KvAG
Nieuws
Nieuwsbrief van de Kring voor Aardobservatie en Geo-informatica Nummer 4 - augustus 2002
Inhoud
KvAG stemt in met fusievereniging GIN!
KvAG stemt in met fusievereniging GIN! 1
Op 12 juni jongstleden vond er een speciale Algemene Ledenvergadering plaats rondom de voorgenomen opname van de KvAG in de fusievereniging Geo-Informatie Nederland (GIN). Het bestuur van de KvAG is al ruim een jaar in bespreking met andere geo-verenigingen om tot de oprichting van een nieuwe fusievereniging te komen. 35 van de 40 aanwezigen stemden in met het bestuursstandpunt. Het verslag van deze bijeenkomst is te vinden op de website www.kvag.nl en zal in het oktobernummer van KvAG-Nieuws worden opgenomen. De stemming betekent dat de
Uit het archief van de “Vereeniging voor Fotogrammetrie” 1 Van de voorzitter: 15 jaar stimuleren
4
Verslag van de KvAG Themamiddag “Remote Sensing & Beleid” 12 juni 2002 5 Welkom nieuwe leden
6
Agenda
6
Colofon
6
KvAG, naast de Nederlandse Vereniging voor Kartografie, een grote stap richting GIN heeft gemaakt! De ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Geodesie (NVG) heeft op 6 juni 2002 uitgesproken dat het in principe voor aansluiting bij GIN is en geeft het NVG bestuur daarmee toestemming om de fusie verder voor te bereiden. Er moet echter nog wel een definitieve opheffingsvergadering plaats vinden. Hopelijk zullen andere verenigingen spoedig volgen met soortgelijke formele stappen. Frans van der Wel
Op 20 november 2002 wordt het jubileum gevierd van de KvAG. Deze viering is gebaseerd op de leeftijd van de oudste van de twee partners waaruit de Kring ontstond: de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie. Ter gelegenheid van deze viering heeft het bestuur van de Kring Henk Zorn, em. hoogleraar fotogrammetrie aan het ITC, bereid gevonden om in een serie artikelen een schets te geven van de geschiedenis van die Vereniging. Onderstaand een eerste bijdrage. Reacties van leden, die zich details herinneren uit vroeger jaren zijn bij de redactie van harte welkom.
Uit het archief van de "Vereeniging voor Fotogrammetrie" De Kring voor Aardobservatie en Geo-Informatica (KvAG) is in 1996 tot stand gekomen door een fusie van de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie (NVF) en de Kring voor Remote Sensing (KvRS). De eerste vereniging, de NVF, werd opgericht in 1932, de tweede in 1978. Als lid van de NVF had ik bij de oprichting van de Kring voor Remote Sensing zo mijn bedenkingen. Wat was fotogrammetrie anders dan remote sensing? Enfin, men kan de vooruitgang niet tegenhouden en ik had het toen veel te druk om dat te proberen. Het woord "fotogrammetrie" wordt nu steeds minder gehoord. Daarom doet het mij plezier dat het bestuur het plan heeft om de geboortedag van de NVF als de geboortedag van de huidige vereniging te vieren. Het verzoek ter gelegenheid van het 70-jarigbestaan een (of meer) stukje(s) te schrijven heb ik dan ook met plezier aanvaard. Daartoe kreeg ik het volledige archief van de NVF thuisbezorgd. Dat kwam nogal onverwacht: de Schermerhorn hal stond vol dozen. Ik was gauw van de schrik bekomen: als je graag in het verleden wroet is dit een buitenkans! Laat ik maar beginnen met een brief, iets ingekort, af te drukken, in de hoop dat veel lezers dit even interessante lectuur vinden als ik.
