www.hfr.be
N IEUWSBRIEF AZ Heilige Familie Rumst
juni 2013
2 3 4 5 6 8 9 11 12
Editoriaal Nieuwe operatietechniek bij PSI Jobat Rondom: vacature Nieuw: Centrale sterilisatieafdeling HFR Diagnostiek bij dementie Samen sterk tegen pijn HFR voor Congo Nieuwe gezichten in ons ziekenhuis Agenda
ONZE ZORG EN TALENT VOOR IEDERE PATIËNT
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 1
11/06/13 13:22
2
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
Editoriaal Dr Elke Haest Hoofdgeneesheer AZ HFR
Ook de huisarts wordt door de overheid verantwoordelijk gesteld voor de overconsumptie in de ziekenhuizen. Geachte collega’s, Beste vrienden, Om de prijsverschillen van de praktijkvoeringen voor dezelfde aandoeningen tussen de verscheidene ziekenhuizen weg te werken heeft de overheid het systeem van referentiebedragen in het leven geroepen. Concreet geeft het voor een aantal standaardingrepen en -behandelingen een gouden standaardkost voor medische beeldvorming, laboratoriumonderzoeken en technische prestaties (o.a. kinesitherapie). De ziekenhuizen die te veel afwijken van deze standaardkost dienen een som terug te betalen.
’s Herenbaan 172 2840 Rumst Verantwoordelijke uitgever Ludwig Marchal
Redactiecomité Michel Craninx Stefan De Groof Elke Haest Philippe Lebrun Ludwig Marchal Erika Saenen Jan Van Beirendonck
T 03 880 90 11 F 03 880 95 95 03 844 50 50
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 2
Voor het vierde jaar op rij dwingt het RIZIV de ziekenhuizen die te veel hebben uitgegeven tot het betalen van een sanctie. Samen moeten ze 3.549.798 euro terugbetalen tegenover 4.944.073 euro in 2011. De ziekenhuizen – voornamelijk Vlaamse – doen duidelijk inspanningen om de kosten in de gezondheidssector te beperken. De overheid heeft met de invoering van de referentiebedragen over de jaren heen de kosten tussen de verscheidene ziekenhuizen duidelijk kunnen indijken en egaliseren. Vanaf 1 januari 2013 wil de ze hier nog verder in gaan door toevoeging van extra activiteiten. De nieuwe toevoegingen die van belang zijn voor de huisartsen worden hieronder weergegeven: • De activiteiten van de chirurgische ingrepen op de referentiebijdragenlijst die in het daghospitaal worden verricht zullen meegenomen worden in het systeem van de referentiebedragen. Tot vorig jaar werden enkel de gehospitaliseerden in de berekeningen van de referentiebedragen opgenomen. • Er zal een carensperiode van 30 dagen gerekend worden vóór de chirurgische ingrepen van de referentiebijdragenlijst. Dit betekent dat alle verstrekkingen (klinische biologie, medische beeldvorming en andere
technische verstrekkingen) 30 dagen voor de ingreep zullen meetellen in het referentiebedrag. Zowel de verstrekkingen die door het ziekenhuis als door de huisarts worden gevraagd of uitgevoerd, zullen meegeteld worden. Wanneer de referentiebedragen overschreden worden door het ziekenhuis, dient niet de huisarts, maar het ziekenhuis het percentage van het overschreden bedrag terug te betalen. De te betalen som hangt af van het percentage van de uitgevoerde onderzoeken die in het ziekenhuis werden uitgevoerd. Vb. Er werd voor 100 euro onderzoeken uitgevoerd en het referentiebedrag laat maar 60 euro toe – dit betekent dat er 40 euro overschreden werd. Indien er 50 euro in het ziekenhuis werd verricht en 50 euro bij de huisarts, dient het ziekenhuis maar 20 euro terug te betalen (50% van de 40 euro). Indien alle onderzoeken in het ziekenhuis zouden zijn uitgevoerd, zal het ziekenhuis de volle 40 euro moeten terugbetalen. Dit betekent concreet dat alle preoperatieve onderzoeken nauwgezet dienen aangevraagd te worden volgens de RIZIV-guidelines, zowel in het ziekenhuis als bij de huisarts. Deze guidelines zijn terug te vinden op de riziv-website via onderstaande link: https://www.riziv.fgov.be/care/nl/hospitals/ feedback-hospitals/Flowchart/index.htm of op onze website www.hfr.be onder professionals -> ‘preoperatieve richtlijnen’ Hiermee viseert de overheid niet meer alleen de ziekenhuizen om te besparen, maar ook de huisartsen. Hopend op jullie medewerking, wens ik jullie allen een fijne en warme zomervakantie toe ! Dr. Elke Haest
11/06/13 13:22
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
3
Patiëntspecifieke instrumenten als nieuwe operatietechniek bij een totale knieprothese (PSI) Een evaluatie van nu reeds meer dan 500 knieprothesen op een tijdspanne van 2 jaar Dr J. R. Jaeken Orthopedisch chirurg Diensthoofd Orthopedie
Bij het resultaat van een knieprothes zijn zowel design – vorm als de plaatsingstechniek uiteraard zeer belangrijk. Design Sinds de jaren ‘80 is er zowel in design als in operatietechniek van een totale knieprothese enorm veel gewijzigd. Wij opteren systematisch voor het type knieprothese waarbij de kruisbanden verwijderd worden en de functie van de kruisbanden wordt nagebootst door een technisch onderdeel van de prothese (= het type posterior stabilised). Nu zijn we recent gestart met de nieuwe opvolger van deze prothese, m.n. de PERSONAknieprothese. De naam verraadt reeds de bedoeling, nl. een nog meer gepersonaliseerde benadering van de originele knie van de patiënt – zowel in maatkeuzes als in vorm. Plaatsingstechniek Begin jaren 2000 kwam er in de plaatsingstechniek een forse vooruitgang, nl. het gebruik van een NAVIGATIETECHNIEK of ROBOT: dit helpt de chirurg in het verfijnd positioneren van de instrumenten en snedeblokken en hierdoor werd uiteindelijk de positie van de prothese ook accurater. De robotchirurgie is echter eerder tijdrovend, traumatisch preoperatief (plaatsen van referentiepunten op femur en tibia) en duur. Het laat bovendien niet toe de planning op voorhand te maken. Robotchirurgie wordt nu dan ook vrijwel niet meer gebruikt bij knieprothesen.
