Interventie
In de put, uit de put Samenvatting Doel In de put, uit de put heeft tot doel depressieve klachten bij (oudere) volwassenen te verhelpen of te verminderen, waarmee de kans op het ontstaan van een depressie afneemt. Doelgroep De cursus is bedoeld voor (oudere) volwassenen met een subklinische depressie. In de put, uit de put volwassenen is bedoeld voor mensen in de leeftijd van 18 jaar en ouder. In de put,uit de put 55+ is gericht op oudere volwassenen van 55 jaar en ouder. Aanpak In 10 (cursus 55+) tot 12 (cursus volwassenen) bijeenkomsten en een terugkombijeenkomst na 6 weken leren cursisten vaardigheden en technieken om hun depressieve klachten te verminderen. Cursisten leren wat depressieve klachten zijn, hoe deze ontstaan en hoe deze te beïnvloeden zijn. Daarnaast is er aandacht voor ontspannen, meer plezierige activiteiten ondernemen, positief en constructief denken, sociale vaardigheden en hoe depressieve klachten in de toekomst te voorkomen. Tussen de bijeenkomsten door maken cursisten huiswerkopdrachten om de geleerde vaardigheden in de praktijk toe te passen. De inhoud van de twee varianten (volwassenen en 55+) komt in grote lijnen overeen. Binnen de cursus voor 55+ zijn sommige onderwerpen iets uitgebreider of simpeler uitgelegd en een aantal opdrachten zijn ingekort. Tevens zijn voorbeelden, tips en ideeën aangepast aan de oudere doelgroep. Materiaal Handreiking voor coördinatoren en cursusbegeleiders, met daarin het draaiboek voor de volwassenen cursus en het draaiboek voor de 55+ cursus Cursusmap voor de volwassen cursus Cursusmap voor de 55+ cursus Onderbouwing (Subklinische) depressies gaan gepaard met aanzienlijke persoonlijke en maatschappelijke kosten. Om depressieve klachten te verminderen of te verhelpen, en daarmee de kans op het ontstaan van een depressie te verminderen, leren (oudere) volwassenen binnen de cursus In de put, uit de put verschillende vaardigheden, zoals ontspannen, plezierige activiteiten ondernemen, positief/constructief denken en sociale vaardigheden. De technieken die hiervoor worden gebruikt zijn afkomstig uit verschillende, bij depressie(ve klachten) effectief gebleken theorieën en methoden, zoals de sociaal leren theorie, cognitieve gedragstherapie en de probleemoplossende therapie. Onderzoek Uit Nederlands onderzoek naar de groepsinterventie In de put, uit de put (55+) blijkt dat deelnemers na afloop van de interventie significant minder depressieve klachten ervaren in vergelijking met een controlegroep. De effecten van deelname aan deze groepscursus waren vergelijkbaar met de effecten van de internetvariant Kleur je Leven. Direct na de cursus behaalde effecten blijken stand te houden over een periode van 1 jaar tot 14 maanden na afloop van de cursus. Dit geldt met name voor deelnemers met subklinische depressie klachten, de doelgroep van deze preventieve interventie. Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 1
Uit één onderzoek blijkt dat de cursus geen effect had op de incidentie van depressie 12 maanden na afloop van de cursus. Echter, uit een meta-analyse naar verschillende varianten van de cursus Omgaan met Depressie (waaronder In de put, uit de put) blijkt dat deze cursus zowel effectief is in het verminderen van depressieve klachten als in het voorkomen van het ontstaan van depressies. Meer onderzoek naar de langere termijn effecten van de cursus In de put, uit de put op de incidentie van depressie is gewenst. Erkenning Erkend door Deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17-12-2009. Oordeel: sterke aanwijzingen voor effectiviteit. Referentie De referentie naar dit document is: M. Bool (2009), Databank interventies langdurende zorg: beschrijving “In de put, uit de put”. Utrecht: Vilans.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 2
Uitgebreide omschrijving
1. Risico- of probleembeschrijving In Nederland kampen jaarlijks ongeveer 589.000 volwassenen en 111.000 ouderen (65+) met een depressie (Meijer et al, 2006). Dit betreft 5,7% van de volwassenen tussen de 18 en 65 jaar (Bijl & Ravelli, 2002). Depressie komt vaker voor bij vrouwen (7,5%) dan bij mannen (4,1%). Jaarlijks is er een instroom van 288.600 nieuwe gevallen van depressie en onder volwassenen en 19.000 nieuwe gevallen van depressie onder ouderen (Meijer et al, 2006). Wat betreft de volwassenen is dit gelijk aan ruim 48% van de bestaande gevallen. Klinische depressie Een klinische depressie bestaat volgens de criteria genoemd in de DSM IV (APA, 2001) uit een depressieve stemming en/of verlies van interesse en plezier in gebruikelijke activiteiten. Daarnaast is sprake van ten minste vier van hieronder genoemde klachten gedurende minstens twee weken. De klachten moeten gepaard gaan met een aanzienlijk lijden en beperkingen met zich meebrengen voor het sociaal of beroepsmatig functioneren (Smit et al, 2001). Klachten die, naast een depressieve stemming en/of interesseverlies, aanwezig dienen te zijn: Eetproblemen, Insomnia of teveel slapen, Geagiteerdheid of juist geremdheid, Verlies van energie, Gevoelens van waardeloosheid of overmatige schuld, Concentratieproblemen, vertraagd denken en besluiteloosheid, Gedachten aan dood of zelfdoding. Gevolgen Een depressie heeft ernstige gevolgen voor de kwaliteit van leven van degene die depressief is, maar ook voor zijn directe omgeving. Daarnaast zijn er hoge maatschappelijke kosten, veroorzaakt door ziekteverzuim en de kosten van zorg. Als gevolg van depressie gaan jaarlijks 157.000 gezonde levensjaren verloren. De kosten voor zorg worden geschat op € 660 miljoen (in 2003). De jaarlijkse kosten van productieverliezen als gevolg van ziekteverzuim wordt geschat op € 953 miljoen. De totaal berekende kosten komen daarmee op 1,6 miljard (Meijer et al, 2006; Smit et al., 2006). Subklinische depressie In Nederland hebben 700.000 volwassenen (18-65) en 600.000 ouderen (65-84) depressieve klachten die niet voldoen aan de criteria van een depressieve stoornis. Men spreekt van een subklinische depressie wanneer sprake is van 1 kernsymptoom (depressieve stemming of interesseverlies) en in totaal 2-4 symptomen (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire richtlijnen GGZ, 2005). Een subklinische depressie gaat ook gepaard met aanzienlijke beperkingen in het sociaal en maatschappelijk functioneren en daarmee met aanzienlijke (im)materiële kosten (Smit, 2006). Subklinische depressieve klachten zijn een belangrijke voorspeller van een depressie in het daarop volgende jaar (Cuijpers & Smit, 2004). Omdat een subklinische depressie zich goed laat beïnvloeden is het van belang deze tijdig te signaleren en preventieve interventies aan te bieden (Smit et al, 2001). Het verminderen of verhelpen van depressieve klachten draagt bij aan het voorkomen van depressie.
