Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
OPEN BRIEF
uitsluitend volwassen juristen met voldoende hoog abstract & conceptueel denkvermogen (dus gewoon negeren als het te moeilijk wordt)
Nijmegen, 2 september 2015
Onderwerp:
De kern van de zaak … volgens Desiderius Erasmus
Beste allemaal, Ik heb diverse van jullie lekker zitten sarren. Dat doe ik niet zomaar, daarvoor heb ik goede redenen. Met deze brief wil ik uitleggen wat ik van wie verwacht en waarom. Maar alles begint met visie, met inzicht. Ook leg ik uit waarom ik niet begrijp dat Jan Watse Fokkens nog op zijn stoel zit. Mijn inzichten zijn zeker niet perfect en ik sta open voor aanscherping, maar de dialoog start niet. Dat is mijn eerste kritiek: loop nooit voor een dialoog weg! Ik ga Rinus Otte en Ybo Buruma aanhalen, ik heb deze mensen zeer hoog. Eigenlijk maar een puntje van kritiek op hen: “uit jullie goede inzichten veel krachtiger, het gaat echt steeds sneller de verkeerde kant op!” Frits Bakker is een van de personen die behoorlijk door jullie (Rinus & Ybo) terecht gewezen moet worden, hij drijft versneld de rechtsstaat de afgrond in. Emile, de filosoof en generalist Er zijn talloze personen die moeite hebben mijn gedachtelijn te volgen. Oorzaak is dat ik een generalist ben. Ik herken patronen, denk in patronen. Dat in een atoom elektronen om de kern cirkelen is niet anders dan dat in het heelal de planeten om de zon draaien of nog mooier, ons zonnestelsel om het centrum van het melkwegstelsel. Alleen is de schaalgrootte anders. In sociale processen is dat ook vaak zo, de problemen tussen individuen onderling (psychologie) of tussen groepen (sociologie) hebben op een hoger niveau veel van elkaar weg. Opnieuw schaalgrootte is het belangrijkste verschil. De rechte weg kwijt, de weg aangeboden … Rinus Otte benaderde ik vanwege zijn reactie, in de aflevering van 3 augustus 2015 van “kijken in de ziel – rechters”. Op de vraag van Coen Verbraak: “Als ik u zeg, rechter we zijn er samen uitgekomen, u hoeft niets meer te doen” was hij de enige, met een procedureel juist en onderbouwd antwoord. Het wordt abstract, ik onderscheid de functie van het strafrecht en het principe van strafrecht.
Emile Gemmeke
Het principe van strafrecht is hetgeen Rinus begrijpt en noemt, terwijl bijna de helft van de andere rechters met het operationele niveau, de functie bezig is. Maar de vraag was een principiële, de vraag naar de algemeen juiste procedure. De functie van het strafrecht is op incidenteel niveau, wanneer het misdrijf al heeft plaatsgevonden. In de strafoplegging kan een preventieve werking naar anderen of vanwege herhaling (recidive) meegenomen worden, dat is aan de rechter om te beoordelen. Ook kan, als verdachte en slachtoffer “er samen uit gekomen zijn” de concrete vorm van genoegdoening voor een rechter reden zijn, schuldig te verklaren zonder strafoplegging. Maar die rechtelijke beslissing mag pas aan het einde van een juiste procedure plaatsvinden. In de juiste procedure is het op het niveau van het voorval, dus het incident, dat de officier van justitie beslist of de zaak geseponeerd moet worden of dit de strafrechter voorgelegd moet worden. Het principe van strafrecht is heel anders. Met het vastleggen welke handelingen verboden zijn in onze maatschappij (wetboek van strafrecht) organiseren we een veilige democratische rechtsstaat. Daar begint de preventieve werking, de dreiging. Je loopt de kans bestraft te worden wanneer je iets doet dat verboden is. Het is verboden omdat we samen (democratie) vinden dat dit gedrag ontoelaatbaar is. Zodra pakkans nul wordt, dus handhaving het laat afweten, vervalt de