Coördinatoren van vogelwerkgroep IVN Oisterwijkco e
2 jaargang juli 2012
Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk
Inhoud: Excursieprogramma Verslag excursies Andere activiteiten Vogelcursus BMP Nieuws werkgroepen Grote gele kwikstaart Gierzwaluw Steenuil Ransuil
Grauwe ganzen met pullen
Jan Wolfs
Beste vogelaars Hierbij de nieuwsbrief voor juli met extra leesstof voor de vakantieperiode. Hoewel je nog steeds jonge vogels ziet, is de broedperiode al weer bijna ten einde. Eenden zijn begonnen aan hun ruiperiode en sommige andere vogels zoals de gierzwaluw, staan alweer op het punt naar zuidelijkere streken te vertrekken. Een stillere tijd breekt aan.
Contact en informatie: Jan Op ‘t Hoog
[email protected] Tel: 06-16885946
Maar er is nog steeds genoeg te zien en te doen zoals u in deze nieuwsbrief kunt lezen in het verslag van de excursie naar de Visvijvers in Valkenswaard en van de excursie naar de Biesbosch. Ook de verschillende werkgroepen zitten niet stil. In hun verslagen kunt u lezen waar ze momenteel mee bezig zijn en welke plannen er zijn voor de komende tijd.
www.jantjewolfs.nl www.steenuilenwerk groepoisterwijk.nl
Veel leesplezier, Ad van Opstal en Jan Op ’t Hoog. (Coördinatoren van vogelwerkgroep IVN Oisterwijk)
Excursieprogramma 2012 Vrijdag 20 juli !!!!! Zaterdag 25 augustus Zaterdag 22 september Zaterdag 6 oktober Zondag 21 Okt Zaterdag 17 Nov !!! Zondag 16 Dec
Bossche Broek Meinweg en de Hamert De Peel Vogeltrekteldag Meyendel en Starrevaart Zeeland Gement en Moerputten
Vertrek 19.00 uur, Pannenschuur Vertrek 06.00 uur, dagexcursie Vertrek 06.30 uur, ochtendexcursie Informatie volgt nog Vertrek 06.30 uur, dagexcursie Vertrek 07.00 uur, dagexcursie Vertrek 08.30.uur, ochtendexcursie
Let Op !!!! is gewijzigd. De verzamelplaats voor de excursie in het Bossche Broek is niet bij het Heunpark in Vught maar op het einde van de Zuiderparkweg in ’s-Hertogenbosch. Tijd 19.30 uur Neem op de A2 afslag 22, richting Pettelaar. Na 750 meter links af, Pettelaarseweg. Na ongeveer 900 meter ga je linksaf de Zuiderparkweg op waar op het einde een parkeerplaats is. Bij alle excursies van te voren aanmelden bij Ad v Opstal of Jan Op ’t Hoog ivm beschikbaarheid van de auto’s.
Visvijvers Valkenswaard (17 mei 2012) Met een flinke groep van 13 vogelaars vertrekken we in alle vroegte naar de visvijvers in Valkenswaard. Dit prachtige natuurgebied ontstond rond 1900, toen hier visvijvers aangelegd werden. Niet bepaald een natuurgebied toen, alles wat een bedreiging vormde voor de visstand werd weggevangen of neergeschoten. Het verhaal wil dat zelfs de visarend in die tijd geschoten werd. Het gebied is niet toegankelijk maar Mari de Bijl die hier boswachter is, neemt ons voor de 3e keer mee het gebied in. Het is prachtig weer. Weliswaar koud, slechts enkele graden boven 0, maar windstil en vrijwel onbewolkt. Er hangt een nevel boven de vennen en als de zon opkomt levert dat prachtige plaatjes op. Bijvoorbeeld van een koppeltje geoorde fuut. Maar verder is er op vogelgebied nog weinig te beleven, het natuurschoon heeft de overhand. Of is die rol toch weggelegd voor de vele exemplaren van de kleine karekiet die uitbundig van zich laten horen? Naarmate de zon warmer wordt, stijgt het aantal waarnemingen. Gelukkig want hoe mooi het gebied ook is, we zijn er toch voor de vogelwaarnemingen. We zien een zeer grote groep foeragerende gierzwaluwen, een mannetje rietgors en dan ineens een boomvalk. En de koekoek. Aan alle kanten klinkt zijn zeer herkenbare roep, maar ook laat hij tussendoor allerlei minder bekende roepjes horen zoals een dodaarsachtig geluid. Regelmatig laat hij (en zij) zich mooi zien. Een groene specht lacht in de verte, een zwarte specht vliegt over.
