T UIe
technische universiteit eindhoven
Notebooks en studenten Ervaringen van drie generaties
notebookstudenten aan de rUle
oktober 2000
Studenten Service Centrum ProJectuitvoering:
Drs. Lonneke Keeris Marc Heuvelmans
Projectbegeleiding: Dr. Karen Ali
Dr. lucas Asselbergs
rU!e
technische universiteit eindhoven
lIIchnische unlverslteit eindhoven
BlbHoth~
Met dank aan allen die op enigerlei wijze een bijdrage leverden aan dit onderzoek. - 2-
technische universiteit eindhoven
Voorwoord De TU Ie hecht aan het gebruik van moderne inforrnatie- en communicatietechnologie (leT) in haar onderwijs. Een state-of-the-art ICT-infrastructuur maakt modeme ontwikkelingen in het onderwijs mogelijk. In dit kader werd in 1997 de draagbare computer grootschalig in het onderwijs ingevoerd. Faculteiten werden opgeroepen om bij hun onderwijs gebruik te maken van de faciliteiten van dit medium. Alle eerstejaars studenten kregen de mogelijkheid tegen een gereduceerd tarief een draagbare computer aan te schaffen. Deze laptop, ook weI notebook genoemd, is inmiddels door vier generaties studenten in gebruik genomen. De inzet van het notebook in het onderwijs kost tijd en vraagt om keuzes. Niet bij alle vakken kan het notebook op dezelfde wijze worden ingezet Aldus ontstaat een breed palet van notebookondersteuning in het onderwijs. Naast de onderwijsimplementatie van de invoering van het notebook is het van belang te weten wat de afnemer van het onderwijs, de student, vindt en ervaart bij deze invoering. In dit rapport treft u een uitgebreide weergave van de ervaringen van studenten. Ik hoop dat dit bijdraagt aan een integraal beeld van wat een grootschalige implementatie in het onderwijs aan veranderingen heeft meegebracht. Het woord is aan de student.
Pro£Dr. Martin Rem rector magnificus
T UIe
technische universiteit eindhoven
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................. " ........................... 3 I Inleiding.......................................................................................................................................... 5 2 Het notebook op de TU Ie .............................................................................................................. 7 2.1 DoeI ......................................................................................................................................... 7 2.2 Uitlevering .............................................................................................................................. 7 2·3 Evaluatie .................................................................................................................................. 7 3 Onderzoeksvragen.......................................................................................................................... 8 3.1 Onderzoeksvragen .................................................................................................................. 8 3.2 Operationalisering van de onderzoeksvragen ...................................................................... 8 4 Onderzoeksmethode .................................................................................................................... 10 4.1 Doeigroep .............................................................................................................................. 10 4.2 Dataverzameling................................................................................................................... 10 4.3 Werkgroep ............................................................................................................................ 10 4.4 Enquete .................................................................................................................................. II 4.5 Fasering ................................................................................................................................. II 4.6 Toetsing ................................................................................................................................. II 4.7 Respondenten ....................................................................................................................... 12 5 Notebookgebruik .......................................................................................................................... 14 5. 1 Het notebook binnen het onderwijs ................................................................................... 14 5.2 Het notebook buiten het onderwijs ..................................................................................... 16 5.3 Ontwikkeling van het notebookgebruik ............................................................................... 17 5.4 Plaats van gebruik ................................................................................................................ 18 6 Elektronische communicatie ....................................................................................................... 19 6.1 Communicatie via het notebook ......................................................................................... 19 6.2 Respons op e·mail ................................................................................................................ 21 6'3 Persoonlijk contact ............................................................................................................... 22 7 Ervaringen van studenten ............................................................................................................ 2} 7. 1 Zinvol notebookgebruik ....................................................................................................... 23 7. 2 lichamelijke klachten .......................................................................................................... 25 7·3 Mobiliteit............................................................................................................................... 27 7·4 Ontspannend of afleidend? .................................................................................................. 28 Sociaal contact ...................................................................................................................... 28 7.5 8 Ondersteuning.............................................................................................................................. 29 8.1 Computerervaring ................................................................................................................ 29 8.2 Ondersteuning vanuit de faculteiten ................................................................................... 31 9 Satisfactie ...................................................................................................................................... 32 9· I Inzet van notebooks in het onderwijs ................................................................................. 32 9. 2 Aanschaf ................................................................................................................................ 33 10 Belangrijkste bevindingen en conclusies................................................................................. 35 Bevindingen ....................................................................................................................................... 35 Slotsom ............................................................................................................................................. 38 Gebruikte afkortingen .......................................................................................................................... 39 Literatuur .............................................................................................................................................. 40
rUle 1
technische universiteit eindhoven
Inleiding
"Met de notebooks stapt de TUIe als eerste universiteit grootschalig het tijdperk binnen van het door informatietechnologie ondersteunde onderwijs. " [Rem, 1998Y. De Technische Universiteit Eindhoven is de eerste universiteit in Europa die sinds 1997 een draagbare computer binnen aIle opleidingen heeft ingevoerd. Deze draagbare computer, ook wellaptop of notebook genoemd. bevordert de flexibiliteit van het gebruik van lCT. Op dit moment zijn er vier generaties studenten in het bezit van een notebook, dat ze zowel voor onderwijs-als privedoeleinden gebruiken.
uAls de student tevredt:n is, zijn wij dat ook'" [Cursor, 1998y-. Naast de implementatie van het notebook in het onderwijs kan de invoering van het notebook ook vanuit een studenteninvalshoek worden bekeken, waarbij ervaringen van studenten met het gebruik van notebooks centraal staan. In de wande1gangen worden bee1den gevormd van TU /e-studenten als notebookgebruikers. Niet zelden wordt de opvatting gehoord dat studenten alleen maar spelletjes spe1en en verslaafd raken aan hun notebooks. Over de invloed van het veelvuldig gebruik op fysieke klachten worden vragen gesteld zoals eventueel extra te nemen maatregelen bij tentaminering. Buitenstaanders (waaronder collega-studenten van andere universiteiten) raken geboeid door de notebookstudenten van de TU fe die naar hun perceptie in het Auditorium achter het notebook zitten. Waartoe en waarvoor gebruikt de TU fe-student het notebook? In de enquetes die tot nu toe binnen de universiteit zijn gehouden is de aandacht overwegend gericht op de mate waarin en de wijze waarop het notebook wordt ingezet in het onderwijs. Vooralsnog is er geen onderzoek gedaan naar het gedrag en de bevindingen van studenten, de notebookgebruikers en is er dus geen validering van de verhalen uit de wandelgangen of de bestaande beelden. Dat hier behoefte aan is, blijkt uit gesprekken met studenten, studie- en studentenadviseurs. Zo geven bijvoorbeeld studenten uit de cursus 'studievaardigheden' die door het Studenten Service Centrum wordt gegeven aan dat het notebook van invloed is op hun gedrag in het algemeen en het studeergedrag in het bijzonder, zonder daar specifiek in te zijn. Om een breed en gefundeerd beeld te krijgen van de studentaspecten bij de invoering van het
notebook heeft het College van Bestuur december 1999 de opdracht gegeven aan het Studenten Service Centrum (STU) om een onderzoek te starten naar de beleving van de notebookstudenten. Doel is niet te blijven bij percepties maar ook daadwerkelijk inzicht te verkrijgen in het gebruik van het notebook, de ervaringen van studenten bij het werken met notebooks en de mate van tevredenheid van studenten.
"De TUIe loopt wat notebookimpkmentatie betreft op dit moment voorop in de wereld. De belangstelling van buitenlandse universiteiten groeit dan ook opmerkelijk" De voorzitter van het College van Bestuur benadrukt deze ontwikkeling in zijn nieuwjaarstoespraak van I999. Op basis van literatuurstudie kan geconcludeerd worden dat we met dit onderzoek een nieuw terrein betreden. Naast de TUIe zijn er wereldwijd verschillende universiteiten die notebooks ter beschikking stellen aan hun studenten. Er zijn echter geen aanwijzigingen gevonden dat deze instellingen onderzoek hebben verricht naar de ervaringen van studenten met het notebook. In Nederland ontstaat steeds meer interesse voor de invoering van de notebooks op de TU Ie. Dit blijkt uit de vele verzoeken om informatie die de TU Ie ontvangt Er zijn inmiddels andere onderwijsinstellingen die notebooks hebben ingevoerd of dit overwegen.
- 5-
rUle
technische universiteit eindhoven
In dit verslag wordt achtereenvolgens de uitvoering van het onderzoek beschreven. De opbouw van het verslag is als voigt: In hoofdstuk 2 'Ret notebook op de TUje' wordt kort ingegaan op de invoering van het notebook in
1997-1998. Hoofdstuk 3 'Onderzoeksvragen' omvat de doelstelling van het onderzoek en de daarbij gebruikte onderzoeksvragen. . In hoofstuk 4 'Onderzoeksmethode' wordt vervolgens aandacht besteed aan de gehanteerde onderzoeksmethode. In de hoofdstukken 5 tot en met 9 worden de resultaten per onderzoeksvraag behandeld. Hoofdstuk 5 'Notebookgebruik'bevat de resultaten van de onderzoeksvraag , Op welke wijze maakt de student gebruik van het notebook?'. In hoofstuk 6 'Elektronische communicatie' wordt aandacht besteed aan de 'de rol die het notebook speelt als communicatiemiddel?' Hoofdstuk 7 'Ervaringen van studenten' beschrijft de resultaten van de onderzoeksvraag 'Hoe ervaart de student het notebook?'. In hoofdstuk 8 'Ondersteuning' za1 worden ingegaan op de wijze waarop facu1teiten ondersteuning bieden in het leren omgaan met het notebook en de ervaringen van studenten daaromtrent. Hoofdstuk 9 'Satisfactie' geeft de resultaten op de vragen met betrekking tot tevredenheid weer. Tenslotte zullen de resultaten worden samengevat in hoofdstuk 10 'Belangrijkste bevindingen en
concludes'.
- 6-
technische universiteit eindhoven
2
Het notebook op de rUle
2.1
Doel
In het collegejaar 1997-1998 is het notebook ingevoerd, waarbij alle eerstejaars studenten de beschikking kregen over een notebook-computer met specifieke software applicaties voor gebruik in het onderwijs. Daarbij is het doel modeme informatie- en communicatietechnieken te integreren in de onderwijsmethodiek van de TUIe (TU Ie instellingsplan 1998-2000)3.
2.2
Uitlevering
De eerstejaars studenten van de facu1teit ST kregen als eerste groep hun notebooks uitgereikt in december 1997. In het voorjaar van 1998 werden in drie fasen ook de studenten van andere facu1teiten voorzien van notebooks. Inmiddels beschikken aIle eerste, tweede, derde en vierdejaars studenten over een notebook. Op 1 september 2000 vond weer een notebookuitgifte plaats onder de nieuwe eerstejaars studenten. Concreet betekent dit dat er in collegejaar 2000-2001 vier generaties TU le-studenten over een laptop beschikken.
2.3
Evaluatie
Binnen de TU Ie zijn in voorgaande jaren via enquetes vragen gesteld aan studenten met betrekking tot het notebook, waarbij het vooral om de implementatie van het notebook in het onderwijs ging. Universiteitsbreed zijn dat in 1999 de Satisfactiepeiling onder studenten4 en een enquete van de PF5 (studentenfractie van de Universiteitsraad) geweest. Aan de Satisfactiepeiling deden 2535 studenten mee. De PF heeft haar enquete gehouden onder een groep van 229 notebookstudenten, die representatief verdeeld waren over de verschillende opleidingen en generaties. Uit de Satisfactiepeiling 1999 is gebleken dat ongeveer de helft van de studenten het notebook daadwerkelijk gebruikte en dat de helft van de notebookgebruikers tevreden was over de inzet van het notebook in het onderwijs. Over het algemeen kende men aan het notebook een belangrijke functie toebij: • het leren omgaan met relevante software (71%) • het efficient verzamelen van informatie (64%) en • het efficient communiceren met anderen (68%) Uit de enquete van de PF in november 1999 bleek dat: • het notebook gemiddeld 6,4 uur per week werd gebruikt voor onderwijs en 8 uur per week voor privedoeleinden • 90% van de studenten het notebook gebruikte voor communicatie voor onderwijs (e-mail, internet, OW-info en het maken van verslagen) • het notebook door 40% van de studenten gebruikt werd voor practica, instructies en hoorcolleges.
technische universiteit eindhoven
3
Onderzoeksvragen
Bij de formulering van het doel van dit onderzoek is van een aantal veronderstellingen uitgegaan die door gesprekken met studenten, studieadviseurs en opleidingsdirecteuren tot stand zijn gekomen. Daarbij golden de volgende uitgangspunten: • Studenten gebruiken notebooks in verschillende situaties. • Werken met notebooks impliceert elektronische communicatie. • Studenten hebben specifieke ervaringen op terreinen van inzet in het onderwijs, privegebruik en sociale contacten. Op basis van deze veronderstellingen kan het volgende onderzoeksdoel worden geformuleerd: Inzicht krijgen in de mate waarin en de wijze waarop studenten het notebook gebruiken en ervaren.
3.1
Onderzoeksvragen
Om goed inzicht te krijgen in de mate waarin en de wijze waarop studenten het notebook gebruiken en ervaren is een aantal onderzoeksvragen geformuleerd. Hierbij is gelet op situaties waarin studenten het notebook gebruiken en de frequentie waarmee dat gebeurt Tegelijkertijd is getracht vragen te formuleren waarbij de ervaringskant van de studenten ook belicht dan wel in kaart gebracht wordt. Er zijn 5 onderzoeksvragen geformuleerd, die nader uitgewerkt worden. I. Op welke wijze maakt de student gebruik van het notebook? 2. Welke rol speelt het notebook als communicatiemiddel? 3. Hoe ervaart de student het notebook? 4. Hebben studenten behoefte aan ondersteuning bij het leren omgaan met het notebook? 5. Zijn studenten tevreden over de invoering van het notebook?
3.2
Operationalisering van de onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen zijn nader uitgewerkt in subvragen.
Op welke wijze maakt de student gebruik van het notebook? •
In welke verschillende situaties gebruiken studenten het notebook? (voor studie- en privedoeleinden)
•
In welke mate wordt het notebook gebruikt? (voor studie- en privedoeleinden)
•
Is dit gebruik toe- of afgenomen naarmate de studie vorderde?
•
Op welke verschillende plaatsen maken studenten gebruik van het notebook?
Welke rol speelt het notebook als communicatiemiddel? .• •
In welke situaties maken studenten gebruik van het notebook als communicatiemiddel? In welke mate maken studenten gebruik van het notebook als communicatiemiddel?
- 8-
technische universiteit eindhoven
•
In welke mate wordt de verbale communicatie vervangen door elektronische communicatie?
•
Op welke wijze beinvloedt het gebruik van e-mail de communicatie?
Hoe ervaart de student het notebook? •
In welke mate wordt het notebook volgens studenten zinvol ingezet in het onderwijs?
•
In hoeverre spelen lichamelijke klachten als gevolg van notebookgebruik een rol onder studenten?
•
Op welke wijze is het notebook van invloed op de mobiliteit van studenten?
•
Ondersteunt het notebook studenten in hun dagelijkse bezigheden?
•
In welke mate leidt het notebook studenten af van hun studie?
•
In welke mate is het notebookgebruik van invloed op de sociale contacten die studenten onderhouden?
Hebben studenten behoefte aan ondersteuning bij het leren omgaan met het notebook? •
In hoeverre hebben studenten bij aanvang van hun studie op de TV Ie voldoende computerervaring?
•
Op welke wijze verkrijgen studenten voldoende of meer computerervaring?
•
Zijn studenten tevreden over de mate waarin faculteiten ondersteuning bieden bij het leren omgaan met het notebook en de bijbehorende softwarepakketten?
•
Op welke aanvullende manieren zouden faculteiten deze ondersteuning moeten bieden?
Zijn studenten tevreden over de invoering van het notebook? •
Zijn studenten tevreden over de inzet van het notebook in het onderwijs?
•
Zouden studenten het notebook weer aanschaffen?
- 9-
rUle
technische universiteit eindhoven
4
Onderzoeksmethode
4.1
Doelgroep
December 1999 is het onderzoek van start gegaan. Doelgroep van dit onderzoek is de gehele notebookgeneratie, waarmee aIle eerste (generatie 1999/2000), tweede (1998/1999) en derdejaars (1997/1998) studenten worden bedoeld, die in het bezit zijn van een notebook. Ouderejaars studenten (vierde- en vijfdejaars) die vanwege een achterstand in hun studie ook een notebook hebben kunnen aanschaffen, zijn niet in dit onderzoek betrokken, omdat het een kleine groep studenten betreft.