2. Doel van de interventie In de put, uit de put heeft tot doel depressieve klachten bij (oudere) volwassenen te verhelpen of verminderen, waarmee de kans op het ontstaan van een depressie afneemt.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 3
Subdoelen Het verminderen of verhelpen van depressieve klachten wordt mogelijk door het zich eigen maken van verschillende inzichten, vaardigheden en technieken. Na afloop van deelname aan de cursus In de put, uit de put beschikt de cursist over: • Inzicht in het ontstaan van depressieve klachten en het verband tussen denken, doen en voelen. • Technieken om beter te ontspannen. • Technieken om meer plezierige activiteiten te ondernemen en te plannen. • Technieken om piekeren te verminderen. • Vaardigheid in constructief denken: het opsporen van gedachten die de stemming verslechteren en deze veranderen in gedachten die de stemming verbeteren. • Vaardigheid in het omgaan met problemen die mogelijk worden ondervonden in contacten met anderen. • Meer assertiviteit door gedachten en gevoelens te uiten, op te komen voor zichzelf en daarbij rekening te houden met anderen. • Vaardigheid om het geleerde in de cursus vast te houden in de toekomst.
3. Doelgroep van de interventie 3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? De cursus is bedoeld voor (oudere) volwassenen met een subklinische depressie. In de put, uit de put volwassenen is bedoeld voor mensen in de leeftijd van 18 jaar en ouder. In de put,uit de put 55+ is gericht op oudere volwassenen van 55 jaar en ouder. De ernst van de depressieve klachten wordt vastgesteld met de Centre for Epidemiological Studies Depression Scale (CES-D). Een score van 16 of hoger is daarbij indicatief voor de aanwezigheid van een klinische depressie. 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Mensen die zich aanmelden voor de cursus worden eerst gescreend door middel van een kennismakingsgesprek. Bij de beoordeling of iemand deel kan nemen aan de cursus zijn de volgende inclusie- en exclusiecriteria richtinggevend. Inclusiecriteria zijn: • Gemotiveerd zijn om zelf iets aan de eigen klachten te veranderen. • Voldoende (intellectuele) capaciteiten bezitten om de cursus te volgen: zelfreflectie, zeker abstractievermogen, huiswerk. • Zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren. • In een groep kunnen functioneren, wat wil zeggen dat ze zich kunnen uiten en kunnen luisteren naar anderen. Criteria om mensen uit te sluiten van deelname aan de cursus zijn: • Ernstige depressies (een score van 45 of hoger op de CES-D is een indicatie van een mogelijk ernstige depressie) • Bipolaire stoornissen • Dreigende suïcidaliteit of een crisissituatie • Psychotische kenmerken of verslavingsproblemen • Een andere psychiatrische aandoening op de voorgrond, bijvoorbeeld angststoornissen en obsessiefcompulsieve stoornissen • Ernstige gehoorstoornissen of slechtziendheid • Lees- en/of leermoeilijkheden • Recent verlies van een dierbare en waarbij de depressieve periode deel is van het verwerkingsproces. Medicatie gebruik is geen bezwaar voor deelname. In de praktijk worden deze criteria als richtlijn gebruikt. Uiteindelijk is het aan cursusbegeleiders om in te schatten of iemand de capaciteiten en de mogelijkheden heeft om aan de cursus deel te nemen. Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 4
3.3 Toepassing bij migranten De cursus In de put, uit de put heeft geen speciale faciliteiten om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. In de put, uit de put is één van de versies van de cursus Omgaan met depressie. Van deze laatste cursus bestaat er tevens een variant voor Turkse en Marokkaanse mannen en vrouwen, genaamd Lichte dagen, donkere dagen.
4. Aanpak van de interventie 4.1 Opzet van de interventie De cursus In de put, uit de put voor volwassenen bestaat uit 12 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur en een terugkombijeenkomst 6 weken na afloop van de cursus. De cursus In de put, uit de put 55+ bestaat uit 10 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur en een terugkombijeenkomst 6 weken na afloop van de cursus. Tijdens de cursus (zowel voor volwassenen als voor 55+) komen de volgende onderwerpen (in deze volgorde) aan de orde: • Wat is depressiviteit? • Leren ontspannen • Meer plezierige activiteiten gaan ondernemen • Anders leren denken • Assertiviteit (opkomen voor uzelf) • Resultaten vasthouden Tussen de bijeenkomsten door wordt van deelnemers verwacht dat ze een aantal huiswerkopdrachten maken. Het maken van deze huiswerkopdrachten neemt een belangrijke plaats in aangezien de cursus vooral gericht is op het aanleren van vaardigheden, wat alleen met voldoende oefening in de praktijk bereikt kan worden. Aan het begin van elke bijeenkomst wordt aandacht besteed aan de huiswerkopdrachten en het oefenen in de praktijk. Tevens worden cursisten aan het eind van elke bijeenkomst aangespoord om de in de cursus geleerde vaardigheden zoveel mogelijk in de praktijk toe te passen. Per cursus wordt een maximum aantal van 8-10 deelnemers aanbevolen. De cursus vindt over het algemeen plaats bij GGZ-instellingen. Een klein gedeelte van de cursussen wordt buiten een GGZ-instelling aangeboden. Bijvoorbeeld een bibliotheek, buurt-/wijkhuis, algemeen maatschappelijk werk of thuiszorg, Stichting Welzijn Ouderen of verzorgingshuizen. In principe is elke locatie geschikt waar een ruimte beschikbaar is die voldoende privacy biedt en waar bij voorkeur tafels aanwezig zijn, aangezien er veel met cursusmappen gewerkt wordt. 4.2 Inhoud van de interventie In de put, uit de put voor volwassenen De thema's per bijeenkomst van de cursus voor volwassenen is als volgt: 1. Depressiviteit Tijdens de eerste bijeenkomst krijgen cursisten theorie over wat een depressie is, hoe het ontstaat en in stand wordt gehouden, en over de theorie waarop de cursus gebaseerd is (o.a. het Denken-Voelen-Doen model). 2. Een probleem aanpakken De belangrijkste problemen die met depressiviteit te maken hebben worden besproken. Elke cursist kan voor zichzelf bepalen welke problemen voor hem/haar een rol spelen. Cursisten wordt een methode aangeleerd om problemen aan te pakken. 3. Leren ontspannen De cursist leert de relatie tussen depressiviteit en stress, gaat na in hoeverre hij/zij zelf problemen met ontspannen heeft, en leert verschillende technieken om te ontspannen. 4. Plezierige activiteiten 5. Meer plezierige activiteiten Bijeenkomst 4 en 5 gaan over de relatie tussen plezierige activiteiten en stemming. De cursist leert wat verschillende soorten plezierige activiteiten zijn en manieren om meer plezierige activiteiten te ondernemen. Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 5
