Burgerpanel Capelle aan den IJssel Resultaten peiling 8: woninginbraak augustus 2013 2013
Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 8e peiling met het burgerpanel van Capelle aan den IJssel. De peiling ging over woninginbraak. De nieuwsbrief is ingedeeld aan de hand van de subthema’s uit de peiling. Antwoorden op open vragen zijn ter beschikking gesteld aan de gemeente. De resultaten worden gebruikt als input voor het veiligheidsbeleid van de gemeente. In totaal zijn 1.316 bewoners uitgenodigd voor de peiling. Hiervan vulden er 582 de vragenlijst in, een respons van 44 procent. Dit is lager dan bij vorige peilingen en kan deels verklaard worden doordat de peiling voor een deel in de vakantieperiode gehouden werd. De respons is echter voldoende om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Om onder- en oververtegenwoordiging te corrigeren zijn de uitkomsten gewogen naar leeftijd, geslacht en wijk.
Kennis en ervaring omtrent woninginbraken De peiling is gestart met een aantal vragen over de kennis en ervaring die de panelleden rondom woninginbraken hebben. Op de vraag hoe vaak men denkt dat er in 2012 is ingebroken in een woning in Capelle, geeft bijna een derde van de respondenten aan dat er 100 tot 200 keer is ingebroken. Ruim een vijfde denkt dat dit 250 tot 300 keer is, en ruim een kwart (28%) antwoordt 300 tot 400 inbraken. Vijf procent van de respondenten denkt dat er in meer dan 400 woningen is ingebroken in 2012. Volgens gegevens van de politie is er in 2012 299 keer ingebroken in Capelle. Figuur 1 In Capelle aan den IJssel staan circa 30.000 woningen. Hoe vaak denkt u dat er in 2012 is ingebroken in één van deze woningen? 5% 14% 28% 31% 22%
0 - 100 inbraken 100 - 200 inbraken 250 - 300 inbraken 300 - 400 inbraken meer dan 400 inbraken
Vervolgens is gevraagd of men denkt dat het aantal aangiften van woninginbraak (of een poging daartoe) sinds 2010 is toegenomen of juist is afgenomen. Het grootste deel van de respondenten, 53 procent, denkt dat het aantal aangiften is toegenomen (Figuur 2). Zeven procent denkt zelfs dat dit sterk is toegenomen. Ongeveer een kwart antwoordde te denken dat het aantal aangiften gelijk is gebleven, en 16 procent denkt dat het aantal aangiften in de afgelopen drie jaar juist is afgenomen. Het daadwerkelijke aantal aangiften van woninginbraak in 2010 was 395. In 2011 was dit 340, in 2012 is dit gedaald naar 299. (bron: projectplan woninginbraken 2013, gemeente Capelle aan den IJssel)
1
Figuur 2 De politie registreert jaarlijks het aantal aangiften van (poging tot een) woninginbraak. Denkt u dat het aantal aangiften sinds 2010, dus in de laatste 3 jaar ... 1% 7% 15%
sterk is afgenomen is afgenomen gelijk is gebleven
24% 53%
is toegenomen sterk is toegenomen
Ook is de panelleden gevraagd of zij in 2012 zelf het slachtoffer zijn geworden van (poging tot) woninginbraak. Bijna driekwart van de respondenten antwoordde hierop ontkennend (Figuur 3). Een vijfde geeft aan niet in 2012 slachtoffer te zijn geweest, maar wel in een ander jaar. Vijf procent is in 2012 slachtoffer geweest van woninginbraak of een poging daartoe. Figuur 3 Bent u zelf in 2012 het slachtoffer geworden van (een poging tot) een woninginbraak? 5% 21%
1 keer niet in 2012, wel eerder of in 2013
74%
nooit
Beveiligen van woningen Wij hebben aan de panelleden gevraagd, welke beveiligingsmaatregelen zijn aangebracht in hun eigen woning, om inbraak te voorkomen. Omdat er meerdere maatregelen kunnen worden aangebracht in een woning, konden de panelleden meerdere antwoorden geven. Driekwart van de respondenten heeft een nachtslot op de deur, daarnaast heeft 72 procent ook verlichting bij de deur (Figuur 4). Bijna de helft van de respondenten heeft SKG (Stichting Kwaliteit Gevelbouw) gecertificeerde sloten op de deuren, een kleiner deel heeft deze sloten ook op ramen (28%). Oplegsloten op ramen wordt door 37 procent genoemd als maatregel, 29 procent noemt de kierstandhouder. Overige maatregelen die genoemd werden, zijn onder meer verlichting aan de achterzijde van de woning of in de tuin, stangen voor bovenlichten of ramen en extra beveiliging op de schuifpui (stang/lat tussen de deur, extra slot of pin).
2
Figuur 4 Kunt u aangeven welke beveiligingsmaatregelen in uw woning zijn aangebracht ter voorkoming van een inbraak?
Op de vraag of men geld wil en kan uitgeven aan beveiligingsmaatregelen (Figuur 5), antwoordt een vijfde dat men dit niet kan, twaalf procent geeft aan dit niet te willen. 23 procent wil tot maximaal € 100,uitgeven aan beveiligingsmaatregelen, een even groot deel wil tot maximaal € 250,- gaan. 13 procent wilt niet meer dan € 500,- uitgeven, en acht procent zegt meer dan € 500,- te willen en kunnen uitgeven aan beveiligingsmaatregelen. Figuur 5 Zou u geld willen en kunnen uitgeven aan beveiligingsmaatregelen?
