Beleidsplan Wmo/ Nota Volksgezondheid 2013-2016 Op eigen kracht In Korendijk
Voorwoord. Sinds begin 2007 zijn de gemeenten in Nederland verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In eerste instantie richtten wij ons vooral op de hulp bij huishouden en de hulpmiddelen, die een groot financieel onderdeel zijn van deze Wet. In de afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden hoe belangrijk de oorspronkelijke inzet is van deze wet, namelijk het bevorderen van de eigen inzet en verantwoordelijkheid van ons allemaal. Daarbij is de terechte gedachte dat de gemeenten dichter bij haar inwoners staan en daarom veel meer maatwerk kunnen leveren. De landelijke overheid borduurt op dit gedachtegoed van eigen inzet en verantwoordelijkheid in haar beleids- en besluitvorming voort. Denk hierbij aan de vele taken die door deze overheid onder verantwoordelijkheid van de gemeenten worden gebracht. Dit gebeurt niet alleen vanuit de bovengenoemde visie maar ook om (financiële) voordelen te behalen. Eenvoudig gezegd, krijgen de gemeenten wel budget, maar forse percentages lager dan de bedragen die er nu aan uit gegeven worden. De belangrijkste taken die per 1 januari 2015 bij de gemeente belegd worden zijn AWBZ-Begeleiding, Persoonlijke Verzorging, Jeugdzorg en integratie van Sociale Dienst en Werkplaats (Participatiewet). Op dit moment werkt de gemeente Korendijk samen met de overige gemeenten in de Hoeksche Waard om deze taken straks ook goed te kunnen organiseren en uitvoeren. Samen met de zorgaanbieders en zorgvragers geven we vorm aan de manier waarop wij de nieuwe taken willen gaan invullen. Samenwerking en vertrouwen zijn daarbij de sleutelwoorden. Belangrijke voorwaarde voor het op termijn slagen van deze decentralisaties is dat preventie een grote rol moet gaan spelen. Het zoveel als mogelijk voorkomen van een beroep doen op dure zorg is prioriteit. Dit ziet u ook terug in ons Wmo-beleidsplan, waarin op diverse wijzen invulling gegeven wordt aan preventie. We gaan kantelen (veranderen) van “zorgen voor, naar zorgen dat”. We staan voor grote uitdagingen die nieuwe kansen geven. Daar ben ik van overtuigd en ik zie het ook al gebeuren. Diverse burgerinitiatieven in Korendijk geven mij ook dat vertrouwen. Uw gemeente kan niet alles meer en heeft u daar bij nodig. In gezamenlijkheid en met vertrouwen in elkaar (inwoners, politiek en bestuur) komen we er wel. Ik spreek de hoop uit dat we allemaal die mens mogen zijn die midden in onze samenleving staat en binnen zijn of haar mogelijkheden ook bijdraagt aan het levend houden van diezelfde samenleving. J.L. van Driel, Wethouder gemeente Korendijk
1
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
1
Inhoudsopgave
2
1. Kader Beleidsplan Wmo/ Nota Volksgezondheid 1.1 Kader Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Publieke Gezondheid Landelijke ontwikkelingen/ transformatie Sociaal Domein Gemeentelijke kaders Maatschappelijke ontwikkelingen Financiële kader Ambitie Uitgangspunten en prioriteiten Visie Samenvatting 1.2 Participatie
3 3 3 4 5 7 8 8 8 9 9 10
2. Prestatievelden Bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid Preventief Jeugdbeleid Geven van informatie, advies en cliëntondersteuning Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Bevorderen van deelname maatschappelijk verkeer/ Bieden van voorzieningen voor kwetsbare groepen Bieden van maatschappelijke opvang/ Bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg/ Bevorderen van verslavingsbeleid Lokaal Gezondheidsbeleid 3. Bijlagen Bijlage 1 Overzicht bestaande activiteiten en voorzieningen Bijlage 2 Planning actiepunten
12 15 18 20 24 27 31 34 42
2
Kader Beleidsplan Wmo/ Nota Volksgezondheid 1.1 Kader Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Wmo is van kracht sinds 1 januari 2007 en bevat een aantal wettelijke verplichtingen waaraan de gemeente moet voldoen. Deze kunnen als volgt worden samengevat: Inhoudelijke verplichtingen Om aan de doelstellingen van de Wmo tegemoet te komen, is de gemeente verplicht een vierjarenbeleidsplan Wmo vast te stellen waarin in ieder geval de volgende onderwerpen worden uitgewerkt: -
Wat zijn de gemeentelijke doelstellingen op de negen benoemde prestatievelden? Hoe voert de gemeente het beleid samenhangend uit? Welke resultaten denkt de gemeente te behalen? Hoe wordt de kwaliteit van de activiteiten bewaakt? Hoe zorgt de gemeente ervoor dat de gebruikers van individuele voorzieningen keuzevrijheid hebben? - Op welke wijze houdt de gemeente rekening met de behoeften van kleine doelgroepen? Procesverplichtingen Naast de inhoudelijke opdrachten in het beleidsplan kent de Wmo de volgende procesverplichtingen: - het betrekken van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid; - het opstellen van een Wmo-verordening voor individuele voorzieningen; - het jaarlijks afleggen van verantwoording over de prestaties in de vorm van een publicatie en middels een onderzoek naar de cliënttevredenheid. Wet Publieke Gezondheid Gemeenten zijn op grond van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) verantwoordelijk voor het bevorderen van de gezondheid van de inwoners. De WPG is op 1 december 2008 van kracht geworden. De wet maakt onderscheid tussen collectieve preventie, infectieziektenbestrijding en jeugdgezondheidszorg. Een onderwerp in de wet dat nog niet is opgepakt is de ouderengezondheidszorg. De publieke gezondheidszorg richt zich op de zorg voor de gezondheid van de samenleving en risicogroepen. Deze zorg vult daarmee de reguliere, individugerichte zorg aan, die met name gericht is op behandeling ter genezing (cure) en verzorging (care) van patiënten op het moment dat hun gezondheid al geschaad is. Een andere verplichting voor gemeenten is dat zij een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) in stand moeten houden voor de uitvoering van taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. De GGD (met ingang van 2013 onderdeel van de Dienst Gezondheid en Jeugd) houdt zich onder andere bezig met het
3
opsporen en bestrijden van gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezonde en veilige omgeving en een gezonde leefstijl. Gemeenten besteden een groot deel van het budget voor de publieke gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid aan GGD'en (in Zuid-Holland Zuid aan de Dienst Gezondheid en Jeugd) waar gezondheidsbevorderende activiteiten worden ingekocht. De gemeenten moeten minimaal zorgen voor het volgende: inzicht hebben in de gezondheidssituatie van de bevolking; eens in de vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid opstellen; opzetten en uitvoeren van preventieprogramma’s inclusief gezondheidsbevordering; bevorderen van medische milieukundige zorg; bevorderen van technische hygiënezorg; bevorderen van psychosociale zorg bij rampen; het geven van prenatale voorlichting aan aanstaande ouders. Ouderengezondheidszorg is een nieuw onderwerp waar gemeenten invulling aan moeten geven. Hierbij valt concreet te denken aan het volgen van ontwikkelingen in de gezondheid van ouderen, signaleren, behoeften ramen en het geven van advies en voorlichting. Elke vier jaar stelt de Minister een landelijke nota gezondheidsbeleid en een landelijk programma voor uitvoering van onderzoek vast op het gebied van de publieke gezondheid. Als vervolg hierop moet de gemeenteraad een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vaststellen. In dit verband is een Regionale Nota gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 2012-2015 opgesteld waarin de landelijk gestelde prioriteiten zijn meegenomen. Deze nota is door de gemeenteraad vastgesteld in januari 2012. De regionale Nota vormt de basis voor de verdere lokale invulling van het tiende prestatieveld. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Zuid-Holland Zuid (RVTV) en de andere monitoren die uitgevoerd worden. Het kabinet heeft benadrukt dat de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen centraal staan. Dit is uitgewerkt in drie thema’s: vertrouwen in gezondheidsbescherming; zorg en sport dichtbij in de buurt; zelf beslissen over leefstijl. De minister vraagt met name aandacht voor gezondheidsrisico’s in de omgeving, prenatale zorg en de toename van psychische ziekten en aandoeningen. Landelijke ontwikkelingen/ transformatie Sociaal Domein Na de invoering van de Wmo zijn diverse andere ontwikkelingen en decentralisaties van taken van het rijk naar de gemeenten in gang gezet, waardoor er inmiddels gesproken wordt van een transformatie binnen het Sociale Domein. Daarbij kan gedacht worden aan: het gedachtegoed van de Kanteling van de Wmo; de onderbrenging van AWBZ taken (begeleiding en persoonlijke verzorging) onder de Wmo; de decentralisatie van de Jeugdzorg, die een directe relatie heeft met het preventieve jeugdbeleid dat onder de Wmo valt; voornemens van het rijk m.b.t. het
4
beëindigen of wijzigen van Hulp bij het Huishouden; een aantal maatregelen met indirecte effecten en tenslotte ook - zij het minder direct - de invoering van de Participatiewet. Deze ontwikkelingen hebben nog niet hun definitieve wettelijke beslag gekregen. Wel is de richting van het transformatieproces zo duidelijk dat hiermee in het nieuwe Beleidsplan Wmo/VG 2013 – 2016 rekening gehouden kan en moet worden. De transformatie omvat een omslag in denken waarbij meer dan tevoren in eerste instantie de eigen kracht van de burger met zijn sociale omgeving moet worden aangesproken voordat de overheid een rol krijgt in het compenseren van belemmeringen om mee te doen in de samenleving. De gemeentelijke kaders Bovengenoemde ontwikkelingen geven de kanteling aan in het denken over de rol van de overheid en de burger. De overheid trekt zich terug uit het sociale domein en gaat een deel van de ondersteuningsvragen weer terugleggen bij de burger. Burgers moeten de oplossing voor hun ondersteuningsbehoefte primair in eigen kring vinden. Aan deze kanteling moet ook in Korendijk invulling worden gegeven. Regionaal wordt er inmiddels gewerkt aan of geanticipeerd op de afzonderlijke transities en de transformatie. Korendijk participeert in al die trajecten. Een aantal notities is in het bestuurlijk besluitvormingstraject: 1. De kadernotitie “Kanteling Wmo Beleid” ; 2. De overkoepelende Visie op het Sociale Domein; 3. Voor AWBZ en Jeugdzorg zijn uitgangspuntennotities vastgesteld. De regionale Visie op het Sociale Domein is opgesteld als overkoepelende visie voor de Hoeksche Waard. Hierin wordt invulling gegeven aan de basisprincipes die in de afzonderlijke transities leidend moeten zijn en die mede vorm geven aan de veranderende rolverdeling tussen gemeente, instellingen, professionals en burgers. Het gaat om de volgende principes: 1. De burger is primair zelf verantwoordelijk. Hij maakt gebruik van zijn eigen kracht en de kracht van zijn sociale netwerk. Pas als de burger er zelf of met behulp van zijn netwerk niet uitkomt, kan hij een beroep doen op de gemeente. 2. De gemeenten hebben een additionele regie rol die kan bestaan uit faciliteren, stimuleren, ondersteunen, zorgen voor, ingrijpen, dwingen en straffen. 3. De gemeenten leggen het accent bij kwetsbare burgers (en maatwerk). 4. De gemeenten zetten de middelen binnen wet- en regelgeving efficiënt in: vraaggericht; resultaatgericht en gericht op maatschappelijke effecten. Daarbij gelden de volgende principes: wederkerigheid; niet vrijblijvendheid; geen onnodige bureaucratie; uitvoering bij maatschappelijke partners en vertrouwen aan de professional; gemeentelijke inzet op versterking van eigen kracht, preventie en collectieve voorzieningen om beroep op duurdere individuele voorzieningen te beperken; integrale aanpak middels 1 cliënt, 1 plan en 1 regisseur en met behulp van ontschotte budgetten.
5
5. In de uitvoering van ondersteuning en zorg wordt aangesloten bij de persoonlijke situatie van de burger en diens sociale verband. 6. Bij dit alles kiest de gemeente voor een regierol en een lerende opzet. Deze regionale visie is mede richtinggevend voor de nadere uitwerking in het Wmo Beleidsplan 2013-2016 van de visie op het sociale domein in Korendijk, waarin specifieke lokale accenten zullen worden gelegd. In de gemeente Korendijk is op alle negen prestatievelden van de Wmo al beleid ontwikkeld of in ontwikkeling. Op deze beleidsterreinen zijn bijvoorbeeld beleidsnotities (zoals o.a. de Jeugdnota Korendijk) en verordeningen (zoals o.a. de Algemene Subsidieverordening Gemeente Korendijk 2012) van toepassing. Binnen de brede kaderwet die de Wmo is, vormen deze beleidsstukken momenteel het lokale kader voor het beleid op verschillende deelterreinen. Tijdens de looptijd van het nu op te stellen Beleidsplan Wmo/VG 2013-2016 zullen de beleidskaders gedeeltelijk opnieuw moeten worden vastgesteld, hetzij na afstemming daarvan op de nieuwe Visie op het Sociale Domein, hetzij omdat de afzonderlijke transitietrajecten daar aanleiding voor geven. Aan het beleidsplan Wmo is een tiende prestatieveld toegevoegd: Lokaal Gezondheidsbeleid. Voor het tiende prestatieveld vormt de Regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 2012-2015 “Gezondheid gewoon dichtbij” de basis. Op het terrein van Maatschappelijke Opvang doen zich relevante ontwikkelingen voor. Door lagere bijdragen vanuit het Rijk voor Maatschappelijke Opvang zijn er taken overgeheveld naar de gemeenten. Met ingang van 2013 worden de centrumgelden Maatschappelijke Opvang alleen nog voor de opvang en begeleiding van daklozen ingezet. De bemoeizorg wordt volledig door de gemeenten gefinancierd. In 2013 wordt onderzocht of er binnen de Hoeksche Waard mogelijkheden zijn voor het openen van een voorziening voor maatschappelijke opvang. Mede richtinggevend voor het Beleidsplan Wmo/VG 2013-2016 is het Coalitieprogramma 2010-2014. In het voorjaar van 2010 is het Coalitieprogramma vastgesteld als uitwerking van het coalitieakkoord. Het programma verwoordt de ambities en de missie van het college voor de periode 2010 tot en met 2014. Samengevat luidt deze missie: “Korendijk biedt een veilige en landelijke woon- en leefomgeving, voert wet- en regelgeving uit en ontwikkelt daarnaast eigen beleid, afgestemd op de lokale behoeften. De menselijke maat en het streven naar een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening staan hierbij centraal. Werken aan een goede woon- en leefomgeving heeft een positieve invloed op de betrokkenheid van de inwoners. Deze betrokkenheid maakt Korendijk tot een aantrekkelijke en vitale gemeente voor iedereen!”