KvAG Nieuws 28 Maart 1932 Beste Tienstra, Het begint tijd te worden, dat wij iets gaan doen voor de oprichting van een sectie Nederland van de Internationale Gesellschaft für Photogrammetrie. Ik geloof dat er argumenten genoeg zijn en het is overbodig, dat wij verder op de internationale Congressen achter de Duitschers verscholen gaan. De enige moeilijkheid is gelegen in het orgaan.Tot heden ontvangen wij Bildmessung und Luftbildwesen gratis als Lid van de Duitsche sectie. Indien wij nu een Nederlandsche sectie stichten, houd ons Lidmaatschap van de Duitsche sectie op.Wij krijgen dan ook Bildmessung niet meer. Nu is mijn plan vandaag aan Koerner te schrijven, wat wij zouden moeten betalen voor een col-lectief abonnement. Ik vermoed, dat dit dan zeer goedkoop zou worden. Verder zou ik willen voorstellen, te trachten met de Ver. van K. en L. tot één of andere regeling te komen, waarbij de Nederlandsche sectie toch de beschikking krijgt over één of ander orgaan.Tegenover het buitenland met het oog op ruiling, ook misschien met het oog op de Vlaamsche vakgenooten zou dat niet zoo kwaad zijn. Ik zou mij bijv. kunnen denken, dat de Ver.Voor Kadaster en Landmeetkunde voorlopig bereid zou zijn eenmaal per jaar een nummer van het Tijdschrift geheel of nog liever 2 keer per jaar een nummer gedeeltelijk te wijden aan de fotogrammetrie. Dit gedeelte zou dan als afzonderlijke overdruk de wereld kunnen ingaan en orgaan van de Nederlandsche sectie worden. Dat behoeft geen gat in het hoofd te kosten en het heeft het voordeel, dat men dan met het oog op de toekomst reeds vooruit gewerkt heeft en een orgaan heeft sinds den begintijd van het vak in ons land. Wat zou je er van denken om de zaak op deze wijze aan te pakken? Ik wilde de contributie zoo laag mogelijk stellen, ten einde een zoo groot mogelijk aantal leden te krijgen, speciaal onder de landmeters; ook al werken zij er op dit ogenblik niet in, het is niet onmogelijk, dat het voor hen toch belangrijk gaat worden. Zij zullen er ongetwijfeld mee in aanraking komen door het werk, dat hier gebeurt. Wat zou je vinden van een oproep, die door ons beiden onderteekend wordt en zooals ik die hier in klad bijvoeg? Als je het goed vindt wilde ik er maar wat haast achter zetten en het stuk met de wijzigingen, die je voorstelt, nog deze week laten uitgaan. Noem jij eens wat adressen? Zouden wij de circulaire aan alle landmeters niet liever persoonlijk toezenden dan de oproep te plaat-sen in het volgende nummer van het Tijdschrift. Ik wilde dan in het komende nummer van het Tijdschrift een berichtje schrijven met een herinnering aan de lezers en een opwekking.Vind je dat goed? Met vriendschappelijke groet, Willem Schermerhorn Tzn. Op de achterzijde van de doorslag lezen we nog: Zou het verder niet gewenscht zijn ook den Heer Van Hengel uit te noodigen als ondertekenaar. Dat lijkt mij uit tactisch oogpunt wel goed. Moeten de functies en adressen van de onderteekenaaars dan ook vermeld worden? Verder heb ik gedacht aan den Heer Van Albada. Hij is op het ogenblik lid van de Duitsche sectie. Hij is een erkende specialiteit op het gebied van optiek en speciaal van stereoscopie. Ik zou hem er graag bij hebben. Als je het goed vindt, zou ik mij met hem in verbinding willen stellen. Vind je ook niet, dat dit dan tegelijk wel het eerste bestuur kan vormen? Dat wil zeggen, dat wij met recht mogen verwachten, dat de leden hier geen bezwaar tegen zullen maken? Er volgen dan brieven van Schermerhorn aan Kwisthout,Van Albada en Van Hengel. Daar Schermerhorn Kwisthout in zijn eerste brief niet noemde is hij waarschijnlijk op voorstel van Tienstra aan het lijstje toegevoegd. Hij was overigens de enige die tegensputterde. Hij achtte zich onvoldoende op de hoogte van het vak fotogrammetrie. De oprichtingsvergadering werd vastgesteld voor 29 juni 1932 te 14.00 uur in het gebouw van de Topografische Dienst, Prinsessegracht 15 te Den Haag. Nu, na 70 jaar zullen de meeste lezers nadere toelichting behoeven over de genoemde personen: • Willem Schermerhorn (1894-1977), civiel ingenieur, hoogleraar landmeten en waterpassen aan de Technische Hogeschool te Delft sedert 1926. Hij was in 1945 de eerste naoorlogse minister-president, oprichter Meetk. Dienst RWS, ITC. • Jaap M.Tienstra (1895-1951), landmeter, sedert 1931 lector aan de Landbouwhogeschool te Wageningen, hoofd van de landmeterscursus. Hij gaf daar een uitvoerig college in fotogrammetrie. In 1935 werd hij (eerst buitengewoon) hoogleraar aan de TH Delft. • L.E.W. van Albada, generaal-majoor b.d. Als opticus een amateur die niet alleen veel wist, maar ook optische systemen ontwierp. In 1948 verscheen zijn "Optische constructiemethoden en het slijpen van lenzen". In een Ootenrijkse standaardwerk over wetenschappelijke fotografie verzorgde hij het deel stereofotografie (1931). • Th. L. Kwisthout was ingenieur-verificateur van het Kadaster te Amsterdam. • A. van Hengel was, met de ambtelijke rang van raadadviseur, waarnemend directeur van de Topografische Dienst. De oprichtingsvergadering werd bijgewoond door 31 personen. Op de presentielijst staan er echter 74, degenen die bericht van verhindering stuurden, doch positief reageerden, zijn er aan toegevoegd.
