Nighthawk Jeoen W, VZW Wit.h, Kortrijk 29 mei 2010
Goeie avond beste mensen, goeie avond vrienden van VZW Wit.h. Van harte welkom op de tentoonstelling van Jeroen, de tentoonstelling Nighthawk Jeroen W. We schrijven:New York, uitgaansbuurt, café Phillies, 1942 Drie klanten, één opgetutte madame, wellicht van lichtere zeden, en twee heren met veel goesting en een grijze hoed bij hun zwarte maatpak, zitten in gedachten verzonken aan de bar van café Phillies op de hoek van een verlaten straat in New York. Alleen de ober, voorovergebogen, licht ros haar met een wit mutske aan, lijkt te bewegen. Het helle licht in het café staat in schril contrast met de spookachtige belichting van de nachtelijke straat. Het hele tafereel op het schitterende schilderij Nighthawks van de Amerikaanse schilder Edward Hopper straalt in al zijn voegen en verfstrepen een dreigende spanning uit. De eenzaamheid is te snijden. Het lijkt alsof er elk moment iets kan gebeuren. Het schilderij Nighthawks of nachtbrakers van Hopper legt in een heldere figuratieve stijl het alleen zijn en isolement bloot, tot op het bot. Beste mensen, Nighthawks was de titel van de voorgaande tentoonstelling hier in Wit.h. Het barmeubel in deze gigantische vitrines was het decor voor een mooie tentoonstelling. Nighthawk of nachtbraker werd opnieuw de titel van de tentoonstelling nu. Voor wie Jeroen kent (en dat zijn er hier wellicht heel vele), het is hem op het lijf geschreven. ‘Feesten als de beesten’, ik heb het hem wel meer zien doen. Zijn mama, Rita mailde mij deze week: ‘om het op zijn Vlaams te zeggen, c’est son moment de gloire!’ Gastkunstenaar Wouter Cox schreef me nog gisteren: Jeroen verheugt zich enorm op het feestje, bier drinken tot s' ochtends te zevenen!!! Dat belooft! De tentoonstelling Nighthawk Jeoen W is er een van een op en top Wit.h - gehalte met alle kwaliteiten van dien. De spilfiguur vanavond is Jeroen Wallays, een zeer gedreven kunstenaar met een verstandelijke beperking. Deze tentoonstelling is een feestelijk toonmoment op het kruispunt van een lang sociaalartistiek traject. Ondertussen werd het uitwerken van integere trajecten de ‘corps business’ bij uitstek van Wit.h. Wit.h profileert zich als een sterke organisatie met een specifieke eigenheid. Wit.h werkt met een groot aantal kunstenaars al dan niet met een handicap. Van meet af aan werd gekozen voor een volwaardige, kwalitatieve samenwerking met het zogenaamde reguliere kunstcircuit. Nighthawk Jeroen W is een feestmoment, een feestelijke afsluiter van een typisch Wit.h proces van lange duur. Jeroen Wallays startte zijn carrière als beeldend kunstenaar pakweg 10 jaar geleden. Al vrij snel liet hij zich opmerken als een schilder van de pure soort: doorwrochte schilderijen, experimenteren met verf, kleur, kwasten en spatels. Gezichten en personages die ontstaan, die zich vervlechten op doek. In zijn tekeningen in potlood en
1
houtskool leren we zijn gedreven maar zachtere kant kennen. Nu eens domineren de houtskoolvlekken, dan weer de zachte potloodlijnen. Ondanks zijn beperktere mogelijkheden blijkt Jeroen over een zuiver artistiek talent en een groot pak sociale vaardigheden te beschikken. Zijn ontwikkeling als schilder en als mens heeft aan extra impulsen nooit genoeg. Vier weken lang werkte Jeroen hier in het groot atelier achter in de tuin. Ondertussen werden kunstenaars waar hij in het verleden mee samenwerkte, uitgenodigd. In de loop van de maand mei kwamen de invités langs: voor een babbel, voor feedback, voor een goeie tas koffie, een confrontatie, artistieke kortsluiting en heel veel creatief vuurwerk. Nighthawk Jeroen W toont het resultaat van dit sociale en artistieke proces. We zien het werk van Jeroen Wallays in het gezelschap van het werk van 7 gastkunstenaars: Wouter Cox, Vigdis De Cauter, Lieven Decabooter, Arjan Janssen, Stefaan Roelstraete, Robie Van Outryve en Tine Vindevogel. Ik zelf ontmoette Jeroen voor het eerst in het huis van de Sultan, een tentoonstellingsproject in het vroegere Molenhuis. Stefaan Roelstraete was aan het werk en aan het reflecteren over open en gesloten vormen en over licht en over bescherming en over het witte licht, het wit van de plaaster en over hoe zijn installaties als architecturen zijn. Tegelijkertijd vroeg hij me ook of we niet beter voetbal zouden gaan spelen… En Jeroen,…. Toen ik zacht probeerde ook Jeroen met mij aan het praten te krijgen, zei hij snel ‘Jaja…’ en hij werkte vlug verder. Met een zichtbare intensiteit wreef hij herhaaldelijk met zijn handen in de natte plaaster en streelde het huis van de sultan, een intensiteit sans paroles, zonder woorden! Op de opening van het huis van de sultan had Jeroen een prachtig blauw