Hoe gaat het in zijn werk? Via een speciale MRI van de te opereren knie kan de chirurg de operatie perfect op voorhand plannen en volledig simuleren op computer. Door het 3D-model van de knie krijgt men toegang tot bepaalde anatomische referentiepunten die men tijdens de ingreep niet kan zien en dus ook niet kan gebruiken om de POSITIE van de knieprothese zo anatomisch en exact mogelijk uit te voeren.
gaat dus wel degelijk over op maat gemaakte plaatsingsinstrumenten, dus niet over een op maat gemaakte prothese. Tot op heden hebben we reeds bij meer dan 500 patiënten de knieprothese geplaatst aan de hand van deze nieuwe techniek van patiëntspecifiek instrumentarium.
Tevens kan de chirurg zelf de perfecte MAAT bepalen en stelt hij zelf de ideale positie van de prothese in op basis van de eigen vorm en anatomie van elke individuele knie – dit gebeurt met behulp van speciaal ontwikkelde software. Dit zijn de twee instrumenten, één voor femur en één voor tibia, die ervoor zorgen dat de preoperatieve planning op de software perfect wordt gerealiseerd tijdens de ingreep. Conclusio: De PSI-techniek voor totale knieprothese is een revolutionaire techniek die de chirurg toelaat de prothese zéér exact en in functie van ieders individuele knie te plaatsen. Het
Welnu, het gebruik van het patiëntspecifieke instrumentarium (PSI ZIMMER) is een verlengstuk op de vorige techniek, doch gaat in efficiëntie, tijdsgebruik en preoperatieve planning heel wat verder. Het is eigenlijk een ‘PREOPERATIEVE NAVIGATIE’, waarbij zowel de maatkeuze als de positie van de knieprothese specifiek en gepersonaliseerd wordt gepland door de chirurg. Screenshot van de softwareplanner
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 3
11/06/13 13:22
4
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
Kwaliteitsevaluatie van deze techniek na 500 ingrepen We zien duidelijk een nog snellere revalidatie met minder pijn en het sneller bekomen van een goede kniebeweeglijkheid. Ook de opnameduur in het ziekenhuis is eveneens duidelijk verminderd naar gemiddeld 6 dagen. Een nieuw pijnbestrijdingsschema ‘Samen sterk tegen PIJN’ , dat in het ziekenhuis werd opgestart onder het impuls van de dienst Anesthesie, levert ook nog een extra bijdrage in het comfort van de patiënt en dus ook in de evolutie van de revalidatie. Ook nieuwe permanente koelingstechnieken voor de knie zijn nu volop in de testfase - ook hierin ligt een bijkomende meerwaarde in de zwelling en dus de pijnbestrijding voor de patiënt.
De controleradiografie en de alignatiemetingen van het been gaven in ongeveer 98 % van de gevallen aan dat de positie van de prothese en de mechanische as van het been zelf correct overeenkomen met de planning, hetgeen de meerwaarde naar exacte uitvoering van de ingreep duidelijk bewijst.
resultaten bekomen worden met het vorige type van knieprothese.
Persona Knieprothese In maart 2013 is ons de eer te beurt gevallen om deze nieuwe knieprothese PERSONA (= opvolger van NEX GEN-knieprothese die we tot op heden plaatsten) als eerste in Europa te mogen plaatsen in combinatie met de reeds beschreven plaatsingstechniek met patiëntspecifiek instrumentarium (= PSI TECHNIEK), dus met instrumenten op maat gemaakt voor de individuele knie van patiënt.
Dit gaat enerzijds over maximale benadering van de maat en de vorm van de knie (Persona) en anderzijds over de maximale verfijning van plaatsing van de prothese wat betreft alignatie en rotatie van de verschillende prothesecomponenten (= patiëntspecifiek Instrumentarium).
Recent werden op een congres in Firenze de resultaten van deze PSI-techniek bij knieprothese voorgesteld van in totaal 2125 prothesen die tot nog toe in EUROPA, Azië en Afrika geplaatst werden.
Deze nieuwe knieprothese Persona heeft nog meer uitgebreide maatkeuzes, een maatopbouw per 2 mm voor femur en per mm voor tibia (!) en nog betere conformiteit tussen boven- en onderbeencomponenten. Dit geeft aan de chirurg de mogelijkheid om zo exact mogelijk de originele vorm en maat van de knie van de patiënt te benaderen .
Men ziet zeer belovende resultaten waarbij duidelijk aangetoond wordt dat de plaatsing van de prothese gemiddeld 20 % exacter is naar vorm, maat en alignatie ten opzichte van de resultaten waarbij het vroegere klassieke instrumentarium werd gebruikt.
Deze knieprothese - in combinatie met de PSIplaatsingstechniek - is ons inziens een nieuwe belangrijke stap om het comfort en het natuurlijk kniegevoel van de patiënt te maximaliseren en de pijnsensaties of ongemakken te verminderen. Dit alles terwijl ook nu reeds zeer goede
We zien een duidelijke evolutie naar een meer en meer doorgedreven gepersonaliseerde vervanging en dus prothesechirurgie van de pijnlijke knie.
DE TECHNISCHE EVOLUTIE STAAT GELUKKIG NOOIT STIIL, waardoor patiënten steeds beter en sneller kunnen geholpen worden en waardoor uiteraard het levenscomfort en de levenslust alleen maar groter kunnen worden.
PS. Gezien het via tekst niet steeds eenvoudig is om een operatietechniek begrijpelijk en visueel toe te lichten, is er een kort filmpje beschikbaar met toelichting over de PSI-techniek op de website: www.dokterjaeken.be.