Tienstra
3 AUGUSTUS 2002
KvAG Nieuws Aanwezig waren, o.a., jg. Fortuin, hoofd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, W.F. Stoorvogel, later directeur van het Kadaster, C.A.J von Frijtag Drabbe, later directeur van de Topografische Dienst, P. Negrijn, de eerste Nederlandse fotogrammmetrie-operateur (van wie ik de praktijk van het vak leerde), Prof. ir. J.W. Dieperink, † 1934, hoogleraar landmeetkunde a. d. Landbouwhogeschool, J. Luymes, chef Hydrografie van de Marine, J.W. Wijn, officier bij de Luchtvaartafdeling van het Leger, verder de initiatiefnemers met uitzondering van Van Albada. Bij de niet aanwezigen Prof. dr. ir. F.A.Vening Meinesz,A. Kruidhof, later hoogleraar te Wageningen, I. Boer Hzn., oud ingenieur-verificateur van het Kadaster, J.M. Corsten, chef Foto-technische Dienst KLM, N.D. Haas-broek, later lector aan de TH Delft, F. Harkink en O. Jonas. Op een vroege ledenlijst (82 namen) treffen we verder nog aan: J.H. Bramlage, later directeur van de Topografische Dienst. Verder een aantal werkers in Nederlandsch Oost Indië: van de BPM en van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger. De notulen van de oprichtingsvergadering zijn handgeschreven door Tienstra. Vermeld worden na de opsomming van de aanwezigen een inleiding door Tienstra, een causerie over de mogelijkheden en opgaven van de toepassing van de fotogrammetrie in Nederland door Schermerhorn, de bestuursverkiezing, bespreking van een werkprogramma. Ik citeer: "Na de tevredenheid die allerwegen aan den dag werd gelegd bij de rede van Prof. Schermerhorn, behoefde het geen verwondering te baren, dat op zeer besliste wijze de vergadering Prof. Schermerhorn onder toejuichingen en handgeklap tot haar voorzitter benoemde." Het bestuur kwam er als volgt uit te zien: Prof. ir.W. Schermerhorn Tzn., voorzitter; J.M.Tienstra, secretaris; J.W.Wijn, penningmeester; Th.L. Kwisthout; A. van Hengel. Een zeer zwaar bestuur! (wordt vervolgd) Henk Zorn
Van de voorzitter: 15 jaar stimuleren Ik heb drie kinderen van 1, 3 en 5 jaar. Ik stimuleer ze allemaal op dezelfde manier. Toch ontwikkelen ze zich allemaal weer anders. Een deel van de ontwikkeling zit in de genen, een deel in de omgeving. Die van 5 heeft doorzettingsvermogen en is enthousiast in sport en spel, maar heeft weinig aanleg. Die van 3 gaat het zichtbaar gemakkelijker af, maar hij is wat gemakzuchtig. In nummer drie heb ik nog weinig inzicht. Ik hoop het stimuleren te kunnen afbouwen. Als ze 18 zijn moeten ze toch op eigen benen kunnen staan, dus zo rond het 15de levensjaar gaan we de-stimuleren. Althans dat dacht ik tot 12 juni jl. Op die dag zette Niek de Kort mijn wereld op zijn kop. 15 jaar stimuleren is niet genoeg, er moeten nog minstens 15 jaar bij. Dat was tenslotte de mening van al die vaders en moeders die jarenlang participeerden in het Nationaal Remote Sensing Programma. Er is veel progressie geboekt, mooie projecten met succes afgesloten en een groot aantal remote sensing bedrijfjes hebben het licht gezien. Niet genoeg, aldus de gebruiker. Een doorstart voor het NRSP moet er komen. De gebruiker betaalt, toch....? Maar ja, wie is dan die gebruiker. Die man of vrouw die gretig gebruik maakt
van mondiale klimaatgegevens. Die man of vrouw die een actueel hoogtemodel van zijn of haar kavel nodig heeft voor de aanleg van de nieuwe achtertuin. Zonder de steun van de overheid en de koepel van een nationaal platform voor aardobservatie met inbegrip van een vorm van subsidie voor dienstenontwikkeling en onderzoek zijn grote delen van onze bedrijfstak niet levensvatbaar. Dat is mijn persoonlijke overtuiging. In mijn bedrijfstak zijn we al ver op weg naar de implementatie. De olie- en ertsopsporingsindustrie maakt operationeel gebruik van hyperspectrale remote sensing, een uitzondering op de regel.
