NIEUWSBRIEF AZ Heilige Familie Rumst
december 2012
Onze zorg en talent voor iedere patiënt
02
Editoriaal
03
De nieuwe orale anticoagulantie
05
Dienst Nefrologie en dialyse in Reet
06
Nieuwe SPECT/CT mogelijkheden
08
PIT-Rumst
09
Spine Unit
10
Worden tandimplantaten nu wel of niet terugbetaald ?
12
Agenda
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 1
14/12/12 15:38
2
Dr Elke Haest Hoofdgeneesheer AZ HFR
Editoriaal Geachte Collega’s, Beste Vrienden,
’s Herenbaan 172 2840 Rumst
Verantwoordelijke uitgever Ludwig Marchal Redactiecomité Michel Craninx Stefan De Groof Elke Haest Philippe Lebrun Ludwig Marchal Erika Saenen Jan Van Beirendonck Tel. 03 880 90 11 Fax 03 880 95 95 03 844 50 50
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 2
HFR GOES NIAZ De gezondheidssector staat momenteel in de spotlight als je de media volgt. Daaruit blijkt dat niet enkel de overheid maar ook het medialandschap de gezondheidssector nauw in het vizier heeft. Allen focussen daarbij op patiëntveiligheid, kwaliteit en de kostprijs. Prijs-kwaliteit wordt alsmaar belangrijker. Ons ziekenhuis volgt dit met argusogen en werkt er hard aan om onze kwaliteit zo hoog mogelijk te houden zonder de kosten in de hoogte te jagen. Dit lukt ons al aardig als je de artikels in de pers leest. Daarbij komt nog dat we ook dit jaar van de overheid een verlenging van onze accreditering gekregen hebben voor vier jaar. Dit vinden we echter nog niet voldoende!! Met de accreditering door de overheid halen we enkel de nationale norm die we de voorbije jaren steeds behaalden. Ons ziekenhuis wil de komende vier jaar uiteraard verder blijven werken aan de uitbouw van ons kwaliteitssysteem. Daarom gaan we een stap verder en zullen we vanaf 2013 instappen in het Internationaal erkende NIAZ-programma. NIAZ is het Nederlands Instituut voor Accreditering in de Zorg en een erkende maatschappij om zorginstellingen een internationale accreditering toe te kennen. NIAZ legt
de kwaliteitsnormen op, toetst deze in het ziekenhuis en kijkt toe op de naleving van de zorgprocessen. Dit internationale kwaliteitslabel betekent dat het ziekenhuis kan aantonen dat het op reproduceerbare wijze een acceptabel niveau voor kwaliteit van zorg kan voortbrengen. Het is een signaal dat patiënten, verzekeraars, overheden, … vertrouwen kunnen hebben in een goed en veilig georganiseerd ziekenhuis. Dit zal een zeer grote inspanning vergen van al de artsen, verpleegkundigen en medewerkers van ons ziekenhuis. Iedereen staat 100% achter dit project om de burger te geven waar hij recht op heeft: KWALITEIT EN VEILIGHEID!!! Om dit project te doen slagen hebben we diensthoofden van elke specialiteit aangesteld om gestructureerd te werk te kunnen gaan. Deze diensthoofden zijn terug te vinden op onze website. Kwaliteitsverbetering is al jaren een prioriteit in ons beleid en dit zal ook zo blijven in de toekomst. Met de meest achtingsvolle groeten.
14/12/12 15:38
3
De nieuwe orale anticoagulantia Voorkamerfibrillatie (VKF) van niet valvulaire oorsprong is de meest frequent voorkomende cardiale ritmestoornis. Eén op vier patiënten boven de veertig jaar ontwikkelt vroeg of laat voorkamerfibrillatie. Axel Caenepeel
Men schat dat de prevalentie van voorkamerfibrillatie in de toekomst zal toenemen gezien de veroudering van de bevolking, de toename van chronische hartaandoeningen, diabetes, obesitas en arteriële hypertensie. Anderzijds weten we dat voorkamerfibrillatie het risico op een CVA of een perifeer embool met een factor vijf verhoogt. Bovendien zijn de CVA’s veroorzaakt door VKF dubbel zo fataal of invaliderend. Risico inschatting gebeurt nu aan de hand van CHA2DS2-VASc-scores (tabel 1). De richtlijnen raden ons aan bij een score van 0; geen of een lage dosis Aspirine en bij een score van 1; Aspirine maar bij voorkeur een oraal anticoagulans. Bij een score van 2 of meer is een oraal anticoagulans geïndiceerd (tabel 2). Het bloedingsrisico wordt geëvalueerd aan de hand van de HASBLED-score. Een
score > 3 wijst op een hoog bloedingsrisico (intracraniële bloeding, transfusie- of hospitalisatienood) waarvoor nauwgezette follow-up van de patiënt noodzakelijk is. (tabel 3). Tot voor kort was Warfarine de gouden standaard. Er werd gestreefd naar een INR tussen 2 en 3. Dit leidde zo tot een reductie van het beroerterisico met 64 % doch ook naar een verhoogd risico van intracraniële bloedingen. Het effect bleek evenwel gelimiteerd door een onvoorspelbare respons
(onder meer door interacties met voeding, geneesmiddelen), waardoor slechts 60 % van de patiënten de nauwe therapeutische marge bereikten en dan nog door een doorgedreven monitoring met herhaalde bloedafnames. De komst van nieuwe orale anticoagulantia betekent dan ook voor iedereen een verademing. In de stollingscascade werken Apixaban en Rivaroxaban (Xarelto) als directe Xa inhibitoren en Dabigatran (Pradaxa) als directe IIa inhibitor.