4.2
DataverzameUng
Het streven was om de studenten zo goed mogelijk te bereiken en een zo groot mogelijke respons te realiseren. Vanwege de grote hoeveelheid onderzoeksvragen en de behoefte om zo betrouwbaar mogelijke antwoorden te verkrijgen is gekozen voor een schriftelijke enquete, waarbij de anonimiteit gewaarborgd wordt. Het waarborgen van anonimiteit vermindert de invloed van sociale wenselijkheid bij de beantwoording. Een elektronische afname lag in het verlengde van het eveneens elektronische instrument maar heeft als nadeel dat met de huidige kennis de anonimiteit niet goed valt te waarborgen. Daarbij is de ervaring totnogtoe dat de respons van studenten bijzonder laag is. Overwogen is om de enquete op te sturen, dan weI rechtstreeks af te nemen. Voor het laatste is gekozen om zoveel mogelijk studenten te bereiken tijdens drukbezochte colleges of andere instructiemomenten. In overleg met de opleidingsdirecteuren van de verschillende opleidingen is voor elke jaargang een college uitgezocht om de enquete te introduceren en in te laten vullen door studenten. Dit betrof uiteindelijk behalve hoorcolleges ook practica en projecten rondom Ontwerp Gericht Onderwijs (OGO, veelal multidisciplinaire groepen) binnen de verschillende opleidingen.
4.3
Werkgroep
Bij de start van het onderzoek is er een werkgroep samengesteld, bestaande uit studenten, studieadviseurs, opleidingsdirecteuren en medewerkers van het Onderwijs Service Centrum (Osq, stafafdeling In- en Externe Betrekkingen (IEB) en STU. Gedurende de opzet, uitvoering en verslaglegging is er maandelijks overleg geweest met de leden van de werkgroep. De werkgroep is samengesteld uit mensen van verschillende disciplines, waardoor voldoende input kon worden verkregen om te komen tot een gewogen invulling van het onderzoek. Uit de verschillende bijeenkomsten kwamen relevante aspecten rondom de invoering van het notebook naar voren en is uiteindelijk een selectie gemaakt. In de aanloop naar het onderzoek is met aUe opleidingsdirecteuren van de faculteiten gesproken. zodat er een helder beeld kon ontstaan van de manier waarop de notebooks per faculteit geimplementeerd zijn en door de studenten en docenten gebruikt werden.
- 10-
TU/e 4.4
technische universiteit eindhoven
Enquete
Naar aanleiding van de eerder genoemde subvragen (3.2) zijn de enquetevragen ontwikkeld. De enquete bestaat uit 6 verschillende onderdelen: • algemeen gebruik van het notebook • notebook als communicatiemiddel • ervaringen van studenten • ondersteuning vanuit de faculteit • satisfactie • persoonsgegevens. De onderzoeksvragen zijn vertaald naar r06 enquetevragen. am de vragenlijst afwisselend te maken is gebruik gemaakt van multiple choice-vragen en uitspraken, waarmee studenten het al dan niet eens konden zijn. Bij beantwoording van de vragen en de reactie op uitspraken is gebruik gemaakt van een vijfpuntsschaal. Aan het eind van de vragenlijst hebben studenten de mogelijkheid gekregen om aanvullende opmerkingen te noteren. Hoewel bijna aIle ondervraagde studenten de vragen1ijst in zijn geheel hebben ingevuld, werden er nauwelijks opmerkingen gemaakt Vaar de feitelijke afname van de enquete heeft een pilot-onderzoek plaatsgevonden onder ouderejaars studenten (vierde- en vijfdejaars) die vanwege een studie-achterstand in het bezit zijn van een notebook. De enquete is afgenomen onder een groep van 15 studenten, waarbij hen is gevraagd te letten op de Iengte van de enquete en de helderheid van de vraagstelling. Naast dit pilot-onderzoek is de vragenlijst voorgelegd aan de studenten van het Studenten Advies Orgaan (SAO). Op basis van de opmerkingen vanuit het SAO en de resultaten van het pilotonderzoek is de formulering van de vragen aangescherpt en de definitieve vragenlijst vastgesteld (bijlage 2). Tot slot moet worden opgemerkt dat de vragenlijst uitsluitend en alleen voor dit doeleinde is ontwikkeld en derhalve nog niet eerder is gebruikt.
4.5
Fasering
Het uitgevoerde onderzoek is onder te verdelen in 9 fasen: Fase I Literatuurstudie en orienterende gesprekken Fase 2 Samenstellen van een werkgroep Fase 3 Onderzoeksopzet en onderzoeksvragen Fase 4 Ontwerpen van de enquete Fase 5 Selecteren van colleges en benaderen van docenten, pilot-onderzoek Fase 6 Afname van de enquetes Fase 7 Verwerken van de gegevens Fase 8 Schrijven van het onderzoeksverslag Fase 9 Presenteren van de resultaten
4.6
Toetsing
De resultaten zijn als voIgt geanalyseerd. Eerst is voor de gehele groep nagegaan wat de percentages waren, waarna de percentages zijn uitgesplitst naar opleiding en jaargang. Omdat er geen reden was om verschillen tussen seksen te veronderstellen, zijn de resultaten niet uitgesplitst naar sekse. Uit eerder onderzoek, uitgevoerd door TNO, is gebleken dat er verschillen bestaan in - II-
technische universiteit eindhoven
. de mate waarin lichamelijke ldachten ontstaan bij mannen en vrouwen (TNO juni 2000)6. Om deze reden zijn enkel de resultaten rondom lichamelijke ldachten weI uitgesplitst naar sekse. Indien er op het eerste oog grote verschillen tussen opleidingen of jaargangen werden gevonden is vervolgens met behulp van de variantie-analyse getoetst of deze ook significant waren. Alleen bij een significantie van P<0,05 worden deze verschillen bij de bespreking van de resultaten vermeld. Niet significante verschillen worden dus niet nader genoemd. In een aantal gevallen is met behulp van kruistabellen nagegaan of er verbanden tussen vragen bestaan. Hier wordt bij de bespreking van de resultaten expliciet op ingegaan.
4.7
Respondenten
Door de gekozen dataverzamelingsmetbode (afname tijdens colleges en practica) konden niet alle
2997 studenten die tot de doelgroep behoorden de enquete invullen. Tijdens de afname is gebleken dat bijna alle studenten die in de collegezalen aanwezig waren en tot de doelgroep behoorden de enquete ook invulden. Er kan dus ook gezegd worden dat onder de studenten die de vragenlijst voorgelegd kregen een respons van IOO% is bereikt. Voor de totale doelgroep geldt dat bijna 50 % van de studenten de enquete ook daadwerkelijk heeft ingevuld. Op basis van de grootte van de response kan worden verondersteld dat er sprake is van een redelijke weerspiegeling van de groep studenten als geheel, zij het dat er per opleiding hier en daar sprake is van enige over- respectievelijk ondervertegenwoordiging. In grafiek 4.I, 4.2 en 4.3 is weergegeven hoeveel procent van de totale populatie notebookstudenten daadwerkelijk de enquete heeft ingevuld, uitgesplitst naar opleiding (4.1), jaargang (4.2) en sekse (4.3).
IEll deelgenomen Cruet deelgenomen I 100%
80%
i
60%
0%
WSK
Grafiek4.1
BMT
ST
E
TN
BDK
W
INF
Dee/name notebookproject, uitgesp/itst naar op/eiding
- 12-
B
TeMa
technische universiteit eindhoven
Grafiek4.2
Dee/name notebookproject uitgesp/itst naarjaargang
III deelgenomen 0 niet deelgenomen I 100% 90 % 80%
45
70 % 60%
50 % 40 % 30 % 20% 10% 0%+---mannen
Grafiek4.3
vrouwen
Dee/name notebookproject uitgesplitst naa,sekse
technische universiteit eindhoven
5
Notebookgebruik
In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van de enquetevragen die erop gericht zijn om inzicht te krijgen in het notebookgebruik van TU je-studenten. De volgende onderzoeksvraag en de bijbehorende subvragen zullen in dit hoofdstuk aan de orde worden gesteld.
Op welke wijze maakt de student gebruik van het notebook? •
In welke versehillende situaties gebruiken studenten het notebook? (voor studie- en privedoeleinden)
•
In welke mate wordt het notebook gebruikt? (voor studie- en privedoeleinden)
•
Is dit gebruik toe- of afgenomen naarmate de studie vorderde?
•
Op welke verschillende plaatsen maken studenten gebruik van het notebook?
Voor de in dit hoofdstuk verwerkte gegevens wordt verwezen naar de tabellen in bijlage 1.
5.1
Het notebook binnen het onderwijs
Over het algemeen blijkt 71% van de studenten regelmatig tot vaak hun notebook binnen het onderwijs te gebruiken voor het maken van individuele opdrachten en 67% (regelmatig tot vaak) benut het bij groepsopdrachten. Wat betreft het gebruik van het notebook bij groepsopdrachten zijn duidelijke verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Studenten van de opleidingen BDK (93%). TeMa (84%), BMT (88%) en W (80%) zetten hun notebook hier meer dan gemiddeld bij in. De overige opleidingen seoren rondom het gemiddelde. Studenten van de opleiding TN vormen een uitzondering en seoren hier veellager (24% regelmatig tot vaak). Deze verschillen tussen opleidingen zouden sarnen kunnen hangen met de mate waarin opleidingen gebruik maken van groepsopdrachten binnen het onderwijs. Daarnaast werkt 45% van de studenten met internet en communiceert 45 % (regelmatig tot vaak) met anderen via het notebook. Hierbij zijn weI zichtbare verschillen tussen opleidingen. Zowel voor eommunicatie als internetgebruik voor onderwijsdoeleinden blijken studenten TeMa en BDK hoger dan gemiddeld te seoren. Studenten van de opleidingen TN en WSK blijken veel minder gebruik te maken van het notebook om te communiceren of te internetten voor hun studie. Slechts 2% van de studenten gebruikt het notebook tijdens hooreolleges . Een verIdaring hiervoor kan zijn dat er binnen verschillende opleidingen afspraken zijn gemaakt over het gebruik van notebooks tijdens colleges. Oit wordt vaak in beperkte mate toegestaan door docenten om het spelen van spelletjes en surfen op internet binnen de perken te houden. Het notebook wordt door 36% van de studenten regelmatig tot vaak gebruikt tijdens practica. Hierbij zijn grote verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Het notebook wordt vooral bij de opleidingen TN en E veelvuldig tijdens practica ingezet, respectievelijk 79% en 73% (regelmatig tot vaak). Binnen ST geeft 49% van de studenten aan het notebook regelmatig tot vaak voor practica te gebruiken. Daama volgen BDK 09%), BMT 03%), TeMa (32%), INF (28%), W (21%)
technische universiteit eindhoven
en slechts 18% van de studenten WSK gebruikt het notebook regelmatig tot vaak voor practica. Het verschil tussen opleidingen kan worden verklaard door de mate waarin er binnen het curriculum gebruik wordt gemaakt van het practicum als werk.vorm. De opieidingen TN en E maken hier het meest gebruik van. Notebooks worden in mindere mate voor tentamens ingezet Slechts 17 % van de studenten geeft aan het notebook rege1matig tot vaak bij tentamens te gebruiken. Hierbij zijn grote verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Vooral studenten van de opleidingen. W (34%), BDK (32%) en BMT (27%) geven aan het notebook regelmatig tot vaak te gebruiken voor tentamens. Dit verschil kan herleid worden tot de introductie van notebooks bij tentamens. Een aantal opleidingen, waaronder BMT, BDK, enW, is reeds enige tijd geleden van start gegaan met het afnemen van tentamens waarbij notebooks worden gebruikt. Binnen andere opleidingen wordt sorns weI eens een tentamen via het notebook afgenomen. maar dit gebeurt minder regelmatig dan bij de bovengenoemde opleidingen. De meeste studenten gaan 4 of 5 dagen per week naar de TU Ie (92%). Een minderheid van 39% van de ondervraagde studenten neemt het notebook 4 of 5 dagen mee. Dit zou sarnen kunnen hangen met het feit dat 48% van de studenten het notebook alleen meeneemt indien noodzakelijk voor het onderwijs. In grafiek 5.1 is weergegeven hoeveel proeent van de ondervraagde studenten het notebook gebruikt voor verschillende onderwijstoepassingen.
100%
80%
60%
~o%
0%
/'
.~
Grafiek 5.1
Onde/Wijsgebruik notebooks (regelmatig tot vask)
- 15-
technische universiteit eindhoven
Gemiddeld maken studenten 1,5 uur per dag gebruik van hun notebook voor onderwijsdoeleinden. Er zijn hierbij weinig verschillen tussen opleidingen zichtbaar, hoewel BMTstudenten met een gemiddelde van 2. uur een uitschieter zijn.
5.2
Het notebook buiten het onderwijs
Buiten het onderwijs gebruiken studenten hun notebook voor verschillende doeleinden. De volgende gebieden scoren hoog (regelmatig tot vaak): communiceren met vrienden en/of medestudenten (70%), internet (63%) en het luisteren naar muziek (49%). Binnen en buiten de TU /e is door de jaren heen het beeld ontstaan dat studenten veel spelletjes zouden spelen op de computer. De resultaten van deze enquete ondersteunen dit beeld niet. Van alle ondervraagde studenten zegt ruim 60% zelden of nooit een spelletje op de laptop te spelen. Er zijn hierbij geen grote verschillen zichtbaar tussen opleidingen. Studenten van de opleiding TeMa scoren echter wei lager dan het gemiddelde, maar 5% van de ondervraagde TeMa-studenten speelt regelmatig tot vaak een spelletje op het notebook. Bij de beantwoording van de vraag kan sociale wenselijkheid een rol hebben gespeeld. Het anoniem invullen maakt de kans hierop wat kleiner. Ais er gekeken wordt naar de verschillende jaargangen zijn er verschillen zichtbaar. Van de eerstejaars speelt 2.8% regelmatig tot vaak spelletjes op het notebook, tegen 14% van de tweedejaars en 12.% van de derdejaars studenten. In grafiek 5.2. is in percentages weergegeven in welke mate studenten het notebook gebruiken voor verschillende prive-toepassingen.
100%
80%
60%
20%
0%
cornmunkatie
Grafiek 5.2
internet
muziek luisteIen
speJletjes
ovenge hobby's
Privegebruik notebooks ((ege/matig tot vaak)
elektronische agenda
T UIe
technische universiteit eindhoven
Met behulp van een kruistabel is onderzoeht of er een verband bestaat tussen het spelen van speIletjes en de mate van notebookgebruik. Studenten die regelmatlg tot vaak speIletjes spelen blijken over het algemeen meer gebruik te maken van hun notebook.
Tabel5.1 Relatie notebookgebruik en spelen van spelletjes Frequentle notebookgebruik
Spelen van speUetjes regelmatig/vaak nooit/zelden/soms
0-4 uur per dag
82%
18%
4.5-10 uur per dag
69%
31%
Als er via het notebook geeommuniceerd wordt. maken de meeste studenten gebruik van e-mail (87%). Er wordt maar door 18% met enige regelmaat gechat via het notebook. Een opvallende uitkomst uit het onderzoek is dat er bijna geen studenten zijn die plannen met behulp van een elektronische agenda (4% regelmatig tot vaak). Dit in tegenstelling tot de medewerkers binnen de TU Ie, die over het aigemeen weI met de elektronische agenda van Outlook werken. Prive maken studenten gemiddeld 1,5 uur per dag gebruik van hun notebook. Studenten WSK maken met een gemiddelde van I uur en 10 minuten het minst gebruik van hun notebook voor prive-doeleinden. INF-studenten seoren met 2 uur gemiddeld het hoogst. Tussen de overige opleidingen zijn verder geen opmerkelijke verschillen zichtbaar. Studenten maken gemiddeld dus I~ uur per dag gebruik van het notebook voor prive-doeleinden en I~ uur per dag voor onderwijsdoeleinden. In totaa! dus gemiddeld 3 uur per dag.
5.3
Ontwikkeling van het notebookgebruik
Over het algemeen maken studenten veel gebruik van het notebook (82% regelmatig tot altijd) en werken ze weinig met een vaste PC of terminal (14% regelmatig tot altijd). Studenten INF zijn hierop een uitzondering, want 37% geeft aan regelmatig tot altijd gebruik te maken van een vaste PC of terminal. Het gebruik ten behoeve van het onderwijs neemt toe. Van aIle ondervraagde studenten is 57% van mening dat het gebruik van het notebook binnen het onderwijs is toegenomen naarmate hun studie vorderde. Wat betreft verschillen tussen de opleidingen moet worden opgemerkt dat studenten TeMa en BDK hier hoger seoren dan het gemiddelde. Respectievelijk 74% en 71% van deze studenten is van mening dat hun gebruik van het notebook binnen het onderwijs is toegenomen. De ontwikkeling van het prive-gebruik laat een ander beeld zien. Van de studenten geeft 34% aan dat zijnfhaar prive-gebruik is toegenomen, een nog grotere groep (39% ) ziet geen versehil met andere jaren en nog 27% van de ondervraagde studenten ziet een duidelijke afname van zijn/haar prive-gebruik.
