Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o.
Nieuwsbrief» In Capelle komen redelijk veel zoogdiersoorten voor. De meeste soorten houden er een verborgen levenswijze op na. Het zijn voor het merendeel nachtdieren en die zien we dus niet zo snel. De inventarisatie is dan ook gebrekkig. Met sommige soorten gaat het niet zo best. Wij laten hier de soorten de revue passeren, waarvan met zekerheid is vastgesteld dat ze in Capelle voorkomen.
nummer 3 juli 2012
Zoogdieren in Capelle
Haas en Konijn Haas
De haas onderscheidt zich van het konijn door zijn gedrag, door zijn stevige lange achterpoten en door zijn lange oren. Zijn bijnaam is dan ook Langoor. Het is een supersprinter (“er als een haas vandoor gaan”, “het hazenpad kiezen”) die zigzaggend aan zijn belagers weet te ontsnappen. Houdt zich graag op op open vlaktes met beschutting in de buurt. Graaft geen holen, maar maakt een eenvoudige kuil (“leger”) om zijn nageslacht in groot te brengen. In het vroege voorjaar is het “Rammeltijd”: mannetjeshazen ruziën dan om een vrouwtje (“Moer”) en dit gaat gepaard met boksen en “Haasje-over-sprongen”. In Capelle zijn hazen te zien op sportterreinen Couwenhoek en Schenkel en in het Schollebos. De tendens om steeds meer kunstgrasvelden op sportterreinen aan te leggen zal de haas niet leuk vinden...
Als de haas een vijand ontdekt drukt hij zich plat tegen de grond. Door zijn schutkleur is hij bijna niet te zien. Pas als de vijand dichtbij komt zal hij opeens snel wegvluchten. De vijand schrikt hiervan en dat geeft de haas net iets meer tijd om te ontsnappen.
In het voortplantingsseizoen kan het vrouw tje, (Moer) om de 48 dagen een nest jongen werpen met 1-5 jongen per nest. De jongen worden slechts 1x per dag, zo’n 3 kwartier na zonsondergang, gedurende enkele minuten gezoogd. Na de voeding laat de moer de jongen de rest van de nacht en de hele dag alleen. De jongen gaan vanaf een dag of 3 het leger verlaten, in het begin een paar meter, maar later steeds verder tot enkele honderden meters. Tegen voedertijd komen ze weer bij elkaar. Dit alles is om niet de aandacht van roofdieren te trekken. Desondanks sneuvelt de helft van de jongen al de eerste levensmaand door vossen, loslopende honden, katten, bunzingen, hermelijnen, wezels en roofvogels. Daarnaast worden er in de polders ook veel volwassen hazen slachtoffer van de plezierjacht.
Hazen leger
Hazen graven geen holen. Zij maken een eenvoudig holletje in het veld, een leger.
De gemiddelde levensverwachting van een haas in het wild is dan ook niet meer dan 1 jaar, terwijl hazen in gevangenschap wel 12 jaar kunnen worden.
Konijn
Wild konijn
Konijnen zijn in wisselende aantallen door de jaren heen aanwezig. Ze leveren nogal wat schade op aan taluds langs wegen en dijken (Algeraweg, Brienenoord) door het graven van holen en door vraat aan tuinplanten (zelfs in het centrum). Soms is er een sterke daling door uitbraken van myxomatose of VHD, beide dodelijke ziektes. De populatie herstelt zich meestal weer snel binnen een paar jaar. Af en toe worden konijnen bestreden door het inzetten van fretten (“fretteren”). Een konijn is een geliefd prooidier voor vele rovers als bunzing, hermelijn, vos, buizerd en loslopende honden. De populatie in het Schollebos lijkt af te nemen sinds de vos zijn intrede heeft gedaan en mogelijk ook door toename van het aantal bunzings. Sporadisch wordt ook wel eens een tam konijn gedumpt in het Schollebos. Zo’n dier is meestal een kort leven beschoren omdat die door zijn tamheid snel ten prooi valt aan voornoemde roofdieren. De konijnenpopulatie in Capelle bestaat echter zeker voor 95% uit echt wilde konijnen. Konijnen zijn vooral ’s morgens vroeg en in de schemer actief.
Al enkele jaren zijn er talloze meldingen van vossen in Capelle. Niet alleen in het Schollebos, langs de spoorlijn, in het Rivium en op sportcomplex Schenkel zijn ze gesignaleerd maar ook binnen de stad in Fascinatio en bij het IJsselland ziekenhuis.
