de gemeente in een jaar moet aan leningen moet afschrijven (die niet terugbetaald kunnen worden) en de rente-inkomsten die de gemeente daardoor misloopt. Een financiële crisis zou er ook toe kunnen leiden dat garantiestellingen van de gemeente Den Haag worden aangesproken. Voor het berekenen van het effect hiervan op de gemeentefinanciën is in het model onderscheid gemaakt tussen garantiestellingen van de gemeente, namelijk Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), en overige garanties. Ook de eventuele aanspraak op deze garanties kan in het rekenmodel ingevuld worden. 3
4
4
Tegen dit financiële crisisscenario zou kunnen worden ingebracht dat een stijgende rente en dalende inflatie in de praktijk gewoonlijk niet samen gaan. In dit onderzoek worden de ontwikkelingen op de lange rente en de inflatie onafhankelijk van elkaar ingebracht, omdat ze beide een negatief effect op de gemeentefinanciën kunnen hebben. Zoals eerder genoemd doen we geen uitspraken over de waarschijnlijkheid dat de crisisscenario’s optreden. Een veronderstelling over het verband tussen de ontwikkeling van de lange en de korte rente en/of over de verhouding tussen de lange en de korte rente is niet goed te maken, getuige de historische ontwikkeling van beide variabelen. Daarbij geldt dat de korte rente als (beleids)instrument wordt ingezet door de Europese Centrale Bank als reactie op veranderende economische omstandigheden. Ook hiervan is geen goede prognose te maken.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
5
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) zorgt ervoor dat woningbouwcorporaties tegen gunstige rentetarieven en voorwaarden geld kunnen lenen. De gemeenten en het Rijk nemen daarbij een tertiaire achtervangpositie in. In het model kan een percentage worden ingevuld van aanspraak op deze achtervangpositie. De gemeente maakt in dit geval rentekosten voor leningen die zij renteloos moet verstrekken, welke in jaar t gelijk zijn aan de lange rente van jaar t. Er wordt verondersteld dat de kosten hiervan in de gehele periode van de stresstest doorlopen; indien er in jaar 1 aanspraak wordt gemaakt op de garantiestelling, worden er dus voor 5 jaar rente-inkomsten misgelopen. De gemeente participeert ook in het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Inwoners van Den Haag kunnen hierdoor deelnemen aan de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) voor de aankoop en renovatie van woningen. Ook bij de WEW namen zowel de gemeente als het Rijk tot 31 december 2010 een tertiaire achtervangpositie in. Vanaf 1 januari 2011 wordt de volledige achtervangfunctie door het Rijk vervuld en loopt de gemeente dus geen risico bij nieuw afgegeven garanties. Tot slot heeft de gemeente ook garanties afgegeven bij leningen van bijvoorbeeld sportverenigingen. Indien deze garanties worden aangesproken, zal de gemeente het bedrag als een verlies moeten nemen. De gemeente maakt in dit geval dus kosten ter hoogte van het bedrag waarvoor de gemeente garant staat.
Sociaal-economische crisis De sociaal-economische crisis wordt in deze stresstest gedefinieerd als een economische krimp en stijgende werkloosheid. Het stressscenario en basispad zijn weergegeven in Tabel 2. Merk op dat de werkloosheidspercentage de landelijke werkloosheidspercentages betreffen. Tabel 2
Scenario voor een sociaal-economische crisis op de Nederlandse economie Jaar 1
Economische groei
Basispad (%)
Bron:
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
1,25
1,25
1,25
1,25
1,25
-4,15
-0,45
0,09
0,31
0,85
Basispad (%)
6,8
6,8
6,8
6,8
6,8
Crisisscenario (%)
8,5
10,7
11,8
12,7
13,1
Crisisscenario (%) Werkloosheid
Jaar 2
SEO Economisch Onderzoek (2015)
De economische groei (1,25%) en werkloosheid (6,8%) in het basispad zijn voorspellingen voor 2015 uit de Macro-Economische Verkenning van het Centraal Planbureau (CPB, 2014). 5 De crisisscenario’s zijn gebaseerd op cijfers uit ‘Schokproef Overheidsfinanciën’ (Ministerie van Financiën, 2014).
