R e l a t i e m a g a z i n e H e c t a s B e d r i j f s d i e n s t e n | N u m m e r X V - 4 | D e c e m b e r 2 0 0 8 | O p l a g e 1 6 . 0 0 0 e x x . | w w w. h e c t a s . n l
Nijmegen diep in de put De Breuk: gaan! Het gemak van toen naar nu SVS GAAT COMMERCIEEL
4 08
Logistiek
Kinderfonds
Namens alle medewerkers van Hectas en Deverco wensen wij u en de uwen fijne feestdagen en een gezond, voorspoedig en gelukkig nieuwjaar! Directie Hectas Bedrijfsdiensten
Foto cover: M.J. Weststrate
Hectas Bedrijfsdiensten De dienstverlening van Hectas is onderverdeeld in drie divisies met in totaal vijf typen activiteiten: HECTASolutions - advies en beheer - advies bij eigen beheer - advies bestaande klanten - advies nieuwe klanten HECTASystematics professioneel schoonmaakonderhoud
Gebouwonderhoud - schoonmaakonderhoud - stadsreiniging - vloerreiniging - gevelreiniging - glasbewassing - specialistische reiniging Gebouwservice - huismeester - interne verhuizingen - linnendienst - spoel-keukendiensten - sanitaire voorzieningen (Deverco) - automatenservice (Deverco) - kantoorartikelen (Deverco) - hydrocultuur (Deverco)
winter 2008 Nijmegen diep in de put
3
’Het rioolstelsel van onze stad vertegenwoordigt een waarde van een half miljard euro. Daar moeten we dus heel zuinig op zijn.’
De geschiedenis van het toilet
5
Een schoon toilet, we vinden het heel normaal. Toch is het nog niet zo lang geleden dat de hygiëne ver te zoeken was.
De SVS gaat commercieel
6
Op 1 januari vertrekt SVS-directeur Mees Weststrate naar de RAS. ’De SVS-Schoonmaak zal commerciëler worden.’
Hans van Breukelen: ’Gaan!’
9
De actie ’Ga voor Ghana!’ is officieel begonnen. Oud-voetbalinternational Hans van Breukelen loste het startschot.
En verder Een nieuw multifacility-concept Actualiteiten De logistiek van Deverco
4 4 8
Ronald McDonald Kinderfonds Column Vandickhout Hectas in het land
10
11 12
Additional services - multiservices HECTASpecials persoonlijk welbevinden
-
dagservice co-productie textielservice wellness
Hectas Initiatief Initiatief is een uitgave van Hectas Bedrijfsdiensten en verschijnt vier maal per jaar in een oplage van 16.000 exemplaren. Redactionele verzorging en vormgeving: Roodadvies, Rheden. Druk: Roos & Roos, Arnhem Copyright © 2008 Hectas Bedrijfsdiensten.
Cultuur We kunnen als Hectas met plezier terugkijken op het afgelopen jaar. Tevreden klanten, nieuwe klanten, goede resultaten in het Effectory-werkgeversonderzoek, de milieu-certificering – het zijn enkele van de wapenfeiten die ons vrolijk stemmen. Bijzonder was ook de samenwerking met SOS-Kinderdorpen in de vorm van de actie Ga voor Ghana, die onlangs door Hans van Breukelen werd afgetrapt. Want helpen doen we graag; op de eerste plaats onze klanten, maar het is om allerlei redenen goed om soms ook verder weg hulp te bieden aan mensen die het moeilijk hebben. Het is hartverwarmend om te zien dat veel Hectas-medewerkers hier spontaan hun medewerking aan hebben gegeven. Het kenmerkt de sfeer binnen Hectas. Onze mensen worden vaak als aardig en behulpzaam betiteld. Dat is misschien nog wel de belangrijkste constatering die we terugkijkend kunnen doen. We zijn er trots op dat Hectas wordt gedragen door niet alleen deskundige, maar ook opgewekte en servicegerichte vakmensen. Op basis daarvan kunnen we ook 2009 vol vertrouwen tegemoet zien. Ik wens u fijne feestdagen en een uitstekend nieuwjaar toe! Ruud Heeringa, directeur
2
Op het scherm is de plattegrond van Nijmegen te zien. Dan verschijnt een andere kaart, waarop dezelfde structuren te herkennen zijn maar die er toch heel anders uitziet. Het blijkt het rioolstelsel van Nijmegen te zijn. Het is de poort tot een schat aan informatie over hoe de stad er onder de grond uitziet. 'Kijk, hier vonden we onlangs een trottoirband…'
Eduard Schilling (45) is sinds begin 2004 projectcoördinator van het Ingenieursbureau van de gemeente Nijmegen. In die hoedanigheid is hij medeverantwoordelijk voor aanleg en vervangingswerkzaamheden van het Nijmeegse rioolstelsel. 'Een netwerk van bijna 700 kilometer lengte. We werken nauw samen met de afdeling Stadsbeheer die is belast met het schoonmaakonderhoud. We zijn nooit klaar. Als we het hele stelsel hebben gereinigd, geinspecteerd en waar nodig gerepareerd, begint het hele circus van voren af aan. We zijn dan wel zo'n tien jaar verder.' In Nederland is 99% van de bevolking aangesloten op het rioolstelsel van in totaal 85.000 kilometer lang. Alles wat doorgespoeld wordt komt in dit gangenstelsel terecht; eerst in buizen van zo'n 30 cm doorsnee en uiteindelijk in het transportriool (de 'hoofdroute') bestaande uit buizen van ruim twee meter doorsnee. Deze monden uit in het rioolgemaal dat het afvalwater naar de zuiveringsinstallatie pompt. Daar wordt het water gezuiverd door middel van filtering, bezinking en door een reactie met zuurstof. In het geval van Nijmegen wordt het schone water vervolgens in de Waal geloosd. Gevaarlijk Het reinigen van het riool gebeurt met water onder een druk van tot wel 200 Bar. 'Daarbij maken we gebruik van de putten die je midden op de weg ziet. Er wordt van put naar put gewerkt. Daarbij komen onze mensen zo weinig mogelijk in de rioolbuizen zelf. Je hebt te maken met de aanwe-
