Verslag Bijeenkomst Beleidsplan Wmo/ Nota Volksgezondheid 10 juli 2013 In de presentaties voor de hele groep is een terugblik gegeven op het beleidsplan Wmo/Nota Volksgezondheid 2008-2011, de kanteling en het nieuwe denken en het concept beleidsplan 20132016. Daarna is in kleine groepen uiteengegaan. Het verslag van de vier groepen staat hieronder. Verslag deelsessie 1 Deelnemers: Marco Heijkoop Margriet Roubos Piet Kappeteijn Dirk Kersten Bert Goudswaard Wilco Izelaar Sonja Overduin Bas Pols Anneke Willigenburg
Huisarts in NB Vanuit de diaconie ZB en betrokken bij Ark en JOR EHBO NB Mantelzorger uit ZB Mantelzorger uit Zuidzijde Gereformeerde gemeente GW Wijkagente Wmo Adviesraad Gemeente Korendijk
Algemene reactie op het Wmo Beleidsplan/ Nota VG Een algemene reactie op het Wmo Beleidsplan kon men niet geven omdat men het plan niet had gelezen. Het plan was niet toegezonden bij de uitnodiging. Ook stond er geen verwijzing in de uitnodigingsbrief waar men het plan had kunnen vinden. De mantelzorgers hadden zelfs geen uitnodiging gehad, maar het via via uit de krant. Als tip wordt aan de gemeente meegegeven dat men voortaan mantelzorgers ook actief aanschrijft (via de adressen administratie van de voorzieningen Wmo). Discussie n.a.v. stelling ! Iedereen kan en moet meedoen in de samenleving. Dit is ieders eigen verantwoordelijkheid. De gemeente heeft hier geen rol meer in. De beide mantelzorgers, de heren Kersten en Goudswaard geven aan dat zij nog niet zo gauw zien dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid zullen gaan nemen. De overheid heeft gestimuleerd dat m.n. vrouwen gaan werken. Niemand heeft meer tijd voor vrijwilligerswerk of mantelzorg. Er zal een stevige communicatiecampagne moeten worden opgezet om de verwachte omslag in denken, een mentaliteitsverandering te stimuleren. (Sire spotjes etc….) Huisarts Heijkoop merkt op dat z.i. de samenleving niet zonder lokale overheid kan. Hij snapt dat die zich meer op afstand opstelt. Z.i. was het voorheen wel heel erg gemakkelijk was om alles via de gemeente ‘geregeld’ te krijgen. En als iedereen voorzien is van hulp, hoef je elkaar niet te helpen. Dan ontstaat die vraag ook niet. Hij is van mening dat er wel degelijk meer initiatieven van inwoners mogelijk zijn om zaken zelf op te lossen. Maar dan moet de Rijksoverheid wel meer ademruimte geven aan de gemeente en de gemeente aan de mensen door bureaucratische regels terug te schroeven. Dhr. Pols benadrukt dat er op een informele wijze best verwijzing kan plaatsvinden zonder dat alles administratief hoeft te worden vastgelegd. Maar dan mag er eigenlijk niets misgaan. En dat kan niet. Hij geeft aan dat er dus geaccepteerd moet worden dat er ook wel eens iets mis kan gaan. Van fouten moet dan geleerd worden. Bovendien zijn mensen best in staat elkaar onderling ook aan te spreken en bij te sturen. Hij ervaart als inwoner zelf dat er wel degelijk informele burenhulp bestaat. Mevrouw Roubos is het ermee eens dat de bureaucratische regels teruggeschroefd moeten worden. Hierdoor wordt het soms zo ingewikkeld gemaakt om vrijwilligersactiviteiten zoals bv. straatfeesten op te zetten dat de animo daarvoor gauw afneemt. Het moeten voldoen aan regeltjes waarvan de zin niet altijd wordt gesnapt, is slecht voor de motivatie. Dhr. Izelaar vertelt dat het in zijn kerkelijke gemeente heel gebruikelijk is elkaar te helpen en voor elkaar klaar te staan. Ook hebben zij bv. een aantal noodhulpmiddelen tot hun beschikking staan zodat zij op heel korte termijn eerste opvang voor een probleem kunnen geven in afwachting van een meer structurele oplossing. Met simpele middelen kun je op cruciale momenten bij springen. Bij de kerk zijn ook jeugdverenigingen actief. Dat gaat over het algemeen goed omdat ze de jongeren kort houden als ze gaan ‘klieren’. Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
