NOPENS DEN S T A A T
DER
BQOG.ES M I D D E L B A R E E N L A G E R E
SCHOLEN, IN H E T
M&mringrljte der Nederlanden,
1847.
ALGEMEENE
L A N D S - D R U K K E RIJ,
4849.
V E R S L A G N O P E N S D E N S T A A T DER
HOOGE-, MIDDELBARE EN LAGERE SCHOLEN, IX HET
KONINGRIJK DER NEDERLANDEN, OVER
1847,
Hoewel, ter voldoening aan de voorschriften der Grond- wet sedert 1816, telken jare aan de Staten-Generaal een verslag is aangeboden omtrent den staat van het onderwijs hebben the verslagen, tot i n het vorige jaar, nimmer een bepaald punt van onderzoek bij eene der Kamers uitgemaakt. In 1S48 echter heeft de Tweede Kamer , naar aanleiding der bepalingen van het Reglement van O r d e , eene com- missie benoemd , ten einde omtrent de verslapen der Re- gering over de jaren 1845 en 1846 een rapport'uit te bren- gen ; deze taak is door die commissie vervuld in de zittinp- van 5 Julij. ö
Het i n te stellen onderzoek bood de gelegenheid aan tot beschouwingen omtrent de inrigting en den gang van het onderwijs : de commissie heeft hiervan gebruik gemaakt om sommige der uitkomsten van de daaromtrent gewisselde denkbeelden kenbaar te maken. Onder de medegedeelde opmerkingen waren e r , die der Regering i n meerdere of mindere mate gegrond zijn voorge- komen; zij heeft dan ook bij het verslag overliet jaar 1847, zooveel zij daartoe termen v o n d , getracht er aan te voldoen.' De commissie heeft de verslagen over i80 en 1846 ge- toetst aan de drie vereischten van volledigheid, uitvoerigheid en tijdigheid, welke de Grondwet, haars inziens, vordert; en zij heeft niet onduidelijk te kennen gegeven, dat de v o l-
4 gende verslagen, meer dan de voorgaande , aan die ver- eischten zouden kunnen beantwoorden. Wat nu betreft het tijdstip waarop het verslag over I 8 4 T aan de Staten-Generaal wordt aangeboden, had dit niet wel vroeger kunnen geschieden. De laatste bouwstoffen voor dit verslag zijn aan de Regering eerst onlangs toegezonden; doch al ware dit tijdiger geschied , dan nog zoude zij ver- meend hebben, met de aanbieding te moeten wachten, tot dat de nieuwe Kamers bijeengekomen waren, naardien deze, meer dan collegien wier ontbinding op handen was , ge- acht moesten worden belang te hebben bij eene toelich- ting omtrent den tor-stand van het onderwijs. Overigens is de wensch , dat zoodanig verslag aan de Staten-Generaal worde aangeboden spoedig na de opening hunner gewone zitting, niet onbillijk te achten. Tot dusverre heeft de on- regelmatige en vertraagde inzending van vele berigten ver- hinderd daaraan te voldoen , doch er zijn maatregelen ge- nomen , om hietin voortaan zooveel mogelijk te voorzien. Ten aanzien van de volledigheid zal men ontwaren , dat het verslag over 1847 , meer dan de vorige, aan dit ver- eischte voldoet. M e n vindt, toch daarin, behalve de hooge- scholen , gymnasien , latijnsche scholen en inrigtingen van lager onderwijs, insgelijks opgenomen de athentea te Am- sterdam en te Deventer, de Delftsche academie en de inrigting van handel en nijverheid te Amsterdam. Omtrent de drie laatstgemelde instellingen is men in eenige meerdere bijzonderheden getreden , omdat zij nu voor het eerst in het verslag voorkomen. Met betrekking tot het athenaeum te Amsterdam had men gewenscht hetzelfde te kunnen doen , doch een zeer uitvoerig verslag , hetwelk curatoren van dat athenaeum voornemens zijn omtrent den toestand dier inrigting uitte brengen, en waarvoor zij eerst kort geleden de vereischte bouwstoffen van de hoogleeraren ontvangen hebben , was nog niet gereed , en men heeft zich dus ditmaal met eenige algemeene opgaven moeten ver- genoegen. Ofschoon derhalve d e , op dit punt, i n de verslagen door de commissie aangewezen leemten, bij het verslag over 1847 zijn aangevuld , heeft dit evenwel nog niet kunnen ge- schieden ten aanzien van het middelbaar onderwijs. W e l is waar verlangt de Grondwet van de Regering een verslag
ook over de middelbare scholen , doch de commissie heeft zelve overtuigend aangetoond, hoe onbepaald deze uitdruk- king is , en dat er , i n eenen wettelijken z i n , geen sprake kan zijn van middelbaar onderwijs. Reeds spoedig , nadat die uitdrukking uit de Grondwet van 1814 in die van 1815 was overgenomen , heeft men dan ook de moeijelijkheid om dat onderwijs te omschrijven ingezien, en in al de versla- gen door de Regering omtrent den staat der scholen sedert 1816 uitgebragt, is slechts eenmaal, en wel i n het ver- slag van gemeld jaar , van middelbaar onderwijs gesproken. Aan deze onbestemdheid zal echter weldra de bij art. ig4 der Grondwet voorgeschreven regeling door de wet van het hooger , middelbaar en lager onderwijs een einde ma» keu. Wanneer dien ten gevolge bepaald zal zijn , wat door middelbaar onderwijs verstaan moet w o r d e n, zullen ook omtrent de middelbare scholen in het jaarlijksch verslag afzonderlijke mededeelingen kunnen worden gedaan. Wat eindelijk aangaat de uitvoerigheid , is bi) het verslag over 1847 , zooveel de ontvangene bouwstoffen dit toelie- ten , aan den hieromtrent uitgedrukten wensch voldaan. Bepaaldelijk ten aanzien van den inwendigen toestand van het lager onderwijs , zal men meerdere bijzonderheden aantreffen. Ook de gymnasien en latijnsche scholen zijn met meer zorg behandeld , en zoo al de berigten omtrent de hoogescholen te Utrecht en Groningen, wat de uitvoe- righeid betreft, nog te wenschen overlaten , bij het eerst- volgend verslag zal ook hierin worden voorzien. Overi- gens zal men onderscheidene vragen , door de commissie gedaan, in dit verslag beantwoord vinden bij de onderwer- pen waartoe zij betrekking hadden; diegene echter , welke de aanstaande wettelijke regeling van het onderwijs be- treffen, zijn in het midden gelaten. Eindelijk vleit de Rege- ring z i c h , dat hetgeen aan dit verslag nog ontbreken m o g t , bij de volgende aangevuld of verbeterd zal worden. Om daartoe te geraken is het mede haar voornemen , in verband met de oprigting van een bureau van statistiek bij het Departement van Binnenlandsche Zaken , die i n - lichtingen in te w i n n e n , welke den graad van maatschap- pelijke en verstandelijke ontwikkeling der leerlingen , en over het algemeen den innerlijken mestand van het school- wezen , door bepaalde opgaven en cijfers gestaafd, betref-
I
6 fen. Op deze wijze zullen de verslagen meer en meer aan het doel beantwoorden. HOOGESCHOOL
TE
L E Y D E N .
Onder hetgeen i n den tijdkring, waarover dit verslag loopt, vermeldenswaardigs is voorgevallen, verdient als eene hoogst zeldzame gebeurtenis eene eerste plaats, dat de hoogleeraar M. Siegenbeek, den a3sten September 1847, zijne vijftigjarige loopbaan aan deze hoogeschool mogt ten einde brengen. Hij hield bij deze gelegenheid eene redevoering over de vorderingen der Nederlandsche letterkunde in de laatste y f t ' S jaren. Alg emeen was de deelneming, die hem werd betoond, en de Koning deed zijne belangstelling blijken door hem een' gouden gedenkpenning, voorzien van een toepasselijk opschrift, te vereeren. Mogt de hoogeschool zich verheugen , een' harer hoog- leeraren gedurende zoo langen tijd te hebben behouden , zij had van den anderen kant het verlies te betreuren van den hoogleeraar in de geneeskunde J. C. Broers , die zich bijzonder onderscheiden had door belangstelling in den bloei der hoogeschool , ijver tot opleiding en bevordering der studiën , en van het onderwijs der hein opgedrapen vakken. De lessen over Grieksche en Romeinsche literatuur , histo- rie en antiquiteiten zijn geregeld gehouden. V a n den be- ginne aan worden de studenten opgeleid tot zelf- denken en zelfstandig onderzoek door het lezen en interpreteren van de oude schrijvers zei ven , waarmede zij opzettelijk en bij ieder onderwerp worden i n kennis gebragt, terwijl de leeraars zich beijveren , om door levendigheid en duidelijkheid van voor- dragt de aandacht en belangstelling op te wekken. De pwdagogische lessen en verdere bijzondere oefening zijn met een toenemend gunstig gevolg behartigd, hetgeen mede het geval is geweest met het onderwijs in de Oostersche letterkunde en wetenschap. Deze studie is weder vlijtig be- oefend. E r zijn lessen gegeven, zoowel in de Semitis'che talen als i n het Sansciït en Persisch, welke door studen- ten van verschillende faculteiten , van wier aanleg en ijver men veel verwachten k a n , zijn bijgewoond. v
7 Een van hen, de heer Neubronner van der Tuuk, is dan ook reeds nu met een ander voormalig kweekeling dezer hoogeschool, den heer Matthes, tot eene zeer gunsüge be-
TT^\
f
}a
«nlH ?l u benoemd van het Nederlandsen bijbelgenootschap, de eerste om de nog zoo wemiy bekende taal der Battas, op Sumatra, we- tenschappelijk te dier plaatse te beoefenen, de tweede om zich te Makassar op het Boegineesch toe te leppen met het doel, dat beiden later den bijbel in die tafenhouden overbrengen. d e
t 0 t
De voorraad van Arabische drukletters , het eigendom des Rijks, gedeponeerd ter drukkerij van de firma Luchtmans en Comp., is vermeerderd. Door den interpres iegati Warneriani zijn aldaar op sLands kosten uitgegeven: Commentani in historiam aentis Samarüanae, een w e r k , waaraan d o o r h e m weldra is toe- gevoegd eene uitgave van het Chronicon Samaritanum arabice conscriptum , cui titulus est Liber Josuae. De adjutor interpretis gaf, na zijne Dictionnaire détaillé des noms des vetcjnens chez les Arabes, en het eerste deel der thstona Abbadidarum, in het licht: T. The history of the Almohades, preceded by a sketch of the history of Spain from the times of the conquest till the reianof Yusof ibn Tdschifin, and of the history of the AImoravides, by Abdo.'l-wdhidaL Mairékoshi en 2 . de tweede affevering der Ouvrages Arabes. De lessen m de philosophie en die in de Nederduitsche taal luelsprekendhcid en vaderlandsche historie zijn gerepeld en iiveri^ aangehoord. J u Naar den aard der zaak, en om aan de behoeften der wetenschap te voldoen , worden deze lessen in de vader- landsche taal gegeven; hetgeen i n het algemeen zeer doel- matig wordt bevonden. U
De directeur van het kabinet van oudheden heeft een begin gemaakt met eenige lessen te geven over archaeologie en het uitzigt geopend op eene voortzetting daarvan; eene gelegenheid, welke door de studenten in de philolopiePre tig is aangegrepen. De hoogleeraar Pruijs van der Hoeven , aan wiens onder- wijs de vrouwenzaal van het nosocomium academicum ten dienste stond, heeft 86 lijderessen behandeld, waarvan 10 b
b
8 gestorven en 63 hersteld zi|n , terwijl de overige i3 on- genezen hetzelve hebben verlaten. Ook werd de door hem gehouden kinder-polycliniek druk bezocht en leverde deze eene gunstige gelegenheid op tot oefening, ook in dit gedeelte der geneeskundige pract ijk , hetwelk, uit zijnen aard , aan velerlei moeijelijkheden on- derhevig is. De hoogleeraar Suringar behandelde in de mannenzaal van het nosocomium 66 lijders, waarvan 5 overleden zijn, terwijl 61 personen gedeeltelijk of volkomen hersteld het ge- sticht verlaten hebben. Het stedelijk bestuur beeft besloten de voor dit gedeelte - van het academisch onderwijs reeds vroeger toegestane som van f 2000 , tot wederopzeggens toe, te brengen onder de gewone uitgaven op de jaarlijksche begrooting, en zoo doende een nieuw blijk van belangstelling aan de hooge- school gegeven. De natuurlijke geschiedenis is voornamelijk beoefend door de studenten i n de geneeskunde en natuurlijke wijsbegeerte. De hoogleeraar met dit onderwijs belast, in aanmerking nemende , dac hij zijne lessen vooral moet trachten nuttig te maken voor hen, die de geneeskunde zullen beoefenen, heeft zich dit jaar nog meer dan vroeger bevlijtigd , om het eene physiologische en voor den aanstaanden medi- cus nuttige rigting te geven. In het algemeen kan van den toeleg en van het gevolg der oefeningen van de studerenden in de wiskundige weten- schappen met lof gewaagd worden. Z i j , die deze weten- schappen als bepaald studievak beoefenden, kweten zich met onafgebroken ijver, en bij meest alle examina zijn van voortgezette studie zeer voldoende blijken gegeven. De lessen i n de scheikunde zijn met ijver en getrouw- heid door de studenten bijgewoond en hunne vorderingen verdienen allen lof. Daar deze wetenschap niet dan door eigene practiscbe oefening behoorlijk kan worden aangeleerd , is het scheikun- dig laboratorium dagelijks voor de studenten geopend , ten einde daarin practisch, vooral i n de analytische scheikunde, werkzaam te zijn. 24 studenten maakten daarvan een getrouw gebruik , het- geen een verblijdend verschijnsel voor de hoogeschool mag
9 genoemd worden, terwijl deze practische oefeningen reeds uitmuntende vruchten hebben gedragen. De lessen in het industrie - collegie over de scheikunde toegepast op het vaderlandsche fabrijkwezen, zijn insgelijks door een zeer aanzienlijk aantal toehoorders bijgewoond, en de onverminderde ijver, waarmede dit onderwijs wordt gevolgd , is het gewenschte bewijs, dat men het op hoo- gen prijs stelt, en den wetenschappelijken vooruitgang i n de vaderlandsche nijverheid op waarde weet te schatten. Het openbaar onderwijs i n de landhuishoudkunde is door 126 toehoorders met ijver bijgewoond, en zelfs velen buiten de stad hebben deze avondlessen getrouw bezocht. Het sterrekundig onderwijs had i n dit jaar denzelfden om- vang als i n vorige j a r e n , en wordt door de studenten op eene lofwaardige wijze ter harte genomen. Het denkbeeld is geopperd, dat het wenschelijk zou kunnen zijn een of twee studenten, die in ijver voor de sterrekunde uitmunten, door eene vaste betrekking, voor die wetenschap te behouden en daardoor de studie der ster- rekunde meer op te wekken. Het observatorium i s , zooveel het geschieden k o n , voor sterrekundige waarnemingen gebruikt , en heeft eene lange reeks van waarnemingen op de nieuw ontdekte planeet Iris opgeleverd. De hoogleeraar i n dit vak van onderwijs heeft i n den zomer van 1847 eene wetenschappelijke reis door een groot gedeelte van Duitschland gedaan , waardoor de banden naau- wer zijn toegehaald , die het observatorium bij deze hooge- school aan buitenlandsche stichtingen van dien aard ver- binden. Die reis heeft treffende proeven van belangstelling i n de beoefening der sterrekunde alhier opgeleverd , en on- derscheidene beroemde sterrekundigen hebben buitendien , door gewigtige boekgeschenken, van die belangstelling blij- ken gegeven. De faculteit der godgeleerdheid heeft zich beijverd het onderwijs zoodanig in te rigten , als met de behoeften over- eenkomstig is. Behalve de lessen, op de series lectionum vermeld, is ook onderrigt gegeven in meer dan één bijzon- der vak van wetenschap, dat door den tijd scheen gevor- derd te worden. Ook is de gelegenheid tot oefening open-
40 gesteld, zoo door dispuut-collegien als in uiterlijke voor- dragt. Voor meer gevorderden zijn door hoogleeraren gemeen- zame zamenkomsten wekelijks gehouden tot oefening, ook door onderlinge gesprekken , over belangrijke onderwerpen E r heeft dit jaar geene bekrooning plaats gehad ; ook is er geene prijsvraag uitgeschreven , daar dit bij beurten aan eene der hoogescholen plaats heeft. Met het volgende jaar zal dit wederom aan deze hoogeschool geschieden. Oer het algemeen mag men zich over den goeden geest en de studie der kweekehngen verblijden. Met geringe uitzonde- ring waren de examina zeer goed , bij enkelen uitstekend Veregtsgeleerde faculteit is , sedert het afschaffen der prijs- vragen van Rijkswege, vooi eigen rekening met het uitschrij- ven voortgegaan, en heeft dien ten gevolge het genoegen gehad verdienstelijke kweekelingen te mogen bekroonen. Op de in 1847 uitgeschreven prijsvraag is evenwel slechts een onvoldoend antwoord ingekomen, hetwelk later, na eenige veranderingen en verbeteringen , door den schrij- v e r , als inwijdings-verhandeling, bij zijne promotie is uit- gegeven en verdedigd. De bibliotheek heeft nu en dan een geschenk , maar geen van buitengewone waarde of omvang ontvangen, liet be- stuur heeft zich beijverd, om op allerlei wijze, behoudens de reglementen, de wetenschappelijke subsidien , die de bibliotheek bevat, ten gebruike te verstrekken en voor de studie nuttig te maken. Hoewel door de aanwezige geschre- vene catalogi aan de voorschriften is voldaan, is echter i n overweging genomen of liet niet wenschelijk zoude zijn , eene meer algemeene bekendheid aan de jaarlijksche verrij- king der bibliotheek te geven , en of, zoo het tegenwoordig al te kostbaar zou kunnen geacht worden, tot de uitgave te besluiten van een' wctenschappelijken catalogus van alle boeken en manuscripten der bibliotheek, echter eene juiste naauwkeurige opgave der titels van de aangekochte of op andere wijze verkregen werken, alphabetisch , of naar een beginsel ingerigt, niet voldoende zoude zijn. Dien ten gevolde is besloten tot het doen vervaardigen van eenen alphabetischen catalogus, inhoudende de w e r k e n , waarmede de bibliotheek sedert 1814 tot in den jare 1847 (in welk tijdvak het meeste is verkregen) is verrijkt geworden. Verder zal van
/
li vier tot vier jaren een supplement-catalogus in druk uitgegeven worden. Zoodra de catalogus gereed zal z i j n , 'zal dezelve verkrijgbaar worden gesteld. Van de manuscripten , die in de bibliotheek ingelijfd zijn sedert 1 7 4 1 , i n welk jaar de laatste gedrukte catalogus der Leydsche boekerij in het licht verschenen i s , heeft de eerste bibliothecaris, na vele jaren arbeids, een' berede- neerden catalogus vervaardigd. Nader zal i n overweging worden genomen, of de vrucht van dien arbeid publiek zal kunnen worden gemaakt, wanneer de catalogus der gedrukte boeken zal zijn uitgegeven. Het anatomisch-phynologisch-pathologisch kabinet is be- hoorlijk onderhouden, en heeft bij voortduring tot ophelde- ring van het onderwijs gediend, waaraan tevens depractische anatomische oefeningen op het cadaver allezins bevorderlijk zijn geweest. Het natuurkundig kabinet heeft geene belangrijke veran- dering ondergaan. De staat van het kabinet van platen en pleisterbeelden is i n eene goede orde. De schade aan sommige beelden, door den invloed van het vochtige luchtgestel veroorzaakt, is hersteld. Even gunstig is het met de afdeeling der platen en plaatwerken gelegen. Bij deze zijn nogmaals ettelijke belangrijke aan- winsten gedaan, steeds uitsluitend tot het voltallig maken der verschillende onderdeden of klassen betrekking heb- bende. A l de aanwinsten zijn naauwkeurig met de aankoop- prijzen i n de catalogi vermeld. Het munt- en penningkabinet is in aantal van belangrijke antieke, middeleeuwsche en hedendaagsche medailles en munten zeer toegenomen , zoo door aankoopen als door rui- lingen en geschenken. Door aankoop verkreeg hetzelve een aantal consulaire Romeinsche munten, een merkwaardigen klomp Frankische munten bij de opgravingen te Wijk bij Duurstede gevonden en in zijn geheel bewaard gebleven; verder eenige andere aldaar opgegravene munten , en eindelijk eene volledige reeks der Beijersche geschiedenis /crooradaaiders en 3§guldenstuk- k e n , welke thans reeds een getal van 36 stuks uitmaken. Onder de talrijke geschenken is vooral belangrijk dat van den baron J van, Washington , kamerheer, luitenant - generaal en generaal-adjudant van Z . M . den Koning van Beijeren, bestaande uit eene goudenen tien zilveren medailles. 1
Deze oude krijgsman, Nederlander van geboorte, heeft zijne opvoeding gedeeltelijk i n het dorp Noordwijk ontvangen , en gevoelde daardoor, hoewel verre verwijderd, geneigdheid om aan het muntkabinet dezer hoogeschool dit belangrijke geschenk te doen, dat zeer merkwaardige artikelen bevat. De inrigting van den academischen kruidtuin vermeerdert in bloei, en doet voor het onderwijs en de bevordering der wetenschap uitnemende diensten. Voor het eerst sedert eene reeks van jaren zijn bezendingen van planten uit Oost-Indie ontvangen , en door toezending van onderscheidene onzer buitenlandsche betrekkingen heeft de tuin groote aanwinsten gedaan. Als eene bijzonderheid mag vermeld worden het bloeijen der groote Agave Americana ; de daarbij gedane waarnemingen hebben evenwel geen nieuw licht over deze plant en haren wasdom verspreid. De gebouwen, waarin de academische verzamelingen zijn geplaatst, zijn alle landsgebouwen , met uitzondering van één locaal, voor het onderwijs in de operative heelkunde bestemd , hetwelk, bij besluit van het stedelijk bestuur, in den jare 1834 provisioneel en tot kennelijk wederzeggen is afgestaan, ten einde daarvan ten nutte der hoogeschool gebruik te kunnen maken. HOOGESCHOOL
TE
UTRECHT.