6
Maatschappelijke ontwikkelingen In de gemeente Korendijk is de maatschappelijke- en sociale problematiek relatief beperkt en overzichtelijk. In de gemeente zijn veel organisaties en verenigingen actief en in vergelijking met grote steden is nog steeds sprake van grotere saamhorigheid en samenhang. Ondanks deze relatief gunstige uitgangspositie gaan ook aan de gemeente Korendijk belangrijke maatschappelijke trends niet voorbij. Demografische ontwikkelingen De komende decennia krijgt de gemeente Korendijk met vergrijzing, ontgroening en krimp te maken. Het aantal 75-plussers stijgt de komende jaren bijvoorbeeld fors. In 2012 zijn er 1830 75-plussers en in 2030 2687 (bron CBS Provincie Zuid-Holland 2010). Dit heeft consequenties voor de vraag naar (zorg)voorzieningen en typen woningen. Individualisering en eigen verantwoordelijkheid Ontzuiling, individualisering en marktwerking hebben mensen de gelegenheid gegeven eigen leefstijlen te ontwikkelen. Maar individuele leefstijlen en het centraler stellen van het eigen belang leidt ook tot een dalende betrokkenheid bij de directe omgeving. Tegenover de individualisering staat een tegengestelde insteek van de overheid. Mensen moeten weer doordrongen worden van het gegeven dat ze voor het oplossen van ondersteuningsvragen meer op het eigen netwerk zijn aangewezen en dat er ook een bijdrage aan het eigen netwerk gegeven moet worden. De overheid treedt steeds verder terug en burgers worden steeds meer op de eigen verantwoordelijkheid gewezen en aangesproken op hun eigen kracht en zelf- en samenredzaamheid. Vermaatschappelijking van de zorg De vermaatschappelijking van de zorg houdt in dat steeds meer mensen met beperkingen zelfstandig (moeten) blijven wonen. Hierdoor wordt een groter beroep gedaan op mantelzorgers, vrijwilligers en de gemeenschap. Dit levert een spanningsveld op met de groeiende 24-uurs economie, de (noodzakelijke) hogere arbeidsparticipatie en de invloed van de individualisering. Dreigende tweedeling/achterblijvende groepen Ook in Korendijk is sprake van een groep burgers die achterblijft in de moderne samenleving. Voor deze groep stijgt de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en zij kan steeds moeilijker voldoen aan de eisen die de samenleving stelt. Deze burgers missen bijvoorbeeld de competentie om keuzes te maken, arbeid en zorg te combineren en zijn onvoldoende sociaal-, digitaal- en informatievaardig. Dit staat haaks op de ontwikkelingen in de maatschappij, waarbij in toenemende mate hoge eisen worden gesteld aan het maken van eigen keuzes, bijvoorbeeld als het gaat om zorg, kinderopvang, energie et cetera.
7
Het financiële kader De komende jaren brengt het rijk nieuwe taken en voorzieningen onder de Wmo. Dit gaat gepaard met overdracht van budgetten waarop eerst van rijkswege wordt bezuinigd. Concreet gaat het o.a. om begeleiding en persoonlijke verzorging die nu nog onder de AWBZ vallen, om het overnemen van de jeugdzorg die nu nog door de provincie wordt uitgevoerd, om de bezuiniging op de Hulp bij het Huishouden, het gedeeltelijk vervallen van ZZP’s 1 tot en met 4, om het scheiden van wonen en zorg, het schrappen van dagbesteding en om de inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten. Het exacte tijdstip en de budgetten die mee komen zijn nu nog niet bekend. De financiële positie van de gemeente Korendijk maakt het moeilijk extra middelen voor nieuwe activiteiten beschikbaar te stellen. Er zal daarom zo veel mogelijk ruimte gevonden moeten worden binnen bestaande budgetten. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Ambitie In het traject dat bij de voorbereiding van het beleidsplan 2008-2011 is doorlopen was een belangrijke uitkomst dat Korendijk een samenleving moet zijn waarin iedereen meedoet. Over het algemeen gesproken, staat het gemeentebestuur daarbij een samenleving voor ogen waarin iedereen zo zelfstandig mogelijk kan functioneren en zelfredzaam is. Maar deze samenleving dient ook een zorgzame samenleving te zijn, waaraan iedereen op zijn of haar manier een bijdrage levert en waarin mensen naar elkaar omkijken. Een samenleving waarin mensen wel van elkaar verschillen, maar zoveel mogelijk dezelfde kansen hebben. Korendijk moet een gemeente zijn waar mensen niet onopgemerkt vereenzamen. Waar je voor de buren een boodschap doet of de afvalcontainer buiten zet als dat nodig is. Waar inwoners vrijwilligerswerk en mantelzorg verrichten, maar waarbij zij indien nodig een beroep kunnen doen op professionele ondersteuning. Het gemeentebestuur wil dit beeld van de samenleving onverminderd blijven nastreven, maar wel tegen de achtergrond van de eerder aangegeven maatschappelijke ontwikkelingen en in aansluiting op de eerder beschreven omslag in denken en rekening houdend met de veranderende rol van de overheid. Uitgangspunten en prioriteiten Een heldere ambitie is belangrijk, maar deze ambitie moet worden vertaald in concrete beleidsvoornemens op de negen prestatievelden binnen de Wmo. Het gemeentebestuur hanteert bij de verdere uitwerking de volgende uitgangspunten: 1. ondersteuningsvragen moeten in eerste instantie in het eigen netwerk worden opgevangen; 2. professionele ondersteuning komt pas als laatste optie in beeld; 3. er zal een groter beroep gedaan worden op de participatie van burgers om elkaar te helpen en “samenredzaam” te zijn;
8
4. de gemeente zal onder druk van de financiële positie de komende jaren de inbreng in voorzieningen in de dorpen noodgedwongen verder moeten terugbrengen; 5. de inwoners zullen daarom zelf actiever moeten worden om bepaalde voorzieningen in stand te houden; 6. de gemeente zal een meer regisserende en additionele rol vervullen door het scheppen van voorwaarden, het ondersteunen en inzetten op preventieve collectieve voorzieningen om gebruik van zwaardere (en duurdere) zorg zo veel mogelijk te beperken. Het gemeentebestuur stelt daarbij de volgende prioriteiten m.b.t. beleidsterreinen en doelgroepen: 1. Ondersteuning van activiteiten en voorzieningen voor jeugd tot 12 jaar; 2. Ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (het informele zorgcircuit); 3. Burgerparticipatie. Visie Het voorbereidingstraject in 2007 en 2008 voor het vorige beleidsplan omvatte ook het formuleren van een visie. Sindsdien is in 2012 in het kader van de Transformatie in het Sociale Domein de regionale Visie op het Sociale Domein ontwikkeld o.a. over de wijzigende rollen van burgers, overheid, instellingen en professionals. Deze regionale visie is in concept gereed en in maart 2013 door het college van Korendijk vrijgegeven voor inspraak. Over de concept-visie wordt een regionale consultatie van het maatschappelijk middenveld en de organisaties van zorgvragers georganiseerd. Deze visie zal als kader worden gebruikt voor de verdere uitwerking in een lokale visie op het Sociale Domein in Korendijk. Samenvatting In de gemeente Korendijk is de maatschappelijke en sociale problematiek relatief beperkt maar de belangrijke landelijke- en maatschappelijke trends (waaronder als belangrijkste de Transformatie in het Sociale Domein) gaan niet aan onze gemeente voorbij. Het gemeentebestuur van Korendijk wil tegen de achtergrond van de actuele omslag in denken vooral inzetten op versterking van de sociale cohesie en de zelf- en samenredzaamheid in Korendijk. Het gemeentebestuur wil dit doen in samenspraak met burgers, professionele instellingen en de lokale partners. Bij de uitvoering van de Wmo hanteert het gemeentebestuur het uitgangspunt dat het het Wmo beleid zo goed mogelijk blijft invullen, aangepast aan de nieuwe omstandigheden. De ontwikkeling van nieuw beleid zal plaatsvinden op drie prioriteiten: 1. Ondersteuning van activiteiten en voorzieningen voor jeugd tot 12 jaar; 2. Ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers; 3. Burgerparticipatie.
9
Het gemeentebestuur voert de Wmo uit vanuit een samenhangende visie op de inrichting van de Korendijkse samenleving die een lokale vertaling is van de regionale Visie op het Sociale Domein. Deze visie wordt samengevat in een aantal krachtige uitgangspunten (zie bladzijde 8/9). 1.2 Participatie Inleiding In het coalitieprogramma 2010-2014 staat een aantal concrete uitgangspunten opgenomen die richting geven aan de uitvoering van de Wmo: 1. Voor het gemeentebestuur is het vanzelfsprekend dat nieuw beleid in samenspraak met inwoners en het maatschappelijk middenveld wordt ontwikkeld en dat inwoners (m.n. jeugd en jongvolwassenen) op passende wijze hierbij worden betrokken 2. Het gemeentebestuur wil op het gebied van de Wmo op de prestatievelden die zich daarvoor lenen een gemeenschappelijk beleid voeren in de Hoeksche Waard. 3. De uitvoering zal zoveel mogelijk lokaal vorm worden gegeven. Beleidsontwikkeling samen met burgers en organisaties Het gemeentebestuur van Korendijk is van mening dat participatie bij de voorbereiding en uitvoering van de Wmo van groot belang is voor de kwaliteit van de ondersteuning en voor het draagvlak van het beleid. Burgerparticipatie is van belang in alle fasen van beleidsvoorbereiding, besluitvorming en uitvoering. Burgerparticipatie wordt in de komende periode ook belangrijker als het gaat om de inzet van burgers bij het in stand houden van onderlinge ondersteuning en collectieve voorzieningen. ‘Meedoen’ aan de samenleving, ook van kwetsbare burgers, is de basis van de Wmo. Centraal daarbij staat dat het beleid en de activiteiten goed moeten aansluiten bij de behoeften en de directe leefomgeving van mensen. De gemeente heeft het meeste zicht op wat er leeft onder de inwoners en kan waar nodig lokaal beleid ‘op maat’ ontwikkelen en (laten) uitvoeren. Om dit maatwerk te kunnen verrichten, is het dan wel nodig dat de inwoners daadwerkelijk betrokken worden en ‘meedoen’ bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid. In aansluiting op de participatie-avonden en de gesprekken van het college met de dorpen en meedenkgroepen zal in de fase van het opstellen van het beleidsplan Wmo op twee manieren input vanuit inwoners en organisaties worden verzameld voor het beleidsplan. In de eerste plaats zal er een bijeenkomst georganiseerd worden waar het concept beleidsplan wordt gepresenteerd en waar teruggekoppeld wordt over de resultaten van het vorige beleidsplan Wmo. In het kader van de horizontale verantwoording is het idee de resultaten naar aanleiding van het eerste beleidsplan Wmo te melden. In de tweede plaats wil de gemeente de Wmo Adviesraad verzoeken input te verzamelen bij de doelgroepen die onder de Wmo vallen. Het idee is dat de Wmo Adviesraad een achterban vertegenwoordigt en de spreekbuis kan zijn voor
10
deze achterban. De adviesraad kan de meningen peilen bij de inwoners en aanvullende suggesties voor het beleidsplan inbrengen. Participatie van burgers in het besluitvormingstraject Burgers en belanghebbende organisaties in Korendijk worden bij de besluitvorming van het Wmo-beleid betrokken conform artikel 150 van de Gemeentewet. Daarbij worden de volgende stappen gezet: Ter inzage legging en bekendmaking van het concept beleidsplan. De mogelijkheid om gedurende zes weken schriftelijk of mondeling de zienswijze op de plannen kenbaar te maken. Eindverslag met een overzicht van de inspraakreacties en een toelichting op de resultaten daarvan. Besluitvorming hierover in het College van B&W. Bespreking in de Raadscommissie. Vaststelling in de Raadsvergadering. Participatie na vaststelling van het Beleidsplan Wmo/VG Na het vaststellen van het beleidsplan zal er ook aandacht zijn voor participatie. De gemeente is verplicht een horizontale verantwoording te doen van de prestaties die jaarlijks geleverd worden. Jaarlijks verzamelt de gemeente gegevens over de prestaties en de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning. De verantwoording is gericht op burgers en cliënten. Het is de bedoeling hiervoor eens in de vier jaar deel te nemen aan de basisbenchmark van de SGBO en daarnaast jaarlijks de verplichte vragen in het kader van de horizontale verantwoording te beantwoorden en deel te nemen aan het cliënttevredenheidsonderzoek. Verder speelt de Wmo Adviesraad gedurende de looptijd van het Beleidsplan een voortdurende belangrijke adviserende rol richting de gemeente ten aanzien van het Wmo beleid.
