Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief
Nieuwsbrief no 90
September 2013
90
pag. 1
Beste vrienden, Deze nieuwsbrief nr. 90 is de laatste die Peter van Toorenenbergen en ik zullen maken. Hij heeft me enorm geholpen met de lay-out en het aandragen van interessante artikelen. Ik ben hem veel dank verschuldigd. Maar het betekent niet dat hij noch ik de Stichting gastdocenten zullen verlaten. Het secretariaat zal ik overdragen aan mevr. Cobine Ramaekers, bij sommigen van jullie al bekend, Waar nodig zal ik haar op de achtergrond blijven steunen. Dhr. G.D.H. (Diederick) van Zuylen zal alles wat de website betreft onder zijn hoede nemen. De website blijft www.Gastdocenten.com . Er wordt aan gewerkt om haar up to date te krijgen. De nieuwe bestuursleden, van harte welkom!! Geniet van al de verschillende artikelen. Mede namens het bestuur hartelijke groet,
Inhoud. Bataviaasch NIEUWSBLAD-Indië neemt wapens op tegen Japan ........................... 2 Indisch Herinneringscentrum—Facebookpagina en Twitteraccount. ......................... 5 Aan zijne Excellentie de Minister President van de Staat der Nederlanden, ............... 6 Buitenkampers, de kleur van overleven .................................................................... 7 Tranen om vergeten dode ........................................................................................ 7 Oud-marinier, kapitein Giovanni Hakkenberg † ........................................................ 8 Wraak, Indonesiërs zijn de preman-bendes beu ....................................................... 8 De film “The Act of Killing” ...................................................................................... 8 Cobine Ramaekers: Wij woonden in de stad Bergen op Zoom................................... 9 Koloniale stations trekken reizigers ......................................................................... 9 Nederlands-Indië was exotische attractie op het WK van 1938 .............................. 10 Verloren tijd vinden. ............................................................................................... 11 Excuses en geld voor weduwen Sulawesi .............................................................. 13 Weduwen willen geld in één keer ............................................................................ 13 Indonesië hoeft geen excuses................................................................................. 14 Republiek Indonesia betaalt miljarden claims .......................................................... 14 Rudy Kousbroeks “Kampsyndroom”. ....................................................................... 15 Emoties los bij Indië-herdenking.............................................................................. 17 Opstand troostmeisjes in SOLO .............................................................................. 17 Oproep tot herstel van het monument te Roermond .................................................................... 19 Foto’s regiobijeenkomst Almelo 20-3-2013 ................................................................................. 19 Macaber Soerabaja 1945 ......................................................................................... 20
Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door de opbrengsten uit de Giroloterij en de Bankloterij. Uw deelname aan de Giro- c.q. Bankloterij wordt daarom van harte aanbevolen.
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 2
Maandag 8 December 1941
Bataviaasch NIEUWSBLAD
Indië neemt wapens op tegen Japan U.S.A., Engeland en Nederland in Oorlog met Nippon Japansche Vliegtuigen Bombardeerden Zonder Waarschuwing Hawaii en Manila Amerikanen en Britten Slaan Krachtig Terug. Terwijl in den vroegen ochtend van Maandag de Japansche ambassadeurs Nomura en Kurusu op het . Witte Huis te Washington het antwoord op het Amerikaansche memorandum varn 26 November, jl. overhandigden, bombardeerden Japansche vliegtuigen Hawaï en Manilla. - De Gouverneur-Generaal van Nederlands-lndië vaardigde via den radio-omroep een proclamatie uit, waarin de Landvoogd verklaarde, dat Nederlands-lndië de wapenen heeft opgenomen tegen het Japansche rijk. Proclamatie van den Landvoogd Zijne Excellentie de Gouverneur-Generaal sprak hedenochtend om halfzeven voor de NIROM de volgende proclamatie uit: Medeburgers, Door onverhoedsche aanvallen op Amerikaansche en Britsche gebieden, terwijl diplomatieke besprekingen nog gaande waren, heeft het Japansche keizerrijk bewust gekozen voor een beleid van geweld. Deze aanvallen, die welhaast aan waanzin doen denken en thans - naast het reeds strijdend China- de Vereenigde Staten van Amerika en het Britsche rijk in actieven oorlog met Japan betrokken hebben, beoogen de vestiging van Japansche heerschappij over heel Oost en Zuid-Oost Azië. Deze veroveringslust richt zich- zeker niet in de laatste plaats- ook op Nederlandsch-lndie. De Nederlandsche regeering aanvaardt deze uitdaging en neemt tegen het Japansche Keizerrijk de wapenen op. Nederlandsch-lndië, dit in vrede zoo gezegend deel van het Koninkrijk, waar wij in rijke verscheidenheid samenwonen en gemeenschappelijk naar welvaart en vooruitgang streven, verdedigen wij tegen de schendende macht, die het grijpen en onze toekomst verduisteren wil. Het gaat om goederen van de hoogste waarde, om wat aan ons gezamenlijk en aan ieder onzer dierbaar is. Stelt vertrouwen in Uw weermacht. Te land, ter zee en in de lucht zal zij haar parate kracht ontplooien. Sterkt haar moed en dadendrang, voert haar de bezieling i toe van Uw eigen overwinningswil, weest vastberaden, eendrachtig, gehoorzaam en getrouw. Medeburgers, mannen en vrouwen, van welk ras of geloof gij zijt, ik roep U tot vervulling van een harden, maar verheven plicht jegens Koningin en Koninkrijk de Indische gemeenschap en U zelve( den plicht van den onderdaan in oorlogstijd! God geve, dat wij waardig zijn aan de taak, die voor ons ligt.
OORLOGSVERKLARINGEN WASHINGTON, 7 DEC. (REUTER). Nader wordt gemeld dat Japan aan Amerika en Engeland den oorlog heeft verklaard. Men verwacht, dat Roosevelt na de Japansche verklaring het congres morgen om een oorlogsverklaring tegen Japan zal verzoeken. De Japansche regeering heeft bekendgemaakt, dat de staat van oorlog tusschen Japan eenerzijds en de Vereenigde Staten en Groot-Brittannië anderzijds maandagmorgen om 6 uur ingaat. In een van den C.B.S.-correspondent te Tokio ontvangen telegram wordt verklaard dat het Keizerlijk hoofdkwartier heden bekend maakte dat Japan op 7 December bij daglicht in staat van oorlog verkeert met Amerika en Engeland ln den Pacific. Zware Strijd New York, 7 Dec. (Reuter). In telefonische berichten ,uit Honoloeloe wordt gemeld, dat er veel bedrijvigheid wordt ontwikkeld door vliegtuigen in de lucht en door het vuur van het luchtafweergeschut. De bevolking van Honoloeloe werd uit de straten verwijderd door cadetten van leger en vloot, bijgestaan door burgerlijke vrijwilligers, die allen gewapend waren; Vele inwoners trokken naar de heuvels om de vliegtuigen en het kanonvuur gade te slaan en een beeld te krijgen van de actie. Het N.B.C. meldde rechtstreeks uit Honoloeloe: Aan de bevolking werd de raad gegeven om in haar woningen te blijven en zich verwijderd te houden van leger en vloot. Er zijn hevige gevechten geweest in de lucht en op zee. Het was een zware aanval doch het schijnt dat leger en vloot de Iucht en de zee beheersehen” bevolking werd de raad gegeven om in haar woningen te blijven en zich verwijderd te houden van leger en vloot Er zijn hevige gevechten geweest In. de lucht en op zee. Het was een zware aanval doch het schijnt dat leger en vloot de lucht en de zee beheerschen New York. 7 Dec. (Reuter). Volgens de N.B.C. werden 350 man gedood bij een voltreffer op het Hickham-vliegveld. Voorts wordt gemeld, dat het Amerikaansche slagschip „Oklahoma” in Pearl Harbour werd aangevallen‘ Washington, 7 Dec. (Reuter). Officieel wordt gemeld : Alleen reeds onder de troepen op het eiland Oahu werden 104 man gedood en 300 gewond tengevolge van het Japansche bombardement. ...
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË Zeegevecht bij Honoloeloe Honoloeloe, 7 Dec. (Reuter). Een zeegevecht is thans gaande ter hoogte van Honoloeloe door minstens een vijandelijk vliegdekschip tegen de verdedigingswerken van Pearl Harbour. Nog steeds gaande Washington, 7 Dec. (Reuter). Het Witte Huis verklaarde dat Japan Hawaii en Manila op 7 December om 15.20 E S. T. aanviel en voor zoover bekend is de aanval nog steeds gaande (04.45 Javatijd). Het Witte Huis verklaart, dat de Japansche aanvallen op Hawaii en Manila nog steeds voortduren.
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 3
ACHTTIEN JAPANSCHE VLIEGTUIGEN EEN VAL DEDEN OP HET EILAND SINGAPORE. DER ZETTEN DE JAPANNERS TROEPEN LAND IETS TEN ZUIDEN VAN DE GRENS SCHEN THAILAND EN MALAKKA.
AANVERAAN TUS-
Aanval op Guam; Washington, 7 Dec. (Reuter). Het Witte Huls meldt dat het departement van Marine aan Roosevelt mededeelde, dat Japan het eiland Guam aanvalt. Het Witte Huls meldt: Volgens het departement van Marine is zoo juist een escadrille ongeïdentificeerde vliegtuigen boven het eiland Guam gemeld.
De Luchtaanval
Dagorder van Gouverneur-Generaal
Honoloeloe, 7 Dec. (Reuter) Er zijn minstens 5 personen gedood, terwijl velen werden gewond tijdens den luchtaanval van hedenmorgen.
Z. Exc. de Gouverneur-Generaal gaf heden de volgende dagorder uit: Officieren, onderofficieren, brigadiers, korporaals en manschappen van Land- en Zeemacht,
Washington, 7 Dec. (Reuter). Minstens twee Japansche bommenwerpers verschenen om 7.35 boven Honoloeloe en wierpen bommen uit. Dogfights Honoloeloe, 7 Dec. (Reuter). De Farringtonhoogeschool is veranderd in een hospitaal ter verzorging van de gewonden. Toen de aanval werd ingezet, werd al het marinepersoneel door de radio onmiddellijk naar zijn posten geroepen. De lucht was vol van rookwolkjes, welke aantoonden dat de luchtafweerbatterijen in actie waren. Amerikaansche vliegtuigen stegen op. De toeschouwers in de heuvels achter de stad kimden „dog flghts” waarnemen. In Shanghai Shanghai, 7 Dec. (Reuter). De Japanners bezetten den geheelen waterkant van de internationale Nederzetting. Japansche Vliegtuigen neergeschoten ■> Washington, 7 Dec. (Reuter). Volgens legerautorlteiten werden bij Honoloeloe twee Japansche vliegtuigen neergeschoten. Britsche Kanonneerboot gezonken Shanghai, 7 Dec. (Reuter). De Britsche kanonneerboot „Petre 1” is op de Whangpoo gezonken. Nieuwe Golf Washington, 7 Dec. (Reuter). Een tweede golf van Japansche vliegtuigen komt zoo net over Honoloeloe, deelde de gouverneur van Point Dexter in Hawaï telefonisch aan Roosevelt mede. Point Dexter meldde reeds zware schade en vele dooden op Honoloeloe. Vliegdekschip gezonken New York, 7 Dec. (Reuter). Volgens radioberichten is een Japansch vliegdekschip bij Honolulu tot zinken gebracht.
De strijd in den Pacific is begonnen. Japansche strijdkrachten hebben den aanval ingezet tegen Britsch en Amerikaansch gebied. Sinds eenige uren beschouwt ook Nederland zich in oorlog met het Japansche keizerrijk. Voor U is het oogenblik van actie aangebroken. Gij wordt geroepen tezamen met de Amerikaansche, Britsche en Chineesche strijdkrachten, weerstand te bieden aan de Japansche agressie. Ik weet, dat Gij, getrouw aan Uw roemrijke tradities, Uw plicht zult doen tot het uiterste. Gij strijdt voor een rechtvaardige zaak. Gij strijdt voor Uw Koningin en Uw land, voor vrede, veiligheid en welvaart van de bevolking dezer gewesten en van de andere volken in Oost- en Zuid-Oost-Azië. Weest onversaagd en getrouw, zoo het moet tot in den dood. God zij met U. De Gouverneur-Generaal van Nederlandschlndië.Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht Groote Schade. Honoloeloe, 7 Dec. (Reuter). Volgens een waarnemer van de N. B.C. (National IBroadcasting Corporation) werd groote schade toegebracht aan de marine-basis van Pearl Hour en aan en aan de stad Honolulu Washington 7 Dec. (Reuter). Het Witte Huis verklaarde dat zware schade werd aangericht door den Japanschen luchtaanval op Hawaï en dat waarschijnlijk veel mensenlevens verloven, zijn gegaan.