Tabel 1 CHA²DS²VASc-score
Points
C
Congestive heart failure (or Left ventricular systolic dysfunction)
1
H
Hypertension: blood pressure consistently above 140/90 mmHg (or treated hypertension on medication)
1
A2
Age ≥75 years
2
D
Diabetes Mellitus
1
S2
Prior Stroke or TIA or thromboembolism
2
V
Vascular disease (e.g. peripheral artery disease, myocardial infarction, aortic plaque)
1
A
Age 65-74 years
1
Sc
Sex category (i.e. female gender)
1
Tabel 2 Score
Risk
Anticoagulation Therapy
0
Low
None or Aspirin
1
Moderate
Aspirin or (new) oral anticoagulans
2 or greater
Moderate or High
(new) oral anticoagulans
Nieuwsbrief december 2012
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 3
14/12/12 15:38
4 In de RELY studie toonde Dabigatran 2x150 mg een superieure doeltreffendheid tov. Warfarine bij patiënten met een CHA2DS2-VASc van minstens 1 wat betreft een verdere CVA reductie tot 35 %, minstens vergelijkbare veiligheid voor ernstige bloedingen (wel meer gastro-intestinale bloedingen, toegenomen dyspepsie) bij minder intracraniële bloedingen). Contra-indicaties waren: een creatinineklaring van minder dan 30 ml/min. (dus nierfunctie eerst controleren!), actieve bloeding, orgaan laesies met risico op bloeding, gelijktijdige behandeling met antimycotica, ciclosporine en tacrolimus. Dabigatran 2x110 mg wordt aangeraden aan: patiënten ouder dan 80 jaar, gereduceerde nierfunctie, laag gewicht, verhoogd bloedingsrisico, inname Verapamil, gebruik clopidogrel. In deze dosis traden significant minder majeure en intracraniële bloedingen op en bleef de doeltreffendheid bewaard. In de Rockettrial toonde Rivaroxaban 20 mg per dag, Rivaroxaban 15 mg (bij matige nierinsufficiëntie) bij hoog-risico patiënten (CHA2DS2-VASc 3 of meer) een
betere globale cardiovasculaire protectie met een significante vermindering van het samengestelde eindpunt van beroerte, systemische embolie en vasculair overlijden in vergelijking met Warfarine bij minstens vergelijkbare veiligheid voor majeure en niet majeure bloedingen en een significante daling van intracraniële bloedingen. Op basis van deze studies werden nu een aantal nieuwe orale anticoagulantia (NOC) goedgekeurd ter preventie van embolen bij voorkamerfibrillatie, zonder klepafwijkingen, met één of meer van de volgende risicofactoren:
Tabel 3 HASBLED score for bleeding risk on oral anticoagulation in atrial fibrillation Feature
Score if present
Hypertension (Systolic ≥ 160mmHg)
1
Abnormal renal or liverfunction
1
Stroke in past
1
Bleeding
1
Labile INRs
1
Elderly (age >65 years)
1
Drugs or alcohol
1
Voordelen van de behandeling met NOC zijn: de snelle werking, de korte halfwaarde tijd en het voorspelbare effect zonder noodzaak tot INR monitoring of dosisaanpassing. Nadeel is de voorlopige afwezigheid van een antidotum en afwezigheid van een exacte meetwaarde voor de anti-coagulerende activiteit (al zijn de aPTT- en PT-tijd toch oriënterend). Onder huidige omstandigheden is het onze aanbeveling aan een therapietrouwe patiënt met AF die voor het eerst orale anticoagulantia moet krijgen bij voorkeur één van de nieuwere 0AC voor te schrijven. Ook patiënten die moeilijk te controleren zijn, zeker deze met hartfalen, kunnen worden gewijzigd naar een NOC. Indien de patiënt voorheen nog niet behandeld was, kan eenvoudig gestart worden zonder bridging. Bij wijziging van Vitamine K antagonisten wordt begonnen vanaf INR gelijk of kleiner dan 2. Bij Laag Moleculair Gewicht Heparines wordt gestart van 0 tot 2 uur voor de volgende geplande toediening.
