Niza jaarverslag 2010 1. Voorwoord Tegen alle verwachtingen in leek het erop dat, ondanks de wereldwijde economische crisis, de groei in Sub-Sahara Afrika zich in 2010 herstelde. Echter, de cijfers zijn misleidend en verhullen dat het werkelijke aantal mensen dat in armoede leeft juist is gestegen. Zonder sociale en economische transformatie - ondersteund door transparantie en het geven van rekenschap - is het niet waarschijnlijk dat deze economische groei duurzaam is. Vanuit dit perspectief hebben de meeste landen in Sub-Sahara Afrika nog steeds te kampen met hardnekkige uitdagingen: zwak bestuur, mensenrechtenschendingen (in het bijzonder ten aanzien van vrouwen) en de negatieve impact van klimaatverandering op de levensstandaard van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Ook in 2010 zette Niza haar samenwerking met partnerorganisaties en leefgemeenschappen voort om een aantal van de uitdagingen van armoede en ongelijkheid aan te pakken. Wij zijn ervan overtuigd dat lokale gemeenschappen het recht moeten hebben om te delen in de opbrengsten uit hun natuurlijke hulpbronnen en dat deze rechten dienen te worden beschermd. Dit jaarverslag toont aan dat door het versterken van de stem van het zuiden, zowel in Afrika als in Europa, het mogelijk is om bedrijven en overheden ter verantwoording te roepen voor hun dagelijks handelen en voor het maken van beleidskeuzes. Hoewel onze fondsen niet toereikend waren voor onze ambities zijn we dankbaar voor de aanhoudende steun van vele particuliere en institutionele donoren. Aan het eind van 2010 vernamen we dat Niza en haar Nederlandse partners in aanmerking kwamen voor een lange termijn subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken uit het zogeheten MSF-II stelsel. Deze financiële steun zorgt voor een solide basis voor ons werk tot eind 2015. Natuurlijk werken we niet alleen. Niza hecht aan samenwerken in allianties en netwerken om haar doelstellingen te bereiken. Een van Niza’s belangrijkste partnerships wordt gevormd door de nauwe samenwerking met ActionAid, een wereldwijde alliantie van meer dan vijftig lidorganisaties van voornamelijk het zuidelijk halfrond. Een paar maanden geleden was ik nog aanwezig bij een internationale strategiebijeenkomst van ActionAid in Johannesburg. Gedurende die week keken we als landendirecteur kritisch terug op onze prestaties en inspireerden we elkaar in het vinden van nieuwe benaderingen om armoede en onrechtvaardigheid te bestrijden. De keuze voor de voormalige hoofdstad van het apartheidregime herinnerden ons eraan dat veranderingen wel degelijk mogelijk zijn. Kijken we vooruit dan zien we dat de wereldeconomie waarschijnlijk nog een lange tijd instabiel blijft. Bezuinigingen op ontwikkelingshulp, evenals de wijdverspreide trend om het ontwikkelingsmodel te herdefiniëren zullen leiden tot een groot aantal veranderingen. In Nederland heeft de nieuwe regering onlangs besloten de bijdrage aan ontwikkelingshulp van 0,8% van het BNP te verlagen naar 0,7%. Bovendien kiest de regering er voor om het Nederlandse ontwikkelingsbeleid te baseren op het in 2010 verschenen rapport Minder Pretentie, meer Ambitie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Deze trend zal leiden tot een drastische korting op het ontwikkelingsbudget en brengt de focus terug naar thema’s waarop Nederland expertise heeft, zoals watermanagement en voedselzekerheid. Tenslotte zullen de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven en die van het buitenlandbeleid steeds meer worden geïncorporeerd in het bestaande ontwikkelingsbeleid. 1
Tegen de achtergrond van deze veranderingen ontwerpt Niza een nieuwe strategie voor de periode 2012 - 2017. De nieuwe strategie bouwt voort op ons werk om Afrikaanse gemeenschappen in staat te stellen hun rechten op te eisen voor een betere toegang tot (en beheer over) hun eigen natuurlijke hulpbronnen. We hopen deze doelstelling te realiseren door samen met onze partners regeringen en bedrijven aan te spreken op een eerlijk en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen. En tenslotte, maar misschien wel het belangrijkste, blijven we uw steun hard nodig hebben en is onze dank groot aan iedereen die Niza’s missie en werk in welke vorm dan ook heeft ondersteund. We kunnen u simpelweg niet genoeg bedanken! Ruud van den Hurk Directeur
2
2. Profiel Beknopt historisch overzicht Niza Niza is opgericht in 1997 door een krachtenbundeling van drie organisaties: de Anti-Apartheids Beweging Nederland, de Eduardo Mondlane Stichting en het Komitee Zuidelijk Afrika. Elk met een lange staat van dienst in de strijd tegen apartheid en in solidariteit met de bevolking van zuidelijk Afrika. Na de afschaffing van de apartheid verlegde Niza geleidelijk haar blik naar een rechtvaardiger verdeling van opbrengsten uit natuurlijke hulpbronnen in Sub-Sahara Afrika.
Onze missie Het steunen van lokale gemeenschappen, in het bijzonder van Afrikaanse vrouwen, in SubSahara Afrika in hun streven naar inspraak op het beheer van hun natuurlijke hulpbronnen. Zodat zij hun recht op een waardig bestaan kunnen veilig stellen.
Onze waarden Niza werkt op basis van de onderstaande waarden: • Wederzijds respect door de eigenwaarde van mensen en de waarde van diversiteit te erkennen; • Gelijkheid en rechtvaardigheid waarbij we uitgaan van gelijke kansen voor iedereen, ongeacht ras, leeftijd, geslacht, seksuele geaardheid, HIV-status, kleur, klasse, etniciteit, handicap, locatie of religie; • Eerlijkheid en transparantie verplicht ons tot het geven van rekenschap op de effectiviteit van onze acties op alle niveaus en leidt tot openheid in onze beslissingen en communicatie met anderen; • Solidariteit met de armen, de machtelozen en de gemarginaliseerden is de belangrijkste drijfveer voor onze inzet in de strijd tegen armoede; • De kracht in onze overtuiging zet ons aan creatief, radicaal, gedurfd en innovatief te zijn zonder angst te falen in onze wens de grootst mogelijke impact te hebben op de oorzaken van armoede; • Onafhankelijk van elke religieuze of politieke overtuiging; • Bescheiden in onze presentatie en gedrag, realiserend dat we deel uitmaken van een bredere alliantie tegen armoede.
Onze strategie Door middel van campagnes en beleidsbeïnvloeding wil Niza het beheer en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen in Afrika verbeteren zodat ook de Afrikaanse bevolking deelt in de opbrengsten ervan. Onze strategie heeft vier hoofddoelstellingen: • •
Een krachtige stem geven aan gemeenschappen in Sub-Sahara Afrika in hun streven naar meer inspraak op het beheer van natuurlijk rijkdommen. Steun geven aan het streven naar beschermende maatregelen in Sub-Sahara Afrika die lokale gemeenschappen moeten behoeden voor onrechtvaardig beheer van natuurlijke hulpbronnen. 3
•
•
Bewustmaking en beïnvloeding van politici, beleidsmakers en het bedrijfsleven in Europa om hun beleid en activiteiten te wijzigen waar dat een negatieve impact heeft op goed beheer van natuurlijke hulpbronnen in Afrika. Het publiek in Europa bewustmaken van ons consumentengedrag waar dit gedrag een negatieve impact heeft op goed beheer van natuurlijke hulpbronnen in Afrika.