zigheid van gevaarlijke gassen en het risico van een afsluitklep die openspringt. Bij hevige regenval word je dan volledig weggespoeld en verdwijn je in het buizenstelsel om er nooit meer uit te komen.' Wat kom je in een gemiddelde rioolbuis allemaal tegen? 'Dat kan van alles zijn', zegt Schilling. 'Om te beginnen water, veel water. En, waar iedereen als eerste aan denkt, fecaliën natuurlijk. Wist je dat een mens gemiddeld 150 gram ontlasting per dag produceert en 1,25 liter urine? Maar ook bedrijven wateren af op het riool, en dat gebeurt niet altijd even netjes. Schadelijke stoffen vormen een probleem, want de rioolzuiveringsinstallatie werkt op organische basis; bacteriën eten als het ware het water schoon, maar zijn niet bestand tegen chemische stoffen. Er gaan echter meer zaken door het riool die er niet in thuishoren. Denk aan luiers, maandverband, condooms, kunstgebitten… Laatst vonden we een complete trottoirband. Een raadsel hoe dat gevaarte daar terechtgekomen is.' Verstopping 'Een bijzonder probleem vormt bijvoorbeeld frituurvet. Dat wordt heet en dus vloeibaar weggegooid maar stolt vervolgens in het riool en zet zich af tegen de wand van de buis. Dat probleem komen we vooral in volkswijken tegen. In nieuwbouwwijken worstelen
we weer met iets anders: de zogenaamde vochtige doekjes die op het toilet worden gebruikt. Die worden niet afgebroken en zorgen voor verstoppingen in de pompen van het rioolgemaal. In een parkachtige omgeving hebben we weer te maken boomwortels die het riool binnendringen.' In films zie je wel eens griezelige figuren die de nacht in het riool doorbrengen. Schilling grinnikt: 'Nee, dat kennen we in Nederland niet. Al is bekend dat er in een land als Roemenië kinderen in het riool wonen. In de winter is het er relatief warm omdat de watertemperatuur dan nog altijd zo'n twaalf tot vijftien graden is. Wat trouwens wel klopt is dat er ratten in het riool voorkomen. Die leven rijkelijk van alle voedselresten die weggegooid worden.' Tractortje Als een buis met de hogedrukspuit is schoongemaakt, wordt deze vervolgens grondig geïnspecteerd. Dat gebeurt met een camera die op een soort tractortje is gemonteerd. Die wordt door de put in het wegdek in de buis geplaatst en vervolgens bestuurd vanuit een autobusje waarin de beelden op een scherm zichtbaar zijn. Schilling: 'Elke onregelmatigheid zoals een scheur of een defecte aansluiting, wordt genoteerd. Al deze gegevens komen in een database terecht.’ Wijzend op zijn computer: 'Kijk, klik ik hier op het scherm op een stukje buis, dan krijg je precies te zien hoe die er voor staat, meestal inclusief de bewegende beelden die bij de laatste inspectie zijn gemaakt.' Is dat niet een beetje overdreven, al die hightech voor een simpel afvoersysteem? 'Zeker niet', reageert Schilling. 'De vervangingskosten van een meter riolering bedragen gemiddeld 700 euro. Alleen in Nijmegen al vertegenwoordigt het rioolstelsel een totale waarde van een half miljard euro. Daar moeten we dus heel zuinig op zijn. Zeker als je weet hoe belangrijk een goede afvoer van afvalstoffen is: sinds we riolering hebben, in Nijmegen nu zo’n 130 jaar, is de gemiddelde levensduur van de mens verdubbeld...!’
3
Voortaan groene post
Hectas rijdt zuinig
Hectas neemt deel aan een project van TNT Post waarbij de CO2-uitstoot die veroorzaakt wordt door het bezorgen van post, volledig wordt gecompenseerd. Op basis van het postvolume dat Hectas jaarlijks verzendt, is berekend wat de CO2belasting voor het milieu is. Hieraan is een bedrag gekoppeld dat nodig is om deze uitstoot te compenseren. Het geld komt ten goede aan een groot windmolenproject in het Indiase Kanataka. Zonder de windmolens zou de lokale bevolking van energie worden voorzien door energiecentrales. Deze werken op fossiele brandstoffen waarbij veel CO2 vrijkomt. TNT, dat de voor het project binnenkomende gelden verdubbelt, werkt in dit verband samen met de Climate Neutral Group (CNG).
In het kader van de milieucertificering eerder dit jaar is Hectas een programma gestart om het brandstofverbruik van haar bedrijfsauto’s terug te dringen. Daarbij krijgen de chauffeurs informatie over hoe zij zuinig kunnen rijden en wordt het verbruik van alle bedrijfsauto’s nauwkeurig bijgehouden. Milieuvriendelijk rijgedrag wordt beloond met bonuspunten die recht geven op een geldbedrag waarmee de betreffende vestiging iets leuks kan doen. Luc de Kort, bij Hectas verantwoordelijk voor kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu: ‚Het project heeft een positieve invloed op het brandstofverbruik en op de uitstoot van schadelijke stoffen. Bovendien komt het de verkeersveiligheid ten goede.’
SNELLE STIJGER De Hectas-vestiging in Veenendaal behoort tot de vijf bedrijven in het centrum van het land die de afgelopen vijf jaar de grootste groei hebben doorgemaakt. Zo blijkt uit een onderzoek dat onlangs door de Kamer van Koophandel MiddenNederland werd gepubliceerd.
multifacility-concept
Op initiatief van Hectas hebben vijf gerenommeerde spelers in de facilitaire sector elkaar gevonden in een nieuw samenwerkingsverband op het gebied van MultiServices.