5
Tijdens de expertsessie rees de vraag of de jaarlijks groeiende economie in het basispad (1,25%) niet een daling in de werkloosheid tot gevolg zal hebben. De relatie tussen groei en werkloosheid is echter te complex om het basispad om deze reden aan te passen. Zo toont het CBS (2004) aan dat in de periode 1980– 2003 de werkloosheid altijd steeg als de economische groei beneden de 2,3 procent bleef.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
5
NOTITIE
Het effect van de exogene schokken wordt berekend door relevante posten uit de baten- en lastenrekening 6 te vermenigvuldigen met de verandering in de economische groei in het crisisscenario ten opzichte van de economische groei in het basispad. In het model is geen effect van de economische groei op de onroerendezaakbelasting (ozb) opgenomen, daar effecten op de ozb-inkomsten tot uiting komen bij de vastgoedcrisis. Voor de berekening van de effecten van toenemende werkloosheid is allereerst de startwaarde van de werkloosheid in de gemeente Den Haag met de procentuele toename in de gemiddelde landelijke werkloosheid doorgerekend. De gemeente Den Haag heeft namelijk een hoger werkloosheidspercentage in het basisjaar dan het landelijk gemiddelde. De werkloosheidsschok in het model is geformuleerd als een toename van de werkloosheid in Nederland van 8,3 procent in het basisjaar naar 13,1 procent in jaar 5. Dit is een verandering van 4,8 procentpunt, maar een relatieve toename van 58 procent. In Den Haag was het werkloosheidspercentage in het basisjaar 11,6 procent. Vervolgens is bepaald wat het effect van dit hogere werkloosheidspercentage is voor de uitgaven en inkomsten die verbonden zijn aan de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Daarbij wordt bepaald wat de relatie is tussen toename van het aantal werklozen en toename van het aantal bijstandsgerechtigden. Hiervoor is een formule van het Centraal Planbureau gehanteerd (CPB, 2012). Het CPB heeft naar aanleiding van de gewijzigde financieringssystematiek van de bijstand onderzocht wat de relatie is tussen een verandering van het aantal werklozen en een verandering in het aantal mensen in de bijstand. Deze relatie is weergegeven in de volgende formule: ∆WWBt = 0,15 ∗ ∆WBBt + 0,15 ∗ ∆WBB(t−1) + b
In deze formule staat WWB voor Wet Werk en Bijstand (te onderscheiden van de werkloze beroepsbevolking, WBB). De ‘b’ uit de formule houdt rekening met eventuele beleidswijzigingen. Deze wordt in het onderzoek op nul gesteld. Een verandering in de werkloosheid van het huidige jaar leidt in de formule tot een beperkte verandering in kosten voor WWB; slechts 15 procent van de werkloosheidsaanwas in het jaar t komt ook in dat jaar in de bijstand. Om te bepalen wat het effect is van een toenemend aantal mensen in de bijstand voor de inkomsten en uitgaven verbonden aan de WWB, is onderscheid gemaakt tussen het inkomensdeel (I-deel), het werkgelegenheidsdeel (W-deel), de uitvoeringskosten van de gemeente en het gemeentelijk minimabeleid. Voor het I-deel is aan de uitgavenkant de veronderstelling gemaakt dat de nieuwe mensen die in de bijstand terechtkomen, een bijstandsuitkering ontvangen die gelijk is aan de gemiddelde bijstandsuitkering van mensen in de bijstand in Den Haag in 2014. De uitgaven nemen dan toe met het aantal nieuwe bijstandsgerechtigden maal de gemiddelde bijstandsuitkering in 2014. Daarnaast nemen de uitvoeringskosten van de gemeente toe met een vast bedrag per uitkeringsgerechtigde.
6
Tijdens de expertsessie is besproken welke posten invloed ondervinden van een verandering in economische groei. Het wel of niet meenemen van posten uit de baten- en lastenrekening kan door de gemeente zelf worden aangepast. Dit staat verderop in de notitie beschreven.
6
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
7
Als definitie van de uitvoeringskosten geldt in de stresstest ‘alle loonkosten gemoeid met het uitbetalen van de bijstandsuitkeringen’; (loon)kosten in verband met begeleiding van bijstandsgerechtigden (bijvoorbeeld begeleiding naar nieuw werk) vallen dus buiten deze definitie. In de stresstest voor Den Haag wordt verondersteld dat de extra inkomsten die de gemeente ontvangt ten behoeve van het I-deel gelijktijdig plaatsvinden met de stijgende uitgaven. Als vergoeding per bijstandsuitkering is het gemiddelde bedrag per uitkeringsgerechtigde genomen. Dit bedrag is voor het jaar 2015 vastgesteld op € 14.063, zoals aangeleverd door de gemeente Den Haag. Het is ook mogelijk (zoals in andere stresstesten van SEO is aangenomen) dat het effect van de extra inkomsten met een vertraging optreedt. In dit geval wordt een toename in de kosten aan bijstandsuitkeringen door de gemeente dus in eerste instantie uit eigen middelen opgevangen, waarna dit vervolgens op een later moment jaar wordt vergoed. Het rekenmodel heeft een knop waarin een vertraging in een aantal maanden kan worden ingevoerd. Voor de uitgaven aan het gemeentelijk minimabeleid, waar de bijzondere bijstand onder valt, wordt verondersteld dat deze mee zal groeien met het aantal mensen in de bijstand als gevolg van bestaand beleid. Er wordt geen effect op de baten verbonden aan het gemeentelijk minimabeleid verondersteld.