Niza richt zich op de regio Sub-Sahara Afrika. Onder natuurlijke hulpbronnen wordt verstaan mineralen, land, bos en water.
Onze benadering Ongelijkheid en onrechtvaardige machtsverhoudingen vormen de oorzaak van armoede. Niza richt zich op het steunen van de armen en gemarginaliseerden in het claimen van hun basisrechten en in het claimen van hun recht om te delen in de opbrengsten uit natuurlijke hulpbronnen. We werken nauw samen met onze Afrikaanse partnerorganisaties om gemeenschappen en bewegingen sterker te maken en om gezamenlijk actie te voeren. Hierbij richten we ons op het beïnvloeden van het bestaande beleid en de praktijk. We streven er naar om beleidsmakers en het algemeen publiek te informeren en te beïnvloeden op zowel lokaal, nationaal en internationaal niveau.
Samenwerking Onze wens om toe te treden tot de wereldwijde federatie ActionAid verdient een speciale vermelding. In 2005 vonden de eerste verkennende gesprekken plaats met ActionAid International. Dit leidde tot een samenwerkingovereenkomst in oktober 2007. Beide organisaties zien grote voordelen in nauwer samenwerken. In juli 2012 zal Niza officieel affiliëren met ActionAid.
4
3. Activiteiten in 2010 3.1 Ons werk in Afrika: stem geven aan de gemeenschappen en hun
organisaties zodat zij delen in de opbrengsten uit natuurlijke hulpbronnen.
Vrouwen en landrechten Omschrijving In 2010 zette Niza haar activiteiten voort in het kader van het WOLAR-programma (Women’s Land Rights in Southern Africa). Het WOLAR-programma is gericht op het verbeteren van de landrechten van plattelandsvrouwen in Malawi, Mozambique, Zambia, Zimbabwe en ZuidAfrika. Het programma versterkt de positie van plattelandsvrouwen door hen voor te lichten over hun rechten, hen te helpen bij het opzetten van kleine coöperaties en hen bij te staan in juridische geschillen over landrechten. Deze manier van voorlichting moet plattelandsvrouwen meer toegang geven tot de essentiële agrarische diensten, zoals kredietverstrekking, trainingen en de aankoop van zaden en gereedschap. Niza werkt binnen het WOLAR-programma nauw samen met de lokale ActionAid kantoren en andere organisaties. Het programma wordt gefinancierd door het MDG3 Fonds van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en ging van start in 2009. Voortgang en resultaten Het WOLAR-programma genereert empowerment, solidariteit en mogelijkheden om het bestaan van plattelandsvrouwen te verbeteren. Bovendien dwingt het de traditionele leiders en de leefgemeenschappen de positie en de rechten van deze vrouwen serieus te nemen. Zodat meer plattelandsvrouwen in staat zijn om hun rechten op te eisen op lokaal, nationaal en regionaal niveau. In 2010 kwamen in Malawi een aantal plattelandsvrouwen in groepen bijeen in de zogenaamde ‘REFLECT Circles’. In deze wekelijkse bijeenkomsten leerden de vrouwen lezen en schrijven en tegelijkertijd kregen ze voorlichting over hun landrechten. In totaal werden 90 REFLECT Circles opgezet in vier districten. Zoals in het Dowa District, waar de onderlinge solidariteit en de toegenomen mondigheid van plattelandsvrouwen heeft geleid tot maandelijkse bijeenkomsten met hun traditionele leiders en de lokale autoriteiten. In deze bijeenkomsten brengen de vrouwen hun problemen naar voren en proberen zij via dans, zang en petities hun recht op land bespreekbaar te maken. Alleen al in Malawi hebben in totaal ruim 2250 vrouwen deelgenomen aan de REFLECT Circles. Nog steeds organiseren plattelandsvrouwen regelmatig bijeenkomsten in hun dorpen en vertellen zij over hun persoonlijke situatie om samen naar oplossingen te zoeken voor hun problemen rondom landrechten. Een aantal van deze groepen heeft zelfs een gezamenlijk fonds opgezet waaruit kredieten worden verstrekt ter verbetering van hun levensstandaard. Dankzij de REFLECT Circles hebben in Malawi 300 plattelandsvrouwen toegang gekregen tot land. Voorts ontving het project in september 2010 een eervolle vermelding in de UNESCO Confucius Price for Literacy.
5
Monitoren van gemeenschappen in mijnbouwgebieden Omschrijving Niza maakt deel uit van het netwerk International Alliance on Natural Resources in Africa (IANRA). Dit netwerk bestaat uit 24 organisaties uit 8 verschillende Afrikaanse landen. De lidorganisaties houden zich bezig met duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen in hun land. Het belangrijkste doel van IANRA is te proberen het mijnbouwbeleid te beïnvloeden in zowel Afrika als in Europa door gezamenlijk onderzoek uit te voeren, campagnes te voeren en lobbyactiviteiten op te zetten. Het Community Monitoring en Action Research Project is een gezamenlijk project van IANRA-leden uit Zambia, Malawi en Zuid-Afrika. Activisten krijgen training in het in kaart brengen van negatieve gevolgen van mijnbouw op hun dagelijks bestaan in hun gemeenschappen. Zo zijn de leefgemeenschappen in staat vroegtijdig de negatieve gevolgen van mijnbouw te signaleren in hun omgeving. Tevens leren de activisten hoe zij hun achterban kunnen mobiliseren in het claimen van hun rechten. Het project versterkt het gevoel van solidariteit tussen de drie landen in de regio. Voortgang en resultaten Als onderdeel van het project worden de activisten uit de leefgemeenschappen getraind als ‘waarnemers’. Ze leren blogs schrijven, videofilmpjes maken en interviews afnemen. Bovendien krijgen ze computertraining. In de tweede fase van de opleiding leren de waarnemers hoe ze gedegen actieonderzoek kunnen uitvoeren. In 2010 zijn 19 monitors opgeleid in Zambia, Malawi en Zuid-Afrika. Niet alleen de nieuwe schrijfvaardigheden en de computervaardigheden hebben de waarnemers gesterkt in hun competenties, ook het publiceren van hun onderzoeksresultaten heeft bijgedragen aan een positiever zelfbeeld en meer zelfvertrouwen. Aan het eind van 2010 rapporteerden 10 live blogs over 11 waarnemingsactiviteiten uit de regio.