11
2. Prestatievelden Prestatieveld 1: Bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid
Prestatieveld 1 betreft activiteiten die een bijdrage leveren aan een woonomgeving waar bewoners zich goed voelen en vertrouwen hebben in de buurt. Het gaat daarbij niet alleen om de fysieke inrichting van de woonomgeving, maar ook om een goed functionerend leefklimaat met een sterke sociale samenhang. Prestatieveld 1 is heel breed en veelomvattend en heeft samenhang met de andere prestatievelden. In dit prestatieveld draait het om de betrokkenheid van inwoners op elkaar met als effect een sterke sociale samenhang en een goede leefbaarheid. In het licht van de veranderende rol van de overheid in het sociale domein wordt een groter beroep gedaan op de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van burgers voor zichzelf en voor elkaar. Daarom is dit een belangrijk prestatieveld. In 2013 is het college door middel van burgeravonden van start gegaan met het informeren van inwoners over de verandering in de rol van de overheid die voortkomt uit landelijke ontwikkelingen en wetgeving. Daarnaast heeft ook de gemeente niet langer de middelen om financieel bij te blijven dragen aan alle voorzieningen. Het is van belang dat inwoners hierover meedenken met de gemeente en zo mogelijk “in het gat springen” om het voorzieningenpeil afgestemd op de vraag van de inwoners zo veel mogelijk in stand te houden. Inwoners zullen weer meer zelf voor sociale samenhang moeten zorgen. Dit gebeurt o.a. door het opbouwen en in stand houden van onderlinge relaties, sociale verbanden en netwerken waardoor inwoners elkaar kennen en bezoeken en daardoor beter in staat zijn elkaar onderling diensten te verlenen. Het gaat om de zogenoemde versterking van de “0e” lijn, die vooraf gaat aan hulp en zorg vanuit de 1e en 2e lijn. De gemeente heeft hier een (incidenteel) stimulerende en faciliterende rol in. De burger komt weer meer zelf aan het roer van zijn eigen welzijn te staan. Dit heeft ook consequenties voor de inzet van verenigingen en organisaties in het welzijnswerk. Die inzet zal meer vraaggestuurd worden, wederkerigheid moeten bewerkstellingen en vooral bijdragen aan de eigen kracht van mensen en aan het opzetten en activeren van sociale verbanden. De gemeente compenseert pas met het bieden van een individuele voorziening als inwoners met het eigen netwerk niet in staat zijn de noodzakelijke ondersteuning te regelen en als het “meedoen” aan de samenleving in gevaar komt. De kantelingsgedachte is hier van toepassing. Het is niet langer zo dat de gemeente moet “zorgen voor” maar de gemeente ziet het als de taak om te “zorgen dat”. Het vergroten van zelfredzaamheid en samenredzaamheid (de zogenaamde 0e lijn) staat dus voorop. Er moet zo veel mogelijk voorkomen worden dat zwaardere zorg of ondersteuning nodig is. Het uitgangspunt hierbij is: hulp zo kort als mogelijk en zo zwaar als nodig.
12
De gemeente wil bereiken dat: 1. Inwoners zich van de noodzakelijke omslag in denken bewust worden en daardoor meer verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en hun omgeving en invulling geven aan het begrip samenredzaamheid. 2. Inwoners netwerken en ondersteuningsstructuren gaan vormen dan wel versterken waarbij sprake is van wederkerigheid. 3. Inwoners met een beperking ondersteuning vinden in hun directe omgeving en daardoor in staat zijn zo veel mogelijk mee te doen in de samenleving. Actiepunten: 1. Communicatie over de noodzakelijke omslag in denken. 2. In het leven roepen van een site met informatie over lopende projecten en activiteiten 3. Opzetten van een digitaal burennetwerk 4. Met inwoners en organisaties zoeken naar oplossingen om het voorzieningenpeil zo veel mogelijk in stand te houden. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de vervolgactiviteiten op de participatie-avonden met de meedenkgroepen die gevormd zijn. 5. Opstellen van beleid op het terrein van burgerparticipatie (over onder andere dorpsverenigingen en door vrijwilligers gerunde voorzieningen). 6. Stimuleren van initiatieven voor en door dorpsverenigingen. 7. Uitvoeren van een leefbaarheidonderzoek zoals besloten naar aanleiding van de Basisbenchmark Wmo over 2011 om zicht te krijgen op de leefbaarheid zoals die wordt ervaren. 8. Uitvoeren van onderzoek naar de particuliere woningvoorraad zoals besloten naar aanleiding van de Basisbenchmark Wmo over 2011 om vast te kunnen stellen of het woningbestand op de langere termijn passend is, gelet op de demografische ontwikkelingen. 9. In 2014 zal onderzocht worden hoe er met de dan beschikbare middelen meer gedaan kan worden om bij te dragen aan leefbaarheid en sociale samenhang. In overleg met de welzijnsstichting of andere partijen zal bekeken worden hoe bijgedragen kan worden aan de eigen kracht, netwerkvorming en het meedoen van mensen met een beperking. Dit zal zich moeten vertalen in nieuwe subsidiearrangementen die bijdragen aan ondersteuning. Resultaten 1. Eind 2014 is er een site met informatie over lopende projecten en activiteiten.
13
2. In 2015 is er een digitaal burennetwerk opgezet. 3. In 2014 is er duidelijkheid over de visie op vorming van een nieuw en ander voorzieningenpeil in de kernen en in de gemeente. Dit moet vervolgens leiden tot concrete afspraken over de inzet van inwoners, verenigingen en de gemeente en het tijdpad. 4. In 2013 is het beleid ten aanzien van burgerparticipatie vastgesteld. Dit beleid zal in concrete acties worden uitgewerkt. 5. In 2014 is een leefbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Dit is te zien als een nulmeting. Hierna kunnen er doelen gesteld worden over de toekomstige scores op leefbaarheid. 6. Eind 2013 is er zicht op de particuliere woningvoorraad en de toekomstbestendigheid van de woningen in de gemeente. Afhankelijk van de uitkomsten zal er ingezet moeten worden op het passend krijgen van het woningbestand door de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaren te stimuleren met betrekking tot de levensloopbestendigheid van hun woning. 7. In 2014 is er een aangepast beleidskader subsidies dat afgestemd is op het doel uit de lokale visie op het sociale domein ten aanzien van de versterking van de nulde lijn en met als doel dat de subsidies bijdragen aan leefbaarheid en sociale samenhang. Financiële consequenties Voor een aantal actiepunten is budget nodig. Concreet gaat het dan om de uitvoering van het beleid met betrekking tot burgerparticipatie en het stimuleren van activiteiten voor en door dorpsverenigingen. In de kadernota 2014 is hiervoor voor de jaren 2014 tot en met 2016 een bedrag geraamd van respectievelijk € 15.000,-, € 10.000,- en € 10.000,-. Het leefbaarheidonderzoek en het onderzoek naar de particuliere woningvoorraad kunnen uitgevoerd worden uit het budget dat in de gemeentebegroting staat opgenomen voor de benchmark Wmo. Personele consequenties Het uitvoeren van het leefbaarheidonderzoek, het onderzoek naar de particuliere woningvoorraad en het opstellen van beleid burgerparticipatie zijn opgenomen in de jaarplanning 2013. Voor het stimuleren van activiteiten voor en door de dorpsverenigingen is nog geen ambtelijke inzet gepland. Met name in de beginfase zal hiervoor extra capaciteit nodig zijn. Voor zover nu valt in te schatten, zullen de overige activiteiten binnen de beschikbare uren uitgevoerd kunnen worden.
14
Prestatieveld 2: Preventief jeugdbeleid
Prestatieveld 2 betreft preventieve activiteiten die gericht zijn op de ondersteuning van jeugdigen die problemen hebben met opgroeien en van ouders die problemen hebben met opvoeden. Gemeenten zijn op grond van de Wet op de Jeugdzorg nu en vanaf 2015 op grond van de nieuwe Jeugdwet verplicht preventief jeugdbeleid goed te regelen. Op een toegankelijke en laagdrempelige manier moet ondersteuning georganiseerd worden aan jeugdigen en gezinnen die problemen hebben in de sfeer van opgroeien en opvoeden. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn: informatie en advies; vroegtijdig signaleren; coördinatie van zorg. Met ingang van 2015 breiden de taken van gemeenten zich uit en worden gemeenten volledig verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Naast het preventief jeugdbeleid gaat de gemeente dan ook over de zwaardere curatieve jeugdzorg. Hierbij kan gedacht worden aan jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering en jeugd GGZ. In lijn met de inhoudelijke ontwikkelingen op andere beleidsterreinen binnen het sociale domein zijn de centrale thema’s binnen de transformatie jeugdzorg dat de primaire verantwoordelijkheid bij de ouders ligt en dat de eigen kracht van ouders en jeugdigen centraal staan. Er komt meer nadruk op preventief beleid in plaats van zware curatieve zorg. Er wordt bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning in de thuissituatie gegeven in plaats van behandeling in een kliniek. Een passend preventief aanbod kan een beroep op zwaardere curatieve zorg voorkomen. Op dit moment wordt er in de Hoeksche Waard door de vijf gemeenten samengewerkt op het terrein van het jeugdbeleid. Er is een gezamenlijk aanbod waaronder een centraal gelegen Centrum voor Jeugd en Gezin, de verwijsindex en schoolmaatschappelijk werk. Sinds 2012 wordt de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar uitgevoerd door Rivas/Careyn. Voor de transitie jeugdzorg wordt op het niveau van Zuid-Holland Zuid samengewerkt waarbinnen de Hoeksche Waard een subregio vormt. Op de schaal van Korendijk is er een nota jeugdbeleid en een uitvoeringsprogramma voor het jongerenwerk. De afgelopen jaren zijn in alle vier de kernen jeugdsozen gerealiseerd. De buurtschappen hebben niet dezelfde voorzieningen als de vier dorpen maar sluiten hiervoor aan bij één van de dorpen. Met het jeugdbeleid wil de gemeente bereiken dat jeugdigen zich zodanig ontwikkelen en ontplooien dat ze als volwassenen in staat zijn een bijdrage te leveren aan hun eigen welzijn en dat van anderen. In het kader van de transitie jeugdzorg zal de rol en invulling van het CJG opnieuw bepaald moeten worden. In relatie tot de andere transities zal op een zo laag mogelijk niveau maatwerk geleverd moeten worden. Jeugdigen en gezinnen hebben ondersteuningsvragen die zich over het brede sociale domein uit kunnen strekken. Het
15
brede preventieve aanbod moet ontschot worden. Een aansprekende vorm is het formeren van een buurtteam (minimaal als een netwerk van sleutelfiguren) dat de lokale situatie en inwoners kent en in staat is mensen met elkaar te verbinden en op die manier zorg en ondersteuning te organiseren in de eigen omgeving en met inzet van (lokale) organisaties. Het eigen netwerk en eigen verantwoordelijkheid zijn hierbij vanzelfsprekend sleutelbegrippen. De gemeente wil bereiken dat: 1. Jeugdigen en gezinnen zich bewust worden van de noodzakelijke omslag in denken waardoor ouders/verzorgers en jongeren meer de verantwoordelijkheid nemen voor het gezin, zichzelf en hun omgeving. 2. Ouders/verzorgers en jeugdigen netwerken en ondersteuningsstructuren gaan vormen waarbij sprake is van wederkerigheid. Van ouders en jongeren kan verwacht worden dat ze actief bijdragen aan het invullen van de ondersteuningsaanvraag. 3. Op dorps- en gemeenteniveau toegang tot ondersteuning en hulp wordt gecreëerd waardoor aan gezinnen en jeugdigen maatwerk geleverd wordt, dat verankerd is in de eigen omgeving. Actiepunten 1. In samenwerking met inwoners, het welzijnswerk en jongerenwerk de jeugdsozen in stand houden. 2. Het opzetten van buurtteams stimuleren en faciliteren zodat deze de spil kunnen worden in de toeleiding naar en ondersteuning van de zorg die jongeren en gezinnen nodig hebben. 3. Als gemeente inwoners stimuleren en faciliteren om netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten via het welzijnswerk en andere betrokken organisaties. 4. Realiseren van een invulling van de toekomstige jeugdzorg waarbij de nadruk ligt op een breed preventief aanbod en op inbedding in de eigen omgeving van jongeren en gezinnen. Resultaten 1. In alle vier de dorpen is een jeugdsoos aanwezig waar activiteiten worden georganiseerd, die meerdere leeftijdsgroepen bedient en die grotendeels op vrijwilligers draait. 2. Het preventief aanbod gericht op jongeren en gezinnen is uitgebreid in 2016 vergeleken met 2013. Nulmeting is nodig. 3. Jongeren en gezinnen kunnen ondersteuning krijgen van professionals of vrijwilligers bij het opzetten en in stand houden van netwerken en ondersteuningsstructuren.
16
4. In 2016 is er in alle dorpen een buurtteam gevormd. Financiële consequenties Het in stand houden van jeugdsozen in de vier dorpen vraagt om een budget voor beheer, onderhoud, activiteiten en waardering voor vrijwilligers. Het budget dat vanaf 2014 in de gemeentebegroting is opgenomen, is niet voldoende om de vier jeugdsozen in stand te houden. Het budget zal opgehoogd moeten worden. Voor een aantal actiepunten is het moeilijk in te schatten welke extra kosten er mee gemoeid zullen zijn. Voor een deel zullen de activiteiten meegenomen worden in de invulling van de transitie jeugdzorg die in 2015 in moet gaan. Het streven is de uitgaven binnen de beschikbare budgetten op te vangen. Personele consequenties De transitie jeugdzorg brengt veel extra taken naar de gemeenten. Vanaf 1 januari 2015 zal de ambtelijke inzet in verband met de transitie jeugdzorg toe nemen. Op dit moment is het nog niet mogelijk concreet aan te geven om welke ambtelijke inzet het dan gaat. Jaarlijks zal bekeken worden welke ambtelijke inzet nodig is en of dit tot knelpunten leidt.