uitwerking van het strafrecht, niet het principe. Effectief hadden deze artikelen dan opgenomen kunnen worden in het “wetboek van moraliteit”. Waarbij de tekst moet worden aangepast: “gij zult u medemens laten leven”. Komen we in de richting van de (tien) geboden in plaats van verboden. Effectief is functioneel van aard, niet principieel. Rinus is van de principes, dat leerde ik later toen ik de aflevering van Buitenhof van 12 april 2015 zag. Triest dat de vertegenwoordiger van onze rechters, door de dagelijkse beslommeringen, het bestaansrecht van hun beroep loslaten. Wanneer Maria van de Schepop als een Judas het rechtssysteem weggeeft aan de massa, dan denk ik: “Lieve Maria, wanneer je zo denkt, dan zaag je zelf de poot onder je stoel weg. Wanneer de maatschappij niet meer op rechters kan vertrouwen, omdat rechters praktisch handelen boven de wet verheffen … dan is het einde echt aan het naderen.” Het ontbreekt Maria, en ook haar achterban (!), aan het uitdenken van een realistische oplossing. Dat vond ik ook jammer aan Rinus, Rinus komt niet verder dan dat je als rechter aan principes moet vasthouden. Klopt … maar het probleem is wel daar. De oplossing ligt veel eerder in het proces. Die oplossing moet er zijn, ze is voor de staat rendabel. Die informatie lag op tafel. Immers de boetes blijken gewoonweg veelal niet inbaar, dus alle regendanserij om het mensen lastig te maken kost alleen geld en levert alleen spanning in de maatschappij op. Dus ligt een win-win voor de hand. Niet Rinus of Maria’s taak dit te analyseren en de concrete oplossing te bedenken, maar het helpt wel en werkt beter. Zal ik even helpen …. ? Even terug naar “kijken in de ziel”. 2
Emile Gemmeke
Wat betekent feitelijk die inzichten van die rechters die generiek vinden dat als slachtoffer gecompenseerd wordt, de zaak niet meer de strafrechter voorgelegd hoeft te worden? Bij Sebastiaan Hermans vraagt Coen door. Hij gaat van generiek naar specifiek: “en als het nu moord is?” en hij vervolgt met “het was mijn vrouw”. Sebastiaan gaat opnieuw de mist in, hij zegt “bovendien bent u niet de enige die een dierbare is verloren”. 1 Opnieuw die civielrechtelijke oriëntatie, ik denk dan: “Lieve Sebastiaan, we willen geen moordenaars in onze samenleving, dat hebben we afgesproken. En of nu heel het land treurt wanneer de koning wordt vermoord of niemand wanneer een zwever wordt vermoord, dat maakt niet uit. Hier zal een strafrechter over moeten oordelen.” O, zeker … Sebastiaan schakelt in dit voorbeeld, langzaam vindt hij in dit extreme geval “de rechte weg”. Stel ik ben miljardair en vind het leuk eens in de maand een willekeurig persoon in elkaar te rammen, daarna geef ik tienduizend euro aan die persoon. Eventueel twintig. Vier van de zeven rechters lijken dat meer of minder prima te vinden! Dat schijf ik ook aan Ybo Buruma in mijn brief van 8 augustus 2015. 2 Misschien ben ik gek, die vraag heb ik gisteren het trio Alex, Rinus en Roel voorgelegd: “ben ik gek”. Maar als ik dat niet ben … Dan was ik als verantwoordelijke voor de kwaliteit van onze rechters, als procureur-generaal van de Hoge Raad, met een hartaanval van mijn stoel gevallen. Eenmaal gereanimeerd en terug op mijn stoel was het besef gekomen: “wat heb ik gedaan, hoe heb ik dit laten ontstaat?” Beste Jan Watse, Dat heeft niet alleen met opleiding te maken, ook met het voortraject. Ik lees vandaag dat de Rotterdam School of Management dat inzicht heeft. 