Aanval op Singapore ANETA ONTVING HEDENMIDDAG OMSTREEKS HALF DRIE HET VOLGENDE TELEGRAM:
Washington, 7 Dec. (Reuter). De commandant van de Amerlkaaansche troepen in Hawaï, generaal C. C. Bloch, deelt In een telegram, dat door het Witte Huis Is vrijgegeven, mede : „Er Is ware schade aangericht en vele menschenlevens zijn verloren. Er lijn nog geen inlichtingen omtrent de verliezen en de schade te Manilla”.
UIT OFFICIEELE BRITSCHE BRON WORDT GEMELD, DAT HEDENOCHTEND OM VIER UUR
Samenwerking Officieel wordt medegedeeld dat den Nederlandsche
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË Marine ten nauwste samenwerkt met die der bondgenooten. Wij vechten !
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 4
gebeurtenissen niettemin een oogenblik van egoïstisch Indisch standpunt bekijken dan kunnen we constateeren dat zij, vooropgezet dat die oorlog toch moest komen, voor ons moeilijk gunstiger hadden kunnen zijn. Een Indië dat gaat vechten als hulpverleener, als gelijkwaardig bondgenoot, is politiek en strategisch in veel gunstiger positie dan wanneer het alleen in moeilijkheden zou zijn geraakt en om hulp had moeten verzoeken. Ook wanneer Japan alleen Thailand had aangevallen, was de positie veel ongunstiger geweest. Nog altijd was het niet héélemaal zeker dat bet Amerikaansche volk als geheel — wij hebben het nu niet over de Regeering te Washington — bereid geweest zou zijn voor Thailand te vechten. Maar nu zal het Amerikaansche volk, dat anders dan wij voor een groot deel wèl een schok van verrassing ontvangen zal hebben, als één man rijzen om zich te weer te stellen tegen deze schanddaad en het gedrochtelijk volkje van de Oost-Pacific eilanden te verpletteren met de overmacht van zijn enorm defensief en industrieel apparaat.
Het is dan zoover! Het Nederlandsche Rijk heeft de wapens tegen Japan opgenomen, nadat dit land op de bekende totalitaire manier, terwijl de besprekingen te Washington nog gaande waren, een aanval heeft ingezet op de Ver. Staten en het Britsche Imperium. Indië was dus nog niet aangevallen, maar Nederland heeft niettemin Japan den oorlog verklaard. En zulks om redenen die de GouverneurGeneraal in stijn voortreffelijke toespraak van hedenochtend kort en zeer duidelijk heeft uiteengezet. Daar ** behoeft verder geen woord aan toegevoegd te worMaar al moge de situatie zich dan voor Indië in de den. Het A. B. C.D.-front is de laatste maanden een gegeven omstandigheden vrij gunstig ontwikkeld hebsterke realiteit geworden en de gang van zaken - het ben, het is oorlog, en het bericht over de samenDe Japansche aanval is goed er zich rekenwerking in de lucht tussc hen S i n g a p o r e , Hieronder volgen de eerste telegrammen, die in den vroegen schap van te geven wat Ned.Indië en Australië ochtend van heden na het ter perse gaan van het Ochtendblad een oorlog beteekent. gisteren al bewijst- dat uit Washington en Honolulu werden ontvangen over het uitbre- Voor het eerst sedert September 1939 zullen Indië heeft gedaan wat ken van de vijandelijkheden. onvoorwaarlijk zijn plicht President Roosevelt maakte Zondagmiddag bekend, dat Ja- er werkelijke offers van was en Indië zal dat blij- pansche vliegtuigen een aanval hebben uitgevoerd op Pearl ons worden gevraagd : ven doen tot de uitslag is Harbour en Hawaï, alsmede op alle militaire en legeractiviteit” aan comfort, aan persoonlijke vrijheid...... aan bereikt, waarover geen — zooals hij dit noemde — op het eiland Oahu. Enkele minuten later volgde de bekendmaking, dat de Japantwijfel kan bestaan. Want ners ook een luchtaanval hebben uitgevoerd op de leger- en bloed. met recht sprak de Land- marine-bases te Manila. Het heeft geen zin alle voogd over waanzin toen Volgens een telefonisch bericht van het omroepstation der C. verschrikkingen te schilhij verwees naar de door B. S. te Honoloeloe namen ongeveer 150 vliegtuigen deel aan deren die ons kunnen Japan op Amerika en het den aanval op Honoloeloe, welke om 3 uur v.m. Honoloeloe-tijd wachten. Maar het heeft Britsche imperium inge- aanving en op het tijdstip van de ontvangst van het telegram wèl doel zichzelf er rezette aanvallen, die on- (omstreeks 4 uur ,20 v.m.Java-tijd, Maandagochtend) was de kenschap van te geven herroepelijk moeten lei- aanval nog steeds gaande. dat zij komen zullen. Aan den tot den ondergang Volgens de eerste berichten plaatsten — aldus meldt een tele- struisvogels hebben wij in van het Japansche rijk. gram uit Honoloeloe — de aanvallers twee treffers, één op een dezen tijd niets, wèl aan Uit de maatregelen die post van de Amerikaansche luchtmacht op het Hickham Field mannen en vrouwen die getroffen worden zou op het eiland Oahu en één op Pearl Harbour, waar de olietanks vastberaden, rustig en men opmaken dat een in brand vlogen. Het Amerikaansche afweergeschut kwam in moedig alles wat komen actie en de lucht was binnen korte tijd vol met Amerikaansche korte heftige oorlog ver- oorlogsvliegtuigen. kan, ook het ergste, onwacht wordt, die voorna- Een later telegram meldde, dat een zeegevecht gaande was ter der oogen durven zien. melijk ter zee en in de hoogte van Honoloeloe, waaraan werd deelgenomen door op lucht zal worden uitge- zijn minst een Japansch vliegdekschip, dat de verdedigingswer- Het gaat om Indië en het voortbestaan van het Nevochten. ken van Pearl Harbour aanviel. Deze oorlog is voor Indië Een Amerikaansch transportschip met een lading hout werd derlandsche imperium. Het gaat om het welzijn niet onverwacht geko- 1300 mijl ten’Westen van San Franisco getorpedeerd. men. Integendeel, ieder Intusschen gelastte president Roosevelt het leger en de vloot van 70 miljoen zielen, dat wist dat de kans dat hij de orders uit te voeren, die waren gereed gemaakt voor de aan ons is toevertrouwd verdediging van de Vereenigde Staten. niet zou komen maar Het Amerikaansche departement van Oorlog gelastte de mobili- en het gaat om méér. Het gaat, zooals de Landklein was en dat die kans satie van al het personeel van leger en vloot. met den dag kleiner Het Witte Huis maakte bekend, dat door den aanval op Hawaï voogd terecht zeide om werd. Ook deze oorlog is zware schade werd aangericht en dat het aantal slachtoffers de goederen van de er een waarvan het hoog- groot is.Volgens legerautoriteiten werden te Honoloeloe twee hoogste waarde, om , allea wat on gezamenlijk ste menschelijke goed de Japansche vliegtuigen neergeschoten. en ieder onzer dierbaar inzet is. Maar als wij de secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË is. Het gaat om het welzijn van de wereld! Welaan, Indië kent zijn plicht. De Regeering van Hare Majesteit en Haar hoogste vertegenwoordiger hier te lande hebben ons een prachtig voorbeeld gegeven door geen .seconde te aarzelen om te doen wat Nederland in den Pacific als groote mogendheid —want dat Is het hier —doen moest. Onze weermacht bezit, zooals de Landvoogd het zoo kernachtig uitdrukt, moed en dadendrang. Van de burgerij wordt hetzelfde verwacht en bovendien vastberadenheid en eendracht, en wij zouden daaraan nog toe willen voegen vooral volharding. Enthousiast zijn is makkelijk genoeg, vooral in de eerste woelige dagen, nu ondanks de uiterlijke rust een lichte opgewondenheid zich van ieder meester heeft gemaakt. Maar waar het op aankomt is volhouden onder de zwaarste beproevingen. En dat geldt nog meer de bewoners van de buitengewesten dan die van Java. Wat hebben wij hier in Indië altijd een bewondering gekoesterd voor de Britten, met de duimen omhoog gefotografeerd op de puinhoopen van hun woningen en inboedels: „we can take it”. Het is nu onze beurt om te toonen dat „we can take it". En we zullen het nemen! Indië is bereid. „Ik roep U tot de vervulling van een harden maar verheven plicht", heeft de Landvoogd ons vanmorgen gezegd. Wij beantwoorden dien roep: Indië, iedere man, iedere vrouw, ieder kind in Indië zal dien plicht vervullen. Dat en meer! Wij allen hier, van
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 5
alle rassen en volkeren zijn vreedzaam. Maar als er gevochten moet worden, als men er ons dan toe dwingt, dan zullen wij vechten. En hoe! Met alle verbetenheid van een vasten wil, met alle overtuiging dat wij een groote en goede zaak dienen, tot den laatsten steen die nog op een anderen staat, tot onze laatste druppel bloed!
Onze Indische Minister Als gevolg van den oorlogstoestand, waarin Nederlandsch-Indië thans verkeert, is het vertrek van de ministers ‘(Van Mook en Kerstens voor onbepaalden tijd uitgesteld. Zooals bekend, zou de heer Kerstens vandaag met zijn gezin per vliegtuig vertrokken zijn, doch er is natuurlek geen sprake van dat er nog passagiersvliegdiensten over den Pacific onderhouden worden. Afgezien daarvan achtte de heer Kerstens het overigens onder de gegeven omstandigheden voor de hand liggend om zijn diensten den GouverneurGeneraal aan te bieden. . Ook het vertrek van minister Van Mook, die zijn reisplan aanvankelijk slechts voor veertien dagen had opgeschort, is thans voor onbepaalden tijd uitgesteld. Hieraan valt nog toe te voegen dat het plan bestond dat de technologisch adviseur van de Gouvernementslandbouwbedrijven, dr.H. R. Braak, den minister naar Londen zou vergezellen, en uiteraard is ook zijn vertrek nu voor onbepaalden tijd uitgesteld.