foto: René van Rossum
En het wordt nog beter. Een roerdomp! Duidelijk zichtbaar vliegt hij over het ven en verdwijnt achter een bomenrij. Even later is het de beurt aan de boomvalken. In de boom, overvliegend, in die dode tak........... Een stille vogel maar vandaag niet te missen. En dan zien we een zwarte wouw, en even later nog een. En een prachtige wespendief die fel de zwarte wouw verjaagt. En alsof dat nog niet genoeg is, zien we even later weer roerdomp. Twee stuks maar liefst, ook nu weer goed zichtbaar voor iedereen. Wat een mooie waarnemingen. Op het einde van de wandeling lopen we nog even naar het enige natuurlijke ven in het gebied. Voor de vogels is er duidelijk geen verschil tussen een gegraven vijver en een natuurlijk ven. We zien dezelfde soorten hier als op de andere vennen: krakeend, prachtige tafeleenden, kuifeend, een enkele wintertaling en meerkoeten. Geen steltlopers vandaag, geen enkele boerenzwaluw, geen sperwer of torenvalk maar met een kleine 70 soorten en zulke mooie waarnemingen gaan we toch tevreden naar huis. Tekst: Hannie Nilsen
Biesbosch excursie vogelwerkgroep (16 juni 2012) Het zal een vreemd gezicht zijn geweest, dat groepje mensen ’s ochtends vroeg in het donker onder een afdakje, beschutting zoekend tegen de regen. Maar buienradar geeft goede vooruitzichten dus om 5 uur vertrekken we richting Biesbosch. Bovendien……… uit ervaring weten we dat afzeggen achteraf meestal een verkeerde beslissing blijkt te zijn. En als we een klein uurtje later met een kop koffie op de Bandijk staan, is het inderdaad droog en zingen de vogels. Putters, veldleeuwerik, graspieper, kleine karekiet , zelfs een roodmus fluit zijn ‘please to meet you’. Nu is een roodmus weliswaar geen compleet onmogelijke waarneming, maar in dit geval is het toch een bosrietzanger die ons op het verkeerde spoor zet. Even later laat hij zich goed zien met zijn rode keeltje en blijkt er zelfs een koppeltje in de wilgen te zitten. Samen met een blauwborst en een grasmus. Niet zo raar dat dit verwarring geeft. We horen we hier ook Cetti’s zanger en we zien vrouwtje non. Een goed begin! Opvallend zijn verder de grote aantallen foeragerende zwaluwen, de vele kluten en flinke groepen lepelaars en grutto’s. Maar Polder Hardenhoek blijft lastig kijken, zowel door de afstand als door het licht.
bosrietzanger
Karin van de Logt
De brug over de Merwede, richting Sliedrechtse Biesbosch, is onze volgende stop. Altijd leuk om hier huiszwaluwen te kijken, en stilletjes hopen we hier ook steeds op de roerdomp, maar vandaag stoppen we vooral vanwege een melding over een rouwkwikstaart. En we worden beloond, hij laat zich mooi zien, samen met een witte kwikstaart waardoor je goed kunt vergelijken. Het is een mannetje waarbij de glanzend zwarte kleur van de kop doorloopt op de rug. Ook de vleugels zijn contrastrijker door de zwart-wittekening, de zwarte bef loopt breed door tot de mantel waardoor de kop witter lijkt. Maar dit laatste is ongetwijfeld gezichtsbedrog Rouwkwikstaart
Karin van de Logt
We hebben zo langzamerhand onze vaste plaatsen om te stoppen dus ons volgend doel is het terras voor een kop koffie, inmiddels lekker in het zonnetje, en het sluisje waar af en toe de kwak gezien wordt. Er gaan geruchten dat hij hier afgelopen jaar zelfs gebroed heeft, maar helaas, vandaag laat hij zich niet zien. Wel horen we weer Cetti’s zanger en een nachtegaal. Vanaf de Hilweg hebben we mooi uitzicht over Polder Oude Hardenhoek maar ook hier zitten de vogels ver weg. Een wandeling door het gebied brengt de vogels slechts een beetje dichterbij maar het is fijn om de benen even te strekken. Bovendien levert het leuke waarnemingen op: een zeearend (dit jaar ook een broedgeval hier in de Biesbosch), zwarte ruiter (mooi in zomerkleed), een lepelaar met jong (lichte snavel, zwarte vleugelpunten) en een grote zilverreiger, nog in broedkleed met zwarte snavel en rood-gele tibia. De eenden daarentegen zijn echt al aan de rui begonnen, en veel moeilijker te herkennen dan enkele maanden terug. Het is dan ook aan een zeer oplettende vogelaar te danken dat