3 Deze opleiding accepteert alleen leerlingen van voldoende gebleken niveau, dit is en was in het rechtssysteem uiterst belangrijk en daar ging (en gaat het fout). De negatieve spiraal over-beschermd Ik ga even op mijn gevoel af, volgens mij zijn belangrijke rechtselementen: • Het recht doet zaken af. Men kan niet herbeoordeling op herbeoordeling stapelen. Een belangrijke functie is dan ook praktisch: iedereen moet met zijn leven door en weten waar hij/zij aan toe is; • Men mag niet via slinkse wegen een goede rechtsgang kunnen frustreren; Het woordje goede is essentieel, dat is heel essentieel. Het principe is, wanneer de procedure goed is en iedereen zijn klusje goed heeft gedaan, dan moeten we de uitkomst accepteren. Maar vier van de zeven rechters blijken in een eenvoudige documentaire, strafrecht en civielrecht niet meer te onderscheiden, dus geen goed procedureel begrip te hebben. Zie tijdstip [09:40] http://www.npo.nl/kijken-in-de-ziel-rechters/03-08-2015/VPWON_1236330 Zie http://www.gemmeke.nl/ob5_YB2015.pdf 3 Zie http://www.volkskrant.nl/binnenland/masteropleidingen-gaan-zesjesstudenten-weren~a4133689/ 1 2
3
Emile Gemmeke
Wanneer Jan Watse zoiets niet voorkomt, wat kan die burger dan? Het woord voorkomt is vet, omdat, zoals Jan Watse me herhaaldelijk onnodig heeft voorgehouden: het parket niet in lopende procedure mag ingrijpen. Dat klopt, hij moet: voorkomen, want als het “te laat is” kan hij weinig. Ik zal het jullie voorzeggen, wat de burger kan (en verbeter mij als ik dwaal). Komt Frist Bakker om de hoek. Frits begrijpt het principe achter artikel 11 van de wet algemene bepalingen niet: “De regter moet volgens de wet regt spreken: hij mag in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordeelen.” EVRM artikel 6 geeft de burger het recht op een eerlijk proces. Wanneer een burger meent dat hij dit niet krijgt kan hij acteren, daarvoor is in het strafrecht artikel 512 - 518 Sv en in het civielrecht is hiervoor artikel 36 - 41 Rv opgenomen. Dat is voor rechters die met artikel 11 een loopje willen nemen en iets persoonlijks willen toevoegen. Is dit goed geïmplementeerd, wat is Frits zijn bijdrage aan de huidige implementatie? Eerst historisch. Waarschijnlijk is in de loop van de tijd de druk op het rechtssysteem toegenomen, maatschappelijke vragen werden complexer en de opleiding rechten heeft niet gedaan wat nu de Rotterdam School of Management doet: selectie aan de poort. De psychologie leert ons dat we mensen wel kunnen trainen, maar iedereen heeft ergens een top. Dat is fysiek zo, we zijn niet allemaal een Dafne Schippers, dat is geestelijk ook zo. Ben ik vervelend wanneer ik stel dat vier van de zeven rechters bij Coen Verbraak: “over hun top zijn?” Och, ik wil graag geloven dat ze op het detail het redelijk doen. Dus als rechter met een juiste straf komen bij een goed dossier. Ook ben ik overtuigd van hun inzet en goede bedoelingen. Maar ze missen de controle, het overzicht, dus een fout in het voortraject … valt in de categorie “jammer”. Maar “jammer” is geen recht. Is het wraken van zo’n rechter (1) terecht en (2) heeft dat zin? Mijn antwoord op het eerste is “ja”. Wanneer er een procedureel verpruts dossier ligt en de rechter niet over de voorafgaande procedure wil nadenken, vaak vanwege een onterecht vertrouwen in de procedure, dan vind ik een wraking terecht. Maar “nee” gegeven de praktijk. In de praktijk loopt de wraker tegen twee cultuurproblemen aan: • Wraken wordt opgevat als het frustreren van de procedure. Niet als alarmering, niet als een kwaliteitssignaal. Onderzoeken hierna zijn selffulfilling prophecy’s. Dus gewoon waardeloos, sterker: contra-informatief. Deze jarenlange foute opvattingen heeft dit kwaliteitsmechanisme kapot gemaakt. • De Raad van de Rechtspraak stimuleert het idee dat rechters perfect zijn en wraking een smet is. Sorry Frits, maar jouw juni- nummer van vorig jaar is beneden elk niveau. 4