4
In het concept worden primaire facilitaire diensten gebundeld. Behalve Hectas Schoonhouden zijn de deelnemers FM at Work (facility management), Icova (afval), SAB Catering en MPL Beveiliging. Het concept richt zich op zowel het bedrijfsleven als de overheid. Het initiatief beoogt werk te maken van en inhoud te geven aan een duurzaam, veilig en gezond werkklimaat van opdrachtgevers. De organisatie wil initiatief tonen, vernieuwend zijn en een rationele meerwaarde voor klanten betekenen.
drachtgever gaat die reeds klant van één van de aangesloten partijen is. De deelnemende bedrijven verwachten over vijf jaar een marktaandeel in maincontracting te hebben van twee procent van de totale markt die wordt uitbesteed. Eén van de manieren om dat te bereiken is het gezamenlijk ontwikkelen van marktgerichte concepten. Door het effect van synergie dat de samenwerking met zich meebrengt, denken de initiatiefnemers hun positie op de facilitaire markt verder te kunnen uitbouwen.
Het multifacility-concept speelt in op de groeiende markt van MultiServices (maincontracting). Onder het motto 'je merkt dat 't werkt' wordt een marktgerichte dienstverlening gerealiseerd die maximaal aansluit op de behoeftes van de klant. De deelnemende bedrijven streven zonder uitzondering naar een positie van excellente aanbieder. Andere gemeenschappelijke kenmerken van hun dienstverlening zijn duurzaamheid, flexibiliteit en professionaliteit.
Jos Wortelboer is als directeur marketing van Hectas nauw betrokken geweest bij de tot standkoming van het concept. ’De markt van MultiServices biedt ruimte voor een initiatief als dit. De kans van slagen acht ik groot, omdat het om een homogene groep van samenwerkingspartners gaat die kwaliteit hoog in het vaandel hebben staan. Zij vergroten niet alleen hun acquisitiemogelijkheden, maar creëren als collectief ook meer mogelijkheden op het gebied van innovatie en klantgerichte conceptontwikkeling. Natuurlijk blijven we daar binnen Hectas zelf ook veel aandacht aan besteden.’ In januari wordt het concept aan de buitenwereld gepresenteerd.
De deelnemers hebben zich verbonden voor een periode van minimaal drie jaar. FM at Work treedt normaal gesproken op als hoofdaannemer, tenzij het om een op-
Het kleinste kamertje in huis is bij uitstek de plek waar hygiëne een rol speelt. Nog steeds doen enge verhalen de ronde over bacteriekolonies op lichtknop, handdoek, kraan en deurklink. Maar zo hygiënisch als de gemiddelde wc tegenwoordig is, zo is zij lang niet altijd geweest...
De geschiedenis van het Het gemak kent een vreemde historie. De Romeinen maakten al gebruik van een redelijk modern toiletsysteem. In Pompeï zijn toiletten gevonden die waren aangesloten op een continu spoelend riool en als zodanig als voorloper zijn te beschouwen van onze moderne wc. Daarna werd het eerder slechter dan beter. Tussen de Romeinse tijd en de negentiende eeuw zijn er geen noemenswaardige verbeteringen gerealiseerd in het kleinste kamertje. In de middeleeuwen deden de edelen hun behoefte in een apart, tegen de kasteelmuur gelegen hok. In het beste geval belandde hun ontlasting in de slotgracht. Hoewel, beste geval… Uit diezelfde gracht betrokken de kasteelbewoners meestal hun drinkwater. De luxe van een aparte ruimte was voor de gewone man niet weggelegd in die tijd. Die deed zijn behoefte meestal op een emmer die in de vrije natuur, op een mesthoop of gewoon op straat werd geledigd. Geen schaamte In de vijftiende eeuw deed in meer bemiddelde kringen de gemaksstoel zijn intrede. Van schaamte had men weinig last – meestal stond de 'kakstoel' gewoon een woonvertrek. Van Lodewijk XIV is bekend dat hij zijn behoefte deed in het bijzijn van bezoek. Voor het personeel van de rijken waren er zogenaamde latrines. Deze eenvoudige voorziening bestond uit een forse plank met een paar gaten erin, zodat meer mensen tegelijk hun behoefte konden doen. De fecaliën kwamen terecht in een gat, de straatgoot of een sloot. Toch maakte lang niet iedereen gebruik van deze meerpersoons-wc. Die was vaak zo smerig dat men nogal
eens de voorkeur gaf aan bijvoorbeeld de tuin. Er bestaan documenten waarin dienaren, maar ook soldaten verordonneerd worden hun behoefte voortaan in een latrine te doen. De stankoverlast werd kennelijk te erg. De toenemende onaangename geur was voor edelmannen en andere gefortuneerden zelfs aanleiding om van tijd tot tijd te verhuizen naar een schone plek. Waarna het proces van vervuiling opnieuw begon… Het zal niet verbazen dat de 'gewone' stadsbewoners het in die tijd ook niet zo nauw namen. Populair was de stadsmuur: men zette zich tussen de kantelen en liet de ontlasting gewoon naar beneden vallen. Tyfus In de zeventiende eeuw was men zover dat 'het volk' zijn behoefte begon te doen op een pot of op boven een beerput gebouwde gemaksstoel. Die bestond in deze tijd uit een houten kist of bankje met gat erin. De beerput was niet meer dan een diep smal gat. Voor de hygiëne maakte het allemaal niet veel uit. Regelmatig moest de pot en van tijd tot tijd ook de beerput geledigd worden. Voorschriften dienaangaande waren er niet of nauwelijks, dus het laat zich raden wat men met de geurende inhoud deed. De beerputten veroorzaakten nog een ander probleem. Het met micro-organismen besmette beervocht zocht vaak zijn weg naar nabijgelegen waterputten. Daardoor brak nogal eens tyfus uit, ook wel
beerputkoorts genoemd. Men begreep wel dat de ziekte met beerputten te maken had, maar dat bacteriën de boosdoeners waren, ontdekte men pas in de negentiende eeuw. Gek genoeg zag men de stank als de ziekteverwekker. Statussymbool De moderne wc werd rond 1800 in Engeland uitgevonden. Deze noviteit werd snel populair, reden waarom de Britten op grote schaal riolen en waterleidingen begonnen aan te leggen. Omdat steeds meer mensen over een 'echte' wc kwamen te beschikken (een statussymbool van formaat!), werd men allengs preutser: men begon te hechten aan privacy tijdens het doen van de behoefte. De ontwikkeling die zich in Engeland voordeed, ging aan landen als Nederland en Frankrijk nog even voorbij. De bereidheid om fors te investeren in een onzichtbare, want ondergrondse voorziening die het riool nou eenmaal is, was in deze landen niet groot. Men bouwde liever mooie gebouwen! In de negentiende eeuw vond men een alternatieve oplossing die veel goedkoper was: het wisseltonnensysteem. Men deed zijn behoefte boven een beerton die van tijd tot tijd werd omgewisseld door een zogenaamde beerwagen. Door het systeem namen stankoverlast en besmettingsgevaar flink af. Ideaal was het allemaal nog niet, maar men deed wel zijn best: gezinnen waar een besmettelijke ziekte heerste, kregen een afwijkend gekleurde ton. Pas eind negentiende eeuw werd een begin gemaakt met de aanleg van het rioolstelsel zoals we dat nu kennen. Meer bijzonderheden daarover en het onderhoud ervan vindt u elders in deze uitgave.