<<<>>>
Geachte heer, mevrouw, Sinds kort heeft het Indisch Herinneringscentrum een Facebookpagina en een Twitteraccount. U kunt ons vinden op twitter.com/IndischHC (Twitternaam is @IndischHC) en op www.facebook.com/IndischHC (of zoek op Facebook op de naam Indisch Herinneringscentrum). Daarmee hebben wij twee nieuwe kanalen erbij om aandacht te vragen voor onderwerpen die gerelateerd zijn aan de gebeurtenissen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië. Dit gebeurt onder meer door in de aanloop naar de Indiëherdenking op 15 augustus updates te plaatsen rondom Code-Respond (Code-R), een samenwerkingsproject van het Indisch Herinneringscentrum en de Anne Frank Stichting. Code-R bestaat uit een iPad-magazine (+ website) waarin jongeren een bijzonder verhaal over de Tweede Wereldoorlog vertellen dat dicht bij hen staat. In augustus verschijnt een katern over Nederlands-Indië. Wij vragen u om ons te helpen de Indische geschiedenis onder de aandacht te brengen van een breder publiek. Jessica Baro, (Web-) redacteur / projectmedewerker
U kunt uw steentje bijdragen door onze Facebookpagina een 'vind-ik-leuk' of 'like' te geven, onze berichten op Facebook te delen, ons te volgen op Twitter en onze tweets op Twitter te retweeten. Wij danken u alvast hartelijk voor uw medewerking. Met vriendelijke groet, namens het IHC-team, Mijn werkdagen zijn maandag, dinsdag en woensdag Indisch Herinneringscentrum (IHC) Landgoed Bronbeek Velperweg 147 6824 MB Arnhem Tel.: 026 - 363 91 03
www.indischherinneringscentrum.nl www.hetverhaalvanindie.com www.indieinoorlog.nl www.facebook.com/IndischHC
<<<>>> secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 6
Aan zijne Excellentie de Minister President van de Staat der Nederlanden, de heer M. Rutte. Excellentie, bij dit aangetekend schrijven heb ik kopieën gevoegd van: Aan u gericht schrijven dd. 17 november 2011 mede ondertekend door 114 personen. Een aangetekend rappel aan u gericht dd. 23 januari 2012. Uw antwoord op mijn rappel dd. 6 maart 2012. Ik reageer eerst nu op uw brief van 6 maart 2012 omdat ik de tijd respecteerde die u nodig had om in te spelen op binnenlandse politieke verschuivingen en aandacht te schenken aan Europese perikelen. Ik citeer uw brief van 6 maart 2012: “Uw brief van 23 januari 2012 heb ik in goede orde ontvangen. Hierin vraagt u mijn aandacht voor uw opmerkingen naar aanleiding van de brief die ik op 18 augustus jl, heb verzonden aan de heer Waasdorp uit Leidschendam aangaande de “Indische Kwestie”. Ik heb uw commentaar aandachtig gelezen en heb begrip voor uw gevoelens. Hoezeer ik ook besef dat ik u teleurstel, kan ik echter niet anders antwoorden dan in mijn brief van 18 augustus 2011”. Om niet in herhaling te vervallen onderstaand de kenmerken van onderwerpen in mijn brief van 17 november 2011 puntsgewijs: Punten 1 en 2 behoren tot de Indische Kwestie. Punt 3: Het Gebaar heeft niet met de Indische Kwestie te maken. Punt 4: Heeft betrekking op vaststellen van de reikwijdte van Het Gebaar. Punt 5: Betreft het verhaal van Indië in de Nederlandse geschiedenis. Onderwijs. Punt 6: is mijn notitie. De inhoud van deze notitie komt in uw briefwisseling met heer Waasdorp niet voor. Excellentie, ik nodig u uit voor een bezoek aan de Indische Soos van de Stichting Matahari in Groningen, kennis te maken met de 114 mede ondertekenaars van mijn brief van 17 november 2011 en een gesprek te hebben over in die brief genoemde onderwerpen. Onze soosmiddagen zijn 22 september a.s., daarna elke 3e zondag van de maand en 15 december onze Kerstviering. Wij stellen het op prijs u als gast te ontvangen en serveren u een originele Indische catering. Wij zijn ook bereid met een kleine deputatie in Den Haag te komen. Ik wens u een fijne vakantie. Vriendelijke groeten. w.g. N.A. Wijnveldt Mozartlaan 4A 9603 AR Hoogezand. Hoogezand, 25 juni 2013. CC 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
de heer S. Delhaye RA. voorzitter van het Indisch Platform. dr. H.Th. Bussemaker ex voorzitter van het Indisch Platform. dr. A. M. de Pijper secretaris van het Indisch Platform. de heer J. F. van Wagtendonk voorzitter van de stichting Japanse Ereschulden (JES). de heer J. de Jong vice voorzitter van de stichting Vervolgingslachtoffers Jappenkampen 1942 – 1945 (SVJ). dr. P. Keppy historicus en schrijver van het boek Sporen van vernieling. prof. dr. J.F. Meijer docent internationale Organisaties en Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Schrijver van het boek Indische rekening.
<<<>>> secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 7
De Telegraaf, Donderdag 20 juni 2013
Dochter krijgt na 70 jaar Oorlogskruis voor acties KNIL-vader
Tranen om vergeten dode door CHARLES SANDERS
enson, een beroemde en hoog gedecoreerde vechtjas, smokkelden BEILEN, donderdag vanuit hun krijgsgevangenkamp Als Anna Sekewael-Pattinama (83) instructies naar buiten. het Mobilisatie Oorlogskruis krijgt De Rode Zakdoek heette het antioverhandigd, stromen de tranen Japanse verzet op Sumatra; Koos over haar wangen. De tengere MoPattinama leidde één van die drie lukse vrouw denkt terug aan die daartoe behorende groepen. Met zijn dag in december 1942, toen ze af’Sluip Patrouille’ verzamelde hij inscheid nam van haar vader. lichtingen over Japanse bases en „Je moet goed naar jouw moeder troepenbewegingen. Doel was de luisteren”, zei hij nog. „Denk aan je geallieerde landingen in de archipel zusjes en vergeet niet het Onze Vavoor te bereiden. Maar door verraad der te bidden!” Daarna verliet serge- • Anna Sekewal-Pattinama reageert viel het doek. Met dramatische gevolant der eerste klasse Jacobus Patti- emotioneel als zij uit naam van gen. nama zijn huis in Padang op Sumatra haar overleden vader Jacobus ’Koos’ „In december 1942 wordt sergeant Pattinama het Mobilisatie om nooit meer terug te keren. Pattinama door de beruchte KempeiOorlogskruis mag ontvangen. FOTO: Een bijna vergeten dode, deze on- FRANCOIS WIERINGA tai, de Japanse militaire politie, opgederofficier van het Koninklijk Nederpakt”, vertelt Jac Brijl. „Bij een inval in landsch-Indisch Leger (KNIL). Tot burgemeester J. zijn huis vonden de Japanners de Nederlandse vlag Broertjes van de gemeente Midden-Drenthe hem deen een foto van koningin Wilhelmina.” ze week op de kaart van oorlogshelden zette. De KNIL-sergeant wordt overgebracht naar Singapore Met dank aan de onverzettelijke historicus Ron Habien daar op 25 april 1943 geëxecuteerd. Zijn graf is boe, die het verleden van Pattinama uitpluisde. Waarnooit gevonden. Oudste dochter Anna kreeg pas na na Jac Brijl, luitenant-kolonel buiten dienst en voormade Japanse capitulatie te horen dat Koos was overlelig directeur van hulporganisatie Horizon Holland, het den. ministerie van Defensie wist te overtuigen. Ook de twee hoge Nederlandse officieren zouden Anna en haar dochter Linda smachten al decenniana het verraad omkomen. Generaal Overakker lang naar antwoorden. Twee vage foto’s, dat is alles stierf voor het vuurpeloton in Fort de Kock. Kolowat ze van hun vader en opa hebben. „Een dubbel nel Gosenson zou eerst worden gemarteld en uitgevoel”, aldus Anna Pattinama tijdens de ceremonie eindelijk onthoofd. Aan Overakker werd postuum in Beilen. Met zachte stem: „Papa was onvoorwaardede Militaire Willems-Orde toegekend, Gosenson lijk trouw aan Nederland en aan het Huis van Oranje. had die al eerder gekregen. Hij betaalde met de hoogste prijs. Toch duurde het Koos Pattinama, de ’vergeten sergeant’, heeft nu ook zeventig jaren voor zijn daden werden erkend. Ik ben de eer die hem al zeventig jaren toekomt. „Toen vader dankbaar, maar ook bedroefd.” die dag in december 1942 vertrok, dacht ik dat hij op Onderzoek door Ron Habiboe bracht het trieste lot schildpadden ging jagen”, vertelt Anna. „Naast die van sergeant der eerste klasse Jacobus ’Koos’ oude foto’s heb ik nu dit Mobilisatie Oorlogskruis. PaPattinama boven water. Na de Japanse bezetting pa zal in onze herinnering blijven voortbestaan.” van Nederlands-Indië zette hij de strijd onder<<<>>> gronds voort. De Nederlandse generaal Roelof Overakker en diens rechterhand kolonel Vic GosMUSEON—Den Haag
Buitenkampers, de kleur van overleven Expositie - t/m oktober 2013 Een expositie in het Museon over de Indo-Europeanen, Nederlanders met een Indonesische vader of moeder, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Indonesië buiten de kampen verbleven. Tijdens de Japanse bezetting verdween de blanke bevolking van Nederlands-Indië in honderden kampen, volledig afgesloten van de buitenwereld. De mannen werden gescheiden van de vrouwen en kinderen. Voor de meeste mensen duurde deze internering bijna drie jaar of langer. In totaal werden 140.000 burgers en militairen geïnterneerd. Ruim 120.000 Indo-Europeanen, Nederlanders met een Indonesische ouder of voorouder, bleven buiten het kamp. Museon Stadhouderslaan 37, 2517 HV Den Haag. Tel: 070-3381338, www.museon.nl
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 8
Elsevier 23 februari 2013.
Oud-marinier, kapitein Giovanni Hakkenberg (89) overleed vrijdag 15 februari 2013. Voor zijn heldendaden tijdens de ‘politionele acties’in Nederlands-Indië kreeg hij in 1951 de Militaire Willems-Orde, de hoogste onderscheiding (Wikipedia) De mutatie bij deze onderscheiding was als volgt: (Wegens) Het zich in den strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw als commandant van een detachement van de veiligheidsdienst van de mariniersbrigade van September 1947 tot Mei 1949 bij de bestrijding van terroristische benden in OostJava, waarbij hij aan het hoofd van slechts een zeer kleine groep - somtijds niet sterker dan drie tot vijf man - met een fanatieke aanvalsgeest deze numeriek sterkere en goedbewapende benden wist op te sporen en verrassend aan te grijpen, hun daarbij gevoelige verliezen aan manschappen en wapenen toebrengend, zonder zelf verliezen te lijden, te weten: door zijn op een uitnemende kennis van taal, land, volk, steunend beleid en onverschrokken optreden, achtereenvolgens in het bijzonder: a. op 24 augustus 1948 in Daragowak de invloedrijke bendeleider Pa Tai met vijf zijner handlangers te arresteren; b. op 25 oktober 1948 in de kampong Djakarta een geïnfiltreerde TNI groep te overrompelen en gevangen te zetten; c. op 7 en 19 april 1949 ten Zuiden van Mentoeroes de overmachtige tegenstander gevoelige verliezen toe te brengen; d. op 14 februari 1949 te Bodag verscheidene uit bestuursoogpunt belangrijke personen te overmeesteren en daarbij een archief van de chef staf van de TNI met zeer waardevolle gegevens in handen te krijgen; e. op 6 maart 1949 te Nitikan de republikeinse resident van Madioen te arresteren en deze met enige andere gevangenen, ondanks heftig verzet, veilig het eigen hoofdkwartier binnen te brengen.
<<<>>> Elsevier 22 juni 2013 #25 Indonesië
Wraak Indonesiërs zijn de preman-bendes beu Jan Lepeltak in Jakarta Veel Indonesiërs hebben de buik vol van de preman. De preman, een verbastering van het Nederlandse woord ‘vrijman,’ zijn de straatschurken die straathoeken, busstations, markten en discotheken onveilig maken. De jonge, getatoeëerde straatcriminelen, georganiseerd in gangs, maken de dienst uit in de straten van grote steden als Jakarta, Medan en Jogjakarta. Toch ondervonden vier preman in Jogjakarta dat zij niet altijd onaantastbaar zijn. Tijdens een ruzie in een discotheek in de Javaanse stad afgelopen maart sloegen vier preman een jongeman met een kortgeknipte coupe dood. Een fatale vergissing, want het slachtoffer bleek een soldaat van de gevreesde Kopassus, speciale militaire eenheden. Enkele dagen later stond de politie met de vier gevangenen op de stoep bij de lokale Cebongan-gevangenis. De politie vroeg de argwanende gevangenisdirecteur of ze een nachtje bij hem in een cel mochten. De lokale politiecommandant had de bui kennelijk al zien hangen en hij wilde hen niet in een politiecel hebben. Een moord op een lid van Kopassus blijft niet onbestraft. Diezelfde nacht slopen elf zwaarbewapende mannen in kogelwerende vesten de gevangenis binnen. Met machinepistolen schoten ze de vier preman in hun cel dood. Binnenkort staan elf leden van Kopassus voor de krijgsraad in verband met de liquidaties. Maar hevige volksprotesten tegen de koelbloedig uitgevoerde wraakactie blijven nagenoeg uit. Vooral veel Indonesiërs in de grote steden hebben schoon genoeg van de afpersingspraktijken en de intimidatie van de premanbendes en van het onderlinge geweld. ■
<<<>>> De film “The Act of Killing” Joshua Opperheimer. OP 1 OKTOBER 1965 pleegde generaal Soeharto als reactie op een al dan niet bestaande communistische dreiging een staatsgreep. Naar schatting een half miljoen communisten werden vermoord. De documentaire The Act of Killing duikt met leden van een moordcommando dat honderden mensen de dood in joeg in het gruwelijke verleden. Veel aandacht krijgt een zeventiger, die in 1965 verkoper van bioscoopkaartjes was. Hij haatte de communisten, omdat zij de invoer van Hollywoodfilms wilden beperken.
