Behoort bij punt 8b van de agenda ste van de 247 vergadering van het bestuur d.d. 15 november 2012
NOTA VOOR HET BESTUUR
Betreft: Begroting 2013 en meerjarenraming 2014-2015 Namens het dagelijks bestuur wordt u hierbij de Begroting 2013 aangeboden aangevuld met een vooruitblik (meerjarenraming) naar de daaropvolgende jaren. De begroting is gebaseerd op het jaarplan 2013. In aanloop naar deze begroting is eerder door de SER aangegeven dat de uitvoering van de begroting 2013 conform vorige jaren zal zijn. Deze begroting is verder opgesteld met inachtneming van de Verordening Financiën Bedrijfslichamen 2011. De nieuwe regering heeft in haar regeerakkoord aangegeven dat “De product- en bedrijfschappen per 2014 worden opgeheven”. Het regeerakkoord is eind oktober bekend geworden. De exacte, uiteindelijke financiële gevolgen van de opheffing zijn echter nog niet te concretiseren en zijn derhalve ook nog niet opgenomen in deze begroting. B. GRONDSLAGEN De grondslagen van resultaatbepaling zijn: • Het stelsel van baten en lasten wordt gehanteerd • Baten en lasten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben. • Alle baten en lasten worden onderscheidenlijk verantwoord naar het brutobedrag. • Daar waar dit dienstbaar is aan het inzicht zijn doorberekende lasten en bijdragen in mindering gebracht op de betreffende lasten • Waardeverminderingen of –vermeerderingen van activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. De grondslagen van waardering zijn eveneens niet gewijzigd. • De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend over een afschrijvingsperiode van 3,5 jaar (automatiseringsmiddelen) respectievelijk 5 jaar (Inventaris en telefooncentrale). • Vorderingen worden, onder aftrek van eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid, tegen de nominale waarde gewaardeerd. • De effecten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. • De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde • De voorziening wachtgeldverplichtingen wordt gewaardeerd op contante waarde. • De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
2
C. UITGANGSPUNTEN FINANCIEEL BELEID Het financieel beleid is gestoeld op de volgende uitgangspunten en beleidsprioriteiten: de begrotingsopzet moet transparant zijn voor de interne sturing en verantwoording aan het bestuur; de exploitatierekening moet een juist inzicht geven in de werkelijke baten en lasten; de Voorziening Wachtgeldverplichtingen moet rekenkundig onderbouwd zijn. De Voorziening wordt jaarlijks in lijn gebracht met de te verwachten toekomstige verplichtingen. Het doelvermogen is hierbij contant gemaakt met een rekenrente van 4%; de beheersing van de kosten blijft een prioriteit; de hoogte van het tarief van de administratieve heffing is gebaseerd op een kostendekkend niveau. Daarbij wordt getracht het tarief niet teveel te laten fluctueren maar voor meerdere jaren gelijk te houden. Reserve- en beleggingsbeleid Doelstellingen van het reserve- en beleggingsbeleid zijn: • Er wordt gestreefd naar een Eigen Vermogen dat schommelt rond de € 1 miljoen. • Het op lange termijn waardevast in stand houden van het Eigen Vermogen, dat wil zeggen dat de waarde van het belegd vermogen zoveel mogelijk gelijke tred houdt met de ontwikkeling van de inflatie. • Er zal uitsluitend risicomijdend en in Euro’s worden belegd. • Het vermijden van beleggingsrisico’s heeft daarbij een hogere prioriteit dan het behalen van een maximaal rendement. • De middelen dienen bij voorkeur duurzaam uitgezet te worden want MVO voert een actief beleid m.b.t. duurzaam inkopen. • Het Productschap MVO hanteert de volgende asset allocatie: Bandbreedte: - liquiditeiten:
80% - 100% - overige beleggingsproducten:
0% - 20%
Onder liquiditeiten worden verstaan saldi op rekening-courant, spaarrekeningen en deposito’s. Liquiditeiten worden verdeeld over verschillende tegenpartijen. De keuze van de tegenpartijen dient zich te beperken tot kredietwaardige tegenpartijen. Hieronder wordt verstaan financiële instellingen met tenminste een AA-rating. Onder overige beleggingsproducten worden verstaan participaties in BNG Fido Kapitaalmarktselectfondsen. Dit zijn breed gespreide, professioneel beheerde obligatiefondsen. Deze dienen te voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Financiering Decentrale overheid (Wet Fido).