In het collegie van curatoren is de heer m r . / . G. Swellengrebel— die, na gedurende een tijdvak van meer dan acht en twintig jaren aan de werkzaamheden met den meesten ijver te hebben deel genomen, zich verpligt heeft gevonden , uit hoofde zijner klimmende jaren, zijn ontslag te vragen — vervangen door den heer J. Eau van Gameren. Wat het personeel van den senaat aangaat, heeft men twee zeer treffende verliezen te betreuren gehad. Op den 2 d e u Januarij 1847 stierf de hoogleeraar in de wiskunde Willem Wenckebach, een man van veelzijdige kennis, vol ijver voor de wetenschappen en bovendien begaafd met een bijzonder talent om zijne kundigheden aan anderen mede ie deelen. Weinige maanden later overleed de hoogleeraar Jan Andries Mulder, die sedert meer dan zes jaren aan deze hoogeschool verbonden was, eerst als lector, en sedert ruim een jaar
45 als buitengewoon hoogleeraar in de verlos- en heelkunde. Alhoewel hij geene eigene middelen bezat en ook geene bezoldiging genoot, ontzag hij tijd noch moeite om zijnen leerlingen nuttig te zijn. Zoo gaf hij voor het eerst in ons vaderland opzettelijk eenen cursus over de oogheelkunde, zoowel practisch als theoretisch, en verbond daarmede de leer der ziekten van het oor en van den mond. Veel heeft de hoogeschool door het afsterven van beide die mannen verloren. In de vacature, door het overlijden van den hoogleeraar Wenckebach veroorzaakt, werd voorzien door de benoeming van den heer C. H. D. Buys Ballot tot buitengewoon hoog- leeraar in de wis- en natuurkundige faculteit. Tot buitengewoon hoogleeraar in de regtsgeleerde faculteit is benoemd de heer B. J. L. de Geer, aan wien de lessen, vroeger gegeven door den hoogleeraarHoltius, die uithoofde van den slechten staat zijner gezondheid, tot het doen eener buitenlandsche reis een jaar verlof had bekomen, zijn opge- dragen. In de geneeskundige faculteit zijn lot buitengewoon hoog- leeraren benoemd de heeren F. C. Donders en J.E. W. von Baumhauer. Het gedrag der studenten was over het algemeen prijzens- waardig ; een goed getal onderscheidde zich door loffelijke vlijt en geregeldheid in het bezoeken der collegien en i n het responderen ; er bleven echter nog velen over, bij wie èn vlijt èn belangstelling ontbraken. Het toenemend strenger examineren door de hoogleeraren zal hieromtrent, naar men zich vleit, weldadig werken In het academisch gasthuis zijn vele zieken opgenomen en belangrijke operatien verrigt. De hoogleeraar Loncq heeft, onder een groot aantal kranken van allerlei aard, ook vele lijders, door typhus aangetast, behandeld, daar het zeer nuttig werd geacht, dat de jonge- lieden inzonderheid deze ziekten in alle vormen leerden kennen. Voor de heelkundige cliniek en de operatien hiermede vereenigd, was het verlies van den voortreffeliiken Mulder noodlottig. De hoogleeraar Suerman heeft dit belangrijk vak weder op zich genomen en eenige zware kunstbewerkingen verrigt, onder aanwending van de aetherisatie en de chlo- roform , en wel met een uitstekend gevolg.
44 Het gemelde verlies was niet minder noodlottig voor het vroedkundig onderwijs, en deze gewigtige inrigting zoude geheel hebben moeten stilstaan , zoo niet de lieer doctor van Goudoever zich daarmede wel had willen belasten. 51 vrouwen zijn onder zijn eleiding in het kraamlocaal gelukkig verlost. Zijne lessen over dit vak hebben veel genoegen gegeven. De lessen i n de landhuishoudkunde zijn door onderscheidene personen gevolgd, en in het algemeen wordt de belangstelling i n den landbouw meer levendig, hetgeen ook blijkt uit de onderzoekingen, door sommigen i n het werk gesteld. Aan het onderwijs i n dit vak mag ook grootendeels toegeschreven worden, dat te Utrecht thans onderscheidene verbeterde landbouw-werktuigen vervaardigd worden, waarvan het ge- bruik meer en meer toeneemt. De bibliotheek is verrijkt door fraaije geschenken, van bin- nen- en buitenlandsche geleerden en maatschappijen , met welke laatste deze inrigting meer en meer in betrekking komt. Onder de ontvangene geschenken wordt bijzonder melding gemaakt van een prachtig exemplaar van Herschells Astrono- mical observations at the Cape of Good Hope etc., namens den Hertog van Northurnberland toegezonden. Het bestuur van de bibliotheek heeft, door het overlijden van den amanuensis Dodt, een gevoelig verlies geleden. Hij was een man van uitgebreide kennis , voortdurend bezig met het doen van allerlei letterkundige onderzoekingen, en daarbij steeds bereidwillig om anderen daarmede van dienst te zijn. De catalogus der handschriften was door hem, vóór zijnen dood , bijna afgewerkt. Overigens is de catalogus der bibliotheek, gedrukt i n het jaar 1835 , en het supplement, i n het jaar i845, tezamen uitmakende drie deelen i n folio, verkrijgbaar bij den boek- en academie-drukker Bosch en Zoon, te Utrecht. De verzameling van ontleedkundige voorwerpen is zeer verrijkt, en wel bijzonder ten gevolge van eene overeen- komst tusschen de hoogleeraren Sehroeder van der Kolk en Vrolik, met den directeur der zoölogische inrigting te Am- sterdam gesloten, waardoor van al de daar gestorvene die- ren de zachte deelen en ingewanden naar Utrecht worden gezonden, om te worden geïnjicieerd, waarvan de eene helft teruggaat naar Amsterdam, de andere voor bet m u - seum bewaard blijft. Hierdoor is reeds eene rijke en zeld-
15 zame verzameling van buitengewone fraaije voorwerpen bij- eengebragt, hetgeen dan ook tot onderscheidene weten- schappelijke ontdekkingen heeft geleid , waarvan de bekend- making door de beide hoogleeraren te zamen wordt verrigt. Buitendien zijn deze voorwerpen eene zeer rijke bron ge- weest voor de microscopische anatomische verzameling , door den hoogleeraar Harting bijeengebragt, welke weder met eenige honderden voorwerpen is verrijkt. De verzamelingen van natuurkundige instrumenten, na- tuurlijke historie en mineralogie zijn in goede orde gehou- den , doch niet uitgebreid. Het scheikundig laboratorium is in eenen uitmuntenden toestand. Zijne nuttige strekking is zeer toegenomen, sedert het is dienstbaar gemaakt aan de ontwikkeling en opleiding van pharmaceuten voor Neêrlands Indien, van welke er thans verscheidene aldaar onderwijs genieten. De kruidtuin heeft van dien te Batavia, behalve een aan- tal levende planten, ontvangen twee stammen van de cycas circinalis, en een van de cycas revoiuta , welke alle drie goed overgekomen en uitgeloopen zijn. Van laatstgemelde plant zijn door den heer mr. E. Heijlidij, te Paramaribo, die bovendien een aanzienlijk aantal levende planten aan den tuin heeft geschonken, twee stammen over- gezonden, waarvan de een meer dan tien voeten lengte heeft; zoo men meent, wordt van deze plant de wederga in Europa niet gevonden. A l de gebouwen en erven , thans bij de hoogeschool i n gebruik, met uitzondering van het locaal der bibliotheek hetwelk afkomstig is van het domein, hebben oorspronke- lijk behoord aan de stad Utrecht, en zijn door de stedelijke regering i n 1815 en 1816 aan de hoogeschool afgestaan, onder voorwaarde , dat de eigendom van die gebouwen en erven zoude blijven bij de hoogeschool, zoolang als zij ten dienste van het hooger onderwijs konden worden gebruikt; doch dat, bijaldien te eeniger tijd, door het stichten van een nieuw academie-gebouw, of om eenige andere r e d e n , de bedoelde gebouwen en erven niet meer tot gemeld einde mogten worden gebezigd , de eigendom daarvan aan de stad zoude terugkeeren. Het gebouw , thans tot een scheikundig laboratorium inge- n g t , is door de stedelijke regering in 1844 aan de hooge-
i
4
6
school voor een tiental jaren kosteloos i n gebruik gegeven, HOOGESCHOOL
TE
GRONINGEN.
De vacature, i n het collegie van curatoren ontstaan door het overlijden van den heer m r . ff. de Ranitz , is vervuld door de optreding van den heer J. W. O. baron van Ittersum, als burgemeester van Groningen. Op den 24sten Junij 1847 overleed, na eene kortston- dige doch hevige ongesteldheid, de hoogleeraar i n de facul- teit der bespiegelende wijsbegeerte en fraaije letteren P. van Limburg Brouwer, tevens bibliothecaris aan de hoo- geschool. De voortreffelijke begaafdheden van den overledene, de rijkdom en omvang zijner kennis, zijn nimmer rustende ijver ter voorlichting van anderen, mede in talrijke doorwrochte geschriften aan den dag gelegd, zijne groote en alom erkende letterkundige verdiensten hebben zijn afsterven als een wezenlijk groot verlies doen betreuren. Ter zijner vervanging is benoemd de heer J. A. Ch. van Heusde , rector aan het gymnasium te Amersfoort, terwijl de werkzaamheden van bibliothecaris voorloopig aan den ama- nuensis bij die instelling, dr. W. Hecker, zijn opgedragen. Tot gewoon hoogleeraar i n de faculteit der wis- en natuur- kundige wetenschappen is benoemd de heer W. A. Enschedé, tot dusverre buitengewoon hoogleeraar i n diezelfde faculteit. Ten aanzien van de studie mag de vlijt en ijver zoo van hoogleeraren als van studenten geroemd worden. Behalve eenige weinige uitzonderingen is het gedrag der laats ten zeer prijzenswaardig geweest, en is hun geest voortdurend tot ijverige studie en goede orde geneigd. Het academisch gasthuis heeft op den vorigen voet tot nut der studenten i n de geneeskunde kunnen strekken, en de hoogleeraar Ermerins heeft het geven van clinisch onder- wijs voortgezet. T e n opzigte van de verschillende hulpmiddelen voor het onderwijs in de geneeskundige wetenschappen mag men met genoegen wijzen op de toenemende uitbreiding, welke aan het practisch onderwijs sedert korten tijd is gegeven. Niet alleen dat de drie hoogleeraren in de geneeskundige faculteit zich met het practisch onderwijs aan het ziekbed
47 belast hebben, ook het aantal zieken ten dienste van dit onderwijs is aanmerkelijk toegenomen; i m m e r s, behalve de lijders, welke ten getale van ongeveer 240 in het nosoco- mium zijn opgenomen , werden de studenten, door de op^ rigiing van een ambulatorisch clinicum in de gelegenheid gesteld een getal van 4 a 5oo lijders meer te zien. Het clinicum chirurgicum heeft vooral daardoor aanmer- kelijk gewonnen, dat de hoogleeraar, met dit clinicum be- last, door zijne betrekkingen met de geneesheeren uit de provinciën Groningen, Friesland en Drenthe, ja zelfs met het naburige Oost-Friesland, zijne, voor het wetenschappe- lijk onderwijs belangrijke, lijders uit eene bevolking van ettelijke honderd duizend zielen ontvangt. Het onderwijs i n de landhuishoudkunde, door 26 perso- nen gevolgd, heeft voortdurend zeer gewenschte resultaten opgeleverd. De kabinetten en verzamelingen hebben in het algemeen geene belangrijke uitbreiding ondergaan. Voor de biblio- theek evenwel (waarvan de nieuwe i n 1833 uitgegeven catalogus algemeen verkrijgbaar is) zijn onderscheidene aan- koopen gedaan, en het kabinet van natuurlijke historie i s , behalve door eene kostbare verzameling van zoogdieren en vogelen, welke dubbel i n het Rijksmuseum te Leyden aan- wezig waren , en eenige andere voorwerpen, verrijkt met eene zeer belangri|ke verzameling van Germaansche oudhe- den , een geschenk van de heeren mr. H. O. Feith en / . W. baron van Ittersum ; welke voorwerpen, ofschoon niet regt- streeks in dit kabinet behoorende, echter nergens beter dan daar konden geplaatst worden , uit hoofde er te Groningen niet, zoo als te Leyden en elders, eene verzamelplaats van dergelijke oudheden bestaat. Men vleit z i c h , dat door dit kostbaar geschenk ook aan de Groningsche hoogeschool de grondslag zal gelegd zijn tot de daarstelling eener verzame- l i n g , zoo als die elders bestaat, en waarvan het bezit geacht moet worden van groot belang te zijn bij de voordragt van onderscheidene wetenschappen, die op eene hoogeschool behooren onderwezen te worden. Alle academische verzamelingen zijn geplaatst i n lands- gebouwen. Op den 2den Maart 1847 is overgegaan tot de publieke aanbesteding van het nieuw te stichten academie-gebouw, 2
I
48 hetgeen voor eene som van f 189,000 is geschied; daarna is onverwijld met het werk een begin gemaakt en tot aan de invallende vorst met kracht doorgewerkt. Volgens de voorwaarden dier aanbesteding zal het gcheele gebouw voltooid moeten zijn met het voorjaar van i 8 5 o . OPGAAF
der aan de hoogcscholen bij de verschillende faculteiten
ingeschreven studenten op den 3isten December 1847-
LEYDEN.
FACULTEITEN
UTRECHT.
Aldaar Elders Aldaar Elders Aldaar Elders
studerende;
studerende.
studerende.
24 43 3y 2
"3 i43 54 8
^3 102 63 5
9
14
n5
332
Godgeleerdheid. . . . 4 Begtsgeleerdheid . . . 188 Geneeskunde . . . . 57 "Wis- en natuurkunde . 8 Bespiegelende wijsbegeerte en letteren . . . . 27 2
322
Te zamen
GRONINGEN.
.
437
Op 3 i December 1846 was het getal studenten .
.
479
Het getal der plaats gehad hebbende promotien in 1847 is geweest . . Dit getal was i n 1843 . •> » » » 1844 • » „ i845 . » » » » 1846 .
104 io3 7 io3 ui
i o
4 12 » »
« 1 7 16
240
T
0
T
4
i
L
» » » »
236 488 211 23
»
67
»
348
240
1025
4g
249
1077
32 61 3g 58 3i
4 54 6Ï 45 25
178 218 208 206 167
3
2
19 ATHENAEUM
TE
AMSTERDAM.
Na splitsing van het hoogleeraar-ambt van wijlen den hoogleeraar W. S. Swart, in 1847 overleden, werden, bij besluit van den stedelijken raad van 1 September van dat j a a r , benoemd tot hoogleeraar in de wis- en natuurkunde de heer C. J. Matlhes, en tot hoogleeraar in de schei-en artsenijmengkunde de heer E. H. von Baumhauer, die bei- den deze betrekkingen aannamen, en kort daarop i n functie traden , na het houden eener openbare inwijdingsrede i n de Nederlandsche taal. i Het personeel der hoogleeraren bestond derhalve op het einde van 1847 de navolgende heeren : C. A den Tex en / . van Hall, voor de regtsgeleerdheid; G. Vrolik, W. Vrolik, F. A. W. Miquel , J. van Geuns, C B. Tilanus en P. H. Suringar, voor de geneeskunde; W. Moll , voor de godgeleerdheid ; J. Bosscha , H. Beijerman en P. J. Veth, voor de letter- kunde ; C. J. Matthes en E. H. von Baumhauer, voor de wis- en natuurkunde. liet getal studenten bedroeg, i n October 1847, 112. Over het algemeen werd hun ijver voor de studiën en zedelijk gedrag met lof vermeld Met enkele uitzonderingen, veroorzaakt door gebrek aan geschikte localen, gemis aan toehoorders of andere rede- nen , werden de lessen gegeven zoo als zij waren aange- kondigd. Daarbij werd het dicteren zooveel mogelijk ver- meden, en daarentegen het maken van uittreksels uit het voorgedragene aan de studenten ten sterkste aangeraden ; terwijl de hoogleeraren zich door responsien en discussien van de vorderingen hunner leerlingen trachtten te overtui- gen. In de natuurkundige wetenschappen legden de hoog- leeraren er zich vooral op toe, om door proefnemingen het voorgedragene te verduidelijken. Het gebouw van het athenaeum bevond zich , na belang- rijke herstellingen, in het vorige jaar aan de beide gehoor- zalen gedaan, over het algemeen i n goeden staat. Ten aanzien van de inrigtingen en verzamelingen ten be- hoeve van het onderwijs zijn de volgende bijzonderheden medegedeeld. u i t
20 Na overlijden van den hoogleeraar Sivart, werd zijne verzameling van physische instrumenten ten behoeve van het athenaeum aangekocht. Uit den inventaris daarvan door den hoogleeraar Matthes opgemaakt, blijkt, dat die verza- meling eene goede kern oplevert voor een physisch ka- binet, ofschoon er zich voorwerpen onder bevonden, die dadelijke herstelling behoefden , en er onderscheidene in- strumenten aan ontbraken, die onder de hoogst noodzake- lijke plegen te worden gerangschikt bij het geven van on- derwijs in de natuurkunde. Het meest dringende heeft men doen herstellen, en zoo doende bestaat het vooruitzigt, dat, met eene jaarlijksche bijdrage, dit kabinet van liever- lede naar eisch aan de behoeften van het onderwijs zal kunnen voldoen. Het laboratorium chemicum bevond z i c h , toen de hoog- leeraar von Baumhauer werd beroepen, met bedoeling om de meer praciische leermethode van zijnen leermeester, den hoogleeraar Mulder, over te brengen, i n eenen hoogst gebrekkigen toestand. Men heeft aanvankelijk getracht daarin te gemoet te komen door andere localen in te ruimen, en eenige gelden toe te zeggen tot daarstelling van die i n - riptinpen, welke het onontbeerlijkst waren; doch er zullen meer afdoende maatregelen n o o d i g z i j n , om het onderwijs i n de scheikunde te doen geven, zoo als de hoogte der wetenschap het vordert. Omtrent de overige verzamelingen en inrigtingen, zijnde de geologische en mineralogische verzameling, die van che- mische instrumenten en praeparaten, het theatrum anato- m i c u m , de k r u i d t u i n e n de bibliotheek, zijn geene bijzon- derheden van eenig aanbelang medegedeeld. ATHENAEUM
TE
DEVENTER.