Jobat Rondom
Verpleegkundige Intensieve Zorgen
• • • •
Ben je stressbestendig en hou je van afwisseling? Zoek je een werkomgeving met toffe collega’s, aandacht voor kwaliteit, samenwerking, innovatie en up-to-date technologie? … Dan kunnen wij je inzet gebruiken! Nieuwsgierig? Contacteer ons en we beantwoorden met plezier al je vragen! Intensieve Zorg (nog) niet jouw ding? Geen probleem! Wij zoeken ook nog verpleegkundigen voor de afdelingen Geriatrie, Heelkunde en Spoedgevallen. Algemeen Ziekenhuis Heilige Familie vzw ‘s Herenbaan 172 - 2840 Rumst - T 03 880 90 11
[email protected] -
[email protected] - www.hfr.be
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 4
11/06/13 13:22
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
5
Voorstelling nieuwe centrale sterilisatieafdeling HFR
L. Moerenhout
In november 2012 werd de nieuwe centrale sterilisatieafdeling - verder CSA genoemd in gebruik genomen. De CSA zorgt ervoor dat alle instrumentaria gebruikt tijdens chirurgische ingrepen gereinigd, gecontroleerd, gereconcilieerd en gesteriliseerd wordt. De CSA staat ook in voor de behandeling van instrumenten en medische hulpmiddelen voor polikliniek, kritische diensten en verpleegdiensten. Elk proces in de behandeling van het instrumentarium is vastgelegd in procedures. Deze taken worden uitgevoerd door sterilisatieassistenten die een specifieke opleiding genoten hebben. De CSA bestaat uit 3 strikt gescheiden ruimten: de onreine zone of afwaszone, de reine zone of inpakzone en de steriele berging. Deze zones zijn van elkaar gescheiden door ‘sassen’ waardoor vuile en propere materialen elkaar nooit kunnen kruisen en de materialen strikt gescheiden blijven. Onze CSA beschikt over 5 thermische desinfectoren – in de volksmond afwasmachines genoemd – en 3 stoomautoclaven, de zogenaamde sterilisatoren. Al deze toestellen zijn computergestuurd en elk proces wordt ‘in real time’ digitaal geregistreerd, gecontroleerd en gearchiveerd. Het traject van het instrumentarium tussen OK en CSA: Vuil materiaal wordt door de sterilisatieassistente opgehaald in het operatiekwartier. In de onreine zone wordt het materiaal voorgereinigd en indien nodig gedemonteerd. Nadien gaan de instrumenten in de thermische desinfector waar er reeds een grondige (thermische) desinfectie gebeurt bij 93° C, zodat het grootste deel van de micro-organismen reeds wordt gedood. Materiaal dat niet machinaal mag gereinigd worden, wordt handmatig gereinigd en gedesinfecteerd. Na reiniging wordt het instrumentarium geïnventariseerd en aan de juiste instrumentenset toegevoegd. Gedemonteerd
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 5
instrumentarium wordt opnieuw gemonteerd en gecontroleerd op functionaliteit. Voor elke instrumentenset gebruikt in het operatiekwartier (in ons ziekenhuis zijn dit ongeveer een 500-tal verschillende sets) is een inventarislijst aanwezig – al dan niet aangevuld met foto’s – dewelke de sterilisatieassistente gebruikt om er voor te zorgen dat de set volledig terug wordt samengesteld volgens de wensen van de chirurg. Alle instrumentaria worden extra gecontroleerd op reinheid en functionaliteit. Wekelijks komt er een hersteldienst langs voor de ophaling van instrumentarium dat geslepen of hersteld dient te worden – dit gebeurt bij een gespecialiseerde firma door specifiek opgeleide vakmensen. Hierdoor wordt de zekerheid geboden dat het chirurgenteam steeds kan werken met hoog kwalitatief instrumentarium. Na inventarisatie worden de instrumentensets op een specifieke manier verpakt en gesteriliseerd in de stoomautoclaaf, waarbij onder een bepaalde druk en temperatuur alle microorganismen worden gedood. In totaal neemt het reinigings- inventarisatieen sterilisatieproces minimum 4 uur in beslag. Na sterilisatie wordt het instrumentarium opgeslagen in een ‘steriele’ berging tot het gebruikt wordt op het OK.
Voor heel wat (voornamelijk) orthopedische ingrepen kan het ziekenhuis beschikken over leeninstrumentarium. Dit instrumentarium wordt tijdelijk aangeboden aan het ziekenhuis (de chirurg) om een ingreep uit te voeren. Dit gebeurt meestal bij prothesechirurgie, spine chirurgie en traumatologie. In 2012 werden 3785 sets in leen gegeven. Voorstelling van ons team medewerkers: Ons sterilisatieteam bestaat uit 8 sterilisatieassistenten onder dagelijkse leiding van de verantwoordelijke CSA. Dagelijks zorgen de CSA-medewerkers ervoor dat het ‘hart’ van het ziekenhuis, het operatiekwartier, over het noodzakelijk instrumentarium kan beschikken. Alhoewel sterilisatieassistenten niet rechtstreeks in contact komen met de patiënt moeten zij er zich wel van bewust zijn dat al het materiaal dat zij aangeboden krijgen op een correcte manier verwerkt dient te worden. Dit vergt voortdurende concentratie in combinatie met zware fysieke belasting. Ons ziekenhuis is blij u te mogen verzekeren dat zij over een deskundig en gemotiveerd CSA-team beschikt dat zich dagelijks volledig inzet om de kwaliteit te bieden waar al onze patiënten recht op hebben.
11/06/13 13:23
6
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
Diagnostiek bij dementie
Dr Ann Cordonier
Dementie wordt gedefinieerd als een progressieve achteruitgang van de cognitieve functies met een weerslag op het normaal functioneren. Niet alleen het geheugen kan aangetast zijn, ook kunnen er gedragsstoornissen, taal- en spraakproblemen, apraxie en dergelijke optreden. Dementie is een aandoening met toenemende prevalentie - dit door het steeds ouder worden van de bevolking. Ongeveer 2% van de 65-jarigen heeft cognitieve problemen, dit gaat naar 10-15% bij 80-jarigen en zelfs 40% bij 90-jarigen. De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie: wereldwijd zijn er ongeveer 37 miljoen Alzheimerpatiënten. Op de 2de plaats volgt vasculaire dementie. Het verder onderzoek bij iemand die zich presenteert met cognitieve problemen is erg belangrijk om behandelbare oorzaken uit te sluiten, waaronder hypothyroïdie, depressie, infecties, vitaminetekort of bijwerkingen van medicatie (tabel 1). Ook is het van belang patiënten er uit te halen met de ziekte van Alzheimer, aangezien hiervoor reeds medicatie geregistreerd is.