Vos
Het verschijnsel van “Stadsvossen” is niet nieuw. Al vele jaren trekt de vos steeds meer het stedelijk gebied in op zoek naar voedselafval. Hij kan zich heel goed aan de omstandigheden aanpassen. Niet voor niets is het gezegde “zo slim als een vos”. Vaak wordt de vos afgeschoten vanwege de schade die hij toebrengt aan kippen- en pluimveehouders en aan weidevogels. Ook wordt hij gezien als een verspreider van hondsdolheid. Sinds kort verspreidt de vos de Vossenlintworm die dodelijk is voor mensen (geen bramen of frambozen uit het bos eten die laag bij de grond staan!). Ook hier is voorkómen van schade beter. Ons voedselafval moet ontoegankelijk zijn en kippenrennen moeten beveiligd zijn tegen de vos. Zodoende moet de vos als vanouds weer gaan jagen op zijn natuurlijke prooidieren namelijk muizen, ratten, konijnen, vogels, insecten,enz. Ook eet hij bessen. Op dit moment zijn er geen vossen in Nederland die besmet zijn met hondsdolheid. Mocht dit ooit weer gebeuren, dan bestaan er effectieve methodes om dit te bestrijden (o.a. vaccinatie van vossen door kippenkoppen met vaccin te verspreiden). Afschot heeft niet veel zin: de overlevende vossen zullen zich veel sneller gaan voortplanten bij gebrek aan concurrentie en het trekt alleen maar nieuwe vossen aan van buiten de grenzen, waar wèl hondsdolle vossen zijn. Voor weidevogels als grutto, kievit en tureluur, waarmee het door het weidebeheer erg slecht gaat in Nederland, is de vos wel een bijkomend probleem.
Egel
De egel heeft het erg moeilijk in Capelle. Wie heeft er geen dode egels op de weg zien liggen? De egel is geen snelheidsduivel, integendeel. ’s Nachts wordt hij bij oversteek van wegen verblind door de koplampen van auto’s. Niet alleen drukke wegen belemmeren zijn verspreiding. Er worden steeds meer tuinen betegeld en afgerasterd met ondoordringbare schuttingen waardoor hij wordt afgesneden van zijn voedsel (slakken, regenwormen, insecten) en soortgenoten om zich voort te planten. Betere tuininrichting (de tuin niet volledig betegelen en hagen i.p.v. schuttingen) en versterking van intrastedelijke verbindingszones zou voor de egel welkom zijn. Overigens: voer egels geen melk, zij worden hier erg ziek van. Geef egels kattenbrokjes!
De egel is voornamelijk nachtdier.
Egelopvang Zoetermeer
Treft u tegen of in de winter overdags een kleine, trage egel aan, dan is dat meestal een verzwakt dier dat zonder hulp de winter niet zal overleven. Bel dan een dierenarts of de dierenpolitie. Er bestaan speciale egelopvangcentra die hen liefdevol opvangen, verzorgen en na de winter weer gezond de vrijheid geven. NB: ook de egel is een wettelijk beschermde soort; u mag egels dan ook niet zelf opvangen!
Stichting Vogelklas Karel Schot, Afrikaanderplein 37, 010 4857847
Mol
Vroeger kreeg men voor een mollenvelletje een dubbeltje in het kader van de bestrijding. Later werd de mol wettelijk beschermd, maar sinds enkele jaren is hij weer vogelvrij verklaard. Uiteraard een lastpak van jewelste in grasgazons. Maar ja, een kortgeschoren grasgazon is uiteraard geen natuurlijk landschap. Het is een monocultuur waar vele soorten van profiteren: nuttige regenwormen, maar ook schadelijke soorten zoals emelten (de larven van de langpootmug) en veenmollen (een ondergrondse krekel die wettelijk beschermd is). Kortom een walhalla voor de mol: volop voedsel en volop zachte grond om hun gangen te graven. In een meer natuurlijke omgeving heeft de mol wel degelijk een belangrijke rol. Doordat hij gangen graaft, die per mol wel tientallen meters lang kunnen zijn, en molshopen maakt, zorgt hij voor een betere doorluchting van de bodem en daardoor een beter microklimaat. Eigenlijk probeert de mol onze gladgeschoren grasvelden een meer natuurlijk karakter te geven, maar wordt daarvoor dus gestraft... Een Veenmol leeft ondergronds. De voorpoten lijken op die van een mol maar een Veenmol is een insect. Veenmollen komen in Capelle voor. Eigenlijk probeert de mol onze gladgeschoren grasvelden een meer natuurlijk karakter te geven maar wordt daarvoor dus gestraft...