we bij de schuur van Staatsbosbeheer (Witboomkil ) nog een zomertaling ontdekken tussen de vele krakeenden en wintertalingen. Verder staat er een grote groep grutto’s, ook hier ver weg, en opvallend veel tureluurs. Dichterbij zien we huiszwaluwen, die hier dankbaar gebruik maken van zowel kunstnesten als zelfgebouwde onderkomens en een rietzanger. En heel mooi is natuurlijk de slechtvalk die over komt vliegen. Bij Polder Malta ontdekken we nog een valk. Dan blijkt hoe moeilijk een goede herkenning soms is. Aanvankelijk denken we slechtvalk, maar het gedrag klopt niet echt. Zeker niet als hij libellen uit de lucht plukt en ze smakelijk oppeuzelt. Maar bij overvliegen lijkt de onderkant toch wel heel erg donker, de rode broek lijkt te ontbreken en evenmin zien we baardstrepen. Toch een mannetje roodpootvalk? Om het lastig te maken, laat een tweede exemplaar zich zien plus een buizerd. Het duurt even voor we eruit zijn, pas als hij nog eens overvliegt en nu wel duidelijk een lichtere onderkant en baardstrepen laat zien, worden we het eens: boomvalk. Tot slot nog een korte wandeling naar de hut waar vooral boeren- en huiszwaluwen mooi te zien zijn, beurtelings foeragerend en rustend in de struiken. Nog een bosrietzanger, prachtige groenlingen, een havik, maar dan zit het er echt op. Een onverwacht mooie dag, vrijwel droog en af en toe zonnig, met 10 vogelaars en 94 soorten. We kunnen weer tevreden naar huis. Tekst: Hannie Nilsen
Vogelcursus
11e jaar basis vogelcursus IVN Oisterwijk Dit jaar starten we op de elfde met de 11e basiscursus vogels. Klinkt erg leuk, mede dankzij de verkiezingsdag op woensdag 12 september gaan we een dag eerder starten met het maximale aantal deelnemers. We hopen deze 32 deelnemers wederom een andere kijk op vogels te geven. Gezien de successen van voorgaande jaren zal dit wel weer lukken. De wachtlijst raakt niet leeg want er staan alweer kandidaten op voor volgend seizoen. Wij (cursusbegeleiders) hebben daarom een vraag open staan en wel deze: Wie wil in de toekomst het cursusteam komen versterken? We zien graag nieuw bloed. Mochten er in de toekomst een of meerdere cursusbegeleiders uitvallen door diverse oorzaken, dan kan de basiscursus met nieuwe cursusbegeleiders toch doorgaan. Heb je interesse, schroom dan niet om je aan te melden. Wij (cursusteam) kunnen je geruststellen. Je wordt niet meteen voor de hongerige leeuwen (c.q. cursisten) geworpen. Je draait minimaal een jaartje mee om je te laten wennen aan deze vorm van lesgeven. Wat later ga je een of meerdere lessen verzorgen en dan beslis je nog altijd zelf wat je er mee doet. Wij kijken uit naar je aanmelding. Wil je meer weten, bel en maak een praatje met Ad, Arie of Jan en zij geven je graag meer informatie over het reilen en zeilen van de cursus.
Broedvogelmonitoringsproject (BMP) De BMP tellingen zijn al ver gevorderd, nog slechts een paar tellingen te gaan. We mogen niet klagen over uitval, tot op heden is er nog geen enkele telling uitgevallen. De avondtellingen gingen wat minder, maar we hebben toch zowel bij de Leemkuilen ( Kleine en Grote Put) en op het Banisveld een avondtelling kunnen houden. Met de evaluatie komen we hierop terug. Er waren geen spectaculaire waarnemingen tijdens de avondtellingen. Wel lieten de boomkikkers zich goed horen bij de avondtelling bij de Leemkuilen. Op Banisveld hadden we leuke waarnemingen van Houtsnippen maar verder was het er erg rustig, op een natte broek (tot aan de taille) van een van de tellers na. Het late tijdstip in het seizoen (22 juni) zal zeker van invloed zijn geweest op de waarnemingen. Een idee is om deze avondtellingen (minimaal 2) gewoon in te plannen zodat alle tellers ruim van te voren weten wanneer die avondtellingen zijn. Titia van Heusden en Ad Sleenhoff gaan de resultaten van de Leemkuilen invoeren en Jan Albert Hellings doet dit voor de bijzondere soorten op Banisveld. Bij voorbaat dank voor het vele werk. Mochten er nog vrijwilligers zijn die mee willen helpen met invoeren. Graag !!! Hoe meer mensen, hoe makkelijker voor de anderen. Inlichtingen bij Jan Op ‘t Hoog.