kostuum aan. Voor mij was hij de professor in het spel. We zijn een aantal jaren verder en ik leerde gaandeweg de zwijgende professor van toen, kennen als de sociale mens van nu. Stefaan Roelstraete en Jeroen Wallays maakten hier samen een variante op het huis van de Sultan. Een gesloten houten ruimte wordt opengemaakt door middel van Jeroens schilderijen. De luiken staan open. Beide ramen tonen schilderijen van figuren die naar buiten kijken. Tine Vindevogel ontmoette ik voor het eerst in haar atelier, toen nog bij haar ouders thuis, met een groep kooplustige dames in mijn kielzog. Bescheiden en zelfzeker tegelijk, warm en intelligent. Ze ontplooide zich al snel tot de juwelenontwerpster van Zwevegem met naam en faam die de grenzen van de gemeente allang overstijgen. Voor de tentoonstelling Sporen werkte destijds intensief samen met Jeroen. Die samenwerking heeft op vandaag geleid naar een gemeenschappelijk werk. Jeroen en Tine gingen schoenen kopen in de Kringloopwinkel. Het verborgen leven van die sandaaltjes kreeg een nieuwe vorm in verf, kleur en betekenis. Hun werk noemt ‘Schoenen die naar buiten kijken’. Tine schreef mij deze week: Ons ‘voet werkstuk’ ligt bewust op de grond gespiegeld tegen een open venster. De schoenen spiegelen zich letterlijk in het glas. De ketting wordt deels onzichtbaar, vergaat in het licht van het glas. Jeroen heeft de schoenen uitgekozen en daar hebben we samen aan gewerkt. Zijn taal, zijn werk, zijn persoon vind ik heel boeiend, zegt Tine.
2
Hij schildert ten volle uit, ten voeten uit… Ik vergelijk hem soms met een boom Een kruin met flapperende verfhanden op een stevige wortel. Robie Van Outryve ken ik sinds jaar en dag als de man van verf en woord, veel verf en mooie poëtische woorden. Jeroen werkte met hem samen in het project Delete in ’t Oud Klooster van Dikkele bij Mark Cloet. Vertrekkend van het naakte canvas, schilderend naast en met elkaar. Hier op de tentoonstelling beneden gaan hun werken een dialoog aan. Robie’s Vloedlijn uit 1985 hangt naast Jeroens werk met als titel ‘Robie die uit het raam kijkt’. Boven hangt een groot doek waar de twee schilders samen aan werkten: une peinture partagée in de Cobra- betekenis van het woord. We hebben samen geschilderd, gebabbeld en al schilderend vormen en kleuren uitgesmeerd en gecorrigeerd, vertelde Robie me. Ik wilde absoluut het lichamelijke van het schilderen aan bod laten komen. Jeroen is een bonk. Hij mag er stevig tegenaan gaan, wat hij dan ook volop deed. Lieven Decabooter loodsten we destijds op kousenvoeten binnen in het sociaalartistieke werkveld van Wit.h. In 2005 vormde hij een ventilatie – duo met Jeroen in het Memlingmuseum in Brugge. Al vrij snel bleken die twee heel goed overeen te komen. Ze bezochten elkaars atelier en gingen samen op café. De tentoonstelling Ne touche pas in Kortrijk was een volgende mooie stap in het proces. Ze kiezen er telkens opnieuw voor om elkaars werken niet aan te raken maar keuvelend naast elkaar te hangen. We zien hier twee bijzonder mooie werken, de dame van Lieven naast Evelyne van Jeroen. Wouter Cox ontmoette Jeroen op de schildersvloer in de fabriek hier op een steenworp vandaan tijdens Bezet. Toen ik Wouter vroeg waarom hij Ja zei tegen Jeroen kwam er een snel en warm antwoord: zonder twijfel en met veel goesting zei ik ja. Als ik al twijfel dan is dat omwille van een complexe agendaplanning. Er is veel verantwoordelijkheid te dragen. Hiertegenover staat echter de totale vrijheid en ongecompliceerdheid van het werken met Jeroen, schreef hij. De frisheid, speelsheid en de spontaniteit in het omgaan met de eigen creativiteit is iets waar ik me kan aan herbronnen. Werken met Jeroen, is even weer in bad duiken, een bad van creativiteit, om dan verfrist boven te komen. De uitnodiging kwam voor Wouter Cox als de uitnodiging voor een schoon artistiek feest. Vigdis De Cauter, één van de telgen van het talentrijke geslacht De Cauter, ontmoette ik voor het eerst in Gent bij Jan Colle. De dochter van vader die me als kind reeds wist te ontroeren, bleek een artistieke appel te zijn die niet ver van de boom viel. Opnieuw een warme madame, met een uitgesproken fijnzinnig tekentalent. In de aanloop van Ventilatie kwam ze samenwerken met Jeroen op de Zandberg. Ze sloten de deur van het grote lokaal achter zich en tekenden er samen op los. Grote vellen papier vulden zich met lijnen, vlakken, een arm, een been, verstrengelde figuren, botsende mensen. In mei kwam ze langs hier op Overleie. Ze trokken zich terug in het grote atelier, sloten de deur achter zich en tekenden samen. Foto’s van worstelende naakten leidden tot gevoelvolle verstrengelde en botsende figuren. Grote vellen papier vulden zich.