Marterachtigen Alle hier voorkomende marterachtigen zijn felle rovers die prooien verschalken die veel groter zijn dan zijzelf. Het zijn nachtdieren, maar soms worden ze ook overdags wel eens gezien als ze jongen hebben en op jacht zijn.
Bunzing
De bunzing is de wilde vorm van de beter bekende tamme Fret die als huisdier wordt gehouden. Zij lijken dan ook erg veel op elkaar. Het is de grootste vertegenwoordiger van de marterfamilie die in Capelle voorkomt. Hij eet van alles: muizen, ratten, vogels, konijnen, kikkers, regenwormen, insecten, enz. Hij is een goede zwemmer maar een matige klimmer. De bunzing legt vaak voedselvoorraden aan door de prooi niet direct te doden, maar te verlammen met een nekbeet. Kippenhouders hebben een hekel aan dit prachtige diertje, maar voor rattenbestrijders is hij een welkome collega. Hij vangt zelfs muskusratten. Omdat de bunzing een nachtelijke leefwijze heeft, zijn waarnemingen dus toeval. De bunzing is regelmatig gemeld als slachtoffer van het verkeer, o.a. op de Van Rijckevorsselweg, de Couwenhoekseweg en de fietspaden in het Schollebos.
bunzing
Hermelijn
Is wat kleiner dan de bunzing. ’s Zomers op de rug roodbruin en cremekleurig, ’s winters geheel sneeuwwit met alleen een zwarte staartpunt. De wintervacht werd vroeger verwerkt in hermelijnmantels voor vorsten. Ook deze marterachtige is een felle rover op muizen, ratten, konijnen, vogels, e.d. De hermelijn heeft ook een nachtelijke leefwijze, behalve als hij jongen heeft, dan jaagt hij ook overdags. In het Schollebos is hij incidenteel waargenomen.
hermelijn
Wezel
wezel
De wezel is de allerkleinste marterachtige in Capelle. Hij wordt wat vaker gezien want de wezel is niet alleen ‘s-nachts actief maar ook overdag. Vaak staan wezels op hun achterpoten om de omgeving te overzien. Het is eveneens een felle rover op muizen, konijnen, hazen, kikkers, insecten, wormen, vogels, vogeleieren, enz. Door zijn kleine afmetingen kan hij muizen tot in hun holen achtervolgen!
Muizen en Ratten Bosmuis
De bosmuis komt in ieder geval voor in het Schollebos maar waarschijnlijk ook in andere parken met houtopstanden. Het is voornamelijk een nachtdier. Hij graaft nestholen ondergronds maar maakt soms ook een nest in oude vogelnesten. Hij is een goede klimmer. ‘s Winters verblijft hij soms ook in huizen net als de huismuis. De bosmuis heeft duidelijk grotere oren dan de huismuis.
De bosmuis heeft grote oren.
Huismuis
De huismuis komt over de hele wereld voor waar mensen wonen: in (pak)huizen, stallen, schuren, enz. Ze maken hun nest van allerlei materiaal in verborgen hoekjes. Ze geven overlast door stank vanwege urineerhoekjes en ze vreten aan levensmiddelen en isolatiemateriaal. Als u ze wilt bestrijden, gebruik dan muisvriendelijke muizenvallen die tegenwoordig te verkrijgen zijn en die te verkiezen zijn boven vergif of klemmen. Voorkomen is echter beter. Zorg vooral voor goed afgeschermde ventilatieroosters van kruipruimtes en spouwmuren!
Veldmuis
In heel Nederland komt de veldmuis vooral voor op akkers, weilanden maar ook in tuinen. Ze graven gangen en holen en zijn op graslanden vaak onwelkome gasten. Ze zijn vaak onwelkom vanwege hun gangenstelsels, waardoor paden kunnen verzakken. Veldmuizen eten zaden, wortels, e.d. Ze overwinteren in hun holen in een pseudo winterslaap maar in vorstvrije periodes kan men ze regelmatig tevoorschijn zien komen om te snoepen van bijvoorbeeld gestrooid vogelvoer. Veldmuizen zijn uitstekende zwemmers.
Muizen zijn voedsel voor uilen. In een uilebal uit het Wegelingparkje zaten botjes van de bosmuis.