Mobilisatie van mijnbouwgemeenschappen Omschrijving In 2008 kondigde het Franse mijnbouwbedrijf Areva aan om een uraniummijn in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) te openen. Als een van de armste landen in Afrika heeft de CAR geen eerdere ervaring met de winning van uranium, laat staan met het omgaan met multinationale bedrijven zoals Areva. Het land heeft nauwelijks wetten om de mijnbouw te reguleren en de leefgemeenschappen rond de geplande locatie ontberen informatie over de gevaren van straling en van milieuvervuiling die uraniummijnbouw tot gevolg kan hebben. Samen met maatschappelijke organisaties ontwikkelde Niza een programma om de gevaren van uraniummijnbouw voor de omwonenden in kaart te brengen en hen te helpen in hun lobby richting de overheid. Voortgang en resultaten In 2010 organiseerde Niza een workshop over sociale- en milieueffectrapportages. Volgens de wet moet Areva deze rapportages laten uitvoeren en vervolgens voorleggen aan lokale maatschappelijke organisaties. Echter, de maatschappelijke organisaties in de CAR hebben niet de kennis of de mankracht om zulke effectrapportages goed te kunnen beoordelen. De workshop werd bijgewoond door tien organisaties en werd gewaardeerd als een goede leerervaring. 6
Niza is er in geslaagd een ontmoeting tussen Areva en de lokale maatschappelijke organisaties op te zetten. De bijeenkomst leidde tot een betere relatie tussen het bedrijf en het maatschappelijk middenveld. Areva’s plaatselijke bestuurvoorzitter erkende het belang van het gemeenschappelijke overleg en beloofde de communicatie omtrent geplande activiteiten te verbeteren. In Nederland geldt Niza inmiddels als kennishouder op het gebied van uraniummijnbouw in Afrika. Dit resulteerde in een nauwere samenwerking met verschillende internationale NGO' s (vooral Nederlandse en Belgische), die werkzaam zijn op dat terrein, zoals SOMO, WISE, IPIS, en Greenpeace. Dankzij Niza’s lobbyactiviteiten zijn Nederlandse en Europese beleidsmakers zich meer bewust van de negatieve impact van uraniummijnbouw op de lokale leefgemeenschappen in Afrika.
3.2 Ons werk in Afrika: ontwikkelen van een effectieve regelgeving voor beter beheer van natuurlijke hulpbronnen. Advocacy voor landrechten voor vrouwen Omschrijving Een van de sterke punten van het WOLAR-programma (Land Rights in Southern Africa) is het regionale karakter. Als onderdeel van Niza’s primaire doelstelling de landrechten van plattelandsvrouwen te verbeteren, probeert het WOLAR-programma een link te leggen tussen het versterken van de positie van plattelandsvrouwen en het mobiliseren van nationale en regionale politieke steun hiervoor. Niza heeft in het afgelopen jaar een belangrijke faciliterende rol gespeeld in het bijeenbrengen van Afrikaanse maatschappelijke organisaties die opkomen voor landrechten van vrouwen. Niza heeft het voortouw genomen in het ontwikkelen van een gezamenlijk front, gericht op het beïnvloeden van het bestaande beleid op zowel regionaal als op internationaal niveau. Niza ziet dit als een belangrijke basis voor haar werk in de aankomende jaren. Voortgang en resultaten Een goed voorbeeld van dit gezamenlijk front zijn de publiekscampagnes die in 2010 tegelijkertijd zijn gevoerd in Malawi, Zambia en Zimbabwe. Maar ook de provinciale bijeenkomsten in Zuid-Afrika waarbij de rol van plattelandsvrouwen en kleine boeren in de lokale voedselproductie centraal stond. Deze activiteiten stellen plattelandsvrouwen in staat om op nationaal niveau en regionaal niveau publiekelijk op te komen voor gelijke rechten op het bezitten van land. In 2010 was Niza getuige van een nieuw fenomeen in Afrikaanse landen, de zogeheten landgrabs. Landgrabs zijn transacties waarbij grote stukken landbouwgrond worden opgekocht of geleased tegen bodemprijzen door buitenlandse overheden, investeerders of (inter)nationale bedrijven. In Afrikaanse landen vormen deze landgrabs een serieuze bedreiging voor de voedselzekerheid van plattelandsvrouwen. Zij zijn voor hun bestaan afhankelijk van dit land, maar hun eigendomsrecht is niet of onvoldoende vastgelegd. Het WOLAR-programma bracht deze groep vrouwen toegang tot relevante internationale organisaties, zoals de FAO. Binnen deze instituties kunnen ze hun grieven kenbaar maken en erop aandringen om landrechten van plattelandsvrouwen te erkennen en te beschermen in het internationale beleid. 7
Solidariteit voor een eerlijk belastingsysteem Omschrijving Helaas zorgen belastingafspraken in Zambia tussen grote mijnbouwbedrijven en de overheid nauwelijks voor een rechtvaardige verdeling van de opbrengsten uit grondstoffenwinning. Niza’s partners in Zambia zetten zich in voor het verbeteren van de belastingwetgeving in hun land. In 2010 organiseerde het netwerk International Alliance on Natural Resources in Africa (IANRA) haar eerste regionale solidariteitsbijeenkomst om vanuit een regionaal perspectief beleid te beïnvloeden voor het verbeteren van het belastingsysteem in Zambia. Voortgang en resultaten Tijdens deze solidariteitsmeeting kwamen maatschappelijke organisaties en getroffen gemeenschappen uit 8 verschillende Afrikaanse landen bijeen. Samen met internationale partners wisselden zij informatie en ervaringen uit. De solidariteitsbijeenkomst heeft ertoe geleid dat de aanwezige IANRA-leden meer kennis kregen over het onderwerp en dat ze beter in staat zijn om het bestaande belastingbeleid te beïnvloeden. Bovendien resulteerde de bijeenkomst in het opstellen van een gezamenlijk schriftelijke verklaring, de Lusaka Verklaring voor Mijnbouwbelasting. Hierin vragen de IANRA-leden de Zambiaanse overheid een eerlijker en socialer belastingstelsel in te voeren dat meer inkomsten genereert uit mijnbouwactiviteiten. Deze verklaring leidde vervolgens tot een dialoog tussen de overheid en het maatschappelijk middenveld en staat inmiddels model voor het opstellen van beleidsstukken in de andere IANRA-landen.
Bescherming door een regionaal beleidskader Omschrijving Een van de belangrijkste doelen van Niza en haar partners is het ontwikkelen van een wettelijk kader in Afrika dat de rechten van lokale bevolkingsgroepen beschermt wanneer multinationale bedrijven die dreigen te schenden. In 2008 heeft de Afrikaanse Unie met de lancering van de African Mining Vision een belangrijke stap gezet om ervoor te zorgen dat de Afrikaanse bodemschatten een zinvolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het continent. Dit pan-Afrikaanse beleidskader ziet natuurlijke hulpbronnen, vooral olie en mineralen, als sleutel tot ontwikkeling van de Afrikaanse economie. Voortgang en resultaten Echter, onderbelicht in de African Mining Vision blijft maatschappelijk verantwoord ondernemen door mijnbouwbedrijven. Daarom werd Niza’s door de Economische Commissie voor Afrika van de Verenigde Naties uitgenodigd om met suggesties te komen om deze verantwoordelijkheid van bedrijven te integreren in de African Mining Vision. Niza baseerde haar advies op de UN Guidelines for Business and Human Rights die door prof. John Ruggie in zijn rapport ‘Protect, Respect and Remedy’ worden geformuleerd. Dit rapport wordt steeds meer gezien als het belangrijkste referentiekader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen van multinationale ondernemingen. In Nederland werd Niza door de Partij van de Arbeid (PvdA) benaderd voor de toepassing van dit beleidskader op de grondstoffenproblematiek in Afrika.