TUIe
technlsche universiteit eindhoven
Vit de resultaten van de Satisfactiepeiling 1999 is gebleken dat ongeveer de helft van de studenten het notebook ook daadwerkelijk gebruik:te. Nu blijkt slechts 4% van aile ondervraagde studenten het notebook niet te gebruiken voor onderwijsdoeleinden en maar 3% benut het notebook Diet voor prive-doeleinden. Hoewel de resultaten van de onderzoeken niet geheel vergelijkbaar zijn, lijkt er toch een duidelijke toename van het gebruik van het notebook te hebben plaatsgevonden.
5.4
Plaats van gebruik
Van de ondervraagde studenten blijkt 70% het notebook regelmatig tot vaak thuis te gebruiken. Het gebruik van het notebook in kantines van de TV Ie scoort aanzienlijk lager (21%), maar hier zijn grote verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Met name studenten van de opleidingen BDK (45%), WSK (35%), INF (32%) en TeMa B4%), gebruiken het notebook meer in kantines dan hun medestudenten van de overige opleidingen. Dit zou te verklaren kunnen zijn vanuit het feit dat niet elke opleiding over evenveel aansluitingen in kantines en andere werkplekken beschikt. Een kleine groep studenten (6%) gebruikt het notebook regelmatig in een trein of bus. In grafiek 5.3. is te zien waar studenten het notebook gebruiken. 100%
80%
Grafiek 5.3
Plaats van het notebookgebruik (recelmatig tot vaak)
- 18-
rUle 6
technische universiteit eindhoven
Elektronische communicatie
De resultaten van de enquetevragen die erop gericht zijn om inzicht te krijgen in het gebruik van het notebook als communicatiemiddel door TU /e-studenten worden in dit hoofdstuk beschreven. De volgende onderzoeksvraag en de bijbehorende subvragen zullen in dit hoofdstuk aan de orde worden gesteld.
Welke rol speelf hef notebook als communicatiemiddel? •
In welke situaties maken studenten gebruik van het notebook als communicatiemiddel?
•
In welke mate maken studenten gebruik van het notebook als communicatiemiddel?
•
In welke mate wordt de verbale communicatie vervangen door elektronische communicatie?
•
Op welke wijze beinvloedt het gebruik van e-mail de communicatie?
Voor de in dit hoofdstuk verwerkte gegevens wordt verwezen naar de tabellen in bijlage 1.
6.1
Communicatie via het notebook
Het notebook wordt in verschillende situaties door studenten gebruikt als communicatiemiddel, zowel voor onderwijs- als prive-doeleinden. Binnen het onderwijs gebruikt 45% van alle ondervraagde studenten het notebook regelmatig tot vaak voor communicatieve doeleinden. Voor prive-doeleinden wordt er nog vaker via het notebook gecommuniceerd, 70% van de studenten gebruikt het notebook hiervoor regelmatig tot vaak. E-mail blijkt een door studenten veel meer gebruikte manier van elektronische communicatie te zijn dan het chatten; 87% van de studenten maakt hier regelmatig tot vaak gebruik van. Slechts 18% van de studenten chat regelmatig tot vaak. In onderstaande grafiek (6.1) is te zien in welke mate de ondervraagde studenten regelmatig tot vaak via het notebook communiceren met menden, medestudenten, docenten en onbekende personen/instellingen.
technische universiteit eindhoven
100%
80%
60%
0%
medestudenten
Grafiek6.1
vrienden
docenten
onbekenden
Communiceren via notebook (rege/matig tot vaak)
Als er gekeken wordt naar de mate waarin studenten via het notebook communiceren met docenten, wordt het volgende resultaat zichtbaar: een minderheid van 17% blijkt regelmatig tot vaak te communiceren met docenten. Toch blijken er wel verschillen tussen opleidingen te bestaan. Studenten TeMa en BDK communiceren meer dan gemiddeld met docenten via het notebook, respectievelijk 32% en 29% maakt hier regelmatig tot vaak gebruik van. Van de ondervraagde studenten stuurt 50% liever een mailtje naar een docent als hij/zij iets van eenvoudige aard wil vragen, maar als het gaat om complexe vragen geeft 79% de voorkeur aan persoonlijk contact. Dit zou kunnen verklaren waarom studenten niet zo vaak via het notebook communiceren met docenten. Mogelijkerwijs zijn de vragen die aan docenten gesteld worden complex van aard en geven studenten dan de voorkeur aan persoonlijk contact. Slechts 10% van de ondervraagde studenten is ontevreden over de snelheid waarmee docenten reageren op vragen via e-mail. Naast de grote mate waarin via het notebook met medestudenten wordt gecommuniceerd (70%), geeft ook 68% van de studenten aan regelmatig tot vaak een mail te sturen naar vrienden of kennissen. Communiceren met onbekende personen of instellingen via het notebook doet 16% van de ondervraagde studenten regelmatig tot vaak. Van de ondervraagde studenten geeft 25% de voorkeur aan e-mail boven persoonlijk contact als hijfzij geirriteerd is. Studenten blijken niet vaak berichten te sturen waar ze later spijt van hebben (slechts 12%). Ook blijkt e-mail een duidelijk communicatiemiddel te zijn. Van de ondervraagde studenten geeft een kleine groep van 7% aan dat anderen de door hen verstuurde e-mailberichten vaak verkeerd interpreteren.
- 20-
TU!e
technische universiteit eindhoven
Bij elektronische communicatie blijken aspecten als anonimiteit een rol te spelen. Een kwart van de ondervraagde studenten is het eens met de stelling dat het gebruik van e-mail een gevoel van anonimiteit oplevert
6.2
Respons op e-mail
Studenten zijn over het algemeen goed bereikbaar via e-mail, 63% kijkt een of meer keren per dag of er nieuwe berichten zijn binnengekomen. Wanneer dit resultaat per opleiding wordt bekeken, blijken studenten E, BMT. TeMa, BDK en INF hun mail nog frequenter te Iezen, meer dan 70% van deze ondervraagde studenten bekijkt zijn ontvangen mail een of meer keer per dag. .Studenten maken veel gebruik van e-mail, maar blijken weI selectief te zijn in het lezen van berichten. De mail van vrienden/bekenden wordt het beste gelezen (95% regelmatig tot altijd), . direct gevolgd door berichten van medestudenten en docenten (respectievelijk 93% en 92%). Een kwart van de ondervraagde studenten leest ontvangen mail vanuit de faculteits/universiteitsorganisatie zelden tot nooit. In grafiek 6.2 is in percentages weergegeven in welke mate studenten e-mailberichten, die ze ontvangen van onder andere vrienden, medestudenten en docenten, regelmatig tot altijd lezen. 100% l
80%
i
~
0%
vrienden
Grafiek6.2
medestudenten
docenten
faculteit/universiteit
onbekenden
lezen van e-mail (reKelmaliC' lot altijd)
Bijna alle studenten (92%) lezen mail van docenten regelmatig tot altijd, maar slechts 52% reageert hier ook regelmatig tot altijd op. Mail van onbekende personen/instellingen/bedrijven wordt door 39% van de ondervraagde studenten regelmatig tot altijd gelezen en slechts 12% reageert hier oak regelmatig tot altijd op. De lage respons op e-mailberichten van docenten zou kunnen worden verklaard doordat het veelal om mededelingen gaat. Deze laatste vragen dan ook geen reactie. Ditzelfde zou het geval kunnen zijn bij mail vanuit de faculteits/universiteitsorganisatie, waar slechts 19% van de studenten
- 21-
technische universiteit eindhoven
regelmatig tot altijd op reageert. WeI moet hierbij worden opgemerkt dat studieadviseurs hebben aangegeven dat studenten regelmatig niet reageren op vragen via e-mail. In grafiek 6.3 wordt in percentages weergegeven in welke mate studenten regelmatig tot altijd reageren op ontvangen mail. 100%
0%
vrienden
Grafiek6.3 6.3
medestudenten
docenten
faculteit/univeISiteit
onbekenden
Reageren op e-mail (regelmatig tot altijd)
Persoonlijk contact
Over het algemeen zijn weinig studenten (18%) van mening dat het persoonlijk contact met docenten afneemt door toenemend gebruik: van het notebook. Van de ondervraagde studenten van de opleiding BDK is 30% van mening dat het persoonlijk contact met docenten afneemt door het toenemend gebruik van het notebook als communicatiemiddel. Als er wordt gekeken naar de mate waarin studenten persoonlijk contact hebben met medestudenten blijkt volgens de mening van studenten de invloed van het notebook klein te zijn. Slechts 5% is van mening dat ze minder persoonlijk contact hebben met medestudenten door gebruik van het notebook. AIleen studenten van de opleiding WSK scoren hier hoger. 13% van hen is van mening dat ze weinig persoonlijk contact hebben met hun medestudenten door het gebruik van het notebook.
- 22-
rUje 7
technische universiteit eindhoven
Ervaringen van studenten
In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van de enquetevragen die erop gericht zijn inzicht te krijgen in de ervaringen van studenten ten aanzien van het gebruik van het notebook zowel binnen als buiten het onderwijs. De volgende onderzoeksvraag en de bijbehorende subvragen zullen in dit hoofdstuk aan de orde worden gesteld.
Hoe ervaart de student het notebook? •
In welke mate wordt het notebook volgens studenten op zinvolle wijze ingezet in het onderwijs?
•
In hoeverre spelen lichamelijke klachten als gevolg van notebookgebruik een rol onder studenten?
•
Op welke wijze is het notebook van invloed op de mobiliteit van studenten?
•
Ondersteunt het notebook studenten in hun dagelijkse bezigheden?
•
In welke mate leidt het notebook studenten af van hun studie?
•
In welke mate is het notebookgebruik van invloed op de sociale contacten die studenten onderhouden?
Voor de in dit hoofdstuk verwerkte gegevens wordt verwezen naar de tabellen in bijlage I.
7.1
Zinvol notebookgebruik
Voor het maken van individuele opdrachten en het werken aan groepsopdrachten vinden de meeste studenten de inzet van het notebook (zeer) zinvol, respectievelijk 89% en 84% (zie bijlage I). De meningen blijken sterk verdeeld als het gaat om de zinvolheid van het gebruik van het notebook tijdens tentamens. Ruim 40% is van mening dat het weinig tot niet zinvol is, tegen 33% van de studenten die notebooktentamens nuttig vinden. Hier zijn duidelijke verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Studenten van de opleidingen W en BMT scoren hier hoger, respectievelijk 68% en 57% vindt het gebruik van het notebook bij tentamens zinvol tot zeer zinvol. Binnen deze opleidingen hebben ook de meeste studenten aangegeven het notebook regelmatig tot vaak te gebruiken voor tentamens. In grafiek 7.1. is zichtbaar welke onderwijstoepassingen als zinvol worden ervaren.
rU!e
technische universiteit eindhoven
100%
GraHek 7.1
Zinvol notebookgebruik
Met behulp van een kruistabel is onderzocht of er een verband bestaat tussen het als zinvol beoordelen van het gebruik van het notebook en onderwijstoepassingen van het notebook. Het lijkt er dus op dat studenten de inzet van het notebook nuttiger achten, naarmate ze het notebook meer gebruiken voor een bepaalde toepassing. In de tabel is bijvoorbeeld zichtbaar dat studenten die regelmatig tot vaak het notebook gebruiken bij practica dit ook (zeer) zinvol vinden (84%). Daarentegen vinden de studenten die het notebook nooit tot soms gebruiken bij practica het minder zinvol (47%).
- 24-
rUle
technische universiteit eindhoven
rabel7.1 Helatie zinvol gebruik van het notebook en ondelWijstoepassingen Onderwijstoepassingen
nlet/weinig zinvol/ neutraal
(zeer) zlnvol
23%
77%
5%
95%
53% 16%
47% 84%
Hoorcolleges nooit/soms regelmatig/vaak
95%
5%
75%
25%
Tentamens nooit/soms regelmatig/vaak
75%
25%
29%
71%
Projectwerk/ groepswerk nooit/soms regelmatig/vaak
36%
64%
6%
94%
55% 20%
45% 80%
Indlviduele opdrachten/ werkstukken nooit/soms regelmatig/vaak Practica nooit/soms regelmatig/vaak
Instructies/oefeningen nooit/soms regelmatig/vaak
7.2
LichameUjke klachten
In de enquete zijn lichamelijke klachten onderverdeeld in vier verschillende categorieen: I. Pijn in nek/schouders 2. Pijn in ann/pols 3. Pijn in hand/vingers 4. Vennoeide of pijnlijke ogen Wanneer naar het geheel van de lichamelijke klachten wordt gekeken, blijkt dat het overgrote dee! van de geenqueteerden geen fysieke gevolgen ondervindt van het notebookgebruik. De vier vragen over Iiehamelijke klachten zijn nader geanalyseerd om een eerste indruk te krijgen van de mate waarin lichamelijke klachten (waaronder RSI) een rol spelen onder TU /e-studenten. Uit eerder gedaan onderzoek naar de symptomen en de behandeling van RSI is niet aangetoond dat de Iaatstgenoemde categorie lvennoeide of pijnlijke ogen' naar aanleiding van beeldschennwerk blijvend letsel oplevert. In de brochure"Arbo en Milieu, werken met beeldschennen'" 7 worden oogklachten naar aanleiding van beeldschennwerk echter weI apart vermeld. Oogklachten dienen serieus te worden genomen en in de voorlichting kunnen ook tips worden gegeven om vennoeide ogen te voorkomen.
rUje
technische universiteit eindhoven
Van de totale groep ondervraagde studenten blijkt 25% regelmatig tot vaak last te hebben van vermoeide of pijn1ijke ogen. Hierbij zijn kleine verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Studenten TN (9%) en INF (16%) scoren lager en blijken dus minder snellast te hebben van vermoeide ogen dan hun medestudenten. Om een beeld te kunnen schetsen van lichamelijke klachten, die blijvend letsel tot gevolg kunnen hebben, is het van belang naar de eerste drie vragen: pijn in nek/schouders, arm/pols en hand/vingers, te kijken. Indien deze drie vragen naar lichamelijke klachten worden beschouwd, wordt het volgende klachtenpatroon zichtbaar: studenten hebben het meest last van pijn in nek/schouders (18% regelmatig tot vaak), arm/pols (16% regelmatig tot vaak) en hand/vingers (n% regelmatig tot vaak). Tussen opleidingen zijn slechts zeer kleine verschillen gevonden en tussen de drie jaargangen is geen verschil zichtbaar. Er blijken verschillen te bestaan tussen de mate waarin mannen en vrouwen klachten ondervinden. Van de totale populatie vrouwelijke studenten heeft 30% regelmatig tot vaak pijn in nek en schouders, tegen slechts 15% van de mannelijke populatie. Pijn in arm/pols komt bij 23% van de ondervraagde vrouwelijke studenten regelmatig tot vaak voor, tegen wederom 15% van de mannelijke studenten. Wat betreft de pijn in hand/vingers is slechts een klein verschil zichtbaar. 12% van de vrouwen geeft aan hier regelmatig tot vaak last van te hebben, tegen 10% van de mannen. Voor oogklachten geldt dat 32% van de vrouwelijke studenten hier regelmatig tot vaak last van heeft, tegenover 24% van de mannelijke studenten. In grafiek 7.2 is in percentages weergegeven in welke mate studenten lichamelijke klachten ondervinden, uitgesplitst naar sekse.
IIII vrouw [] man I
pijn hand / vingers
pijn arm I pols
pijn nek / schouders
pijnlijke ogen
60
Grafiek 7.2
80
100
Lichamelijke klachten uitgesplitst naar sekse
Lichamelijke klachten met kans op blijvend letsel door beeldschermwerk ontstaan door het te vaak en te lang uitvoeren van steeds dezelfde bewegingen.' Met behulp van een kruistabel is onderzocht of er een samenhang bestaat tussen de mate waarin studenten lichamelijke klachten
technische universiteit eindhoven
met kans op blijvend letseI ondervinden en de frequentie van gebruik van het notebook. Deze samenhang blijkt aantoonbaar, maar zeer gering te zijn; studenten die het notebook meer dan gemiddeld gebruiken, ervaren gemiddeld meer lichamelijke klachten.
Tabel7.2 Helatie lichamelijke klachten met kans op blijvend letsel LichameliJke klachten (bijna) nooit/soms
regelmatig/vaak
0-4 uur notebookgebruik
83%
17%
4,5-10 uur notebookgebruik
79%
21%
0-4 uur notebookgebruik
85%
15%
4,5-10 uur notebookgebruik
81%
19%
0-4 uur notebookgebruik
90%
10%
4,5-10 uur notebookgebruik
88%
12%
Frequentie gebruik
* Pljo in nek/schouders
* Pijn in arm/pols
* Pljn in handjvingers
Opvallend is dat 65% van de ondervraagde studenten aangeeft de voorlichting over RSI onvoldoende te vinden. Hierbij zijn weI duidelijke verschillen tussen opleidingen ziehtbaar. Studenten van de opleidingen WSK en INF vinden over het algemeen de voorlichting vanuit de facu1teit weI voldoende (slechts een kwart vindt het onvoldoende). De voorlichting wordt door studenten van respectievelijk TN, BMT, BDK, ST en Wanders beoordeeld. Daar vindt om en nabij 80% van de studenten de voorlichting rondom RSI onvoldoende.