3
Eigen Vermogen Het Productschap MVO kent geen bestemmingsheffingen van waaruit bepaalde activiteiten worden gefinancierd maar maakt uitsluitend gebruik van een financieringsheffing. Het Eigen Vermogen staat geheel ter vrije beschikking van het bestuur Het Eigen Vermogen heeft voornamelijk een bufferfunctie om eventuele exploitatietekorten op te vangen en kan verder worden aangewend om de gevolgen van een afbouw van activiteiten in geval van discontinuïteit van de organisatie op te vangen. Heffingsystematiek en tarieven De grondslag van de heffingen berust op gegevens van de douane en op bedrijfsgegevens; de betreffende bedrijven (of derde aangevers bij Geautomatiseerde Periodieke Aangiften bij invoer uit derde landen) verstrekken hiertoe opgaven aan het productschap. Het opleggen van de administratieve heffing is gebaseerd op de MVO Verordening Administratieve heffingen 2009. Bij invoer of productie van MVO-producten wordt een heffing opgelegd van € 0,40 per 1.000 kg (op 100% vet-oliebasis). Voor een aantal oliehoudende zaden en smeerbare vetproducten, mayonaise en dergelijke sauzen zijn er afgeleide tarieven vastgesteld (gebaseerd op het vetgehalte van deze producten). Heffingen worden niet in rekening gebracht indien de totale hoeveelheid in een kalendermaand bereide en/of ingevoerde producten resulteert in een verschuldigd bedrag van minder dan € 50,--.
4
D. ONTWIKKELING VAN DE LASTEN De lasten zullen voor de jaren 2013-2015 het volgende verloop laten zien :
Omschrijving
2011 rekening
2012 begroting
2012 raming
2013 begroting
2014 raming
2015 raming
€
€
€
€
€
€
Lasten Voorzitters- en personeelskosten
1.385.519
1.408.000
1.368.000
1.300.000
1.280.000
1.312.000
Reis-, verblijfs- en repres.kosten
62.670
62.000
57.000
60.000
60.000
61.000
Huisvestingskosten
91.093
104.000
112.000
180.000
102.000
104.000
134.912
142.000
142.000
130.000
130.000
130.000
14.640
25.000
18.000
25.000
19.000
25.000
Subsidies/ ingekochte diensten t.b.v. de sector
482.013
553.000
458.000
497.000
512.000
512.000
Ingekochte diensten t.b.v. schap
62.993
71.000
87.000
90.000
92.500
95.000
8.553
10.000
60.000
456.000
12.000
12.000
2.242.393
2.375.000
2.302.000
2.738.000
2.207.500
2.251.000
Bureaukosten Vergaderkosten
Overige lasten
Totaal lasten
In 2011 bedroegen de lasten € 2.242.393. Door de reorganisatie in 2012 zullen de lasten voor de komende jaren dalen. In deze raming wordt ermee rekening gehouden dat de lasten in 2013 € 2.738.000 bedragen en daarna dalen tot € 2.251.000 in 2015. In de bijlagen 1, 2 en 3 vindt u een verdere specificatie van deze cijfers. Hierna zijn de belangrijkste kostenposten verder toegelicht: Voorzitters- en personeelskosten In deze raming is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • De vergoeding van de voorzitter is gebaseerd op een parttime-factor van 16 uur per week. en voor 2013 begroot op € 72.000. Het betreft de salariskosten inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering, sociale lasten en reis-, verblijfs- en representatiekosten; • de personeelsomvang is vanaf 1 oktober 2012 gebaseerd op 12,7 fte; • een algemene loonstijging van 1,0% per jaar, naast de individuele salarisverhogingen; • voor 2013 en volgende jaren is rekening gehouden met een premie van 25% (waarvan 17,5% voor de werkgevers en 7,5% voor de werknemers). Voor een volledig formatieoverzicht wordt verwezen naar agendapunt 6..