Vastgoedcrisis Het stressscenario van de vastgoedcrisis is weergegeven in Tabel 3. De getallen in Tabel 3 zijn indexcijfers van teruglopende prijzen en aantallen transacties ten opzichte van het basispad, waarbij onderscheid is gemaakt tussen woningen en niet-woningen. Het basisscenario bestaat uit een gelijkblijvend niveau van 100 voor alle vier variabelen over alle vijf jaren (niet expliciet weergegeven in Tabel 3). Tabel 3
Scenario voor een vastgoedcrisis op de Nederlandse economie
Woningen Niet-woningen
Bron:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Prijsontwikkeling (basis=100)
93
85
79
79
79
Volume transacties (basis=100)
75
75
75
75
75
Prijsontwikkeling (basis=100)
95
89
84
84
84
Volume transacties (basis=100)
66
66
66
66
66
SEO Economisch Onderzoek (2015)
De prijsdalingen in het crisisscenario zijn geleidelijk en lopen op tot 21% (woningen) en 16% (nietwoningen) in jaar 3. Deze cijfers zijn afkomstig uit de bankenstresstest van de Europese Bankautoriteit (ESRB, 2014). Wat betreft het transactievolume is voor dezelfde terugloop gekozen als in de stresstesten die sinds medio 2012 door SEO zijn uitgevoerd. In de stresstest die begin 2012 voor Den Haag is uitgevoerd (van Buiren et al., 2012) werd nog rekening gehouden met een twee maal zo hevige volumedaling voor zowel woningen als niet-woningen.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
7
NOTITIE
De vastgoedcrisis werkt in het model op twee manieren door op de gemeentefinanciën: via de onroerendezaakbelasting (ozb) en via de grondexploitaties van de gemeente. 7 Bij dalende prijzen van woningen en niet-woningen zullen de inkomsten uit ozb teruglopen bij gelijkblijvende procentuele tarieven. De ozb-inkomsten worden namelijk bepaald door de WOZ-waarde. Een daling van de huizenprijzen werkt met een vertraging van 2 jaar door in de ozb-inkomsten. De verschuldigde belasting van jaar t wordt namelijk gebaseerd op de WOZ-waarde van het jaar daarvoor (jaar t-1). De WOZ-waarde van het jaar t-1 wordt op zijn beurt weer bepaald op basis van gerealiseerde verkoopprijzen in jaar t-2. Veel gemeenten hanteren als bestaand beleid om de opbrengsten uit ozb jaarlijks constant te houden. Bij de resultaten wordt echter wel gepresenteerd wat het effect van de vastgoedcrisis zou zijn als de tarieven door de gemeente toch constant zouden worden gehouden (en de inkomsten uit ozb teruglopen). De vastgoedcrisis heeft gevolgen voor de inkomsten en uitgaven van grondexploitaties van de gemeente. Voor het doorrekenen van dit effect is eerste een vertaling gemaakt van een daling in de prijs van woningen/niet-woningen naar een daling van de prijs van grond. Het is gebruikelijk om hierbij een hefboomwerking te veronderstellen. De gedachte achter deze hefboomwerking is dat wanneer de stichtingskosten in beperkte mate meebewegen met de prijzen van woningen en nietwoningen, de grondprijs in relatieve termen in versterkte mate reageert op de prijzen van woningen en niet-woningen. Opgemerkt dient te worden dat de hefboomwerking afhangt van de mate waarin de bouwkosten meebewegen met de ontwikkeling van de woningprijs en van het aandeel van de grondprijs in de totale woningprijs. Bewegen die in dezelfde mate mee, dan is er geen hefboomeffect. Daarnaast is de omvang van de hefboom is afhankelijk van de omvang van de waardes die gekozen worden. De hefboom is daarom variabel opgenomen in het model. De daling van het volume van vastgoedtransacties wordt ook gebruikt als indicator voor de daling van de afzet van grond ten opzichte van de in de lopende grondexploitaties. De gemeente Den Haag heeft aangegeven dat voor haar projecten een hefboom van rond de 1,5 aannemelijk is. Dit is de waarde die is gekozen voor het beschrijving van de effecten. In het Excelmodel is het mogelijk andere waarden in te voeren. 8 In het crisisscenario dalen de inkomsten naar aanleiding van een prijsdaling en een vraaguitval. Een prijsdaling (∆𝑝𝑝𝑡𝑡 ) van bijvoorbeeld 8 procent en een vraaguitval (∆𝑞𝑞𝑡𝑡 ) van 50 procent leidt in Den Haag, bij een hefboom (ℎ) van 1,5, tot een inkomstenniveau (𝐼𝐼𝑡𝑡 ) van 44 procent ten opzichte van de verwachte inkomsten (𝑉𝑉𝑉𝑉𝑡𝑡 ). In formule-vorm ziet dit er als volgt uit: 7