Tabel 4 Nierfunctie (CrCl ) Hoog bloedingsrisico of grote operatie
• Linkerventrikel ejectiefractie < 40 % • Symptomatische hartfalen, ≥ New York Heart Association (NYHA) klasse 2 • 75 jaar en ouder • 65 jaar en ouder in combinatie met diabetes mellitus, coronair vaatlijden of hypertensie • CVA, TIA of systemische embolie in de anamnese
Normaal risico
≥ 80 ml/min
Stop 2 dagen ervoor
24 uur ervoor
≥ 50 < 80ml/min
Stop 2-3 dagen ervoor
1-3 dagen ervoor
≥ 30 < 50ml/min
Stop 4 dagen ervoor
2-3 dagen ervoor (> 48u)
Ten slotte: voor electieve chirurgie is er geen noodzaak tot stopzetting van de therapie wanneer het gaat om een oppervlakkige ingreep. Daarbuiten dient, afhankelijk van het bloedingsrisico van de ingreep en de nierfunctie van de patiënt, de behandeling variërend tussen de 1 à 4 dagen gestopt te worden (tabel 4)
AZ Heilige Familie • Rumst
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 4
14/12/12 15:38
5
Dienst Nefrologie en dialyse in Reet Chronisch nierlijden vormt een groeiend probleem, mede door de veroudering van de bevolking en de toename van welvaartsziekten zoals obesitas en diabetes. Een aantal van de patiënten met chronisch nierlijden zal uiteindelijk ook evolueren naar een terminaal nierfalen, waarvoor een of andere vorm van nierfunctievervangende behandeling noodzakelijk zal zijn. Dr C. Moeremans
Buiten het feit dat een dialysebehandeling een belangrijke invloed heeft op de levenskwaliteit van de patiënt en zijn levensverwachting ernstig compromitteert, blijft deze behandeling ook zeer duur en daardoor een zware financiële belasting voor onze gezondheidszorg. Bovendien is het een feit dat zelfs een matig chronisch nierfalen een verhoogd cardiovasculair risico inhoudt, wat de noodzakelijkheid benadrukt om chronisch nierlijden vroegtijdig op te sporen en maximale preventieve maatregelen te treffen. Vanuit deze bezorgdheid is dan ook sinds 1 juni 2009 het zorgtraject chronische nierinsufficiëntie ontstaan met de bedoeling om dankzij een vroegtijdige screening en een persoonlijk opvolgingsplan de progressie van het nierlijden zoveel mogelijk te vertragen. Ondertussen blijkt dat dit zorgtraject een groot succes is met een inclusie van reeds 16.609 patiënten eind 2011. Uit onze dagdagelijkse praktijk blijkt dat het zorgtraject CNI ook in onze regio een groot succes is. In het AZ Heilige Familie kunnen patiënten met chronisch nierfalen van bij het begin van hun aandoening opgevolgd worden. Er is de ambulante raadpleging: patiënten kunnen hier enkel worden gezien na verwijzing door hun huisarts of een collegaspecialist. Bij patiënten die hiervoor in aanmerking komen kan op vraag van de huisarts een zorgtraject opgestart worden.