7.3
Mobiliteit
Een groot gedeelte van de studenten (60%) ervaart het als vervelend om het notebook elke dag te moeten meenemen naar de Universiteit. Als extra opmerking is in de enquete regelmatig door studenten geschreven dat ze rugfschouderklachten krijgen van de zware notebooktas. 47% van de ondervraagde studenten is niet tevreden over het aanta! opbergmogelijkheden. Hier zijn weI verschillen zichtbaar tussen opleidingen. Studenten B en INF zijn het meest ontevreden over de opbergmogeIijkheden, respectievelijk 67% en 58% is ontevreden. Studenten ST zijn het meest positief, 64% is tevreden tot zeer tevreden over het aantal kluisjes binnen de faculteit. Een derde van de studenten acht de kans op diefstal van hun notebook reeel aanwezig. Hier zijn . verschillen tussen opleidingen zichtbaar. De ondervraagde studenten WSK (43%) en TeMa (45%) seoren hier hoger en achten de kans op diefstal van het notebook groot. Van de studenten BMT en W is ruim 50% van mening dat de kans op diefstal van het notebook miniem is. Binnen deze beide opleidingen blijkt meer dan 35% van de studenten het notebook vaak onbeheerd achter te laten, tegen 22% van de tOtale ondervraagde populatie.
technische universiteit eindhoven
7.4
Ontspannend of afteidend?
Slechts 22% van de studenten geeft aan vaak spelletjes te spelen of te intemetten tijdens onderwijsactiviteiten. Studenten W (29%), BDK (27%) en BMT (25%) scoren hier weI iets hoger. maar het blijft een kleine groep die regelmatig wordt afgeleid door het notebook tijdens colleges of andere onderwijsactiviteiten. Sociale wenselijkheid kan bij de beantwoording een rol hebben gespee1d. maar de anonimiteit van de enquete maakt de kans hierop kleiner. Voor 39% van de ondervraagde studenten dient het notebook ook als ontspanning naast de studie. Het notebook geeft ze de mogelijkheid om tussen de onderwijsactiviteiten door ontspannende activiteiten te verrichten. Daamaast vindt 50% van de studenten het ook leuk om het notebook in hun vrije tijd te gebruiken.
7.5
Sociaal contact
Een meerderheid (53%) van de studenten is van mening dat sommigen van hun medestudenten in een sociaal isolement geraken door overmatig notebookgebruik. Hierbij zijn verschillen tussen jaargangen zichtbaar. De tweedejaars (58%) en derdejaars (59%) zijn hier meer van overtuigd dan de eerstejaars studenten (47%). Daamaast ergert meer dan de helft van de ondervraagde studenten zich aan medestudenten die constant achter hun notebook zitten. Ook hier zijn verschillen tussen jaargangen. Derdejaars en tweedejaars ergeren zich hier meer aan dan eerstejaars, resp. 59% en 58% tegenover 47%. Van alle ondervraagde studenten zegt 72% dat ze tijdens de lunchpauze praten met medestudenten en niet enkel en aIleen achter hun notebook zitten. Onduidelijk is wat de overige 28% doet. Een deel daarvan zal weI enkel en alleen achter het notebook zitten, een deel doet wellicht iets geheel anders. Het lijkt er dus op dat een kleine groep intensieve notebookgebruikers het beeld beinvloedt dat veel TU le-studenten de pauzes achter hun notebook doorbrengen. Daarbij ergeren veel studenten zich aan deze groep notebookgebruikers, waardoor dit beeld wordt versterkt. Door middel van een kruistabel is onderzocht of er een verband bestaat tussen het spelen van spelletjes en sociaal contact in de pauze. Hieruit is gebleken dat de groep studenten die regelrnatig tot vaak spelletjes speelt op het notebook tijdens de lunchpauze minder met medestudenten praat
Tabel7.2 Spelen van spelletjes en sociaal contact in de pauze Praten tlJdens de lunchpauzes ja
neutraal/nee
nooit/zelden/soms
74%
26%
regelmatig/vaak
64%
36%
Speten van speUetjes
Uit het onderzoek komt naar voren dat de TU Ie-student het notebook dagelijks, maar weI selectief gebruikt. Het idee dat het notebook overa! en steeds door iedereen gebruikt wordt vindt dan ook geen ondersteuning in dit onderzoek.
- 28-
technische universiteit eindhoven
8
Ondersteuning
In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van de enquetevragen die erop gericht zijn om inzicht te krijgen in de behoefte van studenten aan ondersteuning om te leren omgaan met het notebook. De volgende onderzoeksvraag en de bijbehorende subvragen zullen in dit hoofdstuk aan de orde worden gesteld.
Hebben studenten behoefte aan ondersteuning in het leren omgaan met het notebook? •
In hoeverre hebben studenten bij aanvang van hun studie op de TU Ie voldoende computerervaring?
•
Op welke wijze verkrijgen studenten voldoende of meer computerervaring?
•
Zijn studenten tevreden over de mate waarin facu1teiten ondersteuning bieden in het leren omgaan met het notebook en de bijbehorende softwarepakketten?
•
Op welke aanvullende manieren zouden faculteiten deze ondersteuning moeten bieden?
Voor de in dit hoofdstuk verwerkte gegevens wordt verwezen naar de tabellen in bijlage I.
8.1
Computerervaring
Van de ondervraagde studenten geeft 62% aan over voldoende computerervaring te hebben beschikt bij aanvang van hun studie aan de TU Ie. Een groep van 12% neemt een neutraal standpunt in en 26% van de studenten is van mening dat hun computerervaring destijds niet voldoende was. Studenten B. BMT en WSK hebben gemiddeld minder computerervaring bij aanvang van de studie dan studenten van de overige opleidingen. Ongeveer de helft van de studenten van deze drle opleidingen geeft aan niet over voldoende computerervaring te hebben beschikt bij aanvang van de studie. Goed voorbereid blijken de studenten INF en E te zijn, respectievelijk 89% en 77% is van mening dat hun computervaardigheid voldoende tot ruim voldoende was. Er zijn ook kleine verschillen zichtbaar tussen de verschillende jaargangen. Van de huidige tweede- en derdejaars studenten had respectievelijk 57% en 58% voldoende computerervaring, tegen 66% van de eerstejaars studenten. In grafiek 8.1 is in percentages weergeven in hoeverre studenten over voldoende computervaardigheid beschikten bij aanvang van hun studie aan de TU Ie.
technische universiteit eindhoven
/ I 26"U
""",I'' ' ' '
Grafiek 8.1 Mate van computervaardigheid Studenten zijn bijna unaniem over de wijze waarop ze voldoende of meer computerervaring hebben verkregen door hun studie heen. Maar Hefst 91% zegt dit vooral te leren en hebben geleerd door zelf uit te proberen en/of door bij te leren van medestudenten (zie grafiek 8.2).
cursus zelfstudie 3% onvoldoende cursus faculteit 4%
z%
zelf uitproberen 9 1%
Grafiek 8.2 Ontwikkeling computervaardigheid
technische universiteit eindhoven
8.2
Ondersteuning vanuit de faculteiten
De verschillende opleidingen aan de TU Ie geven elk op eigen wijze vonn aan ondersteuning van studenten in het leren omgaan met het notebook. Studenten blijken over het algemeen met zo tevreden te zijn over de mate van ondersteuning die vanuit de faculteiten wordt geboden. Slechts 28% van de studenten vindt deze ondersteuning voldoende. Hierbij zijn weI duidelijk verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Studenten W en ST zijn het meest tevreden, respectievelijk 50% en 45% van de studenten is van mening dat de ondersteuning voldoende tot ruim voldoende is. Voor de overige opleidingen gelden geen grote verschillen, over het algemeen is rond de 25% tevreden, met WSK als uitschieter naar beneden, waar slechts 10% van de studenten vindt dat de ondersteuning voldoende is. De meningen van studenten zijn zeer gevarieerd ten aanzien van de wijze waarop faculteiten aanvullende ondersteuning zouden moeten geven om te leren omgaan met de notebooks. In grafiek 8.3 wordt duidelijk dat het aanbieden van een reeks korte cursussen als de meest zinvolle wijze van ondersteuning wordt gezien (24%).
individuele begeleiding , .
huidige ondersteuning goed
ondersteuning begin studie
ondersteuning college
:zelfstudiecursussen
korte cursussen
Grafiek8.3
Gewenste ondersteuning
technische universiteit eindhoven
9
Satisfactie
In dit hoofdstuk worden tenslotte de resultaten weergegeven van de enquetevragendie erop gericht zijn om inzicht te krijgen in de mate van tevredenheid over de invoering van het notebook op de TU Ie. De volgende onderzoeksvraag en de bijbehorende subvragen zullen in dit hoofdstuk aan de orde worden gesteld.
Zijn studenten tevreden over de invoering van het notebook? •
Zijn studenten tevreden over de inzet van het notebook in het onderwijs?
•
Zouden studenten het notebook weer aanschaffen?
Voor de in dit hoofdstuk verwerkte gegevens wordt verwezen naar de tabellen in bijlage 1.
9.1
Inzet van notebooks in het onderwijs
Over het algemeen zijn de studenten redelijk tevreden over de wijze waarop en de mate waarin het notebook wordt ingezet binnen het onderwijs van de TU Ie. Van de ondervraagde studenten is 82% neutraal tot zeer tevreden over de inzet van het notebook. Tussen de verschillende opleidingen zijn verschillen gevonden met betrekking tot de tevredenheid. Voor alle opleidingen geldt dat het grootste gedeelte van de ondervraagde studenten tevreden is over de inzet van het notebook in het onderwijs. Bij de opleidingen TN en WSK wordt het meest wordt gescoord in de categorie neutraal. Studenten BMT en W zijn het meest tevreden. Ruim 90% van deze studenten is neutraal tot zeer tevreden over de inzet van het notebook binnen de opleiding. Voor de opleidingen WSK, TN, BDK en B geldt dat bijna een kwart van de studenten van deze vier opleidingen ontevreden tot zeer ontevreden is over de inzet van het notebook. In grafiek 9.1 is de mate van tevredenheid weergegeven uitgesplitst naar opleiding.
rU!e
technische universiteit eindhoven
1111 tevreden
mneutraal
D ontevreden I
100% l
I
80%
i
60%
20%
0%
BMT
Grafiek 9.1
W
INF
E
TeMa
ST
BDK
B
TN
WSK
Mate van tevredenheid
Bijna 50% van de ondervraagde studenten is het eens met de stelling "Zonder het notebook zou ik deze studie in de huidige opzet niet kunnen volgen". Studenten BMT (69%) en W (66%) seoren hier aanzienlijk hoger en studenten WSK zijn hier het minst van overtuigd (18%). Naast de verschillen tussen opleidingen blijkt de mate van tevredenheid ook afhankelijk te zijn van het jaar van insehrijving aan de TU Ie. De derdejaars studenten zijn minder tevreden over het gebruik van het notebook in het onderwijs dan de tweede- en eerstejaars studenten. Een kwart van alle ondervraagde derdejaars studenten is ontevreden tot zeer ontevreden tegenover slechts 15% van de eerstejaars en 18% van de tweedejaars studenten.
9.2
Aanschaf
Studenten zijn over het algemeen tevreden dat ze het notebook hebben aangeschaft en 89% zou de laptop weer aanschaffen als ze nu voor die beslissing zouden staan. Hierbij zijn slechts zeer kleine verschillen tussen opleidingen waameembaar. Studenten van de faculteiten BMT en W seoren naast tevredenheid over de inzet van het notebook ook hoog op wederom aansehaffen. respectievelijk 97% en 93% zou het notebook weer aanschaffen als ze nu voor deze beslissing zouden staan. Kleine maar duidelijke verschillen zijn waameembaar als er wordt gekeken naar de verschillende jaargangen die in dit onderzoek zijn betrokken. Tussen de eerste- en tweedejaars studenten zijn geen verschillen gevonden, maar de derdejaars geven een andere mening. Ruim 70% van de derdejaars tegen ruim 80% van de eerste- en tweedejaars studenten zou het notebook wederom aanschaffen. In grafiek 9.2 is per jaargang ziehbaar hoeveel proeent van de ondervraagde studenten het notebook weer zou aanschaffen.
rUle
technische universiteit eindhoven
i
i
i II ja IJ neutraal D nee I 100% ,
i
17 80%
60%
4 0%
20%
0% eerstej aars
Grafiek 9.2
Opnieuwaanschaffen
tweedejaars
derdejaars
I UIe 10
technische universiteit eindhoven
Belangrijkste bevindingen en conclusies
De TV /e is de eerste universiteit in Europa die de draagbare computer grootschalig heeft ingevoerd. Inmiddels lopen zo'n vier generaties studenten rond met een notebook. Menigeen ziet de studenten zich op het TU /e terrein bewegen en vraagt zich het een en ander a£ Wordt het notebook veel gebruikt? Gebruiken de studenten het notebook ook nog voor andere zaken naast de studie? Betekent de digitale verrijking een sotiale verarming? Hoe zit het met speUetjes? AI dit soort vragen vormde het ruwe materiaal voor een omvangrijke enquete die werd afgenomen onder bijna 1500 studenten. In opdracht van het College van Bestuur stelde het Studenten Service Centrum een enquete op in overleg met studenten, studieadviseurs, opleidingsdirecteuren en medewerkers van OSC en lEB. De enquete werd aan het eind van colleges of practica afgenomen. De aanwezige studenten vulden vrijwel allen de gehe1e enquete in. Daardoor werd ongeveer 50 % van de potentiele I doelgroep bereikt. AIle faculteiten en drie notebook-jaargangen zijn in het onderzoek betrokken • De enquete is van tevoren uitvoerig door studenten en anderen getest en becommentarieerd. Met de enquete worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord: I. Op welke wijze maakt de student gebruik van het notebook? 2. Welke rol spee1t het notebook als communicatiemiddel? 3. Hoe ervaart de student het notebook? 4. Hebben studenten behoefte aan ondersteuning bij het leren omgaan met het notebook? 5. Zijn studenten tevreden over de invoering van het notebook? Deze vragen werden vertaald naar 106 multiple choice-vragen en stellingen waarmee men het al dan niet eens kon zijn. Doel is een beeld te krijgen van het feite1ijke notebook-gebruik door de TUJe-studenten en de wijze waarop zij het notebook ervaren.
Bevindingen algemeen De meeste studenten gebruiken het notebook dagelijks, gemiddeld 3 uur per dag (evenredig gebruik verdeeld voor onderwijs en studie) en op verschillende plaatsen. Studenten blijken het vooral thuis te gebruiken (70%) en minder, zoals soms weI gedacht wordt, in kantines (21%), trein of bus (6%) of collegezalen (6%). Over het algemeen maken studenten vooral gebruik van het notebook (82%) en minder van een vaste PC of terminal (14%)'
gebruiks- Binnen het onderwijs wordt het notebook voorn! gebruikt voor individuele opdrachten, vormen groepsopdrachten, internet en communicatie ten behoeve van het onderwijs. Op deze terreinen vindt men de inzet over het algemeen ook het meest zinvol. Bij het prive-gebruik gaat het vooral om het communiceren met vrienden en/of medestudenten, internet en luisteren naar muziek totmame In het algemeen is het gebruik van het notebook ten behoeve van het onderwijs toegenomen.