5
’Schoonmaken is een vak, je moet er voor leren’
Mees Weststrate, vertrekkend directeur SVS-Schoonmaak
D
e schoonmaakbranche is bezig met een inhaalslag. Er wordt in hoog tempo geprofessionaliseerd, in meer opzichten. Om te beginnen door opleiding van de mensen die in de sector werkzaam zijn. Die is kwalitatief én kwantitatief fors toegenomen en zal nog verder toenemen. Maar ook heel belangrijk is het arboconvenant geweest dat zo'n vijf jaar geleden werd gesloten. Overheid, werkgevers en werknemers hebben toen afspraken gemaakt op het gebied van kwaliteit en veilig werken, denk bijvoorbeeld aan ergonomie en gevaarlijke stoffen. Een derde element is de training die als gevolg van het convenant op gang is gekomen, op initiatief van de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (de RAS). Het resultaat van dat alles is geweest dat onder schoonmakers het kwaliteitsbesef flink is toegenomen. Een laatste factor is de technologische ontwikkeling die plaatsgevonden heeft. Een klein maar bekend voorbeeld is het microvezeldoekje, maar dat is natuurlijk lang niet het enige geweest.' Mees Weststrate is sinds 1997 directeur van opleidingsinstituut SVS-Schoonmaak. Het cursusaanbod van de stichting voorziet in 40 vak-, kader-, management- en VSR-opleidingen die verspreid door het hele land worden gegeven. Mees (58) geeft leiding aan 32 medewerkers en 220 freelance docenten. Zeventig procent van de inkomsten van de
6
SVS bestaat uit opleidingsvergoedingen die via een collectieve regeling door de schoonmaakbedrijven worden opgebracht. Elk jaar heeft de SVS 8.000 cursisten, waarvan het grootste deel, zo'n zeventig procent, een basisopleiding volgt. 'Nog niet genoeg', stelt Weststrate. 'Zeker niet als je je realiseert dat er 180.000 mensen in de schoonmaaksector werkzaam zijn. Een deel zal nooit worden opgeleid, dat zijn degenen die in de avonduren met schoonmaken een bijverdienste hebben. Maar het merendeel van de medewerkers heeft opleiding hard nodig. De opdrachtgevers eisen steeds meer vakbekwaamheid, en terecht.' In april jongstleden werd in de cao vastgelegd dat beginnende schoonmakers verplicht zijn een opleiding te volgen. Binnen een jaar na hun aantreden moeten zij daarmee beginnen, tot die tijd kan er twintig procent loon worden ingehouden. 'Er wordt nog wel eens gemakkelijk gedacht over schoonmaakwerk. Maar het is een vak, je moet er echt voor leren. Het idee van ongeschoold werk is achterhaald, al zal dat imago niet een-twee-drie verdwenen zijn. Een vakbekwame schoonmaker heeft kennis van methodiek, materialen, ergonomie en sociale vaardigheid. Het grappige is dat er veel bereidheid bestaat om te leren. Slechts twintig procent haakt af tijdens de opleiding. Bekend is trouwens ook dat geschoolde medewerkers langer in de branche actief blijven dan ongeschoolde.’