Het personeel der hoogleeraren bestond op het einde van 1847 uit de heeren : /. Verburg, voor de godgeleerdheid, Joodsche oudheden en öostersche talen ; J. Duijmaer van Twist, voor de regtsgeleerdheid; P. Bosscha, voor de algemeene geschiedenis en Latijnsche enGrieksche letteren; V. S. M. van der Willigen, voor de wis- en natuurkunde en bespiegelende wijsbegeerte;
•2i M. J- Cop, v o o r d e s c h e i - e n k r u i d k u n d e ; TV. J. A. Jonckbloet, v o o r de v a d e r l a n d s c h e g e s c h i e d e n i s en letteren. D e h e e r S. Susan b e k l e e d d e de b e t r e k k i n g v a n l e c t o r v o o r de n i e u w e r e t a l e n . H e t g e t a l s t u d e n t e n b e d r o e g slechts t w a a l f , w a a r v a n twee z i c h a a n de g o d g e l e e r d h e i d , n e g e n a a n de r e g t s g e l e e r d h e i d , een a a n de letteren h a d d e n toegewijd. Z e k e r een klein g e t a l . O n d e r s c h e i d e n e r e d e n e n h e b b e n m de laatste j a r e n m e d e g e w e r k t , o m d i t getal z o o k l e i n te m a k e n . M e n v e r t r o u w t o p g o e d e n g r o n d , d a t z i j s l e c h t s v o o r b i j - gaande zijn. M e n herinnert z i c h , dat het getal studenten i n h e t j a a r 18 19 slechts drie b e d r o e g , m a a r i n w e i n i g e j a r e n tot m e e r d a n vijftig k l o m . B o v e n d i e n is tot m e e r d e r e n b l o e i v a n het athenaeum een n i e u w e grondslag gelegd door de oprigling v a n een gymnasium. Z a l deze i n r i g t i n g d i e n s t b a a r g e m a a k t w o r d e n v o o r de o p l e i d i n g v a n j o n g e h e d e n , d i e v o o r d e n e i g e n l i j k e n g e l e e r- d e n s t a n d b e s t e m d z i j n , zij z a l tevens s t r e k k e n t e n n u t t e v a n h e n , d i e z i c h i n het a l g e m e e n beschaafde k u n d i g h e d e n t r a c h t e n eige n te m a k e n . D i t g y m n a s i u m , v e r w a c h t m e n , z a l g u n s t i g m o e t e n w e r k e n o p het a t h e n a e u m e n h e t o p eene g e s c h i k t e w i j z e s c h r a g e n . D e eerstgenoemde l e e r l i n - g e n z u l l e n , n a a f g e l e g d s t a a t s - e x a m e n , e e n gedeelte h u n n e r s t u d i ë n te Deventer k u n n e n v o l b r e n g e n , a l v o r e n s zi j n a a r eene h o o g e r e s c h o o l b e h o e v e n te v e r t r e k k e n . Bovendien hebben onderscheidene hoogleeraren zich o o k b e r e i d v e r k l a a r d , o m de l e e r l i n g e n , d i e d e n c u r s u s d e r t w e e d e a f d e e l i n g m e t v r u c h t h e b b e n a f g e l o o p e n , l e s s e n te g e v e n o v e r N e d e r d u i t s c h e t a a l , v a d e r l a n d s c h e g e s c h i e d e n is , s c h e i k u n d e , k r u i d k u n d e , n a t u u r k u n d e , w i s k u n d e e n ster- r e k u n d e ; terwijl er v o o r h e n welligt n o g lessen k u n n e n w o r d e n geopend voor staathuishoudkunde, h o o g e r e w i s - k u n d e , delfstofkunde , e n z . W a t de v e r z a m e l i n g e n e n h u l p m i d d e l e n v o o r h e t o n d e r - wijs betreft, daartoe b e h o o r e n : 1°. de bibliotheek, o o r s p r o n k e l i j k de o u d e b i b l i o t h e e k v a n het athenajum , d o o r K o n i n k l i j k besluit v a n i3 Junij 1818 m e t h e t g r o o t s te gedeelte v a n d i e v a n h e t o p g e h e v e n Harderwijksche athenaeum , vroeger hoogeschool, vereenigd
en vermeerderd. Zij is in een zeer goed locaal op het raadhuis geplaatst; er bestaat een gedrukte catalogus; de vervolgwerken worden aangehouden ; naar gelang van mid- delen worden ook nieuwe werken aangeschaft, gelijk nog on- langs heeft plaats gehad met z u l k e , die voor de beoefe- ning der sterrekunde noodzakelijk zijn. Zij is van tijd tot tijd ook met geschenken van het ministerie van Binnen- landsche Zaken verrijkt. Zoowel door de hoogleeraren als door de studenten, en i n het algemeen door beoefenaars der wetenschappen, wordt er een nuttig gebruik van ge- maakt. 2°. het scheikundig laboratorium. In overeenstemming met het provinciaal bestuur w e r d , voor eenige j a r e n, een leerstoel voor de schei- en kruidkunde opgerigt. Voor de scheikunde strekte het laboratorium , dat in het toen nieuw opgerigte gebouw van het athenasum geplaatst w e r d , tot ondersteuning. Het is naar de tegenwoordige eischen der wetenschap ingerigt , en w o r d t , even als de bibliotheek, op kosten der stad onderhouden. Het is nog niet gelukt eenen plantentuin daar te stellen , doch door gedroogde her- baria wordt in de behoefte voor het onderwijs zooveel mo- gelijk voorzien. 3°. het kabinet van natuurkundige werktuigen. Door den hoogleeraar P. O, C. Vorsselman de Heer i s , gedurende de zeven jaren van zijn verblijf, de zin voor natuurkundige wetenschappen ten krachtigste bevorderd. Een te Deventer gevestigd natuur- en scheikundig genootschaji, dat zijne werk- tuigen aan de inrigting van hooger onderwijs ten gebruik afstaat, werd door hem tot ongekenden bloei gebragt, en hierdoor werd ook de aanwas van het natuurkundig k a - binet , dat anders uit de beperkte hulpmiddelen, van stads- wege aan het athenaeum verstrekt, niet zoo hoog zou zijn opgevoerd , zeer i n de hand gewerkt. Evenwel ook deze middelen dienen , om het jaarlijks te vergrooten. In rijkdom van werktuigen voor sommige deelen der natuurkunde , vooral wat nieuwere werktuigen aangaat , kan deze verza- meling met grootere inrigtingen wedijveren. Zij is ook i n het fraaije gebouw van het athenseutn i n goede orde ge- plaatst.
25 4°- de sterrewacht. Door den genoemden hoogleeraar werd ook de grond gelegd tot eene practische beoefening der sterrekunde. Eene oude poort werd op stadskosten tot het doen van sterrekundige waarnemingen ingerigt ; terwijl er een kleine koepel op geplaatst werd. Niet lang even- wel mogt hij zich in deze stichting verblijden; hij ontviel in 1841 het athenasum en aan de wetenschap , toen er eerst een begin mede gemaakt was , toen de voorraad der aanwezige werktuigen nog zeer gering was, en de deugden practische bruikbaarheid van eenige nog veel te wenschen overlieten. In het studie-jaar 1847—1848 i s , onder het bestuur van den hoogleeraar V. S, M. van der Willigen, meer gedaan. De sterrewacht is in het bezit gekomen van een passage-instrument van Wenckebach, te Amsterdam, ter- wijl reeds vroeger aanwezig waren een chronometer van Dent, te Londen, eene astronomische pendule van Lepente, een sextant van üollond, te Londen, en eenige kleinere werk- tuigen. Reeds nu zal zij dus kunnen gebruikt worden tot juister bepaling van de geographische ligging der stad en tot bepaling van den tijd. Men hoopt ze langzamerhand ook nog met eenen kijker en met andere werktuigen te voorzien, opdat zij meer bepaaldelijk voor de wetenschap in het algemeen nuttig kunne worden. a
a
n
KONINKLIJKE
ACADEMIE
TE
DELFT.
De Koninklijke academie te Delft, waarvan de oprigting bevolen werd bij Koninklijk besluit van 8 Januarij 1842, was aanvankelijk alleen bestemd tot opleiding van burger- lijke ingenieurs, zoo voor 's lands dienst als voor de nijverheid, en van kweekelingen voor den handel. A l spoedig evenwel werd hierbij gevoegd de opleiding van toekomstige ijkers der maten en gevvigten en van ambtenaren bij de accijnsen. Maar voor dat nog hare inrigting was vastgesteld, ontving de instelling eene veel belangrijker uitbreiding, door het Koninklijk besluit van 18 Julij 1842, betreffende de opleiding van ambtenaren voor Nederlands Indie. De inrigting der academie, het programma der lessen, en het onderwijs aan de toekomstige Indische ambtenaren te geven, werden achtereenvolgens vastgesteld bij de
24 besluiten van 20 October , 28 October en 28 December 1842. De localen, voor de academie bestemd , werden i n den loop van datzelfde jaar zoover in orde gebragt, dat de lessen reeds konden geopend worden den 4den Januarij 1843. Binnen het jaar dus na het besluit der onriptiiu . e academie georganiseerd en in werking. Deze spoedige verwezenlijking was grootendeels te danken aan den ijver , de kunde en de voortvarendheid van den benoemden directeur, den staatsraad Lipkens. Het is niet te ontkennen, dat het programma der lessen eenige sporen draagt van den spoed, waarmede alles inge- rigt en geregeld werd. Daar het evenwel bij zulke ver- ordeningen grootendeels op de uitvoering aankomt, zoo heeft ook het gebrekkige in het programma geen schadelijken invloed gehad op het onderwijs. Eenigen tijd voor de opening der lessen waren bij de academie benoemd de heeren; T. Roorda, tot hoogleeraar i n de taal-, land- en volkenkunde van Neêrlands Indie; R. Lobatto, tot hoogleeraar in de wiskunde; W. Overduijn, tot leeraar i n de wis- en natuurkunde , benevens de heeren fV. Schmidt, G. J. F. Guffroy en D. Buddingh, voor het onderwijs in het handteekenen, en i n de Fransche, Engelsche en Hoogduitsche talen. Kort na de opening der lessen werd in het onderwijs der scheikunde voorzien door de benoeming van den heer C. F. Donnadieu, die eerst den titel van leeraar en later dien van hoogleeraar ontving. De vermeerdering der lessen, bij den aanvang van het tweede academiejaar, in September 1843 , vorderde eene aanzienlijke vermeerdering van personeel. Bij onderscheiden besluiten werden dan ook in de maand Julij tot leeraren benoemd de heeren: W. J. Kempers, in de wiskunde; A. van Meursinge, i n de taal-, land- en volkenkunde van Neêrlands indie; A. van der Toorn , i n het bijzondere vak van de ijkers; /. E. ter Winkel, in de bouwkunde. Voor den aanvang van het volgende academiejaar, i n Augustus 1844, werden hierbij nog benoemd de heeren: H. Strootman, tot lector i n de wiskunde ; T
25 M. A. M. ''s Gravezande Guicherit, tot leeraar in de geschie- denis en aardrijkskunde; /. van Kuijk, tot leeraar i n de staathuishoudkunde; 5. Bleekrode, aan wien naderhand de titel van hoogleeraar geschonken is , tot leeraar i n de verschillende vakken der natuurlijke historie. Voor het onderwijs i n de waterbouwkunde werd i n dezelfde maand aan de academie toegevoegd de ingenieur van 'sRijks Waterstaat M. Beijerinck. Deze, sedert over- leden, is opgevolgd door den rijks-ingenieur D. J. Storm Buijsing, benoemd in Februarij 1847. In Januarij 1845 werd het personeel nog vermeerderd door de benoeming van den heer G. van Wieringhen Borski tot leeraar in de Nederduitsche taal en letterkunde. Bij de aanvaarding zijner bediening maakte de directeur de voorwaarde, dat hij na vier jaren daarvan ontslagen zou worden. Op zijn verzoek en om tijdig in zijne opvolging te voor- zien , werd in September 184^ tot onder-directeur benoemd de heer G, Simons, aan wien een gedeelte van het onder- wijs i n de werktuigkunde werd opgedragen, en die i n September 1846 den heer Lipkens als directeur verving. Eindelijk werden nog bij de academie benoemd de heeren: J. Pijnappel Gz., in Januarij 1846, en J. K. de Wit, in M e i 1847, de eerste tot leeraar i n de Javaansche t a a l , de laatste tot leeraar i n de Fransche , Engelsche en Hoog- duitsche letterkunde. Op het einde van 1847 bestond dus het personeel uit : den directeur G. Simons; vier hoogleeraren : T. Roorda; R. Lobatto ; C. F Donnadieu; S. Bleekrode; den ingenieur D. J. Storm Buijsing; den lector H. Strootman; elf leeraren : W. Overduijn; D. Buddingh; W. J. Kempers; A. Meursinge; A. van der Toorn; J. E. ter Winkel;
26 M. A. M. 's Gravezande Guicherit; J. van Kuijk ; G. van Wieringhen Borski; J. Pijnappel Gz.; J. K. de Wit; twee onderwijzers: W. Schmidt; G. J. F. Guffroy. De academie heeft slechts één' harer leeraren door den dood verloren, den ingenieur M. Beijerinck, den 2den Februarij 1847 8 > den ouderdom van nagenoeg 44 jaren. In hetzelfde jaar had zij tevens het verlies te betreuren van haren voormaligen directeur, den heer Lipkens, die den i5den December overleed. Aan hem had de academie hare inrigting en bloei te d a n k e n; gedurende de vier eerste en moeijelijke jaren had hij haar bestuurd met ijver, naauwgezetheid en zeldzame bekwaam- heid , terwijl h i j , ook na zijn ontslag , steeds bereid was èn haar èn allen, die tot haar i n betrekking stonden, met raad en daad te dienen. e s t o r v e n
i n
Het onderwijs heeft een' geregelden gang gevolgd. De materiële subsidien daartoe kunnen aanzienlijk genoemd worden, zoo het kortstondig bestaan der academie i n aanmerking genomen wordt. De rijks-verzameling van modellen, tot gebruik aan de academie afgestaan, vroeger reeds aanmerkelijk, heeft eenige belangrijke aanwinsten verkregen, zoowel door geschenken, als door modellen, aan de academie ver- vaardigd door haren bekwamen modelmaker G. Reuvenkamp. Eene verzameling van mineralen , i n 1843 uit de fondsen der academie aangekocht, en sedert door geschenken verrijkt en door verdere aankoopen vermeerderd, heeft in de behoefte van het onderwijs wel niet geheel voldoende, maar toch genoegzaam voorzien. Het natuurkundig kabinet, ontstaan door de verzame- ling uit Franeker ontvangen, is met overleg aangevuld. Eenige voorwerpen van minder belang werden, i n den aanvang, aan de academie afgestaan door de hoogeschool van Leyden voor het scheikundig onderwijs. Aan geen an- der deel zijn sedert zooveel kosten besteed, noodzakelijk èn om de meerdere uitgaven, voor dit onderwijs gevor- derd , èn om zijne hooge belangrijkheid bij eene instelling als deze.
27 Het scheikundig laboratorium is thans doelmatig inge- r i g t , en wordt vlijtig bezocht door de leerlingen , aan wie eene ruime gelegenheid tot eigen arbeid gegeven worut. De boekerij , hoewel verre van volledig, geeft evenwel aan leeraren en leerlingen een belangrijk hulpmiddel voor hunne studiën. De mindere talrijkheid der uitgekomen wer- ken , die betrekking hebben op de taal-, land- en volken- kunde van Neêrlands Indie, heeft het mogelijk gemaakt dit gedeelte der boekerij meer volledig te maken dan eenig ander. Het aantal studenten, i n de verschillende jaren ingeschre- ven , kan uit onderstaande tabel gekend worden; daarbij zijn de twee groote afdeelingen der studiën van elkaar afgescheiden.
É
4
1843.
5
ï •S
t |
d
è
£
%
£
x
.
1844.
W
I
» S
»
jutten Totalen.
S
'°
2
1
0
^
x
II
S 3
ï
'
\
a »
g
|
^
*
SB
x
£
|
1 | '8 | s.T J * .s i I l i * S
| 1
c
1847.
|
x
%
ï
|P
^ .gIJ
T a a l - , l a n d - e n
vaï^edet lands Indie.
§ 2
x
*. 11J
1845. J 1846.
1
2
2
0
S ' "™
«
« ?
5 ï »• S
™™~
41
~*
9 9 58 .4 43 8 3 3o
3 8
41
2
T 2
9
4
5
9
,53
j 3 8
| '
8 7
1 3
3 o
|
1 0 4
2 0
2 8
1 1 3
2 8
2 3
1 0 7
4
3
2
9
9
3
1 0 6
'99
481 3 72 117 a5 5o 142 29 5; 170 42 66 194 65'5 187 i65 35a I I I * 1 1 | 9
V a n de 153 leerlingen, die zich tot ambtenaren in Neêr- lands Indie wenschten voor te bereiden , waren op het einde van 1847: Q ambtenaren geworden der iste klasse , 7 ambtenaren der 2de klasse , 2 ambtenaren der 3de klasse, 41 vertrok- ken zonder bestemming , 94 nog aan de academie.
28 V a n de 199 leerlingen , voor andere studiën ingeschre- ven , waren op het eind van 1847: 8 adspirant ingenieur surnumerair bij 's Rijks W a - terstaat , 4 adspirant ingenieur van den Waterstaat i n Indie , 4 adspirant ingenieur voor de mijnen, 6 civiel ingenieur, 19 vertrokken met een diploma van bekwaamheid voor den ijk , 7 met zulk een diploma voor de dienst bij 's Rijks ac- cijnsen , 2 met een diploma van landmeter, 1 o vertrokken , wel zonder diploma , maar niet zonder goede vorderingen , 43 zonder diploma en zonder vrucht van het onderwijs , 3 overleden , 93 nog aan de academie. De 6 civiel ingenieurs hadden allen yoorloopig eene be- trekking gevonden en wel één in bijzondere dienst i n Nederlands Indie. V a n de 1 9 , voor den ijk bestemd, hadtien 7 eene aanstelling bekomen als arrondissements- ijker , één als ontvanger , en één als rijks-roeijer, waar- toe ook benoemd was een van de zeven, die een diploma voor de accijnsen bekomen hadden. Groot zeker is het getal dergenen, die de academie ver- laten hebben , zonder hunne studiën te volbrengen. Vele zijn de redenen, die dezen minder gunstigen uitslag hebben veroorzaakt. Gebrek aan aanleg voor de studiën behoort zeker onder de voornaamste, maar er mag ook onder gerekend worden de minder goede voorbereiding bij het voorafgaand onderwijs. Die reden is eenigzins verminderd door de meerdere kennis, die thans van de aankomenden gevorderd wordt. Eene andere reden moet gezocht wor- den i n den jeugdigen leeftijd, waarop de meesten naar de academie gezonden worden, een leeftijd, die hen min- der geschikt maakt voor onderwijs zoo als het hier moet gegeven worden, en voor eigen oefening, waardoor dat onderwijs alleen vruchtbaar kan worden. Bij de beoordeeiing van de ongunstige verhouding moet evenwel niet uit het oog verloren worden, dat de examina streng worden afgenomen , zoodat niemand een bewijs ont-
29 vangt van bekwaamheid, wiens kennis er hem geene aan- spraak op geeft. Ware men hierin toegevender geweest, velen zouden, met den schijn van welslagen, de academie verlaten heb- ben , die nu hunne mislukking niet met zulk eenen schijn bedekken kunnen. INRIGTING V A N HANDEL E N NIJVERHEID
TE
AMSTERDAM.