Slechts 4% van alle ondervraagde studenten zegt het notebook niet te gebruiken voor onderwijsdoeleinden en maar 3% benut het notebook niet voor prive-doe1einden. Vit de Satisfactiepeiling 1999 is gebleken dat ongeveer de helft van de studenten het notebook ook
I Het onderzoek ging december 1999 van start. De laatste notebookgeneratie is september 2000 begonnen en derhalve niet in het onderzoek meegenomen.
technische universiteit eindhoven
daadwerkelijk gebruikte. Hoewel beide onderzoeken met geheel vergelijkbaar zijn, lijkt er toch een duidelijke toename van het gebruik van het notebook te hebben plaatsgevonden. twreden- De he1ft van aIle studenten blijkt tevreden tot zeer tevreden te zijn over de inzet van het notebook heid in het onderwijs. De jongste lichting notebookgebruikers is op dit punt het meest positie£ Een
grote meerderheid (80%) zou het notebook zeker weer aanschaffen als ze nu voor die beslissing zouden staan. aanwezig- Notebooks worden met altijd meegenomen. De meeste studenten (92%) komen 4 of 5 dagen per
heid week op de TU Ie, maar slechts een kleine groep (39%) neemt zijn notebook ook 4 of 5 dagen mee. Dit kan verklaard worden doordat 44% van de studenten het notebook aIleen meeneemt als het noodzakelijk is voor het onderwijs. Daarnaast speelt welHcht de verdeling bij groepsactiviteiten een ro1. Hierbij heeft met iedereen tegelijkertijd een notebook nodig. Studenten spreken wellicht onderling af wie een notebook meeneemt en lossen daarmee op dat ze elke dag het notebook zouden moeten meenemen commu-
Het notebook wordt door studenten veel gebruikt als communicatiemiddel, waarbij ze met name
nicatie commumceren met vrienden en medestudenten en in mindere mate met docenten. Meestal
wordt er gebruik gemaakt van e-mail, minder dan lIs deel van de studenten chat met emge regelmaat e-mail Studenten bekijken hun mail vrii regelmatig, 63% van hen kijkt een of meer keren per dag of ze
nieuwe berichten hebben ontvangen. Ook lezen de meeste studenten ontvangen mail van vrienden, medestudenten en docenten (ruim 90%). De communicatie tussen docenten en studenten per e-maillijkt te worden gestuurd door de complexiteit van vragen waarmee studenten zitten. 50% van de studenten stuurt Hever een mailtje naar een docent als hijfzij iets van eenvoudige aard wi! vragen. Als het gaat om complexe vragen geeft echter 79% de voorkeur aan persoonlijk contact. Studenten zijn redelijk positief over het gebruik van e-mail door docenten, slechts IO% van de ondervraagde studenten is ontevreden over de snelheid waarmee docenten reageren. persoonlijk Over het algemeen zijn de ondervraagde studenten van memng dat het persoonlijk contact met contact docenten (82%) en studenten (95%) onderling niet afneemt door het gebruik van het notebook als
communicatiemiddel. Interessant is hierbij een onderzoek van het Rathenau instituut te noemen8• Dit instituut heeft als taak de maatschappelijke en politieke oordeelsvorming rond vraagstukken op het gebied van wetenschap en techmek te ondersteunen. Begin 1999 is door hen een onderzoek opgestart om te onderzoeken of de toenemende ICT-mogelijkheden (computer, gsm etc.) naast veranderingen ook altijd verbeteringen met zich meebrengen. Aandacht is besteed aan de verschraling van sociale contacten door het toenemend gebruik van e-mail. Uit de resultaten blijkt dat e-mail vooral wordt ingezet als intern communicatiemiddel, bijvoorbeeld ter vervanging van memo's. Het sociale contact op de werkvloer blijft echter in stand. De conclusie is aldus Rathenau: het toenemend gebruik van leT leidt met tot verschraling van sociale contacten met coIlega's. Sterker nog, dankzij ICT blijft er zelfs weer tijd over om meer aandacht te besteden aan sociaal contact.
sociale Toch blijken er opvattingen te bestaan over de invloed van het notebook op sociale relaties. Van de relaties ondervraagde studenten denkt 53% dat sommige medestudenten in een sociaal isolement geraken
technische universiteit eindhoven
door overmatig gebruik van het notebook. Een groep van 60% ergert zich aan medestudenten die veel tijd achter hun notebook doorbrengen. Toch zegt van aIle ondervraagde studenten 72% dat ze tijdens de lunchpauze praten met medestudenten en niet enkel en aIleen achter hun notebook zitten. Onduidelijk is wat de overige 28% doet. Een dee! daarvan zal weI enkel en aIleen achter het notebook zitten, een deel doet wellicht iets geheel anders. Het lijkt er dus op dat een kleine groep intensieve notebookgebruikers het beeld beinvloedt dat veel TUle-studenten de pauzes achter hun notebook doorbrengen. Daarbij ergeren veel studenten zich aan deze groep notebookgebruikers, waardoor dit beeld wordt versterkt. Van echte sociale verschraling of isolement lijkt vooralsnog geen sprake. ontspanning Notebooks dienen ook als ontspanning naast de studie. De helft van de notebookgebruikers vindt voor'kennis het Ieuk het notebook in hun vrije tijd te gebruiken. De computerkennis waarover studenten beschikken als zij aan de TU Ie beginnen, verschilt Een groot gedeelte van de studenten (62%) geeft aan over voldoende computerervaring te hebben beschikt bij de start van de studie, desondanks blijkt een kwart van de studenten onvoldoende te zijn voorbereid. Voor hen lijkt ondersteuning vanuit de faculteit dan ook niet overbodig te zijn. introductie De meeste studenten zijn van mening dat er meer ondersteuning zou moeten zijn gedurende de studie en dan met name via korte cursussen en een uitgebreide introductie in de eerste week van het collegejaar. Negen op de tien studenten geeft aan zichzelf echter wegwijs te hebben gemaakt op het notebook of te hebben bijgeleerd van medestudenten/vrienden. ftsieke Het notebookgebruik lijkt voor driekwart van de geenqueteerden geen lichamelijke klachten te gevolgen veroorzaken. Ongeveer 10% tot 15% meldt geregeld pijn in hand, pols of schouders te hebben en 25% van de ondervraagde studenten heeft regelmatig last van vermoeide of pijn1ijke ogen. Hierbij zijn nauwelijks verschillen tussen opleidingen noch jaargangen gevonden. WeI blijken vrouwelijke studenten significant meer lichamelijke klachten te hebben dan hun mannelijke medestudenten. Een dergeHjk verschil tussen mannen en vrouwen werd eveneens gevonden in een onderzoek van TN06 . TNO verrichtte in 1998 onderzoek onder ruim elfduizend werknemers uit verschillende bedrijfstakken. Hieruit bleek dat vrouwen eerder lichamelijke klachten krijgen dan mannen wanneer hetzelfde werk wordt verricht. voor- De voorlichting rondom lichamelijke klachten (waaronder RSI) is een verbeterpunt. Een lichting meerderheid (65%) van de ondervraagde studenten vindt dat de voorlichting van de TU Ie met betrekking tot RSI onvoldoende is. Hierbij zijn weI duidelijke verschillen tussen opleidingen zichtbaar. Studenten van de opieidingen WSK en INF zijn over het algemeen meer tevreden over de voorlichting rondom RS[ dan hun medestudenten, 25% vindt dit onvoldoende. Aandacht voor preventie kan veellichamelijke klachten voorkomen. Het is dus wenselijk om studenten goed voor te lichten. opberg- Om en nabij 50% van de ondervraagde studenten is ontevreden over de opbergmogeJijkheden die mogeli.jk- aanwezig zijn binnen de faculteit. Hier zijn weI duidelijke verschillen tussen opleidingen heden zichtbaar: studenten B en INF zijn het meest ontevreden en studenten ST het meest tevreden over het aantal kluisjes binnen het gebouw van de fac;:ulteit. Relevant is dat een derde van de studenten die kans op diefstal van het notebook reeel aanwezig acht
technische universiteit eindhoven
Slotsom Uit het onderzoek komt het beeld naar voren van een TU Ie-student die het notebook dagelijks, maar weI vrij selectief gebruikt. Het idee dat het notebook overal en steeds door iedereen gebruikt wordt vindt geen ondersteuning in dit onderzoek. Ofschoon de aanwezigheid van het notebook beeidbepalend is voor de TU Ie blijft het toch het grootste deel van de dag dicht. Aandacht behoeven lichamelijke klachten en opbergmogelijkheden. De integratie in het onderwijs is naar tevredenheid en kan verder worden uitgebouwd. Ook in het prive en sociale gebruik wordt het notebook ingezet De studenten willen meer ondersteund worden bij het laptopgebruik. Het meest opvallend van aIle gebruiksvormen is e-mail. Juist op dit punt lijkt het notebook zijn meerwaarde te bewijzen. Sociale relaties worden niet vervangen, maar aangevuld door digitale relaties. Veruit de meeste studenten zijn tevreden met het notebook en zouden het opnieuw aanschaffen. Verschillen tussen opleidingen zijn op de meeste punten niet groot. Op grond van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat het notebook een plaats heeft gevonden zowel in het educatieve als het sodale verkeer.
I UIe
technische universiteit eindhoven
Gebruikte afkortingen B
Bouwkunde
BDK
Technische Bedrijfskunde
BMT
Biomedische Techniek
E
Elektrotechniek
ICT
Infonnatie- en communicatietechnologie
IEB
In- en Exteme Betrekkingen
INF
Technische Informatica
OGO
Ontwerp Gericht Onderwijs
OSC
Onderwijs Service Centrum
OW-info
Onderwijs-informatie
RSI
Repetitive Strain Injury
SAO
Studenten Advies Orgaan
ST
Scheikundige Technologie
STU
Studenten Service Centrum
TeMa
Techniek en Maatschappij
TN
Technische Natuurkunde
W
Werktuigbouwkunde
WSK
Technische Wiskunde
technische universiteit eindhoven
Literatuur [I]
Ontwerpgericht onderwijs wordt handelsmerk TUE, artikel naar aanleiding van de toespraak van prof.dr. M. Rem ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar in Cursor 3 (1998)
[2]
Notebook.ondersteuning uitgebreid met facultaire filialen in Cursor 7 (1998)
bJ
Instellingsplan 1998-2001 van de Technische Universiteit Eindhoven (1998)
[4]
Satisfactiepeiling 1999, Technische Universiteit Eindhoven. IOWO KD 980894 (juni 1999)
[5]
Notebooks op de Tu/e. Notitie PF (1999)
[6]
RSI klachten in de werkende populatie. TNO-rapport 30-900007/T'2000200 (juni 2000)
[7]
Arbo en Milieu, werken met beeldschermen. Brochure van de TU /e {AM SO)
[8]
ICT in het dagelijks leven (onderzoek van het Rathenau instituut). Samenvatting. V. Frissen (1999)
[9]
Computerattitude en computergebruik in de vrije tijd: verschillen tussen jongens en meisjes. J. WJ. Buntjes, M. W. Vooijs en C.L. Kruse in Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, Vol. II, nr. 1(1995)
[IOJ
De computergeneratie. Jeugd en samenleving, zeventiende jaargang, nummer M(maart/april1987)
rUle
technlsche universiteit eindhoven
Bijlagen bij rapport
Notebooks en Studenten Ervari ngen va n drie generaties notebookstudenten aan de TU/e •
Bijlage 1: rabel/en 1 tim 18
•
Bij/age 2: Vragenlilst Nofebookonderzoek rule 2000
Leeswijzer: per hoofdstuk wordt vermeld welke tab ellen (bijlage 1) en vragen uit de enquete (bijlage 2) relevant zijn Hoofdstuk4 • • •
vragen1ijst dee! F tabel I: persoonsgegevens tabe12: opleidingsgegevens
Hoofdstuk 5 • • • • • • • •
vra.genlijst deel A tabe13: algemeen gebruik tabe14: plaats van gebruik tabe15: onderwijsgebruik tabel 6: privegebruik tabel7: mate van notebookgebruik tabel 8: ontwikkeling van notebookgebruik tabe19: notebook of vaste PC?
Hoofdstuk6 • • • • • •
vragenlijst dee! B tabel 10: communicatie via het notebook tabel n : lezen van ontvangen e-mail tabel 12: reageren op ontvangen e-mail tabel 13: tevredenheid over snelheid van reactie van docent e-mail tabel I4: wanneer wel / geen e-mail
Hoofdstuk 7 • • • •
vragenlijst deel C tabel 15: lichamelijke klachten tabel 16: zinvolheid van gebruik notebook tabel 17: notebook en mobiliteit
Hoofdsfuk8 • •
vragenlijst deel D tabel 18: ondersteuning vanuit de faculteit/satisfactie
Hoofstuk9 • •
vragenlijst deel E tabel 18: ondersteuning vanuit de faculteit/satisfactie
BIJLAGE 1: Tabellen gerubriceerd naar opleiding Tabel1: Persoonsgegevens
leeftijd
sekse N=1476 woonsituatie N=1480
Totaal n 1479 5 201 463 360 215 83 66 43 43 1179 297 642 838
1480
B 300
E 138
ST 128
BMT 133
TEMA 86
BDK 252
INF 123
N 95
WSK 39
W 186
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
2 19 35 22 12 5 1 3 1 95 5 62 38
13 31 36 10 S S
13 35 31 14 3 3 2
67 33 56 44
93 7 47 53
0,3 13,6 31,3 24,3 14,5 5,6 4,5 2,9 2,9 80 20 43 57
6 4 3 70 30 39 61
Totaal n
%
1999 1998 1997
755 412 312
51 28 21
VWO HTO anders
1287 161 29
87
regulier verkort deettijd
1333 128 9
90 9 1
17 18 19 20 21 22 23 24 2S ofouder man vrouw thuiswonend uitwonend
1 12 35 22 7 4 4 4 12 96 4 51 49
82 18 53 47
1 11 32 24 22 7 2 1 1 54 46 32 68
12
1.