Sedert 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van kracht. De wet regelt dat een instelling die overwegend uit
5
publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks het belastbaar jaarinkomen van functionarissen zal publiceren indien dit belastbaar jaarloon uitstijgt boven een vastgesteld gemiddeld ministersalaris, voor 2011 vastgesteld op € 193.000. Deze situatie doet zich bij het Productschap MVO niet voor. Reis-, verblijfs- en representatiekosten De begroting 2013 voor reis-, verblijfs- en representatiekosten is € 60.000. Deze kosten zullen naar verwachting licht stijgen. Huisvestingskosten Vanaf 1 oktober 2012 is het Productschap MVO gehuisvest in Zoetermeer in het gezamenlijke pand van de productschappen. Het huurcontract in Rijswijk loopt tot en met augustus 2013 en daardoor is er in 2013 sprake van dubbele huurlasten. De huisvestingskosten zijn voor 2013 begroot op € 155.000 (hiervan heeft circa € 65.000 betrekking op Rijswijk). Na 2013 zullen de huisvestingskosten dalen omdat een nieuw huurcontract voor de nieuwe PBO-organisatie kan worden afgesloten tegen betere condities dan de bestaande huurcontracten en naar verwachting ook minder ruimte nodig heeft. Bureaukosten In 2011 zijn de netwerkservers vervangen en de belangrijkste software-producten geupgrade. De afschrijvingskosten lopen tot en met een deel van 2014. De bureaukosten zullen de komende jaren iets dalen ten opzichte van 2012. In de nieuwe situatie zal er beter worden samengewerkt met de andere schappen en kan MVO profiteren van schaalvoordeel. Vergaderkosten De uitgaven die onder deze post worden verantwoord bestaan uit vacatiegelden en vergoedingen voor reis- en verblijfskosten voor vergaderingen van het bestuur en het dagelijks bestuur. Hiervoor is € 19.000 opgenomen in de begroting 2013 en volgende jaren. Daarnaast wordt tweejaarlijks rekening gehouden met kosten van het organiseren van een bestuurdersbijeenkomst. Hiervoor is voor 2013 en 2015 € 6.000 begroot. Ingekochte diensten t.b.v. de sector/Beleidsuitgaven De beleidsuitgaven zijn mede afhankelijk van de issues die in een bepaalde periode spelen en de rol die daarbij van het productschap wordt verwacht. Op basis van de huidige activiteiten en uitgaven wordt ingeschat dat een regulier budget van rond de € 475.000/ € 490.000 voor de komende jaren toereikend zal zijn. Volgens de Vfb 2011 dienen majeure externe financiële relaties te voldoen aan een aantal uitgangspunten. De bijdrage aan de Stichting Voorlichtingsbureau MVO en de bijdrage aan het Nederlands Normalisatie-instituut (Nni) vallen onder deze regels. Een toelichting hierop is te vinden in Bijlage 5. Ingekochte diensten t.b.v. het schap Deze uitgaven zijn voor 2013 geraamd op € 90.000 en deze zullen in de daaropvolgende jaren licht stijgen. In 2012 zijn detacheringsovereenkomsten gesloten met BNMF en HPA voor het (deels) inhuren van arbeidskrachten. Deze worden onder deze post verantwoord.
6
Overige lasten In 2012 zijn er onder deze post € 50.000 verantwoord aan kosten voor reorganisatie. De beeindigingsovereenkomsten die uit de reorganisatie van 2012 voortvloeien zullen in 2013 worden uitgekeerd. Daarnaast zal er voor een medewerker een herplaatsingstraject worden gestart en zal een medewerker medio 2013 een wachtgelduitkering krijgen. Deze eenmalige kosten worden in totaliteit geraamd op € 445.000 en in 2013 worden verantwoord. E. ONTWIKKELING VAN DE INKOMSTEN De inkomsten van het productschap bestaan nagenoeg geheel uit inkomsten uit administratieve heffingen. Rente Voor 2012 en voor de daaropvolgende jaren is gerekend met een bedrag van € 8.000 aan rente-inkomsten. Overige baten De overige inkomsten zijn eveneens geraamd op € 8.000 per jaar. Het betreft inkomsten die betrekking hebben op opbrengsten uit de verkoop van abonnementen, op ontvangen vacatiegelden voor het bijwonen van vergaderingen van de Raad van Toezicht van het Pensioenfonds. Inkomsten uit administratieve heffingen Voor de komende jaren is rekening gehouden met de volgende ontwikkelingen: •
•
•
De invoer van oliën en vetten (met name palmolie) is in 2012 hoger dan verwacht. Een deel van deze invoer komt voor rekening van nieuwe productiecapaciteit die de laatste jaren op de markt is gekomen. De begroting 2012 is destijds terughoudend van opzet geweest. Dit voorzichtigheidsprincipe wordt ook voor de komende jaren gehanteerd. De inkomsten uit invoerheffingen worden voor 2012 geraamd op € 1.975.000. Voor de daarop volgende jaren is, op basis van de huidige kennis en verwachtingen, € 1.850.000 aangehouden. In 2012 zal er sprake zijn van een daling van de verwerking van oliezaden als gevolg van het tijdelijk verminderen van de productiecapaciteit. In 2013 zal de oliezadenindustrie de verwerking naar verwachting weer kunnen verhogen (minder sojabonen en naar verwachting meer raapolie en zonnebloemolie). In 2012 is gerekend met € 500.000 aan inkomsten uit productie. In de daaropvolgende jaren is dat € 600.000. In deze raming is niet gerekend met een verdere, significante toename van de productie van de bestaande (biodiesel)fabrieken.
