IVN Vogelwerkgroep Oisterwijk
WEEKEND TEXEL, 17 – 20 oktober 2013 door: Hannie Nilsen Donderdag Alweer voor de 6e keer gaan we een lang weekend met de vogelwerkgroep op pad. Na 4 maal Lauwersmeer, waarvan één keer in het najaar, waren we afgelopen jaar in Zeeland. Dit jaar viel de keuze op Texel. We vertrekken in vier aparte groepjes met de afspraak om elkaar bij de boot te treffen. Wij kiezen voor een extra rondje Balgzand, een grote Nederlandse wadplaat in de kop van Noord-Holland. Het 6000 hectare grote natuurgebied is gelegen tussen Den Helder en Wieringen. Bij vloed is er alleen water te zien, bij eb valt er een gebied droog waar tienduizenden vogels voedsel vinden. Tegen de dijk liggen schorren, plekken die bij vloed meestal droog blijven. (http://natuurkaart.nl/gebied/432) Onze eerste stop is Den Oever. We zijn benieuwd want het is hoog water en het waait zo hard dat we problemen hebben om de koffie in onze bekers te gieten. Maar eenmaal op de dijk ontvouwt zich een mooi schouwspel: de eerste rotganzen, een zeer grote groep bergeenden, een grote bruine vlek waarin we rosse grutto’s herkennen en een wit-zwarte streep scholeksters, allemaal de hoge golven en de harde wind trotserend met de koppen in dezelfde richting. Voor de eerste, maar zeker niet voor de laatste keer dit weekend, zijn we onder de indruk van de massaliteit van de vogels hier. Ter hoogte van Hippolytushoeve is een binnendijks plas-drasgebied met veel gras waar kolganzen, smienten en wulpen zich aan tegoed aan doen. Tussen de honderden vogels ontdekken we plotseling andere kopjes die maar net boven het gras uitsteken: patrijzen. De ene na de ander komt tevoorschijn om even later weer spoorloos te verdwijnen. Bij onze derde stop, de kijkhut bij de overgang N99-N250, staat een van de andere groepjes al te genieten van de ‘miljoenen vogels’: kanoeten, bonte strandlopers, zilverplevieren en alle eerder genoemde soorten. Een juveniele slechtvalk heeft dit eldorado ook ontdekt en doet verwoede, maar tevergeefse pogingen hier een prooi te verschalken. Helaas zonder succes dus maar ook zittend op zijn uitkijkpost is hij nog steeds de moeite waard. De boeken worden zelfs tevoorschijn gehaald om er zeker van te zijn dat we met een juveniele slechtvalk te maken hebben en niet met de veel zeldzamere sakervalk. Geweldige waarnemingen, en dan moet ons weekend Texel eigenlijk nog beginnen.
En dat begint bij De Petten, een plasje op Texel, niet ver van de boot. Wintertaling, goudplevier, smient, watersnip, ze zijn hier allemaal goed van dichtbij te bekijken, evenals de eerste kramsvogels en koperwieken in het weiland ernaast. Bij de Mokbaai is de soortenrijkdom nog veel groter en gevarieerder: allerlei wadvogels foerageren hier, van bontbekplevier tot lepelaar. Een bijzondere waarneming vormen 2 krombekstrandlopers die tussen de honderden bontjes ontdekt worden. De verschillen in winterkleed zijn minimaal: de krombekstrandloper is ietsje groter - maar dat is op deze afstand moeilijk te zien - en de snavel is langer en lichtgebogen. Maar het ene exemplaar hier heeft nog wat roodbruine vlekjes op de borst, een overgang van de donkere roodbruine borst en buik in zomerkleed naar het witte winterkleed. Ook als ze opvliegen is het verschil duidelijk door de opvallend witte stuit van de krombekstrandloper. Van hieruit maken we een wandeling naar de Horsmeertjes. Denken we, want we komen enigszins uit de route. Maar een vogelaar ontdekt altijd wel iets en hier is dat onder andere de bladkoning. Een afwijkend geluid…. een vuurgoudhaan (want een opvallende oogstreep)……maar dan zonder oranje of gele vlek op zijn kruin……… Dat kan niets anders zijn dan een bladkoning. Jammer dat slechts twee van ons de vogel ook echt zien. Het groepje boerenzwaluwen, ook bijzonder in deze tijd van het jaar, zien we wel allemaal, evenals een laag overvliegend groepje koperwieken met roestrode oksels. De route gaat verder naar kilometerpaal 15, een locatie voor geharde vogelaars. En voor de terrasliefhebbers onder ons. Op het strand worden we letterlijk gezandstraald en de een na de ander geeft het op en laat zich verleiden door warme chocomel. Terwijl