Indien in het kader van de diagnostiek een nierbiopsie aangewezen zou zijn, moet een opname van 24u worden voorzien. Een nierbiopsie wordt gewoonlijk gepland in het nefrologisch centrum, het AZ Monica te Antwerpen, doch kan ook gebeuren tijdens een opname in het AZ H. Familie in samenwerking met de zittende urologen. Wanneer bij een gevorderd nierfalen moet gedacht worden aan een nierfunctievervangende therapie wordt de patiënt uitgenodigd in de pre-dialysekliniek in het moedercentrum. Zo gewenst kan dit in aanwezigheid van familieleden en mantelzorgers. De verschillende medewerkers van het nefrologisch team kunnen dan rustig de tijd nemen om meer uitleg te geven over de verschillende mogelijkheden van nierfunctievervangende therapie. Zo kan voor de patiënt een zo goed mogelijk gefundeerde keuze bekomen worden. De dienst kan alle vormen van nierfunctievervangende behandelingen aanbieden : Hemodialyse en hemodiafiltratie: • “High care-” of centrumdialyse, dewelke gebeuren in het moedercentrum in Antwerpen, waar gedurende het volledige verloop van de behandeling een nefroloog aanwezig is. Deze behandeling is vooral bedoeld voor patiënten die tijdens de procedure intensief toezicht nodig hebben wegens ernstige co-morbiditeit of technische problemen. • Binnen de muren van het AZ H. Familie hebben we een “low care” of centrumdialyse voor collectieve autodialyse met 7 posten, waar zowel chronische hemodialyse als hemodiafiltratie gebeuren. Gehospitaliseerde patiënten kunnen in een afzonderlijke ruimte in hun bed worden gedialyseerd. Tevens bestaat er de nodige uitrusting om patiënten zo nodig bed-side te behandelen, wat in de praktijk vooral op de dienst intensieve zorgen
gebeurt: hier kan buiten de klassieke acute hemodialyse door de kliniek ook gekozen worden voor een zachte doch langdurige behandeling onder vorm van SLEDD (Slow Extended Daily Dialyses), wat hemodynamisch beter verdragen wordt.
Peritoneale dialyse: • CAPD (Continue Ambulante Peritoneaal Dialyse), waarbij de patiënt wordt opgeleid om overdag zelf thuis manuele buikspoelingen te verrichten. • APD (Automatische Peritoneaal Dialyse), waarbij de patiënt leert om zelf of geassisteerd door een daarvoor opgeleide verpleegkundige ‘s avonds zijn toestel op te bouwen en zich aan te sluiten, waarbij de buikspoelingen gedurende de nacht gebeuren via het toestel. Voor de patiënt is het belangrijk te weten dat er 24 u op 24 mogelijkheid is tot medische- of technische bijstand. Niertransplantatie: • Voorbereiding van het pre-transplantdossier. • Voor de niertransplantaties bestaat er een intense samenwerking met het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. • Ambulante opvolging na transplantatie.
Nieuwsbrief december 2012
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 5
14/12/12 15:38
6
Nieuwe SPECT/CT mogelijkheden
In de dienst Nucleaire Geneeskunde/Isotopen staan al langer 2 SPECT camera’s waarbij, na inspuiting van een lage dosis radioactieve stof, functionele beelden van de verschillende orgaansystemen driedimensionaal kunnen worden gegenereerd, zodat een beter ruimtelijk inzicht kan worden verkregen van een dysfunctionerend orgaan.
Dr J.P. Straatman
Door een nieuwe uitbreiding is het nu mogelijk om in deze functionele beelden de radiografische beelden te integreren en te fusioneren, zodat functionele en anatomische informatie in één oogopslag kunnen worden aanschouwd. Dit alles zonder extra stralenbelasting voor de patiënt en zonder meerkost (noch voor de patiënt, noch voor het RIZIV). De combinatie van de SPECT- en de CT-techniek, in nauwe samenwerking en overleg met de afdeling Medische Beeldvorming, zorgt ervoor dat de diagnose meer accuraat kan worden gesteld. Dit is een enorme vooruitgang voor de patiënt. Zowel het SPECT-deel als het CT-deel worden diagnostisch bekeken. De verslaglegging van het nucleaire deel gebeurt door de nucleair geneeskundige en van het CT-deel door de radioloog, elk vanuit hun eigen specialisatie. Tijdens een overlegmoment wordt elk gecombineerd onderzoek ook bekeken door beide specialismen samen. Hierna wordt een algemeen besluit van het combinatie onderzoek opgesteld. De nieuwe techniek is bruikbaar bij botpathologie met nazicht ter hoogte van de rug (bv. onbegrepen pijn na spinale fusie, lokale pijn bij gekende neoplasie) en de gewrichten (onduidelijke orthopedische of reumatologische pijnsyndromen). De techniek is ook bruikbaar bij oncologie en infectiediagnostiek en staat hier een betere localisatie en specificiteit toe. De huidige indicaties zijn: • localisatie en karakterisatie van complexe letsels zoals gevonden bij botscintigrafie. • sentinel node scintigrafie, indien er intrathoracale of abdominale nodi worden aangetroffen. • MIBI –SPECT ter localisatie van parathyroïd adenomen bij hyperparathyreoïdie.
Longtumor: ribmetastase: zonder SPECT/CT zou er niet gedifferentieerd kunnen worden tussen een metafase en een recente traumatische fractuur.