In den loop des jaars 184C w e r d , door de zorg der heeren mr. fV. J. C. van Hasselt en dr. S. Sarphati, i n Amsterdam eene inrigting gevestigd, die zich ten doel stelde onderwijs te doen geven i n handel en nijverheid, waartoe door eenige personen een renteloos voorschot van f 3o,ooo was gegeven. Deze school bevat, volgens haar programma, eenen cursus van drie jaren voor den handel, en eenen van vier jaren voor de industrie. Voor beide deze afdeelingen is het eerste jaar een voorbereidings-cursus , en de ondervinding heeft doen z i e n , dat zulk eene voorberei- ding niet overtollig w a s , niettegenstaande de leerlingen, om aan de inrigting te worden opgenomen , den ouder- dom van i4 jaren moeten bereikt hebben. 1N11 en d a n , maar zeldzaam , bleek h e t , dat deze leerlingen reeds zoo- veel hadden geleerd , dat zij oogenblikkelijk tot het volgende jaar, dat is tot de eigenlijke regtstreeksche werkzaamheid van koophandel of nijverheid, konden overgaan. De leerlingen voor den koophandel waren van den beginne i n twee afdeelingen verdeeld: 1°. de zoodanige, welke geheel het onderwijs bij- woonden , en 2°. dezulke, die op een kantoor werkzaam w a r e n , en slechts gedurende eenigen tijd de scholen bezochten. Geen leerling wordt aan deze school opgenomen, dan na voorafgegaan onderzoek. De vakken van onderwijs gedurende den eersten cursus i84 /4 waren: taalkunde (Nederduitsch, Fransch, Engelsch en Duitsch), rekenen en rekenkunde, algebra, meetkunde, natuurkunde, scheikunde, w i s - , natuur- en staatkundige aardrijkskunde, algemeene en vaderlandsche geschiedenis, handteekenen, schoonschrijven; terwijl nog openbare lezin- 6
7
50 gen gegeven werden i n land- en volkenkunde, natuur- en scheikunde. Het aantal leerlingen bedroeg in het geheel 41 , waarvan 3o vaste leerlingen waren, en n van tijd tot tijd de inrigting bezochten, en voor het overige i n kantoren werkzaam waren. Bij den aanvang van het tweede schooljaar 1847 tot 1846 verkreeg men 3 klassen van leerlingen, namelijk: eene afdeehng voor het tweedejaar nijverheid, eene voor den koophandel, tweede j a a r , en eene nieuwe klasse voor het eerste jaar koophandel en nijverheid. De werkzaamheden voor de afdeeling nijverheid beston- den i n stel- en meetkunde, beschrijvende meetkunde, toegepaste natuurkunde, toegepaste scheikunde, werktuig- kunde (mechanica), plant- en dierkunde, boekhouden; terwijl handteekenen, boetseren en timmeren daarbij ge- voegd werden. Voor de afdeeling koophandel bestonden zij i n koopmans- rekenen , boekhouden, munten, maten en gewigten, han- dels-kunsttermen , kantoor-usantien, toegepaste meetkunde (beginselen der stereometrie, scheepsmeet-, roeikunde enz ), toegepaste natuur- en scheikunde , kennis der handelswaren (beginselen), geschiedkunde (vervolg), land- en volkenkun- de , handteekenen. De werkzaamheden voor de nieuwe klasse voor het eerste jaar, koophandel en nijverheid, waren dezelfde als die i n het vorige jaar. Uit deze opgave b l i j k t , dat deze inrigting voornamelijk ten doel heeft eene speciale opleiding tot een beroep ; dat zij daarmede evenwel een grondig onderwijs i n genoemde wetenschappen wenscht verbonden te z i e n , en alzoo ook die vakken heeft opgenomen, welke tot eene beschaafde opvoeding behooren. Maar de commissie van toezigt en bestuur wenscht het nut der inrigting verder te doen strekken , en verbond te dien einde daarmede openbare lessen, die door eiken in- schrijver kunnen worden bijgewoond, ten einde door dit algemeen wetenschappelijk onderwijs ook den lust tot on- derzoek i n het maatschappelijk leven op te wekken. Ge- durende het jaar 1847 werden deze lessen gehouden door:
7A J. J. Alberda, i n land- en volkenkunde; mr. J J. Teding van Berkhout, i n theoretische werktuig- kunde ; mr. / . A. van Eijk, i n natuurkunde ; mr. J. van hennep, in geschiedenis des vaderlands ; professor F. A. W. Miquel, i n plantkunde ; H. A. van der Speek Obreen, i n beschrijvende meetkunde; D. Pas, in handelswaren ; dr. S. Sarphati, i n scheikunde ; /. S. Speijer, i n stelkunst, differentiaal- en integraal- rekening ; dr. F. J. Slamkart, i n hoogere meetkunde en populaire astronomie; professor W. Vrolik, i n mensch- en dierkunde. De commissie van toezigt en bestuur was bij de oprig- ting zamengesteld uit de heeren: P. Huijdekoper, A. F. Insinger, F. van der Oudermeulen, j h r . P. H'artsen, mr, H. J. Koenen, mr. W. J. C. van Hasselt en dr. S. Sarphati. V a n deze heeft zij j h r . P. Hartsen door den dood verloren. De inrigting heeft, behalve eene reeds zeer goede biblio- theek , eene verzameling van instrumenten voor schei- en natuurkunde en voorwerpen voor mineralogie en geologie. Het getal harer leerlingen bedroeg op het einde van 1847 te zamen 5 7 , waarvan 53 het geheele onderwijs bijwoon- den , en 4 , op kantoren geplaatst, slechts nu en dan deel aan de lessen namen. GYMNASIEN
EN
LATIJNSCHE
SCHOLEN.
Bij artt. 9 en 10 van het Koninklijk besluit van 2 A u - gustus I 8 I 5 , n ° . i 4 - is de kring aangewezen, binnen wel- ken de Latijnsche scholen zich moesten bewegen. Die kring is wel van wijderen omvang dan vroeger; benevens de Grieksche en Latijnsche talen , waartoe zich het onderwijs weleer meestal bepaalde , zijn er i n opgenomen de begin- selen der wiskunde , de oude en nieuwe aardrijkskunde en geschiedenis, de Grieksche en Romeinsche fabelleer. Doch daarvan zijn uitgesloten de nieuwe talen en die verdere kundigheden, welker kennis eene behoefte is geworden bij
32 den tegenwoordigen stand der geleerdheid , terwijl onbevre- digd is gelaten het algemeen verlangen naar eene eigenlijk wetenschappelijke beschaving. Het stedelijk bestuur van s Gravenhage heeft in 1828 getracht deze ieemten eenigermate aan te v u l l e n , door mid- del eener inrigting voor jongelieden, die , na het lager on- derwijs te hebben genoten, zoodanige wetenschappelijke beschaving verlangden. Voor de kweekelingen der Latijn- sche school was e r , buiten hunnen schooltijd, gelegenheid om onderwijs in nieuwe talen te ontvangen. Deze inrigting voldeed dus slechts voor een gering ge- deelte aan de behoefte aan hedenilaagsche beschaving. Het stedelijk bestuur zag dit, en begreep, dathet doel zou kunnen bereikt worden, zoo de school wierd vereenigd met de L a - tijnsche school, in dier voege, dat de vereenigde inrig- ting uit twee afdeelingen zoude bestaan, de eerste meer bijzonder bestemd voor jongelieden, die tot het vruchtbaar bijwonen der academische lessen moesten worden toegerust, de tweede voor hen , die eene bepaalde weten- schappelijke vorming noodig hadden; doch welke beide afdeelingen zich onderling zouden aansluiten. Ten gevolge van Koninklijke magtiging, i n 1838 verleend, is zoo- danige instelling, onder de benaming van stede/ijk gym- nasium , weldra tot stand gekomen. Sedert zijn er vele andere gelijksoortige inrigtingen op den voet der 'sGraven- haagsche ontstaan , zoo als bij vroegere verslagen kenbaar is gemaakt. De magtiging tot inrigting dezer nieuwe instellingen wordt aanvankelijk voorloopig voor minstens twee jaren verleend. Tevens worden de i n acht te nemen bepalingen voorgeschreven. Wanneer, bij een opzettelijk onderzoek, bevonden is , dat de gymnasien aan het oogmerk naar eisch beantwoorden, worden zij als gevestigd erkend. Als zoodanig zijn reeds erkend drie gymnasien i n Gelderland en vier i n Zuid-Holland. Onder de voorloopig ingerigte gymnasien, waarvan de twee proefjaren reeds verstreken z i j n , behoort dat te Franeker; doch bij onderzoek is gebleken, dat het niet aan al de eischen van zoodanige instelling voldoen kon , daar het getal van slechts twee leeraars, hoe bekwaam en ijverig zij zijn mogen, te gering is. De erkenning is derhalve
55 uitgesteld, in de verwachting, dat eerlang in het ontoerei- kende van het personeel zal voorzien worden. Door toevallige omstandigheden heeft het bedoelde onder- zoek nog geen plaats kunnen hebben bij andere voorloopig ingerigte gymnasien, wier proeftijd reeds verstreken is , met name te Harderwijk , te Oldenzaal, te Middelburg en te Winschoten. Intusschen zijn de berigten van curatoren der twee laatste inrigüngen allezins gunstig. Curatoren te Middelburg verzekeren: » dat de leervakken » zijn geregeld naar de bestaande voorschriften en zoo- - danig ingerigt, dat de jongelieden , bij het verlaten van » de instelling, de noodige kennis in zich vereenigen , om » tot de academische leasen te worden toegelaten , en het » daartoe vereischte examen af te leggen, waarvan ten » bewijze strekt, dat van al de jongelieden, die aan het » gymnasium onderwijs hebben genoten, en gedurende de » laatste jaren aan gemeld examen zich hebben onderworpen, » niet één is afgewezen." Zij voegen er bij: »De z o r g , » waarmede de stedelijke regering de belangen van het gym- » nasi urn voortdurend behartigt, door de aan hetzelve » geplaatste docenten zooveel mogelijk te bevoordeelen, het » geregeld toezigt van het collegie van curatoren, en de « ijver en naauwgezette pligtsbetrachting der docenten , » brengen, als zoovele bestanddeelen, ieder het zijne b i j , » om den gunstigen staat van het onderwijs op de hoogte » te behouden, op welke het zich bevindt." Curatoren te Winschoten berigten onder anderen: » dat » het onderwijs zooveel mogelijk vormend is, telkens het « oordeel en het nadenken scherpende, leerende het onder- » scheid en de overeenkomst opmerken tusschen tijden en » toestanden, en talen en volken, en geene gelegenheid » ongebruikt latende om eenen heilzamen indruk te maken » op het gemoed der leerlingen, ter ontwikkeling van den » smaak en wijziging van het gevoel." Te Leeuwarden , waar het gymnasium in 1846 is tot stand gekomen, bestaat er nog geene tweede afdeeling. Het onderwijs i n de hedendaagsche talen wordt er dus alleen genoten door kweekeüngen , die voor de academische lessen worden voorbereid- Intusschen betuigen Gedeputeerde Staten van Friesland in hun jaarverslag, » dat de goede ver- » waclning, welke zij aanvankelijk koesterden van de
34 » » - » »
verandering der Latijnsche school in een stedelijk gym- nasium, zich bevestigd heeft. ' Zij laten er op volgen : Wij mogen deze tot verdere studiën voorbereidende inrigting bloeijende en aan het doel beantwoordende noemen." Volgens het medegedeelde bij het verslag over 1846 zouden toen weder een viertal Latijnsche scholen in stede- lijke gymnasien hervormd worden: te 'slhrtogenbosch, te Amsterdam, te Kampen en te Groningen. In 1847 heeft dit nog geen plaats kunnen hebben te 's Hertogenbosch, omdat nog niet geheel voorzien was i n het noodige onderwijzend personeel; doch is de nieuwe cursus i n dat jaar geopend: te Amsterdam in A p r i l , te Groningen in September en te Kampen in ('Ctober. Ten bewijze van de hooge belangstelling van het stedelijk bestuur van Amsterdam in de nieuwe inrigting, moge strek- ken de door dat bestuur genomen maatregel, om niet meer, zoo als tot hiertoe , aan een en hetzelfde collegie van curatoren de zorg èn voor het Athenaeum lllustre èn voor het gym- nasium op te dragen, maar een afzonderlijk collegie voor laatstgemelde instelling te benoemen, uit aanmerking van den grooten omvang en de meerdere uitgebreidheid , welke er aan gegeven is. W e l is waar geeft dit collegie 'bij zijn verslag te kennen, » dat het zich onthoudt van alle zoo- » danige bi)zonderheden, als waaruit de stand van het » onderwijs bepaaldelijk zou kunnen blijken , met opgave » van de oorzaken, die daarop van invloed geweest » w a r e n , omdat er van eene inrigiing, die pas tot stand » was gekomen, niets van dien aard kon gezegd worden » zonder gevaar van zich daarbij aan verkeerde gevolgtrek- » king schuldig te maken." Doch Gedeputeerde Staten vermeenen nogtans, zoo als zij bij hun jaarverslag zich uitdrukken: - in de tot dusverre verkregen ondervinding » een' gelukkigen waarborg te vinden , dat deze inrigting » aan haar doel zal beantwoorden " 1
Vermits de nieuwe cursus te Kampen en te Groningen nog later dan te Amsterdam is geopend, bestaat er nog meer reden om voor alsnog in geene bijzonderheden te treden omtrent den staat van het onderwijs aldaar. Wat de als gevestigd erkende gymnasien aanbelangt, de jaarlijksche verslagen der curatoren zijn allezins gunstig; zij behelzen onder anderen nopens het gymnasium:
5b te Arnhem, »dat het volkomen beantwoordt aan de ver- wachting en in bloei toeneemt, en dat zulks vooral moet worden toegeschreven aan de kunde der leeraars, en hunne geschiktheid tot het mededeelen van oordeelkundig onderwijs , hetwelk in 't bijzonder de verstandsontwik- keling ten doel heeft " Zij merken daarbij o p , » dat op de examina ter toelating voor het academisch onder- wijs nog nimmer een leerling van het gymnasium werd afgewezen" ; te Nijmegen, »dat van de twaalf kweekelingen, die zich » tot het examen hadden aangeboden, tien zijn toegelaten, » terwijl de twee afgewezenen nog niet op de hoogste » klasse waren gekomen, en dat curatoren hadden geoor- . deeld, dat zij geene genoegzame vorderingen hadden » gemaakt om het hooger onderwijs te kunnen ontvangen"; te Zutphen, » dat het gymnasium steeds i n bloei toeneemt; » dat alle leerlingen, naar gelang van hunnen ouderdom » en hunne vermogens, goede vruchten genoten van het * in allen opzigte voortreffelijk onderwijs, dat hun gegeven » werd." Met deze gunstige berigten aangaande de drie als beves- tigd erkende gymnasien in Gelderland stemt overeen het volgende, voorkomende in het jaarverslag van Gedeputeerde Staten dier provincie: » De stedelijke gymnasien i n » Arnhem, Nijmegen en Zutphen blijven ten volle beant- » woorden aan de gunstige verwachting , die zij aanvan- » kelijk hadden opgewekt. Zij vestigen hoe langer zoo meer » de overtuiging, dat het onderwijs i n de oude talen zeer » goed hand aan hand kan gaan met dat in de levende , » en in die wetenschappen, welke tot het wezen van eene »> beschaafde opvoeding vereischt worden." Curatoren van het gymnasium te 's Gravenhage ver- zekeren, dat meerdere inrigtingen van dien aard i n de voornaamste steden bij hen inlichting hadden gevraagd, en zich i n vele opzigten naar dat gymnasium hadden geregeld; » dat zij daardoor voor zich zei ven aanleiding hadden ver- » kregen , om met gerustheid op den ingeslagen weg voort a te gaan, daarmede inzonderheid bedoelende den gan°- » van het onderwijs, hetwelk, zoo als het nu is ingetikt, » behoudens de van lijd tot tijd daarin gebragte verbeterin- v gen , echter in de hoofdtrekken weldra eene proef van » tien jaren zou hebben doorgestaan." » » » » « » » i)
;>({ D i e v a n het g y m n a s i u m te Botterdam g e v e n te k e n n e n , d a t zij z i c h mogen verheugen over den toenemendeu bloei h u n n e r gewigtige i n s t e l l i n g , terwij l het onderwijs b e a n t w o o r d t a a n d e v e r w a c h t i n g , e n b i j a l de staats- e x a m e n s n o g g e e n l e e r l i n g v a n het g y m n a s i u m is afge- wezen." D e v o o r t r e f f e l i j k h e i d d e z e r i n r i g t i n g is d a n o o k n o g o n l a n g s bij e e n o p z e t t e l i j k o n d e r z o e k ten v o l l e g e b l e k e n . Bij z o o d a n i g o n d e r z o e k v a n h e t g y m n a s i u m te Delft i s b e v o n d e n , » d a t h e t o n d e r w i j s d e r n i e u w e t a l e n , te v o r e n » m i n d e r v o l d o e n d e , d o o r v e r a n d e r i n g v a n l e e r a a r a a n m e r - » k e l i j k w a s v e r b e t e r d ; dat a l het o v e r i g e o n d e r w i j s d o o r » b e k w a m e d o c e n t e n n a a r e i s c h g e g e v e n w e r d , e n de i n r i g - ». t i n g z i c h i n e e n e n v o o r d i e k l e i n e s t a d b l o e i j e n d e n staat » bevond." I n h e t g y m n a s i u m te Leyden is i n 1847 a a n z i e n l i j k e u i t b r e i d i n g en verbetering gebragt ten aanzien v a n het o n d e r w i j z e n d p e r s o n e e l , aanvankelijk met het gewenschte g e v o l g , hetgeen m e d e b i j z o o d a n i g b e z o e k o p e e n e a l l e z i n s v o l d o e n d e w i j z e is g e b l e k e n . O o k de s c h o o l z a l e n e n l e e r - middelen zijn vermeerderd en verbeterd. E i n d e l i j k m a g n i e t o n v e r m e l d w o r d e n gelaten , dat e r o n d e r d e g y m n a s i e n eenige z i j n , w a a r de l e e r l i n g e n , d i e v o o r de t h e o l o g i s c h e s t u d i ë n z i j n b e s t e m d , g e l e g e n h e i d v i n - d e n o m z i c h te o e f e n e n i n de g r o n d e n d e r H e b r e e u w s c h e t a a l , m e t n a m e d i e te Leyden, Amsterdam e n Kampen.