Wij opereren in een gefragmenteerde markt met een verstoorde vraag-aanbod relatie. Zonder een sturende overheid en een gezonde balans tussen overheidsbelang, een commerciële sector en draagvlak bij het publiek zie ik donkere wolken voor onze bedrijfstak. NRSP en de BCRS waren 15 jaar lang het cement tussen de stenen van de BV aardobservatie Nederland. De steen der wijzen. Nog 15 jaar Quidditch spelen....?
Freek van der Meer
[email protected]
4 AUGUSTUS 2002
KvAG Nieuws
Verslag van de KvAG Themamiddag "Remote Sensing & Beleid" 12 juni 2002 Op woensdag 12 juni 2002 organiseerde de Kring voor Aardobservatie en Geo-informatica de themamiddag "Remote Sensing & Beleid". De KvAG heeft de afgelopen jaren themamiddagen georganiseerd die vrijwel allemaal inhoudelijk georiënteerd waren. Sinds de afronding en evaluatie van het NRSP zijn er echter vanuit het beleid een aantal ontwikkelingen gaande die interessant zijn voor de remote sensing gemeenschap in Nederland: overdracht van het programma gebruikersondersteuning naar SRON/NIVR; het ICES-KIS programma "Ruimte voor Geo-informatie", vanuit verschillende ministeries komen nieuwe geluiden ten aanzien van remote sensing en geo-informatie in Nederland en, last but not least, is de lancering van EnviSat ook geslaagd. Een goed moment, vonden wij, om een aantal beleidsmakers aan het woord te laten en te laten vertellen wat voor mogelijkheden en prioriteiten zij zien voor remote sensing in Nederland. Naast de inhoudelijke kant van deze themamiddag, heeft de Algemene Ledenvergadering tijdens deze themamiddag beslist over de voorgenomen fusie van de KvAG met een aantal andere geo-verenigingen tot een nieuwe grote geo-vereniging: Geo-Informatie Nederland (GIN, www.geo-info.nl). Het verslag van deze ALV is te vinden op de website en in de KvAG Nieuwsbrief van oktoberf. Twee presentaties ontbreken in dit verslag, namelijk de bijdragen van Marlène van Benthem (RWS-MD) en Gert van den Burg (Geomaticapark). Dit zal in de volgende KvAG nieuwsbrief worden rechtgezet. Remote sensing in Nederland: stand van zaken, perspectief en ambitie – Niek de Kort, De Spil BV Het verhaal van Niek richtte zich in eerste instantie op het schetsen van een overzicht van het Nationaal Remote Sensing Programma (NRSP) en de evaluaties van het programma zoals dat door de commissie Van der Laan in 2001 is uitgevoerd. De algemene bevindingen van de commissie Van der Laan zijn dat er een positieve waardering is voor de resultaten van het NRSP: "er is veel bereikt". Als positieve effecten van het NRSP
worden o.a. genoemd, een hoog kennisniveau in Nederland over RS gebruik/technieken en een hoge mate van bewustwording t.a.v. remote sensing. Als belangrijkste negatieve aspect werd genoemd dat de verankering van remote sensing goeddeels niet is gehaald. Dit is veroorzaakt door een combinatie van technologische beperkingen, gebrek aan opleiding van eindgebruikers en de veelal hoge prijs die aan het gebruik van remote sensing vast zit. Een enquête met als motto "hoe nu verder" die onder een groot aantal gebruikers is gehouden leverde diverse antwoorden op: "Een NRSP-3 helpt niet echt zolang er geen integrale visie op rs-ontwikkeling is", "Overheid moet zich terugtrekken als uitvoerende partij en de uitvoering aan de markt overlaten", "GO-2 is te veel gericht op wetenschappelijk onderzoek" en "er is een spanningsveld tussen operationele RS toepassingen (routine, monitoring) en