Met ingang van het nieuwe jaar gaat er het nodige veranderen voor SVS-Schoonmaak. De nieuwe bepaling in de schoonmaak-cao zal de vraag naar vakopleidingen verder doen toenemen. Tot nu toe had de SVS het monopolie voor wat betreft de basisopleidingen. Weststrate: 'Naar aanleiding van de nieuwe cao is de RAS tot de conclusie gekomen dat er meer aanbieders van opleidingen moeten komen. Dat kunnen schoonmaakbedrijven zijn, zelfstandige adviseurs maar ook bijvoorbeeld regionale opleidingscentra. Met andere woorden: de SVS moet gaan concurreren! Op 1 januari wordt de stichting een BV en zal zij commerciëler worden. Daarnaast gaat ook de financiering van de opleidingen veranderen. Voorheen droegen de schoonmaakbedrijven maandelijks een vaste bijdrage per werknemer af. Uit dat potje werden de opleidingen bekostigd. Daarbij gold maar één regel: op is op. Een bedrijf deed er dus goed aan om veel van zijn werknemers een opleiding te laten volgen. In de nieuwe situatie gaan de werkgevers de opleidingen van hun werknemers voorfinancieren. Zij krijgen dat geld pas terug als de opleiding met succes is afgerond.' De RAS wordt de enige aandeelhouder van de besloten vennootschap SVS-Schoonmaak. 'En die verwacht natuurlijk een goede marktprestatie', zegt Weststrate. 'Maar dat wordt de verantwoordelijkheid van mijn opvolger, ons huidige hoofd marketing en sales Charles Scholte. Mijn situatie gaat namelijk ook veranderen. Ons examenbureau wordt ondergebracht bij de RAS in Tilburg en daar komt ook een nieuw kenniscentrum. Dat zijn de twee zaken waar ik me vanaf komende maand mee bezig ga houden. Beide onderwerpen vind ik een enorme uitdaging. De SVS gaat verder zoals je van een meer commerciële partij mag verwachten: slank en lenig.' Is opleider SVS-Schoonmaak professioneel genoeg om een dergelijke stap te maken? Weststrate meent van wel. 'Het zou ook wel een beetje gek zijn als we elke dag mensen begeleiden naar meer professionaliteit en er zelf een potje van maken. We hebben altijd onze eigen kwaliteit intensief gecontroleerd: die van onze trainingen, die van de docenten en die van het opleidings- en lesmateriaal. Wel zou het goed zijn als SVS zich op het gebied van klantgerichtheid nog meer ontwikkelt. Bureaucratie tot een minimum beperken, goed omgaan met klanten, dat soort dingen. En ik denk dat er nog iets gedaan moet worden aan de bekendheid van SVS in de branche. Tot mijn verbazing constateer ik nog steeds dat niet elke vakgenoot weet waar de SVS eigenlijk voor staat. Maar de kwaliteit van het opleidingsinstituut als zodanig staat buiten kijf.' 'Misschien moeten we als schoonmaaksector sowieso wat minder bescheiden worden', vervolgt Weststrate. Tot nu toe betaalt zij haar totale opleidingsoperatie helemaal zelf. Wij brengen een groot aantal lager opgeleide mensen op een hoger plan. We zien nogal eens dat die doorgroeien, op
gaan vallen en worden weggeplukt door andere sectoren. Ik vind het daarom geen gekke gedachte dat de overheid tot op zekere hoogte participeert in de opleidingskosten. Dat doet zij in andere branches ook. Hier ligt denk ik een gezamenlijke taak voor de OSB, de RAS en de bonden. We moeten Den Haag duidelijk maken dat we het gewoon heel goed doen met onze opleidingen.' Welke rol speelt scholing in de onderlinge concurrentie tussen schoonmaakbedrijven? Volgens Weststrate is dat heel verschillend. 'We zijn nu wel zover dat opleiding als een belangrijk middel wordt gezien om kwaliteit te bereiken: het is een management tool aan het worden. Sommige bedrijven pronken heel bewust met het opleidingsniveau van hun medewerkers. Andere zien het echter toch nog als iets ondergeschikts. Maar een grote opdrachtgever als de overheid gaat er steeds meer naar vragen. Al met al kan je denk ik stellen: we zijn een heel eind op de goede weg, maar nog niet waar we wezen moeten. Er worden nu 8.000 opleidingen per jaar verzorgd – ik denk dat als dat aantal oploopt tot een kleine 20.000, dat je dan kan zeggen: we hebben het als schoonmaakbranche echt voor elkaar. Tot slot: is de gemiddelde schoonmaker een ijverige leerling? 'Jazeker', zegt Weststrate resoluut. 'IJverig en leergierig als de koudwatervrees eenmaal is verdwenen. En men is loyaal naar het werk: veel inzet, steeds meer bewustzijn en in toenemende mate (en terecht) trots op wat men doet. Ze weten in hun werk heel goed toe te passen wat ze op de opleiding hebben geleerd. Ook is men heel creatief in het zoeken naar oplossingen – dat zijn schoonmakers altijd al geweest. Scholing draagt er toe bij dat die oplossingen ook verantwoord zijn. Waar veel van onze leerlingen wel last van hebben, is examenvrees. Sommigen zitten echt te shaken, zo nerveus zijn ze. Gelukkig slagen we er meestal in om ze op hun gemak te stellen. En zeg nou zelf: een beetje nervositeit is toch veel minder erg dan onverschilligheid?'
’Nu worden achtduizend medewerkers per jaar opgeleid in de schoonmaaksector. Dat is veel, maar nog lang niet genoeg. Zijn het er tienduizend meer, dan heb je het voor elkaar.’ 7
Het zijn de stille krachten van de Deverco-machinerie; Rob Wegkamp, Erik Peters en Gertjan Assmann van de afdeling logistiek. Zij zijn verantwoordelijk voor magazijn, transport en installatie en onderhoud van geleverde apparatuur.