6. Denkpatronen 7. Denkpatronen doorbreken 8. Constructief denken. In deze drie bijeenkomsten leert de cursist welke effecten gedachten hebben op de stemming. In bijeenkomst 6 ligt de nadruk op het herkennen van storende en positieve gedachten. In bijeenkomst 7 en 8 leert de cursist technieken waarmee hij/zij storende gedachten kan verminderen, positieve gedachten kan doen toenemen en constructiever te denken volgens de ABC-methode (A. Gebeurtenis -> B. Interpretatie -> C. Emotionele gevolgen). 9. Sociale vaardigheden. 10. Sociale vaardigheden in de praktijk Omdat mensen die depressief zijn vaak te maken hebben met (een gebrek aan) sociale vaardigheden en vaak minder actief zijn in sociale situaties, wordt er in bijeenkomst 9 aandacht besteed aan assertiviteit. In bijeenkomst 10 worden een aantal methoden om assertiever gedrag aan te leren besproken en wordt er aandacht besteed aan de eigen presentatie. 11. Uw winst behouden De balans wordt opgemaakt. Wat heeft de cursist tot nu toe geleerd en hoe kunnen deze geleerde vaardigheden na de cursus gebruikt blijven worden? Tevens wordt het belang onderstreept om de eigen stemming te blijven monitoren en wordt gekeken naar hoe om te gaan met toekomstige belangrijke gebeurtenissen die een depressie zouden kunnen uitlokken. 12. Een toekomstplan maken Om te voorkomen dat cursisten na de cursus terugvallen, wordt in bijeenkomst 12 een aantal tips en ideeën aangereikt waarmee de cursist op de lange termijn het geleerde vast kan houden. Tenslotte maakt elke cursist een persoonlijk toekomstplan, met daarin zijn/haar belangrijkste probleemgebieden, korte en lange termijn doelen m.b.t. deze probleemgebieden en een eigen motto (korte, positieve zin die omschrijft wat van belang is bij het voorkómen van depressiviteit). In de put, uit de put voor 55+ De opzet en inhoud van de cursus voor 55+ komt in grote lijnen overeen met de cursus voor volwassenen. Op basis van praktijkervaring is de cursus ingekort tot 10 bijeenkomsten en wat betreft de inhoud zijn voorbeelden, tips en ideeën aangepast op de oudere doelgroep. Ook de uitgebreidheid van de opdrachten binnen de volwassenen cursus bleek minder geschikt voor ouderen. Daarom zijn bepaalde opdrachten ingekort en versimpeld. Een aantal onderwerpen hebben een uitgebreidere uitleg gekregen, omdat ouderen daarbij meer moeite leken te hebben om de stof goed te begrijpen. Tenslotte heeft de cursusmap voor 55+ een groter lettertype. De thema's per bijeenkomst van de cursus voor 55+ is als volgt, waarbij een aantal verschillen met de volwassenen cursus zijn aangegeven: 1. Depressiviteit Het bespreken van de belangrijkste problemen die met depressiviteit te maken hebben komt in deze bijeenkomst aan bod. Tevens is er aandacht voorgebruik van medicatie. 2. Spanning en ontspanning De theorie over (ont)spanning is wat eenvoudiger gemaakt en er worden alternatieve manieren van ontspanning genoemd, zoals muziek luisteren of regelmatig bewegen. 3. Plezierige activiteiten en uw stemming 4. Meer plezierige activiteiten Er wordt uitgebreider stil gestaan bij de verschillende belemmeringen voor het ondernemen van plezierige activiteiten, andere invloeden op de stemming en het belang van contact met anderen. De oefening om meer plezierige activiteiten te plannen is wat vereenvoudigd. 5. Denken en uw stemming Binnen de cursus voor ouderen wordt de relatie tussen denken en de stemming uitgebreider uitgelegd aan de hand van het GGG-schema en de top-4 van negatieve denkpatronen. 6. Denkpatronen doorbreken Naast twee technieken om denkpatronen te doorbreken die ook bij de volwassenen cursus aan bod komen, wordt er nog een derde techniek behandeld die goed aansluit op de theorie van het GGGHet samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 6
7. 8.
9.
10.
schema. Een techniek waarbij aan de hand van 4 vragen de negatieve gedachte uitgedaagd en naar een positieve gedachte omgezet word. Positief denken Assertiviteit De vragenlijst om de eigen assertiviteit te meten is versimpeld in de cursus voor 55+. En het stappenplan om meer assertief gedrag te vertonen komt iets eerder aan bod dan in de volwassenen cursus. Assertiviteit in de praktijk Het aantal en de omvang van de opdrachten zijn sterk ingeperkt in deze bijeenkomst. Wel worden dezelfde verschillende technieken besproken als in de volwassenen cursus. Er is in de cursus voor 55+ geen aandacht voor de eigen presentatie. Uw winst behouden Hierbinnen is wat minder aandacht voor het stellen van korte en lange termijn doelen en meer op het voorkomen van terugval en de rol van toekomstige belangrijke gebeurtenissen.
Opdrachten (volwassenen en 55+) Na elke bijeenkomst zijn er een aantal opdrachten waar de cursist thuis mee aan de slag gaat. Daarbij zijn er een aantal extra opdrachten gegeven voor cursisten die iets dieper op bepaalde onderwerpen en vaardigheden in willen gaan. Een opdracht die bij de cursus voor volwassenen elke week terugkomt is de "Hoe voel ik me per dag"-opdracht. Hierbij geeft de cursist elke dag met een cijfer aan hoe hij/zij zich die dag voelt, met eventueel daarbij een toelichting. Aan de hand van deze opdracht kan een cursist zijn/haar stemming meten en wordt eventuele vooruitgang inzichtelijk gemaakt. Tijdens de cursus worden cursisten aangespoord om eenmaal uitgevoerde oefeningen gedurende en na afloop van de cursus te blijven herhalen. Hoe vaker geoefend wordt met een bepaalde vaardigheid, hoe groter de kans dat de cursist deze vaardigheid zich eigen maakt en het effect ook na afloop van de cursus stand zal houden. Aan het begin van elke bijeenkomst wordt er aandacht besteed aan de huiswerkopdrachten en de in de praktijk geoefende vaardigheden.
5. Materialen en links
Cursusmap In de put, uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen. Te bestellen bij HB Uitgevers. Kosten: € 27,75 (prijs 2009). Cursusmap In de put, uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen 55+. Te bestellen bij HB Uitgevers. Kosten: € 27,75 (prijs 2009). Voordouw, I., Kramer, J., Cuijpers, P. (2002). De cursus In de put, uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen. Een handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus voor volwassenen en 55+. Te bestellen bij het Trimbos-instituut o.v.v. bestelnummer AF0431. Kosten: € 40,50 (prijs 2009). De handreiking voor coördinatoren en begeleiders bevat het draaiboek voor cursusbegeleiders van zowel de cursus voor volwassenen als de cursus voor 55+.
Binnen de cursus In de put, uit de put zijn geen aparte materialen voor migranten, aangezien er voor deze groep een aparte cursus, met bijbehorende materialen, bestaat genaamd Lichte dagen, donkere dagen.