wetenschappelijk onderzoek (one of a kind dedicated mission), NASA en ESA zetten vooral in op dit laatste aspect". In het laatste deel van zijn presentatie zette Niek nog een toekomstvisie t.a.v. remote sensing neer. Wat betreft wetenschappelijke onderzoekers en gebruikers komen duidelijke kansen via specifieke ruimtemissies zoals ERS en ENVISAT en de toekomstige ESA core en opportunity missies. Het verankeren van operationele en/of commerciele toepassingen moet op andere wijze tot stand worden gebracht: RS gegevens moeten routinematig worden verzameld en van constante kwaliteit zijn, schaalvergroting moet voordelen bieden zodat dezelfde gegevens voor meerdere doeleinden worden toegepast. Een andere goede mogelijkheid ligt volgens Niek in het inbedden van RS gegevens in een Geospatiale Data Infrastructuur (GDI). Op deze wijze worden ze gebruikt om bijvoorbeeld GIS data te verrijken. Een gevaar bij dit concept is echter dat het gebruik weer sterk wordt beperkt tot overheidsinstellingen omdat met name de overheid een belangrijke speler is ten aanzien van het GDI concept. Het Nationaal Programma Gebruikersondersteuning 20012005 – Nico Bunnik, NIVR
Nico begon met het schetsen van de ontwikkelingen sinds 1996 die hebben geleid tot het Nationaal Programma Gebruikersondersteuning 2001-2005 (GO-2). Na de evaluatie van het eerste programma GebruikersOndersteuning (GO) is er een evaluatie geweest die heeft geleid tot een plan op hoofdlijnen voor het vervolg van GO. Na de gebruikersconsultatie en het inpassen van het GO2 programma in het nieuwe Nederlandse aardobservatiebeleid is het GO-2 programma in december 2001 door de ministerraad goedgekeurd. Kort samengevat zijn de doelstellingen van het GO-2 programma: (1) Het ontwikkelen van nieuwe toepassingen zowel wetenschappelijk als operationeel; (2) bevordering van de (inter)nationale markt voor RS gebaseerde geo-informatieproducten; (3) bijdragen aan de ontwikkeling van de nationale gegevens- en informatieinfrastructuur; (3) informatievoorziening naar een zo breed mogelijk publiek betreffende de toepassingen van aardobservatie, nieuwe ontwikkelingen en resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Het GO-2 programma kent een viertal hoofdonderzoeksthema’s te weten atmosfeerchemie, Fysische oceanografie, Landprocessen en vaste aarde onderzoek. Met als belangrijkste toepassingsgebieden operationele meteorologie, water- en kustbeheer, landgebruik, klimaat- en milieumonitoring en bestrijding van natuurrampen. Een belangrijke prioriteit die aangebracht is in het programma is dat het zich met name richt op het gebruik van satellietsystemen waar Nederland in investeert. In dit verband zijn met name de verschillende ESA missies van belang, maar ook bijvoorbeeld het OMI instrument dat op een NASA platform zal worden gemonteerd. Meer informatie is te vinden op: http://www.sron.nl/external_research Het Nederlandse aardobservatiebeleid voor de jaren 2002-2010 – Frank Grooters, Ministerie van Verkeer & Waterstaat Frank presenteerde een beknopt overzicht van de nieuwe nota t.a.v. het aardobservatiebeleid over de jaren 2002-2010.Aanleiding voor deze nieu-
5 AUGUSTUS 2002