7
F. EXPLOITATIE-OVERZICHT EN ONTWIKKELING VAN HET EIGEN VERMOGEN In bijlage 1 vindt u een exploitatieoverzicht voor 2013 en de daaropvolgende jaren. Voor 2013 is er, op basis van de geschetste ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten en uitgaande van een gelijkblijvend tarief van de basisheffing van € 0,40 per 1000 kg – sprake van een tekort van € 272.000. Dit is veroorzaakt door eenmalige factoren. Vanaf 2013 zijn de inkomsten weer structureel hoger dan de lasten. In 2014 zal er sprake zijn van een positief saldo van € 258.500 en van € 215.000 in 2015. Het Eigen Vermogen zal door het verwachtte positieve resultaat in 2012 stijgen tot € 1.341.468 en – op basis van deze raming - toenemen tot € 1.542.968 eind 2015. Bijlage 1: Exploitatieoverzicht Bijlage 2: Gespecificeerde begroting van de baten Bijlage 3: Gespecificeerde begroting van de lasten Bijlage 4: Formatieoverzicht (zie agendapunt 6) Bijlage 5: Externe financiële relaties -0-0-0-0-0Zoetermeer, 8 november 2012
Bi la e 1 : Ex loitatieoverzicht
Rubriek Omschrijving A. 1. 2. 3.
B. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
C.
Rekening 2011 €
Begroting 2012 €
Raming 2012 €
Begroting 2013 €
Meerjarenraming Meerjarenraming 2014 2015 € €
Baten Administratieve heffingen Rente Overige baten
2.301.275 5.628 16.243
2.350.000 4.000 11.000
2.475.000 7.000 11.000
2.450.000 8.000 8.000
2.450.000 8.000 8.000
2.450.000 8.000 8.000
TOTAAL BATEN
2.323.146
2.365.000
2.493.000
2.466.000
2.466.000
2.466.000
Lasten Voorzitters- en personeelskosten Reis-, verblijfs- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderkosten Ingekochte diensten t.b.v. sector/Beleidsuitgaven Ingekochte diensten t.b.v. schap Overige lasten
1.385.519 62.670 91.093 134.912 14.640 482.013 62.993 8.553
1.408.000 62.000 104.000 142.000 25.000 553.000 71.000 10.000
1.368.000 57.000 112.000 142.000 18.000 458.000 87.000 60.000
1.300.000 60.000 180.000 130.000 25.000 497.000 90.000 456.000
1.280.000 60.000 102.000 130.000 19.000 512.000 92.500 12.000
1.312.000 61.000 104.000 130.000 25.000 512.000 95.000 12.000
TOTAAL LASTEN
2.242.393
2.375.000
2.302.000
2.738.000
2.207.500
2.251.000
80.753
-10.000
191.000
272.000
258.500
215.000
1.069.715 1.150.468
1.150.468 1.140.468
1.150.468 1.341.468
1.341.468 1.069.468
1.069.468 1.327.968
1.327.968 1.542.968
Exploitatiesaldo
Eigen Vermogen (per 01.01) Eigen Vermogen (per 31.12)
-
Bi la e 2: Gespecificeerde begroting van de baten
Rubriek Ómschrijving
A.
Baten
1.
linvoerheffingen 2.Productieheffingen Administratieve heffingen
Rekening 2011 €
Begroting 2012 €
Ram ing 2012 €
Begroting 2013 €
Meerjarenraming Meerjarenraming 2014 2015 € €
1.744.019 557.256 2.301.275
1.770.000 580.000 2.350.000
1.975.000 500.000 2.475.000
1.850.000 600.000 2.450.000
1.850.000 600.000 2.450.000
1.850.000 600.000 2.450.000
2.