6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak De onderbouwing voor de cursus voor volwassenen is gelijk aan de onderbouwing voor de cursus voor 55+. De twee cursussen verschillen in de uitwerking van de opdrachten en de uitleg van de verschillende gebruikte theorieën, niet in de onderliggende werkzame mechanismen en de onderbouwing hiervan. Probleemanalyse Uitgangspunt van veel theoretische modellen is dat een depressie ontstaat door een complex samenspel van biologische, sociale en psychologische factoren (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire richtlijnen GGZ, 2005). Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 7
Hierbij wordt verondersteld dat mensen een kwetsbaarheid voor depressie hebben of kunnen ontwikkelen. Deze kwetsbaarheid kan ontstaan door bijvoorbeeld genetische aanleg of een ongunstige opvoedingssituatie waarbij optimale hechting aan een of beide ouders ontbreekt (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire richtlijnen GGZ, 2005; Smit, 2006). Goodman & Gotlib (1999) geven aan dat een dergelijke kwetsbaarheid zich kan manifesteren op psychobiologisch, cognitief, affectief en gedragsmatig domein. Op affectief gebied is dit bijvoorbeeld een hoge stressgevoeligheid en op gedragsmatig gebied zijn dit inadequate sociale en cognitieve vaardigheden. Ook ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een dierbare of chronische stress, kunnen het risico op het ontwikkelen van een depressie verhogen (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire richtlijnen GGZ, 2005). Of er daadwerkelijk een depressie optreedt, hangt samen met bufferfactoren zoals sociale steun en adaptieve cognitieve en sociale vaardigheden en een goede lichamelijke gezondheid. Beïnvloedbare factoren Er bestaat niet één oorzaak van depressie; het gaat altijd om een combinatie van elkaar beïnvloedende determinanten van zowel biologische, sociale als psychologische aard. Smit (2007) beschrijft dat onder andere met de volgende factoren volwassenen zich kunnen beschermen tegen het ontstaan van depressie: Begrip, kennis van depressie en wat eraan gedaan kan worden Een gevoel van controle, het versterken van de interne locus of control Het plannen van en deelnemen aan plezierige activiteiten Zelfinzicht, een realistische zelfwaardering en zelfvertrouwen Goede interpersoonlijke relaties Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Uit een meta-analyse (Smit et al, 2006) blijkt dat selectieve preventieve interventies effectief zijn in het verminderen van het ontstaan van nieuwe gevallen van depressie. In 5 van de 7 gebruikte studies was de onderzochte interventie gebaseerd op de cognitieve gedragstherapie (Omgaan met depressie). De interventies in de overige twee studies waren gebaseerd op de probleemoplossende therapie en interpersoonlijke counseling. Vijf studies waren gericht op volwassenen en ouderen, en drie studies waren in Nederland uitgevoerd. In de put, uit de put is een preventieve cursus met het doel depressieve klachten bij (oudere) volwassenen te verhelpen of te verminderen en daarmee de toename van klachten dan wel een depressieve stoornis te voorkomen. Deze cursus is gebaseerd op de Amerikaanse cursus Coping with Depression, die reeds op vele manieren is toegepast en uitgebreid is onderzocht op effectiviteit. Cuijpers et al (2009) beschrijven in een recent artikel de geschiedenis van deze cursus en 25 gecontroleerde gerandomiseerde en vergelijkende onderzoeken naar de Coping with Depression-cursussen. Uit dit artikel blijkt dat deze cursus effectief is in het verminderen van depressieve klachten en het voorkomen van het ontstaan van een depressie in verschillende doelgroepen en settings (waaronder volwassenen en ouderen in Nederland). Wat betreft de opzet, de gebruikte theorieën, technieken en methoden, en de volgorde van de verschillende onderdelen/onderwerpen, komt de cursus In de put, uit de put overeen met de Coping with Depression Course. De teksten en voorbeelden zijn aangepast aan de Nederlandse doelgroep. De in de cursus gebruikte methodieken zijn voornamelijk gebaseerd op de sociaal leren theorie (Bandura 1977). Deze theorie gaat ervan uit dat depressie en depressieve klachten samengaan met een afname in plezierige activiteiten en een toename in onplezierige interacties tussen de persoon en zijn/haar omgeving(Lewinsohn e.a. 1979). Gedachten en gevoelens zijn, net als gedrag, volgens deze theorie aangeleerd. Iemand met depressieve klachten heeft disfunctionele manieren van denken en voelen aangeleerd. Door het aanleren van andere manieren van denken en doen kunnen ook de depressieve klachten afnemen. Technieken die in de cursus gebruikt worden zijn, naast de sociaal leren theorie, ontleend uit de cognitieve therapie van Beck (Beck e.a. 1979), sociale vaardigheidstraining (Sanchez, Lewinsohn & Larson, 1980; Teri & Leitenberg, 1979; Zeiss, 1977) en de probleemoplossende therapie (McLean & Hakstian, 1979). De meeste technieken zijn gebaseerd op elementen uit cognitieve gedragstherapeutische inzichten. Cognitieve gedragstherapie is gericht op het verduidelijken van de relatie tussen gedachten, gevoelens en gedrag, het ontdekken en veranderen van negatieve denkpatronen en het stimuleren van het ondernemen van meer (plezierige) activiteiten (Gerrits et al., 2007). Het idee achter de cognitieve gedragstherapie is dat je door het veranderen van de cognities (gedachtenpatronen) en/of het gedrag van een persoon de gevoelens van deze persoon ook kan Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 8
beïnvloeden. Uit vergelijkend onderzoek naar bovengenoemde therapieën bleek dat deze behandelvormen allemaal even effectief zijn in het verhelpen en/of verminderen van depressieve klachten (Lewinsohn et al., 1984). De technieken uit deze verschillende theorieën en de door Smit (2007) genoemde beïnvloedbare factoren komen binnen de cursus als volgt aan bod. Om het begrip over depressie te vergroten krijgt de cursist inzicht in het ontstaan van een depressie en het verband tussen denken, doen en voelen. Cursisten krijgen daarmee een duidelijke verklaring voor de depressieve klachten en de boodschap dat zij daar zelf iets aan kunnen doen. Het inzicht dat je zelf invloed kunt uitoefenen en daarmee controle krijgt op depressieve klachten blijkt een belangrijke component van effectieve interventies gericht op depressieve klachten (Lewinsohn et al, 1984). Vervolgens leert de cursist technieken om te ontspannen, om meer plezierige activiteiten te ondernemen en om het piekeren te verminderen. Dit zijn technieken uit de cognitieve gedragstherapie en de sociaal leren theorie. Door het toepassen van deze vaardigheden ervaart de cursist dat hij controle kan uitoefenen op zijn eigen gedrags- en denkpatronen die van invloed zijn op zijn depressieve klachten. Op deze manier wordt dus het gevoel van controle vergroot en daardoor neemt het zelfvertrouwen toe. Een andere techniek, een effectief gebleken component uit de cognitieve therapie, die de cursisten leren, is het opsporen van gedachten die de stemming verslechteren en deze te veranderen in gedachten die de stemming verbeteren (Lewinsohn et al, 1984). Het kunnen herkennen van de eigen denkpatronen is een vorm van zelfinzicht. Cursisten leren verschillende sociaal vaardigheidstechnieken die het zelfvertrouwen en de interpersoonlijke relaties versterken. De assertiviteit wordt verhoogd door gedachten en gevoelens te uiten, op te komen voor zichzelf en daarbij rekening te houden met anderen. Het aanleren of versterken van sociale vaardigheden werkt bevorderend voor de interpersoonlijke relaties en heeft een positief effect op depressieve klachten (Lewinsohn et al, 1979).
7. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 7.1 Eisen ten aanzien van opleiding De volgende eisen wat betreft kennis en vaardigheden van cursusbegeleiders worden in de handreiking genoemd: Professional met HBO- of universitair opleidingsniveau De uitgangspunten en (cognitief gedragstherapeutische) principes van de cursus worden onderschreven Een coachende rol kunnen aannemen, in plaats van de rol van therapeut Werkervaring met mensen met depressieve klachten Twee- daagse training gevolgd voor het begeleiden van In de put, uit de put of ervaring hebben met vergelijkbare cursussen en technieken Specifiek voor cursusbegeleiders van de cursus voor 55+: Voor de 55+ cursus van In de put, uit de put is het van belang dat de begeleider affiniteit met deze doelgroep heeft. Verder zijn kennis van de fysieke, psychologische en sociale gevolgen van het ouder worden én ervaring in het werken met ouderen van tenminste een van de begeleiders onontbeerlijk. Cursusbegeleiders moeten er rekening mee houden dat de presentatie van onderwerpen bij ouderen meestal meer tijd in beslag neemt dan bij volwassenen. 7.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie In de handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus In de put, uit de put voor volwassenen en 55+ staat uitgebreide informatie beschreven over de praktische zaken en vragen voor diegenen die de cursus willen gaan organiseren. De handreiking bevat draaiboeken die cursusbegeleiders kunnen gebruiken voor de uitvoering van de cursus In de put, uit de put voor volwassenen en In de put, uit de put voor 55+. Deze draaiboeken bevatten een programma per cursusbijeenkomst met adviezen voor cursusbegeleiders. Daarnaast gebruiken cursusbegeleiders dezelfde materialen als de cursisten: de cursusmap voor volwassenen en de cursusmap voor 55+. Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 9
7.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking In de bijlage van de handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus is een checklist voor de kwaliteit van de uitvoering van de cursus opgenomen. Daarin worden, gebaseerd op het model van de Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ), de volgende aspecten in onderscheiden: • Het primaire proces (werving) / eerste contact / aanmelding / kennismakingsgesprek / uitvoering van de cursus / eindevaluatie / nazorg • Beleid en organisatie • Cursuscoördinator- en begeleiders • Locatie en cursusmateriaal • Onderzoek en ontwikkeling • Beheer van de cursistengegevens Tevens is er een logboek als bijlage opgenomen, waarin cursusbegeleiders de volgende informatie kunnen vastleggen: Algemene informatie over de cursus Informatie over de cursisten (aanwezigheid, huiswerk gemaakt en scores op de CES-D op verschillende momenten) Belangrijke gebeurtenissen tijdens bijeenkomsten Evaluatieformulier voor cursusbegeleiders. Beide instrumenten kunnen de coördinatoren en begeleiders gebruiken voor kwaliteitsbewaking van de uitvoering van de cursus binnen de eigen instelling/organisatie. Alle GGZ-instellingen die de interventie uitvoeren hebben een HKZ erkenning. 7.4 Kosten van de interventie De kosten van de interventie zijn onder te verdelen in de volgende kostenposten (2009): Materiaal: Handreiking coördinatoren en begeleiders € 40,50 Cursusmap volwassenen € 27,75 Cursusmap 55+ € 27,75 Twee- daagse training voor begeleiders: € 505,00 Personele kosten (= uurtarief cursusbegeleider maal hieronder aangegeven tijdsinvestering) Voor wat betreft de tijdsinvestering kan, op basis van 2 cursusbegeleiders en 12 deelnemers, globaal uitgegaan worden van de volgende benodigde tijd: Werving: 20 uur Voorbereiding: 12 uur per begeleider (24 uur per begeleider indien de training nog gevolgd dient te worden) Kennismakingsgesprekken: 12 uur per begeleider Uitvoering cursus voor volwassenen: 52 uur per begeleider (4 uur per bijeenkomst x 12 bijeenkomsten en 1 terugkombijeenkomst) Uitvoering cursus voor 55+: 44 uur per begeleider (4 uur per bijeenkomst x 10 bijeenkomsten en 1 terugkombijeenkomst) Administratieve zaken: 4 uur per begeleider De eerste keer dat de cursus georganiseerd wordt kost dit meestal extra tijd. Cursusbegeleiders moeten getraind en ingewerkt worden en er moeten vaak extra inspanningen voor de werving gedaan worden. Op basis van 12 deelnemers komt de totale tijdsinvestering op 196 uur voor twee cursusbegeleiders die zich nog helemaal moeten inwerken en 148 uur voor vervolgcursussen.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 10
8. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Voordouw & Kramer, 2001. In de periode 1999 tot eind 2001 heeft er een evaluatie en monitor plaatsgevonden naar het Implementatieproject van de cursus In de put, uit de put. Er zijn twee sets van vragenlijsten gestuurd met betrekking tot de cursus voor volwassenen en de cursus voor ouderen aan alle ambulante/geïntegreerde GGZ-instellingen. Over de volwassenencursus zijn 49 vragenlijsten (respons 89 %) ontvangen, over de ouderencursus 46 (respons 85 %). Belemmerende factoren bij de start met of voortzetting van de cursus: Regelmatig werd genoemd dat de prioriteiten voor het inzetten van beschikbare capaciteit elders liggen. Bij de volwassenencursus werd een paar keer aangegeven dat er andere activiteiten worden uitgevoerd voor mensen met depressieve klachten. Voor zover bekend betreft het hier activiteiten die door de instellingen zelf zijn ontwikkeld en die goed lopen. Andere factoren die spelen bij het stoppen met de cursus is dat men niet tevreden is over de cursus, er problemen met de werving zijn en er te weinig personeel is. Bevorderende factoren bij het starten of voortzetten van de cursus: Genoemde factoren zijn de omvang van de depressieproblematiek, dat de cursus past binnen het preventiebeleid van de instelling en dat er vraag naar is. Tevens spelen factoren betreffende de cursus zelf een rol: de effectiviteit, de goede inhoud, de positieve ervaringen elders, het aanbod voor een groep, het groepswerk en het plezier dat de cursusbegeleiders hebben in het geven van de cursus. Tenslotte spelen de beschikbaarheid van cursusmateriaal, trainingen en ondersteuning vanuit het Implementatieproject een rol. Waardering van cursuscoördinatoren en cursusbegeleiders van het Implementatie-project (niet de cursus zelf): Rond de 40% heeft een cijfer aan het project gegeven met een gemiddelde van 7,5. Kenmerken van de cursussen die in 1999 zijn gegeven Er zijn gegevens verzameld over 55 volwassenencursussen, uitgevoerd door 27 GGZ-instellingen. Van 52 ouderencursussen zijn gegevens verzameld, uitgevoerd door 30 GGZ-instellingen. Bij de volwassenen cursus zijn er in totaal 531 deelnemers gestart, waarvan 442 deelnemers de hele cursus hebben afgemaakt. Bij de 55+ cursus ging het om 453 deelnemers bij aanvang en 380 deelnemers bij afronding van de cursus. Dat betekent dat gemiddeld ongeveer 17% van de volwassenen en ongeveer 14% van de 55+-ers voortijdig stopt met de cursus. Dit is laag ten opzichte van gegevens die bekend zijn uit de therapeutische setting. Gegevens over deelnemers aan de cursus: Zestien verschillende GGZ-instellingen hebben in totaal gegevens verzameld van 136 volwassenen deelnemers (gemiddelde leeftijd: 44 jaar, 72,8% vrouw) en 105 55+ deelnemers (gemiddelde leeftijd: 63,5 jaar, 71,4% vrouw) verzameld. Ruim 70% van de deelnemers loopt langer dan een jaar met de klachten rond en meer dan 80% heeft al eerder een behandeling gehad voor psychische of sociale problemen. Zowel bij de volwassenen als 55+ zijn de depressie klachten na afloop van de cursus significant gedaald (p<0.001). Het rapportcijfer van deelnemers aan de volwassenen cursus was gemiddeld 7,9 (SD=0,9) voor de cursus en 8,5 (SD=0,8) voor de cursusleiders. De deelnemers aan de 55+ cursus gaven de cursus gemiddeld een 7,8 (SD=1,0) en de cursusleiders een 8,6 (SD=0,8). Wat betreft de volwassenen cursus vindt 90% van de deelnemers de cursus een aanrader en 9% zegt de cursus misschien aan te raden. Bij de cursus voor 55+ vindt 76% van de deelnemers de cursus een aanrader en 22% zegt de cursus misschien aan te raden.