Tabel 1: Behandelbare oorzaken van dementie Depressie Deficiënties (vitamine B12) Metabole oorzaken (hypothyroïdie) Intoxicatie (geneesmiddelen) Normal Pressure Hydrocephalus Chronisch subduraal hematoom Infecties (Neurosyfilis) Vasculair (hypertensie, embolieën) Sommige hersentumoren Zeldzame oorzaken (auto-immuun ziekten, vasculitis)
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 6
Diagnostiek begint tijdens de eerste consultatie. Hierbij gebeurt een uitgebreide anamnese, zowel van de patiënt als van de begeleidende familie. Tijdens de anamnese wordt ook aandacht besteed aan het opsporen van eventuele tekenen van depressie. Er wordt eveneens een algemene screeningtest afgenomen: de Mini-Mental State Examination (MMSE). Dit is een zeer gekende test, waarbij geheugen, oriëntatie, werkgeheugen, taal en visueel-ruimtelijke taken worden nagegaan. Het voordeel van deze test is het gebruiksgemak, bovendien kan deze ook nuttig zijn bij opvolging van progressie over tijd. Er zijn echter wel een aantal nadelen aan deze test verbonden. De MMSE is niet echt gevoelig om milde vormen van dementie op te sporen, er is een test-retest variabiliteit en een gebrek aan alternatieve versies (sommige patiënten repeteren datum en woorden die in de test gebruikt worden, terwijl ze op weg zijn naar consultatie). Het herhalen van 3 woorden is in feite inaccuraat om het geheugen te testen, de taal wordt slechts oppervlakkig geëvalueerd en uitvoerende taken komen bijvoorbeeld niet aan bod in de MMSE. Het afnemen van de MMSE wordt nog steeds standaard uitgevoerd, mede ook omdat dit vereist wordt in de terugbetalingscriteria van cholinesterase-inhibitoren. Andere testen zoals de Montreal Cognitive Assessment (MoCa) bieden een grotere sensitiviteit. Het neurologisch onderzoek bij een beginnende Alzheimerdementie is vaak normaal. Tijdens het onderzoek wordt aandacht besteed aan het vinden van aanwijzingen die kunnen leiden tot een bepaalde etiologie. De gang bij vasculaire dementie bijvoorbeeld is vaak traag met kleine pasjes door de multipele lacunaire infarcten; bij normal pressure hydrocephalus kan een magnetische gang gezien worden, waarbij de voeten van de patiënt als het ware aan de grond blijven plakken. Tekenen van parkinsonisme kunnen wijzen in de richting van een parkinsondementie of een lewy body-dementie.
Wanneer nu een vermoeden bestaat van een dementie wordt verder onderzoek voorgesteld. De basisonderzoeken die elke patiënt ondergaat worden bij ons georganiseerd via de geheugenkliniek. Patiënten worden een halve dag opgenomen op het geriatrisch daghospitaal. Er wordt een bloedafname gedaan waarbij we onder andere kijken naar de schildkliertesten, vitamine B12 en syfilisserologie. Ook wordt een CT schedel /MR hersenen gepland. Hierbij kunnen oorzaken zoals bv. vasculaire dementie of tumoren aangetoond
Figuur 1: MRI-beeld van Alzheimer patiënt. Bemerk de vergrote temporale hoornen ten gevolge van hippocampale atrofie. (Continuum Lifelong Learning neurology 2010; 16(2))
worden. Anderzijds kunnen ook typische afwijkingen gezien worden, zoals de hippocampale atrofie bij Alzheimerdementie (figuur 1). Op de geheugenkliniek gebeurt ook een ergotherapeutische evaluatie. Hierbij worden vragenlijsten afgenomen samen met de patiënt en familie: een basale ADL waarbij gebruik gemaakt wordt van de 6 items van de Katz-schaal en een instrumentele ADL die meer complexe taken nagaat. Daarnaast gebeurt ook een Global Deterioration Scale (GDS) en worden schalen afgenomen om
11/06/13 13:23
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
gedragsstoornissen te evalueren: de Neuropsychiatric Inventory-Questionnaire (NPI-Q). Als laatste gebeurt tijdens de dagopname ook een EEG en een geriatrische evaluatie. Dit zijn de basisonderzoeken, waarvan het grootste deel eveneens nodig is voor de terugbetaling van cholinesterase-inhibitoren bij Alzheimerpatiënten. Indien er twijfel bestaat over de diagnose kunnen er nog aanvullende onderzoeken gebeuren. Als eerste is er het neuropsychologisch onderzoek. Dit is sinds 1 april 2011 door het RIZIV terugbetaald indien de patiënt door een arts naar de neuroloog/geriater of psychiater verwezen wordt. Wij werken hiervoor samen met de dienst neurolinguïstiek van het Middelheimziekenhuis. Een neuropsychologisch onderzoek is noodzakelijk voor de terugbetaling van cholinesterase-inhibitoren wanneer de patiënt een MMSE>24/30 heeft. Dit onderzoek wordt ook aangevraagd wanneer er twijfel bestaat over de diagnose. Een tweede optioneel onderzoek is de analyse van cerebrospinaal vocht via een lumbaalpunctie. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij jonge patiënten, omdat er bij hen zeker ook een infectieuze oorzaak uitgesloten dient te worden. Wanneer er een sterk vermoeden is van de ziekte van Alzheimer en verder nazicht met beeldvorming en neuropsychologisch onderzoek niet conclusief is, kan ook een punctie gebeuren. Er gebeurt een proteïneanalyse waarbij een daling van β-amyloid en een stijging van totaal-Tau en gefosforyleerd-Tau wijzen in de richting van de ziekte van Alzheimer. Deze test kost ongeveer 170 euro en wordt in België niet terugbetaald. Ook wordt een punctie uitgevoerd bij vermoeden van de ziekte van CreutzfeldtJakob, het eiwit typisch hiervoor is 14.3.3.
7
Alzheimerpatiënten werd een mutatie aangetoond, waarbij het voornamelijk een autosomaal overervingspatroon betreft. Het betreft mutaties in de volgende genen: ‘amyloid precursor protein’ (APP, chromosoom 21), preseniline 1 (PSEN1, chromosoom 14) en preseniline 2 (PSEN2, chromosoom 1). Bijkomende beeldvorming kan gebeuren via een fluorodeoxyglucose positron emission tomography (PET) scan, waarbij regionale atrofie en hypometabolisme kunnen worden gemeten. Amyloïd beeldvorming via PET (figuur 2) is nog niet beschikbaar in de klinische praktijk, voorlopig kan dit enkel in studieverband gebruikt worden. Er worden agentia (bijvoorbeeld 11C-PiB) ingespoten die binden aan β-amyloïd plaques. Er is een duidelijk verschil waarneembaar tussen de scan van Alzheimerpatiënten (waarbij er retentie is van 11C-PiB in de frontale, temporale, pariëtale en occipitale cortex) en controles. Verder onderzoek is echter noodzakelijk, onder meer omdat sommige studies een verhoogde opname aangetoond hebben bij 20-30% van gezonde oudere personen, die cognitief normaal waren.