KvAG Nieuws we nota was dat de vorige nota afkomstig was uit 1992 en inmiddels was achterhaald door ontwikkelingen in Nederland en bij ESA en EUMETSAT. De basis voor de nieuwe nota waren de resultaten van het Nederlands aardobservatiebeleid over de periode 19922000 zoals de eindevaluatie van het NRSP, de evaluatie van het Nederlands ruimtebeleid en de resultaten van de werkgroep actualisatie aardobservatie beleid (WAAB). De belangrijkste doelstellingen van het aardobservatiebeleid over de jaren 2002-2010 zijn: bijdragen aan het oplossen van belangrijke maatschappelijke, economische en politieke vraagstukken op het gebied van klimaat, milieu, waterbeheer, landgebruik en veiligheid; behouden en verder versterken van de internationaal erkende positie van het wetenschappelijk aardgericht ruimteonderzoek in Nederland en het versterken van de positie van Nederlandse dienstverlenende bedrijven op het gebied van aardobservatieproducten. Dit beleid wordt ingevuld via deelname aan internationale programma’s van ESA en EUMETSAT en via nationale programma’s zoals het GO-2 en specifieke programma’s t.b.v. instrumentontwikkeling. Meer informatie is eveneens te vinden op: http://www. sron.nl/external_research/ Allard de Wit (Alterra)
Welkom, nieuwe leden Kring voor Aardobservatie en Geo-informatica Met veel genoegen verwelkomen wij het volgende nieuwe lid: - Dr. M.A. Eleveld
Colofon KvAG KvAG Nieuws wordt verzorgd vanuit het bestuur van de Kring voor Aardobservatie en Geo-informatica. Het verschijnt zes maal per jaar. Het bestuur van de KvAG bestaat uit de volgende personen: F. van der Meer (voorzitter) M.G.Vosselman (vice voorzitter/ sectie Fotogrammetrie) F.J.M. van der Wel (secretaris) H.Thiadens (penningmeester) A.J.W. de Wit (sectie Remote Sensing) P.J.M. van Oosterom (sectie GIS) B.J.M. Jansen (programma coördinator/PR) Het lidmaatschap van de Kring bedraagt € 16,- voor particulieren en € 68,- voor bedrijven per kalenderjaar. Leden van de Kring ontvangen zes maal per jaar KvAG Nieuws en kunnen kosteloos deelnemen aan de thema(mid)dagen. Voor opgave van het lidmaatschap van de KvAG of opzegging van een lidmaatschap dan wel opgave van een (adres)wijziging wordt verwezen naar het mutatieformulier achterin dit blad of naar de website van de Kring: www.kvag.nl. Het postadres voor adreswijzigingen is: KvAG T.a.v. Ir. H.Thiadens Gammelkestraat 2 7572 AV Oldenzaal E-mail:
[email protected] Het adres van de voorzitter is: ITC Prof. Dr. F. van der Meer Postbus 6 7500 AA Enschede E-mail:
[email protected] Of:
[email protected] Het adres voor overige Kring-zaken: KNMI T.a.v. Secretaris KvAG Dr. F.J.M. van der Wel Postbus 201 3730 AE De Bilt E-mail:
[email protected]
Agenda 2002 SEPTEMBER Klimaat en Remote Sensing KNMI, de Bilt, 10 september 2002. OKTOBER Lustrum KvAG Terugblik, Heden en Toekomt t.a.v. het KvAG-interessegebied. Orpheus, Apeldoorn, 20 november 2002 (gehele dag). NOVEMBER Automatisering in de luchtfotogrammetrie 3 oktober 2002 (Delft). DECEMBER 2e GML-dag Topographische Dienst, Emmen, 13 december 2002.
Deadline inzending kopij voor KvAG Nieuws nummer 5 (oktober): 2 september 2002.
Redactie KvAG Nieuws RWS-Meetkundige Dienst t.a.v. Redactie KvAG Nieuws B.J.M. Jansen Postbus 5023 2600 GA Delft Tel: 015-2691466 E-mail:
[email protected] Advertenties Voor informatie aangaande tarieven voor het plaatsen van advertenties kunt u contact opnemen met Johannes van der Schaar van GITC bv, tel.: 0514-561854, e-mail:
[email protected] Bijdragen kunnen uitsluitend (in digitale vorm) worden toegezonden aan de redactie. Kopij is voorzien van naam, adres en telefoonnummer van de auteur(s). Lay-out en drukwerk GITC bv Postbus 112 8530 AC Lemmer
6 AUGUSTUS 2002