NoordNieuws Magazine van VNO-NCW Noord Jaargang 10 nummer 3 2005
EEMSHAVEN MAINPORT DEFENSIE VOOR BENELUX
Industrie is kern van de zaak Focus op transparante belangenbehartiging Ondernemen moet weer leuk worden! Europese kaderrichtlijn water heeft grote impact
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
1
commercieel ontwikkelen | technisch ontwikkelen | realiseren | beheer & onderhoud | restauratie
Drukker
BAM Utiliteitsbouw bv Regio Noord tel (050) 556 50 50 www.bamutiliteitsbouw.nl
ALS
INCASSEREN
MOEILIJK
W O R D T. N L
Koninklijke Van Gorcum heeft u het nodige aan extra’s te bieden. Daarom durven wij ons ook drukker ++ te noemen. Maak maar eens een afspraak om te ontdekken wat dat inhoudt! Kijk snel op www.vangorcum.nl. Koninklijke Van Gorcum BV Industrieweg 38, 9403 AB Assen Postbus 43, 9400 AA Assen
Postbus 139, 9400 AC Assen Oude Hoofdvaartsweg 1 T [0592] 390 390 F [0592] 390 385
[email protected] www.pranger.nl V E S T I G I N G E N
I N
A S S E N
E N
M E P P E L
[t] 0592 37 95 55 [f] 0592 37 20 64 [e]
[email protected] [i] www.vangorcum.nl
Inhoud 4 VNO-NCW Noord: Eemshaven mainport Defensie voor Benelux 8 Innovatie en VNO-NCW Noord
4
Netwerken stuwen innovatie (en omzet)
8
10 Industrie is Kern van de Zaak Een aantal prikkelende vragen op een rij
14 Technasium interessant antwoord op ‘a-technische samenleving’ 15 Stichting Bodemcentrum opvolger van BSB
10
16
16 Focus op transparante belangenbehartiging Jaaragenda met outputverantwoording
18 Noordelijke nuchterheid in Caraïbische warmte Fries bedrijf De Boer en De Groot restaureert Pontjesbrug Curaçao
18
24 Investeren in het vmbo nu levert instroom van gekwalificeerde werknemers straks
28
Ondernemers laten zien hoe het moet
28 Ondernemen bij zwaar weer Voorkomen is beter dan genezen
30 Europese Kaderrichtlijn Water heeft grote impact
30
Noorden ‘let op uw saeck’
32
32 Ondernemen moet weer leuk worden! Brochure voor gemeenteraadsverkiezingen verstuurd
34 Boodschap Kamp Westerbork blijft hoogst actueel 36 ‘Scholen voor Duurzaamheid’ vet cool
34
Educatief evenement 2005 staat bol van jeugdig talent en enthousiasme
40
40 Ondernemer als bedreigde soort? Binnenkort laatste inspraakronde over gebieden Vogel- en Habitatrichtlijn
42 “German generals said: if we’d had Canadian troops, we would have won the war”
42
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
46 VNO-NCW Noord betreurt ‘nee’ tegen Europese Grondwet
3
Vaste Rubrieken 6 22 23 26 38 45 47
Bedrijfsberichten Personalia Column Actualiteiten kort VNO-NCW Noord in actie Nieuwe leden Agenda
VNO-NCW Noord: Eemshaven mainport De kansen van de Eemshaven om uit te groeien tot defensiemainport voor de Benelux zijn overtuigend aanwezig vindt VNO-NCW Noord. Ook in kringen van de krijgsmacht is hiervoor bijval te vinden. Aan de Eemshaven zelf zal het niet liggen. Civiele - en havenautoriteiten staan hun mannetje. Rotterdam kan haar borst nat maken.
D
e gemiddelde noordelijke weggebruiker is het de afgelopen weken beslist opgevallen. Kilometerslange militaire transporten, met name afkomstig van militaire bases op de Veluwe en Havelte. Materieel dat nodig is voor de oefening Iron Sword van de Nato Response Force in Noorwegen; de grootste logistieke operatie van de Landmacht sinds de val van de Muur. Al veel langer bereiken vele voertuigen en containers via de Eemshaven hun bestemming in crisisgebieden waarin Nederlandse militairen actief zijn. Maar ook retourzendingen verlopen steeds vaker via de Eemshaven. Zo is een belangrijk deel van het militair materieel dat in Al Muthanna (Zuid-Irak) is gebruikt door het Nederlandse contingent van militairen
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
4
recent via de Eemshaven weer veilig in Nederland terechtgekomen, deels zelfs gelijktijdig met de verscheping van materiaal naar Noorwegen. VNO-NCW Noord is van mening dat de Eemshaven uitstekend is gepositioneerd om uit te groeien tot de militaire mainport voor de Benelux.
Nationale troefkaarten De Eemshaven heeft een aantal onderscheidende kwaliteiten die haar aantrekkelijk maken voor de Nederlandse krijgsmacht. Meerdere logistieke operaties en militaire oefeningen bewijzen de uitstekende troeven van de Groninger haven in de dagelijkse praktijk. De Eemshaven met een vrije doorgang naar de open zee ligt strategisch met
een eersteklas ontsluiting via de weg, het spoor en het water. Zeeschepen tot wel 300 meter lengte kunnen er eenvoudig aanmeren. De combinatie van goede wegen èn een spoorverbinding met kopverlading ontsluiten de haven aan de landzijde. De afwezigheid van grote bevolkingsconcentraties voorkomt hinderlijke congestieverschijnselen bij grote en complexe logistieke operaties. Zo legt de uitbundig aanwezige ruimte geen beperkingen voor munitie-overslag. Er zijn veel verharde opstelterreinen, er is ruime aanwezigheid van ( al dan niet overdekte) opslagcapaciteit. Vanwege de ideale omstandigheden voor de overslag van munitie in de Eemshaven, zoals de ruimte en grote afstand tot bevolkingscentra, is het mogelijk om ongelimiteerde
Defensie voor Benelux
hoeveelheden munitie (IMO klasse 1) over te slaan. Uiteraard dient toestemming voor dergelijke overslag te worden verkregen, maar de mogelijkheden zijn er en worden ook gebruikt. De beveiliging van het overzichtelijke terrein is zeer eenvoudig te realiseren. De haven beschikt over voldoende diepgang ( - 12 meter NAP) en kadelengte. Daarbij behoren de tarieven tot de laagste voor zeehavengeld in Nederland. Gedurende meerdere militaire transporten is ruime ervaring opgedaan met niet alleen Nederlanders, maar ook met Amerikanen, Belgen, Duitsers en Engelsen. Langs deze weg is deskundigheid opgebouwd bij havenautoriteiten en stuwadoorsbedrijven. Zij zijn op de hoogte van de materie en handelswijzen van
Binnen het platform defensie – bedrijfsleven Noord – Nederland werken de krijgsmacht en VNO-NCW Noord intensief samen. Beiden beschikken over ervaring en expertise die in belangrijke mate elkaar aanvult. Het platform heeft ervoor gekozen om op de schaalgrootte van Noord-Nederland ondernemersstructuren te verknopen met de verschillende eenheden van de krijgsmacht. Voor een open economie van de BV Nederland is vrede en veiligheid een absolute voorwaarde voor internationale bedrijvigheid en handel. Beide geledingen spreken elkaar aan op hun meerwaarde voor de ander. De economische aspecten bij de wederopbouw krijgen een steeds prominentere rol. Zo ook in het beleid van Ontwikkelingssamenwerking is het accent de laatste jaren van noodhulp verschoven naar structurele hulp, met meer aandacht voor ondernemershap en werkgelegenheid.
militaire autoriteiten. Transporten worden op gestructureerde wijze begeleid. Ook vanuit veiligheidsoptiek en milieubelasting heeft de Eemshaven een voordeel ten opzichte van havens als Rotterdam of Zeebrugge / Vlissingen.
Een deel van de Koninklijke Landmacht staat gereed als NATO Response Force (NRF). De NRF is een snelle interventiemacht van de NAVO die om de zes maanden door andere eenheden van verschillende NAVO-landen wordt gevuld. De interventiemacht is in staat binnen vijf tot dertig dagen waar ook ter wereld te worden ingezet. De NRF bestaat uit een land component, een maritieme component, een lucht component en een ‘special forces’ component. Tot eind juni 2005 vormt de 43 Gemechaniseerde Brigade uit Havelte de kern van de land component van de NRF, die onder leiding staat van het Duits/Nederlandse hoofdkwartier in Münster. De brigade wordt aangevuld met eenheden van onder meer 11 Luchtmobiele Brigade uit Schaarsbergen en eenheden van andere NAVO-landen en ondersteund door onder meer 1 Logistieke Brigade en 101 CIS bataljon. Het Korps commandotroepen uit Roosendaal levert een belangrijke bijdrage aan de ‘special forces’ component. Nederland levert totaal een bijdrage van 4500 man.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
5
Niet in de laatste plaats is de klantgerichte houding van betrokken overheden een onderscheidende factor. Hans Haerkens
[email protected]
Bedrijfsnieuws stand van zaken
Het Groningse VCD Automatisering heeft de Business Excellence Award gewonnen. Deze prijs is een initiatief van fabrikanten HP en Microsoft om innovatie te stimuleren. VCD Automatisering, met vestigingen in Groningen, Amsterdam en Eindhoven (Asten), is een zelfstandige ICTonderneming met ongeveer 180 medewerkers. Een mede door het Groningse Gasunie Technology & Assets opgericht bedrijf gaat aardgas leveren aan Engeland. Het is voor het eerst mogelijk om via Nederland per pijpleiding gas te leveren aan de Britse markt. BBL Company en Shell U.K. Limited zijn overeengekomen, dat de aardgasterminal in Bacton ingezet zal worden voor levering van gas aan het Verenigd Koninkrijk. De activiteiten van Oreel PME uit Leeuwarden worden overgenomen door sociale werkvoorziener Empatec uit Sneek.
Imtech Vonk, onderdeel van de Europese technische dienstverlener Imtech N.V., heeft met de Chinese partners TEDRI (het Tianshui Electric Drive Research Institute) en IHEP (het Institute for High Energy Physics) een samenwerkingsovereenkomst gesloten onder de naam Project Development Digital Controller. Doel is een hightech control unit voor regeling en besturing van volledig geautomatiseerde elektronische voedingssystemen te ontwikkelen waarbij gebruik wordt gemaakt van hoogtechnologische apparatuur. Hanzehogeschool Groningen bundelt de dienstverlening aan bedrijven en organisaties onder de noemer HanzeConnect. HanzeConnect is de samensmelting van HanzeService (onderwijs en onderzoek), Item (organisatieadvies), Atol (managementcentrum) en de masteropleidingen van de Hanzehogeschool. De nieuwe organisatie telt 120 medewerkers. Vries Hout & Plaat BV vestigt zich aan de Bornholmstraat 46 te Groningen. Vries Hout & Plaat BV is een handelsonderneming die zich gaat toeleggen op de import, opslag en distributie van naaldhout, hardhout en een breed scala aan plaatmateriaal.
Pezy Development in Groningen heeft haar tienjarige jubileum. Het bedrijf is met name gespecialiseerd in mechanica en de ontwikkeling van producten in kunststof. Sinds haar oprichting is Pezy snel gegroeid tot een onderneming van bijna 50 medewerkers. Pezy Development levert vanuit Groningen aan Philips, Heineken, Océ, Ahrend en Sony Ericsson.
In het rekencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen is de snelste computer van Europa in gebruik genomen. De computer, Stella genaamd, gaat alle berekeningen uitvoeren voor Lofar, de grootste telescoop ter wereld. Stella staat voor Supercomputer Technology for Linked Lofar Applications. De computer staat opgesteld in het rekencentrum van de universiteit. In totaal neemt de computer slechts zes vierkante meter ruimte in beslag. Twaalfduizend processors staan garant voor een enorme rekenkracht van 27,4 biljoen berekeningen per seconde.
Sunoil Biodiesel gaat in Emmen de eerste Nederlandse biodieselfabriek bouwen. Biodiesel is een milieuvriendelijke brandstof die gewonnen wordt uit ondermeer plantaardige oliën. De plantaardige olie wordt verwerkt tot een brandstof die vrijwel geen roet en zwavel uitstoot. Dieselauto’s kunnen zonder aanpassingen deze brandstof tanken. Vanaf volgend jaar zal jaarlijks 30.000 ton biodiesel in Emmen worden geproduceerd. De bouw van de biodieselfabriek kost ruim 4 miljoen euro en levert vijftien banen op.
In opdracht van de gemeente Skarsterlân, de provincie Friesland en Rijkswaterstaat is DHV bezig met een studie naar de toenemende problemen op het gebied van bereikbaarheid en verkeersdoorstroming rond Joure. In de integrale gebiedsgerichte benadering wordt het hele gebied tussen Sneek en Heerenveen in de analyse meegenomen.
Na het eerste succesvolle jaar biedt de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) komend jaar opnieuw haar Lerarenopleiding Verpleegkunde (LOV) aan in Groningen. Vorig jaar startte de NHL de deeltijdopleiding in Groningen. Zo’n 20 eerstejaars meldden zich hiervoor aan. Gezien de belangstelling voor de opleiding in de regio’s Groningen en Drenthe heeft de NHL besloten komend jaar opnieuw te starten met LOV in Groningen. De lerarenopleiding zal gegeven worden in het opleidingscentrum van het UMCG (Academisch Ziekenhuis Groningen). De NHL biedt deze opleiding al sinds 1989 in Leeuwarden aan.
Metaalsnijbedrijf Nauta uit Sneek neemt de Dutch Cutting Company (DCC) uit Nieuwleusen over. Nauta wil met de overname zijn diensten uitbreiden. Nauta snijdt staal, rvs en aluminium op maat voor bijvoorbeeld schepen en boortorens. DCC snijdt kunststoffen, rubber en steen, bijvoorbeeld voor grafstenen.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
6
Bij de bedrijven op het Chemie Park Delfzijl vindt dit jaar en volgend jaar een record aan investeringen en onderhoudsprojecten plaats. In totaal is hiermee een bedrag gemoeid van ruim 400 miljoen euro. Een deel van dit
investeringsbedrag is gemoeid met de nieuwbouw van de twee nieuwe fabrieken van Akzo Nobel: een membraamelektrolysebedrijf (producent van o.a. chloor) en een monochloor azijnzuurbedrijf. Deze fabrieken worden in Delfzijl gebouwd ten gevolge van het stopzetten van het chloortransport in Nederland per 2006. Ook Teijin Twaron investeert sterk in Delfzijl. Friesland Coberco Dairy Foods heet voortaan Koninklijke Friesland Foods. Dit gaat gepaard met een nieuwe huisstijl. Het Amerikaanse bedrijf Fiber-Line Inc. heeft haar eerste Europese locatie voor distributie van hoogwaardige vezelgarens op industrieterrein De Hemrik in Leeuwarden gevestigd. Het nieuwe bedrijf opereert onder de naam FiberLine International en breidt op termijn haar activiteiten uit met kleinschalige productieactiviteiten, zoals het twijnen en coaten van de vezelgarens. Hierdoor biedt het bedrijf uiteindelijk werk aan ongeveer tien medewerkers. Lijm- en wasproducent Paramelt, met vestigingen in onder meer Veendam, neemt Honeywell’s ‘industrial wax’-divisie over. Die overname verschaft de Nederlandse onderneming een betere toegang tot de enorme markt in China en de rest van Azië. Waterbedrijf Groningen, Waterleidingmaatschappij Drenthe en Evides gaan hun krachten bundelen op het gebied van proces- en afvalwater. De drie bedrijven zullen hun industriewaterprojecten in Groningen en Drenthe onderbrengen in een nieuw bedrijf. Higher Consultancy heeft op 29 april de deuren van een nieuw pand aan de Hoekerweg in Zwolle geopend. Het adviesbureau richt zich op personeels- en organisatievraagstukken. In Assen begint in september een voor Nederland nieuwe mbo/hbo-opleiding voor astronomen en bouwers van schotelantennes. De nieuwe opleiding Connected Sensor Technologies moet zo’n 150 studenten trekken. Afgestudeerde hbo-ers zijn nodig naast academici van sterrenkunde- en technische natuurkunde opleidingen. De mbo-afdeling gaat in september van start, in 2008 volgt naar verwachting de hbo-tak. Afgestudeerden kunnen voor een deel aan het werk bij ASTRON. Anderen zullen carrière kunnen maken in het hieraan gelieerde mkb-bedrijfsleven. Holland Casino vestigt zijn dertiende speelhal in Leeuwarden. Naast Groningen de tweede vestiging in het Noorden. In de wedloop met Heerenveen won de hoofdstad dankzij de betere sociaal-culturele omgeving. Holland Casino zorgt voor honderden arbeidsplaatsen en zal extra bezoekers naar de stad trekken. Leeuwarden studeert nog op
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
7
de bouwlocatie van de nieuwe speelgelegenheid. Verpakkingsspecialist Huhtamaki Nederland BV in Franeker heeft onlangs het hygiënecertificaat van het British Retail Consortium Institute of Packaging (BRCIoP) verworven. Het certificaat garandeert de afnemers van Huhtamaki Franeker dat de gerecyclede eierdozen, trays, fruit- en groenteschalen volgens de strenge regels van deze hygiënecode worden vervaardigd. De heer W. van der Land heeft de onderneming Staalbouw Nagelhout uit Bakhuizen overgenomen van de heer J.M. Nagelhout. Het bedrijf is actief in staalconstructies voor bijzondere gebouwen in de utiliteitsbouw en industrie.
Dokkumer Vlaggen Centrale BV is Friese Onderneming van het jaar 2004 De finalisten in Friesland waren: • Batavus BV, Heerenveen • Dokkumer Vlaggencentrale BV, Dokkum • Drukkerij Van der Eems BV, Easterein Met een absoluut puntenverschil werd de Dokkumer Vlaggen Centrale door de jury gekozen tot Friese Onderneming van het jaar 2004. De publieksprijs van de avond was voor Drukkerij Van der Eems uit Easterein.
Directie van Ruma Rubber wordt Drents ondernemer van het jaar 2004 De heren Gé Bax en Herman Harms van Ruma Rubber in Hoogeveen mogen zich Drents Ondernemer van het jaar 2004 noemen. Twee enthousiaste ondernemers die beiden voor 50% eigenaar van het bedrijf zijn dat zij tien jaar geleden overnamen. Zij exporteren inmiddels 60% van hun producten vooral naar landen in Noord -West Europa. Ze houden van pionierswerk en werken samen met de Universiteiten in Groningen en Twente aan de ontwikkeling van nieuwe producten of toepassingen. Van matten rond bermpaaltjes tot een pulssysteem in de beroepsvisserij. Ruma Rubber telt 135 werknemers; 35 daarvan werken in een vestiging in Polen.
Vertis: Onderneming van het jaar in Groningen ITC-Dienstverlener Vertis is uitgeroepen tot onderneming van het jaar 2005 in de provincie Groningen. Vertis was een van de drie bedrijven die dit jaar voor de zogeheten Abel Tasman Penning waren genomineerd. De andere genomineerden waren drukkerij Scholma uit Bedum en transporteur Koopman uit Noordhorn.
Innovatie en VNO-NCW Noord N e t w e r k e n s t uw en innovatie (en omzet) Het lijkt voor een mkb-bedrijf onmogelijk om zónder netwerk te innoveren. Netwerken spelen een rol bij vrijwel alle innovaties in het midden- en kleinbedrijf (mkb). VNO-NCW Noord wil haar netwerken (nog) beter ontsluiten voor de broodnodige business to business contacten.