8
8
In dit onderzoek is erfpacht buiten beschouwing gelaten vanwege het relatief te verwaarlozen effect gedurende de stresstest ten gevolge van de vastgoedcrisis. De looptijd van een canon bedraagt namelijk vijftig jaar, zodat slechts gemiddeld twee procent van de canons jaarlijks afloopt. Ook is het effect op de huurinkomsten van gebouwen die de gemeente aan derden verhuurt buiten beschouwing gelaten, omdat dit vaak specifieke gebouwen betreffen (zoals bibliotheken). Tot slot is ook het effect van de WOZ-waarde op de uitkeringsfactor uit het gemeentefonds buiten beschouwing gelaten. In een eerder uitgevoerde stresstest van de gemeente Den Haag (van Buiren et al., 2012) werd gewerkt met een hefboom van 2.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
9
𝐼𝐼𝑡𝑡 = 𝑉𝑉𝑉𝑉𝑡𝑡 × (1 + ℎ × ∆𝑝𝑝𝑡𝑡 ) × (1 + ∆𝑞𝑞𝑡𝑡 )
Uit overleg met de gemeenten waarvoor de stresstest in 2011/12 is uitgevoerd, kwam naar voren dat in reactie op de vastgoedcrisis er mogelijk een automatische beleidsreactie optreedt, die bestaat uit het vertragen of stilleggen van projecten. In 2012 is op basis van gesprekken met de gemeenten aangenomen dat bij vertragen of stilleggen van projecten 80 procent van de kosten op die projecten bespaard kan worden. Op deze manier is deze beleidsreactie ook nu in het model van Den Haag verwerkt, maar hier kunnen ook andere veronderstellingen worden gemaakt. Tot slot wordt verondersteld dat de uitgaven van een grondbedrijf in een jaar afhangen van het volume dat wordt afgezet. De uitgaven (𝑈𝑈𝑡𝑡 ) veranderen met de vastgoedcrisis als volgt ten opzichte van de verwachte uitgaven (𝑉𝑉𝑉𝑉𝑡𝑡 ): 𝑈𝑈𝑡𝑡 = 𝑉𝑉𝑉𝑉𝑡𝑡 × [(1 − ∆𝑞𝑞𝑡𝑡 ) + (∆𝑞𝑞𝑡𝑡 × 20%)]
In het model zijn knoppen ingebouwd waarbij een aantal van de bovenstaande aannames kunnen worden gewijzigd. Zo kan de hoogte van de hefboom worden aangepast en kan de kostenbesparing bij stilleggen van de projecten worden aangepast. Daarnaast kan in het model ook worden ingesteld dat het ozb-tarief constant blijft in plaats van de reële opbrengsten.
Rijksbezuiniging Net als in de stresstest van 2012 is in het model ook de mogelijkheid opgenomen om de effecten van een rijksbezuiniging via kortingen op het gemeentefonds te simuleren. Omdat een rijksbezuiniging een politieke beslissing is (buiten de gemeente Den Haag om), is de omvang van dit crisisscenario per definitie minder goed te onderbouwen dan voor de andere crises. Bij wijze van illustratie wordt in deze notitie het effect berekend van een reductie van het gemeentefonds met 5% in een periode van 4 jaar. Aangenomen wordt dat de bezuiniging gelijk verdeeld wordt over de jaren t=2 tot en met t=5, zoals te zien is in Tabel 4. Zoals bij alle crisisscenario’s in deze stresstest, kan de gemeente eenvoudig de effecten van een zwaardere of minder zware rijksbezuiniging berekenen. Tabel 4
Scenario voor een rijksbezuiniging
Gemeentefonds Bron:
Ontwikkeling (basis=100)
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
100
98,75
97,5
96,25
95
SEO Economisch Onderzoek (2015)
Uitkomsten stresstest: effecten van de crises De berekende effecten in de stresstest zijn de bedragen waarmee de gemeentefinanciën in een crisisscenario verslechteren ten opzichte van het basispad. Zoals beschreven is het basispad een scenario zonder crisis waarbij wordt uitgegaan van de huidige financiële positie van de gemeente. De negatieve effecten moeten derhalve worden gezien als de netto bedragen waarmee de financiële
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
9
NOTITIE
positie van de gemeente verslechtert bij het uitblijven van beleidsreacties van de gemeente. Bovendien kunnen de effecten alleen geduid worden in relatie tot de aannames over de crisisscenario’s, waarbij zoals gezegd geen enkele uitspraak wordt gedaan over de waarschijnlijkheid dat deze scenario’s optreden.