» » )> >• »
D u s v e r r e de gymnasien. W a t de h e d e n d a a g s c h e t a l e n b e t r e f t , is o o k bij eenige Latijnsche scholen g e l e g e n h e i d d i e te b e o e f e n e n , z o o a l s : te Elburg, w a a r de L a t i j n s c h e s c h o o l eene a f d e e l m g u i t m a a k t v a n het. i n s t i t u u t v a n w i j l e n d e n a d m i r a a l van Kinsbergen ; te Utrecht , te Almelo , te Enschedé, te Ootmarssum, te Veendam e n i n 't b i j z o n d e r te Assen. I n d e n l o o p v a n 1847 is h e t o p e n g e v a l l e n rectoraat bij v i e r L a t i j n s c h e s c h o l e n v e r v u l d : te Lochem , w a a r de r e c t o r w a s o v e r l e d e n ; te Dordrecht, w a a r h i j o p zijn v e r z o e k e e r v o l w a s o n t s l a g e n ; te Enkhuizen , d o o r de v e r p l a a t s i n g v a n d e n r e c t o r n a a r Harderwijk, e n te Amersfoort, d o o r de b e n o e - m i n g v a n d e n r e c t o r tot h o o g l e e r a a r a a n de h o o g e s c h o o l te Groningen. C u r a t o r e n v a n d i e v i e r L a t i j n s c h e s c h o l e n b e t u i g e n a a n -
Of v a a k e l i j k zeer v o l d a a n te pijn o v e r h u n n e k e u z e . D e regt- n i a t i g h e i d v a n die b e t u i g i n g is g e b l e k e n , teu a a n z i e n v a n de L a t i j n s c h e s c h o o l te Dordrecht, bij het a l d a a r i n s g e l i j k s af- gelegd bezoek. D o c h niet alle overige Latijnsche scholen leveren z u l k e g u n s t i g e u i t k o m s t e n ; i n z o n d e r h e i d d i e s c h o l e n n i e t , waai- de geheele o m v a n g v a n het o n d e r w i j s a a n d e n r e c t o r , zon- d e r e e n i g e , o f a l t h a n s g e n o e g z a m e m e d e h u l p , is o p g e d r a g e n . O o k die s c h o l e n n i e t , w a a r w e i n i g a c h t w o r d t g e s l a g en o p de b e p a l i n g v a n a r t . 5 v a n het K o n i n k l i j k b e s l u i t v a n 3 A u g u s t u s i 8 i 5 , n ° . 1 4 , » dat g e e n l e e r l i n g k a n w o r d e n » t o e g e l a t e n , d a n v a n w i e n bij een v o o r a f g a a n d e x a m e n » z a l g e b l e k e n z i j n , dat hij i n de bij dat a r t i k e l v e r m e l d e » l e e r v a k k e n w e l b e d r e v e n i s " , o f w a a r de o p k l i m m i n g tot h o o g e r e k l a s s e n i e t a f h a n k e l i j k w o r d t g e s t e l d v a n eene ge- n o e g z a m e m a t e v a n g e m a a k t e v o r d e r i n g e n i n i e d e r b e h a n - deld vak. De o m s t a n d i g h e i d , dat slechts é é n p e r s o o n met het geheele o n d e r w i j s belast is , heeft de L a t i j n s c h e s c h o o l te Wageningen te niet d o e n l o o p e n , bij d e n l a n g d u r i g e n z i e k e l i j k e n t o e s t a n d des r e c t o r s . Z o o d a n i g e t o e s t a n d des r e c t o r s heeft o o k n a - deel igen i n v l o e d geoefend o p de L a t i j n s c h e s c h o o l te Doesborg h ; o f s c h o o n d e z e n e e n b e k w a m e c o n r e c t o r o p zijde staat, terwijl door een' onderwijzer v a n den eersten r a n g voor het o n d e r w i j s d e r w i s k u n d e e n z . z oo g o e d m o g e l i j k i n d i t v a k e n i n het v e r d e r o n t b r e k e n d e is v o o r z i e n . O n d e r de L a t i j n s c h e s c h o l e n , w a a r het getal l e e r a a r s m e e r g e ë v e n r e d i g d is a a n d e n o m v a n g v a n het o n d e r w i j s , z i j n er v e l e , w a a r het o n d e r w i j s o p eene a l l e z i n s v o l d o e n d e w i j z e w o r d t gegeven ; de v o o r n a a m s t e z i j n : d i e te Breda, w a a r , t e n g e v o l g e v a n d e n i j v e r des b e k w a m e n r e c t o r s e n het a a n s t e l l e n v a n e e n e n k u n d i g e n o n d e r w i j z e r v o o r de w i s - e n a a r d r i j k s k u n d e m i t s g a d e r s v o o r de ge- s c h i e d e n i s , het geta l l e e r l i n g e n i n de laatste j a r e n n a g e n o e g v e r d r i e v o u d i g d is ; te Gorinchem , w a a r , s e d e r t de w i s k u n d e a a n e e n e n i n d i t v a k z e e r b e d r e v e n o n d e r w i j z e r is t o e v e r t r o u w d , het geheele o n d e r w i j s g o e d g e r e g e l d e n a l l e z i n s v r u c h t b a a r is ; te Utrecht, w a a r de b e g i n s e l e n d o o r w i j l e n d e n ü t r e c h t - s c h e n h o o g l e e r a a r Bh. van Beusde, i n zijne B r i e v e n over h e t h o o g e r o n d e r w i j s o n t w i k k e l d , v o o r t d u r e n d m e t ge-
58 w e n s c h t g e v o l g w o r d e n toegepast e n d i e n o v e r e e n k o m s t i g h e t v a k - s y s t e e m i n w e i k i n g b l i j f t , v o l g e n s h e t w e l k a a n i e d e r l e e r a a r e e n a f z o n d e r l i j k v a k v o o r v e r s c h e i d e n k l a s s e n is o p - gedragen ; T e Zwolle, w e l k s L a t i j n s c h e s c h o o l o n d e r de best i n g e - rigte moet gerangschikt w o r d e n . T e Dokkum , Harlingeh e n Sneek, i n w e l k e steden , bij e e n s c h o o l b e z o e k , liet o n d e r w i j z e n d p e r s o n e e l d e r L a t i j n - s c h e s c h o l e n o n g e n o e g z a a m w a s b e v o n d e n , is het sedert o p eene v o l d o e n d e w i j z e v e r m e e r d e r d , i n z o n d e r h e i d te Sneek. A l d a a r -was h e t o n d e r w i j s , met. u i t z o n d e r i n g v a n d a t d e r w i s k u n d e , a l l e e n a a n d e n r e c t o r o p g e d r a g e n , t e r w i j l de m e t l a a t s t g e m e l d l e e r v a k belaste o n d e r w i j z e r niet t e n v o l l e v o o r zijne t a a k b e r e k e n d s c h e e n S e d e r t is a a n d e n r e c t o r e e n c o n r e c t o r t o e g e v o e g d , e n de o n d e r w i j z e r d e r w i s k u n d e v e r v a n g e n d o o r e e n e n , d i e o p de v e r e i s c h t e h o o g t e d e r wetenschap staat: » H i e r d o o r " aldus d r u k k e n curatoren zich u i t i n h u n v e r s l a g , » heeft h e t o n d e r w i j s i n h e t a l g e m e e n i n » u i t b r e i d i n g e n d e g e l i j k h e i d g e w o n n e n en h e b b e n de l e e r - » linge n daarvan aanvankelijk gewenschte vruchten genoten. » I m m e r s t h a n s heeft n i e t a l l e e n het o n d e r w i j s i n de k l a s - » sieke talen meer geregeld i n alle t a k k e n k u n n e n gegeven * w o r d e n , m a a r o o k k u n n e n de w e t e n s c h a p p e n n a a r eene » m e e r gepaste i n d e e l i n g i n u i t g e b r e i d h e i d e n o m v a n g e n » bij o p k l i m m i n g ingerigt w o r d e n " . T e Assen o n t z i e t de r e c t o r tijd n o c h k r a c h t s - i n s p a n n i n g o m z i j n e k w e e k e l i n g e n l e t t e r k u n d i g e n w e t e n s c h a p p e l i j k te v o r m e n e n a l z o o a a n de e i s c h e n des tijds te v o l d o e n ; o o k i s a l d a a r h e t g e t a l l e e r a a r s g e ë \ e n r e d i g d a a n het a a n z i e n l i j k getal leerlingen . I n Noordbrabant z i j n eenige L a t i j n s c h e s c h o l e n , w e l k e r l e e r a a r s , volgens een veeljarig g e b r u i k , uit d e n geestelijken s t a n d z i j n g e k o z e n ; d o c h i n de laatste j a r e n is het r e c t o r a at v a n een viertal dier i n r i g i i n g e n , bij vacature, overgegaan op w e r e l d l i j ke p e r s o n e n , bezittende d e n graad v a n doctor i n d e l e t t e r e n . H e t z i j n d i e te Boxmeer, te Grove, te'sllerlogenbosch e n te Oosterhout. O n d e r de n o g a a n w e z e n d e r e c t o r e n v a n d e n geestelijken s t a n d , heeft d i e d e r L a t i j n s c h e s c h o o l te Gemert d e n g r a a d v a n c a n d i d a a t i n de l e t t e r e n v e r w o r v e n , t e r w i j l hij z i c h v o o r h e t ('octoraat t r a c h t te b e k w a m e n De o v e r i g e , d i e n o g g e e n ' a c a d e m i s c h e n g r a a d i n de l e t t e r e n
b e z i t t e n , z i j n slechts tijdelijk m e t de w a a r n e m i n g v a n de b e t r e k k i n g b e l a s t , i n de v e r w a c h t i n g , dat zij z i c h v o o r d e n vereischten graad zullen voorbereiden. I n eenige p l a a t s e n v a n Friesland is het r e c t o r a a t d e r L a - t i j n s c h e s c h o o l m e d e s i n d s e e n a a n t a l j a r e n d o o r d e n p r e - dikant bekleed. D e meeste dier Latijnsche scholen zijn i n d e n laatsten tijd v a n l i e v e r l e d e v e r v a l l e n , o m d a t de v e r v u l - l i n g der k e r k e l i j k e en herderlijke pligten den leeraar vaak belemmerde z i c h g e n o e g z a a m toe te w i j d e n a a n z i j n r e c - t o r s - a m b t . K r a c h t e n s e e n K o n i n k l i j k b e s l u i t w o r d t d a n o o k tegen- w o o r d i g , bij v a c a t u r e v a n de p r e d i k a n t s p l a a t s , de L a t i j n s c h e s c h o o l o p g e h e v e n , en z i j n d i e n t e n g e v o l g e de b e d o e l d e s c h o l e n reeds tot o p d r i e v e r m i n d e r d : d i e te Joure, te Hinlopen e n te Stavoren, w a a r v a n a l l e e n de e e r s t g e m e l de e e n n o g n o e m e n s w a a r d i g getal l e e r l i n g e n telt. Bij he t a t h e n a e u m te Maastricht z i j n , o p eene e n k e l e u i t z o n d e r i n g n a , de n i e u w e l e e r a a r s , d o o r de u i t b r e i d i n g n o o d i g g e w o r d e n , b e n o e m d o f v o o r g e d r a g e n , z o o d a t de o p e n i n g d e r 2de a f d e e l i n g , i n het v e r s l a g o v e r 1846 m e e r b e p a a l d a a n g e d u i d , is m o g e l i j k g e w o r d e n . H e t o n d e r w i j s is v o o r t s o p d e n b e s t a a n d e n voet g e g e v e n , e n heeft b i j het a a n w e z i g getal v a n 120 l e e r l i n g e n z e e r b e v r e d i g e n d e u i t k o m - sten opgeleverd. O p het c o l l e g i e te Roermond heeft h e t g e m i s v a n e e n e n d e r d e n leeraar een nadeeiigen i n v l o e d g e h a d , zoodat het a a n t a l l e e r l i n g e n tot o p 41 is v e r m i n d e r d Het voltallig m a k e n v a n het o n d e r w i j z e n d p e r s o n e e l z a l o n g e t w i j f e l d w e d e i eene v e r m e e r d e r i n g ten g e v o l g e h e b b e n . B l i j k e n s d e n h i e r n a v o l g e n d e n v e r g e l i j k e n d e n staat v a n h e t g e t a l l e e r l i n g e n o v e r de j a r e n 1842 — 1847 is het t o t a a l w e d e r o m v e r m e e r d e r d , n i e t t e g e n s t a a n d e de v e r m i n d e r i n g i n sommige p r o v i n c i ë n . In d i e n staat z i j n niet o p g e n o m e n de l e e r l i n g e n d e r 2de a f d e e l i n g v a n de g y m n a s i e n , w i e r g e z a m e n l i j k getal i n 1847 120 b e d r o e g .
40 V E R G E L I J K E N D E S T A A T van het getal leerlingen der Gymnasien en Latijnsche scholen.
TROVINCIE.
Noordbrabant Gelderland . Zuidholland . Noordholland Zeeland . . Utrecht Friesland Overijssel . Groningen . Drenthe Limburg
Te
. . . . .
1842
. . . . .
. . . . .
. . . . .
261 175 220 14 7 28 8 82 65 85 42 190 9
. .
. .
. .
. .
zamen
.
.
i3g3
LAGER
1843.
1844.
1845
1846.
1847.
295 143 236 *6o 3i 97 8g 72 90 38 200
296 i59 238 36 99 91 74 87 46 198
288 175 242 i3g 34 114 90 80 84 64 197
293 164 247 154 34 io3 108 86 92 5g 174
390 177 256 «4 36 95 104 112 111 60 161
1481
1507
1514
'543
1451
1
ONDERWIJS.
Noordbrabant. M e t h e t v ó l k s - o n d e r w i j s is h e t i n d i t g e w e s t n i e t o n - g u n s t i g g e s t e l d ; i n z o n d e r h e i d o p de o p e n b a r e s c h o l e n is het o o r d e e l k u n d i g en deugdelijk. V a l t er over het algemeen niet h o o g e l i j k te r o e m e n o p s c h i t t e r e n d e t o o n b e e l d e n , het geheel gaat e e n e n g o e d e n e n g e l i j k m a t i g e n g a n g . D i e d e u g d z a a m - h e i d , o p goede e n vaste g r o n d e n r u s t e n d e , m e t k l e m e n uit d e w a r e b e g i n s e l e n o p p r i j s g e s t e l d d o o r d e n w e l g e - z i n d e n o n d e r w i j z e r , m o g e i n e e n i g v o r i g j a a r m i n d e r v o o r - u i t z i j n g e g a a n , o v e r het g e h e e l m a g m e n z i c h v e r b l i j d e n , dat m e n i n 1 8 4 7 h e t goede m o g t b e h o u d e n , e n e r o p m e e r - d e r e p l a a t s e n i n de b e v e s t i g i n g e n u i t b r e i d i n g v a n e e n ver- b e t e r d o n d e r w i j s eene s c h r e d e v o o r w a a r t s is g e d a a n . D e s n i e t t e m i n heeft het o n d e r w i j s g e e n s z i n s d i e a l g e m e e n - h e i d b e r e i k t , w e l k e h e t b e h o e f t , e n w a a r v o o r het v a t b a a r is. D e d r u k d e r t i j d e n e n de t o e n e m e n d e v e r a r m i n g h e b b e n o n t e g e n z e g g e l i j k i n de laatste j a r e n e e n e n n a d e e l i g e n i n v l o e d
44 op de uitbreiding van het onderwijs gehad. Het gemis van ondermeesters op vele scholen werkt mede ongunstig; het getal onderwijzenden is niet geëvenredigd aan dat der leer- lingen. Men gevoelt die behoefte, dat gebrek wel ; doch de uit- gaven , aan eene voorziening verbonden, zijn een gewigtige hinderpaal, ofschoon men van regeringswege zooveel mo- gelijk trachtte helpen, en i n 1847 zeven onderwijzers van rijkswege jaarwedden zijn verleend ter tegemoetkoming i n de bekostiging van ondermeesters. De wijze van betaling der schoolgelden, veelal ongelijk en ondoelmatig, heeft mede nadeelige gevolgen voor het onderwijs. Eindelijk treft men nog hier en daar oude, afgeleefde of ongeschikte hoofdonderwijzers aan, die men gaarne zou willen ontslaan, en die zeiven gaarne hunne betrekking zouden willen nederleggen; doch er bestaat geene gelegen- heid om hun een matig jaargeld te verzekeren en voor gebrek te beveiligen. Doch van den anderen kant mag men met genoegen ver- melden, dat voor het uitwendige van het onderwijs vrij algemeen goede zorg gedragen wordt. Men vindt wel op onderscheidene plaatsen nog gebrekkige schoollocalen, maar weder op andere heeft men uit eigene beweging of bij ver- standige en ernstige opwekking handen aan het werk ge- slagen , en met hulp van het Rijk en de provincie, vermin- dert dit vroeger meer uitgebreid kwaad van jaar tot jaar. De stoffelijke verbeteringen i n dit jaar aangebragt be- vestigen dit. Van rijkswege werd hiertoe verleend eene som van f 25oo, weike onder de navolgende gemeenten ver- deeld is , terwijl aan ieder dier gemeenten van wege de provincie een gelijk bedrag werd toegekend, als : aan de gemeente Duizel en Steensel, voor den opbouw van een behoorlijk schoollocaal te Steensel, f 600; aan de gemeente Someren, voor een nieuw te bouwen schoollocaai, f 800; aan de gemeente Vlijmen, voor den opbouw van het schoollocaal, een nader subsidie van f 3oo ; aan de gemeente Best, voor de vergrooting van het schoollocaal en de herstelling van het schoolhuis f 3oo; aan de gemeente Bakel en Milheeze, voor den opbouw a
a
n
4"2 van een schoollocaal en onderwijzers-woning te MUheeze, f 5oo. De verordeningen ter verzekering der hetere inrigting der scholen en van het onderwijs werden naar behooren na- geleefd. De toelagen voor verwarming bleven goed geregeld en op haren tijd uitbetaald en de stellen maten en gewigten zijn bijna in elke school voorhanden. Aan de onderwijzers wordt, zoo door de plaatselijke besturen als door de geheele burgerij , welverdiende ach- ting en genegenheid bewezen , hetgeen niet nalaat van welda- digen invloed op het onderwijs en het leven der onderwijzers te zijn. Zedelijkheid en braafheid worden hierdoor onder de bevolking onmerkbaar , maar des niet te minder krachtig bevorderd. De onderwijzers verdienen dan ook deze achting , want bijna zonder uitzondering munten zij voorbeeldig uit door zedelijkheid en trouwe pligtsbetrachting; zij wijden zich ge- heel aan hunne school, en waar nog enkelen door de uit- oefening van nevemberoepen niet datgene voor de school w a r e n , wat z i| behoorden te z i j n , met opoffering van vele voordeden hebben zij zich van die beroepen ontdaan. Dagelijks en met vrucht oefenen zij zich i n het ver- krijgen van theoretische en practische kennis voor hun uitgebreid vak , waartoe ook het onderwijs door den hoofd- onderwijzer Heer, te Tilburg , gegeven aan ondermeesters en kweekelingen van zijne en van andere scholen i n den omtrek , kennelijk bijdraagt. Het aantal openbare en bijzondere scholen onderging weinig verandeung; het getal der openbare werd niet ver- meerderd; daarentegen zijn er ééne bijzondere der tste en drie der 2de klasse opgerigt. Op weinige scholen hadden school-examens en prijs- uitdeelingen plaats; op onderscheidene blijft men de gewoonte houden , om opzettelijk éénmaal 's jaars onderzoek te doen naar de vorderingen der leerlingen, hetgeen voor- zeker strekt om den leerlust en den ijver van onderwijzers en jeugd op te wekken. Gelderland, De scholen ten platten lande worden over het algemeen
45 niet geregeld genoeg bezocht, om doelmatige ontwikkeling te bezorgen. Men kan aannemen, dat de kinderen slechts gedurende vier maanden de school onafgebroken bezoe- ken. Zoodra de krachten des ligchaams eenigermate zijn toegenomen, komt de verstandelijke vorming op den ach- tergrond te staan. De oorzaak van dit verschijnsel moet gezocht worden èn in het onvermogen van vele ouders, om het schoolgeld, hoe gering ook, te betalen, èn in de weinige belangstelling in het onderwijs zelf. Bovendien is de leerwijze niet overal practisch genoeg, en wordt het verband tusschen school en leven niet genoegzaam in het oog gehouden. De min gunstige toestand van het onderwijs op vele plaatsen is ook toe te schrijven aan de vergevorderde jaren of ongeschiktheid der hoofdonderwijzers, die noodzakelijk behoorden vervangen te w o r d e n ; terwijl daar, waarin die behoefte door eenen bekwamen ondermeester eenig- zins voorzien zou kunnen worden, d i t , uit hoofde van den finantiëlen toestand, hetzij van den hoofdonderwij- z e r , hetzij van de burgerlijke gemeente, öf niet geschiedt, öf de gedurige verwisseling van zoodanige ondermeesters mede hoogst nadeelig werkt op den gang van het onder- wijs, zoowel als op orde en tucht in de school. E r zijn echter i n dit gewest vele voortreffelijke scholen , die tot voorbeeld kunnen verstrekken, en waar een uit- muntend practisch onderwijs wordt gegeven, dat geheel aan de behoefte voldoet. Het onderwijs i n de aardrijkskunde des vaderlands, en inzonderheid der provincie, wordt door vele onderwijzers, die van de noodzakelijkheid van hetzelve doordrongen zijn en van wege de gemeentebesturen door de levering der vereischte kaarten worden aangemoedigd en ondersteund, met vrucht gegeven. Lezen, schrijven, rekenen en aardrijkskunde worden bij dezen zoodanig onderwezen, dat zij een nieuw leven in de bevolking scheppen , terwijl de zangkunst meer en meer met goed gevolg wordt beoefend. Navolgenswaardig is het voorbeeld van onderscheidene gemeentebesturen, die jaarlijks eene som op de plaatselijke begrooting uittrekken, uitsluitend bestemd om minvermo- gende ouders, die meer dan één kind ter school zenden,
44 in de betaling der schoolgelden ter hulp te komen. Deze maatregel werkt zeer heilzaam, omdat hij aanleiding geeft, dat vele kinderen onderwijs genieten, die er anders wel- Jigt van verstoken zouden blijven : ook biedt hij aan de hoofden der gemeenten een gepast middel aan, om de nalatige ouders met kracht te nop«m, hunne kinderen ge- regeld ter school te zenden, waartoe de medewerking van particuliere personen gunstig bijdraagt. Het onderwijs in de steden levert te dien opzigte betere resultaten op dan dat ten platten lande, deels door het meer geregeld schoolgaan der kinderen, deels doordien er armenscholen bestaan, aan welke men meer en meer be- hoefte gevoelde, en waarvan dan ook krachtdadig werk gemaakt wordt. Het getal openbare scholen is onveranderd gebleven , terwijl de bijzondere scholen der iste klasse met twee, die der 2de klasse met ééne zijn vermeerderd. In de meeste steden en op eenige dorpen vinden de avond-, Zondags- en herhalingsscholen steeds meerdere voorstanders en ijverige bevorderaars. Ook op welingerigte bewaarscholen mag Gelderland roem dragen. Plaatselijke besturen, bijzondere collegien en personen werken meer dan vroeger daartoe i n ruime mate mede. Aan goede kostscholen ontbreekt het mede niet. Het gebruik der schoolboekjes geeft over het algemeen geene moeijelijkheid, omdat men zich zorgvuldig wacht zoodanige te nemen, waaruit, voor wien het ook moge zijn, de minste ergernis ten opzigte der geloofsleer zou kunnen ontstaan. Ter voorziening in de behoeften aan nieuwe schoolgebouwen en onderwijzers-woningen wordt van tijd tot tijd de hulp der provincie en van het Kijk ingeroepen. Wanneer de ontwerpen onderzocht en goedgekeurd zijn, wordt die h u l p , voor zooverre daartoe gelegenheid i s , verleend. !n 1847 is zoo doende ten behoeve van drie scholen een onderstand van f 2554 door de provincie verleend; ter- wijl te dien einde van rijkswege eene som van f 25oo is verstrekt, namelijk: aan de gemeente Zoelen, voür de vergrooting van het
45 schoollocaal en het bouwen van eene onderwijzers-woning te Kapel-Avezaath f 1000 aan de gemeente Harderwijk, voor de vernieuwing der onderwijzers-woning te Hierden