AZ Heilige Familie • Rumst
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 6
14/12/12 15:38
7
Praktisch: De aanvraag gebeurt op de dienst Nucleaire Geneeskunde/Isotopen, met uitdrukkelijke vermelding dat het een gecombineerd SPECT/CT- onderzoek betreft, waarbij wordt aangegeven voor welk deel van het lichaam de combinatietechniek wordt aangevraagd. De afdeling Nucleaire Geneeskunde/ Isotopen regelt dan het verdere verloop van het onderzoek.
Atypische pijnklachten in de rechter schouder: SPECT/CT toont actieve facetartrose ter hoogte van de overgang van cervicaal wervel 3 rechts.
Door middel van SPECT/CT kan, na een spinale fusie, de differentieel diagnose gemaakt worden tussen facetartrose enerzijds en loslating van het osteosynthesemateriaal of pseudo-arthrose anderzijds.
Nieuwsbrief december 2012
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 7
14/12/12 15:38
8
PIT-Rumst Na 5 jaar PIT en de nakende erkenning van het drietrapssysteem (ZW-PIT-MUG) binnen de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is een overzicht van de activiteit van dit relatief nieuw middel in onze regio wel op zijn plaats. Het nationaal proefproject loopt ten einde en de resultaten op nationaal vlak waren dermate gunstig dat een erkenning van de PIT in de loop van 2013 meer dan waarschijnlijk is. Ons ziekenhuis werd in 2008 als één van de 16 PIT-teams in België geselecteerd op basis van de strategische ligging en de redelijk grote afstand tot de dichtstbijzijnde MUG-teams (UZA, Mechelen, St-Niklaas en VUB)
Het PIT-team is het derde middel in het DGH systeem en onderscheidt zich van een ziekenwagen door haar kwalificatie van de bemanning: een verpleegkundige met een Bijzondere Beroepstitel voor Intensieve Zorgen en Spoedgevallenzorg en een ambulancier met 100-badge. De verpleegkundigen krijgen naast hun beroepstitel nog een aparte opleiding die vooral het hanteren van Standing Orders (medisch gedelegeerde handelingen) omvat en naast een ver doorgedreven reanimatiecursus ook een training in traumaopvang. Dit met als hoofddoel het therapievrij interval tot aankomst van de MUG te overbruggen. Niet alleen het interval overbruggen maar ook het ontlasten van de MUG die, ongeveer in 80 % van de gevallen, onnodig gemobiliseerd wordt. De tussenkomst bij pijnbehandeling (trauma), hypoglycemie en epilepsie blijken de meest voorkomende standing orders die zeker door een PIT-team kunnen uitgevoerd worden.
pen wordt nog steeds door particulieren gegenereerd.
Fig. 4 Verdeling reden van oproep door huisarts Fig. 2 Tabel Oproepers PIT-team
Het aantal PIT-opdrachten waarbij de huisarts de oproeper was kende het laatste jaar een lichte toename (Fig. 3) waarbij in de maanden december 2011 en januari 2012 een piek werd vastgesteld. Dit is waarschijnlijk te verklaren door een hogere activiteit van de andere middelen in de sector tijdens de winterperiode. De samenwerking met de huisartsen “on the field” wordt ook als zeer aangenaam ervaren door het PIT-team.
Hierbij geven wij u het overzicht (Fig. 1) van de evolutie die het totaal aantal opdrachten sinds maart 2008 tot nov. 2012 weergeeft.
Fig. 3 Evolutie PIT-oproepen door de huisarts
Fig. 1 Grafiek Aantal oproepen van PIT-Team
Het aantal PIT-opdrachten kende een groei van 33 % sinds de opstart. Voor 2012 zal dit na extrapolatie 1.146 ritten bedragen wat momenteel een gemiddelde van 95 opdrachten per maand betekent. In het eerste half jaar van 2012 was de oproeper in 15,5 % van de opdrachten een huisarts (Fig. 2) Het grootste aantal oproe-
Ook belangrijk om weten is in welke categorie van patiënten de PIT wordt bijgevraagd en wat dit ter plaatse aan meerwaarde kan betekenen. In de populatie waar de huisarts de oproeper betreft zien we een groter aantal patiënten binnen de acutere zorgcategorie (Fig. 4). Wanneer we hiernaast de interventies van de PIT- verpleegkundigen plaatsen (Fig. 5) waarbij zij effectief een standing order (medisch gedelegeerde handeling) uitvoeren, kunnen we duidelijk aantonen dat er tijd wordt gewonnen door
handelingen en therapieën op te starten die men bij gebrek aan gekwalificeerde verpleegkundigen dient uit te stellen.