Emile Gemmeke
Dat daar vrijelijk, tot aan traumatisch beschadigd, rechters uiten hoe onterecht en diep ingrijpend een wraking is, dat is echt te zot. Gek veel meer onprofessioneel kan het niet. Wat je ziet is dat deze rechters geconfronteerd worden met een aspect van recht: “de veroordeling die onterecht voelt”. Zouden ze van moeten leren. Nog meer dan dat zouden ze hun eigenbeeld moeten aanpassen, want dat is de onderliggende melding bij een wraking. Het is niet erg dat we rechters hebben met beperkingen, dat niet elke rechter alles kan. Dat vraagt alleen organisatie, de juiste rechter op de juiste klus. Het is wel erg wanneer systematisch rechters niet hun eigen kunnen beoordelen, maar hun eigen instelling. Maandag 7 september 2015 dient om … de wrakingszaak van Ronald Sol bij de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch. Ik begeleid Ronald. De wrakingsgrond is dat de advocaatleden de wet niet respecteren, hun tariefstelling is in strijd met artikel 193e lid c BW. Of deze wrakingsgrond terecht is, of het wrakingsmiddel terecht is toegepast, dat laat ik even buiten beschouwing. Maar hoe sullig is het om een wrakingskamer samen te stellen met drie advocaat-leden waarop hetzelfde verwijt van toepassing is? Naast het feit dat deze natuurlijk bij begin zitting om dezelfde reden gewraakt gaan worden, komen daar juridische behoorlijke verwijten om de hoek: • Welke goede rechter verschoond zich niet wanneer het feit waarover hij/zij recht moet spreken op hem/haar zelf van toepassing is? • Is de Raad van Discipline, in casu haar voorzitter, Ine Gimbrère – Straetmans, niet aanspreekbaar op dit idiote gedrag? • Ine is met herhaling geïnformeerd, maar misschien heeft Ingeborg, onze lieve griffier “on-site” brieven ongelezen in een dossier gestopt. De burger is niet gek.
(misschien deze wel, die vraag ligt nog bij Alex, Rinus en Roel)
Vandaag in het nieuws “NAM draait nu al op voor waardedaling van Groningse huizen”. 4 Daar is te lezen: ”De zaak werd behandeld door de rechtbank in Assen, omdat woningen van sommige Groningse rechters zelf ook beschadigd raakten door de bevingen.” Laat Ine even met Groningen bellen. Kunnen ze haar uitleggen wat in een rechtsstaat normaal is. En Jan Watse, zit je nog op je stoel of moet je alweer aan de beademing? Of ben ik gek, bel me, schreeuw me toe dat ik gestoord ben, maakt niet uit … maar geef er wel argumentatie bij.
4
Zie http://www.nu.nl/binnenland/4117761/nam-draait-al-waardedaling-van-groningse-huizen.html 5
Emile Gemmeke
Briefjes in dossier Beste Frits, je hebt een hele voorgeschiedenis gemist, ik ga dat niet allemaal opnieuw schrijven. Lees eens het betoog dat Ybo Buruma op 4 februari 2014 in de Eerste Kamer hield. Ybo sprak over verambtelijking. Dat griffier Ingeborg briefjes in dossiers stopt, och … van dat soort “verambtelijking” heb ik talloze voorbeelden. Naast het te lage denkniveau, de ontbrekende kennis over juiste procedures, is schaalgrootte ook een probleem. Jouw “geen geld in stenen maar in rechters” is onzin, vanwege die schaalgrootte. Krijgen we veel rechters die over waardeloze dossiers mogen oordelen, levert alleen maar ellende op. Heb je opgelet Frits? Had ik niet een discussie tussen Rinus Otte en Maria van de Schepop genoemd? Ook niet dat ik iemand ben van de patronen en verbanden? Maria haar klacht in de uitzending was: “het onpersoonlijke dossier, het O.M. dat met een computeruitdraai komt.” Ik begrijp Maria in deze. Zie alleen wat nuances, zoals dat de persoonlijke toevoeging in ons rechtssysteem vooral van de verdediging moet komen. Maar die verdediging