Rente spaarrekening overige rentebaten Rente
10.674 -5.046 5.628
4.000 0 4.000
6.500 500 7.000
7.500 500 8.000
7.500 500 8.000
7.500 500 8.000
3.
Opbrengst abonnementen Diverse Overige baten
10.240 6.003 16.243
10.000 1.000 11.000
7.000 4.000 11.000
7.000 1.000 8.000
7.000 1.000 8.000
7.000 1.000 8.000
2.323.146
2.365.000
2.493.000
2.466.000
2.466.000
2.466.000
TOTAAL BATEN
Bi la e 3: Ges ecificeerde beqrotinq van de lasten
Rubriek Omschrijving
B.
Lasten
1.
Voorzitters- en personeelskosten 1. Vergoeding voorzitter 2. Salarissen 3. Sociale lasten 4. Pensioenpremie 5. Overige personeelskosten
2.
3.
4.
5.
Reis-, verblijfs- en representatiekosten 1. Vergoedingen woon-werkverkeer 2. Reis- en verblijfskosten 3. Representatiekosten 4. Kosten (lease) auto
Huisvestingskosten 1. Huur en servicekosten 2. Schoonmaak- en beveiligingskosten 3. Overige huisvestingskosten 4. Doorberekende huisvestingskosten Bureaukosten 1. Afschrijving en onderhoud inventaris 2. Telefoon en communicatie 3. Post- en verzendkosten 4. Drukwerk 5. Kantoorbehoeften en kopieerkosten 6. Automatiseringskosten 7. Diverse Vergaderkosten 1. Bestuursvergaderingen 2. Themadag voor bestuurders
Rekening 2011 €
Begroting 2012 €
Raming 2012 €
Begroting 2013 €
Meerjarenraming Meerjarenraming 2014 2015 € €
61.052 994.926 145.262 120.580 63.699 1.385.519
63.000 995.000 150.000 160.000 40.000 1.408.000
72.000 950.000 140.000 166.000 40.000 1.368.000
72.000 880.000 140.000 170.000 38.000 1.300.000
73.000 860.000 142.000 170.000 35.000 1.280.000
73.000 890.000 144.000 170.000 35.000 1.312.000
21.930 13.369 7.270 20.101 62.670
22.000 11.000 8.000 21.000 62.000
20.000 10.000 7.000 20.000 57.000
19.000 12.000 8.000 21.000 60.000
19.000 11.000 8.000 22.000 60.000
19.000 11.000 8.000 23.000 61.000
85.874 8.033 1.309 - 4.123 91.093
95.000 11.000 2.500 - 4.500 104.000
85.000 15.000 16.000 - 4.000 112.000
155.000 25.000 6.000 - 6.000 180.000
75.000 26.000 7.000
75.000 27.000 8.000
102.000
104.000
43.558 18.842 5.480 2.015 15.056 47.536 2.425 134.912
40.000 25.000 5.000 5.000 17.000 50.000 142.000
40.000 23.000 5.000 3.000 14.000 57.000 142.000
40.000 20.000 5.000 3.000 10.000 52.000 130.000
40.000 20.000 5.000 3.000 10.000 52.000 130.000
40.000 20.000 5.000 3.000 10.000 52.000 130.000
14.640 14.640
19.000 6.000 25.000
18.000 18.000
19.000 6.000 25.000
19.000 19.000
19.000
6.000 25.000
Rubriek Omschrijving 6.
7.
8.