V
erschillende partijen spelen verschillende rollen. Bij slechts negen procent van de innovaties wordt geen enkele andere partij ingeschakeld. Dit blijkt uit het rapport ‘De bron van vernieuwing. Rol van netwerken bij innovaties in het mkb’ van onderzoeksbureau EIM. Leveranciers en klanten zijn de belangrijkste partijen die bijdragen aan innovaties in mkb-bedrijven. Bij 35 – 50 procent van de innovaties worden zij op een of andere manier betrokken. Het palet aan partijen dat kan meedoen aan innovatie is zeer breed: ook vrienden, familieleden en bekenden, ‘collega -bedrijven, adviseurs, intermediairs, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden kunnen een rol spelen bij de totstandkoming van innovaties. Partijen in het netwerk kunnen behalve kennisverschaffer of financier ook initiator zijn, als klankbord fungeren of verschaffers zijn van machines en apparatuur.
Innovatienetwerk Het mkb innoveert onvoldoende. Om innovatie te stimuleren dient de ambitie om meer te innoveren te worden gedragen tot op het niveau van branches en ondernemingen. Dit kan onder meer worden
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
8
bereikt door innovatieprestatiecontracten. Belangrijke thema’s voor zowel bedrijfsleven, de overheid als het Innovatieplatform zijn het introduceren van vraagsturing, ontbureaucratisering en het stimuleren van netwerken en directe verbindingen tussen kennisaanbieders en bedrijven. Het bestaande overheidsbeleid is echter primair gericht op het aanpakken van knelpunten voor innovatie in het mkb via publieke structuren. Het gaat daarbij om enkele subsidieregelingen voor kennisoverdracht of kenniscirculatie en om publieke en private dienstverleners. Deze instrumenten bereiken samen tientallen brancheorganisaties en enkele duizenden innovatieve bedrijven per jaar. Het beleid sorteert echter onvoldoende effect en bereikt te weinig bedrijven. Het is vanuit het bedrijfsleven gezien te versnipperd, ingewikkeld en aanbodgericht. Te vaak valt een traject stil na een bedrijfstakscan c.q. deelname aan een voorlichtingsbijeenkomst. Innovatievouchers moeten gaan zorgen voor effectievere stimulering van inno-
vatie in individuele mkb-ondernemingen. Daarbovenop is echter ook een nieuwe collectieve aanpak nodig rond specifieke thema’s die spelen voor groepen ondernemers. Om dit te bereiken moeten innovatieprestatiecontracten tussen mkb-bedrijven, branches , intermediaire organisaties, regionale netwerken en de overheid en kennisinstellingen gaan zorgen voor een
integrale, duurzame en resultaatgerichte aanpak en betere inschakeling van de markt. Overigens kan elk duurzaam verband van ondernemers een innovatieprestatiecontract afsluiten, dus ook een keten of regionaal netwerk.
Energiehuis Uiteindelijk gaat het om de vertaling van innovatie in meer mkb-bedrijvigheid. Innovatie wordt opgevat als vernieuwing van producten (goederen en diensten) of processen, die in elk geval nieuw zijn voor het betreffende bedrijf. Innovatie is veel meer dan onderzoek en technologie. Het gaat ook om marktinnovatie (het aanboren van nieuwe markten) en om organisatorische en sociale vernieuwing, in het bedrijf en in de keten. Recent organiseerde NIVE tezamen met energy valley en VNO-NCW Noord een zogeheten ‘energiehuis-bijeenkomst’ bij de NAM te Assen. Vanuit verschillende invalshoeken werd door deelnemers nagedacht over hoe de publieke erkenning voor ‘energy valley’ te laten neerslaan in meer mkb-bedrijvigheid. Immers dat is de finale toets van het succes van deze speerpunttechnologie. Nieuwe inzichten werden met elkaar gedeeld. Inzichten die binnen afzienbare termijn een vertaling zullen krijgen in georganiseerde business to business contacten. Uiteraard gebruik makend van het goede werk dat door velen (vb NOM) reeds is verricht. Ook een partij als Syntens heeft hier een rol. Zij heeft immers een publieke opdracht het innoverend vermogen van de regio te versterken. VNO-NCW Noord juicht het toe dat binnen de noordelijke Syntens organisatie expliciete aandacht bestaat voor energie gelieerde bedrijvigheid. Hans Haerkens
[email protected]
Schijn bedriegt.... Maar hoeveel is er echt
Maar hoeveel is er echt
Ondernemers opgelet !! Tel: 0522-23 89 38 Fax: 0522-26 04 93
Hoe vaak komt het niet voor... een uitbundige stemming over die nieuwe klant,
Kantoor Meppel: Blankenstein 148 Kantoor Drachten: Omloop 58
E-mail:
[email protected] Website: www.kroes.ggn.nl
GGN heeft vestigingen in heel Nederland.
die grote opdracht of dat mooie contract. Maar is de werkelijkheid ook zo mooi?
Aan het grote pand, die mooie auto of de chique inrichting kunt u niet aflezen of na levering, ook uw factuur in goede aarde valt. En of er ook betaald wordt. Neem daarin zo min mogelijk risico's en toets uw debiteurenbeheer aan de kennis van Kroes & Partners Gerechtsdeurwaarders/Incasso. Kroes & Partners neemt deel aan het landelijke GGN netwerk, is totaalaanbieder op het gebied van creditmanagement en garandeert u zo de meeste kans dat uw vorderingen ook binnen komen. Meer weten? Maak een vrijblijvende afspraak met één van onze adviseurs.
E e n a a n tal prikkelende vragen op een rij
Industrie is Kern De industrie is de motor van de Nederlandse economie. Alleen al omdat deze sector een groot effect heeft op andere delen van de economie. De positie van de industrie is sinds midden jaren tachtig sterk verbeterd. Qua kostenniveau, winstgevendheid, productiviteit en vernieuwing scoren industriële bedrijven goed. Er is echter geen reden om voldaan achterover te leunen. Een door het kabinet gesteund industriebeleid moet ervoor zorgen dat de huidige positie van de industrie wordt gehouden en versterkt. Ook voor lagere overheden liggen hier taken.
Vlnr de heren Broekhuis (Lector Hanzehogeschool), Schraven (VNO-NCW), Pronk (Aldel), Dijkema (Koninklijke van Grocum), Van Tuinen (Frisia Zout), Burggraaff, (Burggraaf Bouw) en Reinsma (TLN)
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
10
VNO-NCW Noord offensief de boer op VNO-NCW Noord vindt dat we meer werk moeten maken van decentraal industriebeleid en wil gemeente- en provinciebesturen daarvan overtuigen. Daarom zal VNO-NCW Noord een checklist maken met daarop een groot aantal aandachtspunten voor noordelijk / provinciaal / locaal industriebeleid. Lagere overheden moeten vragen beantwoorden als: • Doen we in de gemeente of provincie wel genoeg om te zorgen voor voldoende bedrijventerreinen (kwantiteit én kwaliteit)? • Zorgen we er voor dat deze bedrijventerreinen snel en goed bereikbaar zijn? • Wat doen we als provincie en/of gemeente aan het verminderen van de administratieve lastendruk voor bedrijven? • Ondersteunen we bedrijven wel genoeg als ze een vergunning nodig hebben? • Sturen we ze niet van het ene loket naar het andere? • Zijn procedures niet onnodig ingewikkeld? • Wat doen we voor startende bedrijven? • Wat doen we aan acquisitie van nieuwe bedrijven? • Hoe zit het met het aanbod van (technische) arbeidskrachten in deze regio? • Kunnen we helpen dat aanbod te vergroten? • Kunnen we wat doen om te bevorderen dat technologische kennis van universiteiten en hogescholen beter terecht komt bij de bedrijven in onze regio? • Hoe houden we gekwalificeerde en getalenteerde jongeren beter vast voor het noordelijke bedrijfsleven?
van de Zaak •
En zijn we over de volle breedte voldoende industrievriendelijk? We moeten aandringen op concrete actieplannen voor de industrie bij provincies en grotere gemeenten. We zullen hen gevraagd en ongevraagd helpen door het beschikbaar stellen van eigen deskundigheid. We weten dat de economische diensten bij de lagere overheden meer dan eens mager zijn ingevuld. We moeten met elkaar vaststellen waar onze regionale marktkracht ligt. We moeten hierover met elkaar een agenda vaststellen en puntsgewijs afwerken. We moeten overheden aanspreken hierin hun aandeel te leveren. Niet lijdzaam afwachten dus maar offensief de boer op.
Overheid in actie Op 6 oktober 2004 heeft het ministerie van Economische Zaken een kabinetsbrede brief naar de Tweede kamer gezonden. De zogenaamde Industriebrief. Het kabinet gaat zich extra inzetten voor industrie. Bedrijven meer ruimte geven om te groeien. Essentieel daarbij is een goed ondernemingsklimaat. Dit is nu niet het geval. De kern van het kabinetsbeleid op het gebied van industrie valt uiteen in drie sporen • randvoorwaarden ondernemingsklimaat op orde • vergroten vernieuwingsvermogen (generiek innovatiebeleid; excellente bedrijven en kennisinstellingen kunnen kans op vernieuwing verzilveren) • aandacht voor specifieke sectoren of doelgroepen Nederland heeft een kansrijke uitgangspositie. De Nederlandse industrie kent
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
11
een sterke internationale oriëntatie, sterke technologieclusters en leidende posities op internationale markten. Maar, het klimaat voor ondernemers is niet op orde. We leven in een tijd waarin internationalisering en individualisering terrein winnen. Daardoor worden er hogere eisen aan ondernemingen gesteld. Het gevolg is dat een organisatie zich moet kunnen
onderscheiden en moet willen en kunnen uitblinken.
Verplaatsing van activiteiten naar lage-lonen-landen een bedreiging? Steeds meer productiebedrijven overwegen delen van hun productie te verplaatsen naar landen waar ze goedkoper kunnen produceren. Verplaatsing is van alle tijden.
Feiten en cijfers / Profiel Nederlandse Industrie Maak- en procesindustrie in Nederland omvatten bijna 50% van de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van de Nederlandse economie. Aanverwante dienstverlening neemt hierin deel in verband met de economische verwevenheid van industrie en diensten. De bijdrage van de industrie aan het bruto binnenlandsproduct en totale werkgelegenheid zijn respectievelijk: Maak- en procesindustrie: 15.6 % BBP en 14.8% werkgelegenheid Aanverwante diensten: 33.0 % BBP en 33.6% werkgelegenheid Samen: zo’n 50% Maak- en procesindustrie zijn hierin stuwende kracht achter de bedrijvigheid in andere sectoren. Onder andere vanwege het aandeel in export (70%) en de rol bij innovatie als gevolg van het feit dat veel industriebedrijven een R&D afdeling hebben. Het aandeel van de industrie in Noord Nederlandse werkgelegenheid was 14.5 % in 2004 De Industrie Monitor van Economische Zaken biedt een beeld van het aantal industriële vestigingen in het Noorden in 2004 Groningen 1640 Friesland 2320 Drenthe 1320 Faillissementen in 2004 onder industriebedrijven: Groningen 25 Friesland 23 Drenthe 23 Ten opzichte van 741 faillissementen in Nederland in 2004. Dit betekent dat 9,6% van de industriële faillissementen in het Noorden vallen. Daarmee zit het Noorden iets beneden het nationaal gemiddelde.
Het is de dynamiek van het economische proces en levert vaak kostenvoordelen op en nieuwe kansen. Daardoor kan verplaatsing van activiteiten een steviger fundament leggen onder een bedrijf. Er komen meestal weer nieuwe activiteiten voor in de plaats, vaak met hogere toegevoegde waarde. De gevolgen van verplaatsing zijn vaak wel ingrijpend. Daarom zijn flexibiliteit en vernieuwingsvermogen van de economie zo belangrijk. Als er banen verdwijnen uit Nederland, dient men hierover bezorgd te zijn en zich altijd af te vragen wat hieraan valt te doen. Niet door krampachtig vast te willen houden wat onherroepelijk verdwijnt, maar door nieuwe banen te scheppen. Het stimuleren van innovatie is daarbij de kern. Als door verslechtering van het ondernemingsklimaat géén nieuwe activiteiten van de grond komen hapert het economisch proces. Dan is er sprake van gerechtvaardigde zorg. Bedrijven leggen hierop de nadruk de laatste tijd. Volgens ondernemers in ons land zijn er zeven knelpunten. Deze bedreigen de industrie maar ook de welvaart op lange termijn. 1. steeds meer druk van wet- en regelgeving 2. kosten door inflexibiliteit van arbeid 3. gebrek fysieke ruimte en afnemende kwaliteit infrastructuur 4. relatieve verslechtering fiscaal ondernemingsklimaat 5. te weinig kwalitatief goede arbeid (onvoldoende aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt) 6. onvoldoende wisselwerking tussen publieke kennisinfrastructuur en het bedrijfsleven 7. specifieke knelpunten per sector of doelgroep. Rode draad bij dit geheel is het beeld van een overheid op afstand van de industrie. Zowel de knelpunten als de rode draad worden door het kabinet herkend en onderkend. Het kabinet hanteert verschillende instrumenten om invulling te geven aan het industriebeleid. We hebben het bijvoorbeeld over wet- en regelgeving, voorlichting, fiscale en financiële instrumenten. Welk instrument de voorkeur heeft,
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
12
Burggraaff Bouw Leeuwarden, Industriedebat op 22 april 2005 Jacques Schraven was voor de laatste keer in het Noorden als voorzitter VNO-NCW. Ook Louwe Dijkema en Rik Siebers waren aanwezig. Drie voorzitters die zich buigen over industriebeleid. Burggraaff Bouw uit Leeuwarden accommodeerde het debat. Binnen de branche een bouwbedrijf dat uniek in z’n soort kan worden genoemd vanwege het innovatieve industriële bouwproces. Kenmerkend in Leeuwarden zijn het geloof in eigen kracht, het eigen initiatief en de op vernieuwing gerichte instelling. De beste plaats om met hartstocht op te roepen tot een decentraal industriebeleid. Te beginnen in Noord-Nederland.
hangt af van het probleem dat opgelost moet worden.
Wat kunnen ondernemers hieraan doen? Kansen verzilveren. Dit vraag ambitie, vernieuwingsdrang en inzet. Het kabinet kiest voor groei en ruimte. Bedrijven moeten zelf die ruimte benutten en durf hebben om risico’s te nemen. Bedrijven moeten actief de dialoog met kennisinstellingen aangaan. Bereidheid tonen om te investeren. Wat doen bedrijven om de contacten met kennisinstellingen op een hoger plan te brengen? Hoe krijgt beroepspraktijkvorming werkelijk inhoud? Zijn bedrijven onder alle omstandigheden goed georganiseerd op het niveau van een bedrijventerrein, sector of regio? Leunen ze ietwat gemakzuchtig achterover of lopen ze proactief voorop in voorkomende gevallen? Het kabinet neemt maatregelen en herkent de noodzaak tot actie. Er is echter ook werk aan de winkel voor provincie en gemeenten. Voert uw provincie of gemeente al een actief en herkenbaar industriebeleid? Timmert uw gedeputeerde of wethouder daarmee aan de weg? Communiceert uzelf helder over uw agenda met provinciale en gemeentelijk vertegenwoordigers?
In Friesland, Groningen en Drenthe hebben we in betrekkelijk korte tijd enkele honderden industriële arbeidsplaatsen zien verdwijnen. Atoglas, Amels, Enna Aerosols, Johnson, Oreel/PME, King Metaal, SCA, Armstrong, Forbo Novilon. Voorbeelden waardoor we ons bewust moeten worden van de noodzaak van een regionale industrieagenda. Decentraal industriebeleid! Akke Groenewoud
[email protected]
advertorial
Coaching!
Hype of noodzaak? Je kunt op dit moment geen krant of blad open slaan of er wordt gesproken over de zin of onzin van coaching. Coaching is overigens een nogal vervuild begrip. De fitnesstrainer heet personal coach, de financieel adviseur financial coach, er wordt gekleid, gekliederd, gepraat en gewandeld. En laten we wel wezen. De term “coach” is van iedereen en onbeschermd. Het hebben van een coach geeft geen enkele garantie op succes. Dat hebben we in het voetbal bijvoorbeeld kunnen zien. Ook waar het persoonlijke groei betreft zijn er geen garanties af te geven... Wat is gezien vanuit het personeelsadvies coaching nu eigenlijk en wat is het niet? Om met het laatste te beginnen. Coaching is niet een softe “pappen en nathouden” methode om het iedereen zoveel mogelijk naar de zin te maken, een stoplap om falen te maskeren. Coaching vraagt van de gecoachte (of coachee) een toenemend zelfinzicht en een lerende attitude met als doel het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en beweging. De kern vormt de dialoog. Het stellen van verhelderende, confronterende, relevante vragen leidt tot een groter bewustzijn en geeft de aanzet tot een groeiproces. Iets dat zich in jaren gevormd heeft, is niet na enkele coachingsgesprekken verdwenen, maar het proces van persoonlijke groei is in gang gezet en leidt tot effectiever functioneren. Er zijn verschillende vormen van coaching te onderscheiden. Hieronder zal ik drie veel voorkomende bespreken: competentiegerichte coaching (te vergelijken met individuele training), coaching gericht op zelfinzicht en managementcoaching. Competentiegerichte coaching is vooral bestemd voor personen die specifieke vaardigheiden willen ontwikkelen en bijbehorend gedrag willen oefenen. Een doel dat men hierbij zou kunnen hebben, is bijvoorbeeld het verbreden van het gedragsrepertoire in het contact met klanten of met collega’s binnen de eigen organisatie. Coaching gericht op zelfinzicht is vooral bedoeld voor mensen die zich meer bewust willen worden van de reden van hun handelswijze, mensen die staan voor belangrijke keuzes in hun leven, maar ook voor mensen die zich opgebrand voelen en mensen die na een ziekteproces weer willen reïntegreren. Ook personen die meer inzicht willen krijgen in hun talenten, ontwikkelpunten, wensen en behoeften hebben baat bij deze vorm van coaching. Luisteren, vragen, feedback geven, spiegel voorhouden, confrontatie en gesprekspartner zijn, zijn de kernbegrippen in deze. Daarnaast kunnen verschillende instrumenten ingezet worden om een en ander boven water te krijgen en beweging in gang te zetten. Managementcoaching richt zich vooral op diegenen die behoefte hebben om in een vertrouwelijke sfeer buiten de eigen organisatie eens met een ander van gedachten te kunnen wisselen over de eigen rol, het eigen functioneren en de te kiezen toekomststrategie. Reflectie is een kernwoord, maar ook het ontwikkelen van inzicht ten aanzien van strategisch handelen in als lastig ervaren situaties. Dus is coaching een hype of noodzaak? Ik zou zeggen en, en. Het besef dat het hebben personeel een tamelijk kostbare aangelegen-
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
13
heid is wordt steeds duidelijker. Dan is het ook logisch dat men in de ontwikkeling van dat personeel investeert zodat er zo min mogelijk kapitaal vernietiging plaatsvindt. Iets waar veel mensen van doordrongen zijn wordt een trend en een trend is modegevoelig. Het hebben van een coach ontslaat niemand van de verplichting zijn (of haar) eigen verantwoording voor de persoonlijke ontwikkeling te nemen. Deze verantwoording geldt zowel voor werkgever als werknemer. Een goede werkgever stimuleert zijn werknemers tot ontwikkeling. Niet alleen omdat het tegenwoordig zo hoort en het van aandacht voor de werknemer getuigt, maar zeker ook omdat het bedrijfsresultaat er positief door beïnvloed wordt. Een lerende werkgever zal zelf ook behoefte aan een coach hebben.