3
Hun verwantschap tekende zich letterlijk af op het papier. De oorsprong en het subtiel resultaat van hun samenwerking kunt u in de tentoonstellingsruimte boven zien. Misschien toch één heel opmerkelijk verschil! Vigdis drinkt heel graag the, iets wat Jeroen duidelijk minder ligt. Daarnaast, in de kleinere kamer boven, met een prachtige lichtinval en schoon zicht op de binnentuin, ontmoet Jeroen zijn laatste gast. Om stil van te worden! Tijdens het Bezet project ontstond een spontane samenwerking tussen Arjan Janssen en Jeroen. Arjan schreef mij: omdat de setting van Bezet zo was dat je enerzijds met je eigen werk bezig was en tegelijkertijd met anderen aan het samenwerken, kon er op een ongedwongen wijze iets ontstaan. En dat is dan ook wat gebeurde tussen Jeroen en mij. Er was, om het eens met een ordinair tendentieus woord te zeggen, een klik tussen hem en mij!! Ik vind zijn schilderijen erg sterk. Direct, brutaal en zonder twijfel opgezet maar ook zoekende in het beeld. De beelden zijn overtuigend maar hebben ook een element van schaamte in zich. Alsof Jeroen niet helemaal weet wat hij hier op dit ondermaanse te zoeken heeft en dat via het werk met ons wil delen. Dat is een elementair existentieel probleem dat me in kunstenaars aanspreekt. Ik voel daar verwantschap mee. Uiteindelijk hebben ze zelfs werk uitgewisseld. Jeroen koos een tekening van Arjan en Arjan ruilde deze voor een werk van Jeroen. Op een zondag reisde hij van Breda naar Jjeroens appartement en onder het genot van koffie en veel taart werd de ruil bezegeld. Hier boven hangen twee werken van Arjan. Enorm zuiver en puur, meditatief en sacraal, in dialoog met een triptiek van Jeroen. Apart ontstaan, doen die werken iets met elkaar en met de ruimte! En ongetwijfeld ook straks met u als toeschouwer. Jeroen en zijn 7 gasten, zijn sterke moeder Rita, Luc als coördinator en Bart als curator en U als publiek dat maakt van Nighthawk Jeroen W een schitterende tentoonstelling. Beste mensen, we schrijven: New York, uitgaansbuurt, café Phillies, 1942. Drie klanten, 1 opgetutte dame wellicht van lichtere zeden, en 2 heren met veel goesting. Alleen de ober lijkt te bewegen. We kijken door een heel groot raam. Het helle licht in het café staat in schril contrast met de spookachtige belichting van de nachtelijke straat in New York. Nighthawsk van Hopper legt het alleen zijn en het isolement prachtig pijnlijk bloot.
4
We schrijven: Kortrijk, uitgaansbuurt, VZW Wit.h, Nighthawk Jeroen W, 2010 Wat hebben we hier gemeen? Twee grote vitrines, zeer goeie schilderkunst en wellicht een pak Nighthawks Het lijkt alsof er elk moment iets kan gebeuren… Maar waar zit het verschil? Kortrijk is New York niet. Wit.h is Phillies niet. En dit is geen verhaal over isolement en eenzaamheid maar over samenwerken en samen groeien, een groot sociaalartistiek feest! En laten we daar nu maar aanbeginnen! Els Vermeersch, Kortrijk, 29 mei 2010
5