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 11
9. Nederlandse effectstudies 9.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Allart, Hosman, Hoogduin & Schaap, 2003 en 2007 Opzet RCT onderzoek naar de korte en lange termijn effecten op de mate van depressieve symptomen en de incidentie van depressieve episodes van de groepsinterventie In de put, uit de put. In totaal werden 110 proefpersonen met subklinische depressieve klachten gerandomiseerd toegekend aan de groepsinterventie (n=68) en een assessment-en-advies controle groep (n=42). Er werden zeven groepscursussen uitgevoerd, met elk 8 tot 11 deelnemers. De Beck Depressie Inventarisatievragenlijst (BDI) werd tijdens een voormeting en nametingen 1, 6 en 12 maanden na de interventie afgenomen om de mate van depressieve symptomen te meten. Daarnaast werd gekeken in hoeverre deelname aan de cursus In de put, uit de put een effect had op zelfwaardering (NPV-ZW), frequentie van sociale steun (SSL-I), ervaren sociale steun (SSL-P), sociale vaardigheden (SIG), ondernemen van leuke activiteiten (PES-MR) en het aantal negatieve gedachten (ATQ). Resultaten De resultaten over de korte termijn effecten zijn gebaseerd op 102 proefpersonen die zowel de voor- als nameting hebben ingevuld (n=61 voor de groepsinterventie en n=41 voor de controlegroep). De klachten, zoals gemeten met de BDI, verminderden significant meer bij proefpersonen die deelnamen aan de groepsinterventie (T2 (2,102)=6.46, p=.04). De effectgrootte voor de groepsinterventie was ES=0.80. In vergelijking met de controle groep, werd er een significant groter effect gevonden van de groepsinterventie op negatieve gedachten (ATQ: t=-2.16, p=.033, ES=0.39), leuke activiteiten (PES: t=-2.06, p=.042, ES=0.33), zelfwaardering (NPV-ZW: t=2.19, p=.031, ES=0.33), sociale vaardigheden (SIG: t=-2.79, p=.006, ES=0.33) en de frequentie van sociale steun (SSL-I: t=-2.16, p=.033, ES=0.29). De resultaten over de lange termijn effecten zijn gebaseerd op 104 proefpersonen. Op de lange termijn werd er een significante vermindering waargenomen van de subklinische klachten, zoals gemeten met de BDI, zowel na 6 maanden (F(1,85)=9.30, p=0.003) als na 1 jaar (F(1,85)=4.62, p=0.034). Wanneer de proefpersonen verdeeld werden op basis van de mediaan van de pre-test BDI-score in een groep met een hoge mate en een groep met een lage mate van depressieve symptomen (BDI >14 en BDI≤14), dan bleek de significante vermindering in depressieve symptomen zich alleen voor te doen bij de groep die bij aanvang van de cursus een lage mate van depressieve symptomen had (na 6 maanden: F(1,83)=6.8, p<0.011 en na 1 jaar: F(1,83)=6.6, p<0.01). De cursus In de put, uit de put bleek na 1 jaar follow-up geen invloed te hebben op de incidentie van een depressieve episode. Zowel in de experimentele als de controle groep ontwikkelde ongeveer een kwart van de deelnemers een depressieve episode tijdens de follow-up periode (27,3% en 25% respectievelijk). Hierbij was er geen verschil tussen de groep met bij aanvang een hoge of een lage mate van depressieve symptomen. Spek, Nyklícek, Smits, Cuijpers, Riper, Keyzer en Pop, 2007 en Spek, Cuijpers, Nyklícek, Smits, Riper, Keyzer en Pop, 2008 Opzet RCT onderzoek waarin de effectiviteit van de internetinterventie Kleur je Leven op korte en lange termijn wordt vergeleken met effectiviteit van de groepsinterventie In de put, uit de put en een wachtlijst controlegroep. In totaal werden 301 proefpersonen van 50 jaar en ouder en met milde depressieve klachten gerandomiseerd toegekend aan de internetinterventie (n=102), de groepsinterventie (n=99) en een wachtlijst controlegroep (n=100). Mensen met een depressieve stoornis werden geëxcludeerd. Het verschil tussen de voormeting en de nametingen 10 weken en 1 jaar na afloop van de cursus werd gemeten met behulp van scores op de Beck Depressie Inventarisatievragenlijst (BDI). Resultaten Alle drie de groepen resulteerden op korte termijn in een vermindering van de depressie klachten, zoals gemeten met de BDI. De effectgrootte (Cohen’s d) bij de wachtlijst controlegroep was 0.45, bij de groepsinterventie 0.65 en bij de internetinterventie 1.00. Analyse met Helmert contrasten, lieten bij de nameting van 10 weken Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 12
na afloop van de cursus een significant verschil zien tussen de wachtlijst en de beide interventies (p=0.04). Het verschil in het effect op de vermindering van depressieve klachten tussen de internet en de groepsinterventie was zowel 10 weken na de cursus als 1 jaar na de cursus niet significant (na 10 weken: p=0.62; na 1 jaar: p=0.08). Een jaar na afloop van de cursus werden de volgende effectgroottes (Cohen’s d) gevonden: 0.62 voor de groepsinterventie, 1.22 voor de internet interventie en 0.69 voor de wachtlijst controlegroep. Bij het feit dat de effectgrootte van de groepsinterventie vergelijkbaar is met die van de wachtlijst controlegroep zijn 2 kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste hadden de deelnemers aan dit onderzoek zich aangemeld voor de internetinterventie. Het feit dat sommige deelnemers in een groepsinterventie geplaatst werden kan teleurstelling veroorzaakt hebben. In hoeverre dit ook invloed heeft gehad op de (lange termijn) effecten van de cursus is niet duidelijk. Ten tweede is er niet gecontroleerd op het eventueel volgen van behandeling of een andere vorm van hulp of ondersteuning door proefpersonen in de wachtlijst controlegroep. Mogelijk hebben zij tijdens de follow-up periode andere vormen van hulp ontvangen, wat het effect binnen deze groep kan verklaren. Conclusie van dit onderzoek is dat de groepsinterventie In de put, uit de put (evenals de daarop gebaseerde internetinterventie) op korte termijn een redelijk groot effect had op de vermindering van depressie klachten in een doelgroep van (oudere) volwassenen met een subklinische depressie. De effectgrootte was een jaar na afloop van de cursus (d=0.65) vrijwel gelijk aan het effect 10 weken na afloop van de cursus (d=0.62). Echter, het effect