LTP
Sinds de oprichting in 1927 heeft LTP de nodige expertise op dit gebied opgebouwd. Door middel van coaching is LTP in staat daadwerkelijk inzicht te verschaffen in mensen en in wat mensen beweegt. Daarnaast heeft LTP ook uitgebreide deskundigheid op het gebied van assessment, competentiemanagement, outplacement en HR consultancy. Met ruim 100 medewerkers en vestigingen in Amsterdam, Groningen en Eindhoven, behoort LTP tot de top van adviesbureau’s op dit gebied. Van LTP mag verwacht worden dat onze aandacht voor toepasbaarheid, maatwerk en acceptatie nooit zal leiden tot het inleveren van een kritische, onafhankelijk blik. Wij zijn meedenkers en geen meepraters. Drs. Ingeborg Steinmeijer, LTP Noord Nederland, adviseurs voor assessment, persoonlijke ontwikkeling, coaching, outplacement en consultancy, Gorechtkade 8 , 9713 CA Groningen, 050- 314 50 38, www.ltp.nl
Technasium interessant antwoord op ‘a-technische samenleving’ Het technasium is een formule voor beter bèta-onderwijs. Een produkt van Groninger bodem. Het technasium is een gloednieuwe onderwijsstroom voor vwo en havo, inmiddels operationeel op vijf scholen in de provincie Groningen. Het technasium werkt met competenties die zijn geformuleerd vanuit de beroepspraktijk en vervolgopleiding. Een leerling krijgt op het technasium ruim de gelegenheid om kennis te maken met de moderne wereld van bèta en techniek.
Regionale aanpak
Kinderen die van de basisschool komen en kiezen voor het Technasium, krijgen een extra uitdaging en een verbreding van het onderwijsaanbod. Bovendien is de basisvorming, de periode van creativiteit en onbevangen enthousiasme, bij uitstek geschikt om kinderen warm te krijgen voor de wereld van beta en techniek - nog voor ze een profiel kiezen. In de onderbouw hebben onderzoek en ontwerpen een breed en oriënterend karakter. Het accent ligt op creativiteit, experimenteren, plezier en ontdekken. Leerlingen werken aan projectopdrachten waarbij ze intensief worden begeleid. Onderzoek en ontwerpen vormen het hart van het Technasium. Samenwerking met beroepspraktijk en vervolgopleiding is
De scholen en de instellingen uit de regio Groningen die deelnemen zijn: • rsg de Borgen te Leek • Praedinius Gymnasium Groningen • Ubbo Emmius te Stadskanaal • H.N. Werkman-college Groningen • Zernike College Groningen • Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen • Bedrijfsleven in de provincie Groningen Het technasium vraagt een actieve, ondernemende instelling van een leerling. Onderzoek doet een appèl op nieuwsgierigheid en het verlangen om de wereld te begrijpen. Ontwerpen doet een appèl op het plezier om te creëren en de wens om concrete problemen praktisch op te lossen.
Support VNO-NCW Noord
U
it onderzoek blijkt dat er in vwo en havo een potentieel aan leerlingen is met belangstelling voor bèta en techniek, die vooral praktisch gericht is. De natuurprofielen bieden veel theorie maar zijn nauwelijks verbonden met de praktijk en beroepsvoorbereiding. Ze sluiten daardoor onvoldoende aan bij de leerstijl en leerbehoefte van potentiële bètaleerlingen. Dit geldt in hoge mate voor meisjes.
Samenhang De afgelopen jaren zijn er tal van initiatieven ontwikkeld om bèta- en techniekonderwijs aantrekkelijk en “studeerbaar” te maken. De meerwaarde van het Technasium zit in de samenhangende aanpak, waarbij elementen zijn verankerd in een herkenbare onderwijsstroom. Op het Technasium staat samenhang in de beleving van de leerling centraal. Deze vorm van samenhang ontstaat wanneer kennis verbonden wordt met praktijk. Het Technasium schept optimale voorwaarden. Relevante praktijkopdrachten van onderzoek en ontwerpen geven een leerling de kans om samenhang te construeren.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
Experimenteren
14
een vast onderdeel van projectopdrachten, die bij onderzoek en ontwerpen worden gegeven. In interessante projectopdrachten past een leerling theorie toe en ontwikkelt vaardigheden, die gevraagd worden in beroepspraktijk of vervolgopleiding. Denken is gekoppeld aan doen. Bij onderzoek en ontwerpen maken leerlingen kennis met deze disciplines. Ze leren hoe een ontwerpproces of een onderzoeksproces verantwoord plaatsvindt. Ontwerpen onderzoekstechnieken worden aangeboden, gevoed vanuit de beroepspraktijk. Op inhoudelijk niveau is er samenhang met andere vakken: elk ontwerp of onderzoek is per definitie multidisciplinair van karakter. Daarbij staan de verschillende vakdisciplines in dienst van het ontwerp of het onderzoek.
VNO-NCW Noord ondersteunt ten volle de ontwikkeling van het Technasium. Als geen ander onderkent zij het belang van scholing en praktijkgericht onderwijs. Modern onderwijs vraagt steeds meer om directe banden met de beroepspraktijk. We moeten ons realiseren dat door te weinig instroom van onze eigen jongeren in bètatechnische studies, de infrastructuur voor onderwijs en onderzoek in Nederland afkalft. Dat ondermijnt hoe dan ook de concurrentiekracht van ons onderwijs (en ons onderzoek) en vermindert op termijn de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplaats voor bedrijven met veel hoogwaardig onderzoek en ontwikkeling. Hans Haerkens
[email protected]
Onderscheidend Het technasium verbindt zich als schakel in de keten naar hoger onderwijs in bèta en techniek aan de doelstellingen in het Deltaplan B en techniek. Deelnemers streven naar 15% meer instroom in de natuurprofielen en proberen (meer) meisjes te interesseren voor de wereld van bèta en techniek zodat ze een natuurprofiel kiezen. Deelnemers streven er naar dat 15% meer leerlingen kiezen voor een vervolgopleiding in bèta of technisch hoger onderwijs.
Stichting Bodemcentrum opvolger van BSB De sanering van de bodem wordt in de komende jaren actueel voor een groot aantal ondernemers. De saneringsplicht treft veel mkb-bedrijven, waarbij de totale kosten vaak hoog zijn (gemiddeld tussen de 125.000 en 300.000 euro). VNO-NCW en MKB-Nederland hebben in 2001 een convenant afgesloten met de overheid, waarin een saneringsplicht gekoppeld wordt aan een financiële tegemoetkoming voor bedrijven (‘de bedrij-
deze uit meerdere regionale stichtingen. De BSB-werkzaamheden concentreren zich op de inventarisatiefase. De totaaloplossing die de stichting Bodemcentrum aanbiedt voor de uitvoeringsfase begint na afronding van de door de BSB stichtingen gemonitorde inventarisatiefase. De BSBstichtingen zijn operationeel tot uiterlijk 2008/2010 – of zoveel eerder als werkzaamheden dit toelaten zoals in Noord Nederland het geval is. Het Bodemcentrum start op 1 januari 2006.
venregeling’).
B
egin 2005 hebben VNO-NCW – met Bovag, FME-CWM, MKBNederland, Metaalunie, Netex, de Rabobank en VROM- een intentieverklaring ondertekend om binnen het jaar een organisatie op te richten, waaraan een bedrijf het totale probleem van bodemverontreiniging en bodemsanering kan uitbesteden. Op die manier wil het bedrijfsleven de bodemsanering stimuleren. De naam van de nieuwe organisatie wordt Stichting Bodemcentrum. De intentieverklaring beoogt om via subsidie de saneringsoperatie aan te zwengelen. Door de collectieve aanpak zullen individuele kosten lager uitvallen en bovendien veel administratieve handelingen worden overgenomen. Er zal collec-
tief onderhandeld worden met bevoegd gezag waardoor een gelijke behandeling van bedrijven gestimuleerd wordt. Verder wordt de gehele financiële situatie van de ondernemer in ogenschouw genomen, dus ook verkoop, opvolging of pensioenvoorziening. Vanzelfsprekend blijft gelden dat het elke ondernemer vrij staat hier wel of niet aan deel te nemen.
Relatie BSB-stichtingen en Bodemcentrum De activiteiten van BSB-stichtingen en Bodemcentrum liggen in elkaars verlengde. Gezamenlijk dekken zij het totale traject af. Net als het Bodemcentrum zijn de BSB-stichtingen een initiatief van het georganiseerde bedrijfsleven, maar bestaan
Bedrijven die via de stichting BSB de inventarisatiefase hebben doorlopen, kunnen zich aanmelden bij het Bodemcentrum. Zij worden door de BSB-stichtingen actief doorgeleid naar het Bodemcentrum. Alle bedrijven die zich bij Bodemcentrum aanmelden en de inventarisatiefase niet of niet volledig hebben doorlopen, worden door het Bodemcentrum - indien mogelijk -verwezen naar de betreffende BSB-stichting om de inventarisatiefase alsnog af te ronden. De beëindiging van de werkzaamheden van de BSB-stichtingen – waarbij VNO-NCW en MKB-Nederland een zorgvuldige afronding bewaken- zal conform plan in de komende tijd gestalte krijgen. Hans Haerkens
[email protected]
Kennis van waarde
Oosteinde 4b, Postbus 145, 9300 AC Roden tel. 050 - 501 54 55 www.schuurmans-advocaten.nl
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
15
Focus op transparante Jaaragenda met Voor de komende periode heeft VNO-NCW Noord haar inzet wat belangenbehartiging betreft gericht op zeven domeinen. Vanuit het bestuur is voor ieder domein een taskforce actief. Een kort overzicht van de
I
n 2004 heeft het bestuur van VNONCW Noord samen met het secretariaat het functioneren van de organisatie tegen het licht gehouden. Hoe kan het beter? Hoe verhogen we de efficiëntie en effectiviteit van onze organisatie? Transparantie, focus, outputverantwoording en het belang van de leden vormen hierbij de verbindende lijnen. Uiteindelijk is alles erop gericht de leden beter te bedienen. D.w.z. op een transparante wijze periodiek communiceren waar VNO-NCW Noord voor staat. Dit heeft geleid tot een focus op zeven aandachtsgebieden.
belangrijkste speerpunten in het beleid van VNO-NCW Noord en wat er staat te gebeuren.
Ruimtelijke Ordening Het afgelopen jaar (2004) heeft het kabinet in de Nota Ruimte duidelijk gemaakt dat het de economie een betere plaats wil geven bij de ruimtelijke ordening. Er zijn plannen ontvouwd voor deregulering en decentralisatie, ontwikkelingsplanologie. Daarnaast is ruimte gereserveerd voor cruciale ruimtelijke investeringen die voor de economie van belang zijn. In het lobbywerk van VNO-NCW Noord zal in 2005-2006 een sterk accent liggen op het bewaken van de uitvoering van deze voornemens in de praktijk en de gevolgen van de plannen voor de ondernemers in NoordNederland.
Verkeer & Infrastructuur Tot het domein van de taskforce van Verkeer en Infrastructuur behoren wegen, water, spoor en lucht. Problemen rondom de ring Groningen, De Haak om Leeuwarden, de N33 en de congestie bij Zwolle zullen worden aangepakt. Maar ook zaken als de ontwikkeling van vaarwegen ter bevordering van modaliteit via water, de mogelijkheden rondom rekeningrijden, het stimuleren van PPS constructies en de posities van de noordelijke zeehavens en Airport Eelde krijgen specifieke aandacht op de ondernemersagenda.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
16
Taskforces Het is belangrijk te laten zien waar de vereniging voor staat. Uiteindelijk is alles erop gericht de leden beter te bedienen. Duidelijk moet zijn welke actiepunten geformuleerd zijn binnen de onderscheidende aandachtsvelden in een betreffend jaar. Bestuursleden, maar ook ter zake kundige leden kunnen hierin een actieve bijdrage leveren op voorzet van de verantwoordelijke regiomanager. Zij vormen gezamenlijk per onderwerp een zogenaamde taskforce. Het initiatief en primaire verantwoordelijkheid voor het beoogde resultaat ligt bij de regiomanagers. De leden van de taskforces zijn dus zowel initiator als klankbord voor het beleid van VNO-NCW Noord.
Innovatie Hoofddoelstelling van deze Taskforce is het versterken van de innovatieve kracht van het noordelijke bedrijfsleven en (mede) hierdoor de concurrentiekracht van deze bedrijven te vergroten. VNO-NCW is voor een actief innovatiebeleid; het scheppen van gunstige condities voor ondernemingen om technologische kennis en ontwikkelingen toe te passen en commercieel te benutten. In het lobbywerk van VNO-NCW Noord zal in 2005 een sterk accent liggen op het aansporen en helpen van leden bij het opsporen en articuleren van hun latente innovatievraag. Daarnaast zullen andere organisaties (Syntens, NOM, TCNN, kennisinstellingen etc.) helpen met het vaststellen van de marktpotentie van de innovatievragen. Samen met deze organisaties kan VNO-NCW Noord zorgdragen voor matching van de (industriële) vraag met kennisaanbod en eventueel voor clustering van individuele vraag in een branche of keten. Tenslotte moeten ondernemers beter gewezen worden op de mogelijkheden van financiering/subsidie als steuntje in de rug voor innovatieve ontwikkelingen.
belangenbehartiging outpu t v e r a n t w o o r d i n g Kantoor VNO-NCW Noord te Haren
Veiligheid Bedrijven kregen in 2004 naar schatting 2,7 miljoen keer te maken met criminaliteit. De totale schade die hiermee gemoeid was ligt rond de 700 miljoen euro. Voor VNO-NCW Noord is veiligheid daarom een belangrijk aandachtspunt. Primaire doel is het versterken van communicatie en afstemming van beveiligingsvraagstukken. VNO-NCW Noord zal met betrokken partijen knelpunten moeten gaan inventariseren, maar ook de mogelijkheden die bedrijven nu al hebben promoten.
Wet & Regelgeving Naast hinderlijke en overbodige administratieve regels zijn lokale lasten een doorn in het oog van ondernemers. Het kabinet heeft weliswaar meer aandacht voor de noodzakelijke beheersing van de lokale lasten dan voorheen. Echter in 2004 kon hierbij nog geen concreet succes geboekt worden. Naast minder regels en betere afstemming van procedures is ook de klantvriendelijkheid van gemeenten nog onvoldoende. Helaas zijn er nog maar weinig gemeenten die overstappen op het systeem van één loket waar bedrijven met al hun zaken terecht kunnen. VNO-NCW Noord houdt voor u de vinger aan de pols!
Onderwijs & Arbeidsmarkt Hoofddoelstelling van deze Taskforce is het verbeteren van de aansluiting tussen de kennisinstellingen en het bedrijfsleven en verbetering van de kenniscirculatie in Noord-Nederland. Kenniscirculatie betreft het uitwisselen van kennis en innovaties tussen onderwijs en bedrijven op zo’n manier dat zowel scholen als bedrijven er baat bij hebben. Dit speelt op alle niveaus van het onderwijs, van primair vakmanschap tot en met universitaire studies. De taskforce gaat zich hardmaken voor de vermeerdering van de contacten tussen bedrijfsleven en Hogescholen, het stimuleren van techniek in alle lagen van
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
17
het onderwijs en zorgen voor meer aandacht voor ondernemerschap bij economische en technische opleidingen. Daarnaast zal de taskforce zich bezighouden met de specifieke problematiek van de jeugdwerkloosheid. Tenslotte vormt de vergrijzing in een aantal sectoren een bedreiging.
Specifieke economische- en gebiedsontwikkeling Van alle te onderscheiden taskforces de meest diffuse. Onderwerpen die van bovengemiddelde economische betekenis zijn, of onderwerpen die niet of onvoldoende geadresseerd worden in de andere taskforces krijgen hier hun vertaling. De taskforce
beweegt zich in beginsel op een zeer breed veld. Politieke actualiteit en haalbaarheid, maar ook identificatie en meningsvorming t.b.v. de achterban kunnen onderwerpen naar voren doen halen. Hieronder vallen de Waddenzee en de magneetzweefbaan. Maar ook zaken als het dynamiseren van de bouwketen en de vertaling van creativiteit en creatieve bedrijvigheid als nieuwe pijler van de noordelijke economie. Peter Buurman
[email protected]
Ietsje Digitaler Al jaren spreekt men over het digitale kantoor. Een kantoor zonder papier, en alles elektronisch. Dit is efficiënter, sneller en goedkoper. De dagelijkse praktijk staat daar ook bij VNONCW Noord nog ver van af. Uw vereniging gaat wel een klein digitaal stapje doen.
Afscheid Per jaar ontvangt u meer dan veertig uitnodigingen van VNO-NCW Noord. Bij een uitnodiging zit het bekende gekleurde antwoordkaartje, waarmee u zich opgeeft. Ook stuurt u veranderingen van lidmaatschapsgegevens naar ons toe. Dit gaat nu bijna allemaal per post. Dit laatste gaat veranderen, en onze website speelt hierin een centrale rol. Het antwoordkaartje verdwijnt, en wordt vervangen door een persoonlijke inlognaam met wachtwoord. Hiermee kunt u zich op de website aan- of afmelden voor bijeenkomsten. Belangrijke gegevens worden gecontroleerd en uw aanmelding is daarmee bekend bij en verwerkt door het secretariaat. Ook kunt u zien wie zich al hebben opgegeven voor een bijeenkomst. De eerste bijeenkomst met digitale aanmelding zal in juli starten. U ziet het dan aan de uitnodiging: er is afscheid genomen van het kleurige kaartje en uw inlognaam en wachtwoord met instructies zijn toegevoegd. Veranderingen van uw persoonlijke of zakelijke gegevens kunt u straks ook via de website doorgeven. U kunt daarnaast aangeven of u onze correspondentie bij voorkeur per post of per e-mail wenst via uw zakelijke of privé adres. Een marktplaats is de laatste toevoeging aan de website. Een plek waar u speciale aanbiedingen aan andere leden kunt doen en hen kunt laten zien wat uw bedrijf interessant maakt voor andere bedrijven. Bas van Mierlo
[email protected]
Noordelijke nuchterheid Fries bedrijf De Boer en De Groot Het Friese bedrijf De Boer en De Groot werkt vooral binnen Nederland. Medio 2005 komt hierin verandering. De Boer en De Groot gaat letterlijk de grens over en vertrekt voor een imposante opdracht naar Curaçao. Aldaar gaat men aan de slag met de vermaarde Pontjesbrug in de haven van Willemstad. Hoe een bruggenbouwer uit Harlingen/Workum uiteindelijk de concurrentie voorblijft in het Caraïbisch gebied, dankzij het noordelijke netwerk. ‘Swinging old lady’ De Pontjesbrug verbindt in Willemstad de twee stadsdelen Punda en Otrobanda. Deze brug, ook wel de ‘swinging old lady’ genoemd is in 1888 gebouwd en genoemd naar Koningin Emma. De brug bestaat uit een soort boot die wordt ondersteund door 16 drijvende pontons (“Pontjesbrug”). De brug wordt geopend en gesloten door twee scheepsmotoren. Wanneer de brug open is worden voetgangers gratis heen en weer gevaren met een pontje. De Pontjesbrug wordt internationaal gezien als een bijzonder fenomeen. Met recht vertoeft deze ‘oude dame’ op de werelderfgoedlijst van Unesco. Maar met de jaren komen ook de gebreken. Een grote opknapbeurt is nood-
zakelijk. Vrijwel alle houten onderdelen van de brug zijn aan vervanging toe. Een specialistische klus waarvoor De Boer en De Groot de kennis en vaardigheden beschikbaar zal stellen. De geschiedenis van De Boer en De Groot gaat ruim vijftig jaar terug, naar de oprichting van aannemersbedrijf De Boer te Workum. Het bedrijf verwierf zich een grote naamsbekendheid op het gebied van activiteiten in de waterbouw. Het werkgebied bestond voornamelijk uit de provincie Friesland. Sinds 1997 heet het bedrijf De Boer en De Groot en is er een tweede vestiging in Harlingen geopend. Modernisering en specialisatie zorgden voor meer
mogelijkheden. Jarenlange ervaring werd gekoppeld aan moderne bedrijfsvoering. Specialistische aanpassingen aan het materieel verruimden het aantal werkterreinen. Op het water, in het water en aan het water. In hout, staal maar ook beton.