70 30 78
76 24 30 70
1 14 33 28 15 4 2 1 2 98 2 63 37
B
E
ST
%
%
%
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
%
%
%
57 23 20
64 25 11
50 30 20
47 24 29
59 21 20
48 25 27
43 37 20
43 41 16
33 33 33
49 32 19
82 16 2
75 22 3
91 7 2
95 3 2
62 38
88 10 3
95 2 2
94 4 2
100
96 3 2
86 14
81 12
92 8
98
62 38
94 6
99 1
97 3
100
97 3
14 29 24 14 6
21 29 21 16 6 4 3
8 17 19 14 8 12 10
22
12 34 22 17 7 6 2
Tabel2: Opleidingsgegevens InschrijVin~sJaar
N-1479 Laatst~enoten opleidin~
N=1477
11
2
Opleidin~svariant
N=1470
BiJlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TUI e 2000
2
7
pagina 1
Tabet 3: Atgemeen gebruik Totaal
Aantal dagen naar de TlJE N-1472 0 1 2 3 4 5 Aantal dagen notebook mee naar de TlJE N-1471 0 1 2 3 4 5
Bijlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TU/e 2000
n
%
2 17 12
,1 1,2 ,8
81 271 1089
18,4 74,0
106 204 304 279 256 322
7.2 13.9 20.7 19,0 17,4 21,9
5.5
B %
E %
BMT %
TEMA %
BDK %
5 20 76
2 14 84
1 1 9 41 47
0 0 2 13 31 53
ST %
0 1 4 14 81 8 20 28 17
14 12
9 1 1 9 80 10 7 8 14 16 46
3
1
11 17
7 11
26 16 27
19 29 33
14 14 28 22 13 8
6 16 26 24 16 13
INF
N
%
%
WSK %
W %
2 7 23 67
2 11 87
13
13 74
2 9 89
6 12 14 17 20 30
18 17 19 17 14 16
2
16 21 26 16 8 13
3 12 19 16 23 27
pagina 2
Tabel4: Plaats van gebruik Totaal n
0/0
0/0
0/0
0/0
0/0
nooit zelden soms regelmatig vaak
918 306 110 S4 30
64,7 21,6 7,8 3,8 2,1
70 18 6 5 1
57 19
51 31
4
66 20 10 4 1
nooit zelden soms regelmatlg vaak
12 105 32S 466 568
,8 7,1 22,0 31,6 38,S
1 5 24 31 39
6 26 26 42
1 8 29 33 29
597 311 241 187 120
41,0 21,4 16,6 12,8 8,2
34 32 18 11 5
32 21 19 15
nooit zelden soms regelmatig vaak
603 362 262 151 80
41,4 24,8 18,0 10,4 5,5
noolt zelden soms regelmatig vaak
821 409 144 60 29
56,1 28,0 9,8 4,1 2,0
B
E
ST
BMT
BDK
INF
N
0/0
0/0
%
%
67 29
64 23
3 1
3 2
61 22 11 4 2
76 14 6 2
1 10
0 7 15 33 44
TEMA
WSK %
W %
82 13
64 24 7 1 4
Treinof bus
N=1418
13 7
11 3
3
7
5
1
Thuis
N==1476
10 26 27 37
13
34 42
20 28 40
7 22 30 40
8 28 46 18
2 5 22 36 35
8 23 25 24 21
21 23 24 20 12
18 30 30 14 9
18 26 21 24 11
87 10 2 1 1
12 21 27 24 16
48 25 20 6 2
41 29 18 7 4
41 31 15 13
41 30 21 7 1
65 27 6 1
72
65 28 4 1 2
56 26 8 10
58 27 14
2 11
Kantines op de ruE
N=1456
noolt zelden soms regelmatig vaak
84 8 6 2
13
13
84 11 2 2 1
45 25 16 9 5
67 19 5 4 4
61 30 5 2 1
50 23 18 6 2
26 19 29 19
44 23 12 13 8
62 29 7 2
25 51 21 2 1
59 26
67 26
11
6
4
1
28 25 26 8
Bibliotheken op de ruE
N=1458
7
Collegezalen
N=1463
Billage 1: Tabellen Notebookonderzoek rule 2000
1
22 S 1
1
pagina 3
Tabel4: Plaats van gebruik (vervolg) Totaal n
%
%
409 260 258 272 269
27,9 17,7 17,6 18,5 18,3
28 27 17 18 9
338 352 394 227 150
23,1 24,1 27,0 15,5 10,3
28 23 23 14 12
B
E
ST
BMT
TEMA
BDI{
INF
N %
%
%
%
%
%
%
32
2 8
20 14 22
6 8 15 29 42
25 49
36 25 21 14 4
44 20 18 13 4
45 18 18 11 8
46 24 14 15 1
29 19 26 13
17 21 36 14
13
11
5 18 27 30 20
26 33 21 15 6
24 28 29 13 6
30 26 27 12 5
31 37 20 8 4
WSK %
W %
58 21
6 9 19 28 37
Speciale computerruimten
N=1468
nooit zelden soms regelmatig vaak
13
17
11 11
Overige onderwijsruimten
N=1461
nooit zelden soms regelmatig vaak
Bijlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TU/e 2000
41 26 26 5 3
14 17 31 23 15
pagina4
Tabel5: OnderwiJsgebruik
Indlviduele opdrachten/werkstukken N==1478 nooit zelden soms regelmatlg vaak Practica N-1477 nooit zelden soms regelmatig vaak Hoorcolleges N=1475 nooit zelden soms regelmatig vaak Tentamens N==1476 nooit zelden soms regelmatig vaak ProJectwerk/groepsopdrachten N=1470 nooit zelden soms regelmatig vaal< Instructies/oefeningen nooit N=147S zelden soms regelmatig vaak
Bljlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TU/e 2000
Totaal n
%
%
%
46 122 261 476 573
3,1 8,3 17,7 32,2 38,8
3 6 20 31 40
3
7 23 30 36
294 292 356 316 219
19,9 19,8 24,1 21,4 14.8
37 23 23 14 2
1148 242 57 25 3
77,8 16,4 3.9 1,7 ,2
7S
508 391 332 152 93
B
E
4 7 17
41 32
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
%
%
%
%
1 6 15 32 46
1 4 15 36 45
6 8 34 52
1 8 12 34 45
12 20 28 25 15
15 14 31 38
10 41 28 21
6 9 35 25 24
11
35 16 16 10 22
14 22 25 23 16
15 31 26 18 10
6
23 34 26 7
26 33 23 18
71
81 14 2 2
72 18
88 11 1 1
88 12
ST
3
3
12 32 47
5 7 17
36 34 30 25 24 13
8 95 5
83
16 6 3
79 17 2 1
25 4 1
69 23 7 1
34,4 26.5 22,5 10,3 6,3
62 21 12 4 1
54 27 12 4 3
40 33 17 7 2
3 29 41 16 11
45 26 16 6 7
20 22 26 17 15
20 45 23 5 7
68 21 11
33 51 10 S
2 20 44 26 8
119 134 235 430 552
8,1 9.1 16,0 29.3 37,6
8 15 16 29 32
7 8 23 33 29
11 17 28 33 10
1 2 10 33 55
1 2 12 28 S6
2 2 3 29 64
21 14 24 23 18
33 21 22
13
13
13 28 23 23
3 3 15 37 43
212 392 445 311 115
14,4 26,6 30,2 21.1 7,8
15 24 27 26 8
24 40 26 9 1
7 29 36 21 7
2 18 35 33 12
21 33 22 15 9
15 29 31 18 7
16 26 33 18 7
34 45 16 3 2
31 38 21 8 3
2 8 42 35 14
6
2 1
13
2 2
11
pagina 5
Tabel5: Onderwijsgebruik (vervolg)
Communicatie t.h. v. het onderwijs N=1473 nooit zelden soms regelmatig vaak Internet tho v. het onderwijs N=1476 nooit zelden soms regelmatig vaak VereniKinKswerk nooit N=1474 zelden soms regelmatig vaak
Bijlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TU/e 2000
Totaal n
B %
E
ST
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
129 302 386 364 292
8,8 20,S 26,2 24,7 19,8
15 25 20 23 16
12 21 33 21 12
12 23 30 20 15
2 18 27 23 30
3 7 28 28 34
4 15 26 29 27
5 25 28 24 19
16 37 24 18 4
23 31 23 18 5
4
79 321 416 350 310
5,4 21,7 28,2 23,7 21,0
4 16 29 28 22
4 14 40 23 18
2 20 34 25 19
4 36 26 16 19
1 7 22 29 41
4 14 23 30 29
5 29 28 20 19
17 35 28 12 8
18 36 33 5 8
8 30 24 23 15
880 210 151 144 89
59,7 14,2 10,2 9,8 6,0
65 14 9 7 4
58
58 19 17 3 2
58 12 12 15 3
41 12 12 21 15
45 18 14 16 8
77
11 5 2 6
65 16 3 5
62 15 8 8 8
68 13 9 8 3
11
9 13 9
11
13
28 33 23
pagina 6
Tabel6: Privegebrulk TEMA %
BDK %
INF
N
%
%
W5K %
W %
2
17 27 46
3 5 21 27 44
4 5 12 29 50
3
18 31 36
2 4 19 38 38
24 28 36
6 13 21 25 35
5 13 36 23 23
2 10 25 27 37
1 12 20 31 36
4 12 17 36 32
2 6 27 34 31
5 17 23 26 30
19 23 30 28
2 12 15 29 43
3 14 23 31 29
3 13 25 34 25
8 26 26 23 18
2 14 27 30 27
79,S 10,6 5,6 1,6 2,8
83 11 3
82
83 8 7 2 2
77 8 8 3 3
70 16 8 2 5
87 10 3
2
80 9 6 2 4
82 7 6 2 3
445 470 255 180 127
30,1 31,8 17,3 12,2 8,6
31 34 15 14 6
36 25 18 15 7
20 29 26 8
35 31 17 8 10
44 38 12 2 3
32 33 15 12 8
207 274 277 336 384
14,0 18,5 18,7 22,7 26,0
13 21 18 22 26
14 17 20 22 26
10 12 13 33 33
15 19 20 20 26
20 22 21 17 20
13 17 18 28 24
471 333 357 178 136
31,9 22,6 24,2 12,1 9,2
37 25 21 9 8
22 16 28 20 14
36 21 24 14 6
41 22 17 9
41 19 26 8 7
29 23 27 12 9
B %
zelden soms regelmatig vaak
46 107 287 437 603
3,1 7,2 19,4 29,5 40,7
1 7 19 31 42
nooit zelden soms regelmatig vaak
33 193 317 453 484
2,2 13,0 21,4 30,6 32,7
zelden soms regelmatig vaak
1173 156 83 23 41
nooit zelden soms regelmatig vaak
Elektronlsche agenda N-1476 nooit
Spelletjes N=1477
BMT %
%
Communicatle voor prlvegebrulk N=1480 nooit
Internet N-1480
5T %
Totaal n
Lulsteren naar muziek N=1478 nooit zelden soms regelmatlg vaak
Overige hobby's nooit N=1475 zelden soms regelmatlg vaak
BIJlage 1: Tabellen Notebookonderzoek lUle 2000
1
E %
7 8
11 3
2 2
17
8
11
8
77
83
11
11
8 3
3 2 1
31 30 15 12 11
23 28 14 17 18
38 41 8 8 5
21 32 25 11 11
16 20 19 28
15 25 17 15 28
33 21 13 23 10
10 18 23 21 28
20 20 27 18 15
27 28 31 10 5
33 26 18 13 10
33 25 23 10 9
17
pagina 7
label 7: Mate van notebookgebruik Totaal n
B %
%
5T %
BMT %
TEMA %
SDK
%
%
INF %
N %
WSK %
W %
58 460 649 226 85
3.9 31,1 43,9 15.3 5.8
5 32 37 18 7
4 28 48 16 5
2 46 42 9 1
1 12 57 23 8
1 29 47 16 7
2 21 47 20 9
5 28 41 17 8
13 47 29 9 1
13 44 31 8
2 40 50 6 2
41 549 589 176 123
2.8 37.1 39,9 11,9 8.3
3 38 35 12 11
3 31 43 16 7
2 34 48 8 9
2 35 48 11 5
2 52 29 8 8
0 38 38 15 9
5 23 41 16 15
6 40 40 7 6
46 41 5 3
3 41 40 10 5
B %
E %
ST %
BMT %
TEMA %
BDK
%
%
INF %
N %
WSK %
W %
58 138 443 589 246
3.9 9,4 30,1 40,0 16.7
3 9 32 37 18
3 5 34 45 13
2 5 40 35 18
1 8 35 42 15
1 5 20 46 28
4 5 21 44 27
9 21 27 33 10
7 14 29 40 10
15 23 21 31 10
4 12 35 41 8
75 325 570 352 151
5.1 22,1 38,7 23.9 10.3
5 19 39 24 12
6 22 41 24 7
5 27 41 20 7
1
1 26 28 29 15
4 17 33 26 20
9 27 39 20 4
9 17 43 28 4
10 18 49 21 3
5 32 36 20 6
E
Aantal uren per da8 voor onderwljs N...1478
0 ~
1·2 3·4 50fmeer
5
Aantal uren per da8 voor prive N==1478
0 ~
1-2 3-4 Sofmeer
Tabel8: Ontwikkelingvan notebookgebruik Totaal N
5
Onderwijs8ebrulk veranderd N==1474
afgenomen enigzins afgenomen gelijk enlgzins toegenomen toegenomen
Prive8ebrulk veranderd N-1473
afgenomen enlgzins afgenomen getljk enigzins toegenomen toegenomen
Billage 1: TabeUen Notebookonderzoek TUle 2000
17
48 27 7
pagina8
Tabel9: Notebook of vaste PC? B
E
ST
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
0 3 12 34 51
5 11 28 56
7 5 44 45
9 42 49
2 20 18 29 31
1
7 14 36 43
1 3 10 41 46
3
179 570 643
,5 5,2 12,1 38,6 43,6
28 38 31
4 13 52 31
347 637 256 172 40
23,9 43,9 17,6 11,8 2,8
30 42 17 9 2
21 27 24 21 7
37 37 13 13
18 62 13 5 2
27 51 17 5
25 47 16 9 4
23 22
214 332 218 338 374
14,5 22,5 14,8 22,9 25,3
14 23 18 20 24
17 26 14 17 25
25 30 14 19 12
6 20 17 31 26
6 16 14 21 43
297 291 203 373 314
20,1 19,7 13,7 25,2 21,2
25 23 16 23 13
19 20 17 21 22
20 22 18 26 14
5 16 11 34 35
15 28 9 30 17
Totaal n
Notebook N-1476
noolt bijna noolt gemiddeld bljna altijd altijd
7 77
5 17 41 37
Vaste PC of terminal N=1452
nooit bijna nooit gemlddeld bl;na altijd altijd
31 31 28 10
11
30 7
19 51 18 12 1
12 20 12 28 28
24 21 13 19 24
17 28 13 19 23
18 18
12 20 17 25 26
22 17 13 25 24
19 13 15 24 29
41 27 8 15 8
41 26 15 18
17
57 20 9 2
Notebook aileen mee naar de ruE voor onderwijs N=1476
volledig mee oneens grotendeels mee oneens neutraal grotendeels mee eens volled!g mee eens
5 28 31
. Notebook nodig voor studle N-1478
volledig mee oneens grotendeels mee oneens neutraal grotendeels mee eens volled!g mee eens
8lJlage 1: TabeUen Notebookondenoek TU/e 2000
10 14 11 32 34
pagina9
Tabell0: Communicatievia het notebook Totaal n
Communicatie met medestudenten N=1477 nooit 32 zelden 131 soms 277 regelmatig 572 vaak 465 Communicatie met docenten/tutoren N=1476 nooit 233 621 zelden soms 371 202 regelmatig vaak 49 Communicatie met vrienden/kennissen nooit N=1477 45 zelden 133 soms 295 regelmatig 557 vaak 447 Communicatie met onbekende personen/instellingen N=1473 nooit 329 zelden 568 soms 335 regelmatig 190 vaak 51 Gebruik van e-mail N==1478 nooit 3 57 zelden soms 136 regelmatig 403 vaak 879 Gebruik om te chatten nooit N=1474 716 zelden 323 soms 173 regelmatig 123 vaak 139
Bijlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TU/e 2000
B %
E %
ST %
BMT %
TEMA %
BDK %
INF
N
%
%
%
WSK %
0/0
2,2 8,9 18,8 38,7 31,5
3 11 22 36 27
4 12 26 35 23
1 9 18 43 29
2 7 14 41 37
1 14 42 42
1 4 15 42 37
2 7 16 38 36
6 16 23 27 27
8 13 28 38 13
1 10 16 41 33
15,8 42,1 25,1 13,7 3,3
24 40 24
20 45 27 8
1
21 36 26 14 3
8 49 29 13 2
2 31 35 26 6
5 34 31 21 8
13 45 22 14 7
28 44 15 9 3
10 49 23 15 3
18 54 18 9 2
3,0 9,0 20,0 37,7 30,3
2 7 18 39 33
9 14 18 34 26
2 6 17 41 34
2 20 34 35
4 6 20 36 34
3 7 15 42 33
3 13 27 33 24
3 13 24 38 22
5 15 33 28 18
2 8 23 38 30
22,3 38,6 22,7 12,9 3,5
23 37 23 14 4
23 30 31 15 2
24 33 27 15 1
21 44 23 8 3
13 35 31 14 7
18 46 17 14 6
27 39 19 12 3
29 40 17 11 3
39 42 13 3 3
20 38 25 15 2
,2 3,9 9,2 27,3 59,5
5 10 28 57
1 1 9 31 59
2 9 35 54
3 7 30 60
4 14 30 52
12 12 27 49
3 13 21 28 36
1 3
48,6 21,9 11,7 8,3 9,4
50 20 14 7 9
53 15 13 12 7
37 26
39 24 12 10 15
51 17 8 7 17
11
47 19 13 10 11
11
11 11
15
5 17 78 58 17 10 9 5
3 5 20 72
48 28 11
6 8
51 26 13 10
W
11
28 57 54 24 9 8 5
pagina 10
Tabel11: Lezen van ontvangen e-mail Totaal n
B
E
%
%
%
7 30 63 220 1156
,5 2,0 4,3 14,9 78,3
1 2 5 15 77
1 1 6
11 38 66 172 1189
,7 2,6 4,5 11,7 80,6
2 4 4 13 78
3 6 13 78
6 16 48 184 1221
,4 1,1 3,3 12,5 82,8
0 1 3 9 86
139 393 367 267 310
9,4 26,6 24,9 18,1 21,0
11 24 30
1,1 8,4 15,7 23.7 51,1
5T %
BMT %
2 2 13 84
2 8 14 77
2 9 88
2 4 5 11 79
2 2 4 15 77
18
12 25 28 20 15
1 8 14 26 51
2 12 21 26 38
TEMA %
W
BDK %
INF %
%
W5K %
2
2 6 15 77
2 3 7 11 77
5 3 5 13 74
17 78
4 2 11 83
1 3 4 9 82
5 8 8 79
1 3 6 9 81
3 3 3 15 77
1 3 11 85
10 33 28 10 18