Fig. 5 Verdeling van de standing orders bij oproep
Deze handelingen houden in dat er een IV weg en IV medicatie wordt gegeven. In 65 % van deze oproepen dient de PIT-verpleegkundige een medische akte te stellen die zonder deze kwalificatie niet mogelijk was. Wanneer we dit ook naast het aantal simultane opdrachten met de MUG plaatsen merken we dat, in de meeste gevallen, geen MUG meer gemobiliseerd diende te worden. (Fig. 6)
Fig. 6 Verdeling van de aard van 100-middel door de huisarts.
In de eerste zes maanden van 2012 werden bij een oproep door de huisarts drie reanimaties uitgevoerd. Bij reanimaties
AZ Heilige Familie • Rumst
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 8
14/12/12 15:38
9 wordt steeds een combinatie van een ZW en/of PIT en een MUG uitgestuurd. Twee van de drie slachtoffers overleden ter plaatse en één patiënt kon met ROSC (Return Of Spontaneous Circulation) naar het ziekenhuis overgebracht worden. De out of hospital ROSC op het totaal aantal reanimaties met de PIT in de periode 2010 en 2011 bedroeg 32 %. In de literatuur wordt een ROSC tussen 23 % en 39 % geregistreerd.
• de medische handelingen gesteld door de PIT vergelijkbaar zijn met de medische handelingen gesteld door de MUG, in geval van levensbedreigende pathologie. • bij niet-levensbedreigende pathologie de verpleegkundigen minder agressief zijn in het stellen van medische handelingen, dit in overeenstemming met de staande orders en de heersende wetgeving.
In het nationaal PIT-rapport van 2009-2010 wordt gesteld dat:
• de PIT de MUG kan vrijstellen en duidelijk omschreven medische problemen kan oplossen.
• onafhankelijke van de omgeving ( stedelijk of ruraal) de PIT steeds sneller ter plaatse is dan de MUG.
• indien de PIT eerst ter plaatse, hij reeds een eerste triage kan uitvoeren en de MUG hierin gerichter kan bijvragen.
• de PIT handelingen stelt die ambulanciers niet stellen. • de PIT handelingen stelt waarvoor ambulanciers de MUG bijvragen. Er wordt ook vermeld dat verder onderzoek naar outcome van de patiënt noodzakelijk is. Een programmatie van de drie middelen zal voor gans België worden uitgewerkt en aan de normering van de PIT wordt momenteel de laatste hand gelegd.
Voor verdere informatie kan u steeds terecht bij Dr. Elke Haest of dhr. Christian Gilot, Spoedgevallendienst AZ Heilige Familie Rumst - www.hfr.be
Spine Unit De rugchirurgie in het AZ H. Familie krijgt UZ allures ... Op een verloren zondag in januari werd een gewaagd idee ontwikkeld ... Het kan natuurlijk door een midlife crisis zijn maar een nieuwe uitdaging leek ons de beste remedie tegen ouder worden !
Dr Johan Van den Bossche diensthoofd Spine Unit
Zo werd in februari dit jaar de “Spine Unit” uitgebreid met een derde chirurg; Dr Christiane Spreuwers, orthopedische rugchirurge uit Vilvoorde. Na 20 jaar praktijk in dezelfde regio besloten we de krachten te bundelen en een nieuw project te starten. De basis is de gelijklopende visie door eenzelfde scholing in Cleveland bij Prof Steffee. De neurochirurgische opleiding van collega Lesage zal hierbij een verrijking zijn. De bedoeling is een dienst rugchirurgie te maken met versmelting van de neurochirurgische en orthopedische disciplines. Deze samenwerking moet bovendien een bron voor innovatie en ervaring worden. Daarnaast willen we de opvang en behandeling van rugpatienten integreren in een “Spine Unit”. Hierbij moeten alle therapeuten die rugpathologie behandelen worden betrokken. De bedoeling is meer samenwerking tussen de actoren en procedures opstellen die gestoeld zijn op “Evidence Based Medecine”. Uiteindelijk moet het een coherent, transparant en overzichtelijk geheel worden waar de huisarts in vertrouwen naar kan verwijzen. Het ziekenhuis werd intussen naar aanleiding van dit project aangeduid door de firma Biomet als “referentie ziekenhuis” voor het ontwikkelen van een “Rapid Recovery Program for Spine Patients”. Concreet betekent dit dat we professionele ondersteuning krijgen van buiten het ziekenhuis en dat meerdere audits worden uitgevoerd om dit programma te implementeren en onze Spine Unit te verwezenlijken. De schaalvergroting, de noodzakelijke standaardisaties en de audits binnen de dienst zorgen voor heel wat overwerk op de betrokkene afdelingen. Onze oprechte dank aan de verpleegkundigen die dit mogelijk maken !!! Wordt vervolgd !!!