Onderscheidend Instandhouding van monumentale objecten en de daaraan gerelateerde vakkennis geldt als zeer belangrijk binnen het Harlinger bedrijf. Vanwege het koesteren van deze vakkennis worden er regelmatig restauratiewerkzaamheden uitgevoerd aan onder andere bruggen, sluizen en kademuren. Vanwege de leeftijd van deze constructies zijn vaak oude werkmethoden vereist. Hier begint ook het verhaal over de Pontjesbrug van Curaçao.
De beroemde pontjesbrug in Willemstad
Noordelijke samenwerking basis voor het werk op Curaçao De heer Van der Meer, met een eigen bureau voor water en recreatie management uit Tolbert, legde namens HPB Advice & Finance uit Leek de eerste contacten met De Boer en De Groot in maart 2005. HPB is een financieel management bureau voor Europese Structuurfondsen. HPB ondersteunt het Curaçaose aannemingsbedrijf HCCC (hoofdaannemer voor de restauratie van de Pontjesbrug) bij de technische werkvoorbereiding, inkoop en de financiële onderbouwing van dit
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
18
in Caraï bische warmte restau r e e r t P o n t j e s b r u g Curaçao werkers uit Friesland een sterk initiërende en kennisoverdragende taak richting de 20 tot 30 lokale medewerkers.
Willemstad
Eervolle vermelding Waarom heeft dit Friese bedrijf ja gezegd op de uitnodiging aan deze opdracht mee te werken? Volgens directeur Durk de Boer vooral “vanwege de uitdaging, de ambitie en de trots om bij dit Unesco project betrokken te mogen zijn”. “Bovendien komt het niet zo vaak voor dat een aannemersbedrijf betrokkenheid bij zulke internationale projecten op het curriculum kan vermelden”. Al met al een CV die klinkt als een klok. Akke Groenewoud
[email protected]
project. Een project dat volledig wordt gefinancierd door het Europese Ontwikkelingsfonds. Door de drie eenheid van HPB (financiële zaken), Van der Meer (werkvoorbereiding) en De Boer en De Groot (vaktechnische personele invulling) is een Noordelijke samenwerking tot stand gekomen die een verdere uitbouw van internationale projecten beoogt. De inbreng van De Boer en De Groot is van evident belang voor het slagen van het project. Specifiek voor het vervangen van de brugdekken van de Pontjesbrug is men bij De Boer en De Groot terechtgekomen. Vanwege hun specialistische vakkennis én jarenlange ervaring zal een aantal medewerkers van het bedrijf uit Harlingen/Workum ruim een halfjaar op Curaçao verblijven om de werkzaamheden uit te voeren en te begeleiden. Omdat de lokale kennis voor het verwijderen en vernieuwen van het houtwerk gering is, hebben de mede-
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
19
Een van de drijvers van de Pontjesbrug
Kosten en effecten vergunningstelsels in kaart gebracht Een kwart van de vergunningstelsels veroorzaakt 94 procent van het totaal aan administratieve lasten. Ondernemers vinden dat bij een kwart van de vergunningstelsels de procedure te lang duurt. Bij de helft van de vergunningstelsels is sprake van samenloop met andere vergunningsprocedures. Dit zijn enkele conclusies uit het rapport Kosten en effecten van vergunningverlening, dat in opdracht van de Taskforce Vereenvoudiging Vergunningen is opgesteld. In het onderzoek zijn 77 vergunningstelsels onderzocht op doorlooptijd, samenloop met andere vergunningstelsels, certificeringseisen, administratieve lasten, leges, transparantie en serviceniveau. Van ongeveer één op de vier vergunningstelsels worden de doorlooptijden door ondernemers als lang beoordeeld. De doorlooptijden variëren van enkele dagen voor bijvoorbeeld het afgeven van parkeervergunningen tot enkele jaren voor omvangrijke vergunningen op grond van de Wet Milieubeheer (Wm). In één op de twee vergunningstelsels is sprake van samen-
loop. Voor één activiteit of voor bij elkaar horende activiteiten moeten dan verschillende vergunningen worden aangevraagd.
Gebrek aan transparantie Slechts een kwart van de vergunningstelsels is voor de ondernemer volledig transparant. Wel staat voor vrijwel alle vergunningstelsels informatie op internet, maar vaak zijn dat verwijzingen naar bijvoorbeeld wetteksten en niet informatie waarmee de ondernemer snel en eenvoudig de eigen situatie kan beoordelen. Gebrek aan transparantie ontstaat ook doordat de
regels complex en gelaagd zijn. Daardoor is voor het aanvragen van de vergunning veel expertise en ervaring nodig waarvoor externe deskundigen moeten worden ingehuurd. De uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt voor het onderbouwen van de voorstellen die de Taskforce Vereenvoudiging Vergunningen in juni zal aanbieden aan staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken). De Taskforce werkt in opdracht van het kabinet aan voorstellen voor lagere (administratieve) lasten, kortere doorlooptijden en betere stroomlijning van economisch relevante vergunningprocedures. De Taskforce bestaat uit vertegenwoordigers van ministeries, Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), MKBNederland en VNO-NCW. Het rapport Kosten en effecten van vergunningverlening is te vinden op: www.ez.nl
Faciliteit voor participaties in innovatieve startende ondernemingen gelanceerd Op 30 maart heeft het ministerie van Economische Zaken de TechnoPartner Seed-faciliteit gelanceerd. Het betreft een faciliteit voor leningen tot 4 miljoen euro aan participatiefondsen voor technostarters. Met de lancering is het TechnoPartner-instrumentarium compleet. Aanvragen voor de regeling kunnen worden ingediend tot 1 juli 2005. Voor 2005 is 11,6 miljoen euro beschikbaar. Vanaf 2006 is jaarlijks minimaal hetzelfde bedrag beschikbaar en naar verwachting meer.
kunnen spreiden en het investeringsbedrag kunnen verdubbelen. De Seed-faciliteit voorziet in de kapitaalbehoefte van technostarters en vergroot daarmee hun overlevings- en (door)groeikansen. Verder is het uitdrukkelijk de bedoeling dat startersfondsen de nodige begeleiding geven aan de technostarters waarin zij investeren.
Veel beginnende ondernemers zijn voor het starten en de eerste jaren aangewezen op externe financiering. Zeker jonge hightech-bedrijven oftewel technostarters hebben echter vaak moeilijk toegang tot de benodigde financiering. Er is immers geen historie, het marktperspectief is nagenoeg onbekend. Ook zijn de technische risico’s lastig in te schatten voor de kapitaalverstrekker, terwijl de benodigde bedragen tussen 100.000 tot 2.500.000 euro weer te klein zijn voor een uitgebreide analyse door de kapitaalverstrekker. Dit leidt tot een gat in de toegankelijkheid voor technostarters van externe financiering met
Kijk voor meer informatie en de tekst van de regeling inclusief alle voorwaarden voor aanvragen op: www.technopartner.nl.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
20
vreemd vermogen, ook wel equity gapgenoemd. Het betreft veelal de eerste en eventueel de tweede financieringsronde van het bedrijf. Technostarters zijn belangrijk voor innovatieve dynamiek in het bedrijfsleven. Het ministerie van Economische Zaken ziet het daarom als zijn taak om de kapitaalverschaffers de helpende hand toe te steken bij de financiering van technostarters. Hiertoe is in samenwerking met de financiële marktpartijen en VNO-NCW de Seed-faciliteit ontwikkeld. Een faciliteit waarmee kapitaalverschaffers het risico
Commentaar VNO-NCW VNO-NCW is positief over TechnoPartner en beschouwt de Seed-faciliteit als het belangrijkste instrument daarbinnen. Hopelijk stimuleert de regeling marktpartijen tot wezenlijke extra investeringen in succesvolle technostarters en daarmee tot een bijdrage aan de nagestreefde omzetgroei van deze ondernemingen.
VNO-N C W N o o r d O n d e r n e m e r s g a l a 2 0 05
“We will rock you” Op vrijdag 2 september 2005 organiseert VNO-NCW Noord het openingsfeest van het nieuwe verenigingsjaar in het Martiniplaza te Groningen. Alle persoonlijke leden en partners zijn van harte uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. Laat u verrassen en zorg dat u er bij bent !
_
_
_
_
q
g
Hoe goed u uw planning ook voor elkaar hebt, de toekomst laat zich nooit
Afslanken zonder afkoop
helemaal voorspellen. Als het een tijdje minder gaat, wilt u niet vastzitten aan langlopende leasecontracten. En bij Century Autolease hoeft dat ook niet. Met onze LeaseSpecials kunt u moeiteloos en per direct uw auto omruilen of uw wagenpark aanpassen aan de omstandigheden. Zonder bijkomende kosten! Meer weten? Kijk voor meer informatie op
X
www.centur yautolease.nl.
U kunt ons uiteraard ook gewoon bellen: (050) 853 72 00.
Century Autolease bv • Handelsweg 16b, 9482 WE Tynaarlo • T (050) 853 72 00 • F (050) 853 72 22 • E
[email protected]
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
21
Patent op flexibel leasen
Personalia De heer E. de Jong is benoemd tot bedrijfsdirecteur van Landal GreenParks Beheer en Projecten B.V. in Groningen. Deze vestiging houdt zich bezig met de parken waarvan de huizen in particulier bezit zijn en waarmee Landal GreenParks verhuurcontracten heeft afgesloten. De Jong was tot voor kort directeur bij ISS Integrated Facility Services B.V. Daarvoor heeft hij gedurende 4 jaar de functie bekleed van Director Facilities & Services The Netherlands bij Accenture. Oud Philips-topman J. Oosterveld is benoemd tot lid van de raad van toezicht van Rijksuniversiteit Groningen. Oosterveld was bij Philips vice-president en senior director corporate strategy. J. Bonjer is de nieuwe hoofdredacteur van de op te richten fusiekrant in de zuidelijke Randstad. Bonjer is nu hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad en was daarvoor hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden. Mw. J van der Steltis is aangesteld als adjunct-directeur financieringsactiviteiten van ING Real Estate Finance in Noordoost-Nederland. De heer R.J. Buis is in deze regio in dienst getreden als relationship manager. Mw S. van der Tuuk wordt projectdirecteur bij de gemeentelijke dienst Onderwijs Cultuur Sport Welzijn. Zij is momenteel werkzaam als districtsmanager voor Groningen en Drenthe bij het reïntegratiebedrijf KLIQ. A. Boudewijns is met ingang van 1 mei 2005 benoemd tot Chief Financial Officer van Koninklijke Friesland Foods N.V. In deze functie wordt Boudewijns verantwoordelijk voor de corporate afdelingen Finance & Accounting, Treasury, Procurement Affairs en Information & Communication Technology. Met de benoeming bestaat de concerndirectie van Koninklijke Friesland Foods N.V. uit vier personen: L. Dahlhaus (voorzitter), J. Priem, T. Spierings en A. Boudewijns.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
22
Mr. drs. A. Offringa heeft zijn functie als voorzitter van de Raad van Bestuur van de Friesland Bank NV neergelegd. Hij wordt in deze functie opgevolgd door de heer drs. W.F.C. Cramer. De samenwerkende bedrijven Van der Zee Vleesgrootverbruik in Emmen en CombiGilde in Hoogeveen hebben een nieuwe directie. Het gaat om de heer L. Carabain, eerder bedrijfsleider bij Van der Zee, en de heer A. Welink, die eerder directeur was bij CombiGilde en Distrivers. Carabain en Welink volgen directeur J. ten Hoor op, die als commissaris bij de bedrijven betrokken blijft. Van der Zee en CombiGilde bedienen instellingen in Noord-, Oost- en Midden-Nederland met versproducten. Behalve om vlees en vleeswaren, gaat het daarbij om zuivel, (gesneden) groenten en convenienceproducten (kant-en-klare etenswaren). Verkoop en distributie vinden plaats via Distrivers, waarvan Van der Zee en CombiGilde, samen met enkele andere bedrijven, aandeelhouder zijn. Ir. F. van Genne is geïnstalleerd als lector Vastgoed van de Hanzehogeschool Groningen. Dit lectoraat is gekoppeld aan het Instituut voor Bedrijfskunde. Naast lector Vastgoed is hij werkzaam bij projectontwikkelaar AM Wonen in Nieuwegein, dat hem in staat stelt deze vernieuwende functie te vervullen. Het Instituut voor Informatie- en Communicatietechnologie van de
Hanzehogeschool Groningen krijgt een nieuw, bijzonder lectoraat ‘Innovatie in de ICT.’ H. Appel, Chief Technology Officer bij Sun Microsystems Nederland gaat deze functie voor één dag per week vervullen. Hij gaat zich voornamelijk bezighouden met het opzetten van concrete innovatieprojecten van ICT-technologie tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. De heer R. van Gent heeft de plaats in genomen van F. Alfrink als directeur bij MKB-Noord. Alfrink gaat aan de slag als manager ondernemerscollectieven bij Menzis Zorg en Inkomen. Van Gent was de afgelopen zeven jaar teamleider bedrijvenloket en plaatsvervangend afdelingshoofd economische zaken bij de gemeente Groningen. Oud-minister H. Dijkstal is de nieuwe voorzitter van de raad van Advies van het Noord-Nederlands conservatorium en de Dansacademie NoordNederland. Beide zijn onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen. Wethouder mr. drs. F.J. Paas (CDA) van Groningen wordt de nieuwe voorzitter van vakcentrale CNV. Fractievoorzitter mw. M. Visser is zijn opvolger als lid B&W gemeente Groningen. De heer A. Hofmijer (ING Bank Hoogeveen) is benoemd tot penningmeester bij het TT-Circuit in Assen.
Oud-voorzitter VNO-NCW Noord Popke de Jong overleden Op 6 april 2005 is Popke de Jong, prominent oud-bestuurder van VNO-NCW Noord overleden. Zijn doen en denken hebben de vereniging in cruciale periodes een scherp profiel gegeven. Veelvuldig en intelligent zette hij zich in voor ondernemend Noord-Nederland. VNO-NCW Noord heeft in Popke de Jong een geliefd en geëngageerd oudvoorzitter verloren.
Op de foto in gesprek met Jacques Schraven en Ed Nijpels
Column Ook Drenthe kijkt reikhalzend uit naar oplossing problemen Ring-Zuid Groningen Nadat het gemeente bestuur van Groningen heeft besloten het Julianaplein in de stad Groningen niet grondig aan te pakken neemt VNO-NCW Noord het initiatief om met voorstellen te komen. We betreuren het zeer dat dit drukste verkeersknooppunt van Noord-Nederland niet voor eens en voor altijd wordt aangepakt. Ook vanuit Drenthe wordt met belangstelling uitgekeken naar oplossingen die het dichtslibben van de belangrijkste levensader tussen het stedelijk netwerk Groningen-Assen kan oplossen. De plannen van de provincie Groningen die een volwaardig ongelijkvloers verkeersplein behelsden, worden niet door de gemeente gedeeld. Dat is bijzonder spijtig, want de gesignaleerde verkeersproblematiek wordt met het jaar snel ernstiger. Via tussenoplossingen zoals de in aanbouw zijnde tunnel onder het Julianaplein (om vanuit Assen onderdoor richting het centrum van Groningen te komen), zal weliswaar enige verlichting uitgaan. Het hoofdprobleem, de vastlopende doorgang naar Friesland en richting Hoogezand, blijft onverkort bestaan.
De zekerheid van beter schoon
Felicitaties VNO-NCW Noord feliciteert van harte onderstaande leden en oud-leden met de door hen ontvangen koninklijke onderscheiding: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau de heer T.J. Boersma RA, Hoogeveen directeur Accountantsbureau Boersma BV/ (voormalig) penningmeester VNO-NCW Noord Ridder in de Orde van Oranje-Nassau de heer A. Voogt, Smilde directeur Aannemersbedrijf Voogt b.v. Ridder in de Orde van Oranje-Nassau de heer K.H.A. Zieleman, Arnhem (voormalig) penningmeester NCW Noord Lid in de Orde van Oranje Nassau de heer S.T. Deinum, Veendam (voormalig) directeur Rottinghuis’ Aannemingsbedrijf bv
De overheid is al lang niet meer alleen in staat om dergelijke complexe infrastructurele problemen op te lossen, zo leert de praktijk. Door vroegtijdig marktpartijen er bij te betrekken kan in publiek private samenwerking tot intelligente, kansrijke alternatieven voor een Zuidtangent worden gekomen. Innovatieve oplossingen waarbij alle relevante aspecten worden meegewogen. Het gaat immers om een vlotte doorstroming van groeiende verkeersstromen voor lokaal en interlokaal verkeer. De mogelijkheden van een (gefaseerde) ongelijkvloerse kruising en andere verlichtende maatregelen zullen nader dienen te worden onderzocht op haalbaarheid en resultaat. Het is essentieel dat Rijk, provincie en betrokken gemeenten hier nu, na vele jaren van studie en bestuurlijk overleg, gezamenlijk en oplossingsgericht gaan werken aan deze levenslijn voor de noordelijke economie. Om te proberen schot in de zaak te krijgen zal VNO-NCW Noord samen met Bouwend Nederland en marktpartijen in zogenaamde werkateliers voorstellen voorbereiden voor oplossingen rondom de verkeersproblematiek op de zuidelijke ringweg. Er zijn immers meerdere wegen die naar Rome leiden. Niet voor niets maakt het Julianaplein deel uit van een hoofdverbinding in de Nota Ruimte, waarvoor MIT gelden zijn gereserveerd. Het is de hoogste tijd om via Publiek-Private Samenwerking gebruik makend van de verworven inzichten van de vele onderzoeksrapporten, een slepend probleem trefzeker op te lossen. Niets doen en de zaak smorend tot stilstand laten komen is geen alternatief. Gerard Welling Voorzitter VNO-NCW Drenthe
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
23
Investeren in het vmbo nu levert instroom Onderneme rs laten Het vmbo zoekt naar wegen om samenwerking/wisselwerking met het bedrijfsleven een meer blijvend karakter te geven. De ervaringen die inmiddels zijn opgedaan in de samenwerking/wisselwerking tussen scholen en bedrijven moeten versterkt en meer structureel worden. Er zijn in Drenthe vernieuwende onderwijsprojecten in het vmbo die mede tot doel hebben een inbreng vanuit het bedrijfsleven te stimuleren. Twee Drentse ondernemers vertellen hun ervaringen.
E
r is behoefte aan meer inzicht in de motieven voor bedrijven en vmboscholen om aan samenwerkingsprojecten mee te doen. Wat zijn de mogelijkheden en wat levert het op? Recentelijk is er door het RCBBD een project gestart met als titel “van druppels tot olievlek”. De slaag- en faalfactoren van samenwerkingsprojecten worden in kaart gebracht. Er komt tevens een handreiking uit die scholen en bedrijven helpt bij het opzetten van succesvolle samenwerking met vmboscholen. Ondertussen zijn er voldoende goede voorbeelden van deze samenwekring voor handen.
Ivoren toren Bedrijven erkennen het strategische belang van een goede samenwerking met de vmbo-scholen. Wij spraken met Bernard Nederhoed, algemeen directeur Harwig en Hans van den Berg, directeur Olijslager Verf. Beide ondernemingen voeren een actief beleid om samenwerking met het beroepsonderwijs tot stand te brengen. Dat is nu nog vaak het mbo en hbo, maar zij willen het uitbreiden naar het vmbo.