Na Soeharto’s coup werd hij lid van een doodseskader. Zijn specialiteit was mensen met een ijzerdraad wurgen. Dat had hij in Amerikaanse films gezien. Willekeurig koos hij slachtoffers uit. Schokkend is dat de man nog steeds niet beseft wat hij heeft aangericht. Maar ook dat hij erelid is van een nationalistische paramilitaire groep, die nauwe banden met de machthebbers onderhoudt. Voor The Act of Killing is ‘schokkend’ overigens nog een eufemisme. Door Jos van der Burg (SIGNALEMENTEN)
<<<>>> secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 9
De vervanger van Connie Suverkropp, dus de toekomstige nieuwe secretaris, Cobine Ramaekers, (zie onderaan de pagina) van de Gastdocenten Stichting, schrijft als introductie het onderstaande:
Wij woonden in de stad Bergen op Zoom. Wij woonden in de stad Bergen op Zoom. Achter Bergen op Zoom ligt het dorp Halsteren en dáár achter het gehucht Lepelstraat. Mijn vader heeft daar 25 jaar in een carnavalsorkest gezeten: Effe Uitblaoze. Hij sprak het Lepelstraatse dialect alsof hij op de kleigronden daar geboren was. Mijn vader wilde nooit knoflook eten. Daar ging je maar van ruiken en dan dachten de mensen: Daar heb je weer zo’n, ja, wat eigenlijk. Naar Pasar Malams gingen we niet, al die Indo’s op een kluitje vond mijn vader maar niks. Hij moest er niet aan denken om naar Indonesië op vakantie te gaan. Levensgevaarlijk, die mensen leken wel aardig, maar je wist het nooit. Kortom de belangstelling voor Indonesië werd mij niet met de paplepel ingegoten. Toch heb ik ondanks ,of dankzij de stilte van jongs af aan belangstelling voor het land en haar geschiedenis gehad. Op de basisschool maakte ik werkstukken, op de middelbare school volgde ik met wisselend succes cursussen Bahasa, rijsttafel koken en Javaanse dans. Mijn HBO Nederlands rondde ik af met een scriptie over Max Havelaar en Pramoedya Ananta Toer. Pas toen mijn vader met pensioen ging, kwam Indonesië soms ter sprake. Hij begon interesse voor de bijeenkomsten van het KJBB te krijgen. Ik ging graag en vaak met hem mee, want veel lezingen interesseerden mij vanwege mijn werk als lerares geschiedenis. Deze bijeenkomsten plus de lange wandelingen met mijn vader ter voorbereiding van de Nijmeegse Vierdaagse, zorgden dat mijn vader aan de praat raakte.
Over Indonesië. Over vroeger. Na al die jaren. Het zette me aan het denken, ik wilde graag de geschiedenis van mijn vader vlak voor,tijdens en na WOII meer bekendheid geven. Mijn voorstel om bij ons op school een themadag Indië-Indonesië te organiseren werd door collega’s enthousiast ontvangen. Op deze dag hebben kinderen niet alleen veel kennis vergaard, zij konden de geschiedenis met name door de gastdocenten ook even echt voélen. Door de positieve reacties van leerlingen, directie, gasten, ouders en collega’s besloot ik ook te proberen op andere scholen een dergelijke dag te organiseren. Dat lukte. Het is echter heel jammer dat scholen moeilijk te benaderen zijn. Ik heb gemerkt dat je in je eentje wel iets voor elkaar kan krijgen, maar dat je voor blijvend succes de krachten moet bundelen. Door als Stichting Gastdocenten ook samen te werken met Het Indisch Herinneringscentrum, War Child of De Anne Frankstichting . Daarmee garanderen we het voortbestaan van de stichting en wordt de Indische geschiedenis niet vergeten. Ik hoop dat ik daaraan een waardevolle bijdrage kan leveren. En mijn vader? Die bezoekt met mijn moeder tegenwoordig Pasar Malams, is vorig jaar met ons naar Indonesië geweest en eet nog steeds geen knoflook. Het Lepelstraats dialect heb ik hem allang niet meer horen spreken!
<<<>>>
Historisch Nieuwsblad Juni 2013
Koloniale stations trekken reizigers Spoorwegen ontdekken commerciële waarde Nederlands erfgoed DE INDONESISCHE SPOORwegen (PT Kereta Api Indonesia) herontdekken hun Nederlandse koloniale wortels. Het staatsbedrijf is momenteel bezig met een charmeoffensief, met als centrale boodschap: ‘Met de trein door Java is aangenaam, romantisch en nostalgisch.’ De oude Hollandse stations worden gerenoveerd. In Bandung en Semarang laten musea de geschiedenis van het spoor in de archipel zien, in de hoop jongeren te trekken. Op 17 juni 1864 begon de NV Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij (NIS) met de aanleg van een treinspoor tussen Semarang en Surakarta. De NIS was vermaard vanwege het onderwijs dat Indonesische spoorwegmannen kregen. Werken bij de spoorwegen leverde een goede boterham op, want het ging het bedrijf voor de wind. Naar verluidt was een directeur van de NIS de tweede Nederlander in Indië die in een Mercedes-Benz rondreed. Het oude trainingscentrum en administratiekantoor van de NIS uit 1907 is nog altijd de grootste publiekstrekker van Semarang. De Javanen noemen het ‘Lawang Sewu’, oftewel ‘duizend deuren’. Volgens een lokale gids bedraagt het precieze aantal deuren in het gebouwencomplex 950. Bovendien had het een ingenieus koelingssysteem. Regenwater werd opgevangen in twee torens en opgeslagen in de
kelder, wat zorgde voor koele lucht door het hele complex. Tijdens de Japanse bezetting gebruikten Japanse soldaten Gebouw B om Nederlanders gevangen te houden en te executeren. Kort na de Japanse capitulatie vochten Nederlandse troepen in Semarang vijf dagen lang tegen Indonesische vrijheidsstrijders, onder wie jongeren van de Angkatan Muda Kereta Api, die waren verbonden aan de Indonesische spoorwegmaatschappij. Vanuit een van de hoge torens bij Gebouw A waren tunnels gebouwd naar de haven en het huis van de gouverneur, en die gebruikten de Nederlanders om Semarang te heroveren. Het huidige management van PT KAI is zich bewust van de historische en commerciële waarde van gebouwen zoals Lawang Sewu, dat met hulp van de Nederlandse overheid en Unesco wordt gerenoveerd. Ook vele oude stations krijgen een opknapbeurt, waaronder dat van Ambarawa, ten zuiden van Semarang. Het stationnetje wordt niet meer gebruikt als reguliere halte, maar toeristen kunnen straks een groepsreis maken in een treinstel uit de koloniale tijd. Jan Lepeltak is correspondent in Jakarta.
<<<>>>
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 10
De Gelderlander, maandag 3 juni 2013.
Nederlands-Indië was exotische attractie op het WK van 1938 door Roel Wiche
JAKARTA - Het Oranje van de tropen Indonesië, vrijdag opponent van Oranje, haalde nog nooit een WK. Nederlands-Indië slaagde daar in 1938 wél in. Een wonderlijk avontuur, dat begon en eindigde met een bootreis van 21 dagen. Een zwembad, een hospitaal met operatiekamer, interieur in art deco stijl, een muziekzaal, een altaar, 82 badkamers, 123 toiletten. Is er een machtiger zeekasteel dan de MS Baloeran, het pronkjuweel van de Nederlandse scheepsbouwkunst dat het moederland verbindt met zijn Indische kolonie? Het is 27 april 1938 als zeventien nerveuze knapen, gekleed in bruine blazers met oranje randje, in de haven van Batavia aan boord stappen voor het avontuur van hun leven. Drie Ambonezen, drie Chinezen, twee jongens van Sumatra, een Javaan en acht Indo-Europeanen. Ze luisteren naar namen als Bing Mo Heng, Pattiwael, Soedarmadji, Zomers en Van Beusekom. Naast hun koffers hebben ze twee ballen mee en een beeldje van een Balinese danseres, een cadeau voor de kapitein. Als ze niet kapseizen in de moessonregens zullen ze over 21 dagen in Europa arriveren. Doel: het WK voetbal in Frankrijk. „Moeders keken trots naar hun spruit, die Indiës voetbaleer gaat verdedigen en opgewonden broertjes maakten het verkeer nagenoeg onmogelijk”, zo jubelt Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië. De hele Gordel van Smaragd kijkt uit naar het debuut van een Indisch elftal op een WK, nota bene als eerste land uit Azië. Japan en de VS hebben zich teruggetrokken uit de kwalificatie en dus ligt plots een ticket klaar. Voetbal is met afstand de populairste sport in de kolonie. De clubs hebben schitterende namen als THOR (Tot Heil Onzer Ribbenkast) en SIDOLIG (Sporten In De Open Lucht Is Gezond). Bep Bakhuys, geboren in Indië, excelleert in het stadsteam van Soerabaja voordat hij een legende wordt in Oranje. De spelers krijgen dertig gulden per wedstrijd, meer dan een weekloon. Kampioenschappen worden beloond met gouden voetbalschoentjes. De leider van de WK-ploeg, Van Bommel, meldt trots dat zijn spelers één, twee en drie zijn geworden bij het tafeltennistoernooi op de Indische Oceaan als de Baloeran op 17 mei 1938 voor anker gaat in Marseille. Met de nachttrein gaat de heroïsche reis verder naar Nederland, voor een trainingskamp. De KNVB, die Oranje ook naar het WK stuurt, ontvangt het gezelschap als koningen: ze mogen in teamhotel Duinoord in Wassenaar kiezen uit de beste sambals. Na de mondiale titelstrijd staat er immers een lucratieve wedstrijd gepland die een vol Olympisch Stadion moet opleveren: Nederland-Nederlands Indië. En dus verzwijgt bestuurder Karei Lotsy wat hij al via de tamtam gehoord heeft: dat die ‘lenige, vlugge knapen' er eigenlijk helemaal niet zo veel van kunnen. Dat blijkt al gauw in Reims, waar de superieure Hongaarse ploeg op 5 juni de WK-tegenstander is. Zo’n 20.000 toeschouwers zien dat de handige, maar veel
te lichtvoetige Indische spelers volledig worden weggeblazen. En dat terwijl Philips - dat vanwege de grote afzetmarkt een eigen omroep voor Indië heeft - een flinke zak geld betaalt voor het radioverslag. „Wat zijn de Nederlands-Indische Oranjehemden klein en tenger, zoo uit de hoogte gezien en met de Hongaarse reuzen vergeleken”, schrijft het Algemeen Handelsblad over de spelers die niet boven de 1 meter 60 uitkomen. Het wordt 6-0. Ondanks de afstraffing maakt Nederlands-Indië als exotische attractie een tournee door het land (Haagse selectie, Koninklijke UD in Deventer) en speelt als apotheose de prestigestrijd tegen Nederland, dat ook op het WK is uitgeschakeld. Het hoogtepunt voor de gasten: een handdruk van Prins Bernhard. Vier dagen later, op 30 juni, worden ze als ware helden uitgezwaaid. Klaar voor een nieuwe odyssee over de zeven wereldzeeën. Aanvoerder Achmad Nawir laat het thuisfront weten dat er gelouterde mannen terugkomen. „Het was een wonder, wij hebben zoov eel bel eef d en g ezi en, d at het
teveel is om op te noemen.” Na 21 dagen meert de boot aan in Batavia. Het is meteen het requiem voor een van de wonderlijkste ploegen ooit op een WKpodium. In 1942 valt het Japanse leger de Nederlandse kolonie binnen. Frans Meeng, de beste speler van
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË de Indische ploeg, wordt samen met 6700 dwangarbeiders naar Sumatra gestuurd om aan de Pakan Baroespoorlijn te werken. Hij sneuvelt als hun schip wordt getorpedeerd. De andere WK-avonturiers speelden nooit meer een interland, behalve doelman Mo Heng, die na de onafhankelijkheid in 1949 nog één keer voor Indonesië uitkomt. De Baloeran, het monsterschip, gaat tijdens de Tweede Wereldoorlog ten onder voor de kust van IJmuiden, waar nog steeds de wrakstukken liggen.