kon wel eens nihil zijn. Wanneer nu al in de kleine Raden van (on)Discipline griffiers niet weten wat ze met procedurele briefjes moeten doen en de voorzitters de goede procedure kwijt zijn en weigeren op zoek te gaan. Denk je echt dat samenklontering zoiets oplost? Ik ken geen voorbeelden van schaalvergroting met deze effecten, in tegendeel. Dus Frits, je maakt het allemaal erger, de druk op het rechtssysteem wordt groter. Ik zie wel een andere zinnige samenvoeging, dus een andere manier om “geen geld in stenen te stoppen”. Samen met Jan Watse werk je toch aan de kwaliteit? Alex Brennikmeijer ziet een taak voor de Raad voor de Rechtspraak, wil hier zelfs een Hoog College van Staat van maken vanwege dat doel. Maar ik zie het anders. In 2002 had deze raad niet opgericht moeten worden. Toen had het parket van de Hoge Raad een flinke transformatie moeten doormaken. Immers elke nieuwe organisatie geeft de andere organisaties de kans weg te duiken voor verantwoording. En dat gebeurd in de praktijk. Te veel valt tussen het wal en schip, tussen raad en parket. De grens tussen zuiver organisatorisch en licht juridisch bijsturen is immers niet altijd scherp. Gegeven mijn ervaringen, waar ik mee ga afsluiten, kom ik tot de conclusie dat het parket van de Hoge Raad vaker moet voorkomen. Ingrijpen in bestaande procedures door rechter iets in te fluisteren, dat is uit den boze, maar bewust falende rechters laten door klungelen is helemaal … het …
6
Emile Gemmeke
Lof der Zotheid (Moriae encomium, sive Stultitiae laus) Toen ik in juli 2012, dus drie jaar geleden, bij de deken in Arnhem kwam, met de melding dat een advocate stout was, toen was maatschappelijk maar één vraag van belang: Heeft Gemmeke gelijk, moet deze dame getucht worden? Dit is maatschappelijke vraag, geen individuele, dit is geen civielrecht! De oude wet was helder (voor mij) de nieuwe is het nog meer. Het is de voorzitter van de raad van discipline die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderzoek naar die vraag. Maar zo ging het niet. Ik ben nu drie jaar bezig met maar één procedureel punt: “Lieve juristen het is niet aan mij om dat te bewijzen, dat is aan jullie, staat ook nog in de wet ook.” Mag ik dat zotheid noemen? De sulligheid van de zitting die maandag plaatsvindt, die heb ik al genoemd. Hoe is het komende vrijdag, 4 september 13:00? Zotheid! Geen interesse in die een vraag: foute advocate. Neen, het resultaat van drie jaar getouwtrek met juristen die zich niet de wet laten voorlezen. Gewone tot op het bot grievende eigenwijsheid: “ikke doe wat ikke wil en dat mag ikke vanwege vele vast jurisprudentie”. Meer inhoud heb ik nooit gekregen …, wel een voorzitter van het Hof van Discipline die een ambtsdelict pleegde. Dit in navolging van de gang van zaken bij de raad. Het trio Tijn, Karian en Selinde kan ik hetzelfde verwijten. Opzet? Nee, zotheid. Zotheid is het om te denken dat mijn casus “toeval” is. Zotheid is het te hopen dat als mijn casus door de molen is, er rust komt. Zotheid is de gedachte dat je met dweilen het droog krijgt (tip: er is een kraan) Zotheid is elkaar aan te blijven starren: “wie doet er iets?” Zotheid is het dat ik vandaag niet gebeld ben. Kwaliteit had ingehouden dat iemand, ik vind Jan Watse, de telefoon had gepakt en de zotheid stopte. Was in het bedrijfsleven al honderd keer gebeurd. Zotheid is dat ik u allen maar uitnodig om bij de zitting aanwezig te zijn en na afloop een kop koffie met Bossche Bol aanbied … Zotheid is dat wanneer u vrijdag niet kunt … er een volgende “voorstelling” komt … Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (alleen digitaal verstuurd) 7