Nieuws van de werkgroep Grote Gele Kwikstaart Op donderdag 5 juli en maandag 16 juli hebben enkele leden van de vogelwerkgroep voorbereidend werk verricht omtrent het leefgebied van de Grote Gele Kwikstaart. In het stroomgebied van de Voorste en Achterste Stroom zijn ze op zoek geweest naar geschikte locaties voor het plaatsen van nestkasten. In het najaar zullen ze dan, als de vergunningen van de diverse waterschappen binnen zijn, diverse kasten gaan plaatsen waarna volgend jaar gericht geïnventariseerd gaat worden met betrekking tot eventuele broedactiviteiten in de nestkasten . Wij houden u op de hoogte. Grote Gele Kwikstaart (Motacilla cinerea) Deze opvallend gele vogel is iets groter (17-20 cm) dan zijn familielid de witte kwik (16-18 cm). Zowel mannetje als vrouwtje hebben een lange, zwarte staart met witte buitenste staartpennen. Mannetje in broedkleed heeft blauwgrijze bovendelen, geheel gele onderdelen, zwarte kin en keel en witte wenkbrauwstreep en baardstreep. Vrouwtje heeft meer grijsgroene bovendelen en zomer en winter een witte keel. In vlucht brede witte vleugelstreep. Gedrag en vlucht als van Witte Kwikstaart. Meestal alleen of in paren, maar ’s winters soms in kleine troepjes en op slaapplaatsen in grotere groepen. Broedt in holen in oude muren, onder bruggen, in steile rivieroevers, etc. Zijn roep (’tittit’ of ’tit’) is hoger, metaliger en korter dan roep van de witte kwik. In West-Europa gehele jaar aanwezig, in Centraal- en Noord-Europa zomergast.
In het broedseizoen vind je hem langs rivieren, beekjes, kanalen, met zand- en grindbanken en zandige en lemige oevers, omgevallen bomen, dicht struikgewas, etc. In de winter ook in andere habitats, waaronder kanalen en sloten, zelfs tot in centrum van steden, en bij regenplassen. Hij eet voornamelijk ongewervelden; foerageert lopend en maakt korte sprintjes, vliegt soms even op om insect uit de lucht te pikken. Vangt soms kikkervisjes en kleine visjes. Broedgedrag. Deze typische beekvogel is een liefhebber van snelstromende wateren met een rijk insectenleven. De vogels komen meestal in de loop van maart in hun broedgebieden aan. Doordat het insectenleven in stromende beken al vroeg in het jaar op gang komt, zijn Grote Gele Kwikstaarten vroege broeders. Afhankelijk van het weer worden de eerste eieren reeds eind maart gelegd. Vanaf eind april vliegen de jongen van het eerste broedsel uit, waarbij ze nog een leuk kort staartje hebben. De ouders wachten niet lang om aan een tweede legsel te beginnen. De Kwikstaarten proberen ergens een geschikte broedplaats te vinden, in muurgaten, onder dakpannen of langs de beekoevers tussen boomwortels of in klimopbegroeiing, waar het komvormige nest met de 4 tot 6 eieren wordt gebouwd. Hopelijk kunnen wij ze helpen met het vinden van een goede broedplaats. www.grotegelekwik.nl http://www.brabantsevogels.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=60%3Ainventarisatie-grote-gele-kwik2009&catid=36%3Avibprojecten&Itemid=40
Nieuws van de gierzwaluwwerkgroep Zwaluwtoren Op wat kleine details na, is de toren klaar. Afgelopen week is de windvaan geplaatst. Een duizelingwekkend klusje op 10 meter hoogte. Maar dankzij de medewerking van Swaans Hoogwerkerverhuur (die een hoogwerker beschikbaar stelde) en Kees Pijnappels (die achter de knoppen zat) verliep het vlot. Komende weken zal het terrein verder ingericht worden, waarna eind september de officiële overdracht aan de gemeente Oisterwijk plaats zal vinden. Inventarisatie Dit jaar hebben we gierzwaluwen geïnventariseerd in Moergestel. Ondanks het tegenvallende weer is er veel werk door alle vrijwilligers verzet, en hebben we ongeveer 70 nestplaatsen kunnen lokaliseren. Een uitgebreid verslag komt later. Huiszwaluwen In Moergestel hebben we ook geprobeerd zoveel mogelijk huiszwaluwnesten te lokaliseren. De landelijke werkgroep voor huiszwaluwtillen registreert deze gegevens (aantallen, afstand hemelsbreed tot de toren etc). Hopelijk geeft dit op den duur meer informatie over factoren die van invloed zijn op de bezetting van een zwaluwtil. Meldingen Via