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 11
Misschien, wie weet, staat ergens op Java nog een klein, zilveren molentje. Het afscheidscadeau van de KNVB voor zeventien dappere knapen, na de eerste en enige interland tussen de kolonie en de kolonisator. „Moge een revanche in Nederlandsch-Indië in de naaste toekomst mogelijk zijn!”, blokletteren de kranten in de zomer van 1938. Vrijdag is het eindelijk zover, zij het in een ander tijdperk: Indonesië-Nederland.
<<<>>>
Aanspraak, juni 2013, Afd. Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen.
Verloren tijd vinden. Bioloog, tekenaar, schrijver en dichter Leo Vroman over de Japanse gevangenschap en de invloed daarvan op zijn leven. Leo Vroman is geboren in Gouda op 10 april 1915. Als student biologie wist hij met een zeilboot vol Joodse vluchtelingen naar Engeland te ontkomen. Vandaar reisde hij verder naar Nederlands-Indië, waar hij in Batavia zijn studie biologie voltooide en ingedeeld werd bij de Landstorm. Toen de Japanners Nederlands-lndië binnenvielen, werd hij geïnterneerd in achtereenvolgens Bandoeng, Tjilatjap, Tjimahi, Singapore, Osaka en Nagaoka. Na de Tweede Wereldoorlog kwam hij bij een oom in New York terecht, waar hij werkte als wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van bloedstolling. Tot op de dag van vandaag leeft de 98-jarige in Texas nog altijd samen met zijn geliefde Tineke die hij in zijn studententijd in Utrecht had ontmoet. Voor zijn schrijfkunst ontving hij zo'n beetje elke Nederlandse literaire prijs. De kunst van verliezen Tineke's vader werkte in Batavia en had me in mei 1940 al geadviseerd om daar mijn studie biologie af te maken. Ik kreeg een warm welkom van hem toen ik in de haven van Tandjong Priok arriveerde. Ondanks het gemis van Tineke had ik het naar mijn zin in Batavia en studeerde snel af. Vanwege de Japanse oorlogsdreiging werd ik begin 1942 als Landstorm-soldaat opgeleid. Alweer nam ik afscheid van mijn pas vertrouwde omgeving. We moesten naar een zogenaamd front in Bandoeng. Urenlang stond ik in de regen op wacht met een bajonet. Op 8 maart 1942 vertelde onze luitenant dat we ons hadden overgegeven en vroeg wie door wilde vechten als guerrilla. Ik wilde als bioloog best eens in een oerwoud vechten, maar hij vond mij te mager. Al snel werden we in Bandoeng geïnterneerd met 20.000 krijgsgevangenen. Het verlies van Tineke, al zo ver weg in ruimte en tijd, was zoveel groter dan dat beetje verlies van vrijheid. Verlangen naar de buitenwereld Ik had geen contact met wie dan ook, behalve één keer per onhandig Maleis briefje naar Tineke's vader en ik kreeg een keurige kaart van hem terug. Hij was
toen nog niet geïnterneerd. Ik droeg wel een mapje foto's van Tineke bij me, maar ik had verder geen geliefd voorwerp, behalve potlood en papier. Ik leefde nogal abstract geloof ik. Als ik last van iets had, nou ja, dan had ik daar last van. Mijn eerste verlangen naar de buitenwereld kwam toen ik in Bandoeng 's nachts ver weg gamelan hoorde. Kerstnacht 1942 Onze bewakers wisten niets van Joden, alleen van vrijmetselaars, die volgens hen de schuld waren van de oorlog. Het enig Joodse dat ik zelf deed was mee doen om met andere Joden vrijwillig op Kerstnacht 1942 de wacht over te nemen zodat christenen een dienst konden houden. Maar in ons wachtgebouwtje dat aan het Japanse grensde, werd die nacht het gekrakeel over en tegen Zionisme zo luid dat een Japanse soldaat kwam klagen dat ze niet konden slapen. Sigaretten voor papier Wilde u ontsnappen aan de realiteit of deze juist zorgvuldig vastleggen door zoveel te tekenen, schrijven en dichten in ieder kamp? - Ik maak uit mijn gedichten van die tijd op dat ik wel een echt dagboek bijhield maar nooit een gedicht over de kampen-zelf schreef, dus wel een soort ontsnapping maar geen totale. Alleen na de bevrijding schreef ik in het kamp een gedicht over het latere leven. Het is me altijd gelukt om het dagboek bij me te houden. Daarin maakte ik gewone en ook anatomische tekeningen van allerlei inheemse dieren, zoals bijvoorbeeld een varaan. In de pauzes van mijn dwangarbeid wijdde ik me vaak aan het tekenen van de omgeving of het schrijven van gedichten. Later toen we op 5 december 1943 in Osaka aankwamen werd ons verteld dat we onze papieren beter konden verstoppen met het gevaar dat ze ontdekt zouden worden, of overleveren aan de Japanse censuur. Dat laatste koos ik - maar wat deed het er allemaal toe, dacht ik - en ik kreeg alles terug, met een rode stempel op de neus van mijn zelfportret. Soms ruilde ik sigaretten of voedsel voor papier. Ik weet niet of ik de noodzaak voelde dingen te schrij-
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË ven, ik kon het alleen niet makkelijk laten, net zo min als nu nog. Slangencorvée Een kampkommandant in het nieuwe kamp Tjilatjap te midden van klapperbossen en hoge kenarie- bomen gaf ons de opdracht struiken weg te kappen en het kamp naar de zeezijde uit te breiden met een groentetuin. Een paar mensen hadden slangen gevangen en in ongeveer acht terraria gezet. Ik kreeg slangencorvée en wilde hen graag kikkers voeren. Dit voederen gaf altijd veel bekijks. Mijn mooiste taak was misschien in Tjilatjap werken in een echt oerwoud om boontjes te planten. Ik dwaalde een keer af en kwam in een mangrovewoud met in de modder die schattige slijkspringers (oxudercinae). Japan Toch gevangen, was ik zelfs nieuwsgierig naar Japan. Ik had geen zin om, op een vraag van een Japanse officier, mijzelf te zwak te noemen om mee te gaan. Een van de schepen zonk tijdens een bombardement. De Japanse vrouwen en kinderen ervan kwamen bij ons aan boord. In Osaka moesten we in droogdokken werken, schepen naar binnen trekken, sjouwen, schoonmaken, maar deze zware dwangarbeid was kennelijk niet het vak waarvoor ik was opgeleid. Mijn zwaarste beproeving was misschien om met longontsteking op te staan of in bed telkens om te moeten draaien. Alleen onder onze laatste Japanse werkopzichter Kajiyama werd het wat lichter. Gered van de dood Minstens drie keer is mijn leven gered. We werkten in het droogdok en een storm trok een zware hefboom los van de jongens die de touwen ervan hadden moeten vasthouden. Het ding zwaaide naar mij toe en ik dacht hem tegen te kunnen houden voor hij tegen de muur sloeg waar ik voor stond. Er werd geroepen en ik begreep het niet, tot mijn vriend McAllister mij net op tijd weg sleurde. Mijn slapie Buwalda redde mijn leven voor de tweede keer toen ik longontsteking kreeg en hij mij naar Dr. Orth bracht. Deze dokter vond dat ik maar ongeveer 41 graden koorts had en hij beval mij naar het werkte gaan. Buwalda zei: 'Maar hij heeft longontsteking!' En de dokter zei: 'Ik weet het, maar dat zijn de Japanse bevelen, hij moet hogere koorts hebben.' Een Japanse bewaker vroeg waarover werd getwist, het werd uitgelegd en de bewaker zei dat ik mocht blijven. Van een koortsdroom had ik een black-out en die nacht werd er al voor mij gebeden. De derde keer lag ik in de ziekenbarak in Osaka en de Amerikaanse geweldige laagvliegende B29's kwamen en lieten een brandbom vallen op de plek waar ik anders gelegen zou hebben als ik niet ziek was geweest. Nu, ongeveer 73 jaar later, woont een bombardeerder van die groep hier in ons gebouw en kan het niet laten vervelende anti-Japanse grapjes of opmerkingen zoals "We ex-POW's must stick together" tegen mij te maken. Hij vertelde mij dat ze laag moesten vliegen, want anders konden ze hun doelen niet goed raken. Die doelen waren niet de havens, maar de houten huizen van Osaka die ze in brand moesten
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 12
steken. Hij stortte neer en werd door de Kempeitai, de geheime Japanse politie, gevangen en gemarteld. Hij haat Japan nog steeds. Ik daarentegen werd niet gemarteld, dus ik hou van Japanners zoals ik hou van alles en iedereen. Onverwachts bevrijd De bevrijding overviel ons in Nagaoka, waar we werkten in een carbid- fabriek. Heinrich, zoals we een Japans soldaat noemden omdat hij wat Duits sprak, kwam op een dag vertellen dat de oorlog voorbij was en de dagploeg zou meteen thuiskomen. En dat bleek waar te zijn. Hoe erbarmelijk wij eraan toe waren merkte ik pas toen wij dagen later met moeite een zware doos de trap van een vliegtuig op moesten dragen en een buitengewoon gespierde Amerikaanse piloot op een vreemde toon zei: 'Oh, for Christ's sake!' Ik zag de tranen uit zijn ogen stromen, maar pas veel later begreep ik dat hij huilde om ons, om onze magere lijven. Een maand later kregen we in Manilla officieel bericht van de Nederlandse regering dat we ingezet zouden worden tegen de Indonesiërs. Ik vertelde de luitenant bij wie ik mij moest aanmelden: 'Als ze mij een geweer geven, schiet ik eerst alle eigen officieren dood.' Dit meende ik echt, eng eigenlijk. De man begreep ook wel dat ik snel naar mijn verloofde wilde en liet mij naar Holland gaan. Maar ik werd via New York gestuurd. New York In Manhattan bezocht ik mijn oom, een medisch wetenschapper, die zei: 'Als je ooit research wilt doen, dan moet je hier blijven.' 'En mijn verloofde dan?', vroeg ik. 'Wanneer heb je die voor het laatst gezien?', vroeg hij. Zes jaar geleden, zei ik. Hij begon te lachen en zei: 'Er zijn zoveel aardige meisjes in Amerika.' Maar mijn tante en ik werden kwaad. 'Goed', zei hij, 'ze kan later komen, dat kunnen we wel verzorgen.' Een arts met wie ik een keer dineerde adviseerde me: 'Met die neus krijg je geen baan, die moet je laten opereren.' Ik vroeg Tineke naar New York te komen omdat ik via mijn oom onderzoek in een ziekenhuis kon doen en haar advies over mijn neus. Ze schreef dat ze zou komen en wilde niet dat ik het liet doen, ze was aan mijn neus gewend. Op 9 september 1947 zag ik Tineke terug aan de kade in New York, toen ze van de loopplank kwam met haar microscoop. Toen ik haar in de trein van Manhattan naar New Brunswick stilzwijgend een hand gaf, was het net of de zeven jaar plotseling even verdwenen. De volgende dag zijn we getrouwd. We deden samen bloedonderzoek en kregen twee dochters. Nu strijden we niet tegen de tijd of wat ook, maar proberen nog steeds die 7 jaren, 3 maanden en 26 dagen in te halen. Alle oorlog is belachelijk In gevangenschap heb ik geleerd dat ik zonder bezittingen kan leven, op papier en potlood na, en ben niet bang meer voor de dood, maar wel nieuwsgierig. Als ik aan die periode terugdenk, komt vooral het gevoel boven van: 'Daar heb ik toch al over geschreven? Met name denk ik aan Schippers, een allerliefste en sterke Indische jongen met brede schouders, die op een mid-
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 13
dag zwaar ziek met longontsteking naast mij in de ziekenbarak in kamp Osaka werd gelegd, een kopje chocola kreeg en zei; 'De beste'. Hij stierf die nacht. 'En ik denk vaak hoe belachelijk alle oorlog is, belachelijk vooral. Ik doe niet aan nachtmerries, droom niet van die kampen, maar wel van de vraag: 'Hoe lang nog?' en wordt dan onrustig wakker. De droom blijft vaag, maar herhaalt het kampgevoel. 'Waarom overleefde ik wel?', denk ik meer dan eens en ik mag geen tijd verliezen. Interview: Ellen Lock, Fotograaf: Ed Turenne, Letterkundig Museum, Aanspraak - juni 2013
<<<>>> http://icmonline.ning.com/?xg_source=msg_mes_network
Schikking weduwen Zuid-Sulawesi Tien weduwen hebben een schikking getroffen met Nederland NOS Nederland heeft een schikking getroffen met tien weduwen van wie de mannen in 1946 en 1947 door Nederlandse militairen op ZuidCelebes, op het huidige Sulawesi, zijn doodgeschoten. De weduwen krijgen ieder een financiële compensatie van 20.000 euro en de Nederlandse ambassadeur zal openbaar excuses aanbieden namens de Staat. In april liepen onderhandelingen tussen de weduwen en het ministerie van Buitenlandse Zaken op niets uit. Toen werd de vrouwen een bedrag van 10.000 euro per persoon aangeboden en schriftelijke excuses. Excuses De advocaat van de tien weduwen in Zuid-Sulawesi, Liesbeth Zegveld, is blij met de schikking die is getroffen: "Ik heb de vrouwen gesproken en zij voelen zich rijk. Maar voor hen zijn ook de excuses heel belangrijk" . Eerder kregen de weduwen in de zaak Rawagede ook compensatie. Na een jarenlang proces werden zij in 2010 door de rechtbank in Den Haag in het gelijk ge-
steld in hun claim tegen de Staat. De weduwen kregen 20.000 euro per persoon en de Nederlandse ambassadeur bood in het openbaar excuses aan aan de nabestaanden. Volgens Zegveld kan voorkomen worden dat nu nieuwe zaken zich aandienen: "Mijn boodschap aan de minister is om nu voor alle slachtoffers van de standrechtelijke executies excuses te maken en zich nu niet te beperkingen tot Zuid-Sulawesi, zodat het een oprecht gebaar is en we het dossier een keer kunnen sluiten." Zuiveringsactie Het bloedbad in 1946 en 1947 op Zuid-Celebes door de troepen van kapitein Westerling was een van de dieptepunten van de strijd tussen het Nederlandse leger en de Indonesische opstandelingen. Westerling kreeg de opdracht om de openbare orde te herstellen. Tijdens de zuiveringsactie vielen volgens de Indonesische autoriteiten tienduizenden doden. Een deel van de slachtoffers werd zonder proces standrechtelijk geëxecuteerd. Andere bronnen spreken van een veel lager aantal. <<<>>>
De Telegraaf, Dinsdag 20 augustus 2013
Weduwen willen geld in één keer. DEN HAAG, , Van onze correspondent, Tien weduwen uit het Indonesische Zuid-Sulawesi willen de 20.000 euro schadevergoeding van Nederland in één keer ontvangen. Ze lopen hiermee het risico dat het geld in handen komt van het dorpshoofd en wordt verdeeld onder de dorpelingen. Dit gebeurde in 2011 bij zeven andere nabestaanden.