Rob Wegkamp (links) en Erik Peters in het hart van hun domein: het Deverco-magazijn
Het is een wonderlijk gezicht. Duizenden dozen die allemaal op elkaar lijken, maar de mannen die ermee werken vinden feilloos hun weg. Het centrale magazijn van Deverco maakt ondanks zijn indrukwekkende inhoud een ordelijke indruk. 'Vind je ’t gek', grinnikt logistiek medewerker Rob Wegkamp. 'Orders, daar zijn we de hele dag mee bezig.' Met 'we' bedoelt hij de afdeling logistiek, waarvan behalve Wegkamp ook zijn collega's Erik Peters en Gertjan Assmann de spil vormen. Zij
hebt. Ik moet er niet aan denken om de hele dag achter een bureau te zitten. Nou ja, in de directiekamer misschien.’ Transportplanning Een order die binnenkomt bij de verkoop binnendienst wordt verwerkt en gaat naar het magazijn. Daar worden alle orders verzameld en wordt de levering ingepland. Zo ontstaat per dag een transportplanning, waarin snelheid voorop staat en maximaal rekening kan worden
ter vooral bij klanten over de vloer voor het uitvoeren van montagewerkzaamheden. Zo heeft iedereen zijn specialiteit, maar we zijn allemaal allround en kunnen altijd voor elkaar inspringen.’ Deverco is een bedrijf in de lift; kent de afdeling logistiek nooit momenten dat men het even niet aankan? Wegkamp: 'Pieken kunnen we over het algemeen goed opvangen omdat we ook met tijdelijke krachten, stagiaires en indien nodig een externe vervoerder werken. Daarmee
’Een bureaubaan? Prima, als directeur’ werken respectievelijk drie, vijf en zeven jaar bij Deverco en kennen elkaar door en door. 'Dat maakt het samenwerken gemakkelijk, zeker op piekmomenten is dat belangrijk.' Het drietal neemt een belangrijke plaats in bij Deverco. Zij beheren de voorraad, verzamelen orders, verwerken die en geven ze uit. 'Maar daarmee zijn we er niet, hè', meldt Peters monter van achter zijn vorkheftruck. 'We zijn ook technisch verantwoordelijk. We verzorgen het installatiewerk van bijvoorbeeld zeepdispensers en handdoekautomaten en doen het onderhoud van schoonmaakapparatuur.' Om zich dan tot zijn collega te richten: 'Zeg nou zelf Rob, wat doen we eigenlijk niet?' Een druk bestaan dus, maar erg vinden ze dat niet. Wegkamp: 'Een beetje aanpakken, daar houd ik wel van. Net als de afwisseling en de vrijheid die je in dit werk
8
gehouden met de wensen van de klant. Naast hun logistieke en onderhoudswerkzaamheden heeft het drietal ook rechtstreeks contact met de afnemers van Deverco. Wegkamp: 'Klanten uit de regio die hier aan de balie komen helpen we aan de spullen die zij nodig hebben. En natuurlijk is er ook contact bij het afleveren van de goederen. Gertjan zit van ons het meest op de weg, we leveren door het hele land. Maar hij is niet de enige, we rijden met in totaal twee vrachtwagens en een bus. Erik en ik komen ech-
houd je de organisatie overzichtelijk, maar kunnen we ons bij grote drukte snel aanpassen.’ Geen eilandjes ’Wat ook handig is, is dat het hele bedrijf in één gebouw zit, dus ook het magazijn. Daardoor verloopt het contact met de verkoop binnendienst, de verkoopadviseurs en de afdeling inkoop toch gemakkelijker. Zo hebben de verkoopadviseurs vaak eerst contact met ons om te voorkomen dat men dingen belooft die niet kunnen. We kennen geen eilandjes. Iedereen is goed op elkaar ingespeeld en bereid elkaar te helpen en over de eigen muurtjes heen te kijken. In zo'n sfeer is het prettig werken, ook al omdat je vaak merkt dat de klanten heel tevreden zijn. Een compliment, dat is toch een beetje doping hè?'
Tientallen sportieve medewerkers van Hectas verzamelden zich dit najaar in het Afrikamuseum in Berg en Dal om de aftrap bij te wonen van de actie ’Ga voor Ghana’. Onder bezielende leiding van SOSKinderdorpen-ambassadeur en oud- voetbalinternational Hans van Breukelen zetten zij letterlijk de eerste stappen om een nieuwe basisschool in het Ghanese Kumasi mogelijk te maken.
31 miljoen gesponsorde passen gaan Hectas-medewerkers zetten om een bedrag van 80.000 euro bijeen te krijgen. Het unieke ’stappenplan’ Ga voor Ghana kent een looptijd van een jaar en is een gezamenlijk initiatief van Hectas en SOS-Kinderdorpen. Laatstgenoemde organisatie zorgt ervoor dat wees- en verlaten kinderen kunnen opgroeien in een gezin. Hectas ondersteunt de organisatie al enige tijd. Ronald Hemerink verzorgt namens SOS-Kinderdorpen de contacten met het bedrijfsleven. ’We zijn blij en dankbaar dat medewerkers van Hectas zich voor ons kinderdorp in Kumasi in willen zetten. Applaus voor jullie zelf’, aldus Hemerink tijdens de aftrap van het project. Nadat hij samen met marketingdirecteur Jos Wortelboer van Hectas de projectovereenkomst had ondertekend, konden de eerste echte stappen worden gezet. Hiervoor verplaatste het gezelschap zich naar het Ghana-dorp op het buitenterrein van het Afrikamuseum. Van Hans van Breukelen, al sinds 1994 ambassadeur van SOS-Kinderdorpen, ontvingen de deelnemers een stappenteller. Hij hield zijn toehoorders voor hoe belangrijk dit soort projecten zijn. ’Ik ben in kinderdorpen op allerlei plekken in de wereld geOrganisatie: alles onder controle weest. Het raakt je enorm als je zelf meemaakt hoe moeilijk kinderen het kunnen hebben. Alleen al in een klein land als Malawi bij Tanzania, lopen 800.000 weeskinderen rond. Het is fantastisch dat jullie willen helpen kinderen een betere toekomst te geven. In de benen, zou ik zeggen!’ Meer informatie over het project is te vinden op www.gavoorghana.nl. Bedrijven en particulieren die de lopers willen sponsoren zijn van harte uitgenodigd een e-mail te sturen naar
[email protected]. Leren over Ghana
Ronald Hemerink: ’dankbaar en blij’
Wachten op wat komen gaat
Bezegeling van de samenwerking
Klaar voor de eerste stappen
9
Ronald McDonald Kinderfonds
Sfeerbeeld uit één van de Ronald McDonald Huizen
Marc van den Tweel