Wat verwacht uw bedrijf van de school bij deze samenwerking? Van den Berg verwacht dat de school met de blik naar het bedrijf gericht en op voet van gelijkwaardigheid met het bedrijf kan communiceren. “Docenten moeten geen “ik-weet-alles-al” houding hebben, maar zich open stellen voor wat zij in en van het bedrijf kunnen leren: Onderwijs moet uit de ivoren toren komen.” Nederhoed benadrukt dat de school de leerlingen kritisch moet begeleiden bij hun beroepskeuze en hen enthousiast maakt voor bèta en techniek. “Dat begint eigenlijk al op de basisschool en op de lerarenopleiding. Ook de ouders spelen trouwens een belangrijke rol.”
Wat verwacht uw bedrijf van zijn eigen mensen bij deze samenwerking?
De heer Hans van de Berg, Olijslager Verf
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
24
Nederhoed en Van den Berg vinden allebei dat de eigen medewerkers in de eerste plaats zich open stellen voor de leerlingen en zich
in hun leervragen verplaatsen. Ze verwachten dat hun medewerkers jonge mensen enthousiast begeleiden bij het opdoen van praktijkvaardigheden. Het argument “geen tijd” moet daarbij niet tellen. Van den Berg voegt toe: “hier kan nooit genoeg tijd aan besteed worden”. Nederhoed weet uit ervaring dat je altijd wel een oplossing vindt om de begeleidingstijd te verrekenen.
Welke mogelijkheden ziet u in uw bedrijf om docenten te begeleiden? Van den Berg ziet zeker mogelijkheden om het bedrijf als coach te laten optreden. “De docent moet dan bereid zijn zich kwetsbaar op te stellen, anders wordt het niets. Je hebt een lerende, nieuwsgierige docent nodig om succes te hebben. Het bedrijf zou het toejuichen wanneer docenten enkele dagdelen meelopen in bedrijven.” Nederhoed ziet hierbij overigens vooral mogelijkheden voor de ontwikkeling van vakmatige bekwaamheden van docenten.
van gekwalificeerde werknemers straks zie n h o e h e t m o e t ling in het bedrijf en in het vmbo. Er moet veel meer een besef komen dat onderwijs en bedrijf aan elkaar geklonken zijn. Om in te kunnen spelen op de ontwikkelingen in de komende twintig jaar, moet het bedrijf nu investeren in een goede samenwerking met het toeleidende vmbo. Deze samenwerking leidt uiteindelijk tot een betere aansluiting van de schoolprogramma’s op de behoeften van het bedrijfsleven.” Nederhoed voegt toe: “Zowel inhoudelijk als wat betreft de instroom van nieuwe gekwalificeerde werknemers. Harwig ziet in zijn personeelsopbouw de stand van de economie terug: er zijn weinig chef–monteurs van begin 30. De instroom van begin jaren 1990 was te klein. Eigenlijk had het bedrijf eerder (anticyclisch) moeten investeren om voldoende instroom te garanderen.”
Hoe is het mogelijk een win-win situatie te verkrijgen? Nederhoed kan daarvan een mooi voorbeeld geven. “Het bedrijf heeft momenteel een leerwerkbedrijf voor het mbo in huis (een RBOC, Regionaal Bedrijfstak OpleidingsCentrum). Nieuwe werknemers kunnen er het vak leren en de tweejarige opleiding afsluiten met een vakdiploma. Uitbreiding naar het vmbo ziet ik absoluut als een mogelijkheid. Het RBOC is dan een schakel tussen de school en het bedrijf en zorgt dat leerlingen met een vmbo-diploma volwas monteur kunnen worden. Harwig kan hiermee de afstemming vraag-aanbod in de arbeidsmarkt heel gericht verbeteren. De aansluiting van het onderwijs op de praktijk wordt verbeterd en daar hebben zowel de school als het bedrijf profijt van.” Van den Berg heeft op dit moment zeven medewerkers in vaste dienst die ooit als stagiair bij het bedrijf zijn binnengekomen.
Waar zou uw bedrijf een bijdrage kunnen leveren aan een structurele samenwerking? Beide bedrijven hebben de ervaring dat hun praktijkbegeleiders na een aantal jaren het vak zo goed onder de knie hebben dat zij ook gastdocent zouden kunnen zijn in het onderwijs. Van den Berg ziet stagemo-
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
25
gelijkheden op allerlei fronten: logistiek, administratie, magazijn, chauffeurswerk. Nederhoed kan dergelijke levensechte leersituaties bieden via het RBOC en via stages.
Wat is het (strategisch) belang voor het bedrijf van een goede samenwerking met het onderwijs en in het bijzonder het vmbo? Van den Berg meent dat de wisselwerking tussen onderwijs en bedrijf een impuls geeft aan een lerende organisatie. “Het bedrijf krijgt zicht op nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs, maar vooral ook andersom. Samenwerking bevordert kennisontwikke-
Beide ondernemers vinden dat het bedrijfsleven veel meer op lange termijn zou moeten denken over de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. Nederhoed vindt dat strategisch denken niet ophoudt bij de marktpositie en de continuïteit van het eigen bedrijf, maar dat het ontwikkelen van een lange termijn beleid voor de positie van het bedrijf op de arbeidsmarkt van even groot belang is. Van den Berg noemt dit een kwestie van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Peter Buurman
[email protected]
Sinds een jaar is in Drenthe het Regionaal Convenant Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Drenthe actief. Dit RCBBD is een platform waarin het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven samenwerken. Kerndoel is het verbeteren van het imago van het vmbo in Drenthe. Het platform werkt langs twee sporen: het vergroten van de kwaliteit van het vmbo en het onder de aandacht brengen van het vmbo. Participanten in het Regionaal Convenant Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Drenthe zijn: het Carmelcollege te Emmen, het Hondsrug College te Emmen, het Esdal College te Emmen, de Nieuwe Veste te Coevorden, Stad en Esch te Meppel, het Drenthe College, het Alfa-college en de Hogeschool Drenthe, Idée ICT, Kamer van Koophandel Drenthe, Commerciële Club Emmen Zuid-Oost Drenthe, VNO-NCW Noord en TechnoMatch. TechnoMatch coördineert het platform. Het SBO (Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt) heeft het initiatief genomen tot het oprichten van het platform RCBBD.
Actualiteiten
kort
Kleinere ICT-bedrijven in het Noorden samen Het Noorden krijgt een brancheorganisatie voor kleinere automatiseringsbedrijven, de ICT Vereniging Noord-Nederland (ICTN. nl). Daartoe gaat de ICT-vereniging Friesland samen met de zogenoemde digikringen van Groningen en Drenthe. Gezamenlijk hebben die verenigingen nu 150 leden. De nieuwe vereniging streeft samenwerking tussen de kleinere automatiseringsbedrijven na, zodat zij meer kans maken op opdrachten die nu vaak naar de grotere automatiseringsbedrijven gaan. Ook wil ictn.nl optreden als promotor van de bedrijven, bijvoorbeeld op bedrijven- en vakbeurzen. Tot slot werpt de vereniging zich op als gesprekspartner voor de drie provincies en andere verenigingen en instellingen. ICTN.nl is bedoeld voor bedrijven die hun hoofdvestiging in Noord-Nederland hebben met niet meer dan vijftig medewerkers.
Kabinetsreactie op advies ‘Nederlandse steden in internationaal perspectief’ naar Tweede Kamer In het kader van de ondersteuning van de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse stedensysteem kiest het kabinet voor selectieve investeringen in kansrijke stedelijke gebieden en voor de ontwikkeling van sterke innovatieregio’s. Dit blijkt uit de reactie van het kabinet op het advies van de VROM-raad over Nederlandse steden in internationaal perspectief, die naar de Tweede Kamer is gezonden. Het gaat bij de keuze van het kabinet met name om in de Nota Ruimte genoemde nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden en innovatieregio’s. In de nota staat de verschuiving van ‘ordening’ naar ‘ontwikkeling’ centraal, wat betekent dat het Rijk facilieert, coördineert, stimuleert en regisseert. In het advies van de VROM-raad worden aanbevelingen gedaan voor ruimtelijk en ruimtelijk relevant beleid ter ondersteuning van de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse stedensysteem. De raad signaleert dat de huidige globaliseringstendenties bedreigend zijn voor de regionaal-stedelijke concentraties. Aanvullend beleid is nodig om de kennisintensieve bedrijvigheid te versterken.
Light Metals Center voor Delfzijl Delfzijl krijgt een Light Metals Center. Het centrum moet de kennis van de belangrijkste industrieën in de lichte metaal, vooral aluminium en magnesium, bundelen. De kennis die in de laboratoria van de verschillende licht metaal-bedrijven rond de havenstad ontwikkeld wordt, wordt door het LMC toegepast in projecten van derden. Deze uitbreiding van de lichte metaalindustrie rond Delfzijl, is een samenwerkingsverband tussen de NV NOM, Groningen Seaports, de gemeente Delfzijl en Aluminium Delfzijl. Directeur wordt de Belgische ingenieur mw. C. Temmerman.
KOP: Kennis Ontwikkeling in Partnerschap. KOP is een nieuw project van de Transfer & Liaison Groep voor RUG onderzoekers en noordelijke ondernemers. KOP wil
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
26
wetenschap en bedrijfsleven koppelen in een gezamenlijk onderzoeksproject. Want binnen het wetenschappelijk onderzoek zijn er steeds vaker onderzoekers, die zich ervan bewust zijn dat hun kennis marktwaarde heeft. Buiten de universiteit zijn er veel ondernemers gespitst op innovatieve ontwikkelingen. KOP brengt ondernemende onderzoekers en onderzoekende ondernemers bij elkaar. Onderzoeker en ondernemer formuleren gezamenlijke ontwikkeltrajecten waarin beiderlei kennis en expertise gebundeld worden. Dat is het doel van het TLG project Kennisontwikkeling in Partnerschap. Zie hieronder de criteria, adresgegevens en de link naar het format voor opgave. Tijdens de looptijd van KOP worden Kennisdebatten georganiseerd onder de tiel Heilig Vuur. Zie hieronder voor de beschrijving. KOP loopt vanaf nu tot en met augustus 2007. U kunt onmiddellijk uw ideeën, voorstellen en plannen indienen. De maximale looptijd van een KOP traject is 2 jaar. Minder mag ook. Voor meer informatie: TLG, Zernikelaan 6, 9747 AA Groningen. Project manager: Tineke Looijenga, tel. 050- 3637874, e-mail:
[email protected], website: www.rug.nl/tlg zie onder projectwijzer.
Goederen naar Drente vanuit nieuwe haven Duitsland In het Emsland bij Meppen en Haren komt rond 2007 een 22 hectare groot nieuw haventerrein. Daar worden containerschepen uit Scandinavië gelost, waarna de goederen per spoor of over de weg verder worden getransporteerd. De nieuwbouw kost 20 miljoen euro en wordt gedeeltelijk met EU-gelden betaald. De gemeenten Haren en Meppen willen met het initiatief de lokale economie een impuls geven. Op- en overslagbedrijven zulen zich in het Emsland vestigen. De containervrachtwagens zullen hun weg vinden over de A31, de E233 en de Bundesstrasse B70. Drenthe wordt zo een belangrijk doorvoergebied voor de Randstad voor met name hout en papier.
Jubilerende WetenWeek start inschrijving De WetenWeek bestaat 20 jaar. Het grootste wetenschaps- en techniekevenement van Nederland. Bedrijven, ziekenhuizen, laboratoria, universiteiten, sterrenwachten en (onderzoeks)instellingen openen deuren die anders gesloten zijn voor het publiek. Hierdoor krijgen kinderen en hun (groot)ouders de kans om een kijkje te nemen in de dagelijkse praktijk van alfa-, bèta- en gammawetenschap en techniek. De 20e editie vindt plaats van 19 tot en met 26 oktober 2005 en heeft het thema “Ken je krachten”. Met bijna 240.000 bezoekers was de WetenWeek in 2004 een van de drukst bezochte landelijke evenementen. Deelname aan de WetenWeek houdt in dat een participant haar deuren open zet en één of meerdere extra laagdrempelige en interactieve activiteiten organiseert voor het publiek. Het projectbureau WetenWeek zorgt voor landelijke communicatie en promotie. Voor vragen kan er contact opgenomen worden met het speciale WetenWeek telefoonnummer: 020-5040206. Geïnteresseerde bezoekers kunnen terecht op de website www.wetenweek.nl.
Integrand levert studenten voor afstudeer-, meeloop en werkstages van alle richtingen Voor allerhande problemen of projecten zoekt Integrand academische studenten die de kennis in huis hebben om u te helpen het probleem op te lossen. U zoekt een specialist en de student wil graag naast zijn studie werkervaring opdoen. Met twaalf vestigingen in alle universiteitssteden in Nederland en een landelijk bestand van vergevorderde academische studenten kan Integrand putten uit een grote diversiteit aan disciplines. Integrand bemiddelt voor zowel het mkb als multinationals. Bedrijven waar Integrand al succesvol voor bemiddeld heeft: RTD, Software Borgh, Neopost, Vos Logistics, Aegon, Arcadis Bouw en Vastgoed B.V., Syntens, Eisma Edumedia, Growing
Industriebrief: aanspreekpunten voor ondernemers bij ministerie van Economische Zaken Het ministerie van Economische Zaken heeft sectorale aanspreekpunten voor ondernemers geopend. Deze aanspreekpunten moeten uitvoering geven aan één van de actiepunten uit de Industriebrief, die EZ in oktober 2004 heeft uitgebracht. Hierin geeft het kabinet aan welke acties het gaat ondernemen om de positie en toekomst van de industrie te versterken. EZ heeft per sector een accountmanager als aanspreekpunt aangewezen. Ondernemingen uit de afzonderlijke sectoren kunnen bij ‘hun’ aanspreekpunt problemen en knelpunten aankaarten en ook ontwikkelingen in hun sector signaleren. De taak van het aanspreekpunt is serieuze knelpunten op te pakken en met de desbetreffende overheidsinstantie te bezien hoe deze kunnen worden opgelost. Er zijn aanspreekpunten voor de volgende sectoren: • Lichte industrie • Procesindustrie • Metalektro • Lucht- en ruimtevaart • Energiesector • Bouwnijverheid • Diensten • Post, telecom en ict • Toerisme, recreatie, horeca • Culturele en creatieve industrie • Defensiegerelateerde industrie • Sleutelgebieden • Hotspots (regionaal beleid) Meer informatie over de aanspreekpunten en de lijst met namen en adresgegevens zijn te vinden op de website van EZ (www.minez. nl, rubriek ‘Ondernemers’, deelrubriek ‘Beheren’).
Noordelijke woningcorporaties pakken gezamenlijke volkshuisvestingopgave op Op 15 april jongstleden tekenden 49 woningcorporaties het ‘Convenant voor het Noorden’. De 49 initiatiefnemers zeggen met dit convenant dat alle noordelijke volkshuisvestingsopgaven worden opgepakt én uitgevoerd. Vanuit dat gezamenlijke verantwoordelijkheidsbesef nodigen de convenantpartners lokale en provinciale overheden en bewoners- en huurdersorganisaties uit om nog niet
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
27
Planets, Bout Advocaten en Geha B.V.. Wanneer u op zoek bent naar personen voor een starterfunctie binnen uw bedrijf, biedt een (afstudeer)stage de beste mogelijkheden om een goed beeld te krijgen van wat voor soort persoon u daadwerkelijk in huis haalt. Integrand kan u helpen in het vinden van deze personen en wij verzorgen de voorselectie. Dit bespaart u heel veel tijd en geld! Onze werkwijze is simpel en wij nemen u veel werk uit handen. Wij zorgen ervoor dat er een snelle bemiddeling plaatsvindt tussen u en de student, zodat deze bij u aan de slag kan. Interesse? Bel voor een afspraak 050-3145211 Voor meer informatie kijk op www.integrand.nl
ingevulde opgaven bij hen neer te leggen. En ook om in de invulling ervan zelf actief een rol te spelen, aangezien de corporaties niet alles zelf kunnen. De 49 betrokken corporaties zijn van mening dat er in hun werkgebied nog veel opgaven liggen. Vraag en aanbod sluiten onvoldoende op elkaar aan, de woningmarkt zit vast en daar hebben veel mensen last van.
Meerstad op koers De gemeenteraden van Groningen en Slochteren hebben hun colleges toestemming gegeven verder te gaan met de planvorming van de nieuwe stadswijk Meerstad. Voor de zomer wordt besloten of de financiële risico’s aanvaardbaar zijn. Eerder al zetten Provinciale Staten van Groningen het licht op groen voor de ontwikkeling van het ambitieuze woon- en natuurproject tussen de stad Groningen en Slochteren. Overheden en marktpartijen gaan in het gebied van ruim 2000 hectare een groot meer van 600 hectare aanleggen en vervolgens zo’n 10.000 huizen bouwen. Al met al wordt 3 miljard euro in de wijk geïnvesteerd.
Verplichte advertentie jaarstukken in Staatscourant eindelijk vervallen Bedrijven kunnen vanaf 10 juni op de website van de Vereniging van kamers van Koophandel gratis melding maken van de deponering van jaarverslagen. Ook wijzigingen in het Handelsregister worden straks op deze website gemeld. Tot nu toe worden dit soort aankondigingen in de Staatscourant gepubliceerd. VNO-NCW is van mening dat met de aanwijzing van een electronisch medium voor de publicatie van jaarverslagen een belangrijke ergernis voor ondernemers wordt weggenomen en dat de administratieve lasten worden teruggedrongen. VNO-NCW pleit al enige tijd voor deze aanpassing. Uiteindelijk was er een motie van de Tweede-Kamerleden Aptroot (VVD) en SMeets (PvdA) voor nodig om het kabinet daadwerkelijk tot actie aan te sporen. In de motie verzochten de Kamerleden het kabinet om de verplichte advertentie in de Staatscourant onmiddellijk te laten vervallen. Aanleiding voor de motie was het niet nakomen van een eerdere toezegging van de staatssecretaris in april 2004 om de verplichting voor ondernemers per diect te laten vervallen.
Ondernemen Voorkomen is beter Economische teruggang. Vaak de reden om snel en adequaat maatregelen te nemen om met uw bedrijf het hoofd boven water te houden. Maar juist op een moment waarop het slecht gaat heeft u niet de middelen om te investeren en te vernieuwen. Hoe aan een neerwaartse spiraal te ontkomen of beter nog, deze te voorkomen.
H
et is een bekend probleem. In tijden waarin er juist drastisch veranderd zou moeten worden is het niet mogelijk. Verandering op het gebied van personeelssterkte bijvoorbeeld, of automatisering en investering. Personeel ontslaan kan niet zomaar. En zeker niet zo snel als de ondernemer op zo’n moment graag zou willen. In tijden van krapte is extra geld voor de dan zo broodnodige automatisering of investering niet voorhanden. Banken zullen niet in de rij staan voor extra leningen in moeilijke periodes, niet zonder extra waarborgen in elk geval. Om problemen als hierboven te vermijden is voorbereiding in goede tijden noodzakelijk. Tijdens de bijeenkomst ‘Ondernemen bij zwaar weer’ van VNO-NCW Noord in Congrescentrum Meerwold te Groningen
gaven twee deskundigen, de heer mr De Hoop van Plas & Bossinade en de heer H. Roose RA van Deloitte, vanuit ieders deskundigheid handreikingen. Ondernemers gingen met elkaar in kleinere groepjes aan de slag om via een casus de oorzaken van een ondernemer in moeilijkheden te achterhalen. En natuurlijk te proberen hiervoor een oplossing aan te dragen.