600
aan de gemeente Heteren, voor de oprigting eener school te Randwijk
900
Zuidholland. In het algemeen mag men van de onderwijzers in dit gewest, inzonderheid van die der openbare scholen , de verklaring afleggen , dat zij door eene genoegzame mate van bekwaamheid en geschiktheid , voor hunne gewigtige betrekking wel be- rekend zijn , en door goeden w i l en ijverige pligtsbetrachting zich hunner belangrijke roeping waardig betoonen. Wanneer ten dezen opzigte ook al hier of daar , door ouderdom , ongesteldheid , of andere tijdelijke en voorbijgaande zwarig- heden , iets te wenschen overbleef, werd dit gebrek doorgaans verholpen , hetzij door eervol ontslag met billijk pensioen, waartoe de gemeente zich eenige buitengewone opoffering getroostte, hetzij door toevoeging van eenen geschikten hulp- onderwijzer; en meer dan ééne school ontving , door de aanstelling van eenen nieuwen jeugdigen onderwijzer, een geheel nieuw leven. » Het onderwijs i s , bijna zonder eenige uitzondering, overal classicaal ; in talrijke scholen zijn meestal de leerlingen op ordelijke en doelmatige wijze verdeeld, in sommige minder talrijke — inzonderheid hier en daar ten platten lande, waar het den onderwijzer maar al te dikwijls aan de noodige hulp ontbreekt — is de classificatie wel eens weinig meer dan schijnbaar, ook door vaak te groote versnippering der af- deelingen. Eene tafel van werkzaamheden, die i n sommige districten in alle scholen steeds voorhanden is , regelt de ordelijke afwisseling der verschillende vakken van onderwijs , waar- door veelal eene eenzijdige vorming wordt voorgekomen. Het onderwijs i s , naar de mate der gaven van de onder- scheidene onderwijzers, meer of minder oordeelkundig; overal legt men er zich op toe , om den kinderen niet enkel
46
werktuigelijke kennis aan te brengen, maar ook ban verstand te ontwikkelen, hun oordeel te scherpen en ben te leereu denken en bevatten. De verschillende vakken van onderwijs, inzonderheid hetleeren lezen, reeds met de eerste beginselen, de klankmethode, aangevangen, worden in de meeste schoten hieraan met zorg dienstbaar gemaakt. De onderhoudende wijze, waarop het onderwijs doorgaans gegeven wordt , gepaard meestal met een' zachtmoecligen en kinderlievenden toon , verbindt op vele plaatsen de jeugd aan hare onderwijzers , en doet haar doorgaans de school met lust en liefde bezoeken. Slechts hier en daar laat nog de tucht te wenschen over, en zijn er onderwijzers, die geheel ten onregte vermeenen, dat men de kinderen zonder norsche bestraffing en lig- chamelijke kastijding niet altijd tot onderwerping en ge- hoorzaamheid dwingen kan. [n het algemeen toonen de onderwijzers het hoofddoel hunner werkzaamheid wel te verstaan en van het gewigt doordrongen te zijn , dat zij niet alleen den geest bescha- ven , maar ook het hart tot alle deugden vormen moeten. Verbetering in leerwijze en hulpmiddelen wordt, althans in sommige districten , met zorg en naauwgezetheid onder- zocht en aangewend. Klankmethode een letterkast zijn niet alleen vrij algemeen , maar ook de nieuwere schrijfleerwijzen en de rekenmachine ziet men in onderscheidene scholen met vrucht aanwenden. Het rekenen uit het hoofd is vrij alge- meen ingevoerd. Het zangonderwijs i s , inzonderheid i n de steden , aanmerkelijk vooruitgegaan. Ook de gymnas- tiek heeft hier en daar voorstanders en beoefenaars ge- vonden. De vruchten van dit een en ander zijn dan ook in de vor- deringen der kinderen veelzins merkbaar, en zouden gewis nog overvloediger gezien worden, wanneer de druk dei- tijden, die vele ouders buiten staat stelt het schoolgeld te betalen , de veel te algemeen geworden gewoonte om de kin- deren uitsluitend des winters ter school te zenden, en op veel te jeugdigen leeftijd, zoodra zij slechts eenige vordering bespeuren, aan het onderwijs geheel te onttrekken, en het gebrek aan ondermeesters , vooral ten platten lande , geene onoverkomelijke hindernissen daartoe opleverden. T e r voorziening in de behoefte aan nieuwe of de her-
47 s t e l l i n g en vergrooting der bestaande schoolgebouwen w e r d e n d o o r de p r o v i n c i e b e l a n g r i j k e s o m m e n t o e g e s t a a n , w a a r t o e t e v e n s v a n r i j k s w e g e de v o l g e n d e s u b s i d i e n w e r d e n v e r - leend, als: a a n de g e m e e n t e Hardinxveld v o o r d e n o p b o u w v a n een n i e u w s c h o o l l o c a a l . . . . . . . .
f i
a a n de g e m e e n t e Stellendam, v o o r de h e r s t e l l i n g en v e r g r o o t i n g v a n het s c h o o l g e b o u w . . . . . aan
de
g e m e e n t e Niemvkoop en Noorden,
5 o 0
1,000
voor
d e n o p b o u w v a n e e n s c h o o l g e b o u w te Nieuwkoop.
-
i,5oo
T e 's Gravenhage is v o o r eene d e r s t a d s - a r m e n s c h o l e n e e n geheel n i e u w locaal g e s t i c h t , h e t w e l k niet alleen g r o o t e r , m a a r o o k d o e l m a t i g e r is d a n het o u d e , h e t w e l k is afgebroken.' Z o o w e r d o o k d o o r de z o r g v a n r e g e n t e n d e r C h a n t a b e l e S o c i e t e i t s - s c h o o l a l d a a r , het n i e u w e s c h o o l g e b o u w , w e l k s a a n b o u w i n het v o r i g e v e r s l a g w e r d v e r m e l d , i n 'dit j a a r v o o r r u i m 3oo k i n d e r e n gevestigd. H e t l o c a a l d e r o p e n b a r e s c h o o l te Loosduinen heeft eene aanmerkelijke v e r g r o o t i n g o n d e r g a a n : zoo o o k dat te Wateringen e n te Katwijk aan Zee; t e r w i j l n i e u w e s c h o l e n g e b o u w d o f b e s t a a n d e g e h e e l v e r n i e u w d z i j n te Voorschoten, a a n de Kaag , te Stad aan 'f Haringvliet en den Bommel. O o k heeft het s t e d e l i j k b e s t u u r v a n Delft e e n l o c a a l af- g e s t a a n t e n b e h o e v e d e r S o p h i a - b e w a a r s c h o o l . H e t getal s c h o l e n i n deze p r o v i n c i e heeft i n d e n l o o p dezes j a a r s geene m e r k b a r e v e r a n d e r i n g o n d e r g a a n . D a t d e r o p e n b a r e is o n v e r a n d e r d g e b l e v e n . W e l w e r d te Leyden, w e g e n s de u i t b r e i d i n g v a n het o n d e r w i j s a a n het g y m n a s i u m ! de s t e d e l i j k e k o s t - e n d a g s c h o o l bij d e n d o o d v a n ' d e n o n d e r - w i j z e r Nieuwveen o p g e h e v e n ; d o c h d a a r e n t e g e n w e r d te OudBeijerland eene t w e e d e o p e n b a r e s c h o o l o p g e r i g t . D e i n r i g t i n g ter v o r m i n g v a n k w e e k e l i n g e n tot b e k w a m e o n d e r w i j z e r s , w e l k e bij de s t a d s s c h o l e n a l g e m e e n i n s t a n d w o r d t g e h o u d e n , l e v e r t steeds g e w e n s c h t e u i t k o m s t e n . Te Schiedam is e r d o o r t o e v o e g i n g v a n t w e e o n d e r m e e s t e r s eenige u i t b r e i d i n g a a n g e g e v e n . IN opens de r i j k s - k w e e k e l i n g e n v o o r d e n s t a n d v a n s c h o o l - o n d e r w i j z e r e s s e te Delfshaven, Gorinchem e n Katwijk aan den Rhijn z i j n v o l d o e n d e b e r i g t e n i n g e k o m e n .
48 Het getal welingerigte bewaarscholen is dit jaar wederom toegenomen en van 39 tot 44 geklommen; onder anderen zijn er te Loosduinen en te Katwijk opgerigt. Noordholland. Ook in deze provincie legt het meerendeel der onder- wijzers er zich op toe, zoodanig onderwijs op de scholen te geven , als lot eene behoorlijke maatschappelijke opleiding der aan hunne zorg toevertrouwde jeugd gevorderd wordt, en in het algemeen mag men van hen zeggen , dat zij i n het goede volharden, zich verder oefenen, door lezen en onderlinp gesprek zich meer en meer beschaven en voor hunne betrekking bekwamen. De verbetering van het onder- wijs neemt dan ook voortdurend toe, en het maken van opstellen voor de vuist of naar gegeven onderwerpen of woorden, de gepaste antwoorden op de vragen na en over het gelezene, het rekenen uit het hoofd , het teekenen van kaarten, de aanvangs-oefeningen op de l e i , de nieuwe schrijfwijze hier en daar, en het verbeterd gezang; dit een en ander geeft hiervan de duidelijkste bewijzen. Waar in een of ander opzigt iets te verbeteren v a l t , beijveren de schoolopzieners zich steeds , de vereischte maatregelen te beramen om daarin te voorzien, en hunne pogingen . zoo- wel als die van de plaatselijke schoolcommissien , bij de plaatselijke besturen, ondervinden veelal de gewenschte bij- val en ondersteuning. Niettemin mag het niet verzwegen worden, dat er nog enkele onderwijzers aangetroffen wor- den, omtrent welke wel iets te wenschen overblijft. Is ouder- dom' of zijn ligchaamsgebreken daarvan oorzaak , dan tracht men, daarin te voorzien door toevoeging van eenen bekwa- men ondermeester, en langs dien weg heeft men op meerdere plaatsen eene merkbare verbetering kunnen te weeg brengen. Maar dit middel kan niet te baat worden genomen in de plaatsen, waar de onderwijzer nog in de kracht zijns levens i s , en voldoende geschiktheid bezit, doch daarvan geen zoodanig gebruik maakt, als men in billijk- heid mogt verwachten en verlangen. Het aantal van dezen is echter'gering , en omtrent hen blijft de hoop levendig, dat zij gehoor zullen geven aan de aanmaningen en goede raadgevingen der schoolopzieners.
49 Van dadelijk pliglverzuim is echter gelukkig geen blijk voorhanden. Van het gegeven onderwijs wordt veelal een vlijtig ge- bruik gemaakt; nogtans is de getrouwe opkomst der leer- lingen wel eens belet ten gevolge van de zoo algemeen geheerscht hebbende ziekten. De klagten, dat, vooral ten platten lande, de kinderen de scholen vroegtijdig verlaten , verminderen echter niet. De oorzaak daarvan is niet zoozeer gebrek aan belangstel- ling , maar moet hoofdzakelijk daaraan worden toegeschre- v e n , dat de hulp der kinderen door de ouders gebezigd wordt, om in de behoeften van het gezin te helpen voor- zien. De heihalings- en avondscholen , welke op vele plaatsen zijn opgerigt, bieden eene gepaste gelegenheid a a n , om van het vroeger genoten onderwijs verder nut te trekken; met lof verdient herdacht te worden hetgeen, tot bevor- dering van dat oogmerk , door de zorg en onder opzigt van de op vele plaatsen gevestigde afdeelingen der Maat- schappij : Tot Nut van 't Algemeen, wordt tot stand gebragt. Het groot aantal van hen , die aan het onderwijs op derge- lijke scholen deel nemen, getuigt van de belangstelling, en aangenaam is het te kunnen vermelden, dat de gegeven voorbeelden meer en meer navolging vinden. 's Rijks kweekschool van onderwijzers, ten jare 1816 te Haarlem opgerigt, handhaaft voortdurend haren verkre- gen roem , onder de leiding van haren verdienstelijken directeur. De opleiding der kweekeiingen is niet alleen theoretisch maar ook practisch. Des daags brengen zij hunne aangeleerde kundigheden, zooverre noodig, in beoefening, bij geregelde afwisseling, deels, onder den directeur zeiven, i n de leerschool van kinderen tusschen vijf en tien j a r e n , welke aan de kweek- school verbonden i s , deels in de scholen te Haarlem, waai- de leerwijze der kweekschool gevolgd wordt. Aldus ge- v o r m d , zijn de kweekeiingen, i n het werkdadige leven ge- treden, grootehjks bevorderlijk aan de verdere verspreiding van het doelmatig schoolonderwijs, niet alleen hier te lande, maar ook i n onze overzeesche bezittingen, waar zij bij voorkeur verlangd worden. Tot voorziening in de behoeften aan nieuwe schoolse-
4
50 bouwen en onderwijzerswoningen, alsmede tot herstelling van de bestaande, zijn weder van rijkswege subsidien ver- leend , en hierin heeft ook de provincie bijgedragen , gelijk uit het navolgende blijken kan. Voor den aanbouw van een nieuw schoollocaal te Warder, alsmede te Andijk, werd van rijkswege aan eerstgemelde gemeente een subsidie van f rooo en aan laatstgenoemde van f 800 toegestaan , terwijl daarvoor gelijke sommen uit de provinciale fondsen zijn verleend. Evenzoo werd , voor den opbouw van een schoollocaal en onderwijzers- woning te fVadway, aan de gemeente Wognum, lot aan- vulling van hetgeen reeds vroeger was toegekend, eene som van f 600 van rijkswege verstrekt Aan de gemeente Beverwijk werd tot hetzelfde einde eene som van f 7^0 van rijkswege verleend, met toezegging vaneen nader subsidie tot geli|k bedrag voor het 1848. Uit de provinciale fondsen zijn aan beide gemeenten gelijke subsidien gegeven. Voorts zijn uit de provinciale fondsen toegelegd : aan de gemeente Midwoud, tot den bouw van eene school en onder- wijzers-woning, f i 5 o o ; — aan de gemeente Texel, v o o r d e oprigting eener school en onderwijzers woning te Oost, f 7 0 0 ; — aan de gemeente Buizen, voor de vergrooting van de school aldaar, f 5 5 o , — e n aan het gemeentebestuur van Castricum, voor de verbetering der onderwijzers-woning, f 3oo. Ook aan het gemeentebestuur van Nieuwer- Amstel i s , voor de vergrooting en herstelling van het schoolge- bouw te Amstelveen , een provinciaal subsidie van f 7Ü0 verleend; terwijl aan dat van Terschelling, voor een g elijk einde, f 1200 is toegezegd. Zeeland. Het schoolwezen heeft zijnen gang ordelijk voortgezet, ondersteund door de voortdurende zorg en belangstelling der betrokken autoriteiten en onderwijzers. Het gedrag, de bekwaamheid, geschiktheid en ijver der onderwijzers zijn voor het meerendeel prijzenswaardig, de uitzonderingen daarop uiterst gering. Het onderwijs , hoezeer op onderscheidene wijzen toe-
61 gepast, geschiedt vrij classicaal en oordeelkundig, i n de meeste scholen naar tabellen van werkzaamheden , in welke de verrigtingen van iedere klasse en afdeeling , voor eiken schooltijd der week., behoorlijk zijn ingedeeld, en welke indeeling te weeg brengt, dat alle deelen van het onderwijs bepaald en op hunnen tijd worden behandeld. Het leeren lezen heeft algemeen plaats volgens de klank- methode van Prinsen, met gebruik der leestafels, lees- machine en letterplankjes, i n vele scholen zonder noemens- waardige afwijking , in vele scholen nogtans met zoodanige grootere of kleinere afwijkingen en bekortingen , als den onderwijzer uit eigen of anderer ervaring meer gepast voor- komt. Algemeen zijn de scholieren, bij eenigzins getrouwe opkomst, in zeer weinige maanden tijds de leestafels doorgeloopen, en kunnen i in de leesboekjes voor eerst- beginnenden vrij goed lezen. Het lezen zelf heeft plaats uit boekjes, welke in zich vereenigen: opeenvolging, eenvoudigheid, duidelijkheid en nuttigheid. Algemeen wordt door den onderwijzer de leesles voorgelezen, waarop, na het lezen door de leer- lingen, dezen over het gelezene worden ondervraagd en het min duidelijke verklaard wordt. Intusschen blijft er vaak ten aanzien van den leestoon nog te wenschen over, n u eens wegens het orgaan, hetzij van tien onderwijzer, hetzij van de leerlingen, dan weder vermits de leestoon in de ouderlijke woning geheel anders is dan i n de school. Met genoegen kan verzekerd worden, dat uiterst zelden of nooit bedenking tegen eenig schoolboek bij de onder- wijzers of ook bij het schoolopzigt wordt ingebragt Het schrijven geschiedt algemeen naar de leerwijzen van Bonekamp en Rijkens, in zeer enkele scholen naar die van Gouka en Pabst, welke onderscheidene schrijfmethodes zeer goede uitkomsten opleveren. Door de jaarlijksche provinciale toelage , welke sedert vele jaren aan ieder districts-schoolopziener voor het onder- wijs van minvermogenden verleend wordt, zijn thans i n nagenoeg alle scholen alle leerlingen van leijen voorzien , en worden door hen al zeer vroeg vooroefeningen gemaakt in het schrijven , i n de vormleer en in het teekenen , van waar zij vroeg op het schrijven i n schrijfboeken worden overgebragt, zoodat er scholen zijn', i n welke van de hon-
32 derd leerlingen tachtig en meer i n schrijfboeken bet schrijven l e e r e n , e n z o o d a a r i n , als i n h e t v e r v a a r d i g e n v a n eigeue o p s t e l l e n , goede v o r d e r i n g e n m a k e n . V o o r a l i n d i t v a k v a n o n d e r w i j s w o r d t i n a l l e d i s t r i c t e n d e r p r o v i n c i e v o o r - uitgang waargenomen. H e t r e k e n en w o r d t i n alle scholen met z o r g aangeleerd , z o o w e l c l a s s i c a a l e n o o r d e e l k u n d i g o p het l e e r b o r d , m e t u i t l e g g i n g e n toepassin g d e r r e g e l s , a l s o p de l e i e n u i t h e t h o o f d . H e t s t e l m a t e n e n g e w i g t e n is o p a l l e o p e n b a r e scholen a a n w e z i g , en voor het oog der leerlingen zigtbaar g e s t e l d , t e r w i j l deze d a a r m e d e goed b e k e n d g e m a a k t w o r - d e n , g e l i j k t e l k e n s bij e x a m e n s e n s c h o o l b e z o e k e n d e r schoolopzieners blijkt. O o k de v e r d e r e v a k k e n v a n o n d e r w i j s w o r d e n m e t v r u c h t o n d e r w e z e n , e n de l e e r l i n g e n m a k e n d a a r i n , n a a r j a r e n e n s t a n d , goede v o r d e r i n g e n . I n v e l e g e m e e n t e n is v o o r h e t o n d e r w i j s z o o v a n a r m e n als v a n m i n v e r m o g e n d e n v o l d o e n d e g e z o r g d , m a a r i n z e e r v e l e a n d e r e laat d i t n o g v e e l te w e n s c h e n o v e r , e n blijft s c h i e r de helft v a n h e t o n d e r w i j s v e r s t o k e n . H o e z e e r t e n deze v a n t i j d tot t i j d eenige v o o r u i t g a n g t e n goede w o r d t w a a r g e n o m e n , z i j n er n o g t a n s a l te v e e l ge- m e e n t e n , i n w e l k e a l l e p o g i n g e n t e r v e r b e t e r i n g te vergeefs b l i j v e n , v e e l a l d o o r l i e t o n v e r m o g e n d e r a r m e n - o f gemeente- k a s s e n o m i n h e t n o o d i g e te v o o r z i e n . D e b i j h e t v o r i g v e r s l a g v o o r l o o p i g a a n g e k o n d i g d e uit- b r e i d i n g d e r a r m e n s c h o l e n te Middelburg, e n de o p r i g t i n g eener o p e n b a r e stedelijke z o o g e n a a m d e t u s s c h e n s c h o o l te Zierikzee, z i j n v e r w e z e n l i j k t ; b o v e n d i e n heeft h e t g e t a l s c h o l e n eene a a n w i n s t b e k o m e n , d o o r eene te IJzendijke opgerigte kostschool v o o r meisjes. V o o r t s w e r d o p de o p e n b a r e s t a d s s c h o o l te Hulst, in v e r v a n g i n g v a n de m i n d o e l m a t i g e a v o n d s c h o o l , bij w i j z e v a n p r o e f n e m i n g , het o n d e r w i j s o p de d a g s c h o o l u i t g e b r e i d m e t eene k l a s s e , b e s t e m d v o o r h e t o n d e r w i j s i n de F r a n s c h e e n a n d e r e t a l e n , a l s m e d e i n de w i s k u n d i g e w e t e n s c h a p p e n , de g e s c h i e d e n i s e n h e t g e e n v e r d e r tot eene beschaafde o p - voeding behoort, o m later, i n verband met d e n u i t s l a g dier p r o e f n e m i n g , d e b e s t e n d i g i n g d e z e r u i t b r e i d i n g i n o v e r - w e g i n g te n e m e n . O v e r i g e n s i s d o o r de v e r e e n i g d e b e m o e i j i n g v a n de d e p a r t e m e n t e n d e r M a a t s c h a p p i j : Tot Nut van 't A Ige-
53 meen, en van de Maatschappij van Toonkunst te Middelburg, eene volks-zangschool voor kinderen van minvermogenden, en te Goes eene zangschool voor onderwijzers opgerigt. Eindelijk zijn, onder behoorlijk toezigt, te Middelburg twee gymnastische scholen opgerigt, i n eene van welke het onderwijs tegen betaling wordt gegeven; terwijl in de andere dat onderwijs kosteloos is aangevangen met 20 leerlingen uit de stads - armenscholen, om later voor anderen uitgebreid te worden. De schoollocalen en schoohneubelen worden behoorlijk onderhouden, en men tracht zooveel mogelijk i n de ver- betering of vernieuwing dier materiële behoeften van het onderwijs, waar zulks gevorderd wordt, te voorzien. Zoo zijn de bij het vorig verslag aangeduide, toen in aanbouw zijnde nieuwe schoollocalen voor de gemeenten Wemeldinge en Groede, benevens de inrigting van zeker gebouw i n laatstgenoemde gemeente tot eene behoorlijke schoolonder- wijzers-woning voltooid, en al deze localen bereids i n ge- bruik genomen. De vervulling der behoefte aan een nieuw schoollocaal te Arnemuiden zal eerlang plaats hebben, ten gevolge vau het verleende subsidie uit 's Rijks kas, ten bedrage van 125oo, waartoe uit de provinciale fondsen een gelijk bedrag, met nog eene verhooging van f 3oo, is toegestaan, welke ver- hooging later bleek noodig te zijn tot bestrijding der geheele uitgaaf van den bouw van dat ruime locaal. Door gelijke hulp is het uitzigt geopend tot voorziening i n de behoeften aan een nieuw schoollocaal te St. Kruis, ter vervanging van het bestaande, en van een schoollocaal met onderwijzers-woning i n de gemeente Clinge , welke aldaar tot dusverre geheel ontbreken. Utrecht. Naar de pogingen, die door de schoolopzieners, de plaatselijke besturen en onderwijzers worden aangewend tot beschaving van het v o l k , zoude men moeten aannemen, dat die beschaving in de steden, zoowel als ten platten lande, voortdurend in gelijke evenredigheid zoude voortgaan met die pogingen. Zoodanige meening intusschen wordt niet altijd door de uitkomst bevestigd.