1
In kerkelijk verband worden jongeren meer op hun gedrag aangesproken dan ‘buiten’. En de consequenties van hun gedrag worden direct zichtbaar gemaakt. Krijgen vrijwilligers er genoeg van, dan worden de activiteiten stop gezet. Daardoor leren jongeren zich beter te gedragen. Kort wordt ook gediscussieerd over de begrippen ‘tegenprestatie’ en ‘wederkerigheid’. Dit zou kunnen betekenen dat mensen geen hulp zullen vragen omdat zij dan als tegenprestatie vrijwilligerswerk moeten gaan doen. Dat is een onwenselijke ontwikkeling. Men vraagt zich ook af welke tegenprestatie je nog kunt verwachten van bv. dementerende ouderen. Anderen zijn ervan overtuigd dat heel veel mensen wel degelijk iets te bieden hebben voor de samenleving waar nu nog niet aan gedacht wordt of waar mensen nu niet op aangesproken worden. Aansluiten bij talenten van mensen is belangrijk. Als vraagpunt wordt opgeworpen wie gaat beoordelen in hoeverre een hulpvrager ‘eigen kracht’ of talent heeft. Betrokkene vraagt zich af of die deskundigheid wel aanwezig is bij de mensen van de gemeente. In dit verband wijst dhr. Heijkoop op een paar heel bijzondere particuliere initiatieven in Korendijk, zoals St. Zomerkind, Passiewaard of het Hospice, waar heel veel vrijwilligerskracht en -talent in zit. Voorbeelden die aantonen dat als je iets wilt , je je schouders eronder moet zetten en dat er dan ook veel te bereiken is. Door deze voorbeelden meer onder de aandacht te brengen kunnen anderen mogelijk ook ‘verleid’ worden tot vrijwillige inzet omdat zij zien dat het heel voldoening gevend kan zijn. De mate van bereidheid om vrijwilligerswerk te doen kan toenemen als dat werk meer bekend raakt. Dit zou dus een rol kunnen zijn voor de gemeente: mensen en vrijwilligersinitiatieven bij elkaar brengen, voorbeelden onder de aandacht brengen, informeren, faciliteren, verbindingen leggen en elkaar meenemen in enthousiasme. Belangrijk is daarnaast dat vrijwilligers ergens ondersteuning kunnen vinden. Binnen de kerkelijke verbanden is die ondersteuning voor vrijwilligers en mantelzorgers er onderling en vanzelfsprekend. Maar waar kunnen vrijwilligers ‘buiten’ op terugvallen? MEE organiseert daarvoor bijeenkomsten, maar daar is de opkomst soms minimaal. Hier ligt ook een rol voor de gemeente nl. in het organiseren of faciliteren van de ondersteuningsfunctie. Bij de EHBO wordt ook geconstateerd dat de interesse afneemt. Cursussen worden minder goed bezocht dan vroeger. Geopperd wordt om het als vak op de scholen verplicht te stellen. Hierdoor kunnen wellicht ook meer jongeren gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te gaan doen. Anderen geven aan dat een goed voorbeeld van de ouders waarschijnlijk veel beter zou werken. Voortzetten van de maatschappelijke stages zou het beste zijn. Er zijn voorbeelden bekend van stages die heel goed uitpakken. De jongeren vinden het leuk om te doen. De stages zijn laagdrempelig en heel leerzaam. Discussie n.a.v. stelling ! Het zorgen voor of creëren van sociale samenhang kan niet aan inwoners worden overgelaten. Daarmee is de groep het niet eens. Er zijn voorbeelden te over dat er vanuit inwoners goede initiatieven zijn ondernomen, zoals de eerder genoemde St. Zomerkind, Passiewaard en het Hospice. Belangrijk is dan wel dat die vrijwilligers ergens terecht kunnen voor ondersteuning bij hun initiatieven. De gemeente moet daarin faciliteren. En verder moet de gemeente er voor zorgen dat de bureaucratische rompslomp tot een minimum wordt beperkt. Discussie n.a.v. stelling ! Dorpsverenigingen gaan in de toekomst zorgen voor het in stand houden van voorzieningen en voor de leefbaarheid in de dorpen. Of zijn daar ook andere partijen bij betrokken? Dhr. Izelaar geeft aan dat de Dorpsvereniging in Goudswaard goed werk verricht. De mensen die erin zitten, komen onder de mensen en weten wat er