<<<>>> secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 14
De Telegraaf, Donderdag 22 augustus 2013
Indonesië hoeft geen excuses
Premier Rutte viert met de Indonesische ambassadeur Marsudi de onafhankelijkheid van het land op de residentie in Wassenaar. Rutte zei dat hij „een beetje jaloers” was op de economische groei die de Indonesische economie doormaakt. Met de handelsmissie is het de eerste keer sinds 2006 dat een Nederlandse premier Indonesië bezoekt. „Dus het werd tijd ook.” FOTO: SERGE LIGTENBERG
WASSENAAR, donderdag Indonesië zit niet te wachten op excuses van Nederland. Dat zei de Indonesische ambassadeur Retno Marsudi gisteren tijdens de viering van de Indonesische onafhankelijkheidsdag. „In de relatie met Nederland willen we vooruit kijken, niet achteruit”, zei Marsudi. Sinds bekend werd dat premier Rutte in november een handelsmissie leidt naar het eilandenrijk, wordt er weer gespeculeerd over het aanbieden van brede excuses voor alle misstanden die Nederland tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) heeft begaan. Het kabinet vindt dat de openbare excuses door de Nederlandse ambassadeur voor de standrechtelijke executies in Zuid-Sulawesi en voor het bloedbad in het WestJavaanse Rawagede in 1947, en de schadevergoeding voor de weduwen, voldoende zijn. Marsudi: „Liever benadruk ik onze handelsband en onze samenwerking op het gebied van watermanagement.”
http://icmonline.ning.com/?xg_source=msg_mes_network
Republiek Indonesia betaalt miljarden claims aan Ministerie van Buitenlandse zaken die in rook op gaan! Door F.Schwab (ICM Editor) geplaatst op 1 Maart 2012
Deze week kwam ICM in bezit van een geheim dossier afkomstig van het Mininterie van Buitenlandse zaken, die het geld ontving van de republiek Indonesia voor de inlossing van de Indie - Claim. Dit aanleiding geweest voor redactie van ICM om hiervan melding te maken bij het AFM en De Nederlandse Bank. Die doelen zijn NU te bizar om HIER te noemen; wel dat er NU door diverse personen en organisaties actie wordt ondernomen om een grondig onderzoek in te stellen naar het onderhavige dossier en aan de hand van deze onderzoekresultaten hiervan aangifte te doen tegen betreffende Min. en de verantwoordelijke personen, die in het dossier met naam en toe naam zijn genoemd. Wat zal de republiek Indonesia wel denken dat 38 jaren achtereen het geld niet bij de gedupeerden is aangekomen! De claims zijn niet uitgedeeld, maar in rook opgegaan; waarde nu 8 miljard euro. Het gaat om een bedrag van 600 miljoen harde oude Hollandse guldens (waarde nu 8 miljard). Jaarlijks werd door de republiek Indonesia aan het Mininsterie van Buitenlandse Zaken 18,7 miljoen overgemaakt, waarvan 2,7 miljoen werd ingehouden en naar de Nederlandse staat ging. Het resterende werd op derden rekening geparkeerd en beheert door de opgestarte Claimbureaus (BV's).
In 2003 werd de laatste betaling aan betreffende Ministerie gedaan, en heeft de republiek Indonesia zich aan zijn woord gehouden. De betreffende BV's hieven zichzelf op, zonder de claims uit te delen aan de rechthebbenden. Al eerder werd dit door Gerrit Zalm (VVD) van Min. Financiën gesignaleerd en dit publiekelijke geuit "dat Nederlandse Staat op het Indische vermogen zit". Zijn partij genoot Kamerlid Halbe Zijlstra haalde op het Indisch podium flink uit naar de Nederlandse regering destijds waar die 600 miljoen van toen, die nu geïndexeerd 8 miljard waard, is gebleven en stelde Kamervragen hierover. Naast Halbe ambtenaren van betreffende ministerie die uit de schoolbanken klapten en met ontslag moesten bekopen. Dit is aanleiding van deze melding voor de redactie van ICM om het hele dossier eerst grondig te bestuderen en hierop actie te ondernemen o.a. bij de collega media hiervan melding te maken en bij de toezichthouder het AMF. Andere verdere acties zijn voorbehouden aan de geëigende organisaties die de belangen behartigen van de Indische Gemeenschap van wie al hun bezittingen werden ontnomen in het voormalige Ned.-Indië (Nu Republiek Indonesia) . Iedere Nederlandse burger die zoiets onder ogen krijgt is verplicht om aangifte te doen, des te meer een redactie, === WORDT VERVOLGD ====
<<<>>> secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 15
http://icmonline.ning.com/profiles/blogs/rudy-kousbroeks-kampsyndroom-besproken-door-pjotr-x-siccama-deel-
Rudy Kousbroeks “Kampsyndroom”. Besproken door Pjotr.X. Siccama / deel 3.
altijd uitgevoerd in algehele duisternis. In een hoofdstuk wijdt Kousbroek aandacht aan de meest gruwelijkste wreedheden die op DELI in Sumatra plaats vonden. De passages daarin beschreven zijn te gruwelijk om hier in een paar zinnen te beschrijven. Ik raad de lezer daarom ook aan om zelf hiervan kennis te nemen. Op school leerden we nauwelijks over de geschiedenis die met het voormalig Nederlands Indië te maken had. Alles wat met slavernij, uitbuiting, en sociaal onrecht te maken had, werd doodgezwegen: het blijkt een aaneenschakeling van een strikt gestructureerde socio(cultuur)politiek te zijn geweest: een grote leugen in een land van list en bedrog. Mensen waren rechteloos en onbeschermd, terwijl er wel degelijk een wet was om uitwassen van welke aard ook te voorkomen. Die immoraliteit van heel het koloniaal bewind maakt de schrijver uitermate nu nog kwaad en terecht. Kousbroek had het over een van de grote wingebieden in de Archipel: noord en oost van Sumatra, waar de afschuwelijkste misdrijven hadden plaatsgevonden. Maar ook op andere plaatsen (Kousbroek: cit.’’ook bij de Staats en kolenmijnen was het ten hemel schreiend () sterftecijfer bedroeg 37% ..”) Ze waren zo ernstig van aard, dat ik het niet voor mogelijk hield: monstrueus is nog bescheiden uitgedrukt: in elk geval werd ik al lezend met mijn neus op de feiten gedrukt en ben (misselijk van schaamte) en nu net als Kousbroek woedend. Op het eiland Java van waaruit het enorme gebied werd bestuurd, hoorde men bijvoorbeeld helemaal niets van de mistoestanden in andere wingebieden. En daar begon de ellende al van het onthouden aan het grote publiek van de informatiestroom uit die gebieden. Die was er gewoon niet. Men moet zich voorstellen dat waar Kousbroek over heeft, het begin van de 20ste eeuw was en publicatie, laat staan voorlichting aan de bevolking opportuun noch prioriteit was. Het koloniaal bestuur keek wel uit, omdat ze best wisten dat gestructureerde uitbuiting door mensen en ondernemingen aan de orde van de dag was. Neen, men verkoos liever om situaties die het daglicht niet konden verdragen intern door ambtenaren te laten onderzoeken. Men kon dan “intern de nodige maatregelen nemen”; een eeuwigdurend “jam karet” (voortdurend tijd rekken) volgde dan, zoals altijd daar te doen gebruikelijk was. Deze onderzoeken overigens werden bij voorbaat in het geheim gehouden en
En juist in het gebied waar Kousbroek over schrijft, werd er een justitieel ambtenaar verzocht door de Gouverneur Generaal in de persoon van J. Rhemrev (omgekeerde naam voor Vermehr), om misstanden (ongetwijfeld na ernstige druk geworden interne informatie) ter plaatse te onderzoeken. Een saillant detail, waar Kousbroek ook zijn vraagtekens bij heeft gezet was de keuze van de GG, om uitgerekend deze ambtenaar van justitie Rhemrev het onderzoek te laten doen. Citaat: “Ik ben er niet zeker van dat Rhemrev niet opzettelijk voor de wolven werd gegooid”. (einde citaat). Kousbroek vroeg zich af of de keuze een teken van moed of verlichting was om de opdracht tot onderzoek aan een Indo te verlenen. De vraag is waarom hij dat vindt. Eerder zei hij dat (vermoedelijk) een bewuste poging was om het onderzoek zo weinig mogelijk kans te geven. Maar waarom? Rhemrev had de opdracht tot in alle bijzonderheden uitgevoerd, mag worden verondersteld. Of hij als 1ste luitenant bij de Infanterie in het KNIL (en ambtenaar op Justitie, nog maar een broekje in het justitieel apparaat en uiteraard onervaren) onder meer ook deelgenomen had deelgenomen aan de gevechtshandelingen tijdens de politionele acties is niet verder bekend (zie foto). Niettemin stierf Rhemrev tijdens de politionele acties in 1948. Er moet iets anders gespeeld hebben in de gecompliceerde koloniale bestuurstructuur. Zou het hier wellicht gaan om het afschuiven van interne verantwoordelijkheid? (het verhinderen van promotiekansen om er nog een te noemen?) Lag het mogelijk aan de (in)competentie van deze ambtenaar of de inschatting dat bij voorbaat het tot niets zal leiden? Het rapport werd, in elk geval, nadat het was afgerond de gouverneur van Nederlands Indië aangeboden, die op zijn beurt, zeer waarschijnlijk onder embargo(?) of in elk geval geconsigneerd, voorzien van aantekeningen (mag worden aangenomen) van de gouverneur zelf naar de minister (en het Nederlands Kabinet) verzonden. De ontzetting bij de minister (en het kabinet) was groot en moest hen hebben overdonderd nadat de inhoud van het vernietigend rapport hen bekend was. De verantwoordelijke minister weigerde vervolgens dit rapport aan de leden van het Nederlands Parlement ter inzage te geven omdat hij
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË grote rellen vreesde (in zo’n situatie zou heden ten dage de minister direct moeten aftreden.)