17
Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning Prestatieveld 3 betreft activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan daarbij zowel gaan om algemene voorzieningen als om meer specifieke voorzieningen als individueel advies of hulp bij verheldering van een ondersteuningsvraag. Het is belangrijk dat inwoners over informatie beschikken die hen wegwijs maakt in het aanbod aan voorzieningen en in regels en procedures van voorzieningen waar gebruik van kan worden gemaakt. Nog belangrijker is dat inwoners weten dat ze in eerste instantie in de eigen omgeving naar oplossingen moeten zoeken als er een ondersteuningsbehoefte is. Het geven van informatie en advies heeft niet alleen betrekking op zorg maar beslaat meer terreinen. Concreet kan hierbij gedacht worden aan wonen, werken, vrijetijdsbesteding en vervoer. In de toekomst komen er meer functies en taken richting de gemeente waardoor de informatie- en advies functie uitgebreid wordt. De gemeente speelt een belangrijke rol bij het invullen van de informatie en advies functie. Zowel via de Gemeentewinkel, de gemeentesite en de gemeenterubriek in het Kompas wordt voorzien in de gemeentelijke informatie en adviesfunctie. Daarnaast is er informatie terug te vinden op de website van het Centrum voor Jeugd en Gezin Hoeksche Waard (CJG HW). Naast de gemeente zijn er ook andere organisaties die een informatie- en adviesfunctie vervullen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de RSD (website), het Algemeen Maatschappelijk Werk, MEE, het CJG HW, het jongerenwerk en de bibliotheken. Cliëntondersteuning richt zich op mensen die gerichte ondersteuning nodig hebben bij het oplossen van een ondersteuningsvraag. Deze mensen zijn niet geholpen met informatie of advies alleen. Binnen de gemeente zijn organisaties actief die cliëntondersteuning bieden zoals MEE. Dit onderdeel heeft raakvlakken met prestatieveld 4. De gemeente wil bereiken dat: 1. Inwoners over informatie en advies kunnen beschikken die een bijdrage leveren aan hun zelfredzaamheid en aan het verhelderen van hun ondersteuningsvraag. 2. Inwoners over cliëntondersteuning kunnen beschikken die er aan bijdraagt dat men een eigen netwerk kan opzetten of in stand kan houden. Actiepunten: 1. De medewerkers van de Gemeentewinkel bereiden zich voor op de nieuwe taken die richting de gemeente komen. 2. De informatie op de gemeentesite wordt uitgebreid met links naar andere sites die belangrijke informatie bevatten.
18
Resultaten: 1. Cliënten geven gemiddeld minimaal een 7 voor het aanbod van informatie en advies vanuit de Gemeentewinkel (bron jaarlijkse Cliënttevredenheidsonderzoek) 2. Uit onderzoek blijkt dat inwoners tevreden zijn over de informatie en adviesfunctie van de gemeentesite. Financiële consequenties Voor de voorgestelde actiepunten zijn geen extra middelen nodig. Het streven is de kosten binnen de beschikbare budgetten op te vangen. Personele consequenties De genoemde actiepunten hebben geen extra personele consequenties en kunnen binnen de beschikbare capaciteit worden uitgevoerd.
19
Prestatieveld 4: Ondersteunen van Mantelzorgers en Vrijwilligers Prestatieveld 4 betreft activiteiten die het werk van mantelzorgers en vrijwilligers gemakkelijker maken en bevorderen dat mensen mantelzorg gaan bieden of vrijwilliger worden. Gelet op de vermaatschappelijking van de zorg en een terugtredende overheid zullen steeds meer ouderen en mensen met beperkingen zelfstandig (moeten) blijven wonen. Door de groter wordende groep zorgvragers zal vaker en langer een beroep gedaan worden op mantelzorgers en vrijwilligers. Mantelzorgers en vrijwilligers zullen dan ook een steeds belangrijker plaats in de samenleving gaan innemen. Mantelzorgers zijn mensen die onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende ouder, kind of ander familielid, vriend of buur. Zij geven die zorg omdat ze een persoonlijke band hebben met die persoon. Vooral vanwege de persoonlijke relatie kan je met mantelzorg meestal niet zomaar stoppen. In de gemeente Korendijk zijn 2416 mantelzorgers actief (raming Tympaan instituut over 2011). Het Tympaan Instituut hanteert hierbij de norm dat 20% van de mantelzorgers ondersteuning nodig hebben omdat er sprake is van overbelasting. Veel mensen bieden al jaren zorg maar hebben zich nooit gerealiseerd dat zij mantelzorger zijn of dat zij gebruik kunnen maken van hulp bij die zorg. Het is van belang dat de huidige mogelijkheden voor mantelzorgondersteuning worden gehandhaafd en bekend zijn bij de mensen. Voor mantelzorgers geldt specifiek dat het belangrijk is dat ze ondersteund worden en indien nodig tijdelijk ontlast kunnen worden. Concreet kan hierbij gedacht worden aan het bieden van respijtzorg of andere voorzieningen aan mantelzorgers bijvoorbeeld in de vorm van een arrangement. Vrijwilligers verrichten hun werkzaamheden eveneens onbetaald en zijn actief op veel verschillende terreinen. De vrijwilligers dragen belangeloos bij aan de leefbaarheid en het voorzieningenniveau in de gemeente Korendijk. Zonder vrijwilligers zouden veel voorzieningen ophouden te bestaan of zouden veel activiteiten niet meer uitgevoerd kunnen worden. In de gemeente Korendijk zijn naar schatting 5095 vrijwilligers actief bij verschillende vrijwilligersorganisaties en in de informele hulp (raming Tympaan instituut over 2011). Echter voor steeds meer vraagstukken wordt vrijwilligerswerk gezien als oplossing. Dat leidt, samen met ontwikkelingen als vergrijzing en veranderende leefpatronen, ertoe dat de druk op het vrijwilligerswerk toeneemt. In het vrijwilligersbeleid is het belangrijk meer aandacht te hebben voor wederkerigheid. Het is belangrijk dat iedereen een bijdrage levert aan de samenleving en tegelijk dat er gebruik gemaakt wordt van de talenten van mensen. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben, zijn vaak nog een in staat op de één of andere manier een bijdrage te leveren aan de samenleving. In het maatschappelijk middenveld zijn diverse partijen zoals scholen, sportverenigingen, woningcorporaties, welzijnsstichtingen, kerken en bedrijven die een rol spelen op het gebied van het vrijwilligerswerk. Zij leveren een bijdrage aan het actief burgerschap.
20
Het is de taak van de gemeente om haar rol als regisseur in te vullen. De taken die de gemeente in dit verband heeft,m zijn het stimuleren en faciliteren en het bij elkaar brengen van partijen. De uitvoering van de mantelzorgondersteuning is in de Hoeksche Waard regionaal neergelegd bij MEE. De individuele ondersteuning van mantelzorgers bestaat uit huisbezoeken, geven van gerichte informatie en advies, thuishulp en respijtzorg door de inzet van zorgvrijwilligers. MEE verzorgt de collectieve ondersteuning door ondermeer het verstrekken van algemene informatie en voorlichting, uitgeven van Mantelzorgmagazine, organiseren van Mantelzorgsalon, Dag van de Mantelzorger en het Alzheimercafé. Vrijwilligersondersteuning maakt onderdeel uit van het welzijnswerk. De regionale vrijwilligersondersteuning is ondergebracht bij de nieuwe welzijnsinstelling Welzijn Hoeksche Waard. Een goede vrijwilligersondersteuning dient kwaliteit en samenhang te hebben zodat er een adequate ondersteuning mogelijk is. De nieuwe welzijnsinstelling start op 1 januari 2014 met het aanbod dat onder andere een vrijwilligersvacaturebank omvat. Landelijk is aangekondigd dat de verplichte maatschappelijke stage voor leerlingen van het voortgezet onderwijs wordt beëindigd met ingang van het schooljaar 2015/2016. De bijdrage vanuit het Rijk loopt door tot eind 2014. De maatschappelijke stage maakt het mogelijk jongeren in aanraking te laten komen met vrijwilligerswerk waarbij de gedachte is dat hiermee een nieuwe doelgroep kan worden bereikt voor het doen van vrijwilligerswerk. Gezien de behoefte aan vrijwilligers en mantelzorgers is het belangrijk de maatschappelijke stage voort te zetten zodat jongeren blijven instromen in het vrijwilligerswerk. De gemeente wil bereiken dat: 1. Vrijwilligerswerk versterkt wordt en vrijwilligers(organisaties) adequaat ondersteund worden. 2. Vrijwilligers(organisaties) laagdrempelig toegang hebben tot informatie en advies op voor hen relevante gebieden. 3. Mantelzorgers ondersteund worden om hun werkzaamheden uit te voeren. 4. Zorgvragers een bijdrage gaan leveren aan de maatschappij door het verrichten van een vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg op basis van de aanwezige talenten. Voor met name uitkeringsgerechtigden kan dit ook een instrument zijn in het kader van sociale activering en het verwerven van nieuwe competenties. 5. Het instrument van de maatschappelijke stage voor jongeren voortgezet wordt om te bereiken dat meer jongeren vrijwilligerswerk gaan doen en/of mantelzorg verrichten.
21
Actiepunten 1. De nieuwe stichting Welzijn Hoeksche Waard krijgt de opdracht vrijwilligers(organisaties) te ondersteunen. De resultaten van de participatie-avonden en de uitkomsten uit de meedenkgroepen zijn input voor de welzijnsstichting. 2. De nieuwe stichting Welzijn Hoeksche Waard zal de opdracht krijgen vrijwilligers(organisaties) op een laagdrempelige manier van informatie en advies te voorzien. 3. MEE krijgt de opdracht de ondersteuning aan mantelzorgers die het nodig hebben op een passende wijze aan te bieden. 4. In de gesprekken met de zorgvragers die de Wmo-consulenten voeren zal in 2013 en 2014 geïnventariseerd worden of en zo ja welke mogelijkheden er zijn vrijwilligerswerk te doen of mantelzorg te verlenen. 5. De Welzijnsstichting en MEE krijgen de opdracht om mogelijkheden te creëren om zorgvragers in te schakelen voor vrijwilligerswerk of mantelzorg. 6. Op Hoeksche Waards niveau te onderzoeken of de maatschappelijke stage gezamenlijk kan worden voortgezet. Resultaten 1. Een passend ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers en vrijwilligers(organisaties) in 2015. 2. Een laagdrempelig aanbod van informatie en advies voor vrijwilligers(organisaties) in 2015. 3. In 2014 is duidelijk hoeveel zorgvragers vrijwilligerswerk (kunnen) doen of mantelzorg (kunnen) bieden. Dit is een nulmeting. 4. Eind 2016 is het aantal zorgvragers dat vrijwilligerswerk doet of mantelzorg verleent, toegenomen ten opzichte van 2014. 5. Eind 2014 is het onderzoek naar het voortzetten van de maatschappelijke stage op Hoeksche Waards niveau afgerond. Financiële consequenties Het voortzetten van de maatschappelijke stage zal kosten met zich meebrengen. Op dit moment is nog niet duidelijk op welke manier de maatschappelijke stage wordt voortgezet en zijn de kosten niet exact aan te geven. Een budget blijft nodig en zal opgenomen moeten blijven in de gemeentebegroting. Uitgaande van de huidige kosten gaat het om ongeveer € 5.000,-. Ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers en activiteiten om meer mantelzorgers en vrijwilligers te vinden, kosten geld. Op dit moment zijn de budgetten vrijwel grotendeels wegbezuinigd.
22
Voor de jaren 2014 en verder is het van belang een budget mantelzorgbeleid en een budget vrijwilligersondersteuning van ieder 15.000 beschikbaar te hebben (totaal € 30.000,-).
Personele consequenties De personele consequenties zijn op dit moment nog niet aan te geven. Jaarlijks zal bekeken worden welke ambtelijke inzet nodig is en of dit tot knelpunten leidt.
23
Prestatieveld 5: Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer Prestatieveld 5 betreft activiteiten en algemene voorzieningen die mensen met een beperking of mensen met psychische dan wel psychosociale problemen in staat stellen om zelfstandig een huishouden te voeren, zich te verplaatsen en sociale contacten te onderhouden. Prestatieveld 6: Bieden van voorzieningen voor kwetsbare groepen Prestatieveld 6 betreft het verstrekken van individuele voorzieningen aan mensen zodat zij in staat zijn tot het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan. De prestatievelden 5 en 6 liggen dicht bij elkaar. In dit beleidsplan worden ze gezamenlijk behandeld. Het gaat in beide prestatievelden om activiteiten en voorzieningen die bijdragen aan zelfstandigheid, mobiliteit en het onderhouden van contacten. In prestatieveld 5 gaat het om preventie door middel van algemene- en collectieve voorzieningen en in prestatieveld 6 om verstrekking van individuele voorzieningen. De individuele voorzieningen omvatten hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen. De wijzigingen die voortkomen uit het doorvoeren van de Kanteling hebben invloed op de invulling van beide prestatievelden. De Kanteling betekent een omslag in denken en doen bij de uitvoering van de Wmo. Het motto is niet meer “zorgen voor” maar “zorgen dat”. In 2013 wordt de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Korendijk aangepast en vastgesteld waardoor er sprake is van een gekantelde verordening. In eerste instantie is de verordening van toepassing op de individuele voorzieningen maar op termijn worden waarschijnlijk ook de AWBZ begeleiding en de persoonlijke verzorging onder de verordening gebracht. Kernbegrippen binnen de Kanteling zijn eigen kracht, eigen netwerk en algemene en collectieve voorzieningen. Er zal steeds meer een verschuiving plaats vinden van prestatieveld 6 naar prestatieveld 5. De gemeente Korendijk wil ondersteuning op maat bieden bij het oplossen van problemen met zelfredzaamheid en participatie. De inwoner moet daarbij zo veel mogelijk zelf de regie voeren en de gemeente sluit met de ondersteuning aan bij de eigen mogelijkheden en het zelfoplossend vermogen van betrokkenen en hun omgeving. Een inwoner met een beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem moet in staat zijn: een huishouden te voeren; zich te verplaatsen in en om de woning; medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan; zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel. Aanvullend op de eigen kracht en de ondersteuning vanuit het eigen sociale netwerk of vanuit collectieve voorzieningen kan de overheid individuele voorzieningen verstrekken.