3
Vervolgens is aan de panelleden een tiental stellingen voorgelegd over woninginbraak (Figuur 6). Bijna 60 procent van de respondenten is het niet eens met de stelling dat in Capelle de kans op woninginbraak klein is. Elf procent is het hier wel mee eens, 28 procent staat hier neutraal tegenover. Dat beveiligingsmaatregelen in een woning de beste manier is om inbraak te bemoeilijken, onderschrijft het grootste deel van de groep. 85 procent is het hier mee eens, vier procent denkt daar anders over. Om het aanbrengen van beveiligingsmaatregelen te stimuleren, zouden subsidieregelingen helpen denkt 70 procent. Een tiende (11%) denkt niet dat subsidieregelingen bewoners stimuleert. Ook informatie en voorlichting over beveiligingsmaatregelen kan huiseigenaren of huurders stimuleren om deze aan te brengen in hun woning, geeft 81 procent aan. Vijf procent is het hier mee oneens. Figuur 6 In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?
Daarna volgden er stellingen over wie de kosten voor beveiligingsmaatregelen dient te betalen (Figuur 7). 68 procent is het eens met de stelling dat particuliere huiseigenaren deze kosten zelf dienen te betalen, 12 procent is het hier niet mee een. Een vijfde (19%) staat hier neutraal tegenover. Met de stelling dat de gemeente de kosten voor de beveiligingsmaatregelen op zich moet nemen is 62 procent het oneens. Bijna een kwart van de respondenten heeft neutraal geantwoord, twaalf procent vindt dat de gemeente inderdaad voor deze kosten moet opdraaien. Op de stelling dat huurders de kosten voor beveiligingsmaatregelen zelf moeten betalen, antwoordt men meer verdeeld. 41 procent is het hier niet mee eens, bijna een derde vindt dat de huurder inderdaad zelf voor deze kosten moet opdraaien. Wat betreft de huurwoningen, vindt bijna de helft van de respondenten (46%) dat de kosten voor de woningcorporatie zijn. 31 procent staat hier neutraal tegenover.
4
Figuur 7 In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? (vervolg)
Burgernet en Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) Een vijfde van de respondenten (21%) heeft zich aangemeld bij Burgernet. 38 procent heeft dit nog niet gedaan, maar is wel van plan zich aan te melden. 41 procent geeft aan zich niet aan te willen melden bij Burgernet. Figuur 8 Heeft u zich aangemeld bij Burgernet?
Aan de respondenten is gevraagd naar hun bekendheid met het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). De uitkomsten van deze vraag zijn uitgesplitst naar de eigendom van de woning. Onder huurwoningen vallen zowel woningen die gehuurd worden van Havensteder, als woningen van particuliere verhuurders. Van alle respondenten met een koopwoning geeft een kwart aan nooit van het PKVW gehoord te hebben (Figuur 9), onder huurders is dit tien procent meer (36%). 42 procent van de woningeigenaren heeft wel eens van het PKVW gehoord, en bijna een vijfde is hier zelfs goed mee bekend. Bij de huurders geeft 40 procent aan wel eens van het PKVW gehoord te hebben, en is tien procent er goed mee bekend. Geen van de woningeigenaren heeft ooit een informatieavond over het PKVW bijgewoond, van de huurders heeft vier procent wel eens een informatieavond bijgewoond. Ten slotte geeft 13 procent van de woningeigenaren aan dat hun woning PKVW-gecertificeerd is, van de huurders is dat 9 procent.
5
Figuur 9 Bent u bekend met het PKVW? (naar eigendom woning)
Actiebereidheid Tot slot is het panel een aantal stellingen over inbraakpreventie voorgelegd. 36 procent van de respondenten laat zich niet door voorbeeldgedrag van de buren beïnvloeden bij de beveiliging van hun huis, 19 procent geeft aan de woning te laten beveiligen als de buren dat ook doen. 43 procent heeft neutraal geantwoord. 44 procent zegt geen gebruik te zullen maken van een aanbod door een beveiligingsbedrijf voor gratis inbraakpreventieadvies, 27 procent zou hier wel op in gaan. Als de Vereniging van Eigenaren of huurdersvereniging een inbraakpreventieplan opstelt, zou ruim de helft van de respondenten hier aan mee doen (52%). Zes procent geeft aan dit niet te doen, 27 procent antwoord neutraal op deze stelling en 16 procent heeft hier geen mening over. Met de stelling dat men deel zal nemen aan een buurtpreventieteam als hierom gevraagd wordt, is 29 procent het (zeer) oneens. Een kwart van de respondenten is het hier (zeer) mee eens, 43 procent antwoord neutraal. Figuur 10 In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen over inbraakpreventie?
6
Bijlage Kenmerken deelnemers peiling 8 Tabel 1
Eigendom woning
absoluut aantal gewogen
percentage gewogen
percentage ongewogen
457
79%
77%
Sociale huurwoning
89
15%
17%
Particuliere huurwoning
30
5%
6%
7
1%
1%
Man
281
48%
56%
Vrouw
582
52%
45%
Capelle-West
20
4%
7%
Fascinatio
22
4%
4%
's Gravenland
65
11%
13%
Middelwatering
140
24%
24%
Oostgaarde
126
22%
19%
54
9%
12%
155
27%
23%
16-29
49
8%
6%
30-39
90
16%
11%
40-54
170
29%
26%
55 eo
274
47%
57%
582
100%
100%
Eigen woning
Anders
Geslacht
Wijk
Schenkel Schollevaar
Leeftijd
Totaal
7