Financiële crisis De resultaten van de modelberekeningen van het financiële crisisscenario zijn weergegeven in Tabel 5. Het effect van de oplopende lange rente groeit van € 1,1 miljoen in jaar 1 tot € 15,4 miljoen in jaar 5. Het totale (oftewel cumulatieve) negatieve effect van de rentestijging over vijf jaar is € 41,2 miljoen, wat overeenkomt met een jaarlijks gemiddeld negatief effect van € 8,3 miljoen ten opzichte van het basisscenario. Tabel 5
Effecten van de financiële crisis op de gemeentefinanciën van Den Haag
Effecten (verandering in miljoen € t.o.v. basispad)
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Lange rente
-1,1
-4,1
-8,2
-12,4
-15,4
-41,2
-8,3
Inflatie
-0,1
-0,1
-0,1
-0,1
0,0
-0,3
-0,1
Totaal financiële crisis
-1,2
-4,1
-8,3
-12,5
-15,5
-41,6
-8,3
Bron:
Totaal Gemiddeld
SEO Economisch Onderzoek (2015)
Het effect van de negatieve inflatie (d.w.z. deflatie) kan op eenzelfde manier afgelezen worden uit Tabel 5. Dit effect is relatief klein ten opzichte van het effect van de lange rente. Het totale negatieve effect van het scenario voor de financiële crisis over vijf jaar is € 41,6 miljoen. 9 Hierbij is de mogelijkheid van default op leningen en aanspraak op garantiestellingen niet meegenomen.
Sociaal-economische crisis Tabel 6 toont de modelberekeningen van het scenario van de sociaal-economische crisis. In vergelijking met de financiële crisis is het totale negatieve effect van de sociaal-economische crisis (€ 121 miljoen) ongeveer drie keer zo groot. Te zien is dat de werkloosheid een grotere bijdrage levert aan het totaaleffect dan de economische groei. In jaar 1 en 2 is het effect van de groei nog wel groter dan het werkloosheideffect, gegeven de scenario’s zoals die voor de sociaal-economische crisis zijn opgesteld.
9
10
Door afronding lijken sommige totalen in Tabel 5 (jaar 2, jaar 5, totaal en gemiddeld) niet op te tellen.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
Tabel 6
11
Effecten van de sociaal-economische crisis op de gemeentefinanciën van Den Haag
Effecten (verandering in miljoen € t.o.v. basispad)
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Economische groei
-6,8
-8,9
-10,4
-11,7
-12,3
-50,0
-10,0
Werkloosheid
-1,7
-8,6
-16,3
-20,9
-23,9
-71,4
-14,3
Totaal sociaaleconomische crisis
-8,5
-17,5
-26,7
-32,6
-36,2
-121,5
-24,3
Bron:
Totaal Gemiddeld
SEO Economisch Onderzoek (2015)
Voor een goede interpretatie van het werkloosheideffect zijn nog twee opmerkingen van belang. Ten eerste is aangenomen (zoals boven beschreven) dat de extra inkomsten die de gemeente zal ontvangen ten behoeve van de bijstandsverlening gelijktijdig meestijgen met de extra kosten aan bijstandsverlening. Als een vertraging van de inkomsten wordt meegenomen (mogelijk van enkele maanden tot een jaar) wordt het berekende negatieve effect van de werkloosheid groter. Ten tweede is er in het rekenmodel voor gekozen om geen effecten op de inkomsten voor minimabeleid mee te nemen. Dit is gedaan omdat het toekennen van extra budget voor minimabeleid aan de gemeente een politieke beslissing is, en geen automatische beleidsreactie. Dit laat onverlet in de praktijk het zeer goed mogelijk is dat het budget voor minimabeleid zal stijgen indien de uitgaven stijgen. Als dit geval zou worden meegenomen, zouden de effecten van het werkloosheid kleiner zijn.
Vastgoedcrisis Het totale negatieve effect van de gesimuleerde vastgoedcrisis over vijf jaar, bij het uitblijven van beleidsreacties van de gemeente, is berekend op € 88 miljoen (zie Tabel 7). Zoals bij de andere crises hangt dit resultaat af van de gemaakte aannames over de scenario’s. In het geval van de vastgoedcrisis zijn dit de verondersteld prijs- en volumeontwikkelingen, maar ook de hoogte van de hefboom. Tabel 7
Effecten van de vastgoedcrisis op de gemeentefinanciën van Den Haag
Effecten (verandering in miljoen € t.o.v. basispad) Woningen Niet-woningen Totaal vastgoedcrisis Bron:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Totaal Gemiddeld
-2,7
-8,0
-18,6
-17,2
-27,0
-73,5
-14,7
0,0
-1,1
-3,7
-3,5
-6,2
-14,5
-2,9
-2,7
-9,1
-22,2
-20,8
-33,2
-88,0
-17,6
SEO Economisch Onderzoek (2015)
Bij het interpreteren van de jaarlijkse effecten van de vastgoedcrisis moet bovendien in herinnering worden gebracht dat het gaat om verschillen in bedragen tussen het crisisscenario en het basispad. Het is verleidelijk om deze bedragen te zien als ‘verliezen’, maar dit is onjuist. Belangrijk bij de
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
11
NOTITIE
vastgoedcrisis is dat als een automatische beleidsreactie projecten stil worden gelegd. Deze projecten zouden achter de horizon van vijf jaar alsnog tot eerder verwachte kosten en baten kunnen leiden, uiteraard met alle onzekerheid die daar bij hoort. 10