54 Behalve toch dat door verschillende omstandigheden het meerder getal school-kinderen niet in ieder jaar gelijken tred houdt met de toeneming der bevolking in het algemeen, zoo zijn ook daar, waar het onderwijs werkelijk genoten i s , de vruchten voor volks-welvaart en beschaving niet altijd zoo geheel voldoende als men zou mogen wenschen. Het nog minder voldoende van het onderwijs op som- mige plaatsen, het vroegtijdig verlaten der scholen, het spoedig vervliegen van het aangeleerde door materiëlen arbeid, de toenemende armoede en de daardoor ontstane zedelijke vermindering, mogen als oorzaken worden aange- merkt, waardoor het lager onderwijs niet altijd datgene op- levert wat men er van zou mogen verwachten. Met groote belangstelling mag men derhal ve voortdurend gunstige berigten vernemen van de kweekschool voor jeug- dige onderwijzers, te Utrecht opgerigt. Eene goede en doelmatige vorming der aankomende on- derwijzers, vooral wat betreft de eenvoudigheid in de be- grippen en de duidelijkheid i n de voordragt, zal w e l , bij het aanleeren der noodige kundigheden, als een der beste middelen mogen worden beschouwd, om van het onderwijs ook die bezwaren weg te nemen, welke hierboven zijn opgegeven. Het is dan ook bepaaldelijk uit dat oogpunt, dat de kweekschool met belangstelling wordt gadegeslagen, tot instandhouding van welke de Staten van dit gewest eene geldelijke bijdrage hebben verleend. Belangrijke verbeteringen van materiëlen aard aan de schoollocalen en onderwijzers-woningen hebben niet plaats gehad. Hieruit moet evenwel geenszins worden afgeleid, dat niet hier en daar zoodanige verbeteringen noodzakelijk zouden z i j n , maar gebrek aan de noodige fondsen heeft, bij de bestaande behoeften i n de gemeenten, verhinderd hierin te voorzien. Hier en daar evenwel doet het besef aan dringende ver- beteringen, pogingen in het werk stellen tot het bijeenbren- gen van gelden. Het getal der schoollocalen, die in werkelijk goeden staat zijn , is 55 ; die vrij goed zijn en door eenige verbetering in behoorlijken staat zijn te brengen 19; die slecht zijn en geheel nieuw zouden belmoren te worden opgebouwd 6.
55 Te Oud- Loosdrecht is de onderwijzers woning van de her- vormde gemeente overgenomen , en zijn er maatregelen in het werk gestekt orn het schoollocaal ie vergrooten en eene nieuwe onderwijzers-woning te bouwen. Het onderhoud der schoolmeubelen geschiedt hier en daar met onbekrompenheid, in het algemeen met zuinigheid en overleg- Toch worden nog i n sommige scholen gemist de noodige stellen van maten en gewigten ter behoorlijke onder- wijzing i n het nieuwe stelsel. Het getal der openbare en bijzondere scholen van de tweede klasse is onveranderd gebleven ; maar dat der bij- zondere der eerste klasse is met ééne vermeerderd, door de oprigting van eene school van dien aard in de stad Utrecht. Friesland. Over het algemeen is het onderwijs op de lagere scholen dit jaar in deugdelijkheid en doelmatigheid niet afgenomen. Integendeel is uit de onderscheidene verslagen der schoolop- zieners gebleken, dat bij de opleiding der jeugd meer en meer de eischen des tijds, en de behoeften zoo der ver- schillende volksklassen als der bijzondere leerlingen, werden in acht genomen , alsmede dat bij het onderligt in de be- ginselen der algemeen noodzakelijke kundigheden, de ver- lichting des verstands en de aankweeking van zedelijkheid bij de jeugd werd i n het oog gehouden. De omvang van dit onderwijs heeft voorts weinige ver- anderingen ondergaan. In alle scholen werden de lees-, schrijf-, reken- en zang- kunst beoefend en op onderscheidene plaatsen bovendien onderrigt i n het teekenen en de beginselen der aardrijkskun- de , der geschiedenis en der Nederduitsche taalkunde gege- ven ; in enkele scholen werden ook de beginselen der stel- en meetkunst en der natuurkunde beoefend. De rapporten aangaande het onderwijs in het lezen, waren over het geheel gunstig, en hielden in , dat de meeste on - derwijzers zich bevlijtigen, om bij het onderrigt eene dui- delijke uitspraak van klanken en het goed verstaan van woorden en zaken te bevorderen , en tevens den inhoud van het gelezene aan te wenden tot verstands-verlichting
5G en aankweeking van goede gezindheden , terwijl slechts in enkele scholen het lezen eentoonig, onduidelijk en zonder toepassing van de leerstof, geleerd wordt. In het onderwijs der schrijfkunst werd wel hier en daar eenige vooruitgang bespeurd , ten gevolge van de meer op- zettelijke bemoeijing der schooolpzieners; doch, behoudens zeer gunstige uitzonderingen, maken vele onderwijzers nog te weinig werk van dezen belangrijken leertak, hetzij uit onbekendheid met de beste leermethoden, of omdat hun geldelijk belang medebrengt, de kinderen zoo laat en zoo weinig mogelijk op goed papier en met goede pennen, maar des te langer en te meer op leijen te laten schrijven. Betrekkelijk het onderwijs i n de rekenkunst zijn gunstige berigten ontvangen; de meeste onderwijzers leggen zich toe op eene duidelijke verklaring en practische toepassing der cijferregels , vooral bij het rekenen uit het hoofd, dat meer en meer beoefend en doelmatiger ingerigt wordt, ook met betrekking tot het nieuwe Nederlandsche stelsel van munten , maten en gewigten. Het onderwijs in de zangkunst kan over het algemeen voldoende genoemd w o r d e n , en getuigt zoowel van den ijver en lust, als van de toenemende geschiktheid der on- derwijzers. Hoewel op de meeste scholen geen bepaald onderwijs i n de Nederduitsche taalkunde gegeven wordt, maken toch de onderwijzers hunne leerlingen bekend met de eerste taalre- gels ,de gronden der tegenwoordige spelling, de verbuigingen en vervoegingen, en den aard der rededeelen, met toepas- sing van dit een en ander bij doelmatige stijloefeningen. Het onderwijs i n de geschiedenis bepaalt zich doorgaans bij de behandeling der voornaamste gebeurtenissen in ons vaderland , en strekt zich slechts op de grootere scholen uit tot een chronologisch overzigt der voorvallen ook van andere landen. Insgelijks worden van de aardrijkskunde slechts de eerste beginselen onderwezen , en in de meeste scholen alleen voor zooveel de provincie en het vaderland betreft. Omtrent de leermethoden en leermiddelen kan n ' t a l g ' - meen berigt worden , dat zij doorgaans overeenkomstig den aard van de leervakken gekozen en doelmatig aangewend worden.
57 Bij het leesonderwijs is nog slechts i n enkele deelen der provincie de oude spelmanier i n zwang; overal elders wordt de klankmethode, veelal in den geest van Nieuwold gewij- zigd , gevolgd, met het gebruik van de daarbij passende leesboeken. Het schrijven geschiedt nagenoeg overal eerst op de l e i , en op verscheidene scholen eerst vrij laat op het papier. Terwijl eenige onderwijzers eenen geregelden gang volgen bij het schrijven , en niet tot het moeijelijke opklim- m e n , voor het gemakkelijke genoegzaam beoefend is , daarbij telkens de gebreken naauwkeurig aantoonende en verbete- rende , laten anderen te veel op de zelfoefening der leerlin- gen aankomen. Bij het rekenen wordt gewoonlijk van de theoretische regels geen verder gebruik gemaakt, dan voor practische oplossingen noodzakelijk is. Meestal geschiedt de verklaring dier regels op het bord, en nu en dan ook , met toepassing op de berekeningen , uit het hoofd. Slechts op enkele scholen wordt het onderwijs in de theorie en practijk der rekenkunst bepaald classicaal gegeven , dat echter niet altijd in bet voordeel der leerlingen blijkt te zijn. Het onderwijs i n het zingen wordt doorgaans naar geene bepaalde leerwijze gegeven. In de meeste scholen bestaat het hoofdzakelijk in stem- en geliooroefeningen, zonder behandeling van de theorie der muzijk ; slechts hier en daar wordt de methode van Smits of anderen bepaald gevolgd. De meest gebruikelijke manier om de leerlingen der volks- scholen in de kennis hunner moedertaal te oefenen, bestaat i n het doen verbeteren van foutive opstellen, het maken van taal- en redekundige ontledingen, en het vervaardigen van eigene schriftelijke opstellen, met opgave en toepassing der eerste taal- en stijlregels; deze taaloefeningen geschieden echter i n verscheidene scholen öf te weinig öf al te werk- tuigelijk , vooral bij het ontleden. Het onderwijs i n de overige leervakken, de geschiedenis, aardrijks- en natuurkunde, heeft doorgaans plaats ouder het lezen , het teekenen van kaarten en het vervaardigen van schriftelijke opstellen. De leermiddelen zijn op de meeste scholen vrij doelmatig bevonden. Met betrekking tot de schoolboeken is zooveel doenlijk , de invoering van doelmatige werkjes bevorderd-, en zijnde schadelijke of mingeschikte geweerd.
58 De tucht op de meeste scholen bleek in dit jaar weder- om zoodanig te zijn , als eene verstandige opleiding en zedelijke vorming van jonge kinderen uit verschillende°stan- den der maatschappij vereischt De meeste onderwijzers trachten eenen middelweg te houden tusschen zwakke toe- geeflijkheid en harde gestrengheid ; de kinderen door ver- maningen en opwekkingen aan gehoorzaamheid en vlijt te gewennen en h e n , door hunnen zedelijken invloed, meer dan door opzettelijk straffen en be'oonen, tot het goede aan te sporen en van het kwade af te houden. Omtrent het gedrag der onderwijzers kan een allezins loffelijk getuigenis gegeven worden. Geen enkel geval is er voorgekomen, waarin strafbepalingen op wangedrag, of overtredingen der schoolwetten , behoefden toegepast te wor- den. De meeste onderwijzers gedragen z i c h , zoo als met de eer van hunnen stand en het gewigt van hunnen post overeenkomt. Ook i n de beschaving, kennis en practische geschiktheid hebben velen bewijzen van vooruitgang ge- geven, niet slechts bij vergelijkende en andere examens, maar ook i n bunnen werkkring. Vooral is het bij de examens voor de verschillende rangen gebleken, dat verscheidene jonge onderwijzers hun voordeel gedaan hadden met de wenken en raadgevingen , die voor de zelfstudie, door de provinciale commissie van onderwijs, ter hunner behartiging waren medegedeeld. Dat zulks niet van allen kan gezegd worden, valt grootelijks toe te schrijven aan de hoogst onvoldoende gelegenheid, die de meeste kweekeiingen voor den onderwijzersstand hebben, om zich de noodige kunde en geschiktheid te verschaffen. Aanzienlijke sommen zijn wederom besteed, om de scho- len en schoolwoningen niet* slechts te onderhouden , maar ook in eenen beteren staat te brengen. Zoo werd te Leeu- warden de belangrijke bouw der Fransche school voor jongejufvroiiwen voltooid. Te Huizum werd een geheel nieuw schoollocaal opgerigt, als ook te Kóiïutnerpomp. Te Leeuwarden werd op Olde Galilcen eene kleine school bij de bestaande opgebouwd. Voorts is de school te Hichlum grootendeels vernieuwd en beter ingerigt, die te Boornbergum en te YlsL door aanbouw vergroot, terwijl de scholen te (Jreterp en te Ylst eene doelmatiger inrigting bekomen
om- hebben door eene verdeeling van elke school in twee Joca- len. Ook zijn de schoolwoningen op Olde Galileen te Leeuwarden, Hichtum, Opeinde en Dronrijp door aanbouw vergroot en beter ingerigt. Te Dronrijp is het schoolhuis , waarvan vroeger de helft vernieuwd was , nu voor de andere helft geheel verbouwd en aanzienlijk verbeterd Andere vertimmeringen en ver- beteringen hebben er plaats gehad aan de scholen of onder- wijzers-woningen te Wynaldum , Lollum , Morra , Longerhouw , Korte Zwaag, Sc herpenzee l, Langweer, Bozum en Huins. Vcorts is het schoolmeublement te Huizum geheel vernieuwd, te Boornhergum en te Hichtum verbeterd en te Suameer, Noordwolde en Schingen merkelijk vermeerderd. Overijssel. De toestand der scholen in deze provincie heeft dit jaar weinig veranderingen ondergaan. Met uitzondering van de stad Zwolle en eene enkele school op andere plaatsen, wordt het lager onderwijs uitsluitend i n openbare scholen gegeven. Het ligt in den aard dei- zaak, dat, indien het onderwijs eenmaal goed ingerigt is, daarin geene in het oog loopende verbeteringen binnen eenen jaarkring kunnen plaats hebben , of bet moet zijn in die scholen , waar een oud en minder geschikt onder- wijze.'- door eenen meer bekwamen vervangen wordt. Op deze wijze wordt jaarlijks bet j,etal scholen , waarover men minder voldaan w a s , geringer. De gein eniebestu- ren zijn niet gemakkelijk tot het geven van pensioen ie bewegen , en bet gevolg hiervan is . dat de onderwijzers niet dan in de groot te noo zakelijkheid om hun ontslag verzoeken, en voortgaan met schoolhouden, al zijn zij daartoe om hunne hooge jaren of afnemende geestvermo- gens ook minder geschikt. Het eenige middel, waardoor men nu het onderwijs op die scholen voor ac hteruitgang kan bewaren, is te zorgen, dat de oude ondeiwijzer zich van geschikte ondermeesters voorziet; maar deze maatregel is niet toepasselijk op die scholen — e n hiertoe belmoren ten platten lande verre weg de meeste — welker inkoms- ten niet toereikende zijn tot het bekostigen van eenen on- dermeester.