Stelt u zich eens voor: uw kind is ernstig ziek en moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Maar dat ligt niet bepaald naast de deur. Toch wilt u dicht bij uw kind in de buurt zijn in de moeilijke tijd die het te wachten staat. Wat nu? In dit soort gevallen biedt het Ronald McDonald Kinderfonds een bijzondere oplossing. Met veertien huizen verspreid over het land biedt zij gezinsleden van zieke of gehandicapte kinderen tijdelijk onderdak. Vlakbij de zorginstelling waar het kind behandeld wordt. De Huizen variëren in grootte van 8 tot 25 logeereenheden. Zo'n eenheid bestaat uit een slaapkamer en een badkamer. Daarnaast beschikken de gasten over een gezamenlijke woonkamer. De sfeer in de Huizen is ongedwongen en vriendelijk. Bovendien zijn de mensen die er logeren er allemaal om dezelfde reden: ze willen dicht bij hun kind zijn dat hen juist nu zo hard nodig heeft. Dat schept een band, hetgeen de gezinsleden van de zieke kinderen helpt zich door een moeilijke periode heen te slaan. Naast de Huizen voorziet het Ronald McDonald Kinderfonds ook in zogenaamde Huiskamers. Ook deze bieden ouders, broertjes en zusjes onderdak, maar alleen overdag – er kan niet gelogeerd worden. Welzijn 'Uit onderzoek is gebleken dat zieke kinderen sneller herstellen als hun familie in de buurt is', zegt Marc van de Tweel (44),
10
Art impression van de nieuwe Huiskamer in Utrecht
Hulp aan 4.000 gezinnen per jaar sinds twee maanden directeur van het Kinderfonds. 'In alles wat we doen staat het welzijn van het kind centraal. De Huizen en de Huiskamers bestaan al langer, maar sinds kort zijn we ook actief op het gebied van Vakantie en Sport & Spel. In Valkenburg hebben we de Kindervallei gerealiseerd. In een prachtige accommodatie, ontworpen door de beroemde Oostenrijkse kunstenaar Hundertwasser, bieden we gezinnen van kinderen met een handicap de mogelijkheid een sprookjesvakantie te beleven. De accommodatie heeft appartementen en wigwamtenten met speciale voorzieningen.' Sportcentrum Ook op het gebied van Sport & Spel heeft het Kinderfonds niet stilgezeten. In Amsterdam-Noord verrijst het Ronald McDonald Centre Only Friends dat in 2010 in gebruik wordt genomen. Het complex is speciaal ontworpen voor gehandicapte en chronisch zieke kinderen en is als zodanig het eerste in zijn soort in West-Europa. 'Maar het centrum is ook bedoeld voor kinderen met bijvoorbeeld een lichte orthopedische afwijking. Dat is een grote groep die in de normale sportcultuur vaak net buiten de boot valt', zegt Tessa Colijn, coördinator relatiebeheer van Ronald McDonald. Haar collega Judith Hermelink, manager van het Utrechtse Ronald McDonald Huis, wijst op nog een andere nieuw project. 'We zijn bezig met de realisatie van een nieuwe Huiskamer bovenop het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Het wordt een sfeervol houten huis boven de centrale hal. Dichter bij je kind kan je bijna niet zijn.'
Judith Hermelink (links) en Tessa Colijn
Het Ronald McDonald Kinderfonds is sinds 1991 actief in Nederland. Met 50 medewerkers en 1.500 vrijwilligers biedt zij jaarlijks hulp aan maar liefst 4.000 gezinnen. 'We zijn een professionele organisatie', zegt Van den Tweel. 'Met een jaarexploitatie van 7,5 miljoen euro kan je natuurlijk niet aanrommelen. Bovendien: al dat geld is afkomstig van sponsoren en donateurs. Daar zijn wij verantwoording aan verschuldigd. Wij bieden een voorziening die emotioneel geladen is; we proberen daarom voortdurend de plezierige entourage die we willen realiseren te koppelen aan kosteneffectiviteit.' De financiële hulp aan het Kinderfonds krijgt gestalte in de vorm van geld én in de vorm van natura. Hectas is één van de bedrijven die producten gratis beschikbaar stellen. Naast hoofdsponsor McDonald’s leveren bekende bedrijven als Coca Cola, Philips, Douwe Egberts, Wehkamp en de Rabobank een structurele bijdrage. 'En natuurlijk al die particulieren donateurs', vult Van den Tweel aan. 'Met elke euro gaan we heel bewust om. Meer dan 90 procent van het geld dat we krijgen gaat naar het goede doel zelf.' Hard poetsen 'Er wordt wel eens romantisch gedacht over het werken bij een organisatie als de onze. Maar het is gewoon heel hard poetsen, hoor! Wat wel klopt is dat het fijn is om te werken aan een groter maatschappelijk belang. Persoonlijk geeft mij dat meer bevrediging dan aandeelhouders tevreden stellen', zegt Van den Tweel die voor zijn komst naar het Kinderfonds in dienst was van het Wereld Natuurfonds. 'Gelukkig hebben we in Nederland nog steeds veel aandacht voor de kwaliteit van de samenleving en voor de medemens die het moeilijk heeft. Bedrijfsleven en particulieren brengen jaarlijks 4,2 miljard euro bijeen voor het goede doel – geld waarmee grote aantallen vrijwilligers hele belangrijke dingen doen. En daarmee een niet weg te denken factor vormen.’
ORGANISATIE De benaming schoonmaakbedrijf is zo ingeburgerd dat je er niet eens meer over nadenkt. Maar in de jaren tachtig dook ineens de naam schoonmaakorganisatie op, die meer recht doet aan hetgeen een schoonmaakbedrijf kenmerkt. Want regelen en organiseren, in en om gebouwen die geen deel uitmaken van het eigen bedrijfscomplex: dát is het kenmerk van een schoonmaakorganisatie. De aard van het werk stelt bijzondere eisen aan de leiding en (vooral) het middenkader van een schoonmaakorganisatie. Met name aan het improvisatievermogen. Het gaat immers om honderden - soms duizenden - medewerkers die in de late middag en vroege avond in vele tientallen gebouwen van anderen werken. Soms is er het probleem van transport, nieuwelingen moeten worden opgevangen, zieke medewerkers moeten worden vervangen, extra wensen van de gebouwbeheerder ingevuld, sporen van
Inspectie
Nieuwe gezichten
Bij bijna één op de vijf schoonmaakbedrijven die vorig jaar door de Arbeidsinspectie werden gecontroleerd was sprake van illegale arbeid, zo meldt het Ministerie van SZW. Ruim vijfhonderd schoonmaakbedrijven kregen bezoek van de Arbeidsinspectie. Bij 18% van de inspecties was iets mis. De Arbeidsinspectie schreef 83 boetes uit voor een bedrag van ruim € 690.000. In achttien gevallen was er sprake van identiteitsfraude: werknemers met valse papieren of de papieren van iemand anders. Waar voorheen vooral Afrikanen zonder werkvergunning schoonmaakten, gaat het nu in bijna de helft van de gevallen om Bulgaren. Overigens gaat het daarbij niet om grote aantallen; in totaal werden 38 Bulgaren betrapt. Dit jaar zijn er nieuwe controles, waarbij ook weer op betaling onder het wettelijk minimumloon wordt geïnspecteerd.