Nieuwsbrief december 2012
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 9
14/12/12 15:39
10
Worden tandimplantaten nu wel of niet terugbetaald? We worden in de professionele en andere pers de laatste jaren regelmatig geconfronteerd met meldingen dat vooral onze oudere patiënten tekenen van malnutritie vertonen. Dr Guy Brijs
In hun dagelijkse praktijk merken tandartsen dat slecht aangepaste of verouderde tandprotheses vaak mee aan de basis liggen van moeilijkheden bij het eten. Bovendien kampen onze geriatrische patienten dikwijls met uitgesproken alveolair botverlies, omdat ze al heel lang edentaat zijn: hierdoor passen de protheses minder goed, wat op zijn beurt nog sneller tot bijkomend botverlies leidt. Dit probleem stelt zich veruit het meest in de onderkaak: de prothese heeft helemaal geen houvast meer omdat er enkel nog een (geresorbeerde) alveolaire kam aanwezig is, in tegenstelling tot de bovenkaak, waar er nog een palatum is dat voor een “vacuüm” zorgt. Vroeger eindigde dit verhaal steevast met een patiënt(e) die enkel een bovenprothese droeg want de onderprothese (en meestal zelfs een hele collectie) lag toch maar in de lade. Gelukkig zijn er de laatste decennia hulpmiddelen op de markt gekomen die onze edentate patiënten uit de nood helpen: de tandimplantaten. Dankzij de tandimplantaten kunnen ze opnieuw normaal eten en is ook de esthetiek hersteld (geen donkere gaten meer in de mond), waardoor ze ook uit hun sociaal isolement worden gehaald: eindelijk durven ze opnieuw te eten en hun mond te openen in het bijzijn van anderen.
Tot voor kort bestond er wel een sociaal oneerlijke situatie: tandimplantaten vielen enkel binnen het financieel bereik van diegenen die het konden of wilden betalen, want noch de implantaten zelf noch de bijhorende tandprotheses werden terugbetaald. Vanuit de overheid heeft men uiteindelijk begrepen dat er aan deze situatie iets moest gedaan worden en daarom heeft men beslist onze bejaarden met kauwmoeilijkheden te helpen door een gedeeltelijke terugbetaling te voorzien van de eenvoudigste implantaatgedragen oplossing: twee implantaten in de onderkaak met een volledige reeds bestaande overkappingsprothese er bovenop aangepast. Aan de gedeeltelijke terugbetaling zijn wel een flink aantal voorwaarden verbonden: • De patiënt moet minstens 70 jaar zijn. en • De twee osteo-geïntegreerde implantaten moeten voldoen aan volgende voorwaarden: • Het implantaat mag niet van voorlopige aard zijn. • Het implantaat moet een minimumdiameter hebben van 3 mm op het osteointegreerbaar deel. • Het implantaat moet een minimumlengte hebben van 7 mm op het osteo-integreerbaar deel. • Enkel implantaten waarvan het abutment afschroefbaar is van het implantaat. • De technische gegevens moeten (uiteraard) bewaard worden in het dossier van de patiënt.
• De bestaande uitneembare prothese moet voldoen aan volgende voorwaarden: • De patiënt moet minstens 1 jaar drager zijn van een uitneembare volledige onderprothese op een volledig edentate onderkaak. • Deze uitneembare volledige onderprothese moet een correcte pasvorm, vormgeving, occlusie en articulatie hebben, minstens 1 jaar oud zijn en tegemoetkoming genoten hebben van de verplichte verzekering voor een verstrekking uit de rubriek “uitneembare tandprothesen, inclusief raadplegingen” of de vrije aanvullende verzekering voor zelfstandigen. • De verankeringen moeten in deze bestaande prothese worden aangebracht. en • De plaatsing van de implantaten moet onder locale verdoving gebeuren. Bovendien levert de behandelende practicus een garantietermijn van 1 jaar voor de implantaten (= kaakchirurg- in werkelijkheid geven de firma’s waarmee wij werken levenslange garantie). en • De behandelende practicus levert een garantietermijn van 30 dagen voor de verankering in de prothese (=tandarts). Praktisch gezien wordt een afspraak gemaakt op verwijzing van de tandarts.
Deze afspraak kan worden gepland via de afsprakendienst van het ziekenhuis: 03/880.91.90
AZ Heilige Familie • Rumst
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 10
14/12/12 15:39
11
Nieuwe gezichten in ons ziekenhuis Dr C. Spreuwers Orthopedie
Dr A.Cordonier Neurologie
M.Quidousse Podoloog
Dr A.Cordonier
Dr C. Spreuwers
M.Quidousse
Sinds 01/10/2012 vervoeg ik het team neurologen in het Algemeen Ziekenhuis Heilige Familie.