Bruine rat
De bruine rat is over de hele wereld door de mens verspreid, vooral via de scheepvaart. Wordt ook wel Rioolrat of Waterrat genoemd. De bruine rat heeft een voorkeur voor een waterrijke omgeving en kan zeer goed zwemmen en duiken. Het is een echte afvaleter.
Zwarte Rat
Ook deze rat is door de mens wereldwijd verspreid via de scheepvaart. De zwarte rat houdt meer van een droge omgeving, zoals pakhuizen, schepen, emplacementen, e.d. Vroeger was het een verspreider van de ‘Zwarte Pest’ via de rattenvlo. Waarschijnlijk zal hij ook in Capelle voorkomen maar er zijn geen zekere waarnemingen tot nu toe. Het is een goede klimmer.
Muskusrat
Afkomstig uit Noord Amerika en in 1905 voor het bont uitgezet in het toenmalige Tsjechoslowakije en nu een plaag door het ondergraven van oevers en dijken. De Muskusrat kan maximaal 40 cm groot worden en is overigens geen rat maar een muis. De Muskusrat wordt te vuur en te zwaard bestreden door het uitzetten van vallen en klemmen langs oevers waar ze hun nesten in graven. In België staat de Muskusrat op het menu onder de naam Waterkonijn. Een klem of val wordt langs de oever aangegeven met een klein oranje vlaggetje. Vermijd dat uw hond daar het water in gaat!
Vleermuizen
In Capelle komen tenminste 6 soorten vleermuizen voor: Gewone Dwergvleermuis, Ruige Dwergvleermuis, Laatvlieger, Watervleermuis, Rosse Vleermuis en Grootoorvleermuis. Het zijn buitengewoon nuttige zoogdiertjes vanwege de massale hoeveelheden insecten die ze eten. Ze eten heel veel muggen!. Zij hebben aparte zomerslaapplaatsen overdags! ‘s Winters gaan ze in een soort van pseudo winterslaap. Ze verblijven dan in winterslaapplaatsen en kraamplaatsen waar de jongen worden gezoogd en verzorgd. Sommige soorten gebruiken vrijwel altijd slaap-of kraamplaatsen in huizen en gebouwen onder dakpannen, in spouwmuren, kelders, zolders, enz., andere in boomholtes, oude spechtenholen, vogelnestkasten en speciale vleermuiskasten. Alle vleermuissoorten zijn streng beschermd omdat algemene en zeer zeldzame soorten moei lijk te onderscheiden zijn. Zo moet bijvoorbeeld bij sloop van gebouwen eerst een onderzoek worden gedaan naar het voorkomen van vleermuizen volgens de Flora en Fauna Wet. Komen die daar voor, dan moet de opdrachtgever het tijdstip van sloop aanpassen en compenserende maatregelen nemen. Veel mensen vinden vleermuizen enge dieren, waarschijnlijk ingegeven door allerlei Dracula- en griezelfilms. Alle in Nederland voorkomende soorten zijn echter pure insecten eters. Bloedzuigende vleermuizen “vampieren” komen alleen voor in Zuid Amerika. In tropische landen komen ook veel nectar etende soorten voor die belangrijk zijn voor bloembestuiving.
Er heerst nog altijd een groot misverstand dat vleermuizen hondsdolheid overbrengen. In theorie is dit mogelijk, maar in de praktijk is die kans in Nederland vrijwel nihil. Voor alle zekerheid: raak gewonde of zieke vleermuizen toch niet aan (al is het omdat ze gemeen kunnen bijten als verdediging) maar bel een dierenarts of de dierenpolitie.
Oproep om natuurvriend(in) te Website worden
Bezoek ook onze website: www.natuAls u ons financieel wilt steunen, kunt urvriendencapelle.nl. u uw bijdrage overmaken op: banknr. U vindt ons ook op Facebook, Hyves en 42.89.550 t.n.v. Stichting Natuurvrien- Twitter en Google+. den Capelle aan den IJssel e.o., te Capelle a/d IJssel.
Donaties Wij bedanken de natuurvrienden die in mei en juni een donatie naar ons overmaakten.
Colofon Tekst: Ruud Sterk Opmaak: Ina Scheek en meneer F. Foto’s: Egel en egelbaby, muizen en ratten, marterachtigen, mol en veenmol: www.vildaphoto.net; haas, konijn en vos: www.vogeldagboek.nl; overige egel foto’s: www.vogelklas.nl en www. egelopvang.nl; huismuis: www.wikipedia.com; overige foto’s: SNC