4 25 22 20 28
15 26 31 28
1 4 6 19 69
N
%
Mall van medestudenten N=1476
noolt zelden soms regelmatlg altljd
17
75
2
2
18 80
14 81
2 20 78
1 6 12 81
2 13 84
2 5 8 86
2 12 86
1 3 16 80
4 15 81
1 1 4 15 79
9 26 18 17 30
13 29 20 20 18
6 27 21 24 22
9 27 26 18 20
9 35 20 19 18
13 23 31 9 24
8 15 28 48
1 8 16 26 49
2 10 27 23 39
3 7 19 18 52
3 2
Mail van docenten oftu/oren N=1476
nooit zelden soms regetmatig altijd
Mail van vrienden ofbekenden N=1475
noolt zelden soms regelmatlg altljd
Mail van onbekende personen/instellingen N-1476
nooit zelden soms regelmatig altljd
17
Mall van de faculteits/unlversiteitsorganlsatie N==1475
nooit zelden soms regetmatig altijd
Bi)lage 1: TabeUen Notebookonderzoek TU/e 2000
16 124 232 350 753
9 11
20 60
9 15 20 56
paglnall
Tabel12: Reageren op ontvangen e-mail
-Totaal n
Mail van medestudenten 14 N=1476 nooit zelden 47 soms 264 regelmatig 656 altijd 495 Mail van docenten oftutoren 88 nooit N-1472 zelden 266 soms 359 regetmatig 357 402 altljd Mail van vrienden ofhekenden nooit 7 N-1473 zelden 30 soms 154 regelmatig 528 altijd 754 Mail van onhekende personen/inste/lingen 479 nooit N-1473 zelden 546 soms 276 regelmatig 109 altijd 63 Mail van de faculteits/universiteitsorganisatie nooit 389 N=1473 zelden 507 soms 295 regelmatig 162 120 altiJd Aantal keer dat ergekeken wordt naar nieuwe e-mail enkele keren N=1475 enkele keren per dag 441 482 1 keer per dag enkele keren per week 463 1 keer per week 64 enkele keren per maand 24 1 noolt Bilhure 1, Tabellen Nntebooknnderzoek rule 2000
ST
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
%
%
%
%
25 37 36
3 15 45 37
1 5 12 48 35
2 3 27 36 32
5 13 13
1 4 16
37 32
29
10 20 27 23 21
4 10 23 20 43
5 15 23 24 33
4 18 24 25 29
,5 2,0 10,5 35,8 51,2
0 1 9 35 55
1 2 15 34 47
1 11
32,5 37,1 18,7 7,4 4,3
39 36 17 5 3
26,4 34,4 20,0 11,0 8,1 29,9 32,7 31,4 4,3 1,6 ,1
B %
%
,9 3,2 44,4 33,5
1 3 20 43 34
6,0 18,1 24,4 24,3 27,3
17,9
E %
1
1 10 58 31
15 44 37
6 24 41 28
2 24 34 30
5 25 23 27 20
5 24 22 19 31
9 15 24 23 29
3 11 26 21 39
8 17 26 26 24
34 54
5 3 36 56
1 9 36 53
1 2 10 39 49
3 17 34 46
1 2 17 33 47
3 8 13 37 39
1 8 38 54
31 34 20 9 4
25 37 22 6 9
26 41 23 8 3
21 41 22 14 2
35 35 18 9 3
41 37 11 7 3
31 35 24 3 6
34 45
32 34 20 8 6
28 28 22 12 9
30 28
15 41 20 15 8
21 37
37 33 15 5 11
26 37 17 11 10
45 39 13
14 6
21 38 23 12 6
23 24 41 8 3
40 32
14 38 43 4 1
36 36 27
31 42 25
38 36 24 2
24 23 39 8 5
15 33 36 8 5 3
1
23
3 2
22
8 12
46 29 21
3 1
2
9
22
1
2
0
13
5 3
3
51
30 38 17 9 7 21 31 19 18 12 29 34 33 4 1 Daqina 12
Tabell3: Tevredenheid over snelheid van reactle van docent e-mail Totaat B % % n 2,0 N=1442 zeer ontevreden 29 3 8,4 ontevreden 121 13 neutraat 45,0 649 52 tevreden 32,6 470 23 12,0 zeer tevreden 173 9
E %
ST
BMT
TEMA
BDI<
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
%
%
%
%
1 4 49 25 22
2 3 48 34 13
2 11 41 37 9
2
2 10 40 39 8
2 7 43 34 16
4 49 34 12
3 5 26 45 21
2 7 47 31 13
11
33 44 11
Tabet 14: Wanneerwel/geen e-mail Totaal n
VraKen aan docent via e-mail voltedlg mee oneens N-1478
147 281 317 399 334 Llever e-mail naar vrienden dan persoonlijk contact voltedig mee oneens N=1474 568 meeoneens 477 neutraal 290 meeeens 103 voUedig mee eens 36 Complexe vraKen N=1478 voUedig mee oneens 31 meeoneens 79 neutraal 202 mee eens 430 volledig mee eens 736 Gelrrlteerd N=1474 volledig mee oneens 340 278 meeoneens neutraat 455 265 meeeens volled ig mee eens 138 meeoneens neutraat meeeens voltedig mee eens
Bijlage 1: Tabellen Notebookonderloek TU/e 2000
B
E
ST
BMT
INF
N
WSK
W
%
%
%
%
TEMA %
BDK
%
%
%
%
%
%
9,9 19,0 21,4 27,0 22,6
10 21 24 21 23
7 12 25 26 29
16 29 14 23 17
4 17 22 35 23
8 20 27 29 16
8 15 21 35 20
8 9 21 29 33
15 15 20 29 21
18 26 18 26 13
12 28 19 18 23
38,S 32,4 19,7 7,0
35 30 19 9 7
40 35 20
32 39 21 6 2
42 26 21 9
37 32
46 27 17 9
51 31 18
2,4
43 29 18 6 3
37 38 18 6 1
2,1 5,3 13,7 29,1 49,8
3 7 13 29 48
1 6 15 28 50
1 4 10 30 55
15 34 51
23,0 18,8 30,8 18,0 9,3
33 16 27 15 9
22 17 30 19 12
13 17 38 18 13
22 26 31 15 6
5
1
2
8 2
28 34 24 9 5
1 8 10 28 52
3 10 12 33 43
4 5 21 30 40
1 2 19 23 55
5 10 23 62
3 2 13 25 58
23 21 29
21 19 31 21 8
12 15 36 20 17
24 15 37 21 3
33 23 21 18 5
23 24 28 18 8
17
9
22
pagina 13
Tabel14: Wanneer wet/geen e-mail (vervolg) Totaal n
%
E %
5T %
BMT %
TEMA %
BDK %
INF %
N %
W5K %
W %
30 32 29 7 2
17 34 37
14 43 20 19 5
13
7
28 29 28 9 5
23 33 30 12 2
29 35 27 5 3
36 41 13 8 3
24 30 27 15 4
B %
WelnlB' persoonlijk contact met docenten door e-mail N-1474
volledig mee oneens mee oneens neutraal meeeens voltedig mee eens
349 443 420 189 73
23,7 30,1 28,5 12,8 5.0
30 24 28 11
11
25 31 21 10
Anderen hebben verkeerde Intefpretatie van mijn e-mail N==1472
volledig mee oneens meeoneens neutraal meeeens volledig mee eens
536 457 374 91 14
36.4 31.0 25.4 6.2 1.0
47 23 26 4 1
36 28 26 8 1
34 24 37 5
26 42 24 7 1
31 32 27 9 1
26 33 26 12 3
35 42 21 2
41 27 26 5
36 26 31 8
44 36 17
589 374 327 141 44
39,9 25.4 22.2 9.6 3,0
47 19 22 9 3
42 23 22 10 4
35 28 20 14 2
44 26 21 5 3
32 24 26 12 7
33 26 25 12 3
33 36 20 8 2
40 27 23 7 2
46 21 21 10 3
44 27 20 8 2
72
16 7 5
66 23 4 5 1
70 20 8 2
65 20 10 4 2
63 24 9 3
61 22 14 3
49 29 16 5 2
69 19 8 3
54 18 15 3 10
60 28 7 3 1
26 23 20 21 10
29 29 24 15 2
24 23 25 25 3
33 31 16 18 2
19 23 21 29 8
24 26 27 18 6
28 25 28 15 5
21 33 21 19 6
21 36 15 21 8
24 26 25 19 5
3
Spijt van e-mal/ berlcht N-1475
volledig mee oneens meeoneens neutraal mee eens volledig mee eens
WelnlB' persoonlijk contact met medestudenten N=1474
volledlg mee oneens meeoneens neutraal meeeens voUedig mee eens
948 321 138 56 11
64.3 21,8 9,4
376 386 339 287 87
25,5 26,2 23,0 19,5 5,9
3,8 ,7
Gevoel van anonlmiteit N==1475
voUedlg mee oneens meeoneens neutraal mee eens volledlg mee eens
Tabel15: Lichamelijke klachten
Pijn in nek/schouders N-1478 nooit zelden soms regelmatig vaak Pijn in arm/pols nooit N-1477 zelden soms regelmatig vaak Pijn in hand/vingers N=1477 nooit zelden soms regelmatig vaak Vermoeide ofpijnlijke ogen N=1478 noolt zelden soms regelmatlg vaak Voldoende voorlichting over NSf onvotdoende N=1459 licht onvoldoende neutraal ticht voldoende voldoende
Bl)lage 1: Tabellen Notebookonderzoek TUle 2000
Totaal n
B
E
ST
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSK
W
%
%
0/0
%
%
%
%
%
%
%
%
754 301 160 199 64
51,0 20,4 10,8 13,5 4,3
50 21 12 14 4
57 17
45 23
34 21 16 19 10
49 19 10 16 6
51 20 13 10 6
58 20 12 7 3
64 21 3 10 3
52 22
6
59 22 7 11 2
13 2
717 322 198 183 57
48,5 21,8 13,4 12,4 3,9
51 20 13 13 3
54 20 12 10 3
55 18 16 11 1
53 19 16 11 2
36 27 17
42 25 14
37 24
13
13
7
5
16 9
58 17 12 12
51 26 5 13 5
49 24 12 12 4
791 349 179 118 40
53,6 23,6 12,1 8,0 2,7
58 20 9 10 2
56 24 11 6 4
59 16 18 7 1
58 27 11
37 30 16 10 6
47 27 14 7 4
49 22 15 7 7
60 20 13 7
51 33 8 3 5
55 25 8 11 2
473 333 300 284 88
32,0 22,5 20,3 19,2 6,0
34 20 22 19 5
38 18 17 17 9
28 30 20 19 3
28 31 18 18 5
15 21 22 28 14
26 21 23 22 9
41 23 20 13 3
54 20 17 8 1
41 23 10 13 13
27 23 22 25 3
583 370 229 149 128
40,0 25,4 15,7 10,2 8,8
35 20 21 13 11
27 20 24 11 18
49 31 13 5 2
53 27
44 35 12 7 2
50 29 14 4 2
4 21 12 36 27
53 25 14 6
13 11 21 26 29
48 30 12 4 5
11
10
9
20 2
5
11
4 4
13
2
2
11
pagina 15
Tabel16: Zinvolheid van gebruik notebook Totaal n
B
E
ST
BMT
TEMA
BOI(
INF
N
WSI(
W
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
nietzlnvol welnlg zinvol neutraal zinvol zeerzlnvot
11 20 127 516 805
,7 1,4 8,6 34,9 54,4
0 1 10 35 54
1 1 7 35 56
9 29 62
1 2 34 63
1 2 6 37 53
2 2 19 39 37
1
2 4 34 60
5 10 44 41
1 1 10 35 53
nlet zlnvol weinig zinvol neutraal zinvol zeer zinvol
61 136 385 502 386
4,1 9,3 26,2 34.1 26,3
9 15 36 27 13
1 8 47 43
3 2 16 43 37
3 9 38 32 18
1 10 33 31 25
3 8 29 33 27
6 11 20 37 27
nietzinvol weinlgzinvol neutraal zinvol zeerzlnvol
842 391 162 52 28
57,1 26,S 11,0 3,5 1,9
54 26 14 4 2
56 26 12 4 2
53 23 18 5 2
63 20 11 5 2
60 27 12
48 30 12 6 3
63 24 9
nietzinvol weinigzinvol neutraal zinvol zeerzinvol
307 314 368 280 209
20,8 21,2 24,9 18,9 14,1
34 29 23 10 4
25 23 30 10 12
28 20 26 18 8
4 11 29 25 32
26 27 27 12 9
13
22 23 25 17
19 49 171 476 761
1,3 3,3 11,6 32,2 51,6
2 7 16 31 43
1 2 15 45 36
4 15 43 38
3 4 23 71
72 176 413 529 287
4,9 11,9 28,0 35,8 19,4
3 11 23 38 24
12 17 36 25 11
2 10 28 39 20
2 8 24 44 23
Individuele opdracht/werkstuk N-1479
7 28 63
Practica N=1470
1
5 28 65
5 23 36 28 8
5 13
30 38 15
Hoorcolleges N=1475
61 31 6 2
67 26 3
65 29 3 2
15 15 32 25 14
40 38 20 2
38 23 21 15 3
2 7 22 37 31
3 29 67
0 1 6 23 70
2 3 22 38 35
5 4 22 27 41
10 8 36 46
1 2 5 35 57
6 13 28 34 20
4 13 36 32 15
7 13 26 35 20
14 21 41 21 3
18 15 26 33 8
1 4 17 47 31
1
5
5
Tentamens N-1478
Projectwerk/groepswerk N=1476
nlet zlnvol welnlg zinvol neutraal zinvol zeerzinvol
Instructles/oefeningen N=1477
nlet zinvol weinlg zlnvol neutraal zinvol zeerzlnvol
BUlage 1: Tabellen Notebookonderzoek TUle 2000
pagina16
Tabel16: Zinvolheid van gebruik notebook (velVolg) Totaal n
B %
E %
ST
BMT
TEMA
BDK
INF
N
WSI(
W
%
%
%
%
%
%
%
%
%
159 262 434 414 205
10,8 17,8 29,4 28,1 13.9
10 16 23 30 20
18 20 38 13
7 16 21 39 17
6 13 32 38 11
15 24 26 20 15
9 23 35 23 9
10 15 38 25 13
24 26 32 15 3
18 21 33 28
75 101 205 437 659
5,1 6,8 13,9 29,6 44,6
6 6 16 30 42
3 4 13 31 49
4 9 10 26 51
2 5 12 36 45
4 2 8 30 55
6 6 15 33 40
8 15 28 26 22
13 23 13 18 33
3 5 11 29 52
310 380 448 227 109
21,0 25,8 30,4 15,4 7,4
35 32 24 7 2
11
4 8 25 37 27
17 19 32 22
27 39 22
35 23 29
12 31 38
11
11
18 39 37 5
11
1
21 31 31 13 4
2
9
14 19 34 21 12
595 397 215 190 78
40,3 26,9 14,6 12,9 5,3
52 26 9 10 2
25
32 26 21 16 5
60 20
42 39
13
11
5 2
8
34 35 19 9 2
21 22 15 25 16
35 29 19 12 5
44 33 13 3
47 18 14 17 4
Maken van oefenopgaven
N-1474
niet zlnvol weinigzinvol neutraal zlnvol zeerzinvol
11
4 11
23 41 21
Aanbieden van studiemateriaal
N=1477
nietzlnvol weinig zlnvol neutraal zinvol zeerzlnvol
6
12 20 29 33
Opbergmoge/ljkheden
N=1474
zeer ontevreden ontevreden neutraal tevreden zeer tevreden
23 42 16 8
11
lunchpauze met notebook
N=1475
nooit bijna nooit gemiddeld bljna altijd altljd
Bljlage 1: Tabellen Notebookonderzoek rule 2000
25 14 21 15
8
paglna 17
Tabel17: Notebook en mobiliteit Totaal n
B
E
5T
BMT
TEMA
BDK
INF
N
W5K
W
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
%
141 332 357 436 210
9,6 22,5 24,2 29,5 14,2
10 27 25 26 12
9 18 26 28 19
5 27 20 37 12
8 18 21 37 15
12
33 24 29 2
13 24 24 26
10 16 25 32 18
8 18 27 31 16
10 33 28 18 10
8 18 24 30 21
143 207 240 391 497
9,7 14,0 16,2 26,5 33,6
9 10 14 26 42
17
13
8
1
8
15 18 23 27
14 14 33 26
22 20 23 27
13
13
9 35 42
17 28 34
16 20 20 20 24
6 16 16 21 41
3 10 8 33 46
13 19 27 30
volledig mee oneens nee oneens neutraal mee eens volledig mee eens
573 341 243 249
44 18 16 15 6
41 25 17 14 2
45 25 9 18 2
23 28 23 20 5
53 14 15 13 5
32 22 19 21 6
41 20 20 14 5
56 25 8 7 3
49 31 13
72
38,8 23,1 16,4 16,8 4,9
volledig mee oneens nee oneens neutraal mee eens volledig mee eens
577 328 247 242 81
39,1 22,2 16,7 16,4 5,5
54
34 25 19 18 5
20 23 22 27 9
26 28 18 24 5
37 24 16 17 6
56 23
12 13 4
42 26 20 9 3
13
4 4
40 22 19 13 6
51 15 21 10 3
26 22 18 26 8
volledig mee oneens nee oneens neutraal mee eens volledig mee eens
245 326 330 377 200
16,6 22,1 22,3 25,5 13,5
19 19 19 25 17
14 23 23 28 12
14 21 25 26 14
17 20 31 23 8
17 30 19 23 10
14 23 24 26 12
15 15 20 30 20
23 28 24 18 6
36 21 8 28 8
12 24 22 26 16
862 315 155 107 38
58,4 21,3 10,5 7,2 2,6
66 15 10 6 3
55 20
48 27 16
59 23 8 7 3
53 23 8
54 22 10 10 4
62 26 7 5 1
64 20
56 28 3 10 3
58 22 12 7 1
Kans op diefstal miniem
N=1476
volledig mee one ens nee oneens neutraal mee eens volledig mee eens
13
Verve/end om notebook mee te nemen naar WE
N=1478
volledig mee oneens nee oneens neutraal meeeens volledig mee eens
11
Spelen tijdens onderwijs
N=1478
8
26 28 17 22 7
Onbeheerd
N=1475
17
Leuk
N=1478
Uitzetten moei/ijk
N=1477
"'-..
volledig mee oneens nee oneens neutraal mee eens volledig mee eens
Bijlage 1: TabeUen Notebookonderzoek TU/e 2000
13
7 5
9
1
13
2
13
1 2
Daltina 18
labell7: Notebook en mobiliteit (vervolg) Totaal n
B
E
5T
BMT
TEMA
BDK
INF
N
W5K
W
%
%
%
%
%
%
%.