leeft. Er zitten mensen in vanuit alle geledingen. Vanuit de Dorpsvereniging heeft een groep mensen goed contact met de gemeente. En er wordt ook wat bereikt. Dhr. Pols merkt op dat de Dorpsvereniging uit onvrede is ontstaan en dat dat eigenlijk niet nodig zou moeten zijn geweest. Mevr. Roubos zou het een goed idee vinden om in alle dorpen zo’n vereniging op te richten. Dhr. Heijkoop onderstreept dat. Hij heeft vanuit zijn woonplaats Willemstad ook goede ervaringen met de dorpsvereniging aldaar Hart voor Willemstad! Qua samenstelling zou een dorpsvereniging zo breed mogelijk moeten zijn. Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
2
Verslag deelsessie 2 Deelnemers: J.W. van de Griend E. Blokpoel N. Radzyminski K. Vorthoren Vertegenwoordiger EHBO NB W. den Hartog M. Bouwmeester A. Koch H. Langerak
CSG Willem van Oranje SV Fluks SV Turnlust Adviesraad Wmo Hervormde Gemeente NB Jeugdsoos Gunterwait Jeugdsoos Gunterwait Gemeente Korendijk
Sport Er zit te weinig sport in het beleidsplan. Het is van belang voor meerdere prestatievelden. In Korendijk/HW is te weinig gehandicaptensport. Er moet een mix komen van activiteiten voor gehandicapten en niet gehandicapten. Samenwerking/uitwisseling Er is al wel samenwerking (Zomerkind met kerken, MEE met sportverenigingen). Zomerkind werkt samen met organisaties van buiten de gemeente die zorgen voor een breder aanbod voor de gebruikers van Zomerkind. Organisaties moeten bij elkaar gebracht worden en meer samenwerken. Er wordt geconstateerd dat verenigingen e.d. vaak niet van elkaar weten waar ze mee bezig zijn. Meedoen en bij elkaar brengen zijn belangrijk. Kerken De rol van de kerken in de samenleving is belangrijk en wordt belangrijker. De kerk organiseert activiteiten voor alle jeugd. Kerken geven een vorm van thuiszorg. De kerk is zich aan het beraden op de nieuwe rol. Er moet voor opgepast worden dat er niet een te groot beslag wordt gelegd op verenigingen rond het nieuwe denken. Vrijwilligers Mensen met een uitkering kun je niet voor alles inzetten. Voor sommige taken moet je toch wel eisen stellen. De vraag is hoe je nieuwe vrijwilligers binnen kunt halen. Persoonlijk aanspreken werkt vaak het beste. Dit geldt ook voor jongeren. Er zijn kinderen die nu geen tijdsbesteding hebben, die moet je proberen te motiveren vrijwilliger te worden. Zou het helpen om vrijwilligers te betalen als je ze inschakelt voor taken op het terrein van ondersteuning en begeleiding? Het is de vraag of dit geen valse concurrentie is. Een vergoeding is misschien beter. Voor verenigingen is het lastig de bestuursfuncties vervuld te krijgen. De gemeente zou hierin kunnen faciliteren en mee kunnen denken. Het idee achter de maatschappelijke stage is belangrijk. Het wegvallen van de rijksbijdrage betekent niet dat de maatschappelijke stage niet voortgezet kan worden. Rol gemeente Accommodaties zijn een manier om verenigingen te faciliteren en activiteiten mogelijk te maken. De gemeente kan accommodatie beschikbaar stellen voor activiteiten e.d. Andere mogelijkheden om te faciliteren zijn het starten van een site met informatie over initiatieven, projecten en vormen van samenwerking. Via deze site kan ook kennis uitgewisseld worden en informatie. Voor kortdurende vacatures voor vrijwilligers kan de vrijwilligersvacaturebank een rol spelen. Bestuursfuncties zijn meestal langdurig en daarvoor is betrokkenheid vereist. Andere ondersteuningsmogelijkheden vanuit de gemeente zijn een expertisecentrum of het organiseren van een beursvloer. Leeftijdsgrens jeugdbeleid Het is belangrijk dat de gemeente zich niet concentreert op de jeugd tot 12 jaar. De grens moet omhoog, het liefst tot 23. Het is belangrijk dat er voldoende budget is voor de jeugdsozen. De voorgenomen bezuiniging op het jongerenwerk en de jeugdsozen brengt het voortbestaan van de jeugdsozen in gevaar.
Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
3
Verslag deelsessie 3 Deelnemers: J. Windey R. van der Laan A. Kamerling C. van Gemerde K. Dorst M. Mulder J. van Pel N. Al W. van Wetten J. Schilt E. Meijwaard A. Phaff
Cavent Bavo Europoort Heemzicht Careyn Alerimus HW Wonen Agathos (Dienst GenJ) Wmo adviesraad Zorgwaard MEE Gemeente Korendijk (voorzitter en verslag)
Algemene reactie op het Wmo beleidsplan ‘Op eigen kracht in Korendijk’ Een aantal aanwezigen geeft aan het jammer te vinden dat geen sprake is van een regionaal Wmo Beleidsplan. De gemeenten in de Hoeksche Waard doen veel wel gezamenlijk en in dat kader zou het passend zijn om ook een gezamenlijk beleidsplan op te stellen. Hier is echter niet voor gekozen. Wel is het beleidsplan van Korendijk gebaseerd op de regionale visie op het Sociaal Domein, waarin thema’s als eigen kracht en de eigen verantwoordelijkheid centraal staan. De aanwezigen vinden dit een sterk punt van het Wmo beleidsplan. Jammer vinden zij dat nog veel zaken niet echt concreet uitgewerkt zijn. Ook wordt het als een gemis ervaren dat er geen ouderen-/seniorenbeleid is, met name vanwege de relatie met de inzet van vrijwilligers/mantelzorgers. Het zou goed zijn als de gemeente een visie heeft op dat gebied omdat het aantal ouderen toeneemt. Financiën Ten aanzien van de financiën die gepaard gaan met de decentralisatie van taken geeft men het signaal af dat de bezuinigingen nog wel eens veel forser van omvang kunnen zijn dan het percentage waar gemeenten nu rekening mee houden (25%), omdat er ten opzichte van het budget dat in 2012 beschikbaar was voor taken al behoorlijke bezuinigingen zijn doorgevoerd door het Rijk. Wijkteams/buurtteams In het beleidsplan wordt regelmatig gesproken over de inzet van buurtteams. De vraag is hoe de gemeente dat ziet op de schaal van Korendijk. Korendijk is een kleine gemeente met meerdere kernen in een landelijk gebied en is niet vergelijkbaar met steden als Dordrecht. Alle aanwezigen vinden het van belang dat het aanbod wordt afgestemd op de schaal van Korendijk. Communicatie Om te bereiken dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid oppakken, dat de kracht van het netwerk wordt ingezet en dat het niet langer vanzelfsprekend is dat de overheid zaken oplost, is goede communicatie van essentieel belang. Er is sprake van een ‘cultuuromslag’ die alleen gaat werken als iedereen zich daarvan bewust wordt. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de gemeente. Ondersteuning mantelzorgers/vrijwilligers Mantelzorgers en vrijwilligers zijn nu al onmisbaar in de samenleving en het beroep dat op hen gedaan gaat worden, zal de komende tijd alleen maar toenemen. Vanuit de zorgaanbieders wordt aandacht gevraagd voor de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers, waarbij men dan denkt aan deskundigheidsbevordering/scholing/verzekeringen/ vrijwilligersvacaturebank, maar ook aan het gezamenlijk vaststellen van richtlijnen voor vrijwilligerswerk, wat mogen vrijwilligers wel doen en wat niet, met name als het gaat om zorggerelateerde taken. Hoe zit het met aansprakelijkheid? De zorgaanbieders zouden hierover graag met de gemeenten in gesprek gaan. Waardering en erkenning is ook erg belangrijk en vanuit het principe jong geleerd is oud gedaan, hoopt men dat de gemeente ervoor zorgt dat de maatschappelijke stages door blijven gaan, ook als deze niet meer verplicht zijn. Ter ondersteuning van mantelzorgers zijn ook voorzieningen als dagopvang en respijtzorg onmisbaar. Als er meer en meer een beroep op mantelzorgers wordt gedaan, moet er ook iets zijn om op terug te vallen. Daar waar vrijwilligers/mantelzorgers veel van de ondersteuning voor hun rekening nemen, zou er snel en zonder te veel bureaucratie professionele hulp ingezet moeten worden als dat gevraagd wordt. We moeten voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