8
3.3 Ons werk In Europa: bewustwording en beïnvloeding van beleidsmakers zodat de armen en gemarginaliseerden delen in de opbrengsten. De impact van biobrandstoffen Omschrijving Nog maar een paar jaar geleden werden biobrandstoffen door velen gezien als een innovatieve, milieuvriendelijke en relatief eenvoudige stap om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan en tegelijkertijd de afhankelijkheid van olie te verminderen. Het klonk als de perfecte oplossing. Niet alleen zou deze nieuwe ' groene' brandstof de ' vuile'fossiele brandstoffen vervangen, het zou ook helpen bij het oplossen van de energie- en klimaatcrises. Sindsdien is de discussie over biobrandstoffen drastisch veranderd. Biobrandstoffen worden niet langer gezien als het antwoord op klimaatverandering. Bepaalde gewassen waaruit biobrandstoffen worden geproduceerd blijken de uitstoot van broeikasgassen juist te verergeren. Bovendien hebben biobrandstoffen in een aantal Afrikaanse landen de voedselzekerheid aangetast. Grote landbouwbedrijven hebben grote lappen land gekocht – land waarop de lokale bevolking voedselgewassen verbouwt, brandhout verzamelt of hun dieren laat grazen –voor de productie van biobrandstoffen. Voortgang en resultaten In nauwe samenwerking met ActionAid, lanceerde Niza in februari 2010 het ‘Meals per Gallon’ rapport over de impact van biobrandstoffen op lokale gemeenschappen in Afrika. Niza droeg aan dat rapport bij met een casestudie in Tanzania. Het rapport riep de Europese regeringen op meer prioriteit te geven aan zon- en windenergie om aan de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie te voldoen. Deze energierichtlijn stelt dat in 2020 10 procent van alle benzine en diesel in de transportsector uit hernieuwbare energiebronnen moet komen. De lancering van het ‘Meals per Gallon’ rapport leidde tot artikelen in drie grote Nederlandse kranten (Metro, Financieel Dagblad en NRC Next), enkele regionale kranten (Brabants Dagblad) en op een aantal websites. Ongeveer 30.000 mensen in heel Europa reageerden op Niza’s oproep om tot actie te komen. Niza sprak ook met Nederlandse parlementariërs om de negatieve impact van biobrandstoffen hoger op de agenda te krijgen. In juni 2010 besloot de Nederlandse regering tot een beperkte groei van het gebruik van biobrandstoffen in de transportsector. Daarnaast stimuleert zij de ontwikkeling van technieken om biobrandstoffen uit afval en restproducten te halen – de zogenaamde tweede generatie biobrandstoffen - in plaats uit voedselgewassen.
Belastingontwijking Omschrijving Scholen, ziekenhuizen en de aanleg van wegen worden uit belastinggeld gefinancierd. Ontwikkelingslanden hebben meer belastinginkomsten nodig om dit soort elementaire diensten te kunnen leveren. En om minder afhankelijk te worden van ontwikkelingshulp. Helaas maken veel multinationale bedrijven creatief gebruik van het internationale belastingsysteem om geen belastingen in ontwikkelingslanden te hoeven te betalen. Er is geen wet die bedrijven verbiedt om hun winst naar zogenaamde belastingparadijzen te sluizen. Sterker nog, het wordt zelfs aanvaard als een normale manier van zaken 9
doen. Echter, het gevolg is dat Afrikaanse landen grote sommen belastinginkomsten mislopen die zelfs vele malen hoger zijn dan wat zij aan hulp ontvangen. Voortgang en resultaten In november 2010 publiceerde Niza in samenwerking met ActionAid het rapport ‘Calling Time: Why SABMiller should stop dodging taxes in Africa’. Het rapport richt zich op belastingontwijking door SABMiller, de op een na grootste bierbrouwer ter wereld en moedermaatschappij van Grolsch. Veel Afrikaanse merken van SABMiller zijn niet geregistreerd in het land waar de productie en consumptie plaats vindt, maar in Nederland. Door royalty' s aan het Nederlandse kantoor voor het gebruik van deze merken drukken de winsten in Afrika laag waardoor ze minder winstbelasting hoeven te betalen. Gunstige fiscale regels in Nederland houden bovendien de belasting over royalties laag. Kortom, een fiscale hocus pocus die SABMiller rijk maakt en Afrikaanse landen arm houdt. De publicatie van dit rapport resulteerde in een artikel in de Volkskrant. Als gevolg van dit artikel werden vragen gesteld in de Tweede Kamer en in het Europees Parlement. In december 2010 nam de Tweede Kamer een motie aan die de regering aanspoort tot maatregelen op nationaal en/of internationaal niveau om dit soort praktijken tegen te gaan.
Mijnbouw en rechten; de kwestie Zimbabwe Omschrijving Vanwege de voortgaande repressie en mensenrechtenschendingen blijft het nodig om Zimbabwe intensief te volgen en onder de aandacht te houden. President Mugabe en een kleine groep politie- en legerofficieren hebben nieuwe manieren gevonden om hun onderdrukking te financieren. Bijvoorbeeld met de illegale verkoop van ruwe diamanten uit het Marange district in het oosten van Zimbabwe. Militaire controle over deze diamantvelden heeft geleid tot grove mensenrechtenschendingen en tot het verdrijven van hele leefgemeenschappen van hun land. Niza beschouwt de diamantkwestie als een extreem voorbeeld van wanbeheer en plundering van Zimbabwe’s natuurlijke rijkdommen ten koste van de eigen bevolking. Voortgang en resultaten Gedurende 2010, droeg Niza bij aan het stroomlijnen van werkzaamheden van maatschappelijke organisaties en aan het uitwisselen van informatie binnen Nederland en Europa. Niza gaf ook steun aan lokale organisaties in Zimbabwe in hun strijd voor hervormingen en transparantie in de diamantsector. Een urgente situatie ontstond toen in mei 2010 de Zimbabwaanse organisatie Centre for Research and Development (CRD) onder vuur kwam te liggen van het regime. Het kantoor werd overvallen en medewerkers werden opgepakt en gemarteld. De CRD-directeur vreesde voor zijn leven en dook onder. Niza hielp bij het coördineren en het mobiliseren van internationale druk om het leven van deze man veilig te stellen. Uiteindelijk leidde deze mobilisering mede tot diens vrijlating. In het afgelopen jaar heeft Niza de mensenrechtenschendingen en de verkwanseling van Zimbabwe’s natuurlijke rijkdommen op de Nederlandse en Europese politieke agenda gehouden. Niza’s contacten leidden onder meer tot een motie van het Europees Parlement en een brief van de Commissaris voor Buitenlandse Zaken over de vervolging van de CRD directeur. 10
3.4 Ons werk in Europa: het informeren en mobiliseren van het Nederlands publiek om aan te zetten tot verandering Bewustwording creëren Omschrijving Een van de doelen van Niza is om het publiek in Europa - en Nederland in het bijzonder bewust te maken van de mensenrechtenschendingen rondom de winning van natuurlijke hulpbronnen. Door een kritische massa te mobiliseren hopen we consumentengedrag en het politieke beleid te beïnvloeden. Voortgang en resultaten In 2010 werd Niza’s werk 11 keer vermeld in de nationale media. Verschillende kwaliteitskranten schreven over het rapport ‘Meals per Gallon’. Daarnaast plaatste de Volkskrant een groot artikel over Mazoe Gwonde, afgevaardigde van onze REFLECT Circles in Malawi. Enkele maanden later verscheen Niza opnieuw in de Volkskrant met een artikel over belastingontwijking van biergigant SABMiller. Tenslotte werd Niza in 2010 door het actualiteitenprogramma VARA Uigesproken! geïnterviewd over de rol van conflictmineralen in de Congolese burgeroorlog. In 2010 verdiepte Niza de relatie met haar achterban door nieuwe initiatieven te ontwikkelen en onze supporters nauwer te betrekken bij lokale gemeenschappen in Afrika. Zo werd Sisters – opgezet in 2009 – verder uitgewerkt om de solidariteit met Afrikaanse boerinnen te versterken en werd Steun een Activist opgezet dat het werk van activisten in Sub-Sahara Afrika onder de aandacht brengt bij het Nederlands publiek.