aan de zeekant van de glazen afscheiding ver op zee Jan-van-Gent, zwarte zee-eend en grote jager worden gespot, geniet het grootste deel van de groep in de luwte van ‘even gezellig samen wat drinken’. Langzamerhand begint het tijd te worden om richting Den Burg te vertrekken. Onze laatste stop is polder Waal en Burg, een van de eerste bedijkingen op Texel (1532) waardoor het zeewater niet langer vrij spel had van west naar oost. Er zitten hier aardig wat kemphanen en een flinke groep goudplevieren. Een mooie afsluiting van de eerste dag, tijd om de StayOkay op te zoeken, ons te installeren en een warme maaltijd te krijgen. Nadeel van deze tijd van het jaar is dat het ’s avonds te donker is om vogels te kijken, voordeel is ook dat het ’s avonds te donker is om vogels te kijken. Dat geeft toch een stukje gezelligheid met de hele groep. Vrijdag Na een uitgebreid ontbijt vertrekken we langs de waddenkant van het eiland naar de noordpunt. Bij Wagejot, één van de vele plassen, wordt druk gefoerageerd, gebadderd en gepoetst door allerlei watervogels: tureluurs, eenden in alle maten en kleuren, watersnippen, een late witte kwikstaart en vooral veel piepers. Graspiepers maar ook enkele afwijkende exemplaren.
De oeverpieper halen we er, met behulp van het boek, nog wel uit met zijn donkere pootjes en overwegend donkere verenkleed maar de afwijkende trekroepjes van de roodkeelpieper en de boompieper laten we over aan de gevorderde vogelaars onder ons. Het is hoog water, en hoewel we niet verwachten veel de zien op de Waddenzee, rijden we toch snel de dijk even op. Gelukkig maar want hier rust een gigantisch grote groep eiders, mannetjes en vrouwtjes. Vijfhonderd? Duizend? Ook ontdekken we enkele geoorde futen en kuifduikers, en nog enkele en nog wat groepjes om uiteindelijk te concluderen dat ook deze twee soorten zeer ruim vertegenwoordigd zijn. Met daartussen nog middelste zaagbekken en brilduikers. Prachtig, zeker met de zon erop. Want vandaag is het weer fantastisch: veel minder wind, droog, zonnig en matige wind. Maar we moeten verder, richting De Tuintjes waar een bruine boszanger is gesignaleerd. Want dit weekend is echt voor iedereen: prachtige watervogels op de plassen, lastige zeevogels ver weg, wadvogels bij laagwater, zeldzame bijzonderheden die zich schuilhouden……. Voor elk wat wils, en door de afwisseling komt iedereen aan zijn trekken. Helaas zijn we te laat voor deze zeldzame dwaalgast, het gebied waarin hij gesignaleerd was, is inmiddels afgesloten. Ook de wandeling door De Tuintjes levert niet veel op wat betreft vogelwaarnemingen. Tijdens de trek is dit voor de vogels die uit het noordwesten over zee aan komen vliegen de eerste rustmogelijkheid maar vandaag is er zeer weinig trek. Op de terugweg langs het strand zien we wel leuke groepjes drieteenstrandlopers, steenlopers en enkele paarse strandlopers. Ver weg af en toe een Jan-van-Gent, dichtbij, en dus veel makkelijker te herkennen, regelmatig een zeehond. We blijven nog even aan de Waddenkant om een blik op de Schorren te werpen, aan de noordkant van Utopia. Het water staat eigenlijk nog wat te hoog maar zwarte ruiter, tureluur, groenpootruiter, rosse grutto, zilver- en goudplevier en bonte strandplevier geven genoeg bekijks en stof tot discussies. Zeker als er ook een kleine strandloper tussen blijkt te lopen en een krombekstrandloper. Die zich overigens verraadt door zijn opvallend witte stuit. Tussen al dit moois ontdekken we nog een buizerd en een slechtvalk, maar dan slaat de vermoeidheid toe want we denken zelfs flamingo’s te zien. Tijd om de ogen rust te gunnen want behalve de kleur en de bolling hebben deze op het water drijvende zakken weinig gemeen met flamingo’s. Maar vermoeide ogen, koude vingers en stijve ledematen weerhouden ons er niet van nog een omweg te maken langs het uitkijkpunt bij de Oorsprongweg waar je uitzicht hebt over de noordelijke strandkwelder van de Slufter. Ook hier volop watervogels, met o.a. onze eerste en enige krakeenden van het weekend en maar liefst 3 slechtvalken. Een tapuit lijkt gezien de hoeveelheid rossig beige op borst en buik een Groenlandse ondersoort te zijn.