op de lange(re) termijn was in dit onderzoek niet groter dan het lange termijn effect bij de wachtlijst controlegroep. Haringsma, Engels, Cuijpers & Spinhoven, 2006 Opzet Een RCT naar de effecten van de 55+ cursus op de mate van depressieve klachten. In totaal waren van 110 proefpersonen gegevens beschikbaar van de voor- en nameting. Daarvan waren er 52 toegewezen aan groepsinterventie In de put, uit de put 55+ en 58 aan een wachtlijst controlegroep. Zowel proefpersonen met een klinische depressie (gemeten met de MINI), als proefpersonen met subklinische depressieve klachten werden tot de studie toegelaten en werden bij randomisatie zoveel mogelijk gelijk over de verschillende condities verdeeld. Metingen vonden plaats voorafgaand, direct na en 2 en 14 maanden na de interventie. Depressieve klachten werden gemeten met de CES-D. Resultaten De groepsinterventie In de put, uit de put had een significant effect op de afname van depressieve klachten, zoals gemeten met de CES-D, in vergelijking met de wachtlijst controlegroep. Dit gold zowel voor de totale groep als voor de groep met subklinische klachten en de groep met een klinische depressie (p<0.05). De 'between-group' effectgrootte, ten opzichte van de controlegroep, voor de totale groep was d=0.49 en voor de groep met subklinische klachten d=0.30. Deze laatste effectgrootte komt overeen met een gemiddelde effectgrootte uit andere studies naar depressie preventie interventies onder ouderen. Resultaten van de follow-up 14 maanden na de interventie zijn gebaseerd op proefpersonen die de groepsinterventie hadden gevolgd (n=42 totaal, waarvan n=26 met subklinische depressie klachten). 'Within-group' effectgroottes gemeten direct na de interventie (d=.70 voor de totale groep en d=0.50 voor de groep met subklinische klachten) bleken over een periode van 14 maanden stand te houden. Na 14 maanden was de 'withingroup' effectgrootte van de interventie op afname van depressieve klachten d=.54 voor de totale groep en d=0.50 voor de groep met subklinische klachten. 9.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Studie 1 Auteurs: Allart-van Dam, E., Hosman, C.M.H., Hoogduin, C.A.L., Schaap, C.P.D.R. Jaar: 2003 & 2007 Onderzoekstype: Randomized controlled trial met follow up Belangrijkste resultaten: Subklinische depressieve klachten van deelnemers aan de cursus In de put, uit de put waren significant verminderd vergeleken met een controle groep direct na afloop van de cursus. Bij 6 en 12 maanden na afloop van de cursus hadden deelnemers met een aanvankelijke BDI-score van 14 of lager signifiHet samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 13
cant minder depressieve symptomen dan bij de voormeting. Deze afname was niet aanwezig in de controlegroep. De cursus In de put, uit de put had geen invloed op de incidentie van depressieve episodes bij 12 maanden follow-up. Bewijskracht van het onderzoek: 7 Resultaten effectiviteit: 1 Studie 2 Auteurs: Spek, Nyklícek, Smits, Cuijpers, Riper, Keyzer en Pop Jaar: 2007 Auteurs: Spek, Cuijpers, Nyklícek, Smits, Riper, Keyzer en Pop Jaar: 2008 Onderzoekstype: Randomized controlled trial met follow-up Belangrijkste resultaten: Subklinische depressieve klachten van deelnemers aan de cursus In de put, uit de put waren significant verminderd direct na afloop van de cursus vergeleken met een controle groep. Er was geen verschil in afname van depressieve klachten in vergelijking met de internetvariant van deze cursus. De effectgroottes van de groepsinterventie 10 weken en 1 jaar na de cursus waren 0.65 en 0.62 respectievelijk. Bewijskracht van het onderzoek: 7 Resultaten effectiviteit: 1 Studie 3 Auteurs: Haringsma, Engels, Cuijpers & Spinhoven Jaar: 2006 Onderzoekstype: Randomized controlled trial met follow-up Belangrijkste resultaten: Deelnemers (zowel met een klinische depressie als met subklinische depressie klachten) aan de groepsinterventie In de put, uit de put 55+ lieten een significant grotere afname in depressieve klachten zien direct na de interventie in vergelijking met een controlegroep. 'Within-group' effectgroottes gemeten direct na afloop van de interventie bleven gehandhaafd bij een follow-up van 14 maanden (0.54 voor de totale groep en 0.50 voor de groep met subklinische depressie klachten. Bewijskracht van het onderzoek: 6 Resultaten effectiviteit: 1
10. Buitenlandse effectstudies Cuijpers, Muñoz, Clarke & Lewinsohn, 2009 In deze meta-analyses wordt gekeken naar 25 studies waarin het effect is gemeten van verschillende varianten van de cursus Omgaan met depressie voor diverse doelgroepen en verschillende settings. Overall blijkt de toepassing van de cursus een gunstig effect te hebben op het verminderen van depressieve klachten. Binnen zes studies werd onderzocht of de face-to-face cursus de ontwikkeling van een depressieve stoornis kan voorkomen onder doelgroepen met subklinische depressie. Één van deze zes studies is de studie van Allart et al, 2007 naar In de put, uit de put en een andere behelsde de zelfhulp variant van In de put, uit de put met minimale ondersteuning voor volwassenen. De overige studies waren gericht op jongeren en minderheden. De gemiddelde "incidence rate ratio (IRR)" voor deze zes studies was 0.62, wat betekent dat respondenten na afloop van deelname aan de cursus Omgaan met depressie 38% minder kans hadden op het ontwikkelen van een depressieve stoornis in vergelijking met de controle groepen. Conclusie van deze meta-analyse is dat de cursus Omgaan met depressie effectief is in het voorkomen van een depressieve stoornis bij mensen met een subklinische depressie.
11. Toelichting op de naam van de interventie De naam In de put, uit de put geeft aan dat iemand die in de put is geraakt, net zo goed weer uit de put kan komen. Het heeft daarmee een positieve invalshoek. De cursus begint met deelnemers een visie verschaffen van hoe depressie ontstaat en de relatie tussen denken, voelen en doen die hierbij centraal staat (het in de put Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 14
raken). De rest van de cursus is erop gericht deelnemers vaardigheden aan te leren om depressieve klachten te verminderen (uit de put komen). De Engelstalige variant van deze cursus is de Coping with depression course. Ook in Nederland wordt soms gebruik gemaakt van de naam Omgaan met depressie.
12. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) In de put, uit de put wordt doorgaans uitgevoerd door GGZ-instellingen. Meestal ligt de coördinatie en organisatie bij de preventieafdelingen: de uitvoering gebeurt samen met de curatieve afdelingen. Bij de uitvoering staat het de instellingen vrij om samenwerkingsrelaties aan te gaan met relevante organisaties in de regio. Voorbeelden hiervan zijn algemeen maatschappelijk werk en thuiszorg. In 2008 werd de cursus In de put, uit de put voor volwassenen aangeboden door 18 GGZ-instellingen. De cursus voor 55+ werd door 14 GGZ-instellingen aangeboden. Met de in 2008 gegeven cursussen voor volwassenen zijn in totaal 507 mensen bereikt. Met de in 2008 gegeven cursussen voor 55+ waren dat in totaal 186 mensen.