Rijksbezuiniging Als laatste van de vier onderzochte crisis is een rijksbezuiniging onderzocht (Tabel 8). Een reductie van het gemeentefonds met 5% leidt tot een negatief effect van € 99,3 miljoen. Tabel 8
Effecten van de rijksbezuiniging op de gemeentefinanciën van Den Haag
Effecten (verandering in miljoen € t.o.v. basispad) Gemeentefonds Bron:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
0,0
-9,9
-19,9
-29,8
-39,7
Totaal Gemiddeld -99,3
-19,9
SEO Economisch Onderzoek (2015)
Beschrijving Excelmodel Ten behoeve van deze stresstest is een rekenmodel gebouwd voor de gemeente Den Haag. Dit model legt een kwantitatieve relatie tussen exogene economische ontwikkelingen en de gemeentelijke financiën. De input/output-sheet is de ‘Cockpit’ van het model. Deze bevat de knoppen waar aan de gebruiker kan draaien en geeft een samenvattend beeld van de door het model berekende effecten. De knoppen betreffen de cijfers die de omvang van de exogene schokken weergeven, maar betreffen ook variaties op de coëfficiënten die in het model zijn ingebracht. Een voorbeeld daarvan is een knop in het model waarmee met de omvang van de hefboomwerking van huizenprijzen op grondprijzen kan worden gevarieerd. Een uitgebreider overzicht van de uitkomsten van het model is te vinden in het tabblad ‘Jaarlijkse effecten’. Naast de knoppen in de Cockpit maakt het model gebruik van een drietal andere inputsheets, namelijk de sheets ‘Baten’, ‘Lasten’ en ‘Balans en overige input’. In deze tabbladen bevindt onder andere zich de IV3 rekening en de balans. Het Excelbestand bevat daarnaast tabbladen die zijn gevuld met berekeningen die ‘onder de motorkap’ plaatsvinden. Deze tabbladen zijn verborgen om abusievelijke wijzigingen in de berekeningen te voorkomen.
10
12
Tijdens de expertsessie werd duidelijk dat er behoefte is om de effecten van de vastgoedcrisis op te delen in prijseffecten en volume-effecten. Op dit moment is dit echter niet goed mogelijk, vooral doordat de twee effecten elkaar op niet-triviale wijze versterken.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
13
Cockpit De Cockpit van het model bevat de crisis- en basisscenario’s en bijbehorende knoppen waar aan de gebruiker kan draaien en geeft daarnaast de belangrijkste uitkomsten van de in het model berekende effecten weer. De Cockpit is zo opgezet dat een verandering in de input meteen terug te zien is in de effecten. De cockpit is opgedeeld in drie blokken voor de drie verschillende soorten crises, met daarboven een mogelijkheid om vooraf ingestelde combinaties van crisis in te vullen. Deze kunnen worden gekozen uit het ‘dropdownmenu’ en automatisch in de blokken worden ingevuld door op de knop ‘Invullen’ te klikken. Financiële crisis Het blok ‘Financiële crisis’ bestaat uit het crisispad en het basispad voor de lange rente het crisispad en het basispad voor de inflatie waarmee gerekend wordt. Rechts hiervan staan meteen de uitkomsten voor de financiële crisis weergegeven als gevolg van de voor lange rente en inflatie gespecificeerde schokken (d.w.z. het verschil tussen crisis en basispad). Onder deze twee schokken is een regel ingebouwd in het model waar een “default” percentage voor de jaren 1 t/m 5 kan worden ingevuld voor leningen die niet kunnen worden terugbetaald als gevolg van een financiële crisis. Ook kan hier een percentage per jaar worden ingevuld voor garantiestellingen van de gemeente Den Haag die worden aangesproken als gevolg van een financiële crisis. Voor het berekenen van het effect hiervan op de gemeentefinanciën is in het model onderscheid gemaakt tussen Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), en overige garanties. Sociaal-economische crisis Ook in het blok sociaal-economische crisis bevindt zich input voor twee crisis- en twee basispaden: de economische groei en de werkloosheid in Nederland. De uitkomsten van de sociaal-economische crisis staat hier weer rechts van weergegeven. Voor de berekening van het effect van een werkloosheidsschok zijn verschillende methoden, als dropdownmenu onder het basis- en crisisscenario, opgenomen in het model. Om de Nederlandse werkloosheid naar die van Den Haag te vertalen kan er worden gekozen om de bij Werkloosheid Nederland gespecificeerde schokken relatief of absoluut te laten doorwerken. Dit werkt als volgt: •
•