Innovatieve projecten: FairPhone Omschrijving Vandaag de dag kun je in Nederland kiezen voor groene stroom, eerlijke koffie en fairtrade chocola. Na jaren van campagne voeren zijn steeds meer mensen zich ervan bewust dat het kopen van bepaalde producten mensenrechtenschendingen in stand kan houden. Toch weten mensen nog maar weinig het verhaal achter hun veel gebruikte elektronische apparaten, zoals een mobiele telefoon of laptop. Belangrijke grondstoffen als kobalt, coltan en koper worden gewonnen in de Democratische Republiek Congo. De winning van deze grondstoffen gaat vaak ten koste van mens en milieu. In 2010 startte Niza daarom FairPhone: een campagne die tot doel heeft jonge mensen in Nederland te informeren en hen uit te dagen een eerlijk alternatief te creëren voor de bestaande mobiele telefoon. Voortgang en resultaten Iedereen kan bijdragen aan het bouwen van de FairPhone door bijvoorbeeld lid te worden van de FairPhone gemeenschap of deel te nemen aan de drie uitdagingen: een reisuitdaging, een ontwerpuitdaging en een campagne-uitdaging. De online-campagne trok in het laatste kwartaal van 2010 ongeveer 19.000 bezoekers naar de website. Nog eens 333 mensen werden lid van de FairPhone gemeenschap en 161 vrienden meldden zich aan op Facebook. Tevens werd herhaaldelijk naar FairPhone verwezen op de websites van 30 andere organisaties die zich richten op duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen. FairPhone is een nieuwe vorm van campagne voeren daar het daadwerkelijk wil bijdragen 11
aan een alternatief product voor consumenten in Nederland. FairPhone wil een voorbeeld zijn voor GSM- en andere elektronicabedrijven. Aan het eind van 2010 vonden gesprekken plaats met bedrijven als KPN en Rabo Mobiel om nieuwe vormen van samenwerking te verkennen.
12
4. Verslag van het bestuur 4.1. Verantwoordingsverklaring Niza onderschrijft de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (Code Wijffels) en organiseert haar werkzaamheden volgens de richtlijnen hiervan. Controle op de naleving ligt in handen van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). In de Verantwoordingsverklaring beschrijft de organisatie op welke wijze de belangrijkste richtlijnen voor goed bestuur in praktijk worden gebracht: • De functies toezicht houden en besturen/uitvoeren zijn gescheiden • Een optimale aanwending van de middelen wordt nagestreefd • Optimale relaties met belanghebbenden wordt nagestreefd.
Scheiding van toezicht houden en besturen Het bestuur, het hoogste orgaan binnen Niza, is verantwoordelijk voor het algemeen toezicht en bepaalt van het overkoepelend strategisch beleid van de organisatie. De dagelijkse beleidsvoering en de implementatie van de plannen vallen onder de bevoegdheid van de directeur. Hij wordt in deze taken ondersteund door het managementteam en legt verantwoording af aan het bestuur. De verschillende verantwoordelijkheden van het bestuur en de directeur zijn respectievelijk in het bestuursstatuut en het directiestatuut vastgelegd. Op deze manier garandeert Niza een strikte scheiding tussen enerzijds de controlerende en anderzijds de beleidsuitvoerende organen binnen de organisatie. Het bestuur selecteert, benoemt en evalueert de directeur. Bovendien evalueert het bestuur jaarlijks haar eigen bestuurlijk functioneren en streeft naar een voortdurende verbetering hiervan. De resultaten van deze evaluatie worden in een bestuursvergadering besproken en vormen de basis voor een verbeteringsplan. Dit plan wordt in de daaropvolgende maanden daadwerkelijk uitgevoerd. Een en ander is ook vastgelegd in een uitvoerige Governance Manual.
Verzekeren van een optimale aanwending van middelen Voor Niza is het optimaliseren van de beschikbare middelen een prioriteit. De interne processen en procedures worden beschreven in een allesomvattende en regelmatig bijgehouden Quality Manual. Protocollen van planning, monitoring en lerend vermogen worden nageleefd. Het bestuur accordeert de lange termijn financiële en strategische beleidsplannen, de jaarlijkse actieplannen en de daaraan gekoppelde budgetten. Dit geldt ook voor de risicoanalyses die overigens halverwege het lopende jaar opnieuw tegen het licht worden gehouden. Maandelijks worden feitelijke en gebudgetteerde uitgaven door het managementteam in beeld gebracht en per kwartaal voorgelegd aan het bestuur. De keyindicatoren en financiële indicatoren worden eveneens per kwartaal besproken en vergeleken met de doelstellingen. Evaluaties van interne processen die uitgevoerd worden door externe partijen – de jaarlijkse audit, interim audit en een driejaarlijkse review door het CBF – zijn voor het bestuur een belangrijke bron van bijkomende informatie. Audits en reviews door partners dragen eveneens belangrijke suggesties aan voor verbetering. Zo onderging Niza in 2010 een zeer grondige audit als onderdeel van de aansluitingsprocedure bij ActionAid International. 13
Optimaliseren van stakeholder relaties Niza streeft ernaar voeling te houden met de belangen van haar relevante betrokkenen. Primaire betrokkenen zijn haar partners, haar supporters, institutionele donoren en het algemene publiek. Met deze groepen wordt actieve interactie nagestreefd. Supporters krijgen minimaal zes maal per jaar e-mailnieuwsbrieven. Bovendien worden zij aangemoedigd hun opinie te geven al dan niet over specifieke issues. Informatie wordt ook uitgezet door middel van persberichten, TV- en radio-interviews. Interactie met Afrikaanse partners is van wezenlijk belang voor de kwaliteit van Niza’s werk en vormt de basis van Niza’s interventies in het noorden. Kernwaarden ten grondslag aan deze relaties zijn: wederzijds rekenschap geven, lerende instelling, solidariteit en transparantie. In de praktijk vindt interactie met partners plaats door wederzijdse bezoeken en het plannen en uitvoeren van gezamenlijke initiatieven. Niza’s Open Information Policy verzekert maximale transparantie door op pro-actieve wijze stakeholders, met name het algemene publiek, middels de website te informeren over beleid. Het team Marketing and Communications houdt toezicht op Niza’s klachtenprocedure en register. Deze procedure garandeert een responsetijd van het management binnen twee weken.
4.2. Governance en organisatie Voor het grootste deel van 2010 bestond het bestuur uit zeven leden. Het bestuur kiest en benoemt de eigen leden uitgaand van opgestelde profielen. Deze profielen garanderen relevante kennis en ervaring binnen het totale bestuur.