Het is waar en zeer nobel van de heer Koch, maar het is te laat voor al die lovende woorden; eigenlijk is het altijd te laat. En onder de nobelste geesten kunnen Soetan Shahrir en Mohammed Hatta onder andere worden geschaard. Wanneer we hun geschriften (Kousbroek weet ontstellend veel over deze Indonesische bijzondere mensen) later nog eens raadplegen, zal menige lezer niet verbaasd staan dat naar mijn idee in al die geschriften mogelijk sleutels bevatten voor een eeuwigdurende vriendschap tussen beide landen, die door anderen en elementen van duistere aard in het verleden moedwillig werd gedwarsboomd. Ik meen te weten dat er slechts twee soorten schrijvers bestaan: de zogeheten blindschrijvers (waar Kousbroek er een paar ten tonele voert) en schrijvers waarvan hun ogen altijd waren geopend, maar hun geschriften nooit werden geloofd en/of gehoord. Daar hebben wij in het verleden onder elk koloniaal imperium en dus in de wereldcultuurgeschiedenis al meerdere voorbeelden van politieke arrogantie van
pag. 16
Nog even over het trieste verhaal van Chalid Salim in het boek: wilde ik toch een moment stil staan bij een zin in dit boek en die is het volgende: naar aanleiding van Salims gevangenschap met andere revolutionairen op Nieuw Guinea (o.a. Dr.Tjipto Mangoenkoesomo) kwam de vraag op (in gesprekken mag worden verondersteld): Wat zij dan wel gedaan hebben? Zoals een Nederlandse dame tegen Chalid Salim zei: “Nou meneer Salim, als dat waar is, zult u het er wel naar gemaakt hebben.”
Het Rhemrev-rapport, daarin werden deze gruwelijkheden tot in details beschreven en de Nederlandse bevolking heeft er nimmer van geweten.
Volgens D. Koch “was het, het noodlot van het Nederlands bewind over Indonesië, dat het zich in toenemende mate de nobelste geesten onder de inheemse bevolking tot vijand maakte”.
Nieuwsbrief no 90
gezien, waarvan uitkomsten bij voorbaat catastrofaal zijn.
De constateringen in het onderzoeksrapport bleken juist te zijn en Rhemrev had zijn taak degelijk vervuld. Ik vind daarom, dat het in dit geval geen sprake is van een gewoon intern incident, maar eerder van een koloniale en bijzonder ingewikkeld geworden bestuurscultuur, die toen gangbaar en gebruikelijk was, met inbegrip van onderlinge sociale verschillen en tegenstellingen.
Hartverscheurend vond ik het verhaal in het boek van Chalid Salim, een Indonesische voorvechter van de Indonesische onafhankelijkheid die in Den Haag in 1985 overleed. Kousbroek noemt deze man: “Djago”, wat in het Indonesisch: “de geweldige” betekent. Deze man werd voor zijn nationalistische activiteiten in een Nederlandse interneringskamp (Boven Digoel) op Nieuw Guinea (waar ook Mohammed Hatta, Shahrir en later ook Sukarno zaten) gevangen gehouden (trouwens zonder enige vorm van proces) onder erbarmelijke omstandigheden. Een Indonesische man die een hoge en volledig Nederlandse opleiding had genoten, bij wie thuis gewoon Nederlands werd gesproken en in zijn gevangenschap zonder twijfel nog Hollands dacht.
sept. 2013
Is dit een exempel van naïviteit en cultuurverwarring en/of afwezigheid van cultuurinzicht? De wijsgeer onder ons mag het zeggen. Deze man is groot onrecht aangedaan, maar zelfs erkenning voor het enorme leed en materiële compensatie als eerherstel werden hem niet toegekend. De Nederlandse Staat staat weer voor de Wereldgemeenschap met een aangeslagen en onzuiver geweten in de inmiddels onherstelbaar verroeste beklaagdenbank, zich verschuilend achter wetten die zij zelf heeft bedacht en waarvan alle mazen forensisch zijn dichtgesmeerd. Ergens vond ik opgedoken een tekening van een plantage op Sumatra, die veel leek op een foto honderd jaar eerder genomen van een plantage (waar ook tabak werd verbouwd) in het zuiden van Noord Amerika, Louisiana om precies te zijn, waar de Afrikaanse slaven (slavernij was net afgeschaft) toen onder erbarmelijke omstandigheden moesten werken. Overeenkomsten zijn frappant, terwijl de slavernij meer dan een halve eeuw was afgeschaft, leek het alsof op Sumatra de tijd eenvoudigweg was teruggedraaid en de afschaffing van de slavernij niet heeft plaatsgevonden. Verder in genoemd hoofdstuk memoreert Kousbroek over de jaarlijkse herdenking van de slachtoffers van de 2e WO. waarin hij mensen die de jaarlijkse herdenking op 15 augustus de slachtoffers herdenken, eraan herinnert, dat voor al die mensen die onder het Nederlands regime in Nederlands Indië, tijdens de aanleg van de Sumatraweg, de Indonesiërs, zonder meer vermoord, doodgeslagen, uitgehongerd en doodgetrapt werden, nooit werden herdacht, laat staan een monument ter nagedachtenis werd opgericht: zij zijn naamloos gestorven en gewoon vergeten: zij hadden hun leven geofferd om anderen een comfortabel leven te laten leiden. Kousbroek: “…laten we het minder over onszelf hebben..’’
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 17
De schrijver maakt zich zeer kwaad wanneer hij aan juist die gruwelen denkt, gepleegd door monstrueuze medeburgers vóórdat de 2e WO begon. Kousbroek fulmineert: Het waren juist die mensen die, eenmaal geïnterneerd door de Japanse bezetter, de grootste bek hadden in het Jappenkamp (waar de schrijver zelf ook gevangen zat). Het waren die mensen die ook de grootste klagers waren hoe zij door de Japanse bezetter werden behandeld, onder andere bij de aanleg van de Birma Spoorweg. Beide gebeurtenissen waren even misdadig, ernstig en mensonterend.
<<<>>> De Telegraaf, Vrijdag 16 augustus 2013
Emoties los bij Indië-herdenking DEN HAAG, vrijdag Ondanks het druilerige weer hebben gisteren enkele duizenden belangstellenden bij het Indiëmonument in Den Haag met een plechtige openluchtceremonie herdacht dat Japan zich 68 jaar geleden overgaf, waarmee ook voor NederlandsIndië de Tweede Wereldoorlog eindigde. Belangstelling Hoewel de groep die de oorlog heeft meegemaakt steeds kleiner wordt, valt op dat de belangstelling voor de herdenking bij de tweede en derde generatie juist toeneemt. De plechtigheid begon traditioneel met het luiden van de Indische Klok, er werd een minuut stilte gehouden en diverse hoogwaardigheidsbekleders hebben kransen gelegd. Aanwezig waren onder anderen minister-president Rutte, staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid en Welzijn) en defensieminister Hennis-Plasschaert. Nieuwsmagazine augustus 2013
Opstand troostmeisjes in SOLO (Ingezonden brief) Beste mensen, Afgelopen woensdag, 15 mei 2013, las ik in de krant, dat Toru Hashimoto, burgemeester van de Japanse miljoenenstad Osaka, het systeem, waarbij jonge meisjes en vrouwen, gedwongen werden, om zich te prostitueren bij de Japanse Keizerlijke troepen aan het front in de 2e wereldoorlog, simpelweg puur noodzakelijk was. Hoe is het mogelijk ! Japan is al jaren internationaal op de vingers getikt, dat zij hun excuses moesten aanbieden en dat zij schadeclaims moesten betalen aan voormalige troostmeisjes, maar Japan kwam steeds met het ongeloofwaardige argument, dat de alle troostmeisjes, zich destijds op vrijwillige basis hadden aangemeld. En dus werd gesteld, dat Japan daar niet voor verantwoordelijk was.
Yvonne Keuls pinkt een traantje weg bij de openlucht ceremonie bij het Indië-monument. Keuls’ kleindochter Babiche houdt voor de belangstellenden in het druilige weer een toespraak over haar opa, die gevangen heeft gezeten in een jappenkamp. Foto’s René Oudshoorn
Het Vrijzinnig Christelijk Lyceum, de school waar diverse prinsen van Oranje onderwijs hebben genoten, heeft het ondanks opgeknapte monument geadopteerd. De 17-jarige leerlinge Babiche Keuls, kleindochter van schrijfster Yvonne Keuls, hield een toespraak over haar opa die gevangen heeft gezeten in een jappenkamp. „Het was mooi om dit verhaal te mogen delen. Ik heb het zelf geschreven en mijn oma heeft het nagekeken”, vertelde ze na afloop. De beroemde auteur, net als haar man geboren in Batavia, glunderde van trots: „Ik leef al zestig jaar samen met iemand die het allemaal heeft meegemaakt. Deze herdenking doet mij veel.”
<<<>>> Vandaag vertel ik U mijn persoonlijke verhaal, over de opstand, die ik als jonge jongen van 14 jaar, in het Vrouwenkamp Solo op Midden Java, heb meegemaakt. Nooit eerder heb ik hierover gesproken en nooit eerder heb ik van anderen dit verhaal over deze opstand in Solo gehoord of gelezen. Ik was ooggetuige. Het ging hier om, dat Japanse officieren 30 Hollandse meisjes uit ons Kamp Solo, wilden ophalen.
De Opstand in het Vrouwenkamp Solo . Jonge arts, gaf haar leven voor dertig Kampmeisjes. Ja , en waarom vertel ik daar nu wat over ? En dat na 70 jaar! Ja ...., waarom ?? Ten eerste: Omdat ik lange tijd nodig heb gehad, om een onvergetelijke traumatische gebeurtenis kwijt te raken. Ik zat toen nog maar net bij mijn moeder en mijn twee oudere zusjes van 15 en 18 jaar en met nog een klein broertje, in het Vrouwen Ziekenhuiskamp Solo, op Midden Java.