De schuld van een ander Goede voorbereidingen Een goede voorbereiding op eventuele slechtere tijden begint met goede basiscondities van de onderneming, volgens de heer de Hoop. Allereerst in juridische zin. Een rechtvorm die past bij de onderneming, haar omvang, haar organisatie en haar doelstellingen. De juiste rechtsvorm beschermt en verstevigt een bedrijf en biedt bescherming bij mindere stabiele situaties en minder goed weer. Een goede juridische constructie kan mogelijkheden bieden om het bedrijf of onderdelen ervan te behouden, waar anders het gehele bedrijf verloren zou zijn gegaan. Bij familiebedrijven komt daar nog bij dat de verhoudingen hierdoor duidelijk vast komen te liggen.
Vlnr de heer Schuitema (Schuitema Furniture), de heer Jongeling (Principal Consult) en mw Schuitema (Schuitema Furniture)
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
28
vertrouwen in de andere partij in twijfel wordt getrokken. Wat klein begint kan uitgroeien tot een grote onderneming. Juist dan is duidelijkheid en helderheid een noodzaak om misverstanden en problemen te voorkomen. Ballast krijgt dan, net als in de scheepvaart, een positieve betekenis: het bieden van stabiliteit.
Juridisch de zaken goed voor elkaar hebben houdt niet op bij de rechtsvorm. Op het oog eenvoudige zaken als contracten met leveranciers en afnemers verdienen eveneens aandacht. Ook al wordt het soms als ballast ervaren of voelt het alsof het
Het goed voorbereiden en op orde hebben van structuur en organisatie is dus van groot belang. Toch wijzen ondernemers die zich in slecht weer bevinden nogal eens met de vinger naar een andere partij, volgens de heer Roose. Een slechte markt, lastige overheid, klanten die slecht betalen, arbeidsmoraal is slecht, de banken willen niet meewerken en noem maar op. Vaak had, in tegenstelling tot deze ondernemer zelf, zijn of haar omgeving al wel problemen gesignaleerd. Medewerkers die productie zagen afnemen, leveranciers die op betalingen wachtten, klanten die al rondkijken naar andere leveranciers, de bank die sterke fluctuaties in het betalingsgedrag waarnam. Ondanks deze duidelijke signalen ziet de ondernemer zelf de problemen niet, of wil deze nog niet zien. Toch zijn er in het beginstadium van problemen wel degelijk signalen te herkennen voor de ondernemer in zwaar weer. Vaak ontstaan ze na een wilde groei, waarbij een verandering van de organisatie nood-
bij zwaar weer d a n ge n e z e n informatiestroom waardoor correctie op correctie optreedt, het niet meer kunnen presenteren van solide financiële onderbouwingen. Niet zelden worden deze signalen niet herkend vanwege, met een oneerbiedig woord, ego-tripperij. Wat inhoudt dat de directeur, en vaak oprichter, denkt dat hij of zij de enige is die het bedrijf kan leiden. De belangrijke vraag ‘wie zou het beter kunnen dan ik’, wordt niet gesteld.
moet er al goed geluisterd worden naar de omgeving, neem alle signalen serieus, hanteer conservatieve waarderingsgrondslagen voor voorraden, inboedel, panden e.d. zodat bij minder goed weer deze niet dramatisch afgewaardeerd hoeven te worden. Een heel belangrijk aspect is natuurlijk het personeelsbeleid. Juist in een periode van voorspoed is het zaak om een flexibel personeelsbeleid te kunnen voeren. Zorg voor maximale flexibiliteit, waarmee ingespeeld kan worden op aanstaande economische verslechteringen door bijvoorbeeld tijdelijke contracten af te sluiten en geen vaste.
Eigen personeel als informatiebron
Signalen vanuit de omgeving moeten de ondernemer alert houden. Neem deze serieus en speel hier op in. Wees kritisch naar u zelf toe, uw handelen en uw eigen denkbeelden. Juist in goede tijden is het zaak de juiste randvoorwaarden te scheppen voor komende mindere tijden. Een onderneming die juridisch en contractueel stevig en weldoordacht in elkaar steekt heeft een sterkere basis tot overleven bij zwaar weer.
Het was niet alleen maar ‘zwaar weer’ tijdens de workshops
zakelijk is. Maar ook na een plotselinge trendbreuk en bij geleidelijke afkalving. Het zijn voor de hand liggende signalen. Een krimpende liquiditeit, oplopende voorraden, geen ontwikkeling in het klantenbestand..
Het herkennen en onderkennen van problemen is een noodzaak voor elke ondernemer. Luisteren naar anderen en zelfkritiek zijn hierbij onmisbaar. Een grote bron van informatie is het eigen personeel en met name het middle-management. Zij zijn de oren en ogen van het bedrijf. Maar houdt ook goed en eerlijk contact met adviseurs, accountant of bankier. Belangrijkste mogelijkheid om problemen onder ogen te zien en hierop tijdig te kunnen inspelen is de ondernemer zelf: wees eerlijk tegen uzelf en zie feiten onder ogen. De grootste fout die gemaakt kan worden is het doen van cosmetische aanpassingen, zoals even wat extra aandacht besteden aan het debiteurenbeheer. Er is dan misschien wel even wat extra geld in kas, maar structureel lost dit niks op.
De juiste man op de juiste plaats
Voorbereiden tijdens goed weer
Op de wat langere termijn vertonen zich de eerste concrete gevolgen. Goede medewerkers die weggaan, een niet-constante
Het juiste moment voor een onderneming om te anticiperen op slecht weer is wanneer het (nog) goed weer is. In die periode
Op weg naar de volgende workshop
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
29
Erik-Jan Stevens
[email protected]
Europese Kaderrichtlijn Noorden ‘let op De Kaderrichtlijn Water heeft tot doel het duurzaam watergebruik te bevorderen en de kwaliteit van het water in Europa te verbeteren en te beschermen. Dit heeft de nodige gevolgen voor het bedrijfsleven. Ook in het noorden.
D
e richtlijn is bijzonder ambitieus in zijn doelstellingen en heeft zijn uitwerking – anders dan de naam doet vermoeden- op meer beleidsterreinen dan alleen water. Dit leidt ertoe dat Nederland een forse extra opgave krijgt ten opzichte van de bestaande beleidspraktijk, voor zowel binnenwateren als kustwateren. Voor ondernemend Noord-Nederland is het essentieel dat in en rondom de Waddenzee onverkort wordt vastgehouden aan het uitgangspunt van een ‘level playing field’ als basis van normering en beleidscontext. Dit betekent bijvoorbeeld dat noordelijke havens kunnen wedijveren met Duitse en Deense havens onder vergelijkbare condities.
ecologische en een goede chemische toestand’ zijn bereikt, en in het grondwater moet in dat jaar sprake zijn van ‘een goede chemische en een goede kwantitatieve toestand’. De chemische doelstellingen worden grotendeels door de EU bepaald; binnen de omschrijving van de ecologische doelen zit nog enige beleidsruimte voor de lidstaten. Omdat water zich niet aan landsgrenzen houdt, verdeelt de richtlijn de EU in stroomgebieden. Nederland is verdeeld in vier stroomgebieden, die elk deel uitmaken van een internationaal stroomgebieddistrict: Rijn, Maas, Schelde en Eems. In een stroomgebiedbeheersplan moet een lidstaat aangeven wat er wordt gedaan om de kwaliteit lokaal te verbeteren. Belangrijke data:
2003 Implementatie in nationale wetgeving. 2004 Rapportage aan Brussel waarin de huidi-
2007 2008 2009
2015 Verhoging lokale lasten De Kaderrichtlijn zal naast water ook inspanningen vergen op terreinen als milieu, ruimtelijke ordening, landbouw, verkeer en vervoer en het stoffen- en productenbeleid. Te verwachten valt dat dit financieel-economische gevolgen heeft voor diverse sectoren en tot uiting komt in een verhoging van de (lokale) lasten. De richtlijn onderscheidt milieudoelstellingen voor oppervlaktewater, grondwater en water in beschermde gebieden welke in 2015 gerealiseerd moeten worden. In de oppervlaktewateren moet dan een ‘goede
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
30
ge toestand van de waterkwaliteit in de terminologie van de Kaderrichtlijn wordt geschetst. Inventarisatie van de problemen die Nederland zal moeten aanpakken Concept stroomgebiedbeheersplannen gereed. Vaststellen stroomgebiedbeheersplannen en daarmee formele vastlegging van de doelen en maatregelen waartoe Nederland zich verplicht. Realiseren doelen (en volgend stroomgebiedbeheersplan).
Onder stringente voorwaarden mag het behalen van doelen gefaseerd plaatsvinden tot 2021 of tot 2027, wat een lidstaat reeds in 2009 moet aangeven in het stroomgebiedbeheersplan.
Standpunt VNO-NCW Conform de inbreng van het bedrijfsleven stelt Nederland zich op het standpunt dat de uitvoering realistisch en haalbaar moet zijn en maximaal gebruik gemaakt moet worden van het gefaseerd uitvoeren van maatregelen. Zelfs dan is immers sprake
van een zware opgave. Verder zal Nederland de richtlijn beter moeten benutten om de bovenstroomse aanvoer van verontreinigende stoffen zoveel mogelijk te voorkomen, geen nieuw beleid introduceren dat stringenter is dan de Europese normen met het oog op het level playing field en trachten de (administratieve) lasten zoveel mogelijk te beperken. Een belangrijk punt van zorg betreft de kosten en de kostenverdeling over burger en bedrijfsleven. Zeker is dat de richtlijn financiële gevolgen heeft. De hoogte daarvan wordt echter pas duidelijk als de contouren van de doelen en bijbehorende maatregelen in de stroomgebiedbeheersplannen zijn vastgelegd. De richtlijn wordt bovendien ‘bottom-up’ ingevuld, wat inhoudt dat lokale waterkwaliteitsbeheerders een belangrijke rol hebben bij het opstellen van de ecologische doelen. Gezien de versnipperde toedeling van taken en bevoegdheden in het waterbeheer betekent dit dat per stroomgebied provincie(s), diverse gemeenten en waterschappen moeten samenwerken. Op dit moment is niet
Regionale beïnvloeding Om directe zeggenschap te hebben bij het formuleren van de doelstellingen en te voorkomen dat de kosten worden afgewenteld op het bedrijfsleven, is het daarom van groot belang dat bedrijven en branches op regionaal niveau actief betrokken worden. De implementatie van de vogel- en habitatrichtlijn in Nederland is illustratief voor de problemen die anders op het bedrijfsleven afkomen. Op centraal niveau heeft het bedrijfsleven een positie verworven in de discussie, onder meer via de Tweede Kamer, het Overlegorgaan Waterbeheer, en in bilaterale contacten met de betrokken departementen, in het bijzonder Verkeer en Waterstaat.
Water heeft grote impact uw sae c k ’ duidelijk wie de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt en hoe verantwoording over de keuzes wordt afgelegd.
Natuurlijk vs sterk veranderend De Kaderrichtlijn Water verlangt van de lidstaten dat hun grond- en oppervlaktewater in 2015 aan communautaire kwaliteitseisen voldoet. Hoe streng die eisen zijn is afhankelijk van de categorie waarin een water is ingedeeld: natuurlijk , sterk veranderd of kunstmatig water. De lidstaten moeten hun wateren zelf indelen. De spanning ecologie – economie klemt nergens zo indringend als bij de Waddenzee.De
Waddenzee zal niet ten volle als ‘natuurlijk water’ worden aangewezen. Kleine delen ressorteren onder de categorie ‘sterk veranderende wateren’. Staatssecretaris Schultz heeft voorgesteld om de havens plus een zone van 500 meter rond de monding de status van ‘sterk veranderd’ toe te kennen. Het gaat in Noord-Nederland om de havens van Harlingen, Oude Schild, Lauwersoog en West-Terschelling. De Eemshaven en Delfzijl waren al als ‘sterk veranderd water’ bestempeld. Immers de havens zijn producten van menselijk handelen en het onderhoud ervan ( baggeren) is ook een majeure ingreep in de water-
huishouding. VNO-NCW Noord dringt er op aan dat ook de vaargeulen in de zee dezelfde status van ‘sterk veranderend’ krijgen. Hiermee wordt recht gedaan aan een goede balans tussen tijdloze waarden en actuele belangen. Hans Haerkens
[email protected]
indien u werkelijk vooruit wilt met uw organisatie, moet u wel de weg weten.* Er is tegenwoordig veel kennis en ervaring nodig om een organisatie verder te brengen. Op het juiste moment de juiste beslissingen nemen is cruciaal. Daarvoor heeft u mensen nodig die weten wat er speelt en waar het echt om draait. Die samen met u zaken snel helder maken en oplossingen aandragen. Die mensen vindt u bij PricewaterhouseCoopers. Neem voor meer informatie contact op met Herman van Kesteren (050) 520 80 00,
[email protected] of kijk op onze website www.pwc.com/nl
*connectedthinking™ © 2005 PricewaterhouseCoopers. Alle rechten voorbehouden.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
31
Ondernemen moet weer leuk worden! Br oc h u re v o o r g e m e e n t e raadsverkiezingen verstuurd VNO-NCW Noord probeert middels het verzenden van een brochure aan gemeentelijke politieke partijbesturen een bijdrage te leveren aan verkiezingsprogramma’s van de komende gemeenteraadsverkiezingen. We pleiten voor programma’s die kunnen terugvallen op een breed maatschappelijk draagvlak en uiteindelijk echt werk maken van ondernemende besturen. De prioriteit zou naar onze opvatting moeten liggen bij: • beperken tot de core business en dat goed doen; • verbeteren van de samenwerking met en de dienstverlening aan bedrijven; • beperken van de lokale lasten, administratieve lasten en de regeldruk. Uit onderzoek van VNO-NCW / VNONCW Noord en ook anderen blijkt dat de lokale lasten macro nog elk jaar fors toenemen, ondanks brede kritiek. Zo nemen de gemeentelijke opbrengsten uit belastingen en retributies in 2005 met bijna 5% toe t.o.v. het jaar ervoor waarvan de stijging eveneens ver boven het inflatiepercentage lag. De lokale lasten hebben een relatie
met de uitgaven van gemeenten. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de meeste gemeenten nog fors kunnen besparen door te snijden in hun overhead, door een beter inkoopbeleid, door uitbesteding van uitvoerende taken, door meer samen te werken met andere gemeenten, door het schrappen van allerlei goedbedoelde maar niet altijd effectieve plannen enz. VNO-NCW Noord doet een beroep op de lokale partijen de uitgaven strak in de hand te houden, de historie van lastenontwikkeling in de gemeente nader te beschouwen en scherp te monitoren op kosten en baten. De inkomsten van gemeenten zijn in vier jaar tijd met bijna eeenderde gestegen, van ruim 35 miljard naar 45 miljard euro (zie grafiek). Het verdient aanbeveling extra aandacht te besteden aan een structurele vermindering van de gemeentelijke lasten voor burgers en bedrijven. Een open en resultaatgerichte communicatie tussen gemeente en bedrijfsleven en een grotere betrokkenheid van het bedrijfs-
leven bij gemeentelijke plannen, staan beide bovenaan het wensenlijstje van de ondernemers. Dit zou moeten leiden tot een hogere maatschappelijke waarde en productiviteit. Al met al belangrijke voorwaarden voor een duurzaam en vitaal bedrijfsleven dat als geen ander de basis legt voor de publieke voorzieningen in elke gemeente. Met de brochure ‘Ondernemen moet weer leuk worden’ verwacht VNO-NCW Noord een constructieve bijdrage aan politieke partijen te leveren bij het opstellen van programma’s voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Hans Haerkens
[email protected]
Nieuwe vormen van medezeggenschap en participatie O n de rz o e k S t i c h t i n g M a n agement Studies Werkgevers en werknemers geven tegenwoordig een andere invulling aan medezeggenschap en participatie. Functionaliteit is in de plaats gekomen van collectieve belangenbehartiging en ideologische bevlogenheid. Daarbij wordt naar vormen gezocht die beter tegemoet komen aan de nieuwe wensen. De ondernemingsraad is niet langer de enige en de belangrijkste vorm waarin werkgever en medewerkers met elkaar overleggen. Maatwerk heeft ook op het terrein van de medezeggen-
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
32
schap zijn intrede gedaan. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van een onderzoek naar nieuwe vormen van medezeggenschap en participatie in opdracht van de Stichting Management Studies, waarvan VNO-NCW een belangrijke sponsor is. Voor het vinden van alternatieve vormen van medezeggenschap zou volgens de onderzoekers de nieuwe Wet medezeggenschap werknemers niet echt nodig zijn geweest. Deze wet, die binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld, kan zelfs
contraproductief zijn als de discussie zich blijft beperken tot regels en bevoegdheden en er te weinig aandacht is voor nieuwe initiatieven tot maatwerk in overleg met de OR. De publicatie Maatwerk in overleg; kiezen voor passende overlegvormen is te verkrijgen bij uitgeverij Kon. Van Gorcum, telefoon: (0592 – 379 555) e-mail:
[email protected]. De prijs bedraagt 18,50 euro.
Scheren onder de douche, waar dan ook. Philishave Cool Skin. Scheren onder de douche is prettiger en voelt frisser dan scheren boven de wastafel. Daarom heeft Philips een veelzijdig scheerapparaat ontwikkeld waarmee u zich overal kunt scheren, zelfs onder de douche. En als dat een glimlach op uw gezicht tovert, is dat ook nog eens een perfect glad geschoren gezicht! Het is eigenlijk vanzelfsprekend. Op weg naar eenvoud, www.philips.com/simplicity.
����������������������������� �����������������������
���������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������
��������������� ���������������� ���������������� ���������������� ������������������
������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������� ������������ ��� ������� ���� �� ����� �� ������������ ��������� ��� ���������� ������������ �� ��������� �������������� ��� ������������ ������������ �� ���������� ��� ����������
Boodschap Kamp Westerbork blijft hoogst actueel Het voormalige Kamp Westerbork in Hooghalen weet bijna zestig jaar na de bevrijding door de Canadezen nog steeds nieuwe groepen mensen te imponeren. Dat bleek tijdens een bijeenkomst van VNO-NCW Noord in het herinneringscentrum. Het gebeurt niet vaak dat er groepen ondernemers naar Hooghalen komen.
K
ampoverlevenden Fred Mouw en Ro Horneman-Leverpoll leidden de ongeveer honderd leden van VNO-NCW Noord rond over het indrukwekkende kampterrein. De noordelijke captains of industry liepen gedwee achter de twee kampoverlevenden aan en luisterden ademloos naar hun verhalen. Verhalen over het door angst beheerste dagelijkse
De heer Mouw en groep bij steentjes monument
Indrukwekkende herinneringen
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
34
leven op het kampterrein in de periode van juli 1942 tot april 1945, toen in totaal 102.000 Nederlanders vanuit Kamp Westerbork werden gedeporteerd en elders vermoord. Voor Fred Mouw was deze dag extra bijzonder: hij werd een uur voor de bijeenkomst benoemd tot bestuurslid van de stichting Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De uit Schaarsbergen afkomstige Mouw (67), voormalig voorzitter van het nationaal bevrijdingsmuseum 1944 Groesbeek, maakte samen met zijn vriend Ed van Thijn deel uit van de groep van bijna negenhonderd kampgevangenen die op 12 april 1945 door de Canadezen werden bevrijd. Evenals Van Thijn verzweeg Mouw jarenlang zijn kampverleden, maar raakte medio jaren tachtig dusdanig onder de indruk van een expositie in het toen pas geopende herinneringscentrum, dat hij besloot zelf het verhaal van Kamp Westerbork te vertellen. Hij is al jaren gastspreker op scholen. Vandaag wist het kersverse bestuurslid de noordelijke ondernemers voor zich te winnen, onder meer bij het bekende monument met de gebogen rails. Mouw huppelde als zevenjarig jongetje dagelijks langs die rails, die elke dinsdag zo’n duizend mensen naar de vernietiging leidden. De leden VNO-NCW Noord waren duidelijk onder de indruk van het bezoek aan
Luit-Gen. A.P.P.M. van Baal Inspecteur-Generaal Ministerie van Defensie
Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Op 12 april is de bevrijding van het kamp herdacht, zestig jaar geleden. Met dank aan Erik Riensema Algemeen Drents Persbureau
Louwe Dijkema, voorzitter VNO-NCW Noord, wees erop dat hier vandaag te zijn leert dat ons ondernemen niet alleen te eigen nutte mag zijn. ‘Het leert mij opnieuw beseffen dat maatschappelijk verantwoord ondernemen niet een luxe-artikel is, naar believen al dan niet te consumeren, maar een opdracht, een dure plicht.’ Dirk Mulder, directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork refereerde aan de nog altijd hoogst actuele maatschappelijke opdracht van het herinneringscentrum Westerbork. Luitenant-generaal Van Baal, Inspecteur Generaal der krijgsmacht getuigde van de overeenkomsten met de gebeurtenissen in Srebenica aan en de lessen die geleerd moeten worden, elke dag opnieuw.