24
Met ingang van 1 januari 2015 komen de AWBZ/begeleiding en persoonlijke verzorging naar de gemeenten. De gemeente wordt verantwoordelijk voor een nieuwe doelgroep die zwaardere beperkingen kent en die zeer divers is. Het is van belang hierbij een koppeling te maken met de decentralisaties Jeugdzorg en Participatiewet omdat er overlap zit in de doelgroep en de zorgvragers. Naast de transitie AWBZ/Begeleiding en de overkomst van de Persoonlijke Verzorging is er nog een aantal andere ontwikkelingen die van belang zijn voor de prestatievelden 5 en 6. In vogelvlucht gaat het dan om: de bezuiniging op de Hulp bij het Huishouden door het Rijk; het gedeeltelijk vervallen van de ZZP’s 1 tot en met 4 voor intramurale zorg; het scheiden van wonen en zorg; het schrappen van de dagbesteding; de inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten. De gemeente wil bereiken dat: 1. Inwoners met een ondersteuningsvraag in eerste instantie gebruik maken van de eigen kracht, het eigen netwerk en algemene voorzieningen voordat gebruik gemaakt wordt van individuele voorzieningen. 2. Inwoners netwerken en ondersteuningsstructuren gaan vormen waarbij sprake is van wederkerigheid. 3. Inwoners met een beperking ondersteuning ondervinden vanuit hun directe omgeving en daardoor zo veel mogelijk meedoen. 4. Het idee achter de kanteling (van zorgen voor naar zorgen dat) wordt doorgevoerd bij de beoordeling van verzoeken om ondersteuning. 5. Op dorps- en gemeenteniveau toegang tot ondersteuning en hulp wordt gecreëerd, waardoor er aan de inwoners die een zorgvraag hebben maatwerk geleverd wordt, dat verankerd is in de eigen omgeving. Actiepunten 1. Als gemeente inwoners stimuleren en faciliteren om netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten in relatie tot de vier levensgebieden die eerder genoemd zijn (zie blz. 24). 2. Als gemeente bijdragen aan een passend aanbod algemene voorzieningen dat bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie. 3. Het stimuleren van activiteiten en collectieve voorzieningen die het meedoen van inwoners met een beperking mogelijk maken via bijvoorbeeld de Welzijnsstichting voor vrijetijdsactiviteiten of het verrichten van vrijwilligerswerk. 4. Tijdens de huisbezoeken zullen de Wmo-consulenten vragen naar de mogelijkheden en de mate waarin de zorgvragers vrijwilligerswerk of mantelzorg (kunnen) verrichten. 25
5. De implementatie van de vastgestelde gekantelde Wmo Verordening en het goed uitvoeren van de communicatie die hiermee samenhangt. 6. Het opzetten van een buurtteam stimuleren en faciliteren zodat het buurtteam de spil en het aanspreekpunt wordt voor de inwoners met een zorgvraag. Resultaten 1. Inwoners kunnen (indien nodig) ondersteuning krijgen van vrijwilligers of professionals bij het opzetten en in stand houden van netwerken en ondersteuningstructuren. 2. Het aanbod algemene voorzieningen is in 2016 uitgebreid ten opzichte van 2013. Een nulmeting is nodig en zal uitgevoerd worden in 2013 en 2014 in het kader van de uitwerking van de lokale visie op het sociale domein en de burgerparticipatie in aansluiting op de participatiegesprekken van het college met de meedenkgroepen. 3. In 2016 is er in alle dorpen een buurtteam gevormd. Financiële consequenties De financiële consequenties (door de uitbreiding van de gemeentelijke zorgtaken) zijn nog niet in te schatten. Deze zullen gedekt worden uit de budgetten die in het kader van de transities beschikbaar komen. Als de Welzijnsstichting voor meer werkzaamheden wordt ingeschakeld dan zijn daar extra kosten aan verbonden tenzij er binnen bestaande budgetten dekking wordt gevonden. Het streven is de kosten binnen bestaande budgetten op te vangen. Personele consequenties De taken die nieuw naar de gemeente overkomen zullen meer ambtelijke inzet vragen. Jaarlijks zal bekeken worden welke ambtelijke inzet nodig is en of dit tot knelpunten leidt.
26
Prestatieveld 7: Het bieden van maatschappelijke opvang Prestatieveld 7 betreft activiteiten gericht op het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Activiteiten die gericht zijn op het bestrijden van huiselijk geweld vallen hier ook onder. Prestatieveld 8: Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg Prestatieveld 8 betreft activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Prestatieveld 9: Het bevorderen van verslavingsbeleid Prestatieveld 9 betreft activiteiten die gericht zijn op preventie van verslavingsproblemen en op ambulante hulpverlening bij verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door verslaving. De prestatievelden 7,8 en 9 liggen dicht bij elkaar. In dit beleidsplan worden ze gezamenlijk behandeld. Bij de drie genoemde prestatievelden gaat het om mensen met een kwetsbare positie die vaak moeilijk te bereiken zijn en vaak zorgmijdend gedrag vertonen. In veel gevallen is er sprake van een combinatie van problemen zoals verslaving en dakloos zijn. Kort samengevat gaat het in de drie prestatievelden om het volgende: Maatschappelijke opvang is het bieden van tijdelijk verblijf aan mensen zonder dak boven hun hoofd, gekoppeld aan zorg en begeleiding en/of het verhelpen van een crisis. De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) richt zich op mensen die een meervoudige problematiek hebben zoals schulden, verslaving en psychische problemen. Het gaat veelal om zorgmijders waarvoor bemoeizorg wordt ingezet. In de verslavingszorg gaat het om preventie, hulp en zorg voor mensen met verslavingsproblemen. De gemeente Spijkenisse is centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang, de OGGZ en verslavingsbeleid. Als zodanig is Spijkenisse verantwoordelijk voor voldoende verschillende opvangvoorzieningen op de Zuid-Hollandse Eilanden. Het Rijk keert middelen uit aan de centrumgemeenten voor de taken op de genoemde terreinen. De laatste jaren is er gekort op het rijksbudget. Er zijn inmiddels afspraken gemaakt tussen de gemeenten van de Zuid-Hollandse Eilanden over de inzet van de individuele gemeenten op het terrein van OGGZ/Bemoeizorg en Verslavingspreventie. Spijkenisse concentreert zich op de bekostiging van de maatschappelijke opvang en de gemeenten nemen de bekostiging van de bemoeizorg over. Met ingang van 2013 betalen de gemeenten voor de toeleiding en trajecten Bemoeizorg. De gemeente Spijkenisse zet de middelen die door het Rijk uitgekeerd worden nu met name in voor de opvangvoorzieningen. De gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden zetten al langer eigen middelen in voor de verslavingspreventie.
27
Met betrekking tot de opvangvoorzieningen is het zo dat de vraag steeds groter is dan het aanbod. In 2013 wordt gezocht naar een nieuwe locatie voor de plaatsen maatschappelijke opvang de Boeg. Op de huidige locatie moet de Boeg eind 2013 de deuren sluiten. In 2014 moet er een nieuwe opvangvoorziening zijn. Daarnaast is in de Stuurgroep OGGZ+ de afspraak gemaakt dat er in het kader van de overheveling van de begeleiding uit de AWBZ naar de Wmo lokale initiatieven opgezet worden waar de centrumgemeente niet voor verantwoordelijk is. Concreet kan hierbij gedacht worden aan dagbesteding in de gemeenten van herkomst, vervoer naar de dagbesteding en doorstroombevordering. De bewoners van de maatschappelijke opvang moeten zo snel mogelijk uitstromen naar een zelfstandige woning of iets dergelijks in de gemeente van herkomst. In Hoeksche Waards verband wordt daarom nu een visie ontwikkeld op de verdeling van de verantwoordelijkheden in de Hoeksche Waard mede in relatie tot de centrumgemeente. Het is de bedoeling in 2013 een plan van aanpak op te stellen ten aanzien van de maatschappelijke opvang in de Hoeksche Waard. Verschillende ontwikkelingen hebben raakvlakken met de maatschappelijke opvang. Binnen de maatschappelijke opvang vindt er taakverbreding plaats en komen er nieuwe doelgroepen boven drijven. Gemeenten krijgen door de transitie te maken met zwaardere zorgvragen. De scheiding van wonen en zorg zal invloed krijgen op de bemoeizorg en op de hulpvragen die lokaal gaan spelen. De vraag naar maatschappelijke opvang zal toenemen en het beroep op bemoeizorg ook. In de Hoeksche Waard is er op dit moment alleen op Tiengemeten opvang voor mensen met chronische psychotische stoornissen en mensen met niet aangeboren hersenletsel. Bavo Europoort verzorgt de opvang. De Idahoeve is niet specifiek voor inwoners van de Hoeksche Waard. Ter vervanging van de opvangvoorziening de Boeg wordt er ook gekeken naar mogelijkheden in de Hoeksche Waard. Op dit moment zijn het steunpunt Huiselijk Geweld en het AMK nog aparte voorzieningen. Het is de bedoeling dat dit op termijn wordt samengevoegd. Er is een wet in voorbereiding die vastlegt dat er een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) moet komen. In Hoeksche Waards verband zal hieraan invulling gegeven moeten worden. Op het terrein van verslavingsbeleid is er een curatief en een preventief aanbod. Voor inwoners met een verslavingsprobleem zijn er meerdere zorgaanbieders die een aanbod hebben. De gemeente Korendijk neemt deel aan het uitvoeringsprogramma Verzuip jij je toekomst?! Het doel van dit programma is het gebruik van alcohol door jongeren tegen te gaan, uit te stellen en te verminderen. Dit wordt ingevuld door een preventief aanbod waarbij het accent ligt op voorlichting en training van intermediairs aan de ene kant en aan de andere kant inzet op handhaving. Daarnaast is er lokaal en op Hoeksche Waards niveau een aanbod verslavingspreventie.
28
Als onderdeel van de OGGZ/Bemoeizorg is er een Lokaal Zorgnetwerk dat als doel heeft vroegtijdige signalering van inwoners met meervoudige sociale gezondheidsproblematiek. Daarnaast wordt de zorg en hulpverlening gecoördineerd. Vanuit de Dienst Gezondheid en Jeugd wordt het Lokale Zorgnetwerk gecoördineerd en ondersteund. De gemeente wil bereiken dat: 1. Dak- en thuisloosheid wordt voorkomen dan wel beperkt door vroegtijdige signalering van problemen die kunnen leiden tot dak- en thuisloosheid en door een passend preventief beleid. 2. Huiselijk geweld wordt teruggedrongen en voorkomen door vroegtijdige signalering en door een preventief beleid. 3. Er in of voor de Hoeksche Waard maatschappelijke opvang wordt gerealiseerd waaraan een gezamenlijke visie ten grondslag ligt en waarin de wederzijdse verantwoordelijkheden van de vijf gemeenten en de centrumgemeente zijn vastgelegd. 4. Inwoners met psychische of verslavingsproblemen ondersteuning ondervinden vanuit hun directe omgeving en daardoor in staat zijn zo veel mogelijk mee te doen in de samenleving. Actiepunten 1. Een buurtteam opzetten dat de spil is tussen inwoners met psychische en verslavingsproblemen en het Lokale Zorgnetwerk. 2. Zorgaanbieders (zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties) op het terrein van psychische problemen of verslavingsproblemen een passend preventief aanbod laten verzorgen op lokaal niveau of op Hoeksche Waards niveau. 3. Inwoners stimuleren om ook voor mensen met psychische problemen en verslavingsproblemen netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten. 4. In stand houden van de signaleringsstructuur en het preventief aanbod rond huiselijk geweld. 5. In 2013 een Hoeksche Waardse visie op maatschappelijke opvang opstellen en laten vaststellen met daarin de wederzijdse verantwoordelijkheden van de centrumgemeente en de gemeenten in de Hoeksche Waard. Resultaten 1. In 2016 is er in alle dorpen een buurtteam gevormd. 2. Inwoners met psychische of verslavingsproblemen krijgen ondersteuning van vrijwilligers of professionals.
29
3. In 2013 is op Hoeksche Waards niveau een visie op maatschappelijke opvang en bemoeizorg vastgesteld en zijn er afspraken gemaakt tussen de gemeenten over de wederzijdse verantwoordelijkheden. 4. In 2014 wordt de visie maatschappelijke opvang ingevoerd. Financiële consequenties Het uitvoeren van de genoemde actiepunten zal financiële consequenties hebben. Voor bijvoorbeeld het realiseren van maatschappelijke opvang of het uitbreiden van het aanbod bemoeizorg heeft of krijgt de gemeente Korendijk geen middelen. Hiervoor zullen eigen middelen ingezet moeten worden. Het is nu nog niet exact aan te geven om welke bedragen dit gaat. Dit wordt in Hoeksche Waards verband uitgewerkt. Personele consequenties Het streven is de benodigde nulmetingen in eigen beheer uit te voeren. Dit vraagt wel inzet van ambtelijke capaciteit die daardoor niet voor andere activiteiten ingezet kan worden. Het uitzetten van de benoemde activiteiten zal een beslag leggen op de bestaande ambtelijke capaciteit. Dit zal binnen de bestaande uren opgevangen moeten worden.