Bestuursleden Naam
Rol
1
L. Hegger B. de Gaay Fortman
Voorzitter 2 Vice-voorzitter
N.J.J. van der Linden V.K. Sykora R.C.W. Miller H. McEachern N. Özütok
Secretaris Penningmeester lid lid4 lid5
lid sinds
15 apr 2009 29 aar 2006
14 jan 2008 13 nov 2008 20 mar 2008 28 jan 2009 15 apr 2009
Professionele achtergrond
Directeur, Grayling Netherlands Professor in Political Economy of Human Rights, Utrecht 3 Universiteit Directeur HR, Amarantis Education Directeur Internationale Projecten, Haven van Amsterdam Executive Director, ActionAid UK International Fundraising Director, ActionAid International Project Manager, Arbeidsmarkt en Jeugdwerkeloosheid, Gemeente Amsterdam
1
Voorzitter sinds 15 maart 2010 Voorzitter tot 15 maart 2010 3 Relevante informatie: ook voorzitter van EqualinRights 4 Tot 29 nov 2010 5 Tot 29 nov 2010 2
Jaarlijks vindt een evaluatie van het bestuur plaats. De effectiviteit van het bestuur wordt beschouwd en waar nodig worden verbeterpunten vastgesteld. Dit staat allemaal beschreven in de eerder genoemde Governance Manual. Het bestuur vergadert minimaal vier maal per jaar – meer bijeenkomsten kunnen worden belegd indien dat noodzakelijk wordt geacht. Leden ontvangen uitsluitend een vergoeding voor onkosten die het uitvoeren van de functie met zich mee brengt. Jaarlijks tekenen de leden een Conflict of Interest Statement. De maximale bestuurstermijn beslaat drie jaar met de mogelijkheid van eenmalige herbenoeming voor dezelfde termijn. 14
De vergaande samenwerking met ActionAid heeft er een paar jaar geleden toe geleid dat een vertegenwoordiger van ActionAid zitting heeft in het Niza bestuur. De voorzitter van Niza heeft op haar beurt een stem in de Algemene Vergadering van ActionAid International. Aan het eind van 2010 had Niza een totaal van 16 personeelsleden, wat neerkomt op 14 FTE. De organisatie heeft vier afdelingen: Policy and Campaigns, Programme and Partnership Development, Marketing and Communications en Finance. Niza promoot diversiteit en gendergelijkheid in de organisatie en heeft daartoe beleid geformuleerd. Aan het einde van 2010 was 65% van het personeel en 40% van het managementteam vrouw.
#
%
'!
!
"
#
!
$
!
&
!
'
!
%
&
(
$
"
4.3 Financiële toelichting De 2010 jaarrekening van Niza is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen (aangepast 2011). Op 8 april 2011 keurde het Bestuur de jaarrekening goed na een accountantscontrole door Dubois en Co. Het verslag van de accountant is in dit jaarverslag opgenomen.
De baten • Eigen fondsenwerving Niza realiseerde in 2010 €516.972 aan baten uit fondsenwerving. Dat is minder dan begroot door tegenvallende resultaten van deur-tot-deur fondsenwerving. Het betrokken wervingsbureau bleek niet in staat voldoende wervers te mobiliseren. Voorts werd een geplande ActionAid bijdrage van €83.000 doorverschoven naar 2011. 15
• Acties van derden Bijna €422.000 is ontvangen uit acties van derden. Dit was minder dan voorzien, mede doordat een deel van de geraamde ActionAid bijdrage al in 2009 was ontvangen. • Subsidies van overheden Het MDG3 fonds van het ministerie van Buitenlandse zaken droeg €1.110.779 bij aan Niza’s ‘Women and Land Rights’ programma (WOLAR). En deel van deze subsidie is in overleg met het ministerie doorgeschoven naar 2011. PSO continueerde haar steun aan het IANRAprogramma (International Alliance on Natural Resources in Africa) met €768.638. Bovendien kon Niza PSO-fondsen uit 2009 besteden in 2010. Het EU- Angola verkiezingsprogramma stond nog wel gebudgetteerd maar werd in zijn geheel afgerond in 2009. De NCDO steunde in 2010 het FairPhone project voor een bedrag van €55.563. Het project loopt door in 2011. • Baten uit beleggingen Niza heeft zijn participaties in het ASN Aandelenfonds gedurende 2010 behouden en sloot het jaar af met een toegenomen waarde van de participaties van €42.718 ultimo 2010. In 2010 verkreeg Niza €7.409 euro aan rente en €3.587 aan dividend. Een groot deel van deze rente werd toegewezen aan projecten. • Overige baten Het bedrag €13.484 is het saldo van positieve en negatieve verrekeningen vanuit het verleden.
De lasten • Toerekeninggrondslagen In de tabel ‘Toelichting lastenverdeling’ op pagina 21 is te zien hoe de kostencategorieën zijn verdeeld over de doelstellingen, de kosten van fondsenwerving en beheer en administratie. Een aantal opmerkingen bij de tabel: Subsidies en bijdragen zijn aan derden verstrekte subsidies. De eigen activiteiten van Niza betreffen activiteiten door Niza zelf geïnitieerd en uitgevoerd zoals campagnes, communicatie en voorlichting en fondsenwerving. Kosten Beheer en Administratie zijn volgens de VFI richtlijn ‘Aanbeveling toepassing Richtlijn 650 voor kosten Beheer en Administratie’ van januari 2008 bepaald. De uitvoeringskosten worden naar rato van het totaal aantal FTE verdeeld over de bestemmingen. • Besteed aan doelstellingen In 2010 heeft Niza €2.602.092, oftewel 88,23% van het totaal aan baten besteed aan de doelstellingen: Campagnes, Communicatie en Programma’s in Zuidelijk Afrika. Dit cijfer is 86,13% van de totale uitgaven. • Kosten werving baten Kosten eigen fondsenwerving kwamen uit op €128.490, bijna €42.000 lager dan begroot vanwege de beperkte deur-tot-deur fondsenwerving. Niza bleef hiermee binnen de CBFnorm van 25%. Niza’s gemiddelde over drie jaar bedraagt 23,01%. Acquisitie van overheidssubsidies vergde een grotere personeelsinspanning dan was voorzien. •
Kosten Beheer en Administratie 16
Met 6,57% waren de kosten Beheer en Administratie behoorlijk lager dan Niza’s eigen norm van maximaal 10% van de totale kosten.
Resultaat Het bedrag van €71.932 komt ten laste van de continuïteitsreserve. Daarmee neemt de continuïteitsreserve eind 2010 af tot €345.711. Niza’s beleid ten aanzien van de reserves van de organisatie volgt de richtlijn van de Vereniging van Fondswervende instellingen (VFI), waarvan Niza lid is en die in het verleden is vastgesteld; de Richtlijn Reserves Goede Doelen. Het Centraal Bureau Fondsenwering (CBF), waarbij Niza is aangesloten, heeft deze richtlijn overgenomen.
Overige informatie In 2010 bedroeg de bezoldiging van de directeur €96.595, inclusief werkgeverslasten en pensioenbijdragen. Dit is ruim binnen de VFI-limiet van €140.006 zoals door de VFI is gepubliceerd in februari 2011. Er zijn geen leningen, voorschotten en garanties verstrekt aan bestuurders noch aan de directie. Alle bestuurders zijn onbetaalde vrijwilligers.