Ingekochte diensten t.b.v. sector/Beleidsuitgaven 1. Bijdrage Voorlichtingsbureau MVO 2. Bijdrage Nederlands Normalisatie-instituut 3. Algemene communicatie en PR 4. Kwaliteit en Voedselveiligheid 5. Voeding en Gezondheid 6. Biotechnologie 7. Duurzaamheid, incl. biobrandstoffen 8. Statistiek en handelsinformatie 9. Arbeidgerelateerde activiteiten 10. Bijdrage PLW 11. Overige sectoractiviteiten
Ingekochte diensten t.b.v. schap 1. Accountantskosten 2. Gezamenlijke activiteiten productschappen 3. Electronische knipselkrant 4. Overige diensten door derden
Overige lasten 1. Reorganisatie /wachtgeldvoorziening 2. Verzekeringen en algemene bankkosten
TOTAAL LASTEN
Rekening 2011 €
Begroting 2012 €
Raming 2012 €
Begroting 2013 €
Meerjarenraming Meerjarenraming 2014 2015 € €
88.897 30.737 58.557 11.862 29.596 15.262 108.672 19.402 73.946 33.473 11.609 482.013
125.000 31.000 45.000 30.000 30.000 15.000 120.000 20.000 100.000 37.000 553.000
125.000 31.000 50.000 5.000 18.000 15.000 100.000 12.000 65.000 37.000 458.000
125.000 27.000 35.000 15.000 25.000 15.000 120.000 12.000 80.000 37.000 6.000 497.000
135.000 27.000 35.000 15.000 25.000 15.000 120.000 13.000 80.000 37.000 10.000 512.000
135.000 27.000 35.000 15.000 25.000 15.000 120.000 14.000 80.000 37.000 9.000 512.000
19.135 7.863 3.927 32.068 62.993
21.000 10.000 5.000 35.000 71.000
21.000 10.000 6.000 50.000 87.000
15.000 10.000 5.000 60.000 90.000
15.500 10.000 5.000 62.000 92.500
16.000 10.000 5.000 64.000 95.000
1.925 6.628 8.553
4.000 6.000 10.000
54.000 6.000 60.000
450.000 6.000 456.000
6.000 6.000 12.000
6.000 6.000 12.000
2.242.393
2.375.000
2.302.000
2.738.000
2.207.500
2.251.000
Bijlage behorende bij punt 8b van de ste agenda van de 247 vergadering van het bestuur d.d. 15 november 2012
Begroting 2013 / Bijlage 5: Externe financiële relaties Volgens de beleidsregels van de SER (Besluit beleidsregels Bestuurskamer) dienen majeure externe financiële relaties te voldoen aan een aantal uitgangspunten. De bijdrage aan de Stichting Voorlichtingsbureau MVO en de bijdrage aan het Nederlands Normalisatieinstituut (NNi) vallen onder deze beleidsregels. Deze financiële relaties dienen te worden toegelicht op de volgende punten: is het doel herleidbaar tot de taken en bevoegdheden van het productschap (a), is het doel niet of niet goed te bereiken door middel van private financiering (b), kan het productschap de activiteiten niet of niet goed zelf uitvoeren (c), komen de activiteiten in beginsel ten goede aan alle ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld (d) en is voorzien in een tijdige evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid (e). Deze punten zijn hierna verder toegelicht: Stichting Voorlichtingsbureau MVO Totale uitgaven 2011:
€ 170.524
Gefinancierd door: - Productschap MVO - BNMF - Derden
€ 88.897 € 33.401 € 48.226
a. Het doel van het Voorlichtingsbureau MVO is het geven van objectieve en betrouwbare informatie over de rol van vetten in een gezonde, eigentijdse en smakelijke voeding. Dit doel is volledig herleidbaar tot de taken en bevoegdheden bedoeld in artikel 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en het Instellingsbesluit van het Productschap MVO. b. Deze activiteiten gaan de hele keten aan waardoor een collectieve aanpak een logische keus is. Individuele ondernemingen zullen de onderwerpen en activiteiten van het Voorlichtingsbureau MVO in de huidige vorm en omvang niet aanpakken en reiken ook verder dan de terreinen van de horizontaal georiënteerde brancheorganisaties. c. Het Voorlichtingsbureau MVO is een onafhankelijke organisatie met een eigen bestuur, gefinancierd door het Productschap MVO en de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF). Een objectieve voorlichting en informatievoorziening naar een aantal specifieke doelgroepen (voedingsvoorlichters, consumenten) is het meest gebaat en gewaarborgd bij een aparte en onafhankelijke organisatie. De voorlichting is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, het beleid van de Nederlandse overheid, de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondsheidsraad en de schijf van Vijf van het Voedingscentrum.