Figuur 2: Amyloïd PET scan Alzheimer patiënten vertonen tracer opname In frontale, pariëtale, laterale temporale cortex, en striatum, terwijl patiënten met FTD en controles enkel milde en aspecifieke binding vertonen (Continuum Lifelong Learning neurology 2010; 16(2))
Nazicht dementie AZ Heilige Familie 1. Consultatie neuroloog Anamnese, Neurologisch onderzoek, MMSE, beslissing optioneel onderzoek 2. Afspraak geheugenkliniek: donderdagvoormiddag (CT schedel, Rx thorax, bloedafname, EEG, ergotherapeutische en geriatrische evaluatie) 3. Aansluitend consultatie neuroloog ter bespreking resultaten en als nodig opstarten medicatie.
Soms kunnen ook genetische testen aangevraagd worden. Bij ongeveer 2% van alle
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 7
11/06/13 13:23
8
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
Samen sterk tegen pijn
Dr. H. Vanden Eede
De “wet op de patiëntenrechten” van augustus 2002 verplicht artsen tot het geven van de best mogelijke zorgen aan iedere patiënt. Een addendum (art. 11bis) aan deze wet, gepubliceerd in oktober 2005, stelt expliciet dat elkeen van de beroepsbeoefenaars in de zorgsector de meest aangepaste zorg dient te geven om de pijn te voorkomen, er aandacht voor te hebben, te evalueren, in aanmerking te nemen, te behandelen en te verzachten.
postoperatief bevraagd over hun pijnbeleving om zo concretere knelpunten in kaart te brengen. De resultaten van de nulmeting openden eveneens dialoog tussen en binnen verscheidene beroepsgroepen. Na een intensieve periode van voorbereiding (uitwerking van algoritmen, pilootproject op een afdeling, bijsturingen van de algoritmen, uitgebreide lessen en informatie aan alle betrokken verpleegkundigen, doorgedreven
communicatie met verwante anesthesisten en chirurgen, nieuw uitgewerkte en geactualiseerde patiënteninformatiebrochures en het opzetten van een promotiecampagne) werden de pijnalgoritmen op dinsdag 08.01.2013 officieel in praktijk gebracht op alle betrokken postoperatieve afdelingen. In deze fase werden opnieuw een reeks aanpassingen doorgevoerd met opnieuw intensieve communicatie en lessen. De bereidheid van de mensen die deel uitmaakten van het acute pijnteam voor toelichting, het
Uit resultaten van de patiëntentevredenheidsmetingen van 2011 en 2012 kwamen gegevens waaruit bleek dat in ons ziekenhuis een verbetering van de pijntherapie nodig was om de kwaliteit te verbeteren. Uit een interne analyse werd vastgesteld dat elke chirurg een verschillend pijnprotocol hanteerde en dat de pijn niet systematisch opgevolgd werd. Er was ook beperkte feedback naar de anesthesie en er ontbrak coördinatie door een pijnteam. Er werd een acute pijnteam opgericht om in dit kader kwaliteitsverbeteringen na te streven. Er werd besloten om in een eerste fase het postoperatief pijnbeleid beter op punt te stellen en nadien het pijnprotocol verder uit te breiden voor de interne afdelingen, de spoedgevallen en de chronische pijnpatiënten. Op basis van een uitgewerkt projectprotocol stemde de directie van het ziekenhuis in om dit topic te integreren binnen de beleidsvoering, waarna de projectwerkzaamheden van start gingen. Een zeer breed multidisciplinair team bestaande uit artsen, hoofdverpleegkundigen, zorgcoördinatoren, directieleden, referentieverpleegkundigen, apotheker, IT en kwaliteitscoördinator werd verder uitgebouwd. Geïnspireerd op internationaal wetenschappelijke studies en richtlijnen werd het project vertaald binnen de Heilige Familie. Voor de aanvang van het project werd een nulmeting uitgevoerd. Hierbij werden patiënten
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 8
11/06/13 13:23
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
9
anesthesiologen die het acute pijn team begeleiden. Jaarlijks gebeuren er 2 opvolgmetingen van telkens 1 maand om adequate bijsturing mogelijk te maken indien nodig. Ook de resultaten in de patiëntentevredenheidsenquête zullen indicerend zijn voor de evaluatie van de acute pijnservice. In een tweede fase zal een uitbreiding van het project volgen naar een adequaat chronisch pijnbeleid. Dit zal echter pas van start gaan als de postoperatieve pijn protocols in het ziekenhuis efficiënt werken.
Het pijnteam
opnemen en doorvoeren van aanpassingen en de mogelijkheid tot open communicatie hebben ertoe geleid dat de weerstand voor het nieuw ingevoerde beleid beperkt bleef.
Om een blijvende opvolging van de kwaliteit te garanderen, gebeurt er elke dag een pijntoer door de pijnreferentieverpleegkundige. Deze geeft dan verdere feedback aan de
‘Samen sterk tegen pijn’ beoogt naast het inhoudelijk kwaliteitsstreven ook een voorbeeldfunctie na naar gemeenschappelijke projectwerking binnen het A.Z. Heilige Familie. Een cultuurverandering die in het kader van de huidige trends binnen de gezondheidszorg iedereen stuurt in kwaliteitsdenken.
De Rupelstreek is solidair met Congo: HFR voor Congo!
Dr Koen Bultynck
Sinds meer dan zes jaar steunt ons ziekenhuis een Belgische-Congolese NGO, met name het CDI Bwamanda (Centre de Développement Intégrale Bwamanda). Deze NGO is sinds meer dan 40 jaar ononderbroken actief in de Evenaarsprovincie te Noord-West Congo. Zij staat garant voor een integrale streekontwikkeling, volgens een concept door wijlen pater Van Baelen (kapucijn en professor theologie aan de universiteit Lovanium te Kinshasa) vooropgesteld.
Door de jaren heen is deze NGO uitgegroeid tot een mega onderneming die quasi de gehele Evenaarsprovincie bestuurt, te vergelijken met een provinciaal gouvernement. Ook anno 2013 is de overheid van Congo structureel nauwelijks aanwezig in deze arme provincie.
exploitatie van de lokale projecten. Waar er initieel meer dan 100 blanken te Bwamanda woonden, wordt deze NGO vandaag de dag nog enkel vanuit België gecoördineerd door enkele ex-pats ter plekke en een dagelijks bestuur dat zetelt te België in Heverlee.