Maar dan is het echt afgelopen voor vandaag: niet het weer, niet de honger of de vermoeidheid maar het verdwijnen van het licht zet een stopper voor onze vogelactiviteiten. En onze avondactiviteiten, die absoluut zeer gezellig waren, vallen buiten het bestek van dit verslag. Zaterdag We beginnen dicht bij huis, op de parkeerplaats van de StayOkay. Na een ‘mooiweers’dag en – nacht gisteren is de trek weer duidelijk toegenomen. Grote lijsters, kramsvogels, koperwieken en zelfs een beflijster trekken over. Bij Krassekeet, waar we gisteren de enorme groep eiders ontdekten, lijkt het nu uitgestorven. Het valt mee als je een kijker, of nog beter een telescoop gebruikt, dan zitten er toch heel wat vogels maar alles dobbert ver weg op het water. Vandaag hebben we tijd voor Utopia en vanaf de zuidkant lopen we het gebied in. In dit vrij nieuwe natuurgebied aan de oostzijde van Texel broeden ’s zomers grote sterns, dwergsterns en steltlopers op de schelpenstrandjes. In dit binnendijkse vogelgebied vinden vogels een veilige plek bij hoogwater. In Utopia kunnen ze rustig wachten tot de kwelders en wadplaten weer droog liggen. Door de stijgende zeespiegel zijn deze vluchtplekken hard nodig. Natuurmonumenten heeft in 2010 en 2011 het grasland omgevormd tot een krekengebied met slikranden en vele schelpenbanken. Vanaf de waddendijk heb je goed zicht op de vogels in het krekengebied. Als ze er zijn tenminste want nu is het erg rustig. De mooiste waarnemingen zijn 2 groepjes met respectievelijk 4 en 10 kleine zwanen. En misschien een groepje fraters. Maar een groepje kleine vogels is lastig met zekerheid op naam te brengen als ze geen geluid maken. Ook een sneeuwgors behoort tot de onzekere waarnemingen. Zo rustig als het binnendijks is, zo druk is het aan de andere kant van de dijk. Zoveel wulpen, kanoeten, bonte strandlopers, bergeenden, rosse grutto’s, scholeksters en andere steltlopers hebben zich hier verzameld dat het moeilijk is ze echt te onderscheiden. Een vrouwtje blauwe kiekendief en een kleine zilverreiger daarentegen springen eruit. Less is more?? Het Krimbos, onze volgende stop, levert niet de bijzondere soorten op waar we op gehoopt hadden. Integendeel, het is er erg stil. Tenminste wat vogels betreft. Ook bij paal 29 is weinig te zien op vogelgebied. Het is er veel te druk met wandelaars en honden. Dan is het beter toeven aan de Oorsprongweg. Ook vandaag is de slechtvalk weer present evenals verschillende eendensoorten. Onder andere een groepje pijlstaarten. Een grote groep spreeuwen foerageert op de duinbessen maar voert regelmatig een soort verzamelvlucht uit over het open gebied zodat we van hun luchtacrobatiek kunnen genieten. Het blijft fascinerend om zo’n grote groep te zien zwenken en zwieren zonder dat ze tegen elkaar aan botsen. Begrijpelijk dat die slechtvalk hier zijn vaste stek lijkt te hebben. Met zoveel vogels kan het niet zo moeilijk zijn hier iedere dag een maaltje te vangen. Als laatste punt vandaag kiezen we voor de noordkant van de polder Waal en Burg waar we door het gebied kunnen wandelen. Een plan dat we echter snel laten varen als de lucht steeds dreigender en donkerder wordt. We hebben nog net tijd om enkele kemphanen te ontdekken en vast te stellen dat er hier wel heel veel watersnippen zitten, zeker zo’n 30-40 stuks, maar dan beginnen de eerste druppels te vallen en zit er niets anders op om terug te gaan naar de StayOkay. Ook wel fijn, een keertje tijd voor een douche en een drankje vóór het eten.