2
d. De activiteiten komen in principe volledig ten goede aan alle ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld. e. De bijdragen zijn gebaseerd op concrete activiteiten of projectplannen. Vanuit een meerjarenvisie en financieringsafspraken worden jaarlijks activiteiten gepland en begroot. De voortgang van de activiteiten en campagnes alsmede de behaalde resultaten worden jaarlijks gerapporteerd aan het bestuur. Ontvangers van de financiële middelen De stichting Voorlichtingsbureau MVO wordt bestuurd door een eigen bestuur. De bestuursleden worden benoemd door: o het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Eetbare Oliën en Vetten (VERNOF) o
het bestuur van de Bond van Nederlandse Margarinefabrikanten (BNMF)
o
het bestuur van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS)
o
het dagelijks bestuur van het Productschap MVO. Het dagelijks bestuur benoemt tevens de voorzitter van de stichting
De VERNOF, de BNMF en de VVS zijn benoemingsgerechtigde organisaties in het bestuur van het Productschap MVO. Doelmatigheid en doeltreffendheid De doelmatigheid en doeltreffendheid van het Voorlichtingsbureau MVO worden iedere drie jaar geëvalueerd en er worden meerjarenafspraken gemaakt over de benodigde financiële middelen. De huidige afspraken gaan over de financiering voor de periode 2011-2014. De voortgang van de projecten en de behaalde resultaten worden door het Voorlichtingsbureau MVO jaarlijks gerapporteerd aan het bestuur van het productschap. Op basis van de resultaten en ingezette middelen wordt jaarlijks beoordeeld of het ingezette beleid zal worden gecontinueerd. Vermelding van bestuursleden die gelieerd zijn aan ontvangers van financiële middelen De volgende bestuursleden en functionarissen zijn gelieerd aan de ontvangers van financiële middelen: o de heer ir. F.A.G.M. Claassen, secretaris van het Productschap MVO en tevens voorzitter van de Stichting Voorlichtingsbureau MVO o Mevrouw mr. I. Tiesinga, plaatsvervangend bestuurslid bij het Voorlichtinsbureau MVO en tevens plaatsvervangend bestuurslid namens de BNMF in het productschapsbestuur, tevens secretaris van de BNMF o de heer mr. M.A.D.M Beerendonk, plaatsvervangend bestuurslid bij het Voorlichtingsbureau MVO, tevens bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Destructoren (VND) en van de Vereniging Verwerkers Slachtbijproducten (VVS), bestuurslid van het Productschap MVO.
3
Nederlands Normalisatie-instituut Jaarbijdrage door het Productschap MVO 2011:
€ 30.737
Het Bestuur NEN vraagt voor de centrale coördinatie en secretariaatsvoering van de Beleidscommissie Landbouw en Levensmiddelen een jaarlijkse bijdrage van de financiers. Gezien het belang van het Productschap MVO bij de normalisatieactiviteiten van de normcommissie 370 002 ‘Plantaardige en dierlijke oliën en vetten” wordt er komende jaren rekening gehouden met een bijdrage van € 27.000. a. Het doel van deze financiële relatie is volledig herleidbaar tot de taken en bevoegdheden bedoeld in artikel 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en het Instellingsbesluit van het Productschap MVO. b. Het doel van de financiële relaties is gelegen in normalisatiewerk in relatie tot oliën en vetten. Deze activiteiten gaan de hele keten aan waardoor een collectieve aanpak een logische keus is. Individuele ondernemingen zullen de onderwerpen en activiteiten van het NNi in de huidige vorm en omvang niet aanpakken en deze kwesties reiken ook verder dan de terreinen van de horizontaal georiënteerde brancheorganisaties. c. Het NNi is hèt kennisnetwerk in de wereld van normen en regelgeving dat ook voor vele andere productgroepen normalisatiewerkzaamheden verricht. Het is niet efficiënt en zinvol deze werkzaamheden zelf uit te voeren. d. De activiteiten komen volledig ten goede aan alle ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld. e. De bijdragen zijn gebaseerd op concrete activiteiten of projectplannen. Er wordt jaarlijks een voorschot uitbetaald (80%) en het restantbedrag wordt afgerekend op basis van een einddeclaratie. Ontvangers van de financiële middelen Het NNi is een niet-dragende organisatie met wie een financiële relatie wordt onderhouden. Er is geen bestuurlijke verwevenheid. Doelmatigheid en doeltreffendheid Ten aanzien van het NNi wordt eveneens periodiek een evaluatie gehouden over de voortzetting van de jaarlijkse bijdrage. E.e.a. wordt afgestemd binnen de MVO Werkgroep Food/Feed Quality and Safety. Vermelding van bestuursleden die gelieerd zijn aan ontvangers van financiële middelen Er zijn geen bestuursleden of functionarissen gelieerd aan het NNi. -0-0-0-0-0Zoetermeer, 8 november 2012