CSM Suiker is dé totaalaanbieder in zoet; voor consument, horeca en industrie. Van een alledaags pak suiker tot stroop en zoetstoffen. Kwalitatief hoogwaardig, sinds 1919 niet weg te denken. Suiker, een belangrijke bron van energie!
Meer weten? Kijk op www.csmsuiker.nl.
CSM Suiker bv Nienoord 13 1112 XE Diemen Tel: (020) 590 69 11 Fabrieken te: Hoogkerk (Groningen) Breda
Energiek in Zoet
‘Scholen voor Duur zaamheid’ vet cool Educatief E venement 2005 sta a t b o l v a n j e u g d i g t a l e n t e n e n t h o u s i a s m e Wat ‘Scholen voor Duurzaamheid’ zo leuk maakt is de verbinding tussen theorie en praktijk. Tussen school en bedrijf of instelling. Je krijgt enig gevoel waar je talenten en interesses liggen. Op 28 april vond het afsluitende jongerencongres plaats in De Oosterpoort te Groningen. Een uitzinnig festijn ‘in een volle Kuip’ welke niemand van de aanwezigen onberoerd liet.
H
et project ‘Scholen voor Duurzaamheid’ verbindt de school met de maatschappij; vragen van de scholen in het voortgezet onderwijs worden gekoppeld aan de educatieve behoeften van maatschappelijke organisaties, bedrijven en instellingen. Het programma is in januari 2002 gestart; projectleider is het IVN. Hoofddoel is om de praktische vertaalslag te maken naar duurzaamheid en duurzame ontwikkeling op zoveel mogelijk scholen voor het voortgezet onderwijs in Friesland, Groningen en Drenthe. Niet alleen praten maar ook doen. Liefst veertig betrokken maatschappelijke organisaties leveren hand- en spandiensten ( bedrijven, overheden en semi publieke instellingen). Het via eigentijdse werkvormen ontsluiten van actuele maatschappelijke thema’s
Hans Haerkens (VNO-NCW Noord) reikt de prijs uit
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
36
die in de nabije regio spelen spreekt aan. Vanaf het begin van het nieuwe schooljaar 2005 – 2006 is een nieuw aanbod van 11 modules gereed die scholen in het lesprogramma kunnen opnemen.
Uitgedaagd Eénmaal per jaar organiseert ‘Scholen voor Duurzaamheid’ een Educatief Evenement. Ruimtelijke Ordening was het thema van het Educatief Evenement 2005. Twee actuele kwesties stonden hierbij centraal: de Zuiderzeelijn en de Regiovisie Groningen – Assen. De toekomstige bewoners van het Noorden – de huidige jongeren – werden maximaal uitgedaagd om mee te denken over deze plannen. Jongeren uit 69 klassen van 19 scholen uit het Noorden deden enthousiast mee. Ze kregen ook werkelijk de ruimte – onder de voortreffelijke leiding van Aize Bouma - om van zich te laten horen. Zij presenteerden hun projectontwikkelingsbedrijf aan deskundige vertegenwoordigers uit de branche en hun adviezen aan opdrachtgevers van de Zuiderzeelijn en Regiovisie Groningen - Assen.
Zweeftrein moet er komen Ruim 1700 scholieren hebben de afgelopen maanden gewerkt aan een adviesbureau of duurzaam bedrijf.De adviesbureau’s en bedrijven tooiden zichzelf met de meest fantasievolle namen. Elke klas droeg zorg voor een presentatie ten behoeve van de aanleg van de Zuiderzeelijn of lanceerde een spannend vergezicht voor de regiovisie Groningen-Assen. Het was opvallend op hoeveel bijval de Zuiderzeelijn in zijn snelste variant ( de zweeftrein) kon rekenen bij jeugdige noorderlingen. Heerenveen werd omgedoopt tot Leeuwarden Zuid. Ontwerpen van terminals hielden rekening met voldoende parkeerfaciliteiten en vernieuwende winkelconcepten. Het was genoegzaam bekend dat een bedrijf als Schiphol voor meer dan 50% van haar inkomsten afhankelijk is van vastgoed en het aangrenzende winkelbedrijf.
Deelnemende kennisinstellingen in 2005: het Fivel College te Delfzijl, Zernike College en het Maartenscollege te Haren, RSG Wolfsbos en Roelof van Echten College te Hoogeveen, RSG Stad en Esch te Diever, OSG Pieter Jelles en het Chr. Gymnasium Beyers Naudé te Leeuwarden, de Nieuwe Veste te Coevorden, Bornego College te Heerenveen, het Dockinga College te Dokkum, osg Helen Parkhurst te Almere, H.N. Werkman College te Groningen, Dr. Nassau College te Assen, het Marne College te Bolsward, OSG Winkler Prins te Veendam, het Greydanus College te Meppel en het Aletta Jacobs College te Hoogezand. Omdat het aantal deelnemende scholen en klassen explosief stijgt, wordt in 2006 per provincie een eigen Educatief Evenement georganiseerd.
Nieuw leren VNO-NCW Noord ondersteunt van harte ‘Scholen voor Duurzaamheid’. Scholen staan de komende tijd voor een enorme opgave om ‘nieuw leren’ vorm te geven. ‘Scholen voor Duurzaamheid’ past compromisloos binnen deze opgave. Het motiveert leerlingen om zelf en samen aan de slag te gaan. Competenties worden spelenderwijs bevorderd. Het initiatief verdient structurele aandacht binnen het scala van eigentijdse onderwijsarrangementen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van www.scholen-voor-duurzaamheid.nl en www.noordelijkadviesbureau.nl. Hans Haerkens
[email protected]
Nieuw!
Een verplichting wordt binnenkort een verlichting Met ingang van 1 juli 2005 treedt de nieuwe Arbowet in werking. Het is de meest actuele wijziging in het zorgstelsel die ook voor uw bedrijf grote gevolgen kan hebben. Een van de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe wet, is de grotere vrijheid die u als ondernemer krijgt bij de keuze van uw Arbodienst. De Friesland Zorgverzekeraar heeft hierop ingespeeld door een speciale module te ontwikkelen: het VerzuimManagement. Deze module is onderdeel van het WerktZekerPlan. Een uitgebalanceerd totaalplan voor succesvol verzuim- en risicomanagement. Modulair opgebouwd met diensten op het gebied van verzuim, zorg en inkomen. En met één helder aanspreekpunt: de ZorgManagementCentrale. Zo wordt een verplichting ineens een verlichting voor uw bedrijf. Het gemak van alle zorg voor uw werknemers in de vertrouwde handen van De Friesland, begint met een telefoontje. Bel ons vandaag nog op (058) 291 33 88 voor een offerte en een advies op maat. Of kijk voor meer informatie op www.werktzekerplan.nl. Uw bedrijf wordt er zeker gezonder van.
Kies ook voor het WerktZekerPlan VerzuimManagement! Harlingertrekweg 53, Postbus 270, 8901 BB Leeuwarden. Tel. (058) 291 33 88. Fax (058) 291 33 90. www.werktzekerplan.nl
In deze rubriek houden we u op de hoogte van de activiteiten van VNO-NCW Noord in de regio
V N O - N C W N o o r d in a c t ie Nieuws uit Friesland
VNO-NCW Friesland pleit sterk voor handhaving kernzones Dankzij slim ruimtelijk economisch beleid is het noorden erin geslaagd zich steeds vaker als een aantrekkelijke investeringsregio te positioneren. Dit geldt voor de volle breedte van bedrijvigheid en voor een select aantal clusters in het bijzonder. VNO-NCW Friesland onderschrijft de geest en context van het succesvolle Kompasprogramma (mal / contramal; kernzones, noordelijke insteek) volledig. Het heeft de slagkracht van de noordelijke regio vergroot. Ook die van Friesland. Voor de toekomst zal een verdere verdiepingsslag gemaakt moeten worden. Dit betekent naast het ontwikkelen van regionale marktkracht, het maken van scherpe keuzes waarin de markt leidend is. Een focus op noordelijke kerncompetenties en sleutelsectoren. Dit houdt in een scherp oog voor kritische massa, nationaal onderscheidend vermogen, concurrentiekracht en marktgedreven bedrijvigheid. Door te kiezen voor reeds aangewezen kernzones kan economische ontwikkeling plaatsvinden in geconcentreerde gebieden. Daarmee wordt tegelijkertijd de waarde van het Friese platteland en de natuur geborgd. Ruim 60% van de 640.000 inwoners die Friesland telt woont en werkt in de kernzones. Ruimtelijke en demografische ontwikkelingen sluiten aan bij de economische keuzes. Met deze uitspraak neemt VNO-NCW Noord afstand van de suggestie dat nut en noodzaak van de kernzones omstreden zouden zijn. Een vasthouden aan kernzones én een keuze voor de zogeheten Schumpeter-clusters sluiten elkaar geenszins uit. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. De noordelijke economie heeft aantoonbare extra kansen op de terreinen ‘chemie- biomassa – energie’; ‘wonen -zorg – recreatie – kennisoverdracht’; ‘water- milieu-landschap-zuivel’ en ‘dataverwerkingscapaciteit’. De uitdaging is erin gelegen in de komende periode de regionale marktkracht binnen de reeds gemaakte ruimtelijke keuzes maximaal tot hun recht te laten komen. Het bedrijfsleven zal die handschoen oppakken.
VNO-NCW Friesland steunt voorontwerp Streekplan in accent op wonen In het voorontwerp streekplan Fryslân ligt het accent op meer ruimte voor werk, wonen en recreatie. Het aantrekken van bewoners uit andere streken van Nederland moet zorgen voor
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
38
een economische impuls. Gekozen is voor concentratie van woningbouw rond de steden om zo de economische structuur te versterken. VNO-NCW Friesland is verheugd dat het voorontwerp duidelijk kiest voor een economisch accent en daarbij een visie weergeeft die tevens ruimte laat voor de kwaliteit van het landschap. Juist deze gecombineerde strategie geeft aan dat er bij de inrichting van de provincie wordt gezocht naar samenhang. Het idee dat bedrijven die naar vestigingsruimte op zoek zijn per definitie naar Leeuwarden worden gestuurd past daarin niet volgens VNO-NCW Friesland. Beter passend lijkt de steden binnen de kernzones daarin in brede zin vrijelijk te positioneren. Een te sterk sturende provincie is niet gewenst. Laat de markt zelf kiezen voor de meest geschikte locatie is het devies van VNO-NCW Friesland.
Nieuws uit Groningen Fors aantal gesubsidieerde banen in Groningen gaat op de schop Arbeidsmarktbeleid krijgt vooral decentraal gestalte. Juist de gemeente heeft een directe verantwoordelijkheid bij het terugdringen van werkloosheid. De nieuwe plannen van de gemeente Groningen zijn een weliswaar late maar juiste stap in de goede richting. Het college van B en W van Groningen komt met een nieuwe aanpak van werkervaringsprojecten. De maatregelen zijn noodzakelijk omdat jaar in jaar uit te weinig personen werkzaam in gesubsidieerde banen doorstromen naar een reguliere baan. De maatregelen in de notitie ‘Werken, meedoen, erbij horen’ zijn een direct gevolg op de in 2004 stopgezette rijksregelingen instroom / doorstroom en de Wet inschakeling werkzoekenden. Het vinden van en doorgeleiden naar regulier werk is voortaan de koninklijke route, in plaats van het aanbieden van een uitkeringstraject. Dit maakt het tegelijkertijd mogelijk dat mensen zonder reëel perspectief een beroep kunnen blijven doen op een weliswaar kleiner aantal gesubsidieerde werkplekken. Steeds duidelijker krijgt de door het kabinet ingezette koers van decentralisatie van het arbeidsmarktbeleid en het neerleggen van verantwoordelijkheden voor sociale zekerheid bij individuen (werkgevers en werknemers) gestalte. VNO-NCW Noord is van mening dat de positie van gemeenten hierbij van toenemend belang is vanwege het bestrijden van de jeugdwerkeloosheid, de inburgering van nieuwkomers, de toeleiding naar de arbeidsmarkt van bijstandsgerechtigden en van
werkzoekenden zonder uitkering. Het gemeentelijk aanbod en de vraagkant van de arbeidsmarkt zullen dan ook beter op elkaar afgestemd moeten worden. Hierin past een actieve gemeentelijke overheid die maatwerk biedt aan de groep van mensen die op enige afstand staan van de arbeidsmarkt. Sectorale en regionale verschillen vereisen specifieke oplossingen. Nodig om een bestendige aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te bewerkstelligen. Hierin past een effectieve samenwerking op regionaal niveau tussen gemeenten, UWV, CWI en sociale partners. Resultaten in andere gemeenten bewijzen dat een offensief arbeidsmarktbeleid geen windeieren legt.
voor het realiseren van projecten die bijdragen aan een sluitende aanpak voor jongeren naar een startkwalificatie en werk. Dit is ook een speerpunt van VNO-NCW Noord. Het is ook een goede zaak dat de provincie gelden beschikbaar stelt voor Innovatie en ICT. VNO-NCW Drenthe is zelf deelnemer in een van deze projecten, het DODO-project (Digitale Ontwikkeling Drentse Ondernemers). Evenals als bij de plannen in 2003 zal VNO-NCW Drenthe ook nu de provincie aan haar beloftes houden en waar mogelijk samen optrekken om de Drentse economie te versterken.
Leg contact met uw klant via
Nieuws uit Drenthe In gesprek met B&W Het bestuur van VNO-NCW Drenthe zit elk jaar twee maal om tafel met de burgemeester en wethouders van de grote Drentse gemeenten. Hier komen diverse ondernemerszaken aan de orde zoals bereikbaarheid en lokale lasten. Maar ook uitbreiding van bedrijven terreinen, kenniscirculatie en ICT-ontwikkelingen. Ook wordt gesproken over de communicatie tussen de gemeente en het lokale bedrijfsleven. Op 4 juli zitten we om tafel met B&W van Coevorden en op 6 juli met B&W van Assen. Mocht u als ondernemer uit een van die gemeenten belangwekkende zaken hebben die u wilt adresseren kunt u dit melden bij uw regiomanager.
Tweede helft voor provincie Drenthe Het programma dat het college van gedeputeerde staten van Drenthe uit 2003 heeft opgesteld is aan de tweede helft begonnen. Er is in de tussentijd al veel gedaan. Maar er is ook nog veel te doen. ‘De tweede helft’ (http://www.detweedehelft.drenthe. nl/) van de collegeperiode breekt aan. Het college van GS werkt door om de beloftes uit het collegeprogramma waar te maken. VNO-NCW Drenthe houdt de vinger aan de pols. Vooral wat betreft de ontwikkelingen in het stedelijk gebied, de bereikbaarheid en kennis & werkgelegenheid. De prioriteit ligt wat betreft bereikbaarheid voor de nabije jaren bij het daadwerkelijk uitvoering geven aan de programmering van de stedelijke bereikbaarheid. VNO-NCW Drenthe is van mening dat de uitvoering van maatregelen op de A28, N33, N34 en A37 nu gestalte moet gaan krijgen. Er dient duidelijkheid te komen over de start van de structurele aanpassing van de A28 tussen Meppel en Zwolle (inclusief het knooppunt Lankhorst bij Meppel). Voor de gefaseerde verdubbeling van de N33 zal er een concreet uitvoeringsen financieringsplan moeten komen. In aansluiting op het Kompasbeleid wil het college haar doelstellingen wat betreft werkgelegenheid bereiken door zich te richten op zes speerpunten: onderwijs en kennis, arbeidsmarkt, innovatie, toerisme, ICT, en voorwaardenscheppend beleid. Als we zien dat van de beschikbare 800.000 euro voor 2004/2005 nog 540.000 euro te besteden is, is haast geboden. We ondersteunen de doelstelling van de provincie om dit geld te besteden
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
39
een advertentie in
NoordNieuws Bel Lilian de Winter 0592-376933 of mail:
[email protected]
Ondernemer Korenwolf, knoflookpad of zandhagedis. Ondernemers worden de laatste tijd steeds vaker verrast door diertjes die op hun bouwterrein grote plannen kunnen dwarsbomen. In het Friese Terherne is bijvoorbeeld de bouw van een pannenkoekenhuis een jaar vertraagd vanwege de noordse woelmuis. ‘Nederland gaat op slot!’ is een veelgehoorde reactie op dergelijke voorvallen. De oorzaak: de aanwijzing van de Vogel- en Habitat gebieden en de verankering hiermee van deze richtlijnen in de Nederlandse wetgeving.
I
s het werkelijk zo dat ‘ alles op slot’ zal gaan? De soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend, maar alertheid is zeker geboden. Binnen de gebieden die onder de Vogel- en Habitat richtlijnen zullen vallen (en die aan grenzen) zal aan veel eisen voldaan moeten worden wil er geinvesteerd, uitgebreid, gebaggerd e.d. mogen worden. De laatste inspraakronde over de definitieve Vogelen Habitatgebieden zal nog voor de zomer van start gaan. Het is daarom goed om voorbereid en geinformeerd te zijn over deze gebieden en de regels en procedures die hier gelden. Ondernemer, u moet weten waar deze gebieden zich bij u in de buurt bevinden. Wees alert en maak gebruik van de aanstaande inspraakronde.
Beschermde gebieden De Flora- en Faunawet en de Wet Natuurbescherming regelen in Nederland de bescherming van de natuur. In Europees verband zijn er twee belangrijke richtlijnen op het gebied van natuurbescherming: de Vogel Richtlijn en de Habitat Richtlijn.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
40
Deze stammen respectievelijk al uit 1979 en 1992. De laatste jaren heeft Nederland gebieden aangewezen die onder deze Richtlijnen moeten gaan vallen. Door deze aanwijzingen zijn de Vogel- en Habitat Richtlijnen voor Nederland van kracht geworden en is de impact ervan juist de laatste jaren sterk merkbaar geworden.
voren een aantal zaken goed onderzocht moeten worden. Ten eerste is het van belang om te weten of er sprake is van een Vogel- of Habitat gebied. Ook als deze in de buurt is dient hier wellicht rekening mee gehouden te worden, want deze plannen kunnen van invloed zijn op het beschermde gebied zelf.
De Vogel Richtlijn bevat een lijst met gebieden en vogels die speciale bescherming genieten. De Habitat Richtlijn bevat een lijst met gebieden, zoogdieren en planten die een speciale bescherming krijgen. Wat nu nog ontbreekt zijn per aangewezen gebied de doelstellingen die men voor ogen heeft voor dat specifieke gebied. Aan deze zogenaamde ‘instandhoudingsdoelstellingen’ zullen de plannen van ondernemers getoetst en beoordeeld gaan worden.