Toekomstige ontwikkelingen Twee ontwikkelingen zullen Niza in belangrijke mate beïnvloeden. Ten eerste zal de verdergaande integratie met ActionAid de invloed en reikwijdte van Niza’s programma’s doen toenemen. Als onderdeel van een wereldwijde, professionele organisatie zal de kennis en ervaring op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, organisatie en governance toenemen. Dit stelt Niza in staat haar diensten aan haar belanghebbenden te verbeteren. Ten tweede is Niza, van 2011 tot 2016, verbonden aan programma ‘Fair, Green and Global’ welke gefinancierd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De samenwerking met vijf organisaties in deze alliantie zal toegevoegde waarde brengen. Om de afhankelijkheid van institutionele fondsen te verminderen moet Niza haar eigen fondsenwering een impuls geven. Dit zal geen gemakkelijke opgave zijn gezien de staat van de Nederlandse economie en de huidige competitie bij het zoeken naar nieuwe donateurs. Met behulp van ActionAid zal Niza nieuwe fondsenwerving proposities en methoden uitproberen, daarbij zowel gebruik makend van de meer traditionele methoden als nieuwe mogelijkheden op het gebied van sociale media. Tenslotte zal Niza in 2011 een nieuwe strategie ontwikkelen voor de periode 2012 – 2017. Deze nieuwe strategie zal voortborduren op de sterke punten van het verleden en geworteld zijn in lokale en nationale programma’s. De nieuwe strategie zal ontwikkeld worden in samenspraak met de partners en andere belanghebbenden en zal volop gebruik maken van connecties die in het verleden zijn opgebouwd. Niza verwacht begin 2012 haar naam te veranderen om de sterke band met ActionAid tot uiting te brengen. Dat neemt niet weg dat Niza een bestuurlijk autonome organisatie binnen de federatie zal blijven.
17
Jaarrekening 2010 – samengevatte versie
!#"$!%'&(!)* ,
!#"$!%'&(!)***+ ,
,
,
-/. 0 1
243(5 6!798 :!; 6<=3#>5 6?3#@A598 <(3 KI J J 6*@A5 6!L O/P!7 Q*6!798 L(R*6L U#8 V!W#8 Q*6YX'8 Q*Q*6!; 6!L
BC(D EFC *F G*MD CAEG FB#SD TKB#M H*G*MD EH*M
.Z([ \*\!]
CG*HD C$BC EM#ND F*M#F F*S#HD EG#N C#D F*G#SD C*CAS
C#D T!H*SD H*H*G
C#D N*F*FD SB#H
#^ _#_*`^ *#
^ =ab#^ `(a+
K/ 0 1 cd#e=d#fhgid#e4d#jlk m#jn(e=d#j 7 6#>=6!7 <(6(> o @$P!L598 L*Wp 5 6!8 5 >#7 6(>=6!7 <(6
F(T!MD BC*C
TbCBKD S(TF F(T!MD BC*C
TbC$BKD S(T!F
qbrsKt$u n*d#j U=3!L(R; P!v(6L(Q*6>$@(w*W*; Q*6!L!x yP!7 59; Pv(6!L(Q#6'>$@(w*W#; Q*6L o <(P*P!7zW*8 5 P!L$5 <=3!L(R#6!L4>#W*{$>#8 Q8 6*R*6; Q*6L o v*7 P| 6*@A5 <(6!79v#; 8 @=w$598 L(R*6!L'}AP!7 5 o 5 6Y{=6(5 3!; 6!L?{=6*Q!7 3*R#6!L
.Z([ \*\!]
E*FD T!FC
THD M*F(E
S*F*ND S*GB F*F*GD H*H*N ECHD TKB#F
B CAND M*G#H S*M#GD TE#E EG#MD B=T#T C#D ECAED T!G*G
C#D S#E#TD EG*S
#^ _#_*`^ *#
^ =ab#^ `(a+
18
b.K .~1 . /b. !)9A] ,
*
!) Z([9 =
,
!)9A!] z **+ ,
. o {(3(5 6L?W*8 5!6!8 R*6!LJ P!L(Q(>6!7 <*8 L(RKx o {(3(5 6L?W*8 5!3#@A598 6(><=3!LQ#6!7 Q*6L o >#W*{$>#8 Q!8 6(><=3!LP=<(6!79w=6*Q*6L o {(3(5 6L?W*8 5{(6; 6*R#R!8 L(R#6!L o P(<(6!7z8 R*6l{(3(5 6!L .Z([ \*\!]&(\([
M CSD NB(E TEC#D H*N*M C#D N*FBKD EM(T M*NKD BCG CFKD T!H(T ^ +=a!+^ A_
S*M#SD CF#M B(E*GD E#T*E ED E!B(HD F*F#H F#SD H*G#G FD G#G*G ^ *+(a^ __
S#EC#D NCN H*H*HD N*M*S ED F(T!SD M*SC S*MKD TbCG M(TD EN#E ^ +**K^ #`
^ ##^ *+(
M*N*BKD M*S#H F(THD SCAF ED EHC#D B#S#F ^ *!!^ +(a*a
*N M*SD H*H*G EN*HD MBC ED G*M(TD C*CH ^ #*+^ _*#+
#^ ##`
C$B(GD CM*B E*MD EF#N M#MD M*N(E _*K^ +*`*`
CT!SD E#T!M E#TD CH*M T!SKD T!MB ^ `*`*
A+*`^ ab
+*K^ #
A+(a^ #=a
^ (#^ #a!
^ #_K^ _*_*`
^ =#^ +#
##*] [ \*\([
K#^ +*(
`K^ +*_
*_*_^ +(a`
.Z*((Z#*
! (
( $[ [9) $$ (
?\#\!! o @$P!L598 L*Wp 5 6!8 5 >#7 6(>=6!7 <(6
o BC#D N*F#E
CAHD N*M*B
EM*MD N(T!H
o BC#D N*F#E
CAHD N*M*B
EM*MD N(T!H
/b. #[ *#?\*\*Z*] [ !] ] (
*! o 3!X'v(3*R!L(6!=3*Q=<(P#@$3*@PL(Q#6!7 (P*6} o P!X'X'W*L*8 @$3(5z8 6?<(P*P!7z; 8 @(w$598 L(R o 7 P*R!7 3!X'X3#>5 6W*L4bW*8 Q#6!; 8 |z}A6?v(3!7 59L(6!7 > !) * (
Y&(\=[ ! o yP#>5 6!L68 R*6!LJ P!L=Q#>=6L$6!7 <#8 L=R o yP#>5 6!L3#@A598 6#>Q#6!7 Q*6L o yP#>5 6!L4<=6!79}$7z8 | R8 L(R>#W*{$>#8 Q!8 6(>4P(<(6!79w=6*Q*6L !(*!)!\*!%' # [9) \=[9 o yP#>5 6!L?{=6!w(6*6!76!L3*Q!X'8 L*8 >597 3(598 6
.Z([ \*\!]] \([ !