00 T e Zwolle heeft de p l a a t s e l i j k e s c h o o l c o m m i s s i e , i n o v e r - leg met den d i s t r i c t s - s c h o o l o p z i e n e r , de gezamenlijke h o o f d o n d e r w i j z e r s u i t g e n o o d i g d , o m , d o o r het h o u d e n v a n e e n e n r e g e l m a t i g e n c u r s u s o v e r de o n d e r s c h e i d e n e v a k k e n v a n o n d e r w i j s en o p v o e d i n g , a l de o n d e r m e e s t e r s e n k w e e - k e i i n g e n i n de g e l e g e n h e i d te s t e l l e n , o m z i c h v o o r h u n n e g e w i g t i g e b e t r e k k i n g m e e r e n m e e r te b e k w a m e n . A a n deze u i t n o o d i g i n g is d o o r de g e z a m e n l i j k e h o o f d - o n d e r w i j z e r s m e t de meeste b e r e i d w i l l i g h e i d v o l d a a n , e n de z a a k d o o r h e n z o o d a n i g g e r e g e l d , dat e r , v o l g e n s e e n e n d o o r de p l a a t s e l i j k e s c h o o l c o m m i s s i e v a s t g e s t e l d e n r o o s t e r , w a a r b i j a a n i e d e r e n h o o f d o n d e r w i j z e r het g e v e n v a n o n - d e r r i g t i n een o f m e e r b e p a a l d e v a k k e n v a n o n d e r w i j s e n o p v o e d k u n d e is o p g e d r a g e n , m e t dat o n d e r w i j s r e e d s ee n a a n v a n g is g e m a a k t . M e n v e r t r o u w t , dat h i e r d o o r een d u b b e l v o o r d e e l z a l v e r k r e g e n w o r d e n , dat m e n n a m e l i j k het o n d e r w i j s z o o d a n i g k a n r e g e l e n , dat m e n v o o r e l k v a k d e n geschiktsten onderwijzer n e e m t , en de leerlingen i n staat g e s t e l d w o r d e n , o m de l e e r m e t h o d e v a n e i k e n h o o f d - o n d e r w i j z e r te l e e r e n k e n n e n . I n de j u f v r o u w e n - k o s t s c h o o l te Hasselt w o r d t steeds m e t g o e d g e v o l g een d r i e t a l m e t r i j k s - b e u r z e n begiftigde m e i s j e s tot o n d e r w i j z e r e s s e n g e v o r m d . I n de w e r k z a a m h e d e n of het a a n t a l d e r o n d e r w i j z e r s - g e z e l s c h a p p e n is geene v e r a n d e r i n g v a n b e l a n g g e k o m e n , b e h a l v e i n het zesde s c h o o l d i s t r i c t , w a a r z i j , t e n g e v o l g e d e r s p l i t s i n g v a n d a t d i s t r i c t i n twee a f d e e l i n g e n , v a n d r i e tot t w e e g e b r a g t z i j n . O v e r het a l g e m e e n is m e n o v e r d e n i j v e r der l e d e n g o e d v o l d a a n . D e u i t b e t a l i n g v a n h e t s c h o o l f o n d s blijft v r i j g e r e g e l d v o o r t g a a n , ofschoon eenige gemeenten daarmede zeer ten achteren zijn. D e a r m e n s c h o o l v o o r m e e r b e j a a r d e n te Zwolle i s , ten g e v o l g e e e n e r g u n s t i g e b e s c h i k k i n g v a n het s t e d e l i j k be- s t u u r , Ook w e d e r o m i n d i t |aar v o o r d e n tijd v a n v i e r maanden geopend. Zij w e r d bezocht door i 5 a p e r s o n e n , e n w a n n e e r m e n i n a a n m e r k i n g n e e m t , dat de m e e s t e n v r o e g e r niets h a d d e n g e l e e r d , o f het v r o e g e r a a n g e l e e r d e g r o o t e n d e e l s h a d d e n v e r g e t e n , d a n m a g m e n de u i t k o m s t e n . w e l k e dit o n d e r w i j s tot d u s v e r r e heeft o j j g e l e v e r d , h o o g s t v o l d o e n d e n o e m e n , e n z i c h v e r h e u g e n , d a t d o o r de plaat-
6i selijke schoolcommissie, onder medewerking der stedelijke regering, i n eene bestaande leemte i n het onderwijs daar ter stede zoo goed is voorzien. De herhalings-school van het departement Kantpen der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, en die te Wijfie, Goor, Delden, Hengelo, Borne en den Ham, houden zich goed staande , alsmede de scholen te Enschedé voor de kinderen uit de katoenspinnerij en voor de bedeelden uit de diakonie-kas; terwijl de stadsschool voor armen en min- gegoeden te Deventer eene merkelijke uitbreiding heeft ver- kregen. Omtrent de vernieuwing en verbetering aan schoolge- bouwen en onderwijzers-woningen kan het volgende worden gemeld. Nieuwe scholen zijn gebouwd te Langelo en Brammelo (gemeente Haaksbergen); te Deldenerbroek (gemeente Delden); te Beutum en Haarle (gemeente Tubbergen); te Holtheme gemeente Gramsbergen) en in de stad Ommen. In de stad Steenwijk zijn twee geheel nieuwe fraaije ge- bouwen gesticht; het eene dient voor eene armenschool, het ander voor twee Fransche scholen; daarenboven zijn de beide overige scholen aldaar vernieuwd en vergroot. Dit alles is geschied ten kosten der stad, die zoo doende toont zeer veel belang i n dit onderwerp te stellen. De tweede school te Rouveen is aanmerkelijk vergroot. In de gemeente Weerselo zijn twee nieuwe scholen , na- melijk te Lemselo en te Deurningea, in aanbouw. Van rijkswege zijn ten behoeve van dit onderwerp de volgende subsidien toegekend , als: voor de school te Geesteren , gemeente Tubbergen, eene som van f 56o ; voor die te Friesenveen, een nader subsidie van f 820; voor de hoofdschool te Wierden f 56o; voor de school te Langelo en Brammelo, gemeente Haaks- bergen, f 5 60. Groningen. De ongewone
duurte
en het gebrek aan de noodzake-
G2 lijkste levensbelioefien hebben vele ouders belet hunne kin- deren geregeld ter school te zenden of het schoolgeld te betalen, hetwelk dus ten laste is gekomen van de gemeente- kassen, en hier en daar botsingen heeft doen ontstaan, die nadeehg op het onderwijs gewerkt hebben Nogfans is er dit jaar nog veel goeds tot siand gebragt. De belangen van het lager onderwijs zijn voortdurend door Gedeputeerde Staten , met overleg van de commissie van onderwijs , met zorg en belangstelling behartigd. De welwillende medewer- k i n g , die deze bemoeijingen wederom van de zijde der plaatselijke besturen hebben ondervonden , heeft insgelijks krachtdadig medegewerkt tot bevordering van het goede doel. Het onderwijs in de openbare scholen is in den laatsten tijd aanmerkelijk verbeterd , vooral in vele scholen , welke oudere onderwijzers tegen jongere hebben verwisseld, of waar de oude en min geschikte onderwijzers hun onderwijs aan meer geschikte ondermeesters hebben opgedragen , zoo als het geval is in de scholen te Niebert, en 'te Zevenhuizen in de tweede aldaar nieuwgebouwde school. Het onderwijs in het lezen, schrijven en rekenen heeft de provinciale commissie van onderwijs getracht te verbeteren , door het verspreiden eener circulaire, waarin eenige opmer- kingen en wenken betrekkelijk deze vakken zijn medegedeeld, Om het lezen ook ouder de onderwijzers te verbeteren lezen enkele leden der commissie in de maandelijksche vergaderingen van tijd tot ti|d iets voor , terwijl om het kunstmatig schrijven te bevorderen, er wederom een pro- vinciale wedstrijd is uitgeschreven onder de onderwijzers. Ook hebben de schoolopzieners van onderscheidene dis- tricten prijzen uitgeloofd voor het beste schrift in ieder on- derwijzers gezelschap, en heeft de schoolopziener in bet vierde district eenen dergelijken wedstrijd opengesteld voor de leerlingen in iedere school. Ten einde het reken-onderwijs te bevorderen, houdt ge- melde schoolopz iener zich onledig om uit alle mgekomene antwoorden der gezelschappen , bevattende rekenkundige voorstellen, een geheel te maken en alzoo een schoolboek zamen te stellen, dat tevens nuttige leeringen zal bevatten voor zedelijkheid en deugd. De departements-kweekschool voor schoolonderwijzers te
65 Groningen heeft dit jaar haar oojarig hestaan op eene plegtige wijze gevierd Vele blijken van belangstelling heeft zij bij die gelegenheid mogen ontvangen , en de Staten der provincie hebben haar , voorloopig voor den tijd van drie jaren, een jaariijksch subsidie van f 3oo toegelegd, ter tegemoetkoming aan jongelieden , die eenen goeden aanleg voor het onderwijs bezitten en gaarne hunne vorming aan de kweekschool zouden wenschen te voltooijen, maar daar- toe uit hoofde der kosten van het verblijf te Groningen min- der i n staat zijn. Gelijk te Hasselt, i n Overijssel, zijn te Groningen aan de jufvrouwen-kostschool drie beurzen verbonden, door mi.idel van welke een gelijk getal meisjes behoorlijk tot ondeiwij- zeressen worden opgeleid. De naaandelijksche vergaderingen van de schoolopzieners met de onderwijzers, welke voor de vier eerste districten te Groningen, en voor de beide laatste te Winschoten wor- den gebonden , werden getrouw bezocht De schoolopzieners leggen er zich voortdurend op toe om de belangstelling der onderwijzers in hunne eigene vorming gaande te houden, en maken daartoe vooral gebruik van het m i d d e l , o m , na afloop van ieder vergelijkend examen, de begane misslagen en ook de goede antwoorden der candidaten mede te dee- len ; bovendien geven zij kennis van hetgeen zij , bij hunne schoolbezoeken , i n eenige scholen als bijzonder nuttig en navolgenswaardig , en in andere als schadelijk hebben leeren kennen, en deelen nu en dan ook nog eenige wetenschap- pelijke bijzonderheden mede De met deze vergaderingen verbonden zangoefeningen hebben ook weder dit jaar veel nut gesticht. N u men daar begonnen is den cursus van Smits te volgen, mag men vertrouwen, dat ook de kennis van den zang meer en meer bij de onderwijzers zal worden bevorderd. Het gedrag en de ijver van de meeste onderwijzers en ondermeesters hebben niets te wenschen overgelaten; slechts over twee onderwijzers waren klagten ingekomen, en beide zijn ook reeds door andere geschikte onderwijzers vervan- gen. Allen vervullen overigens hunne verpligtingen naar behooren. Eenigen van hen hebben zich zelfs bijzonder verdien- stelijk gemaakt door nuttig werkzaam te zijn voor hunne
GS mede-onderwijzers of voor de verbetering van hel onderwijs. Vooral onder de jongere onderwijzers, ondermeesters en kweekeiingen heerscht een ijver en lustom te leeren en te w e r k e n , die tot voorbeeld mag strekken en die dan ook de beste vruchten oplevert in hunne spoedige bevordering. Opbouw of verbetering van schoolvertrekken en onder- wijzers-woningen had wederom plaats. Eene tweede nieuwe openbare school en onderwijzers-woning kwamen tot stand te Zevenhuizen , gemeente Leek, tot welk einde van rijkswege, boven en behalve het reeds i n 1845 verleende rijks-subsidie van f goo, eene nadere gelijke tegemoetkoming werd ver- strekt. Verder werd een geheel nieuw schoolhuis en onderwijzers-woning gebouwd te Marum, en zijn er aan- zienlijke vergroolingen en verbeteringen aangebragt aan de scholen te Zuidhorn, Usquert en te Siddeburen ; verbeterin- gen van minder aanbelang werden bewerkstelligd aan de scholen te Garnwerd, te Oosternieland, te Houwerzijl, te Wedde en te Blijham. De schoolonderwijzers-woningen te Nuis, Ulrum, Middelstum, Appingedam, Farmsum, Oosterwijtwerd, Garmerwolde , Sellingen, Bellingewolde en Blijham hebben almede verbeteringen ondergaan. De hulpmiddelen voor het onderwijs zijn hier en daar nog vermeerderd ; terwijl, waar dezelve tot dusverre nog gedeeltelijk ontbreken, er pogingen i n het werk gesteld zijn, om ze te verkrijgen. Drenthe. Ofschoon hier en daar de ingezetenen, zelfs sommige plaatselijke besturen, niet genoegzaam doordrongen zijn van het gewigt van het onderwijs, heeft men evenwel dit jaar in liet algemeen weder eenigen vooruitgang en meerdere belangstelling in het schoolwezen bemerkt. W e l is waar was het enkele jeugdige onderwijzers , die zich bijzonder bevlijtigden, meer te doen om eene betere standplaats te verkrijgen, terwijl, wanneer dat doel eenmaal bereikt w a s , de ijver veelal verflaauwde: de mees- ten echter streefden uit edeler zucht naar vermeerdering van wetenschapjielijke kennis, en daardoor naar verbe- tering van het onderwijs. Op vele plaatsen waar hervor-
m
65
ming noodig was, is dan ook het gebrekkige verbeterd en is er leven en kracht in de scholen gekomen. Dat dit niet overal het geval is geweest, moet grootendeels toegeschreven worden aan de verspreidheid der bevolking over het land in kleine buurten en gehuchten, te ver van de hoofd-scholen om de kinderen daarheen te zenden, waar- door vele zoogenaamde winter-bijscholen zijn ontstaan, te bekrompen in allen opzigte om iets wezenlijks te leveren. Eindelijk werkt, het ongeregeld schoolgaan en het weg- blijven der kinderen van de school, gedurende den besten tijd des jaars, om het vee te hoeden, mede zeer nadeelig op het onderwijs. Sommige der meer bejaarde onderwijzers hebben met den tijd voortgewerkt en i n hunne scholen vele verbete- ringen aangebragt: anderen, doordrongen van het bewust- zijn , dat hun eigen onderwijs niet meer aan de vereischten voldeed, hebben zich versterkt door geschikte jeugdige onderwijzers, en z i j , die ten aanzien van het laatste ten achteren bleven, zijn door de schoolopzieners er toe gebragt goede ondermeesters i n hunne scholen op te nemen. De toenemende vlijt en oefening, welke bij vele jeugdige onderwijzers is bespeurd, is ook grootendeels bevorderd d o o r het onderwijs, hetwelk door den schoolopziener H. J. Nassau, te Assen, aan alle jonge meesters uit den omtrek, die zulks verlangden , en door den hoofdonderwijzer H. fV. Hummel, te Meppel, aan vele onderwijzers i n de bijscholen en ondermeesters uit onderscheidene schooldis- tricten, is gegeven; ook de strengere examens, waaraan de onderwijzers bij de provinciale commissie van onderwijs, ter verkrijging van eenigen onderwijzersrang, zijn onder- worpen, hebben daartoe veel bijgedragen. Bij het onderwijs was steeds de bevordering van ver- stands-ontwikkeling , gepaard met zedelijke opleiding, het hoofddoel. Die ontwikkeling en opleiding is dan ook i n dit jaar weder zooveel mogelijk i n het oog gehouden, en daartoe werden de leerlingen niet slechts werktuigelijk onderwezen i n het schrijven , lezen , rekenen , de geschiede- nis, aardrijkskunde en zangkunst, maar de onderwijzers beijverden zich steeds hunne leerlingen er toe te brengen om de verkregene kundigheden op eene heilzame wijze toe te passen op het leven i n de maatschappij.
i
GG Wat in het bijzonder het onderwijs i n het lezen betreft, in de meeste scholen wordt de spelmethode gevolgd. De weinige scholen, i n welke de klankmethode wordt beoefend, zijn de beste. De geest, dien deze methode den leerlingen al aanstonds bij den aanvang van het onderwijs inboezemt, schijnt eenen weldadigen invloed uit te oefenen op al het volgend onderwijs. Nopens de verbeteringen van materiëlen a a r d , bepaal- delijk betrekkelijk cTen aanbouw, de vergrooting of herstel- ling van schoollocalen, verdient het volgende nog vermeld te worden. E r zijn in dit gewest vele scholen, die wezenlijk goed zijn, eenige andere, die vrij geschikt kunnen genoemd worden, terwijl een twintigtal nog in slechten toestand verkeeren. Het is alleen de moeijelijkheid i n het vinden der benoo- digde gelden. waaraan het is toe te schrijven, dat aan de verbetering of vernieuwing dezer laatste niet reeds de hand is gelegd. Gedeputeerde Staten trachten zooveel mogelijk te bevorderen om, met behulp van het l i i j k , deze zwarigheid te boven te komen, en er hebben ook dit jaar weder eenige verbouwingen van gebrekkige schoollocalen plaats gehad. Tot den aanbouw van een schoollocaal en onderwijzers- woning (e Gasselter-Nij en Boerveenschemond, gemeente Gas- sette, en van een schoollocaal i n het gehucht Pesse, gemeente Ruinen, is van rijkswege voor het eerste fiooo en ten be- hoeve van het laatste f 4oo verstrekt. Nieuwe dergelijke localen, ter vervanging der oude, zijn daargesteld te Nolde en Linde, en voor de veenstreken, tusschen den Lottergreppel en het dusgenaamde Oosterhok, gemeente Zuidwolde; te Noordberge, gemeente Emmen, en te Zuiiggelte, gemeente Westerbork. De school te Rolde is inwendig verbeterd, en die te Lieveren , gemeente Roden, hersteld. Limburg. De Gedeputeerde Staten en de commissie van onderwijs drukken i n hunne verslagen ook thans weder op het on- toereikende der hulpmiddelen voor het eenigennate behoor- lijk bezoldigen van de onderwijzers, hetwelk men getracht heeft op te wekken en te bevorderen door een huishoude- lijk schoolreglement, reeds in het vorige jaar aan 's Konings
67 goedkeuring onderworpen, en, na verlangde wijziging, bij besluit van den i iden Augustus 1847 , n°. 73 , goedgekeurd. Gedeputeerde Staten houden zich onledig met de i n - werking-brenging van dit reglement, en geven uitzigt op het openbaar bekend maken van de jaarwedden , zoo als zij door de gemeenten, ingevolge de ingevoerde classifi- catie , zullen toegekend worden. Aan enkele gemeenten, d i e , ondanks hare geringe mid- delen , naar vermogen bijdragen, heeft men eenige tege- moetkoming toegezegd, gelijk ook weder, zoo van rijks- wege als uit de provinciale fondsen, aan eenige school- onderwijzers gratificatiën zijn geschonken. Het schoolgebouw met de onderwijzers-woning te Meeneten, gemeente Willem, is afgebouwd, terwijl op andere plaatsen verbeteringen ontworpen en aanzoeken om tegemoetkoming tot de uitvoering ingediend zijn. Uit de fondsen, welke voor den aan- of opbouw van schoollocalen waren toegestaan, is eene som van f 1200 toegekend aan de stad Weert, voor den opbouw van zeker stads-gebouw en inrigting van hetzelve tot een locaal voor eene armenschool. De gepaste opleiding voor den onderwijzersstand van eenige jongelieden uit Limburg, bij de doeltreffend ingerigte rijks- lagere school en de stads-armenschool te Maastricht, is op nieuw , door het verkenen van geldelijke toelagen, waaronder een rijks-subsidie van f i5oo, verzekerd. Ter bevordering van eene gepaste beoefening der schrijf- kunst i n de scholen, hebben Gedeputeerde Staten tot een bedrag van f 3oo aangekocht een aantal exemplaren van het werk getiteld: Honderd en vijftig schrijfvoorbeelden, welke gaande weg in de scholen worden verspreid, en waarmede het noodige voordeel k a n worden gedaan.
V E R -
68 V E R G E L I J K E N D E T A B E L , houdende opgave der acten van algemeene toelating, welke door de Provinciale Commissien van Onderwijs , na afgenomen examen, in de voorjaars-, zomer- en herfst-vergadering in 1847 zijn afgegeven.
SCHOOLONDERWIJZERS =
PROVINCIEN.
=
=
=
=
t i c >2 J 8 co
Noordbrabant...» Gelderland . . . . . Zuidholland. . . . » Noordholland. . . . Zeeland 1 Utrecht . . ; . . . „ Friesland j 1 Groningen 1 Drenthe » Limburg . . , ; . » 0 v e r i
=
''O w
a 18 i5 i5 ^ 7 I 2
s s e l
Totalen
3
7
I O
3
2
104
V A N DEM
_
_
rr„;
Schoolvreemde houde- ° " wijzetalen, tressen, resscn. V o o r
f £ 8
W £ 8
"T3
tJ
35 a5 18 47 n ,9 33
20 34 42 5-J „ , 5 25 3 g ,5 ?
2
1 3
i3 7 18 239
2
a3 7
I I u , s
n d C r
I
i, 14 18 3o „ 24 1 10 > „ 1 109
g
,
18 27
2
2
g 1 10 3 x
1 » „
7
m
3
Totaal der m 1847 afgegevcne acten van algemeene toelating 842.
t