In de jaren negentig werd een overdracht van blank naar zwart waargemaakt binnen de CDIstructuur voor wat betreft het toezicht en de
Naast deze blank-zwart overdracht, wordt momenteel ook gewerkt aan een nieuwe structuur voor deze NGO. Om nog meer
Foto1: Hospitaal te Bwamanda
Foto 2: Dr. Bultynck te Bwamanda
Door de initiatie en ondersteuning van een lokale – overwegend rurale – economie wordt een duurzame basis gelegd voor het organiseren van gezondheidszorg, onderwijs, wegenbouw en waterexploitatie. Zo wordt een economisch onderbouwde socio-culturele ontwikkeling betracht die een groter impact heeft dan geïsoleerde humanitaire of medische ontwikkelingsprojecten.
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 9
11/06/13 13:23
10
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
te differentiëren en ook meer afgelegen gebieden te bereiken, wordt een decentralisatie nagestreefd ten voordele van kleinere units die autonoom kunnen werken volgens de lokale noden en opportuniteiten én de subsidialiteitsprincipes, maar steeds in de geest van een ‘integrale’ streekontwikkeling. In deze context is er ook eerstdaags een naamsverandering op komst voor het CDI Bwamanda. Ik heb deze NGO leren kennen tijdens een missie met Artsen Zonder Vakantie te Bwamanda in 2003. Ik was er werkzaam als cardioloog in het ‘hôpital de référence’ te Bwamanda (foto 1). Mijn taak bestond erin theoretische opleiding te geven aan de ziekenhuisartsen en verpleging, het geven van klinische lessen (diagnostiek en therapie) aan de hand van de cardiale patiënten die zich aanboden, het aanleren van cardiale 2D-echografie (foto 2), het operationeel maken van een röntgentoestel en een EKG-apparaat met uiteraard ook het aanleren van de diagnostiek hierbij, het rationaliseren van therapeutische flowcharts gelet op de voorradige cardiale medicatie op niveau van het ziekenhuis en de centres de Santé. De eerstelijngeneeskunde wordt waargenomen door geselecteerde verplegers in de centres de Santé in de grotere dorpen. De tweedelijngeneeskunde wordt gecoördineerd door de artsen vanuit het hospitaal te Bwamanda en omvat naast het referentiehospitaal te Bwamanda ook enkele kleinere ziekenhuizen, verspreid over de brousse van de Evenaarsprovincie. De Congolese ziekenhuisartsen zijn allen opgeleid als generalisten te Kisangani of Kinshasa, dus zonder specialisatieopleiding. Dit onderstreept het belang van een specialistische opleiding van deze artsen door ervaren ziekenhuisartsen, wat dan ook één van de grote doelstellingen is van Artsen Zonder Vakantie.
Dankzij herhaaldelijke missies naar Bwamanda heb ik mijn engagement gevonden ten aanzien van het CDI Bwamanda en ben ik sinds enkele jaren naast actief fondswerver, ook lid van de Raad van Bestuur van het CDI Bwamanda te Heverlee. Naar aanleiding van de benefietacties die ik organiseer, heeft ook het ziekenhuis zijn engagement opgenomen om via de oprichting van een ‘HFR voor Congo’-comité - niet in het minst op initiatief van onze algemeen directeur en afgevaardigd beheerder, dhr. Jos Van den brande - de medische diensten van het CDI Bwamanda financieel te ondersteunen.
Foto 4: HFR-delegatie te Bwamanda
Door het organiseren van deze benefietacties overstijg je het niveau van het functioneren binnen de vier muren van een ziekenhuis en brengen we collegae samen op het niveau van een universele thematiek zoals de NoordZuidsolidariteit, waardoor je eigenlijk ook de samenhorigheid en solidariteit binnen onze eigen rangen versterkt.
Sinds meer dan 6 jaar organiseert ons ziekenhuis benefietacties zoals de verkoop van paaseieren, marsepein, champagne, cava (foto 3), de organisatie van een personeelsquiz, concerten, verpleegfuiven, … waarbij ik van de gelegenheid gebruik maak om ook in naam van het CDI Bwamanda alle hierbij betrokken vrijwilligers, sympathisanten én de directie (het ziekenhuis faciliteert namelijk deze acties) nogmaals hartelijk te danken voor hun onbaatzuchtige inzet. In deze context vertrok een afvaardiging van ons ziekenhuis in 2011 op werkbezoek (inlevingsreis) naar Bwamanda (zie foto 4).
Het blijven geloven in het belang van een niet-aflatende bekommernis voor de hulpbehoevende zwarte in de brousse is dé uitdaging voor de toekomst waarbij het fundamenteel respect voor ieder levend wezen een zeer belangrijke trigger is tot het opnemen van een persoonlijk engagement.
VOOR CONGO VANAF 12.11.2012
Verkoop champagne crémant marsepein VIA DE BESTELBON
€ 19 per fles (Hervé Dubois)
€ 10 per fles (Parigot)
€ 5 per stuk
Foto3: Affiche voor champagneverkoop ‘HFR voor Congo’ 10274_AZHF_champagneverkoop_affiche A3.indd 1
19/10/12 13:29
CDI Bwamanda website: www.cdibwamanda.org HFR voor Congo: info:
[email protected]
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 10
11/06/13 13:23
NIEUWSBRIEF JUNI 2013
11
Nieuwe gezichten in ons ziekenhuis
Dr Mieke Kerremans Gynaecologie
Dr. M. Kerremans genoot haar geneeskundeopleiding aan de universiteit Antwerpen, waar zij in 2007 afstudeerde als arts. Van in het begin ging haar voorkeur uit naar gynaecologie en verloskunde en een specialisatie in deze richting was dan ook een evidentie. Zij startte het assistentschap in het Middelheimziekenhuis te Antwerpen, waar zij grondig werd opgeleid in de verloskunde en waar ook haar bijzondere interesse werd gewekt in de reproductieve geneeskunde. Vervolgens zette Dr. M. Kerremans haar assistentschap verder in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, waar de brede waaier van het beroep aan bod kwam, nl. maternal intensive care, risicoverloskunde, algemene gynaecologie, gynaecologische oncologie, echografie en fertiliteit. Na het afronden van haar opleiding besloot zij een praktijk op te starten aan de Hofstraat 54 te Kontich, waar patiënten terecht kunnen voor algemene gynaecologische problemen, zwangerschapsopvolging en vruchtbaarheidsproblemen. Om deze fertiliteitspatiënten optimaal te kunnen begeleiden doorheen heel het traject, heeft Dr. M. Kerremans ook een wekelijks samenwerkingsverband met het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het ZNA Middelheim te Antwerpen. Verder zal zij dus ook te raadplegen zijn in het ziekenhuis Heilige Familie. Dr. M. Kerremans koos voor een samenwerking met het ziekenhuis Heilige Familie omwille van de collegiale sfeer en het superaangename team van gynaecologen waar zij graag deel van zal uitmaken en haar steentje zal bijdragen om deze dienst verder uit te bouwen.