13. Overeenkomsten met andere interventies De cursus In de put, uit de put is een variant van de cursus Omgaan met depressie. Andere varianten van deze cursus zijn: Kleur je leven. De internetvariant van In de put, uit de put voor (oudere) volwassenen met depressieve klachten. Er zijn twee versies van de cursus beschikbaar, voor 18-55 jarigen en voor 55+. De cursus bestaat uit 8 lessen en 1 opfrisles na 12 weken. De lessen kunnen zelfstandig via het internet worden gevolgd. Het gaat hier dus niet om een groepscursus. Grip op je dip. Een groepscursus voor jongeren met depressie klachten in de leeftijd van 18-25 jaar. Deze cursus bestaat uit 10 bijeenkomsten van ongeveer 2 uur en een terugkombijeenkomst. Een verschil met de cursus voor volwassenen en 55+ is dat er geen aandacht wordt besteed aan ontspanningstechnieken. Er wordt wel aandacht besteed aan twee extra onderwerpen (ontspanning en studieplanning) die afhankelijk van de doelgroep ingezet kunnen worden. Grip op je dip online. Een groepscursus via internet (gesloten, beveiligde chatbox) voor jongeren met depressie klachten in de leeftijd van 16-25 jaar. Deze cursus bestaat uit 6 wekelijkse bijeenkomsten van 1,5 uur met maximaal 6 deelnemers per groep. Lichte dagen, donkere dagen. Een groepscursus voor Turkse en Marokkaanse mannen en vrouwen van 13 wekelijkse bijeenkomsten en 1 terugkombijeenkomst. Binnen deze cursus is specifiek aandacht voor de relatie tussen psychische en lichamelijke klachten en de mogelijke (migratiegebonden) oorzaken van de depressieve klachten. Deze cursus wordt voor mannen en vrouwen gescheiden aangeboden.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 15
14. Aangehaalde literatuur Allart, E., Hosman, C.M.H., Hoogduin, C.A.L., Schaap, G.P.D.R. (2003). The Coping With Depression Course: Short-Term Outcomes and Mediating Effects of a Randomized Controlled Trial in the Treatment of Subclinical Depression. Behavior Therapy, 34, 381-396 Allart, E., Hosman, C.M.H., Hoogduin, C.A.L., Schaap, G.P.D.R. (2007). Prevention of depression in subclinically depressed adults: Follow-up effects on the ‘Coping with Depression’ course. Journal of Affective Disorders, 97, 219–228 American Psychiatric Association (2001). Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR. Lisse: Zwets & Zeitlinger. Bandura, A. (1977). Social learning theory. Englewood Cliffs, New Jersey: Prentice-Hall. Beck, A. T., Rush, A. J., Shaw, B. F., & Emery, G. (1979). Cognitive Therapy of Depression. New York: Wiley. Bijl, R.V., & Ravelli, A.l. (2002). Psychiatric Morbidity, Service Use, and Need for Care in the General Population: Results of the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study. American Journal of Public Health 90, 602-607. Cuijpers, P., & Smit, F. (2004). Sub threshold depression as a risk indicator for major depressive disorder: A systematic review of prospective studies. Acta Psychiatrica Scandinavica, 109, 325-331. Cuijpers, P., Muñoz, R.F., Clarke, G.N. & Lewinsohn, P.M. (2009). Psychoeducational treatment and prevention of depression: The “Coping with Depression” course thirty years later. Clinical Psychology Review, 29, 449-458. Gerrits, R.S., Zanden, R.A.P. van der (2007a). Gripopjedip online. Een CGT-preventiecursus in een chatbox. Kinder- en Jeugdpsychotherapie, 34, 58-70. Gerrits, R.S., Zanden, R.A.P. van der, Visscher, R.F.M., & Conijn, B.P. (2007b). Master your mood online: A preventive chat group intervention for adolescents. Australian e-journal for the Advancement of Mental Health, 6, 1-11. Goodman, S.H., & Gotlib, I.H. (1999). Risk of psychopathology in the children of depressed mothers: a developmental model for understanding mechanisms of transmission. Psychopathological review, 106, 458-490. Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ (2005). Multidisciplinaire richtlijn depressie. Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen cliënten met een depressie. Utrecht: Trimbos-instituut. Lewinsohn, P.M., & Talkington, J. (1979). Studies on the measurement of unpleasant events and relations with depression. Applied Psychological Measurement, 3, 83-101. Lewinsohn, P.M., Youngren, M.A., & Grosscup, S.J. (1979). Reinforcement and depression. In R.A. Depue (red.) The psychobiology of depressive disorders: Implications for the effects of stress. New York: Academic Press. Lewinsohn, P.M., Antonucci, D.O., Breckenridge, J.S., & Teri, L. (1984). The coping with depression course. Eugene: Castalia Publishing Company. McLean, P.D., & Hakstian, A.R. (1979). Clinical depression: Comparative efficacy of outpatients treatments. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 47, 818-836.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 16
Meijer, S., Smit, F., Schoemaker, C., Cuijpers P. (2006). Gezond verstand: evidence-based preventie van psychische stoornissen. De Bilt: RIVM, centrum Volksgezondheid Toekomst Verkenningen en Trimbos-instituut, centrum Preventie en Kortdurende Interventie. Sanchez, V.C., Lewinsohn, P.M., & Larson, D. (1980). Assertion training: Effectiveness in the treatment of depression. Journal of Clinical Psychology, 36, 526-529. Smit, F., Sambeek, D., van, Bohlmeijer, E., & Cuijpers, P. (2001). Factsheet 1 Preventie. Depressie. Utrecht: Trimbos-instituut. Smit, F., Cuijpers, P., Oostenbrink, J., Batelaan, N., Graaf, R. de, & Beekman, A. (2006). Costs of nine common mental health disorders: Implications for curative and preventive psychiatry. Journal of Mental Health and Economics, 9, 193-200. Smit, F. (2006). Prevention of Depression (Dissertation). Departments of Psychiatry and Clinical Psychology, VU University medical centre, Amsterdam. Smit, F. (2007) Factsheet Preventie. Preventie van depressie. Utrecht: Trimbos-instituut. Spek, V., Nyklícek, I., Smits, N., Cuijpers, P. Riper, H. Keyzer, J., Pop, V. (2007). Internet-based cognitive behavioural therapy for subthreshold depression in people over 50 years old: A ramdomized controlled clinical trial. Psychological Medicine, 37, 1797-1806. Spek, V., Cuijpers, P., Nyklícek, I., Smits, N., Riper, H., Keyzer, J., Pop, V. (2008). One-year follow-up results of a randomized controlled clinical trial on internet-based cognitive behavioral therapy for subthreshold depression in people over 50 years old. Psychological Medicine, 38, 635-640. Teri, L., & Leitenberg, H. (1979). Assertion training in the treatment of depression in a community mental health center. Paper presented at the Association for the Advancement of Behavior Therapy. Voordouw, I., & Kramer, J. (2001). Implementatie van de cursus Omgaan met depressive in de preventieve geestelijke gezondheidszorg. Resultaten van de tussentijdse evaluatie. Utrecht: Trimbos-instituut. Voordouw, I., Kramer, J., Cuijpers, P. (2002). De cursus In de put, uit de put. Zelf depressiviteit overwinnen. Een handreiking voor coördinatoren en begeleiders van de cursus voor volwassenen en 55+. Utrecht: Trimbosinstituut. Zeiss, A.M. (1977). Interpersonal behavior problems of the depressed: A study of outpatient treatment. Dissertation Abstracts International, 38, 28950-28956B.
Het samenwerkingsverband effectieve interventies bestaat uit NJi, CGL, NISB, NCJ, Movisie, Trimbos en Vilans. In de put, uit de put is erkend als Effectief - Sterke aanwijzingen door deelcommissie preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen d.d. 17/12/2009 onder begeleiding van CGL. 17