Met ingang van deze maand kent de Ondernemingsraad van Hectas een nieuwe samenstelling. De kersverse raadsleden hebben de afgelopen maanden uitgebreid warmgedraaid alvorens officieel te worden geïnstalleerd. Eind oktober kwam het twaalfkoppige gezelschap voor het eerst bijeen op het hoofdkantoor in Duiven. Hierbij ontmoette men de Hectas-directie en werd men ingewijd in de geheimen van de Wet op de Ondernemingsraad. Medio november kwamen de oude en de nieuw Ondernemingsraad bij elkaar voor de overdracht van lopende zaken. Aansluitend was de eerste officiële Overleg Vergadering (OV) met de directie. Daags daarna is de nieuwe Ondernemingsraad bijeen gekomen om taken te verdelen, commissies te vormen en vergaderschema’s op te stellen. Dit vond plaats onder begeleiding van een extern opleidingsbureau.
Minder wassen
Welkom
column
Hectas verwelkomt de volgende organisaties als nieuwe klant:
Dick van Zomeren is hoofdredacteur van Service Management en geldt bij uitstek als een kenner van de facilitaire sector.
CNV in Apeldoorn Eurol in Nijverdal B. Braun Medical B.V. in Oss Smurfit Kappa in Hoogeveen InterFinanceNed in Heereveen
verbouwingen en interne verhuizingen dienen te worden uitgewist en dan moet het eindresultaat ook nog aan de verwachtingen van de gebouwgebruiker voldoen. En een representant uit die zo zelden in het zonnetje gezette groep, de ambulante objectleiders, mag dat allemaal oplossen voor zijn tientallen medewerkers waarvan een groot aantal bovendien nauwelijks Nederlands spreekt. Dan laten we het logistieke aspect rond het materiaalverbruik nog maar buiten beschouwing. Altijd raakt er wel ergens iets op, is er iets zoek of doet iets het niet. Wie dat allemaal kan oplossen moet door elke schoonmaakondernemer in ere worden gehouden. In een dergelijke functie ben je een probleemoplosser. Zonder adequate leiding kan geen schoonmaakbedrijf functioneren. Maar zonder improviserend middenkader al helemaal niet. Een instantie als de Wegenwacht blinkt ook uit in meteen handelen en het werken buiten de eigen burelen, maar niemand zal die organisatie als een bedrijf omschrijven. Daarom dekt de benaming schoonmaakorganisatie de lading beter dan schoonmaakbedrijf.
In steeds meer gemeenten wordt het verboden: zelf de auto wassen met een emmertje sop. De wasstraat is beter voor het milieu, maar is zij ook beter voor de auto? Daarover zijn de meningen verdeeld. Julien Poen van de bekende autolakleverancier Spectrum, schept duidelijkheid. ‚Zelf doen, mits met voldoende water, is beter voor de lak. In de wasstraat zit er nog wel eens vuil op de borstels. Ook komt het voor dat de borstels domweg te hard zijn. Wees dus kritisch bij het uitkiezen van een wasstraat.’ Zelf de auto boenen vinden veel mensen een nare klus, maar elke week naar de wasstraat is ook geen pretje, en duurder bovendien. Poen heeft echter goed nieuws. ‚De auto wordt eerder te vaak gewassen dan te weinig. In het winterseizoen als er pekel wordt gestrooid, is eens per week de auto wassen verstandig. Maar voor de rest is eens per maand ruim voldoende.’
GEEN LAST VAN AFVALCONTAINERS Vooral bij hogere temperaturen is het voor veel mensen een plaag: afvalcontainers die nare luchtjes verspreiden. De bedrijven die beloven de bakken na het legen schoon te spoelen, verdwijnen meestal net zo snel als dat zij gekomen zijn. Geen nood, de oplossing is heel simpel. Gooi nadat de vuilnisman langs is geweest een emmer water in de container. Deksel erop, even schudden en leeggooien. Strooi dan wat custardpoeder in de vuilnisbak en u zult merken dat van stankoverlast geen sprake meer is!
11
Vragen, suggesties of reacties? HECTAS Bedrijfsdiensten C.V. Postbus 2197 6802 CD Arnhem Telefoon 026 - 317 17 17 Telefax 026 - 318 18 18
[email protected] • www.hectas.nl
U bereikt de regiokantoren van Hectas onder de volgende nummers:
Duiven Aalsmeer Almere Arnhem Doetinchem Drachten Philips Drachten Groningen Hengelo Nijmegen Gouda Son Utrecht Veenendaal Veldhoven Zaandam Zwolle Genk Boom Deverco Handel in hygiëne
(advertentie)
(026) 317 17 17 (0297) 39 52 79 (036) 52 11 520 (026) 317 17 45 (0314) 36 89 89 (0512) 51 75 53 (0512) 59 24 71 (050) 549 76 34 (074) 267 43 04 (024) 355 69 59 (0182) 30 81 30 (0499) 46 20 50 (030) 293 86 18 (0318) 49 53 40 (040) 255 87 55 (075) 650 47 00 (038) 466 14 53 (0032) 89 61 61 57 (0032) 34 57 88 82 (026) 311 30 30