Na mijn opleiding tot geneesheer aan de KUL in 1976, opteerde ik voor een opleiding orthopedie. De basisjaren heb ik in Leuven zelf doorgebracht. Gezien mijn interesse in revalidatie heb ik dan geopteerd voor een opleiding in het buitenland. Eerst in Lodge Moore Hospital (England) en nadien in Conradie Hospital (CapeTown) voor de behandeling van para-en tetraplegieke patiënten. Ik bracht ook enkele maanden door in een centrum voor amputaties, prosthese en orthese in Southhampton (Engeland). Na mijn verdere opleiding in Vancouver (Canada) volgde ik een fellowship in spinale chirurgie in dezelfde universiteit.
Hallo, ik stel me even voor: mijn naam is Quidousse Mathieu. Ik ben afgestudeerd als podoloog in 2005 aan de hogeschool Parnasse deux Alices in Brussel. Sindsdien heb ik mijn eigen praktijk in Moeskroen en werk ik sinds 2007 binnen het diabetesteam van het ziekenhuis te Moeskroen en het Sint Jan Ziekenhuis te Brussel. Nu werk ik dus ook in het AZ Heilige Familie. Naast mijn activiteit als podoloog ben ik sinds 2 jaar ondervoorzitter van de federatie van Belgische Podologen.
In ben geboren in Torhout en momenteel woon ik in Brussel. Mijn algemene opleiding geneeskunde heb ik genoten aan de Universiteit Gent. Voor wat betreft mijn specialisatie neurologie volgde ik mijn opleiding in het Universitair Ziekenhuis Brussel. Ik zal meewerken aan het reeds bestaande aanbod in de verschillende takken van de neurologie, met extra aandacht voor elektrofysiologie. Naar de toekomst toe zal ik de stroke-unit en geheugenkliniek verder mee uitbouwen.
Ik startte als algemeen orthopediste in de St. Elisabethkliniek te Ukkel en schakelde na 2 jaar over naar het AZ Jan Portaels te Vilvoorde. Hier heb ik gedurende 26 jaar de dienst rugchirurgie uitgebouwd. Sinds april 2012 ben ik werkzaam in het AZ H. Familie waar ik, samen met Dr. Van den Bossche en Dr. Lesage een multidisciplinair rugcentrum wil uitbouwen. In dit kader kunnen we de chirurgische en conservatieve behandelingen van degeneratieve pathologie optimaliseren. De behandeling van deformiteiten, tumoren, metastasen en infecties kunnen zo ook multidisciplinair benaderd worden.
Nog een podoloog erbij in HFR? Inderdaad, maar naast mijn collega’s Ilse Heyvaert en Chloé Dewindt die de diabetische voetzorg en specifieke podologische behandelingen (orthonyxie, orthoplastie, ...) voor hun rekening nemen, kom ik als versterking om enkel en alleen biomechanische analyses uit te voeren. Met behulp van deze analyses worden de spieren en de gewrichten van de onderste ledematen onderzocht en wordt er een ganganalyse uitgevoerd. De bedoeling van deze analyse is om de oorzaak van klachten te achterhalen en deze te behandelen, indien de oorzaak uiteraard binnen het werkveld van de podoloog valt. Het is de intentie om deze zeer specifieke analyses uit te voeren in samenwerking met andere diensten zoals fysiotherapie, orthopedie, diabetes voetkliniek. Voor wie? Iedere persoon die klachten heeft ter hoogte van de voeten, enkel, knie, heup en waarvan de oorzaak zou kunnen liggen aan een slecht gangpatroon. Dus zowel voor sporters, diabetische patiënten, kinderen … Een podoloog werkt op verwijzing.
Nieuwsbrief december 2012
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 11
14/12/12 15:39
Agenda KIND OP KOMST, informatieavonden m.m.v. Kind & Gezin voor aanstaande ouders. • 6 en 13 februari 2013 • 3 en 10 april 2013 • 5 en 12 juni 2013 • 7 en 14 augustus 2013 • 2 en 9 oktober 2013 • 4 en 11 december 2013 Telkens op woensdagavond om 19u30 in de vergaderzaal van het ziekenhuis. Voorinschrijving is niet nodig. PRENATALE INFO OVER BORSTVOEDING DOOR ONZE LACTATIEDESKUNDIGE. Elke eerste vrijdag van de maand van 13u30 tot 15u30. Info en inschrijvingen op Materniteit (03/880.93.99)
9899_AZ_HF_externe_dec 2012/12/12.indd 12
14/12/12 15:39