4
Het samenbrengen van vraag/aanbod kan ondersteund worden met digitale voorzieningen, zo heeft HW Wonen een portaal gebouwd waarin zichtbaar is wat men waar kan doen/krijgen etc. Eén van de zorgaanbieders geeft aan dat hij ook een rol voor de gemeenten ziet weggelegd in het maken van afspraken over de inzet van werklozen als vrijwilliger. Soms moeten mensen na een aantal weken stoppen met het vrijwilligerswerk terwijl ze graag nog zouden willen blijven, terwijl ze nog geen betaalde baan hebben gevonden. Vraagbereidheid / geefbereidheid De ervaring leert dat mensen moeite hebben om iets aan anderen te vragen, terwijl de bereidheid voor iemand anders iets te doen, vaak groter is dan men had verwacht. Voor de gemeente ligt hier een taak als het gaat om het stimuleren van het aanspreken van het eigen netwerk. Discussie n.a.v. stelling: Van iedere inwoner in Korendijk, ook als zij ondersteuning of zorg ontvangen, mag in het kader van wederkerigheid, een tegenprestatie worden gevraagd. Vanuit het oogpunt dat iedereen iets te bieden heeft en dat het goed is om talenten in te zetten, vinden de aanwezigen dat dit zeker gevraagd mag worden, maar … het is wel heel belangrijk hoe dit wordt gebracht. Tegenprestatie kan een wat negatieve reactie oproepen, terwijl het aanspreken van talenten juist heel positief is. Het is de kunst om voor ieder individu te kijken wat hij/zij te bieden heeft en dat vervolgens in te zetten ten dienste van de maatschappij (anderen). Verslag deelsessie 4 Deelnemers: M. Izelaar A. Verweij M. ten Hove C. Dam W. Andeweg R. Huisman A. Janssen J. van der Werken N. de Pijper
Hervormde gemeente Piershil Vluchtelingenwerk Zuidvleugel Vluchtelingenwerk Zuidvleugel Zonnebloem Mantelzorger en vrijwilliger Hervormde Gemeente GW Adviesraad WMO/ Zonnebloem Heemzicht directeur Zorgwaard
Algemene reactie op het Wmo Beleidsplan/ Nota VG Wmo is niet iets van morgen maar van 40 jaar geleden. De kanteling en veranderingen in de Wmo zijn niet alleen het probleem van de gemeente maar het is een samenlevingsvraagstuk. In 40 jaar is Nederland toegegroeid naar een verzorgingsstaat. Nu moet met de kanteling in een tijdsbestek van 2 jaar een cultuuromslag gemaakt worden. Het is niet reëel om te denken dat die omslag / andere manier van denken gaat lukken in twee jaar. De omslag duurt misschien wel een generatie. Het moet bij de mensen nog landen dat er vanuit de eigen kracht gedacht moet worden. Omslag in denken is noodzakelijk bij de 0-lijn. Maar ook de zorgvrager moet bereid zijn om hulp en zorg te vragen bij de eigen omgeving. Nog te vaak schroomt de zorgvrager om naaste familieleden of vrienden om ondersteuning te vragen. De burger moet getransformeerd worden: terug naar een samenleving die iets voor elkaar over heeft. Wat wordt gemist: Het beleidsplan is verre van compleet. En dat is goed ook. We weten nu nog niet waar we naar toe gaan. Het hoort een dynamisch stuk te zijn dat zich mee ontwikkelt met de veranderingen. De richting van het Wmo Beleidsplan/Nota VG is wel goed. We moeten het verder “met elkaar” ontwikkelen. Er moet meer voorlichting vanuit het rijk komen. Het rijk legt de verantwoordelijkheid bij de gemeenten maar laat het na om hier voldoende informatie over te verstrekken en aandacht aan te besteden. Aandacht voor de ouderen. Zeker met de vergrijzing en krimp van de bevolking hoort het ouderenbeleid een aandachtspunt van de Wmo te zijn.
Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
5
Aandacht voor communicatie en voorlichting is ook heel belangrijk. Dit dient meegenomen te worden in de uitwerking en uitvoering. Discussie n.a.v. stelling Prestatieveld 4: Vrijwilligers en mantelzorg Mantelzorgers en vrijwilligers hebben geen specifieke ondersteuning nodig. Zorgen voor elkaar is vanzelfsprekend en iedereen kan dat. Het verlenen van mantelzorg is niet altijd een vrijwillige keuze. Het overkomt je vaak. Je doet het uit een vanzelfsprekendheid. Vrijwilligerswerk is een bewuste keuze. Het is echter niet vrijblijvend. De vraag wordt gesteld of de gemeente inzicht heeft op het aantal mantelzorgers in de gemeente? Viviane van Leest antwoordt dat bekend is dat de gemiddelde mantelzorger zich vaak niet kenbaar maakt of zichzelf vaak niet herkent als mantelzorger. Het is dus lastig om alle mantelzorgers in beeld te hebben. Volgens een raming van Tympaan zijn er in Korendijk 2400 mantelzorgers. Eind 2012 hebben 93 Korendijkers zich als mantelzorgers geregistreerd bij MEE. Vanuit de groep wordt aangegeven dat een inventarisatie naar aantallen en behoeften van mantelzorgers gekoppeld zou kunnen worden aan een breed getrokken (algeheel) leefbaarheidsonderzoek, bijvoorbeeld via een enquête in de krant. Ook wordt het belang van signalering onder de aandacht gebracht. Uit de resultaten kan de gemeente informatie halen en de behoeften in kaart brengen om het beleid op af te stemmen. Particuliere initiatieven zoals Zomerkind, de Herbergier en Passiewaard die volledig draaien zonder financiële steun van de gemeente, dienen gestimuleerd en gefaciliteerd te worden. Zorgen voor elkaar is niet (meer ) vanzelfsprekend. Gelukkig is in de Hoeksche Waard de sociale cohesie nog sterker dan in de grote stad. In een kleine gemeenschap waar men elkaar nog kent, weet men elkaar sneller te vinden. Binnen de kerken bestaat een eigen netwerk voor het verlenen van mantelzorg en andere ondersteuning. Het werven van nieuwe (zorg)vrijwilligers is een probleem. De oude vrijwilligers en de vrijwilliger van morgen zijn totaal verschillend. Mensen zijn niet meer bereid om zich langdurig vast te leggen. Vrijwilligerswerk zal op een andere manier georganiseerd en aangeboden moeten worden via korte projecten, specifieke en kortdurende activiteiten met een flexibele inzet. De huidige vrijwilligers behoren bijna tot de doelgroep van de Wmo. Er is dringend behoefte aan jongere mensen. Daarvoor is de Maatschappelijke stage (MAS) een prachtig instrument. Er is veel potentie op de scholen. Jonge mensen worden bekend gemaakt met het vrijwilligerswerk en merken dat het voldoening geeft. Jonge mensen zijn de vrijwilliger van de toekomst. Als het rijk stopt met de MAS is het de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de samenleving (gemeente, instellingen en maatschappelijk middenveld) om de MAS voort te zetten. Nodig is om meer bekendheid te geven aan de ondersteuningsmogelijkheden. Als MEE niet voldoende bekend is bij onze inwoners dan maken mantelzorgers er geen gebruik van. Dit zelfde geldt ook voor de vrijwilligerscentrale. Dus meer informatie en bekendheid vanuit de instellingen maar ook vanuit de gemeente is noodzakelijk. Voor bepaalde soorten vrijwilligerswerk is het nodig dat vrijwilligers beschikken over specifieke deskundigheid en kennis. Er moet geïnvesteerd worden in opleiding en deskundigheidsbevordering. Ook is het van belang dat mantelzorgers kunnen klankborden. Hoe dit vormgegeven wordt is niet van belang, maar het moet laagdrempelig zijn. Stelling 2 Het is niet mogelijk nog meer inzet te vragen van vrijwilligers en mantelzorgers. Met alle taken die naar de gemeente komen is het noodzakelijk dat er meer vrijwilligers en mantelzorgers ingezet worden. Om nog meer inzet van de vrijwilligers te vragen is goede professionele ondersteuning nodig.
Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
6
Er zijn te veel regels en verplichtingen waar de vrijwilligers aan moeten voldoen. Door teveel regelgeving zorgt de overheid voor veel belemmeringen waardoor nieuwe initiatieven stranden en niet uitgevoerd worden. De gemeente moet zijn nieuwe rol pakken door o.a.: - particuliere initiatieven te ondersteunen; - partijen en initiatieven bij elkaar te brengen; - initiatieven onder de aandacht te brengen; - meer gebruikmaken van de gemeentelijke website; - ondersteuning bij het opzetten van digitaal buren netwerk. Bij het verlenen van mantelzorg of vrijwillige zorg komt ook het medisch aspect aan de orde. Een mantelzorger of vrijwilliger kan niet zonder meer de taken van een professional overnemen. Ook in de preventie zin dient de gemeente aandacht te schenken en ondersteuning te bieden voor met name de mantelzorgers zodat zij niet overbelast raken en hun zorg kunnen blijven verlenen.
Verslag bijeenkomst Beleidsplan Wmo Korendijk d.d. 10 juli 2013
7