Absolute toename werkloosheid: De werkloosheidsschok in het model is in het door SEO opgestelde crisisscenario geformuleerd als een toename van de werkloosheid in Nederland van 8,3 procent in het basisjaar naar 13,1 procent in jaar 5. Dit is een verandering van 4,8 procentpunt. In Den Haag was het werkloosheidspercentage in het basisjaar 11,6 procent, zodat de werkloosheid in jaar 5 voor Den Haag uitkomt op 16,4 procent. Relatieve toename werkloosheid: De werkloosheidsschok in het model is in het door SEO opgestelde crisisscenario geformuleerd als een toename van de werkloosheid in Nederland van 8,3 procent in het basisjaar naar 13,1 procent in jaar 5. Dit is een absolute verandering van 4,8 procentpunt, maar een relatieve toename van (13,1-8,3)/8,3 = 58 procent. In Den Haag was het werkloosheidspercentage in het basisjaar 11,6 procent, zodat de werkloosheid in jaar 5 voor Den Haag uitkomt op 18,3 procent.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
13
NOTITIE
Onder dit dropdownmenu wordt de mogelijkheid geboden om een vertraging voor de inkomsten van de bijstandsverlening (het I-deel) op te nemen in het model. In de expertsessie werd aangegeven dat de gemeente Den Haag uitgaat van vrijwel geen vertraging. Daarom is in de berekening van het model in deze notitie het aantal maanden op 0 gezet. In andere stresstesten van SEO is vaak gerekend met een vertraging van 12 maanden. Elk gewenste aantal maanden kan in het Excelmodel ingevoerd worden (de invoer is beperkt tot gehele getallen tussen 0 en 12). Net als voor de financiële crisis, zijn voor de sociaal-economische crisis in het model regels ingebouwd waar een “default” percentage voor de jaren 1 t/m 5 kan worden ingevuld voor leningen die niet kunnen worden terugbetaald en voor garantiestellingen van de gemeente Den Haag die worden aangesproken, nu als gevolg van een sociaal-economische crisis. Let wel; wanneer er voor financiële crisis en sociaal-economische crisis beide “default” percentages staan ingevuld wordt het effect bij beide in de uitkomsten van de crisiseffecten meegerekend. In een totaalbeeld van de crisiseffecten worden deze effecten vervolgens bij elkaar opgeteld waardoor er mogelijk dubbeltellingen kunnen ontstaan. Vastgoedcrisis Voor de vastgoedcrisis is de crisis op een andere manier geformuleerd. Hier kan een crisisscenario voor de prijsontwikkeling worden ingevuld ten opzichte van de huidige prognoses van grondexploitaties voor zowel wonen als niet-wonen. De huidige prognoses zijn terug te vinden in de sheet Balans en overige input. Hieronder kan vervolgens een crisisscenario voor de afzetontwikkeling worden gespecifieerd. De uitkomsten van de vastgoedcrisis bevinden zich wederom rechts hiervan. Middels een dropdownmenu kan er voor worden gekozen om het effect van een vastgoedcrisis op OZB opbrengsten ook mee te nemen. Bij ‘OZB tarief constant’ dalen de OZB inkomsten met een vertraging van 2 jaar mee met de voor prijsontwikkeling gespecificeerd crisis. Bij ‘OZB opbrengsten constant’ veronderstelt het model een automatische beleidsreactie waardoor bij dalende prijzen de tarieven dusdanig worden bijgesteld dat de opbrengsten voor de gemeente constant blijven. Naast de prijsdaling is ook de toename van leegstand van belang voor de ozb-inkomsten. Wanneer de leegstand als gevolg van de crisis een toename is van de leegstand van niet-woningen (in procentpunten bovenop het huidige leegstandspercentage), lopen de ozb-inkomsten voor de gemeente Den Haag terug. Dit kan bij “Toename leegstand niet-woningen” ook worden gemodelleerd in de Cockpit. In het blok Vastgoedcrisis is verder nog de parameter ‘hefboom’ aan te passen, waarmee een vertaling gemaakt wordt van een daling in de prijs van woningen/niet-woningen naar een daling van de prijs van grond, en de parameter ‘Vaste kosten grondbedrijf’: de vaste kosten voor de gemeente die door blijven lopen bij het vertragen of stilleggen van projecten. Rijksbezuiniging De effecten van de rijksbezuiniging zijn berekend als een procentuele reductie van het bedrag uit het gemeentefonds dat de gemeente Den Haag in het basisjaar ontvangt.
14
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
15
Crisiscombinaties Een vooraf ingestelde combinatie van crises kan worden gekozen uit het dropdownmenu bovenaan en automatisch in de blokken worden ingevuld door op de knop ‘Invullen’ te klikken. De vooraf ingestelde combinaties kunnen worden gedefinieerd in het tabblad ‘Scenario’s’. Het tabblad ‘Hulpwerkblad scenario’s’ dient als tussenstap voor het model om de scenario’s in te vullen. In de Cockpit kunnen ook handmatig wijzigingen worden aangebracht in de crisis- en basisscenario’s. De totale uitkomsten van de ingestelde crisiscombinatie is onderaan het tabblad te zien als effect per jaar, als totaaleffect over 5 jaar en als gemiddeld effect over 5 jaar.
Jaarlijkse effecten Het tabblad ‘Jaarlijkse effecten’ laat in een uitgebreider overzicht zien wat de effecten per jaar per crisis zijn op de gemeentefinanciën gegeven de in de Cockpit ingevulde schokken en parameters.