%
%
%
%
204 156 244 347 528
13,8 10,5 16,5 23,S 35,7
13
18
13
8
7
13
17 20 31
9 22
29 33
9 7 16 22 45
14 13
16 24 41
7 19 22 39
20 21 12 15 31
15 8 19 23 35
8 15 8 33 36
15 9 15 27 34
176 204 316 377 402
11,9 13,8 21,4 25,6 27,3
15 23 22 32
16 11 24 31 18
9 12 22 25 31
14 17 23 23 24
10 24 26 26 14
8 19 18 28 27
12 18 25 12 33
9 14 19 26 32
3 18 15 31 33
12 11 17 33 26
109 236 399 512 222
7,4 16,0 27,0 34,6 15,0
8 16 25 36 15
2 8 36 36 17
2
13
18 22 40 18
20 30 27 11
12 15 28 41 5
4 20 32 27 16
9 13 24 35 19
7 14 20 43 16
18 10 26 38 8
8 17 24 35 16
1,2 5,7 20,9 30,5 41,8
2 4 16 29 50
3 9 29 29 30
3 15 23 59
2 19 30 49
0 3 26 32 38
2 16 25 39 19
3 5 29 23 39
3 8 21 26 44
8 18 32 41
Ergeren aan mensen
N=1479
voUedig mee oneens nee oneens neutraal mee eens volledig mee eens
17
23 33
Sociaallsolement door notebook gebrulk
N=1475
volledig mee oneens nee oneens neutraal meeeens volledig mee eens
7
Leuk In vrJje tijd
N=1478
volledig mee oneens neeoneens neutraat meeeens voUedig mee eens
Praten met medestudenten tijdens lunchpauzes
N=1477
volledig mee oneens nee oneens neutraat meeeens voltedig mee eens
Billage 1: Tabellen Notebookonderzoek TU/e 2000
18 84 308 450 617
1
5 14 36 45
1
pagina 1~
Tabel18: Ondersteuning vanult de faculteit/satisfactie Totaal % n
B %
E %
ST %
BMT %
TEMA %
BDK %
INF %
N %
WSK %
W %
Computervaardigheid hij aanvan8 N=1480 172 215 180 370 543
11,6 14,5 12,2 25,0 36.7
17 20 13 26 24
4 8 11 26 51
10 12 11 26 41
20 19 13 23 26
14 15 13 29 29
11 15 16 25 32
5 3 3 20 69
8 15 8 23 45
18 26 13 21 23
9 12 15 27 38
nlet. nag altijd onvoldoend 59 zelf uitproberen/bijgeleerd 1338 cursus binnen faculteit 34 zelfstudle cursus 41 exteme cursus 2
4,0 90,8 2,3 2.8 ,1
4 90 2 4
5 89 3 3
2 93 3 2
3 95 1 1
2 88 5 5
4 91 2 4 0
7 90 1 2
4 89 2 4
8 87 3 3
3 91 4 1 1
201 408 445 319 98
13,7 27.7 30,3 21,7 6,7
19 32 31 13 5
9 22 30 28 11
4 24 27 36 9
14 31 32 21 2
13 41 20 21 5
18 31 34 14 3
20 20 34 20 6
12 28 29 24 6
23 36 31 10
4 18 28 35 15
239 54 264 366 288 266
16,2 3,7 17,9 24,8 19.5 18,0
10 3 25 26 19
20 4 18 21 23 14
14 10 14 25 17 20
12 2 8 24 27 27
9 2 17 31 23 18
27 4 17 15 20 17
15
17
30 1 16 22 14 15
22 29 18 16
8 3 15 31 15 28
21 6 16 22 16 19
46 227 485 568 153
3,1 15,3 32,8 38,4 10,3
4 19 39 32 7
17 34 38 12
3 16 32 41 8
5 29 51 15
1 16 34 43 6
4 19 32 33 12
5 16 24 43 11
6 21 38 28 6
10 15 46 26 3
2 8 27 48 16
65 91 114 338 867
4,4 6.2 7,7 22,9 58.8
6 7 7 24 55
3 8 7 25 57
9 5 4 31 52
1 2 10 22 65
3 9 6 23 58
5 5 10 20 60
7 4 6 22 62
2 7 8 26 56
5 13 8 28 46
1 6 9 16 68
nee, helemaal nlet welnig neutraal voldoende ;a. zeer zeker
Computervaardigheld 8ekregen door N...1474
Voldoende ondersteunin8 N=1471
nee, helemaal nlet weinig neutraal voldoende ja, zeer zeker
Ondersteunin8 door N=1477
niet, huldige ondersteuning individuele begeleiding extra ondersteuning tijdens korte cursussen zelfstudiecursussen eerste week extra aandach
Tevreden over Inzet van notehook N=1479
zeer ontevreden ontevreden neutraal tevreden zeer tevreden
Opnieuwaanschaffen N"'1475
nee, zeker nlet zeker niet neutraal zeker zeer zeker
ia.
Biilage 1: TabeUen Nolebookonderzoek rule 2000
paglna 20
T UIe
technische universiteit eindhoven Bijlage 2
N otebookonderzoek
TUE
2000
Vragenlijst voor eerste, tweede en derdejaarsstudenten van de Technische Universiteit Eindhoven.
Met dit onderzoek wordt beoogd inzicht te krijgen in de mate waarin en de wijze waarop studenten van de TUE het notebook gebruiken en ervaren. Wij vinden jullie mening belangrijk en zouden hier graag een beeld van willen schetsen. Bij deze vragen wij dan ook jullie medewerking om dit onderzoek te kunnen uitvoeren en deze vragenlijst in te vuUen. De vragen hebben betrekking op de afgelopen drie maanden, tenzU anders vermeld.
Alvast hartelijk bedankt voor je medewerking! Lonneke Keeris. Studenten Service Centrum
Notebookonderzoek TUE 2000
II
Invulinstructie: Vul de keuzevelden op de volgende manier in: (met een donkere kleur balpen, s.v.p. geen potlood ) Deel A: Aigemeen gebrulk van het notebook
Zo,
II
-»)(
Nletzo,
"
J
1. Hoeveel dagen ga je, in een normale collegeweek, naar de TUE?
00
10
20
30
40
50
2. Hoeveel dagen neem je het notebook, in een normale collegeweek, mee naar de TUE?
00
10
20
30
40
50
3. Op welke verschillende plaatsen maak je gebruik van het notebook? HB. Met vaak wordt bedoe/d: meerdere ma/en per dag/ nooit - in de trein of bus - thuis nooit nooit - in kantines op de TUE
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
nooit 0 nooit 0 nooit 0 nooit 0 nooit 0 nooit 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
- in bibliotheken op de TUE
nooit
- in collegezalen
nooit
- in speciale computerruimtes
nooit
- in overige onderwijsruimtes
nooit
4. Geef aan in welke mate je het notebook gebruikt voor .... onderwUs - individuele opdrachtenlwerkstukken - practica - hoorcolleges - tentamens - projectwerklgroepsopdrachten - instructies/oefeningen
0 0 nooit 0 nooit nooit
- communicatie t.b.v. onderwijs - internet t.b.v. onderwijs - verenigingswerk
vaak vaak vaak vaak vaak vaak vaak
vaak vaak vaak vaak vaak vaak vaak vaak vaak
prive - communicatie voor privegebruik - internet voor privegebruik
nooit nooit
- het bijhouden van je elektronische agenda - het spelen van spelletjes
nooit nooit
- het luisteren naar muziek
nooit
- overige hobby's
nooit
0 0 0 0 0 0
vaak vaak vaak vaak vaak vaak
5. Hoeveel uur per dag maak je, in een normale collegeweek. gebruik van het notebook voor en in het onderwijs?
o0
Y2
0
1-2 0
3-4
0
50fmeerO
6. Hoeveel uur per dag maakje, in een normale collegeweek. gebruik van het notebook voor privedoeleinden? o0 Y2 0 1-2 0 3-4 0 5 of meer 0 7. Is jouw notebookgebruik veranderd naarmate je studie vorderde? - gebruik in en voor het onderwijs
afgenomen
0
- privegebruik
afgenomen
0
0 0
0 0
0 0
0 toegenomen 0
toegenomen
8. Als je met een computer werkt (thuis en/of binnen de TUE). waar maak je dan het meest gebruik van? - het notebook - een vaste pc of terminal
0 nooit 0 nooit
0 0
0 0
0 0
0 altijd 0 altijd
Geef bU de vo/gende uitspraken aan in hoeverre)e het ermee eens bent. 9. Ik neem het notebook aileen mee naar de TUE als ik het nodig heb voor het onderwijs. 0 0 0 0 volledig mee eens volledig mee oneens 0
10. Zonder het notebook zou ik deze studie in de huidige opzet niet kunnen volgen. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens
II
8658
~II
Notebookonderzoek TUE 2000
II
II
Deel B: Het notebook als communicatiemiddel 11. In welke mate maak je gebruik van het notebook in de volgende situaties? - communicatie met medestudenten - communicatie met docenten/tutoren - communicatie met vriendenlkennissen - communicatie met onbekende personen/instellingen 12. In welke mate maakJe gebru ik van .....?. - e-mail - chatten
nooit nooit
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
vaak vaak
nooit
0 0
0 0
0 0
0 0
vaak
nooit
0 0
nooit
0
o o
o o
vaak
0
0 0
0
nooit
0
vaak
nooit
0 0 0 0
0 0 0
0 0 0
altijd
0
0
altijd
vaak
13. In welke mate lees jemail die je ontvangt? - mail van medestudenten - mail van docenten of tutoren - mail van vrienden of bekenden - mail van onbekende personen/instellingen
nooit nooit
0 0 0
nooit
0
0 0 0 0
- mail vanuit de faculteits/universiteitsorganisatie
nooit
0
0
0
0
0
altijd
nooit nooit
0 0
0 0
0 0
nooit nooit nooit
0 0 0
0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
altijd altijd altijd altijd altijd
altijd altijd
14. In welke mate reageer je op mail die je ontvangt? - mail van - mail van - mail van - mail van
medestudenten docenten of tutoren vrienden of bekenden onbekende personenlinstellingen
- mail vanuit de faculteits/universiteitsorganisatie
0 0 0
15. Hoe vaak kijk je of je nieuwe e-mailberichten hebt ontvangen? enkele keren per dag 1 keer per dag enkele keren per week 1 keer per week
o o o o o o
enkele keren per maand nooit
16. Hoe tevreden ben je over de snelheid waarmee docenten reageren op jouw vragen via e-mail? zeer ontevreden 0 0 0 0 0 zeer tevreden Geef bij de volgende uitspraken aan in hoeverre}e het ermee eens bent. 17. Ais ik een docent iets wil vragen, stuur ik liever een maillje dan dat ik telefonisch of persoonlijk contact zoek. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 18. Ik heb liever contact met medestudenten/vrienden via e-mail dan dat ik ze bel of persoonlijk contact zoek. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 19. A1s ik complexe vragen moet stellen, kies ik liever voor persoonlijk contact dan voor e-mail. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens
20. A1s ik gei"rriteerd ben, stuur ik liever een maillje naar die persoon dan dat ik telefonisch of persoonlijk contact zoek. volledig mee oneens 0
0
0
0
0
volledig mee eens
21. Door gebruik van het notebook heb ik weinig persoonlijk contact met docenten. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 22. Het komt vaak voor dat anderen mijn e-mailberichten anders interpreteren dan ik bedoel. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 23. E-mail is een verleidelijk medium om berichten te sturen waar je later spijt van hebt. vol1edig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens
II
8658
~II
Notebookonderzoek rUE 2000
II
II
24. Door gebruik van het notebook heb ik weinig persoonlijk contact met medestudenten. 0 0 0 0 volledig mee eens volledig mee oneens 0
25. Het gebruik van e-mail roept een gevoel van anonimiteit op. volledig mee oneens
0
0
0
0
0 volledig mee eens
Deel C: Ervaringen van studenten
26. In welke mate heb je weleens Iichamelijke klachten ondervonden van het werken - pijo in oek en/of schouders 0 nooit 0 - pjjn in arm enlof pols nooit 0 0 - pjjn in hand en/of vingers nooit 0 0 - vermoeide of pijnHjke ogen
nooit
0
met het notebook?
0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
vaak vaak vaak vaak
27. Ben je van mening dat de rUE studenten voldoende heeft ingelicht over RSI (repetitive strain injuries)?
0
onvoldoende
0
0
0
0 voldoende
28. Hoe zinvol vind je het gebruik van het notebook in de volgende situaties? -
individuele opdrachten/werkstukken practica hoorcolleges tentamens projectwerkigroepswerk instructies/oefeningen
nietzinvol nietzinvol nietzinvol nietzinvol nietzinvol nietzinvol nietzinvol nietzinvol
- het maken van oefenopgaven - het aanbieden van studiemateriaal
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
zeerzinvol zeerzinvol zeerzinvol zeer zinvol zeerzinvol zeerzinvol zeer zinvol zeerzinvol
29. Ben je tevreden over de opbergmogelijkheden voor notebooks binnen de faculteit? zeer ontevreden
0
0
0
0
0
zeer tevreden
30. Hoe vaak breng je, in een normale collegeweek, de lunchpauze door achter het notebook? nooit
0
0
0
0
0
altijd
Gee' bij de va/gende uitspraken aan In haeverre je het ennee eens bent. 31. De kans dat mijn notebook wordt gestolen op de rUE is miniem. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 32. Ik vind het vervelend om elke dag het notebook mee te nemen naar de rUE. volledig mee oneens
0
0
0
0
0
volledig mee eens
33. Het komt vaak voor dat ik tijdens onderwijsactiviteiten (bijvoorbeeld college of practicum) mailijes verstuur, op het internet surf of spelJetjes doe.
0
0
volledig mee eens
34. Ik laat mijn notebook vaak onbeheerd achter. volledig mee oneens 0 0 0 0
0
volledig mee eens
volledig mee oneens
0
0
0
35. Doordat ik het notebook bij me heb, kan ik op elk moment iets leuks of nuttigs doen. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 36. Ik heb de grootste moeite om het notebook uit te zetten. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 volledig mee eens 37. Ik erger me aan mensen die in hun vrije tijd op de universiteit aileen maar met hun notebook bezig zijn. volledig mee oneens
0
0
0
0
0
volledig mee eens
38. Sommige van mijn medestudenten raken in een sociaal isolement door overmatig gebruik van het notebook. 0 0 0 0 volledig mee eens volledig mee oneens 0 39. Ik vind het leuk om in mijn vrije tijd het notebook te gebruiken. volledig mee oneens 0 0 0 0 0 voUedig mee eens
40. Ik zit tijdens de lunchpauzes altijd gezellig te praten met medestudenten. volledig mee oneens
II
0
0
0
0
0
volledig mee eens
8658
~ II
Notebookonderzoek TUE 2000
II
II
Deel D: Ondersteunlng vanuit de faculteit 41. Was je vaardigheid om met het notebook om te gaan aan het begin van je studie voldoende? nee, helemaal niet 0
0
0
0
0
ja, zeer zeker
42. Hoe heb je gedurende je studie voldoende of meer computervaardigheid verkregen? (slechts een antwoord geven aub.) niet, mijn vaardigheid is nog altijd onvoldoende vooral door zelf uit te proberen en/of bijgeleerd van anderen (vrienden, medestudenten etc.) voora1 door het volgen van een cursus binnen de faculteit
o
o
o
o vooral door een zelfstudiecursus op de computer o vooral door het volgen van een externe cursus 43. Vind je dat er vanuit de faculteit voldoende ondersteuning wordt geboden in het leren omgaan met het notebook en relevante softwarepakketten? nee, helemaal niet 0
0
0
0
0
ja, zeer zeker
44. Op welke aanvullende manier zou de faculteit naar jouw mening het best ondersteuning kunnen bieden? (slechts een antwoord geven aUb.) niet, de huidige ondersteuning is goed
o o o o o o
individuele begeleiding extra ondersteuning tijdens colleges of practica
een aanbod van korte cursussen een aanbod van zelfstudiecursussen via de computer in de eerste week van het eerste studiejaar veel aandacht besteden aan computergebruik Deel E: Satisfactie 45. Ben je tevreden over de inzet van het notebook in het onderwijs? zeer ontevreden
0
0
0
0
0
zeer tevreden
46. Zou je het notebook weer aanschaffen als je nu voor deze beslissing stond? nee, zeker niet 0 DeelF:Persoonsgegevens
0
0
0
0
ja, zeer zeker
47. Leeftijd:
o 17
48. Sekse:
Oman
o
49. Eerste jaar van inschrijving
01999
01998
01997
50. Laatstgenoten vooropleiding 0 VWO
0 HTO
o anders o verkorte opleiding
018
019
020
021
022
024
025 of ouder
vrouw
51. Opleidingsvariant:
04- of 5-jarige opleiding
52. Woonsituatie
o thuiswonend 0 uitwonend o o bouwkunde (incl. Installatietechniek) o elektrotechniek (incl. Informatietechniek) 0 o scheikundige technologie 0 o biomedische technologie 0 o techniek en maatschappij 0
53. Opleidingsrichting:
023
o
deeltijdopleiding
technische bedrijfskunde technische informatica technische natuurkunde technische wiskunde werktuigbouwkunde (incl. WMT)
Heb je verder nog opmerkingen of suggesties met betrekking tot het gebruik van het notebook? Noteer ze dan hieronder.
Nogmaals bedankt voor je medewerking 8658
II
~II