30
Prestatieveld 10: Lokaal gezondheidsbeleid Prestatieveld 10 betreft uiteenlopende activiteiten die de gezondheid van inwoners bevorderen. Gemeenten zijn verplicht eens in de vier jaar een lokale nota gemeentelijk gezondheidsbeleid op te stellen. De vorige nota gezondheidsbeleid was onderdeel van het Beleidsplan Wmo. Aan dit beleidsplan wordt opnieuw een tiende prestatieveld toegevoegd met de titel Lokaal Gezondheidsbeleid. De inhoud van dit prestatieveld is een aanvulling op de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 20122015. De gemeente Korendijk zet zich er voor in dat alle inwoners in een als goed ervaren gezondheid kunnen leven. Leeftijd, afkomst of een lage sociaal economische status (met name door een lage opleiding of het ontbreken ervan) mogen hierbij geen belemmering vormen en mogen niet leiden tot gezondheidsverschillen. Goede gezondheid moet bereikbaar zijn voor iedereen. Het is belangrijk dat het gemeentelijke aanbod om dit te bereiken aansluit bij de leefwereld van inwoners en het aanbod in de wijk en buurt. Het is van belang extra in te zetten op inwoners met een lage sociaal-economische status. Het is bekend dat inwoners met een lage sociaaleconomische status langer in slechte gezondheid leven en gemiddeld zes jaar korter leven. De speerpunten voor het bevorderen van gezondheid zijn mentale weerbaarheid, het voorkomen van genotmiddelengebruik onder jongeren en gezond gewicht. De concrete acties zijn terug te vinden in de uitvoeringsprogramma’s Mentale Weerbaarheid, Gezond Gewicht en Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. In 2010 is de keuze gemaakt aan te sluiten bij de GGD Zuid-Holland Zuid omdat de GGD Zuid-Hollandse Eilanden op zou houden te bestaan. Inmiddels is de GGD ZHZ onderdeel geworden van de Dienst Gezondheid en Jeugd (DGJ). Vanuit de DGJ worden diverse onderzoeken verricht die veel informatie opleveren voor gemeentelijk beleid (Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2010, het onderzoek naar het gezondheidsprofiel basisonderwijs 2009-2010, de Jeugdgezondheidsmonitor 2011 en de Gezondheidsenquete 2009). Daarnaast levert de DGJ de verplichte taken op de terreinen technische hygiëne zorg en medische milieukunde. De gezondheidsbevordering wordt aangeboden via de uitvoeringsprogramma’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. Uit de diverse onderzoeken die door de DGJ zijn uitgevoerd, blijkt dat jongeren in de gemeente Korendijk verhoudingsgewijs meer alcohol drinken en meer roken. Onder volwassenen drinkt 8 % van de mannen en 5% van de vrouwen overmatig. Van de inwoners rookt 21%. Een algemene aanbeveling vanuit de DGJ is in te blijven zetten op verbeteren van leefstijl. Op het gebied van leefstijl kan gezondheidswinst bereikt worden door het verminderen van overgewicht en bewegingsarmoede, roken en overmatig alcoholgebruik. In de gemeente Korendijk kampt 30% van de inwoners met een matig risico op angst- of depressiekrachten en 3% met een hoog risico op angstof depressieklachten. In 2012/2013 is door de DGJ onder andere in de gemeente Korendijk een onderzoek uitgevoerd naar het bereik van de activiteiten mentale weerbaarheid van inwoners met een lage sociaal-economische status (lage ses) in plattelandsgebieden. De resultaten zullen in september 2013 bekend gemaakt worden 31
en het is de bedoeling in de gemeenten die in het onderzoek betrokken waren een pilot uit te voeren om interventies uit te testen. Steeds opnieuw blijkt de vaccinatiegraad van kinderen te laag en zelfs verder te dalen. De lage vaccinatiegraad betekent een gezondheidsrisico voor de totale bevolking.Vanuit de DGJ wordt geadviseerd hier actief op in te zetten. De inzet zal zich met name moeten richten op informatie en advies. Het is voor gemeenten een wettelijke verplichting invulling te geven aan ouderengezondheidszorg. Het is de bedoeling dit op Hoeksche Waards niveau op te pakken. Op dit moment investeert de gemeente Korendijk extra op activiteiten verslavingspreventie en wordt onderzocht of een lokaal aanbod weerbaarheidstrainingen mogelijk is. Hiervoor gaat in 2013 een pilot lopen. Vanuit de uitvoeringsprogramma’s wordt ook een aanbod verzorgd voor de gemeente Korendijk. Er wordt geprobeerd zo veel mogelijk in te spelen op de vragen vanuit het jongerenwerk en de scholen. Dit zijn belangrijke vindplaatsen voor jeugd. Uitbreiding van het lokale aanbod is niet mogelijk omdat de budgetten daarvoor ontbreken. De gemeente wil bereiken dat: 1. Er een omslag in denken bij inwoners wordt gerealiseerd waardoor inwoners meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gezondheid en leefstijl. 2. De gezondheidstoestand van de inwoners goed in beeld is. 3. Via de uitvoeringsprogramma’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting een bijdrage wordt geleverd aan het verbeteren van de leefstijl van alle inwoners. 4. Ten aanzien van de Korendijkse jeugd extra inzet wordt gepleegd voor het bereiken van een gezond gewicht, voor het bevorderen van mentale weerbaarheid en het tegengaan dan wel verminderen van alcoholgebruik, roken en middelengebruik. 5. Er regelmatig overleg en afstemming is met de huisartsen in het kader van alle veranderingen in het Sociale Domein. 6. Extra inzet gepleegd kan worden ten aanzien van specifieke Korendijkse wensen als aanvulling op de uitvoeringsprogramma’s. 7. De vaccinatiegraad onder de kinderen in Korendijk omhoog gaat. 8. Er een visie ouderengezondheidszorg wordt opgesteld met een implementatieplan. Actiepunten 1. Actief communiceren richting inwoners en zorgverleners om een gezonde leefstijl te bevorderen en inwoners op de eigen verantwoordelijkheid te wijzen.
32
2. Ten aanzien van specifieke doelgroepen zoals jeugd de gezondheidsontwikkelingen in de gaten te houden en indien gewenst extra inzet bewerkstellingen. 3. De DGJ blijft inzet plegen op de thema’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. 4. Medewerking verlenen aan een pilot in de gemeente Korendijk die als doel heeft meer inwoners met een lage sociaal economische status in landelijk gebied te bereiken met activiteiten die de mentale weerbaarheid kunnen verbeteren. 5. Het lokale budget preventie activiteiten verslavingspreventie om te bouwen tot een budget voor een extra lokaal aanbod op de terreinen gezond gewicht, mentale weerbaarheid en verslavingspreventie. 6. Een regulier overleg met de huisartsen opstarten. 7. In overleg met Careyn zorgen voor extra informatie aan ouders over het belang van vaccinaties. 8. In Hoeksche Waards verband een visie ouderengezondheidszorg opstellen in samenwerking met de DGJ. Resultaten 1. Ten aanzien van jongeren zijn signalen over gezondheidsrisico’s met betrekking tot gezond gewicht, mentale weerbaarheid en middelengebruik opgepakt met als concreet resultaat een extra aanbod ten aanzien van de gesignaleerde risico’s. 2. Eind 2014 wordt de pilot voor het bereiken van inwoners met een lage sociaal economische status door activiteiten ter bevordering van de mentale weerbaarheid afgerond. 3. In 2014 is het lokale budget verslavingspreventie omgevormd tot een budget voor aanvullende activiteiten op de terreinen gezond gewicht, mentale weerbaarheid en verslavingspreventie. 4. In 2014 start het reguliere overleg met de huisartsen. 5. In de gesprekken met ouders op het consultatiebureau is in de jaren 2014 en 2015 extra aandacht besteed aan het belang van vaccinaties en de vaccinatiegraad is in 2016 omhoog gegaan ten opzichte van 2012. 6. In 2014 is er een subregionale visie ouderengezondheidszorg. Financiële consequenties Het streven is de kosten van de activiteiten binnen de bestaande budgetten op te vangen. Personele consequenties Er zitten geen personele consequenties aan de actiepunten.
33
BIJLAGE 1 Overzicht bestaande activiteiten en voorzieningen Prestatieveld 1: Bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid, wat is er Activiteit
Initiatieven wonen, zorg en welzijn: Wonen Welzijn en Zorg Hoeksche Waard Regiegroep Wonen, Welzijn en Zorg Dorpsvereniging Goudswaard Buurtbus Brede school Speeltuinen/speelruimte beleid
Kinderboerderij
Controle openbare ruimte Buitensportaccommodaties Binnensportaccommodaties
Dorpshuizen Peuterspeelzalen Kinderopvang
Toelichting Op HW niveau is het Pact van mijn Hart afgesloten met samenwerkingsafspraken en te bereiken doelen op het terrein van wonen, zorg en welzijn Lokale groep die zich als doel stelt tot een samenhangend aanbod wonen welzijn en zorg te komen in Korendijk De vereniging draagt door de activiteiten bij aan de leefbaarheid in Goudswaard De gemeente subsidieert de buurtbus (vervoer vanuit Korendijk naar Oud Beijerland vice versa) De basisscholen, voorschoolse voorzieningen en het welzijnswerk werken samen aan de brede school in Piershil. In Nieuw-Beijerland is een speeltuin (Jeugdland). De speelplekken in de openbare ruimte worden volgens de wettelijke eisen onderhouden en gerenoveerd. Bij de ontwikkeling van een bestemmingsplan wordt ook de aanleg van speelplekken meegenomen. 3 kinderboerderijen: in Zuid-Beijerland Dierenpark Landzicht, in Nieuw-Beijerland de Bokkesprong en in Piershil de kinderboerderij Piershil. Regelmatig wordt de openbare ruimte gecontroleerd (groen, bestrating enz.). Sportpark/voetbalveld (4), tennisbaan (2), ijsclubs (5). In Piershil en in Goudswaard zijn tennisbanen aanwezig bij de voetbalverenigingen. Drie gymnastieklokalen en één ruimte in het Dorpshuis te Nieuw-Beijerland fungeert als gymzaal (gemeente subsidieert activiteiten van gymnastiekverenigingen en badmintonvereniging) Drie dorpshuizen: in de kernen Goudswaard, Nieuw-Beijerland en Piershil Er zijn vier peuterspeelzalen Dagopvang en bso in Zuid-Beijerland, dagopvang en bso in Piershil. In Nieuw34
Multifunctioneel centrum Bibliotheek Jeugd- en Jongerenwerk
Expeditie Korendijk Volwasseneneducatie Parken/natuurgebieden
Particuliere accommodaties Schoolgebouwen Kunst
Sport Sociaal-cultureel werk (ontspanning, ontmoeting, ontplooiing) Kunst en cultuur
Wijkverenigingen Afstemming collectieve preventie en curatieve zorg Onderzoek gezondheidssituatie bevolking
Beijerland is bso. Boerderij Dorpzigt in Zuid-Beijerland Vier vrijwilligersbibliotheken Er zijn vier jeugdsozen in de vier kernen. In Zuid-Beijerland is een Jongeren Ontmoetings Plaats (JOP). De gemeente heeft een jongerenwerker in dienst en stelt budget voor het jongerenwerk beschikbaar. Grootschalige activiteiten door en voor jeugd waarbij veel vrijwilligers zijn betrokken. Da Vinci college Oud-Beijerland en Dordrecht Heemtuin, eiland Tiengemeten, het recreatiegebied Hitsertse Kade in ZuidBeijerland en Costa del Spui in Goudswaard, Korendijkse slikken, Bos Zuid-Beijerland, Bos Piershil De Eendrachtshoeve Zuid-Beijerland Er zijn negen schoolgebouwen, verspreid over de kernen en buurtschappen Atelier Babi Senang in Nieuw-Beijerland en Kunstuitleen AZ-projecten in NieuwBeijerland, Bibliotheek Nieuw-Beijerland, De Zilveren Schoen in Piershil, Atelier/galerie ’t Zwarte Schaep te Goudswaard, Galerie DebuuT te Nieuw-Beijerland en wisselende exposities in het gemeentehuis. Binnen- en buitensport, diverse verenigingen Stichting Stimulans en in de toekomst de regionale stichting Welzijn HW Muziekeducatie ToBe Muziekverenigingen Volharding en Crescendo Lokale koren en toneelverenigingen Vier oranjeverenigingen Bram Roza festival Culturele Kring HW Concertcommissie (verzorgt jaarlijks twee concerten in het gemeentehuis in Piershil) Dorpsvereniging Goudswaard, Buurtcomité Zuidzijde Diverse activiteiten van de DGJ, bv. gezondheidsvoorlichting De DGJ doet verschillende onderzoeken zoals de jeugdgezondheidsmonitor
35
Prestatieveld 2:Preventief jeugdbeleid, wat is er Activiteit Opvoedingsondersteuning en cursussen over opvoeding Informatie en adviesfunctie over opvoeden door verschillende instellingen Sociale kaart en verstrekken van algemene informatie Verslavingspreventie Schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Zorg Advies Teams in het voortgezet onderwijs
Voor- en vroegschoolse educatie
Logopedische screening Informatieoverdracht voorschoolse voorzieningen basisonderwijs Integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 t/m 19-jarigen Buro HALT
Aanpak schoolverzuim en voorkomen voortijdig schoolverlaten Jeugd Preventie Team
Toelichting Het Opvoedbureau wordt gefinancierd met subsidie van de gemeente Korendijk. De medewerkers van het bureau zijn in dienst van Careyn. Het geven van informatie en advies door bijvoorbeeld scholen, algemeen maatschappelijk werk (Careyn), DGJ en jongerenwerkers Er is een sociale kaart jongeren en een sociale kaart ouderen. Informatie wordt ook verstrekt door de Wmo-consulenten. Bouman GGZ, Stichting De Hoop en de DGJ. Begeleiden van zorgleerlingen door het schoolmaatschappelijk werk van de scholen in de Hoeksche Waard. Probleemsignalering en uitwisseling door netwerken rondom scholen. Deelgenomen wordt door Bureau Jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, jeugdpreventieteam en leerplichtambtenaren Na signalering en indicering van kinderen met een taalachterstand, inzetten op verbetering van de aansluiting tussen peuterspeelzalen en basisonderwijs. De gemeente is wettelijk verplicht alle kinderen op 5 jarige leeftijd te screenen op spraakproblemen. Gebruik overdrachtsformulier tussen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en basisonderwijs, de zogenaamde warme overdracht. Uitvoering van onderzoek en activiteiten gericht op opsporen van groei- en ontwikkelingsstoornissen door Rivas/Careyn Jongeren die zich schuldig hebben gemaakt aan vernielingen/vandalisme worden door de politie doorverwezen naar Bureau Halt. Het doel van Halt is herhaling van lichte delicten onder jongeren onder de 18 jaar te voorkomen. Uitvoering van leerplichttaken door het regionale bureau leerplicht en voortijdig schoolverlaten te Dordrecht Samenwerkingsverband van jeugdzorg en politie met als doel het verlenen van kortdurende, intensieve hulp voor risicojongeren en licht criminele jongeren
36
Activiteit Maatwerk Jeugdgezondheidszorg Trivium Jeugdzorg: dagopvang oudere jeugd en intensieve gezinsen groepsbegeleiding Taskforce Jeugd Korendijk Prenatale voorlichting en signalering
Bureau Jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin
Multidisciplinair team
Verwijsindex
Project begeleiding risicogezinnen Website CJG
Toelichting Programma’s ter preventie van opvoedingsproblematiek en (psychosociale) problemen bij kinderen. Het bieden van opvang aan jongeren die tijdelijk niet deelnemen aan het (voortgezet) onderwijs vanwege gedragsproblemen Overleg tussen politie, gemeente, HW Wonen en JPT over jongeren die overlast veroorzaken of waar zorg over bestaat Aanstaande ouders krijgen voorlichting en er vindt een screening plaats op risicofactoren onder de aanstaande ouders. De ouders die een risico lopen krijgen een gericht aanbod van ondersteuning. Coördinerende rol ten aanzien van de zorg aan jongeren (tot 1-1-2015) Ouders en jongeren kunnen hier terecht met vragen over opgroeien en opvoeden. Er wordt samengewerkt door jgz, smw en Bureau Jeugdzorg Dit is verbonden aan het CJG. In het MDT worden de multiproblem gezinnen besproken en worden afspraken gemaakt over het vervolgtraject. De gemeenten in de HW hebben Zorg voor Jeugd ingevoerd. Het is een meldingssysteem waar signalen aan elkaar gekoppeld worden. Het is een hulpmiddel voor het MDT Een vorm van thuisbegeleiding aan gezinnen die zonder indicatie gegeven kan worden. Ouders en jeugdigen kunnen op de website van het CJG informatie vinden over opgroeien en opvoeden.
Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, wat is er Activiteit Zorgconsulenten van de Gemeentewinkel Informatie en advies door gesubsidieerde organisaties
Klachtencommissie
Toelichting Onderdeel gemeentelijke organisatie Diverse organisaties en instellingen zoals het algemeen maatschappelijk werk van Careyn, de Regionale Sociale Dienst, Stichting Stimulans, Careyn, Stichting Ouderenvoorzieningen Korendijk en vrijwilligersorganisaties Ombudscommissie Hoeksche Waard en interne klachtenregeling
37
Bibliotheek Gezondheidsvoorlichting Ondersteunen van mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking Ondersteunen van mensen met een psychiatrisch probleem
Bibliotheek als kennis- en informatiebank Informatie over gezondheid door DGJ. Ook via de website van de DGJ. Uitvoering door de MEE-organisatie
Uitvoering door Context/Bavo Europoort
Prestatieveld 4: Ondersteunen van Mantelzorgers en Vrijwilligers, wat is er Activiteit Ondersteuning vrijwilligers en vrijwilligerswerk Vrijwilligers vacaturebank Alle verenigingen en organisaties met vrijwilligers Frans Janssen Vrijwilligersprijs Ondersteuning aan mensen die iemand uit de naaste omgeving ondersteunen als mantelzorger Verlenen informele zorg (bijvoorbeeld palliatieve terminale thuiszorg, buddyzorg) Mantelzorgdag Vrijwilligersdag
Toelichting Stichting Stimulans heeft in regionaal verband een steunpunt vrijwilligerswerk opgezet. Stichting Stimulans beheert dit. Algemene ondersteuning en opleiding van vrijwilligers binnen organisaties. Veelal ondersteund door landelijke bonden of koepels De vrijwilligersprijs wordt jaarlijks uitgereikt Mantelzorgondersteuning, onderdeel van MEEZHZ Context verzorgt de mantelzorg-ondersteuning voor de mensen met een psychiatrisch probleem MEE Zuid-Holland Zuid, Hospice Hoeksche Waard te Zuid-Beijerland en Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Verzorgd door MEE, bijdrage gemeente per deelnemer uit de gemeente Deze dag wordt eens in de twee jaar georganiseerd
Prestatieveld 5: Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer, wat is er Activiteit Vervoer lokaal
Toelichting Buurtbus, Vervoer Lokaal en er loopt een onderzoek naar een regionaal vervoersproject.
Het subsidiëren van verenigingen om zowel actieve als passieve deelname mogelijk te maken, waarbij ieder zijn talenten kan inzetten Telefooncirkel en vrijwillige hulpdiensten
Lokale en regionale vrijwilligersorganisaties
O.a. Rode Kruis, Zonnebloem, gilde De Hoeksche Waard
38
Prestatieveld 6: Bieden van voorzieningen voor kwetsbare groepen, wat is er Activiteit Hulp bij het huishouden Woningaanpassingen Vervoersvoorzieningen Rolstoelen Algemeen Maatschappelijk Werk Slachtofferhulp Warme maaltijdvoorziening Sociale alarmering (Bijzondere) bijstand en (re)integratie arbeidsmarkt Schuldhulpverlening Een telefonische SOS hulpdienst die 7 x 24 uur bereikbaar is (Tel.) Gesprek van mens tot mens, voor agrariërs
Toelichting Aanvraag, beoordeling en beschikking via de Zorgconsulenten van de Gemeentewinkel: Zorg in natura of een Persoonsgebonden budget (Pgb) Aanvraag, beoordeling en beschikking via de Zorgconsulenten van de Gemeentewinkel. Aanvraag, beoordeling en beschikking via de Zorgconsulenten van de Gemeentewinkel. Aanvraag, beoordeling en beschikking via de Zorgconsulenten van de Gemeentewinkel. Careyn Stichting Slachtofferhulp ZHZ Stichting Ouderenvoorzieningen Korendijk Careyn, Stichting Personenalarmering HW RSD Hoeksche Waard RSD Hoeksche Waard Uitvoering geschiedt door Telemaat, gefinancierd door de provincie Zuid-Holland. Telefonische Hulpdienst Agrariërs
Prestatieveld 7: Het bieden van maatschappelijke opvang, wat is er Activiteit Crisisopvang De Opstap te Spijkenisse Vrouwenopvang Spijkenisse Jongvolwassenen Spijkenisse Noodopvang Spijkenisse Diverse crisisopvang zoals dag- en nachtopvang, timeout, langdurige opvang, Blijf van mijn Lijfhuizen etc. Meldpunt Zorg& Overlast/ Steunpunt Huiselijk Geweld
Toelichting
Doelgroep boven 18 jaar, 20-25 plaatsen Vrouwen en kinderen, 16 woningen Doelgroep 18 – 28 jaar, 16 kamers en 2 woningen Vrouwen en kinderen, 5 plaatsen Dordrecht
Telefonisch meldpunt voor slachtoffers, plegers, daders en getuigen voor de gemeenten in ZuidHolland Zuid
39
Prestatieveld 8: Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, wat is er Activiteit Uitgebreid cursus-, trainings- en voorlichtingsaanbod voor diverse doelgroepen Meldpunt zorg en overlast/ huiselijk geweld Opvangactiviteiten
Toelichting Uitvoering van het aanbod door diverse aanbieders onder de regie van de DGJ. Uitvoerders zijn o.a. Bouman GGZ verslavingszorg en De Hoop Zie prestatieveld 7 Diverse opvang voor vrouwen, jongeren, crisissituaties etc. (zie ook prestatieveld 7)
Prestatieveld 9: Het bevorderen van verslavingsbeleid, wat is er Activiteit RVTV ZHZ Jeugdgezondheids monitor Preventieactiviteiten binnen het onderwijs, jongerenwerk, kerken en gericht op ouders rond alcohol, drugs en roken. Eilandhopper “Verzuip jij je toekomst?!” regionaal plan Outreachende hulpverlening Deskundigheidsbevordering beroepsbeoefenaren eerstelijns hulpverlening Deskundigheidsbevordering overige beroepsgroepen (politie, docenten, jongerenwerk) ZAT’s Projectgroep verslavingspreventie HW Ondersteuning en
Toelichting DGJ stelt de RVTV op DGJ voert de monitor uit In het kader van het subregionale uitvoeringsprogramma preventief verslavingsbeleid en de lokale aanvulling daarop worden verschillende activiteiten aangeboden. Vanuit Verzuip jij je toekomst is er ook een aanbod evenals vanuit het Uitvoeringsprogramma Mentale Weerbaarheid. DGJ + jongerenwerk. Wordt ingezet bij diverse evenementen Samenwerkingsproject van gemeenten in ZuidHolland Zuid, politie, Bouman, DGJ enz. Bouman, DGJ en De Hoop Bouman GGZ wordt gefinancierd door de gemeenten
Bouman GGZ wordt gefinancierd door de gemeenten
Een netwerk georganiseerd door scholen VO Gemeente, DGJ, Bouman GGZ en De Hoop Bouman GGZ
40
advies eerstelijnszorg Opvang De Hoop Opvang Bouman GGZ
Dordrecht Rotterdam
41
BIJLAGE 2 Planning Actiepunten Planning 2013 Jaar Activiteit 2013-2014 2013-2014
2013
2013-2016 2013-2016 2013-2015
2013 2013-2014 2013-2014
2013-2014
2013-2014 2013-2016
2013-2015
Communicatie naar en met de inwoners over de noodzakelijke omslag in denken Met inwoners en organisaties zoeken naar oplossingen om het voorzieningenpeil zo veel mogelijk in stand te houden. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de vervolgactiviteiten op de participatie-avonden met de meedenkgroepen die gevormd zijn. Opstellen van beleid op het terrein van burgerparticipatie (over onder andere dorpsverenigingen en door vrijwilligers gerunde voorzieningen). Stimuleren van initiatieven voor en door dorpsverenigingen. In samenwerking met inwoners, het welzijnswerk en jongerenwerk de jeugdsozen in stand houden. Realiseren van een invulling van de toekomstige jeugdzorg waarbij de nadruk ligt op een breed preventief aanbod en op inbedding in de eigen omgeving van jongeren en gezinnen. Uitvoeren nulmetingen voor diverse activiteiten De medewerkers van de Gemeentewinkel bereiden zich voor op de nieuwe taken die richting de gemeente komen De informatie die via de gemeentesite gegeven wordt, wordt uitgebreid bijvoorbeeld door het doorlinken naar andere sites die belangrijke informatie bevatten. De nieuwe stichting Welzijn HW krijgt de opdracht vrijwilligers te ondersteunen. De resultaten van de participatie-avonden en de uitkomsten uit de meedenkgroepen zijn input voor de welzijnsstichting. De nieuwe stichting Welzijn HW krijgt de opdracht vrijwilligers(organisaties) op een laagdrempelige manier van informatie en advies te voorzien. In de gesprekken met de zorgvragers die de Wmoconsulenten voeren zal vanaf 2013 geïnventariseerd worden of er vrijwilligerswerk wordt gedaan en of er mantelzorg wordt verleend en welke mogelijkheden op deze terreinen er zijn. Als gemeente bijdragen aan een passend aanbod algemene voorzieningen dat bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie.