Ten tweede moet bekend zijn wat de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied zijn en voor welke planten of dieren die gelden. Als dit allemaal bekend is, moet aangetoond worden dat de plannen die er zijn geen nadelig effect zullen hebben op de beschermde habitats. Als er nadelige effecten zijn, kan het plan helemaal afgewezen worden of moeten er compenserende maatregelen genomen worden om de nadelige effecten op te heffen. Naar verwachting zal er voor de zomer meer duidelijkheid komen over de instandhoudingsdoelstellingen en beheersplannen voor de gebieden die zijn aangewezen. Een inspraakronde over zowel de te bepalen gebieden als de instandhoudingsdoel-
Investeringen in de prullenmand Wat zijn de gevolgen van de Vogel- en Habitat Richtlijnen nu precies voor de ondernemer met uitbreidingsplannen? In feite komt het er op neer dat er van te
als bedreigde soort? Binne n k o r t l a a t s t e i n s p raakronde over gebieden Voge l - e n H a b i t a t R i c h t lijnen stellingen en beheersplannen zal daarna van start gaan. VNO-NCW Noord zal deze ontwikkelingen op de voet blijven volgen en zal waar nodig actie ondernemen, zoals VNO-NCW ook in 2002 aanbevelingen richting kabinet heeft verstrekt om een evenwichtiger beleid hierin te voeren.
Problemen voorkomen Volgens LNV Noord worden de meeste problemen en vertragingen veroorzaakt doordat de vastgestelde procedures te laat of niet goed worden gevolgd. Een fout in het volgen van de procedures of een hiaat in de onderzoeken die een bedrijf moet doen naar de eventuele gevolgen van haar plannen, veroorzaken in verreweg de meeste gevallen het oponthoud of de afkeuring van de plannen. Bij goed naleven van de procedures en het goed opstellen van de gewenste onderzoeken, kunnen de meeste plannen gewoon doorgang vinden, soms met een aantal aanpassingen. Het beeld dat ‘Nederland op slot’ gaat, gaat volgens LNV Noord dan ook niet op. Het is hoe dan ook zaak goed voorbereid te zijn en te weten wat te doen. Veel bedrijven en gemeenten hebben echter nog steeds niet in de gaten wat voor invloed deze twee richtlijnen op hun beleid en plannen kunnen hebben. Voor Harlingen spelen de vaargeulen een belangrijke rol, maar ook bijvoorbeeld het uitdiepen van de haven. Voor de Eemshaven geldt hetzelfde. Ook plannen om 21 grote nieuwe windmolens te plaatsen en oudere te vervangen krijgen hier mee te maken. Voor Delfzijl de ontwikkelingen in het Chemiepark. Uitbreidingen van stadswijken, aanleg van industrieterreinen, aanleg van wegen, voor alles gelden strenge en veelal beperkende voorwaarden in een Habitat gebied.
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
41
Groene lobby Opvallend is dat bij deze eerdere inspraakronden om te bepalen welke gebieden voorlopig onder de Richtlijnen zouden moeten gaan vallen, verreweg de meeste reacties kwamen van milieugroeperingen en lagere overheden. Hun insteek was echter veelal om het aangewezen gebied juist uit te breiden en niet te verkleinen. Dat gevaar bestaat ook nu weer. Er zijn weinig protesten ingediend door het bedrijfsleven. De gemeente Smallingerland (vanwege plannen voor realisering van een groot meer ten zuiden van Oudega), Gemeente Havelte (vanwege exploitatie golfbaan en het militair oefenterrein), gemeente Terschelling (vanwege exploitatie zeestrand), gemeente Harlingen (vanwege onderhoud en ontwikkeling vaargeulen) en de gemeente Terschelling (vanwege onderhoud en ontwikkeling vaargeulen) deden dat wel. Zij kregen echter nul op het rekest van het Ministerie van LNV.
Habitatrichtlijn
VNO-NCW Noord roept ondernemers op om alert te zijn en te onderzoeken waar en welke Vogel- en Habitat gebieden er in hun omgeving zijn en vervolgens gebruik te maken van de inspraakronde. Bestudeer deze gebieden, de instandhoudingsdoelstellingen, de lijsten met beschermde dier- en plantensoorten. Informatie over welke gebieden zich waar bevinden en welke planten- en diersoorten per gebied beschermd zijn, is op de internetsite van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (www.minlnv.nl onder ‘natuurbeschermingswet’) te vinden. Erik-Jan Stevens
[email protected] Vogelgebieden
“German generals said: if we’d had Grote delen van Nederland,
M
shall-hulp was Nederland weer
r. Peter Routcliffe enlisted in the Canadian armed forces at Easter of 1938, joining the Governor-General’s Horse Guards regiment, which had been established in 1936. His regiment was sent to England in 1940 and late in 1941, he went to Italy as a tank commander in the rank of corporal, rolling all the way north to The Netherlands. Former VNO-NCW Noord secretary E.J. Akkerman interviewed the 85-year-old veteran for Noord Nieuws in a Toronto restaurant on May 1, 2005.
“open for business” en ont-
“When did the war start for you?”
waaronder de drie noordelijke provincies, werden zestig jaar geleden door Canadese troepen bevrijd. Dankzij Canadese offers en Amerikaanse Mar-
stond een periode van grote welvaart. Vrijheid is in grote delen van de wereld nog steeds geen vanzelfsprekendheid. Onderstaand interview is een erkenning voor de moed van duizenden soldaten, die bereid waren hun leven te wagen voor onze vrijheid.
Peter Routcliffe: “When I enlisted in 1938, I was planning for a career in the military. I was called to active service in May of 1940 and shipped to Liverpool, England. We were then moved by train to a place called Ogbourne St George. We spent a year-and-a-half there, training. In the fall of 1941, we were told we would be sent to Ireland and next thing we knew, we were in North Africa, where Montgomery was fighting Rommel’s Afrika Korps. On October 10, 1941, we landed in Naples. For us, action commenced six months later, as we fought our way through the Hitler Line. We were bogged down at Monte Casino for three to four weeks and then went north towards the Po Valley and Leghorn. From there, we were shipped to Marseille, where they loaded our tanks
onto freight trains headed for Belgium. We unloaded in a place called Iseghem and celebrated Christmas there.”
“What was your impression of the German soldiers you encountered? Did they respect the Canadians?” PR: “Well, they could understand us as much as we could understand them. We often used flamethrowers to kill the enemy, as they wouldn’t surrender. They were good soldiers and would fight till the end. I guess they had a job to do, same as we did. Once taken prisoner, they were glad to get out of it. Just as we would have been if we’d been taken prisoner. They considered us good soldiers too. I heard that German generals had said, “If we’d had Canadian troops under us, we would have won the war”. Pretty much the whole war, from Italy and later in Belgium and Holland, it was us chasing after them, they would withdraw and dig in and then we’d take their positions.”
“Did you get to spend time with Dutch families?” PR: “The Dutch were great. In Winschoten, I stayed with the Swaab family and shared my rations with them. We had powdered eggs, powdered milk, powdered potatoes, all they had to do was add water and we’d have mashed potatoes. We also had margarine and soap. I remember one time when we were greasing and oiling our tanks, two little boys were watching us work and ended up covered with grease. Their mother had no soap to wash them with, so I went around collecting lye soap from the guys and gave it to the mother, so she could clean up her boys.”
“Where were you when the war ended?” PR: “In Assen. When the war ended, we stayed in a school there. Later, we stayed with families, two guys per home. It turned out that a “Moffengirl” lived in the house where I was staying, so they sent me to a different place. It’s hard to judge those women though. Maybe that was the only way they could feed their families.”
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
42
Canadian troops, we would have won the war”
“Were any of your men wounded?” PR: “Yes. I once lost my tank when we hit a mine, in Italy. The engine stalled and then Jerry hit me with an 88-millimeter shell, which buggered up the whole front end. One guy was injured; another was blown out through the turret, but he was okay.”
“What did you do once the fighting had ended?” PR: “We stayed in that school in Assen, as a rear guard, awaiting orders. They were looking for volunteers to put together a 6th Division, which was to go to Japan. These volunteers were shipped to the US but before they got there, the Japanese surrendered – after Hiroshima and Nagasaki were hit. I went back to Canada and got married. A war bride - I’d met my future wife in England. I stayed with my regiment for a while and joined the GovernorGeneral’s Horse Guards Association. We’d
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
43
ride three or four times a week, we’d be in parades and we’d serve as honour guards at military funerals. We’ve had a reunion every five years since the war. Of course, there a very few of us left now. I went to two funerals last week.”
“Did you ever return to Holland?” PR: “Once, in 1957, I went on a trip to Amsterdam, but didn’t visit the places where I’d been during the war. I receive a medal from Holland about a year-and-ahalf ago. This was the Thank You Canada medal and they sent it to the Legion. I wear it on Memorial Days and when the regiment has a reunion. Next weekend, we’re having a weekend of the so-called “DDay Dodgers” – the name the troops who landed on Juno Beach gave us. We hadn’t participated in the landing at Normandy and they didn’t realize we’d already fought our way up from Italy for 23 months.”
“The war ended 60 years ago. This is a hypothetical question, but if you were young again, would you enlist again?” PR: “Yes I would. To me, it was an adventure. There is no draft in this country, never has been, so nobody had to go. Back then, this area was mostly orchards and farmers’ fields. There was no subway, no buildings, nothing. So if the situation were similar, I’d enlist for another adventure.” For motivation, Routcliffe didn’t need lofty goals or high rhetoric. “Hitler was a bad guy and you have to go after him. That’s what we were told and that’s what we did. It was the best experience of my life.”
NN: “Thanks for liberating Holland.” PR: “You’re welcome. And I hope Dutch people get a chance to read this!” Evert J. Akkerman
Nieuwe leden Groningen P.A.H. Betten R.J. Dale drs. L.H.J. Becherer drs. L.T. Schuuring F. Koster RA Th. Hoeksema J.W.J. Beijnes mw A.J.M. de Koning BHA drs. M. Witkam A.L.B. Feldbrugge R. Oldenburger H. Lier W.G. van ‘t Slot J.W. Koster ir. W.L. van Engelen T. Minnema K.B. Bakker mw drs. E. Valk drs. J.H. Kreuze RERA R.R. Ogink RA
H. Wobben mw M.M. Dijksterhuis H. van Linschoten L. Oostra
Mondial Oostland / Vos Verhuizingen BV, Kolham Oldenburger Transport BV, Veendam Groningen Dhr. Betten TopStart, Groningen Noordelijke Accountantsunie BV, Groningen Satiswebtion, Groningen RE-ONLAS Lastechniek B.V., Groningen Dhr. Becherer Stadsparkpaviljoen, Groningen Groningen RightClaessens, Movum BV, Groningen Imtech Project NoordDhr. Witkam Oost B.V., Groningen Maintec Contracting BV, Ede RBO, Groningen Essent N.V., Arnhem Atos Origin, Groningen Dhr. Minnema Friesland Bank N.V., Groningen Van Ede en Partners, Groningen Afier Accountants- en Bedrijfsadviseurs, Tynaarlo PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Groningen BAM Utiliteitsbouw b.v., Groningen Dhr. Ogink Beljon + Westerterp B.V., Groningen Akzo Nobel Base Chemicals bv, Delfzijl Milieudienst, Groningen
Friesland C.R. Alserda AA
Brigade-generaal der Mariniers H.A. van der Til
R. Tuinenga D.G. de Boer W.J.H. Lenstra mw U.A.M. Kloosterman H.J. de Jong RA H.W. Sonnega
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Leeuwarden Chef Staf Commandant Dhr. Alserda Zeemacht Nederland, Den Helder Lodema Elektrotechniek b.v., Leeuwarden Aannemersbedrijf De Boer en De Groot bv, Harlingen Census Assuradeuren BV, Sneek Census Assuradeuren BV, Sneek Aegon Verzekeringen N.V., Leeuwarden Weitenberg Assuradeuren b.v., Leeuwarden
45
ir. A. van Weperen J.J.H. de Wit ing. G. de Vries ing. L.E. Westerbaan drs. A. van der Meer drs. P.A.J. van Peski
Noordplan bv, Leeuwarden Zwart / De Wit Partners in Communicatie, Leiden Adonin b.v., Harlingen Ingenieursbureau Oranjewoud B.V., Heerenveen KPMG Meijburg & Co, Leeuwarden Personeel Consult, Harlingen
Drenthe J. Jansen K.H.P. Ronner drs. M.A. Muntinga mw J.P. Tonnis de Graaf ing. T. Schra J.C.A.M. Dierckxsens R. Schuiling E. Golsteijn RA F.H. Weggemans E.R. Klok J. Lem R. Smilda W. Hadderingh
Nederlandse Aardolie Maatschappij BV, Assen ING Bank NV, Groningen Van de Bunt Zwolle B.V., Dhr. Jansen Zwolle Museum Kunstpaviljoen, Nieuw Roden Essent Netwerk B.V., ‘s-Hertogenbosch MD bedrijfskleding, Dhr. Ronner Hoogeveen Memax Materieel Verhuur B.V., Schoonebeek Noordelijke Accountantsunie B.V., Hoogeveen JRWW c.s. Gerechtsdeurwaarders, Emmen E.R. Klok Beheer b.v., Hoogeveen Honeywell B.V., Combustion Controls Center Europe, Emmen Villeroy & Boch Wellness bv, Roden De Leite, Assen
Dhr. Hadderingh
VNO-NCW Noord betreurt ‘nee’ tegen Europese Grondwet VNO-NCW Noord steunde en steunt de Grondwet, die de basis had moeten leggen voor een democratischer en slagvaardiger Europa. We willen een oproep doen om geen vergaande consequenties te trekken uit het ‘nee’ van Frankrijk en Nederland. Alles moet worden gedaan om het vertrouwen te herstellen en snel een einde te maken aan de onzekere situatie die nu is ontstaan.
H
et ‘nee’ betekent niet het definitieve einde van de Grondwet. Hoe meer landen uiteindelijk de Grondwet steunen, des te groter is de kans dat een land dat ‘nee’ heeft gestemd alsnog overstag gaat. Op basis van het verdrag van Nice moet Europa doorgaan met de hervormingen die zijn afgesproken in het Verdrag van Lissabon, gericht op versterking van de Europese economie. Voor ondernemingen is een politiek stabiel klimaat gericht op vooruitgang een voorwaarde voor investeringen en innovaties en daarmee voor banen. Dat is de meest vertrouwenwekkende manier om burgers te laten zien dat Europa werkt. De Europese Grondwet blijft volgens VNO-NCW een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Het biedt een EU die besluitvaardig is (ook met 25 lidstaten of meer), die slagvaardiger en democratischer wordt, en die beter tegen
VNO-NCW NoordNieuws juni 2005
46
andere machtsblokken zoals China, India en de VS kan opboksen. VNO-NCW Noord roept Europese en nationale politici op alles in het werk te stellen om de Europese Unie effectief te besturen en de noodzakelijke maatregelen met voortvarendheid te nemen. Europa moet doorgaan met vermindering van bureaucratie en versterking van de economie, gericht op groei en banen. Met name Nederland, met een zeer open economie en een heel groot buitenland, heeft alles te winnen bij een vrij verkeer van personen, goederen en diensten. We moeten ons niet alleen bezig houden met de unique selling points van NoordNederland of Nederland maar vooral met die van Europa in een wereld die snel mondialiseert.
Colofon
Agenda
NoordNieuws, het magazine van VNO-NCW Noord, verschijnt zes maal per jaar en wordt verspreid onder leden in Drenthe, Friesland en Groningen Oplage: 1900 exemplaren Redactie: P.J.M. Buurman,
[email protected] Postbus 188, 9750 AD Haren tel.: (050) 534 38 44, fax: (050) 534 61 45
Website: www.vno-ncwnoord.nl
meer informatie: www.vno-ncwnoord.nl
maandag 30 mei 2005 Operation Iron Sword
INGELASTE BIJEENKOMST
Tijdens een veelzijdig programma informeert de Koninklijke Landmacht u over de Nato Response Force en de uitwerking van het moderne logistiek concept in de Eemshaven. Plaats: Hotel Ekamper, Roodeschool Ontvangst: 15.00 uur Sprekers: brigadegeneraal A.J.H. van Loon Commandant 43 Gemechaniseerde Brigade H.H van der Wulp AMCA Hydaulic Fluid Power 17.30 uur: Buffet
woensdag 1 juni 2005 Creativiteit? Van levensbelang!
Advertentieverkoop Koninklijke Van Gorcum bv, Assen Lilian de Winter 0592-376933 Basisvormgeving Lieuwens Communicatie & Vormgeving, Lemmer
ondersteund door Faculteit der Kunsten Hanzehogeschool Plaats: School of the Arts, Groningen Ontvangst: 13.45 uur Diverse presentaties en workshops Einde: 18.00 uur
Prepress en druk Koninklijke Van Gorcum bv, Assen
woensdag 8 juni 2005 Borgenbijeenkomst
Distributie Albracht, Groningen VNO-NCW Noord vertegenwoordigt in Groningen, Friesland en Drenthe 12.000 bedrijven waarbij ruim 1300 persoonlijke leden de harde kern van de vereniging vormen. Genoemde bedrijven representeren tachtig procent van de werkgelegenheid in de marktsector. Zestig procent van het ledenbestand zijn mkb-bedrijven.
FULL CONTACT
’Perspectieven in de bouw’ Plaats: Koetshuys Ennemaborgh, Midwolda Ontvangst: 17.00 uur Spreker: mr.drs. L.C. Brinkman, voorzitter AVBB Aansluitend heeft een diner plaats Einde: 20.30 uur Voorafgaand aan deze bijeenkomst wordt een kennismakingsbijeenkomst voor nieuwe leden georganiseerd (aanvang 15.30 uur)
woensdag 15 juni 2005 Voorlichtingsbijeenkomst inzake Zorgverzekeringswet Plaats: Ontvangst: Einde:
Golden Tulip Tjaarda, Oranjewoud 15.30 uur 18.00 uur
donderdag 23 juni 2005 Uitwaaien op Schiermonnikoog Vertrek:
09.30 uur per boot vanaf Lauwersoog Ontvangst: 10.45 uur bij Hotel Graaf Bernstorff Divers en sportief programma met activiteiten op het strand, picknick in de duinen en excursie over het eiland. Bij deze bijeenkomst is uw partner van harte welkom Aan deze bijeenkomst zijn kosten verbonden
woensdag 29 juni 2005 ‘Vrouwen binnen het netwerk’
INGELASTE BIJEENKOMST
Plaats: Stadparkpaviljoen, Groningen Ontvangst: 09.00 uur Einde: 13.00 uur Voor deze bijeenkomst worden alleen vrouwelijke ondernemers uitgenodigd
donderdag 7 juli 2005 (ONDER VOORBEHOUD) Meet the Chairmen Omdat full-service wel het minste is wat je van een reclamebureau mag verwachten.
www.dag8.nl
VNO-NCW VNO-NCW NoordNieuws juni juni2005 2004 VNO-NCW NoordNieuws NoordNieuws juni 2004
47
Een kennismaking met Bernard Wientjes, nieuwe voorzitter VNO-NCW en Louwe Dijkema, voorzitter VNO-NCW Noord Plaats: Groningen Ontvangst: 15.45 uur Interactief tweegesprek Einde: 18.00 uur
Bereikbaar
Bovenregionaal
Hoogwaardig
Multifunctioneel
Arbeidspotentieel
Aan de A28 ontwikkelt de gemeente Assen het bedrijvenpark Messchenveld dat vijftig hectare groot is. Messchenveld onderscheidt zich met maar liefst vijf sterren en biedt ruimte aan verschillende vormen van bedrijvigheid.
Voor meer informatie kunt u terecht www.assen.nl
Bedrijvenpark