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 11
Bart Van Dyck Verpleegkundig Directeur
Beste, ik ben verheugd mij te kunnen voorstellen als nieuwe Verpleegkundig Directeur in het A.Z. H. Familie. Ik ben in juni 1989 als ziekenhuisverpleegkundige afgestudeerd aan het Hoger instituut voor Verpleegkunde St.-Bartholomeus te Merksem. Aansluitend daarop heb ik mijn (toen nog verplichte) militaire dienst volbracht in het Militair Hospitaal te Neder-over-Heembeek. Daar, op de afdeling Intensieve Zorgen heb ik mijn eerste besmetting met de ‘INZO-microbe’ opgelopen. Dat deze een hardnekkig karakter had, blijkt uit mijn verdere loopbaan. Van 1990 tot 2000 was ik werkzaam op de afdeling Intensieve Zorgen en Spoedgevallen van het AZ St.-Jozef te Malle. In die periode behaalde ik een postgraduaat in de Intensieve- en Spoedgevallenzorg (1993) en verdiepte ik me onder andere in de wondzorg (1997). In juli 2000 maakte ik de overstap naar de afdeling Intensieve Zorgen van het (toen fonkelnieuwe) AZ Klina te Brasschaat. Daar werd ik gebeten door een andere microbe … deze van leiding geven. Ik werd adjunct hoofdverpleegkundige van INZO (2001), hoofdverpleegkundige INZO (2007) en Diensthoofd Verpleging Kritieke Diensten, Moeder- Kindzorg en Ambulante Zorg (2009). Van 2006 tot 2010 volgde ik het deeltijdse traject Master in de Verpleeg- en Vroedkunde aan de Universiteit Antwerpen en rondde dit af met een Masterproef: ‘Decubituspreventie en afdelingscultuur: een onbekende risicofactor?’ Gaandeweg hebben dus de ‘toeters en bellen’ van de Intensieve Zorgen plaats gemaakt voor de beleidsmatige ondersteuning van de zorg. Toegevoegde waarde creëren in het zorgproces is hierbij steeds van het grootste belang. Het is voor mij een voorrecht en een uitdaging om hier in HFR vanuit mijn functie deze toegevoegde waarde te mogen vertalen naar een verpleegkundig beleid voor de toekomst.
Dr S. Demuynck Endocrinologie
Dr. S. Demuynck vervoegt sinds mei de dienst Endocrinologie – Diabetologie, waarbij zij zal samenwerken met collegae Dokter Kristien Van Acker en Dokter Paul De Winter. Zij studeerde geneeskunde aan de UA en specialiseerde zich nadien in endocrinologiediabetologie in het UZA en AZ Middelheim. Naast de raadpleging Diabetologie zal hierdoor een verdere uitbouw van de endocrinologische discipline worden gerealiseerd. Haar interesse gaat in het bijzonder uit naar schildklier en hypofysaire problematiek, adolescenten endocrinologie en diabetes en endocrinologie bij zwangeren.
De ontwikkelingen in de zorg gaan echter snel en zijn complex van aard. We horen dit maar al te vaak. De persoonlijke ontwikkeling van de professional, het verder ontwikkelen van leiderschap, kwaliteitsdenken en werken met indicatoren, accreditatie en transparantie van zorg, … het zijn enkele domeinen die in de toekomst fundamenteel ingebed gaan worden in zorgorganisaties. Het is mijn overtuiging dat we deze kunnen vertalen naar ‘onze’ toegevoegde waarde in het zorgproces, zonder het essentiële uit het oog te verliezen: ‘onze zorg en talent voor iedere patiënt!’
11/06/13 13:23
Agenda KIND OP KOMST, informatieavonden m.m.v. Kind & Gezin voor aanstaande ouders. 5 en 12 juni 2013 • 7 en 14 augustus 2013 • 2 en 9 oktober 2013 • 4 en 11 december 2013 • 5 en 12 februari 2014 • Telkens op woensdagavond om 19.30 in de vergaderzaal van het ziekenhuis. Voorinschrijving is niet nodig. PRENATALE INFO OVER BORSTVOEDING DOOR ONZE LACATIEDESKUNDIGE. Elke eerste vrijdag van de maand van 13.30 tot 15.30. Info en inschrijvingen op Materniteit (tel. 03/880.93.99). KANKER: U STAAT ER NIET ALLEEN VOOR In het ziekenhuis zelf worden er 2 keer per jaar sessies ivm verzorging georganiseerd ‘look good, feel better’ in samenwerking met het VLK. De volgende sessie is op 24 oktober. De sessie duurt 4 uur en is gratis. Inschrijven noodzakelijk. Meer info bij Tanja Windelen of Suzy Laeremans (dagziekenhuis) of de VLK Regiocoördinator op 03/213.13.44.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mobistix Junior Instant 250 mg granulaat in zakjes - Mobistix Instant aardbei/vanille 500 mg granulaat in zakjes - Mobistix Instant cappuccino 500 mg granulaat in zakjes - Mobistix Forte Instant 1000 mg granulaat in zakjes. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén zakje bevat resp. 250 mg - 500 mg – 1000 mg paracetamol. 3. FARMACEUTISCHE VORM Granulaat in zakjes. 4. THERAPEUTISCHE INDICATIES Symptomatische behandeling van milde tot matige pijn en koorts. 5. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING De dosis is afhankelijk van lichaamsgewicht en leeftijd; een enkele dosis varieert van 10 tot 15 mg/kg lichaamsgewicht tot een maximum van 6075 mg/kg voor een totale dagelijkse dosis. Het specifieke doseringsinterval is afhankelijk van de symptomen en de maximale dagelijkse dosis. Echter, het mag niet korter zijn dan 4 uur. Gebruik Mobistix niet langer dan drie dagen zonder medisch advies. Lichaamsgewicht (leeftijd) [=A] - enkele dosis (zakje) [=B] - max. dagelijkse dosis (zakjes) [=C]. 250 mg zakje: A: 17 kg - 25 kg (4 J – 8 J) – B: 250mg Paracetamol (1 zakje) – C: 1000 mg Paracetamol (4 zakjes). 500 mg zakje: A: 26 kg - 40 kg (8 J – 12 J) – B: 500 mg Paracetamol (1 zakje) – C: 1500 mg Paracetamol (3 zakjes). A: > 40 kg (kinderen ouder dan 12 jaar en volwassenen) – B: 500 - 1000 mg Paracetamol (1 - 2 zakjes) – C: 3000 mg Paracetamol (6 zakjes van 500 mg). 