T!MBKD S*N*N EF#ED SCAE C#D NC*C#D B#HC
CAEHD T!N*G F#GD E*E*H S(ED G#E*G
19
Toelichting lastenverdeling Bestemming
Lasten
Subsidies en bijdragen Eigen activiteiten Salarissen, pensioenen en sociale lasten Overige personeelskosten
Doelstelling
Doelstelling
Doelstelling
Campagne, advocacy & onderzoek
Communicatie en voorlichting
Beheer en Administratie
Werving baten
Programmasteun Eigen Zuidelijke fondsenwerving partners
Acties Derden
Totaal 2010
Begroot 2010
Totaal 2009
Overheidssubsidies
108.783
-
1.498.715
-
-
-
-
1.607.498
1.730.321
1.978.781
86.271
63.197
169.375
56.459
-
11.196
-
386.498
872.180
386.960
199.847
127.498
170.134
53.714
24.663
41.072
137.320
754.248
736.261
867.772
6.307
4.472
9.336
1.483
356
624
4.220
26.798
64.107
52.349
Huisvestingskosten
28.233
19.874
35.112
8.890
2.784
4.879
18.477
118.249
122.218
190.389
Kantoor- en algemene kosten
18.622
10.788
19.581
4.910
1.475
2.584
32.093
90.053
120.471
121.121
9.636
6.783
9.528
3.034
950
1.665
6.307
37.903
30.000
123.818
457.699
232.612
1.911.781
128.490
30.228
62.020
198.417
3.021.247
3.675.558
3.721.190
13,60
16,73
Afschrijving Totaal fte
3,60
2,53
3,56
1,13
0,35
0,62
2,35
14,14
%
25,42%
17,90%
25,13%
8,01%
2,51%
4,39%
16,64%
100%
20
l¡¢£¥¤ ¦ §¨ª©/«¬ ¬
®¯ ° ± ²
ÂbÃ(Ä(Å ÆÇ?È*É Å!Æ!É Ê*Æ!ÇË Ì!Ç(Í(ÎÏÆ!Ð Ñ*É Ç(ÊKÒ ÂbÃ(Ä(Å ÆÇ?È*É Å!Ä#ÜAÅ9É Æ(ÎÑ=Ä!ÇÍ#Æ!Ð Í*ÆÇ ÂÎ#È*Ã$Î#É Í!É Æ(ÎÑ=Ä!ÇÌ=Ñ(Æ!Ð9ß=Æ*Í*ÆÇ ÂbÃ(Ä(Å ÆÇ?È*É ÅÃ(Æà Æ*Ê#Ê!É Ç(Ê#Æ!Ç ÂÌ(Ñ(Æ!ÐzÉ Ê*ÆlÃ(Ä(Å Æ!Ç °¶(· á*á!¼â(á(·9³¹
®³*´!µ ¶=·9¸ ¹(´ ¾¿À#À Á
º³!µz»A³!¼ ¸ ½z» ¾¿À¿ Á
®³*´!µ ¶(·z¸ ¹(´ ¾¿À¿ Á
Ó#Ô*ÕÖ ×AØ#Ù Ô#ÔÚKÖ Û#Õ#Ù ÙÖ Ô#Þ(ÝÖ ×AØ*Ô ×ÔÖ Õ*Õ*Õ ÝÖ Õ*Õ*Õ ãä À*ÀA¿ä å#¾*æ
Ô ×ØÖ Ó*Ú(Ù Ý*Ù×#Ö Þ#Ó*Ô ×#Ö Ó#ÛÚKÖ Ù*Ô(Ý Ô*ÓÖ ÚK×Õ ×ÛÖ ÝÞ(Ý ¾ä æ(ãæä çÀAè
Ø#Ô*ØÖ ×AÛ*Ô Ú=ÙÕÖ Ù(ÝÙ ÙÖ Ù!Ú(ÞÖ Û*Û#Þ Û*ØÖ Þ#Õ*Õ ÛÖ Õ#Õ*Õ çä å*æ=ãä èÀè
Ó ×ÛÖ Ú$ÝKÚ Ý#ÝÙÖ Û#Ø*Õ ÙÖ Û#Õ*ÕÖ Ù*ÛÚ çä å*è#åä ç(ã#ã
ÝÔÚKÖ Ø#Ó*Ó Ù*Û#ÙÖ Ø×AÙ ×#Ö Ó×*×#Ö Ú(Þ× ¾ä å*¿(¾ä ¿*æ(¾
Ô#ÓÚKÖ Ô#Ø*Þ Û=Ý!ÞÖ Ø×Û ÙÖ ÙÞ×#Ö Ú#Ø#Û çä ¾*¾øKä æ(ã*ã
Ù*Õ*ÞÖ Ù*Ó*Ø Ø*ÞÖ Ô*Þ(Ý Û*ØÖ Ý!Ó*Õ çÀAçä çø(¿
×ÙÞÖ ÝÓ*Õ Û*ÕÖ Ù#ÙÞ Ø#ÙÖ Õ(ÙÕ ¾*¾*¿ä ø#ç#û
×Ú#ÕÖ ×AÔÚ ÙÔÖ Ù*Û*Ó Ô*ÔÖ Ô#Ó#Ù ¾è#¿ä æ*û*û
¾ÀAûä ø(¾*û
Àæ#ûä ãbÀø
Àæ#åä å#¾å
ãä Àû#ûä ã*ã*¾
çä ¿#¾À#ä ¾#ãû
çä åø*èä è*è*û
øø#øKä ûÀç
øøÀ(ä æ*ç#¾
ÀAûä æ*èø
 Ú*ÚKÖ Þ×Û
 Ú×#Ö Ó#Û#Ù
×ÞÖ Ó#ÔÚ
 Ú*ÚKÖ Þ×Û
 Ú×#Ö Ó#Û#Ù
×ÞÖ Ó#ÔÚ
é¯/êb° ± ² ®³#ë· ³*³#ì?á*á¹ì*¶*³¼ ë· ³!¼ ¼ ¸ ¹(´*³!¹ Âí-Ä!î'ï(Ä*Ê!Ç(Æ!ð=Ä*Í=Ñ(Ì#Ü$Ä*ÜñòÌÇ(Í#Æ!Ð ó(Ì*Æô Âí-Ì!î'î'È*Ç*É Ü$Ä(ÅzÉ Æ?òÑ(Ì*Ì!Ðzà É Ü(ß$Å9É Ç(Ê Â õbÐ Ì*Ê!Ð Ä!î'îÄ#ÎÅ ÆÈ*Ç4öbÈ*É Í#Æ!à É ÷zôAÆ?ï(Ä!Ð Å9Ç(Æ!Ð Î
º³!µ ù*¸ ¹(´Yâ(á=· ³!¹ ÂbúÌ#ÎÅ Æ!ÇÆÉ Ê*Æ!ÇË Ì!Ç=Í#Î=ÆÇ$ÏÆ!Ð Ñ#É Ç=Ê ÂbúÌ#ÎÅ Æ!ÇÄ#ÜAÅ9É Æ#ÎÍ#Æ!Ð Í*ÆÇ ÂbúÌ#ÎÅ Æ!Ç4Ñ=Æ!Ð9ô$ÐzÉ ÷ ÊÉ Ç(ÊÎ#È*Ã$Î#É Í!É Æ(Î4Ì(Ñ(Æ!Ð9ß=Æ*Í*ÆÇ ®³!ü(³*³!µ!³¹á*ì!ý'¸ ¹#¸ ë·9µ á=·9¸ ³ ÂbúÌ#ÎÅ Æ!Ç?Ã=Æ!ß(Æ*Æ!ÐÆ!ÇÄ*Í!î'É Ç*É ÎÅ9Ð Ä(Å9É Æ
°¶(· á*á!¼¼ á(ë· ³!¹
þ ³#ë#ÿ*¼ · á*á(· °¶*³(ù(¶#³*´!¸ ¹(´ ¹$· ·9µ ³»$»$¸ ¹(´?á#á!¹ ÂÜ$Ì!ÇÅ9É Ç*È Å Æ!É Å Î#Ð Æ(Î=Æ!Ð Ñ(Æ
21
Onafhankelijk accountants rapport
22