Extra budget nodig? Nee Nee
Nee
Ja, geraamd in kadernota Er is aanvullend budget van 5.000,- nodig Nee
Nee Nee Nee
Ja budget vrijwilligersondersteuning €12.495,Nee Nee
Nee
42
2013-2015 2013-2016
2013-2016 2013-2016 2013
2013-2016
2013-2016
2013-2016 2013-2014
2013
2013-2016
De implementatie van de vastgestelde gekantelde Wmo Verordening en het goed uitvoeren van de communicatie die hiermee samenhangt. Zorgaanbieders (zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties) op het terrein van psychische problemen of verslavingsproblemen een passend preventief aanbod laten verzorgen op lokaal niveau of op Hoeksche Waards niveau. Inwoners stimuleren om ook voor mensen met psychische problemen en verslavingsproblemen netwerken en ondersteuingsstructuren op te zetten. In stand houden van de signaleringsstructuur en het preventief aanbod rond huiselijk geweld. In 2013 een Hoeksche Waardse visie op maatschappelijke opvang opstellen en laten vaststellen met daarin de wederzijdse verantwoordelijkheden van de centrumgemeente en de gemeenten in de Hoeksche Waard. Actief communiceren richting inwoners en zorgverleners om een gezonde leefstijl te bevorderen en inwoners op de eigen verantwoordelijkheid te wijzen. Ten aanzien van specifieke doelgroepen zoals jeugd de gezondheidsontwikkelingen in de gaten te houden en indien gewenst extra inzet bewerkstellingen. De DGJ blijft inzet plegen op de thema’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. Medewerking verlenen aan een pilot in de gemeente Korendijk die als doel heeft meer inwoners met een lage sociaal economische status in landelijk gebied te bereiken met activiteiten die de mentale weerbaarheid kunnen verbeteren. Het lokale budget preventie activiteiten verslavingspreventie om te bouwen tot een budget voor een extra lokaal aanbod op de terreinen gezond gewicht, mentale weerbaarheid en verslavingspreventie. In overleg met Careyn zorgen voor extra informatie aan ouders over het belang van vaccinaties.
Planning 2014 Jaar Activiteit 2013-2014
Communicatie naar en met de inwoners over de noodzakelijke omslag in denken
Nee Nee
Nee Nee Ja, pm
Nee
Nee
Nee Nee
Nee
Nee
Extra Budget nodig? Nee
43
2014-2015 2013-2014
2013-2016 2014
2014
2014
2013-2016 2014-2015
2014-2015
2013-2015
2013-2014 2013-2014
2013-2014
Opstarten van een site met informatie over lopende projecten en activiteiten Met inwoners en organisaties zoeken naar oplossingen om het voorzieningenpeil zo veel mogelijk in stand te houden. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de vervolgactiviteiten op de participatie-avonden met de meedenkgroepen die gevormd zijn. Stimuleren van initiatieven voor en door dorpsverenigingen. Uitvoeren van een leefbaarheidsonderzoek zoals besloten naar aanleiding van de Basisbenchmark WMO over 2011 om zicht te krijgen op de leefbaarheid zoals die wordt ervaren. Uitvoeren van onderzoek naar de particuliere woningvoorraad zoals besloten naar aanleiding van de Basisbenchmark Wmo over 2011 om vast te kunnen stellen of het woningbestand op de langere termijn passend is Onderzoek naar mogelijkheden van nieuwe subsidiearrangementen die bijdragen aan ondersteuning, leefbaarheid, sociale samenhang, stimuleren van eigen kracht, netwerkvorming en het meedoen van mensen met een beperking In samenwerking met inwoners, het welzijnswerk en jongerenwerk de jeugdsozen in stand houden. Het opzetten van een buurtteam stimuleren en faciliteren. Het buurtteam is de spil in de toeleiding naar en ondersteuning van de zorg die inwoners en gezinnen nodig hebben. Als gemeente inwoners stimuleren en faciliteren om netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten via het welzijnswerk en andere betrokken organisaties Realiseren van een invulling van de toekomstige jeugdzorg waarbij de nadruk ligt op een breed preventief aanbod en op inbedding in de eigen omgeving van jongeren en gezinnen. De medewerkers van de Gemeentewinkel bereiden zich voor op de nieuwe taken die richting de gemeente komen De informatie die via de gemeentesite gegeven wordt, wordt uitgebreid bijvoorbeeld door het doorlinken naar andere sites die belangrijke informatie bevatten. De nieuwe stichting Welzijn HW krijgt de opdracht vrijwilligers te ondersteunen. De resultaten van de participatie-avonden en de uitkomsten uit de meedenkgroepen zijn input voor de
Nee Nee
Ja, geraamd in kadernota Nee
Nee
Nee
Er is aanvullend budget van 5.000,- nodig Nee
Nee
Nee
Nee Nee
Ja budget vrijwilligersondersteuning (12.495,-) 44
2013-2014 2014-2015 2013-2014
2014-2015
2014-2015 2014-2015 2013-2015 2014-2015
2014-2016
2013-2015 2014-2015
2014-2015 2013-2016
welzijnsstichting. De nieuwe stichting Welzijn HW krijgt de opdracht vrijwilligers(organisaties) op een laagdrempelige manier van informatie en advies te voorzien. MEE krijgt de opdracht de ondersteuning aan mantelzorgers die het nodig hebben op een passende wijze aan te bieden. In de gesprekken met de zorgvragers die de Wmoconsulenten voeren zal vanaf 2013 geïnventariseerd worden of er vrijwilligerswerk wordt gedaan en of er mantelzorg wordt verleend en welke mogelijkheden op deze terreinen er zijn. De stichting Welzijn HW en MEE krijgen de opdracht mogelijkheden te creëren om zorgvragers vrijwilligerswerk te laten verrichten of mantelzorg te laten doen. Op Hoeksche Waards niveau te onderzoeken of de maatschappelijke stage gezamenlijk kan worden voortgezet. Inwoners stimuleren en faciliteren om netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten in relatie tot de vier levensgebieden die eerder genoemd zijn. Als gemeente bijdragen aan een passend aanbod algemene voorzieningen dat bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie. Het stimuleren van activiteiten en collectieve voorzieningen die het meedoen van inwoners met een beperking mogelijk maken via bijvoorbeeld de stichting Welzijn HW voor vrijetijdsactiviteiten of het verrichten van vrijwilligerswerk. Tijdens de huisbezoeken zullen de Wmoconsulenten vragen naar de mogelijkheden en de mate waarin de zorgvragers vrijwilligerswerk of mantelzorg verrichten De implementatie van de vastgestelde gekantelde Wmo Verordening en het goed uitvoeren van de communicatie die hiermee samenhangt. Het opzetten van een buurtteam stimuleren en faciliteren zodat het buurtteam de spil en het aanspreekpunt wordt voor de inwoners met een zorgvraag. Het opzetten van een buurtteam dat de spil is tussen inwoners met psychische en verslavingsproblemen en het Lokale Zorgnetwerk. Zorgaanbieders (zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties) op het terrein van psychische problemen of verslavingsproblemen een passend preventief aanbod laten verzorgen op lokaal niveau of op Hoeksche Waards niveau.
Nee Ja budget mantelzorgbeleid (1.500,-) Nee
Ja budget mantelzorgbeleid (1.500,-) Nee Nee Nee Ja, budget vrijwilligersondersteuning (12.495,-) Nee
Nee Nee
Nee Nee
45
2013-2016 2013-2016 2013-2016
2013-2016
2013-2016 2013-2014
2014 2013-2016 2014
Inwoners stimuleren om ook voor mensen met psychische problemen en verslavingsproblemen netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten. In stand houden van de signaleringsstructuur en het preventief aanbod rond huiselijk geweld. Actief communiceren richting inwoners en zorgverleners om een gezonde leefstijl te bevorderen en inwoners op de eigen verantwoordelijkheid te wijzen. Ten aanzien van specifieke doelgroepen zoals jeugd de gezondheidsontwikkelingen in de gaten te houden en indien gewenst extra inzet bewerkstellingen. De DGJ blijft inzet plegen op de thema’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. Medewerking verlenen aan een pilot in de gemeente Korendijk die als doel heeft meer inwoners met een lage sociaal economische status in landelijk gebied te bereiken met activiteiten die de mentale weerbaarheid kunnen verbeteren. Een regulier overleg met de huisartsen opstarten. In overleg met Careyn zorgen voor extra informatie aan ouders over het belang van vaccinaties. In Hoeksche Waards verband een visie ouderengezondheidszorg opstellen in samenwerking met de DGJ.
Planning 2015 Jaar Activiteit 2015-2016 2013-2016 2013-2016 2014-2015
2014-2015
2013-2015
Opzetten van een digitaal burennetwerk Stimuleren van initiatieven voor en door dorpsverenigingen. In samenwerking met inwoners, het welzijnswerk en jongerenwerk de jeugdsozen in stand houden. Het opzetten van een buurtteam stimuleren en faciliteren. Het buurtteam is de spil in de toeleiding naar en ondersteuning van de zorg die inwoners en gezinnen nodig hebben. Als gemeente inwoners stimuleren en faciliteren om netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten via het welzijnswerk en andere betrokken organisaties Realiseren van een invulling van de toekomstige jeugdzorg waarbij de nadruk ligt op een breed preventief aanbod en op inbedding in de eigen
Nee Nee Nee
Nee
Nee Nee
Nee Nee Nee
Extra budget nodig? Nee Ja, geraamd in kadernota Er is aanvullend budget van 5.000,- nodig Nee
Nee
Nee
46
2013-2016
2014-2015 2014-2015
2014-2015 2014-2015 2013-2015 2014-2015
2014-2016
2013-2015 2014-2015
2014-2015 2013-2016
2013-2016
omgeving van jongeren en gezinnen. In de gesprekken met de zorgvragers die de Wmoconsulenten voeren zal vanaf 2013 geïnventariseerd worden of er vrijwilligerswerk wordt gedaan en of er mantelzorg wordt verleend en welke mogelijkheden op deze terreinen er zijn MEE krijgt de opdracht de ondersteuning aan mantelzorgers die het nodig hebben op een passende wijze aan te bieden. De stichting Welzijn HW en MEE krijgen de opdracht mogelijkheden te creëren om zorgvragers vrijwilligerswerk te laten verrichten of mantelzorg te laten doen. Op Hoeksche Waards niveau te onderzoeken of de maatschappelijke stage gezamenlijk kan worden voortgezet. Inwoners stimuleren en faciliteren om netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten in relatie tot de vier levensgebieden die eerder genoemd zijn. Als gemeente bijdragen aan een passend aanbod algemene voorzieningen dat bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie. Het stimuleren van activiteiten en collectieve voorzieningen die het meedoen van inwoners met een beperking mogelijk maken via bijvoorbeeld de stichting Welzijn HW voor vrijetijdsactiviteiten of het verrichten van vrijwilligerswerk. Tijdens de huisbezoeken zullen de Wmoconsulenten vragen naar de mogelijkheden en de mate waarin de zorgvragers vrijwilligerswerk of mantelzorg verrichten De implementatie van de vastgestelde gekantelde Wmo Verordening en het goed uitvoeren van de communicatie die hiermee samenhangt. Het opzetten van een buurtteam stimuleren en faciliteren zodat het buurtteam de spil en het aanspreekpunt wordt voor de inwoners met een zorgvraag. Het opzetten van een buurtteam dat de spil is tussen inwoners met psychische en verslavingsproblemen en het Lokale Zorgnetwerk. Zorgaanbieders (zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties) op het terrein van psychische problemen of verslavingsproblemen een passend preventief aanbod laten verzorgen op lokaal niveau of op Hoeksche Waards niveau. Inwoners stimuleren om ook voor mensen met psychische problemen en verslavingsproblemen netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten.
Nee
Ja budget mantelzorgbeleid (1.500,-) Ja het budget mantelzorgbeleid (1.500,-) Nee Nee Nee Ja budget vrijwilligersondersteuning (12.495,-) Nee
Nee Nee
Nee Nee
Nee
47
2013-2016 2013-2016
2013-2016
2013-2016 2013-2016
In stand houden van de signaleringsstructuur en het preventief aanbod rond huiselijk geweld. Actief communiceren richting inwoners en zorgverleners om een gezonde leefstijl te bevorderen en inwoners op de eigen verantwoordelijkheid te wijzen. Ten aanzien van specifieke doelgroepen zoals jeugd de gezondheidsontwikkelingen in de gaten te houden en indien gewenst extra inzet bewerkstellingen. De DGJ blijft inzet plegen op de thema’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. In overleg met Careyn zorgen voor extra informatie aan ouders over het belang van vaccinaties.
Planning 2016 Jaar Activiteit 2013-2016 Stimuleren van initiatieven voor en door dorpsverenigingen. 2013-2016 In samenwerking met inwoners, het welzijnswerk en jongerenwerk de jeugdsozen in stand houden. 2013-2016
2014-2016
2013-2016
2013-2016 2013-2016 2013-2016
2013-2016
In de gesprekken met de zorgvragers die de Wmoconsulenten voeren zal vanaf 2013 geïnventariseerd worden of er vrijwilligerswerk wordt gedaan en of er mantelzorg wordt verleend en welke mogelijkheden er zijn op deze terreinen. Tijdens de huisbezoeken zullen de Wmoconsulenten vragen naar de mogelijkheden en de mate waarin de zorgvragers vrijwilligerswerk of mantelzorg verrichten Zorgaanbieders (zowel professionele organisaties als vrijwilligersorganisaties) op het terrein van psychische problemen of verslavingsproblemen een passend preventief aanbod laten verzorgen op lokaal niveau of op Hoeksche Waards niveau. Inwoners stimuleren om ook voor mensen met psychische problemen en verslavingsproblemen netwerken en ondersteuningsstructuren op te zetten In stand houden van de signaleringsstructuur en het preventief aanbod rond huiselijk geweld. Actief communiceren richting inwoners en zorgverleners om een gezonde leefstijl te bevorderen en inwoners op de eigen verantwoordelijkheid te wijzen. Ten aanzien van specifieke doelgroepen zoals jeugd de gezondheidsontwikkelingen in de gaten te
Nee Nee
Nee
Nee Nee
Budget nodig? Ja geraamd in kadernota Er is aanvullend budget van 5.000,- nodig Nee
Nee
Nee
Nee Nee Nee
Nee
48
2013-2016 2013-2016
houden en indien gewenst extra inzet bewerkstellingen. De DGJ blijft inzet plegen op de thema’s Gezond Gewicht, Mentale Weerbaarheid, Verzuip jij je toekomst?! en Prenatale Voorlichting. In overleg met Careyn zorgen voor extra informatie aan ouders over het belang van vaccinaties.
Nee Nee
49