[email protected] kunt u nestplaatsen van gierzwaluw of huiszwaluw doorgeven. Dit kan ook telefonisch bij Hannie Nilsen: 06-45035464 Nieuws van de steenuilenwerkgroep Naar aanleiding van het boek “Steenuilen”, mochten Anita en Christien van de Steenuilenwerkgroep vorig jaar Ronald van Harxen van Steenuiloverleg Nederland (STONE) in hun werkgebied rondleiden. Aangezien Anita en Christien altijd hééél erg nieuwsgierig en leergierig zijn ingesteld, was het deze keer aan hen de beurt om eens mee te lopen in het werkgebied van Ronald en Pascal. Grote namen op het gebied van steenuilen, die door hun jarenlange veldwerk en onderzoek hun sporen verdiend hebben. Een leerzaam dagje in de omgeving van Winterswijk, vol hoogte-en dieptepunten: het aantreffen van gezonde nestjongen, obesitas-uiltjes (flink aan gewicht, 194,2 en 180,4gr), maar ook diverse jongen die door de honger uit de kast waren verdreven en die het niet gered hadden. Deze ervaringen kennen de dames natuurlijk ook uit hun eigen werkveld. Daarnaast konden zij ook de verschillen in de werkgebieden en de erven vaststellen. Al met al een leerzame en vooral ook een gezellige dag.
Nieuws van de ransuilenwerkgroep De afgelopen herfst/winter hebben we (leden van de Ransuilenwerkgroep) geprobeerd om zoveel mogelijk winterroesten van Ransuilen in Noord-Brabant in kaart te brengen. Daar hebben we in de vorige nieuwsbrief verslag van gedaan. Nu wil ik als coördinator van de werkgroep iets vertellen over de nesten van Ransuilen. Ransuilen bouwen zelf geen nest, maar maken gebruik van een oud (soms nieuw) kraaien-, ekster-, roofvogel- of eekhoornnest. Het mannetje bakent het territorium af en lokt door zijn “hoeh”-roep een vrouwtje. Het vrouwtje kiest de broedplaats en begint ergens tussen half maart en half april met het leggen van de eieren. Meestal worden er 4 tot 5 eieren gelegd met een interval van 2 dagen. Ze broedt vanaf het eerste ei. De broedduur is ongeveer 28 dagen. Na 3 weken verlaten de jongen het nest, maar ze kunnen nog niet vliegen (het takkelingenstadium). Nadat de jongen het nest verlaten hebben, zijn ze vaak goed hoorbaar. Ze maken een hoog, indringend, piepend geluid en worden daarom ook wel “piepende deur beestjes” genoemd. Dit is de fase waarin je jonge Ransuilen makkelijk kunt ontdekken. Ga in de schemering naar buiten en probeer het geluid te lokaliseren. Op deze manier hebben we dit voorjaar 4 jonge Ransuilen in de Loonse en Drunense Duinen gevonden. Zoals je kunt zien heeft onze hoffotograaf (Jan Wolfs) er prachtige foto’s van gemaakt.
Met 5 weken kunnen de jongen goed vliegen. Met 3 maanden zijn ze zelfstandig. Ransuilen zijn op eenjarige leeftijd geslachtsrijp, maar paren vaak pas in het tweede jaar. Hun verbintenis is maar voor een seizoen. Mochten mensen nesten en / of jongen van Ransuilen gehoord en / of gezien hebben, dan zou ik het fijn vinden als die bij mij gemeld zouden worden. Door veel informatie te verzamelen, krijgen we een steeds beter beeld van de Ransuilenstand in onze provincie. Christien Hermsen (coördinator Ransuilenwerkgroep IVN Oisterwijk, onderdeel van de VWG IVN Oisterwijk). E-mail:
[email protected]