1000 mg zakje: A: ≥ 40 kg (kinderen ouder dan 12 jaar en volwassenen) – B: 1000 mg Paracetamol (1 zakje) – C: 3000 mg Paracetamol (3 zakjes van 1000 mg). Wijze van toediening: Alleen voor oraal gebruik. De granulaat dienen direct in de mond op de tong ingenomen te worden en dienen te worden doorgeslikt zonder water. Gebruik Mobistix niet na het eten. Speciale patiëntengroepen: Verminderde leverof nierfunctie: Bij patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie of het syndroom van Gilbert, moet de dosis verlaagd worden of moet het doseringsinterval verlengd worden. Patiënten met verminderde nierfunctie: Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinine klaring < 10 mL/min), moet een doseringsinterval van tenminste 8 uur worden aangehouden. Chronisch alcoholisme: Chronische alcoholconsumptie kan de toxiciteitsdrempel van paracetamol verlagen. Bij deze patiënten moet de tijd tussen twee doses minimaal 8 uur bedragen. Gebruik niet meer dan 2 gram paracetamol per dag. Ouderen: Een aanpassing van de dosis is niet nodig bij ouderen. Voor alle indicaties: Volwassenen, ouderen en kinderen ouder dan 12 jaar: de gebruikelijke dosis is 500-1000 mg elke 4 tot 6 uur tot een maximum van 3 g per dag. De dosis moet niet vaker herhaald worden dan elke vier uur. Nierinsufficiëntie:In geval van nierinsufficiëntie moet de dosis verminderd worden: Glomerulaire filtratie [=A] - Dosis [=B]. A: 10 – 50 mL/min – B: 500 mg elke 6 uur. A: < 10 mL/min – B: 500 mg elke 8 uur. De dagelijkse effectieve dosis moet in de volgende gevallen heroverwogen worden, zonder 60 mg/kg/dag te overschrijden (nooit hoger dan 3 g/dag): Volwassenen die minder dan 50 kg wegen, hepatocellulaire insufficiëntie (mild tot matig), chronisch alcoholisme, dehydratie, chronische ondervoeding, verminderde lever- of nierfunctie. Bij patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie of het syndroom van Gilbert, moet de dosis verminderd worden of moet het doseringsinterval verlengd worden. De zakjes worden niet aanbevolen voor kinderen jonger dan 4 jaar; oudere kinderen (4-12 jaar) mogen 250 - 500 mg elke 4 - 6 uur worden gegeven tot een maximum van 4 doses per 24 uur. 500 mg – 1000 mg: Kinderen en adolescenten met een laag lichaamsgewicht: Paracetamol 500 mg sachets zijn niet geschikt voor kinderen jonger dan 8 jaar en kinderen lichter dan 26 kilogram lichaamsgewicht. Paracetamol 1000 mg sachets zijn niet geschikt voor kinderen jonger dan 12 jaar en kinderen lichter dan 40 kilogram lichaamsgewicht. Voor deze patiëntengroep zijn er andere formuleringen en dosissterktes verkrijgbaar. 6. CONTRAINDICATIES Overgevoeligheid voor paracetamol of voor één van de hulpstoffen. Patiënten met ernstig verstoorde leverfunctie (Child-Pugh > 9): een ernstige nier- of leverinsufficiëntie (Child-Pugh > 9), acute hepatitis, gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen die een effect hebben op de leverfunctie, glucose-6-fosfaatdehydrogenase deficiëntie, hemolytische anemie, alcoholmisbruik, ernstige hemolytische anemie. 7. BIJWERKINGEN Zeer vaak (≥1/10), Vaak (≥1/100, <1/10), Soms (≥1/1.000, <1/100), Zelden (≥1/10.000, <1/1.000), Zeer zelden (<1/10.000), Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. Bloed- en lymfestelselaandoeningen: Zelden: HLGT – anemie, niet-hemolytische en beenmergdepressie; HLT - beenmergdepressie, HLT - trombocytopenie. Hart- en bloedvataandoeningen: Zelden: oedeem. Maagdarmstelselaandoeningen: Zelden: HLGT, exocriene alvleesklier aandoeningen, HLT acute en chronische pancreatitis. Bloedingen NOS, buikpijn NOS, diarree NOS, misselijkheid, braken, leverfalen, levernecrose, geelzucht. Huid- en onderhuidaandoeningen: Zelden: HLGT - allergische aandoeningen; HLT - netelroos; HLT - anafylactische reacties en HLT – allergieën voor voedingspreparaten, jeuk, huiduitslag, zweten, purpura, angio-oedeem, netelroos. Nier- en urinewegaandoeningen: Zelden: HLGT nefropathie, HLT nefropathie en tubulaire aandoeningen. Paracetamol wordt veel gebruikt en de gemelde bijwerkingen komen zelden voor en worden over het algemeen geassocieerd met een overdosering. Nefrotoxische effecten komen soms voor en zijn nog niet gerapporteerd in associatie met therapeutische doses, behalve bij langdurige toediening. 8. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN NeoCare N.V. 9. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 250 mg: BE371734 - 500 mg aardbei/vanille: BE371743 – 500 mg cappuccino: BE371752 – 1000 mg: BE371761. 10. AFLEVERING Vrije aflevering. 11. DATUM VAN GOEDKEURING VAN DE TEKST 06/2010.
10405_AZHF_externe newsletter juni.indd 12
Mobistix® Junior Instant 250 mg x 12: €2,88 Mobistix® Junior Instant 250 mg x 24: € 5,25 Mobistix® Junior Instant 250 mg x 48: € 9,46
Mobistix® Instant 500 mg x 12: €2,88 Mobistix® Instant 500 mg x 24: € 5,76 Mobistix® Instant 500 mg x 48: € 10,37
Mobistix® Forte Instant 1000mg x 12: €4,81 Mobistix® Forte Instant 1000 mg x 24: € 8,40 Mobistix® Forte Instant 1000 mg x 48: € 15,12
Bij koorts en pijn wil je niet wachten!
Direct op de tong, doorslikken zonder water. Mobistix® Instant is een pijnstiller op basis van paracetamol, onder de vorm van granulaat in zakjes. Het granulaat neem je direct op de tong in en wordt doorgeslikt zonder water.
11/06/13 13:23