Zondag Na wat gepuzzel met de bagage vertrekken we vandaag richting De Slufter. Gisteren werd daar een klein groepje strandleeuweriken waargenomen, en met een beetje geluk ontdekken wij ze ook nog. Dit is een leuke soort die iedereen graag wil zien, zeker als je in deze tijd van het jaar naar Texel gaat. Want strandleeuweriken broeden in het hoge noorden en worden in Nederland alleen ’s winters in kleine groepjes gezien, en dan zoals de naam al zegt, vooral langs de kust op schaars begroeide vlaktes. De Slufter is een mooi gebied om te wandelen, in de verte jaagt een roofvogel, rondom ons roepen de graspiepers en een torenvalk staat te bidden maar we stoppen alleen even als we denken tussen de veldleeuweriken een ijsgors te horen. Zo vroeg zijn er in de duinen nog maar weinig wandelaars, al dan niet met honden, en dat vergroot onze kansen. Al voor we op het strand zijn, vliegt een groepje ‘kleine vogeltjes’ voorbij en jawel, meteen de strandleeuwerik in de kijker. Prachtig met die opvallende kopjes met geel en zwart. Ze zijn helemaal niet schuw en foerageren dichtbij zodat iedereen ze goed kan bekijken. Er komen er ook steeds meer bij, en uiteindelijk zijn het er ongeveer 40. Enkele kneutjes lopen er tussendoor en zelfs een ijsgors. Maar deze laatste waarneming is slechts voor enkelen van ons weggelegd. Wel mooi te zien is een kleine zilverreiger die statig door een ondiepe plas stapt en daarbij steeds zijn poten zo hoog optilt dat we iedere keer zijn gele teentjes goed kunnen zien. Ook een mannetje eider laat zich makkelijk in de telescoop vangen. Met al dat moois zien we de grote groepen bonte strandlopers en de vele bontbekplevieren bijna over het hoofd. Langzamerhand wordt het drukker op het strand, voor ons het signaal om te vertrekken. We rijden dwars over het eiland naar de Waddenkust. Een korte stop bij de Hogezandskil levert niet veel op, en het pad aan de zuidkant van Drijvers Vogelweid De Bol is door een dikke laag drek niet toegankelijk. Dan nog even naar uitzichtpunt Krassekeet, waar we binnendijks goed overzicht hebben over De Bol en buitendijks over de Waddenzee. Maar er zit niets. Hoewel, met de kijker blijkt er hier en daar toch wel iets te zitten en met de telescopen erbij blijkt er zelfs heel veel te zitten. Naast enkele vrouwtjes eider die zich langs de waterkant bevinden, ontdekken we steeds meer groepjes kuifduiker en geoorde fuut. Een herkansing voor iedereen die ze 2 dagen terug gemist had. Langs Wagejot, de Zandkes, Dijkmanshuizen, Ottersaat, de haven van Oudeschild, de Schans en de Redoute zakken we af naar het zuiden. En hoewel we hier geen nieuwe soorten zien, blijft het geweldig om te kijken. De eenden, met name smient, pijlstaart en wintertaling lijken met de dag mooier te worden en nu in de zon zijn hun kleuren prachtig te zien. Datzelfde geldt voor de
watersnippen, het duurt soms even voor we ze ontdekken met hun geweldige schutkleuren maar als je wat beter kijkt zie je hier en daar de gele strepen op hun kop en rug oplichten in de zon. Als je er een ontdekt, zie je er vanzelf meer, rustend, badderend of foeragerend. Buitendijks is het rustig en we besluiten onze laatste uurtjes door te brengen in de Mokbaai. Bij De Petten ook weer volop watersnippen maar geen oeverloper, witgat of een andere steltloper waar we stiekem op hopen. De Mokbaai zelf stelt niet teleur en is een geweldige afsluiting, vooral weer door de massaliteit. Hoewel buitendijks staan er duizenden goudplevieren, kop in de veren. Ook rosse grutto’s, scholeksters, bonte strandlopers en wulpen foerageren en rusten hier in grote groepen. Kanoeten en zilverplevier zijn duidelijk in de minderheid en wat meer op zichzelf maar ze staan mooi naast elkaar zodat je ze eens goed kunt vergelijken. Het verschil in snavel, grootte, kleur en houding is dan uitstekend te zien.
Met de telescoop zijn verder weg op het water ook nog eiders, zaagbekken en brilduikers te ontdekken. Een mooi plaatje waarin duizenden vogels alleen bezig zijn met eten of rusten. Maar schijn bedriegt want plotseling gaat alles massaal op de vleugels. Het kost ons wat meer tijd dan de vogels om het hongerige smelleken te ontdekken. Maar dan is het ook een spectaculair schouwspel: in volle vaart gaat hij achter een strandloper aan die keer op keer aan een nieuwe stootduik weet te ontsnappen. Uiteindelijk geeft het smelleken het op en verdwijnt, ongetwijfeld op zoek naar een minder snelle prooi. Een mooie afsluiting van een geslaagd en bijzonder gezellig vogelweekend waarin iedereen wel aan zijn trekken kwam met 122 soorten, vogeltrek, wintergasten, late zomergasten, bijzondere soorten, zeevogels, steltjes, grote groepen vogels en eenden in prachtige kleuren.