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË Ten tweede: Omdat wij altijd onze dierbare kampgenoten, die wij toen verloren zijn, zullen blijven herdenken, tot we er zelf niet meer zijn. Het militaire regiem kwam aangekondigd, op een dag in het Vrouwenkamp Solo, om meisjes op te halen, maar kreeg niet direct zijn zin. (Hollandse Troostmeisjes ) En zo begon het. Mijn twee zusjes hadden zich ook moeten melden. Ze wisten dat al een paar weken eerder en hadden zich daar weinig op kunnen voorbereiden. Onder leiding van een jonge vrouwelijke arts, dokter Engels, hadden dertig meisjes zich echt bevuild en soms zelfs verwond, met wondjes op de bovenlip en onderlip. Dat begon dan te zweren en dat zag er heel vies uit. Ik begreep het toen eigenlijk allemaal niet zo goed. De meisjes zagen er niet uit en stonken uren in de wind. Haren werden deels afgeknipt en niet meer gewassen. Jurken gescheurd en besmeurd. Willekeurige verbanden om de benen werden ingesmeerd met tomaat en ketjap en de meisjes leerden scheel te kijken en mank te lopen. Af en toe werd er nog wat lacherig over gedaan, om deze stinkende en vieze vermommingen, maar in de harten van de meisjes en van de moeders, was er grote angst en verdriet, omdat niemand wist wat de Japanners, nu werkelijk van plan waren. Duidelijk was wel dat de meisjes mee zouden moeten, als de Jappen hun keuze zouden hebben gemaakt. Ja ..., werken in een ziekenhuis, een opleiding volgen en andere schone beloftes, maar achter de schermen was er veel stil verdriet en grote onzekerheid. En zo naderde de dag van aantreden. Verschillende meisjes waren echt ziek geworden van alle ellende, angst en onmacht. Er werd overgegeven en gehuild. En zo zag ik in gedachten, ook mijn twee zusjes straks staan. Wat zou er gebeuren. Dat wist toch niemand Daar waren ze Vijf hoge Japanse officieren, in vol ornaat met hoge petten, keizerlijk samoerai zwaarden, gouden strepen en met hoge glimmende leren laarzen. Daar stonden die kerels, op het bordes van het ziekenhuis, ons Kampgebouw, in Solo. Iedereen uit het Kamp moest op het voorplein aanwezig zijn. Ongeveer 1800 vrouwen en kinderen, stonden al een uur te wachten. Het was doodstil. Mijn kleine broertje van tien jaar zat op de grond. Hij speelde met zand en steentjes. Mijn moeder huilde heel zacht. Eerst een lang verhaal in het Japans, met een Javaanse tolk. In het Maleis werd vertaald, dat de beminde, goedwillende en goddelijke Japanse keizer Hirohito, het had behaagd, dat 30 meisjes uit dit Vrouwenkamp, in alle vrijheid mochten gaan studeren in Japan, of tot verpleegsters zouden worden opgeleid, om daarna in diverse ziekenhuizen te kunnen gaan werken. Een ruime plaats voor het bordes van het gebouw, was vrij gehouden voor de meisjes. Daar zouden zij in een lange rij moeten gaan staan. Ergens anders ston-
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 18
en de meisjes klaar , maar ze kwamen niet opdagen. En toen gebeurde dit. De Japanse officieren werden onrustig. Eerst gemor en toen werd er gescholden. Dat waren ze niet gewend. Onze kampleidster, mevrouw Smit, werd naar voren geroepen. Het duurde even. Dokter Engels, de vrouwelijke arts en enige dokter in het Vrouwenkamp, die de meisjes had 'voorbereid', liep mee met mevrouw Smit, de trap van het Bordes op. Op de vraag waar de meisjes bleven, zei de kampleidster tegen de tolk in het Maleis, dat de meisjes nog te jong waren en dat zij niet gemist konden worden in het Kamp. Dokter Engels, vervolgde, dat de meisjes ziek en verzwakt waren, omdat er in het Kamp niet genoeg te eten was. Zij voegde daar ook nog aan toe, dat de meisjes niet weg konden, omdat zij voor hun zieke moeders en voor de kleine kinderen moesten zorgen. Dokter Engels kreeg direct daarop, van een Japanse officier, een harde klap midden in haar gezicht. Ze viel bijna op de grond en kon nog net in een reflex, een klap met een samoerai in schede opvangen, door het heilige Japanse sabel vast te houden en uit handen van de Japanse officier te rukken, waarbij zij met samoerai en al, achterover op haar rug op de grond viel. Wij wisten wat dit kon betekenen. Dit was voor de Jap een doodzonde. Een heilig samoerai mocht je immers nooit aanraken en zeker niet door een vrouw ! Toen sloegen de stoppen door bij alle officieren. Dokter Engels werd tot bloedens toe getrapt en volledig in elkaar geslagen, tot ze niet meer bewoog. Ze werd vervolgens aan haar kleren weggesleept, naar de gang achter het Bordes. We hoorden haar nog een paar keer in doodsnood gillen en toen werd het stil. Ik weet nog dat dokter Engels toen nog enkele dagen heeft geleefd, maar is toen toch aan haar ernstige verwondingen in het Kamp overleden. Zij heeft destijds de moed gehad, om NEE te zeggen en zij is gestorven, voor het leven van 30 Hollandse Kampmeisjes. Alle op het voorplein aanwezige vrouwen en kinderen vlogen in paniek alle kanten uit, terug naar hun kamers en naar de barakken, in wanhopige angst voor wat er nu zou kunnen gaan gebeuren. De Japanse officieren dropen af en stapten in hun klaarstaande auto's en vertrokken zonder de meisjes te hebben gezien. Een tweede poging om de meisjes op te halen is wonderwel uitgebleven en waarom , dat weten we niet. Waarschijnlijk, omdat daarna het 'Militaire Commando' over de Vrouwenkampen, werd overgedragen aan een Japans Burger Gezag of Bestuur. Represailles zijn er voor zover ik dat weet, niet geweest, behalve, dat wij die dag geen eten hebben gekregen en alle ongeveer 200 jongens van 10 tot 18 jaar de week na de opstand, werden afgevoerd naar het Jongenskamp 7 in Ambarawa, 100 kilometer verderop. Nooit zal ik vergeten, dat bij het vertrek uit Solo, mijn moeder huilend tegen mij zei 'Zul je goed op je broertje passen '. Dat heb ik ook altijd gedaan. Ik zei
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË het al eerder, hij was toen pas tien jaar oud. Dit Ambarawa Kamp 7 , waar we met 800 jongens in één grote houten barrak werden gepropt, werd later 'Het Dodenkamp' Ambarawa genoemd. Mijn moeder en mijn tweezusjes hebben het gruwelijke Vrouwenkamp Solo overleefd.
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 19
Lieve Mensen, in dank voor uw aandacht, zou ik het hierbij willen laten. Opgetekend en verteld door Harry Sesink Clee 2013
<<<>>>
Oproep tot herstel van het monument te Roermond Het Monument voor Indische burgerslachtoffers, ter nagedachtenis aan alle burgers die in de periode 19451962 zijn omgekomen in Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea, is aan het Nationaal Indië-monument 1945-1962 toegevoegd. Op 25 augustus 1990 is het monument onthuld. Het monument, waarin aarde is verwerkt afkomstig uit Java, is een ontwerp van Wijnand Thönissen en Dick van Wijk en werd vervaardigd in het atelier van steenhouwer Joop Utens uit Echt. De tekst op de bovenzijde van de gedenksteen luidt: TER NAGEDACHTENIS AAN DE BURGERSLACHTOFFERS MANNEN VROUWEN EN KINDEREN NEDERLANDS OOST-INDIE 1945 - 1949 NIEUW GUINEA 1949- 1962. De tekst op de achterzijde van de gedenksteen luidt: HUN GEEST HEEFT OVERWONNEN. ONS EERBETOON EN RESPECT VOOR HEN DIE DE VRIJHEID NIET MEER MOCHTEN MEEMAKEN. Het Bersiap monument in Roermond verkeert in een slechte staat van onderhoud. Na de donateursvergadering ben ik op persoonlijke titel begonnen gelden te verzamelen om het herstel nog dit jaar te doen plaats vinden. De kosten worden begroot op € 2.500,- inclusief BTW. Na mijn oproep ontving ik € 495,- en toezeggingen, zodat ik op persoonlijke titel het begrootte bedrag heb overgemaakt. De Stichting Nationaal Indië Monument 1945-1962 heeft na ontvangst de opdracht verleend, zodat het herstel voor de herdenking op zaterdag 7 september 2013 gereed is. Ik heb persoonlijk dus een behoorlijk financieel risico genomen omdat ik vind dat in het eerbetoon aan de slachtoffers uit de Bersiap Periode het monument in een goede staat van onderhoud moet blijven verkeren. Ik hoop dat u mij daarin steunt door een financiële bijdrage op mijn privé rekening te storten. Mijn rekening nummer is: 22 58 94 203 t.n.v. J.F. van Wagtendonk, onder vermelding van "donatie Bersiap Monument. Met dank voor uw steun, Jan van Wagtendonk. nieuwsmagazine augustus 2013
Foto’s regiobijeenkomst Almelo 20-3-2013 Overige foto’s zijn helaas mislukt!
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
sept. 2013
Nieuwsbrief no 90
pag. 20
CHECKPOINT Nr. 5 / juni 2004
Macaber Soerabaja 1945 Boek over bijna vergeten drama Surabaya heette in 1945 nog Soerabaja en net als in het bekende lied van Anneke Grönloh geldt zestig jaar later voor veel mensen dat hun gedachten nog altijd bij Soerabaja zijn. Maar niet omdat ze mooie nostalgische herinneringen hebben aan de belangrijkste stad op Oost-Java, maar om dat maanden na de Japanse capitulatie duizenden mensen in Soerabaja in een hel geleefd hebben. De geschiedenis die Richard L. Klaessen in zijn Macabar Soerabaja 1945. De Werf-straatgevangenis heeft opgetekend is geheel ten onrechte een vergeten bladzijde in de Nederlandse geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Voor zover er kort na de bevrijding al herinnerd werd, gold dat zeker niet of nauwelijks voor de gebeurtenissen in voormalig Nederlands Oost-Indië. Repatrianten die na de oorlog - soms voor het eerst naar Nederland kwamen, ontmoetten voor hun verhalen nauwelijks belangstelling. Iedereen in Nederland had in die herstelfase zelf genoeg aan het hoofd en onderhuids zal wellicht het gevoel hebben meegespeeld dat de repatrianten kolonialen waren die terecht uit hun bevoorrechte posities waren verdreven of op zijn minst getroffen waren door het historisch onontkoombare lot van de dekolonisatie waarmee alle koloniale machthebbers in Europa na de Tweede Wereldoorlog werden geconfronteerd. Wreedheden De laatste jaren is deze nogal kortzicht redenering weliswaar, niet geheel rechtgezet, maar toch is er meer aan dacht gekomen voor het |lot van (Indi sche) Nederlanders die de Japanse bezetting hebben meegemaakt en de direct daaropvolgende 'bersiap'periode toen ze, getroffen werden door de woede er wreedheid van groepen Indonesische vrij heidsstrijders. van wie sommige niet vee! meer waren dan losgeslagen roversben des. De gebeurtenissen in Soerabaja in het najaar van 1945 kunnen, worden beschouwd als de culminatie van naoorlogse wreedheden die her en der over geheel Indonesië plaats vonden tegen de voormalige 'koloniale heersers' -of die daarvoor aangezien werden. Japan had op 15 augustus weliswaar gecapituleerd, maar Japanse eenheden in Soerabaja deden er alles aan om het de geallieerden zo moeilijk mogelijk te maken. Japanse wapenarsenalen werden opengesteld voor Indonesische strijdgroepen, terwijl Indonesi-
sche jongeren die tijdens de bezetting door Japanners waren getraind, werden opgehitst om tegen iedereen die Europees bloed in de aderen had wraakacties te beginnen. Echter ook Chinese burgers werden het slachtoffer van deze acties. Zeker 600 mensen van Nederlandse afkomst vonden een vaak gruwelijke dood, eyenals zo'n 400 Chinese inwoners: yan Soerabaja. In totaal zouden 12.000 Indonesiërs worden gedood in de strijd om Soerabaja die nog zou volgen. Bloedige strijd Op 25 oktober 1945 landden Britse eenheden op Soerabaja met het doel om de Japanse troepen te ontwapenen en om alle niet-bevoegde Indonesiërs te dwingen hun wapens in te leveren. Deze troepen werden drie dagen later door Indonesiërs aangevallen, waarna een zeer bloedige strijd, volgde, waarbij zeker 429 Brits-Indische militairen omkwamen. Nederlanders en Indische Nederlanders werden vervolgd, opgepakt of vermoord. Ruim zesduizend mensen konden later door de, Brits-Indische troepen in veiligheid worden gebracht. Voor 2400 gevangenen die in de Werfstraatgevangenis waren opgesloten dreigde echter een zekere dood, zo wist een Ambonese cipier die de Nederlanders goed gezind was aan de Britten over te brengen. Intussen had het Britse leger de Indonesiërs een ultimatum gesteld dat op 10 november zou aflopen. Als zij daaraan geen gehoor zouden geven zouden de Britten de stad aanvallen met alle beschikbare middelen. Op diezelfde ochtend zouden de Indonesiërs de overgebleven gevangenen in de Werfstraatgevangenis doden en de gevangenis vervolgens in brand steken, zo was het plan. Door tussenkomst van de cipier en de KNIL-militair Jack Boer, die door de linies bij de Britten was gekomen en die op de 10e november de Britten de weg kon wijzen door de stad - hij nam ook zelf deel aan de actie - konden de gevangenen door Gurkha-militairen van de 5e Brits-Indiase Geallieerde Divisie net op tijd worden bevrijd. Klaessen, de auteur van het hier besproken boek was een van hen. Maar zijn boek is tegelijkertijd het verslag van een zoektocht naar herinneringen aan dat turbulente najaar van 1945 in Soerabaja. Het feit dat hij later in dienst trad bij de mariniers en tijdens de 1ste Politionele Actie ook meevocht, heeft hem achteraf bezien geholpen aan vele contacten met mensen die de ervaringen van Soerabaja met hem deelden.
<<<>>>
Macaber Soerabaja 1945. De Werfstraatgevangenis. Relaas van een reeks gebeurtenissen in Soerabaja in najaar van 1945 met ingrijpende gevolgen - Richard Klaessen 423 pagina's, geïllustreerd.
secretariaat: Mw. Cobine Ramaekers— Goirkestr. 153D—5046 GG Tilburg - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester te Amstelveen)