Baten / Lasten In de tabbladen ‘Baten’ en ‘Lasten’ staat de IV3-rekening van de gemeente waarop de in de Cockpit gespecificeerde schokken hun weerslag hebben. Het tabblad Baten bevat aan de rechterkant twee kolommen waarin kan worden aangegeven (met een 1) welke posten meebewegen met de schokken in de werkloosheid (kolom AL) sociaal-economische groei (kolom AM). Deze posten zijn door de gemeente zelf aan te passen door een 1 te zetten dan wel weg te halen bij de post die te gemeente wel/niet mee wilt nemen in de berekening. De gemeente kan het gehele model zelf updaten door de IV3-rekening in de tabbladen ‘Baten’ en ‘Lasten’ te vervangen door een recentere baten- en lastenrekening.
Balans en Overige input Het tabblad Balans en Overige input omvat allerlei gegevens die niet terugkomen in de IV3-rekening, maar die wel van belang zijn om de effecten van verschillende crises op de gemeentefinanciën te kunnen berekenen. Het tabblad bevat allereerst de meest recente balans van de gemeente (in IV3 formaat), die eenvoudig kan worden geüpdatet door de gemeente zelf. Het tabblad bevat daarnaast ook de volgende inputgegevens: •
• • •
Coëfficiënten ramingsmodel CPB: De door het CPB geschatte coëfficiënten in de formule die de relatie beschrijft tussen een verandering in het aantal werklozen en de verandering in het aantal bijstandsgerechtigden. Input sociaal-economische crisis: Een reeks inputgegevens benodigd om de werkloosheidsschok van de sociaal-economische crisis te berekenen. Input financiële crisis: De lange rente in het basisjaar (jaar 0) en de gemiddelde looptijd van leningen waar de gemeente Den Haag rente over betaalt. Garantieverplichtingen: De omvang van garantiestellingen die kunnen worden aangesproken bij een financiële of sociaal-economische crisis, onderverdeeld naar Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), en overige garanties.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
15
NOTITIE
•
•
•
Verloop leningenportefeuille: Vier regels met gegevens over de leningenportefeuille voor de jaren 1 t/m 5 als input voor de financiële crisis, met achtereenvolgens: (1) de totale leningen omvang van leningen waarover de gemeente rente betaalt, (2) per jaar de financieringsbehoefte van de gemeente, d.w.z. de omvang van de in dat jaar af te sluiten nieuwe leningen, (3) de totale omvang leningen waarover de gemeente rente ontvangt, (4) de totale omvang van leningen aan woningbouwcorporaties. Gegevens grondbedrijf: De begrote inkomsten en uitgaven voor vastgoedprojecten in de jaren 1 t/m 5Ozb-tarieven: De meest recente ozb-tarieven die de gemeente Den Haag hanteert. Input leegstand: Huidige leegstand van niet-woningen als percentage van het totaal aantal niet-woningen.
Scenario’s In het tabblad scenario’s kunnen verschillende crisisscenario’s worden gespecificeerd. Het tabblad omvat enkele vooraf door SEO gedefinieerde scenario’s alsmede ruimte voor de gemeente om eigen scenario’s in te vullen. Deze scenario’s kunnen in de Cockpit worden geladen via het dropdownmenu bovenaan in het blok ‘Crisiscombinaties’.
Literatuurlijst CBS (2004), Werkloosheid en economische groei. Artikel in webmagazine (http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/macro-economie/publicaties/artikelen/archief/2004/2004-1424wm.htm). Maart 2015. CPB (2012), Herziening van de WWB-raming voor het Centraal Economisch Plan 2012. CPB Achtergronddocument. Maart 2012. CPB (2014). Macro-Economische Verkenning 2015. September 2014. ESRB (2014). EBA/SSM stress test: The macroeconomic adverse scenario bankenstresstest. April 2014. Ministerie van Financiën (2014). Miljoenennota 2015. September 2014 OECD (2014). Economic Outlook. November 2014 van Buiren, K.H.S., Theeuwes, J.J.M., Gerritsen, M., Leussink, L. en van der Voort, A.J.M. (2012). Stresstest gemeente Den Haag. SEO-rapport 2012-16. Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek. April 2012 Databestanden DNB (2015). Statistieken marktrentevoeten (http://www.statistics.dnb.nl/index.cgi?lang=nl&todo=Rentes). Maart 2015
16
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
NOTITIE STRESSTEST GEMEENTE DEN HAAG
17
Gemeente Den Haag (2015). Aangeleverde data onderverdeeld in ‘Treasury’, ‘Vastgoed’, ‘Sociaal domein’ en ‘Financiële administratie’. Maart 2015 Statistics Bureau Japan (2015). Historic inflation Japan – CPI Inflation (http://www.inflation.eu/inflation-rates/japan/historic-inflation/cpi-inflation-japan.aspx). Maart 2015.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
17