Nieuwsbrief voor medewerkers en bestuurders van organisaties en gemeenten die zijn betrokken bij de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en de aanpak van Huiselijk Geweld in de regio Zuid-Holland Zuid Jaargang 1 nummer 2, december 2006
nieuwsbrief OGGZ In deze nieuwsbrief vindt u informatie over projecten van OGGZ, waaronder het Meldpunt ZO en de preventie van Huiselijk Geweld. • Pilot Schuldhulpverlening van de Sociale Dienst • Convenant voor efficiëntere crisisopvang in de geestelijke gezondheidszorg • De regionaal adviseur etnische minderheden over eerwraak • De officier van justitie Dordrecht over huiselijk geweld • Lokale Zorgnetwerken in de hele regio gestart • Verslag van de Week zonder Geweld
Pilot schuldhulpverlening afgerond De zorginstellingen in de regio Zuid-Holland Zuid worden geconfronteerd met individuen (of groepen) die naast een psychische stoornis (of een verhoogd risico daarop) kampen met grote schulden. Deze financiële problemen staan het oplossen van de andere problemen in de weg. Bestaande regelgeving op het terrein van schuldhulpverlening biedt hiervoor onvoldoende oplossingen. Daarom besloot het OGGZ directeurenoverleg in 2005 om in een pilot met de Sociale Dienst Drechtsteden een aanpak op maat te ontwikkelen.
Vrouwen en kinderen schilderen gevoelens
Bijzondere beelden Al 25 jaar vangt de Stichting Blijf van m’n Lijf ZHZ vrouwen en kinderen op die wegens gewelddadige omstandigheden de thuissituatie zijn ontvlucht. In het kader van het 25-jarig bestaan hebben de vrouwen en kinderen hun gevoelens op schilderdoeken vorm gegeven. Verspreid door deze nieuwsbrief vindt u een aantal van deze schilderijen terug. •
De pilot had een aantal doelstellingen. Enerzijds het ontwikkelen van een sluitende aanpak voor OGGZpatiënten die naast hun psycho-sociale problemen kampen met financiële problemen. Anderzijds aantonen dat een gezamenlijke aanpak op maat van deze problematiek vooral op lange termijn effectiever, efficiënter en goedkoper is. De pilot bestond uit een groep die een speciaal schuldhulpverleningstraject kreeg aangeboden en uit een controlegroep. De controlegroep had vergelijkbare problemen en ontving in dezelfde periode geen hulp op maat.
Successen Er is een aantal duidelijke successen te benoemen. De cliënten zijn in rustiger vaarwater terecht gekomen wat betreft hun psycho-sociale problemen en schulden. Hierdoor zijn sommigen tijdens de pilot aan het werk gegaan. In vrijwel alle gevallen waar het huurcontract wegens betalingsachterstanden reeds ontbonden was, is ontruiming voorkomen! Daarnaast gaan schuldeisers de waarde van samenwerking inzien.
"In een enkel geval heeft een schuldeiser een situatie gemeld waar de persoon of het gezin begeleiding nodig had. Ook hebben schuldeisers op eigen initiatief een uniek voorstel tot regeling van de schuld gedaan", vertelt een trotse Ben van der Biezen, projectmedewerker van deze pilot. De hulpverlenende instanties zien een meerwaarde in de samenwerking tussen de verschillende organisaties. Dit heeft in een aantal gevallen al tot 'mond-op-mondreclame' geleid. Enkele OGGZ-cliënten hebben op eigen initiatief via hun begeleider, benadering gezocht tot Ben om hulp en ondersteuning te krijgen op het gebied van schuldhulpverlening, budgetbeheer en
Door snelle schuldbemiddeling uithuiszetting voorkomen
budgetbegeleiding. Ook instellingen die niet aan de pilot deelnamen hebben toenadering gezocht.
Voortzetting
Ben van der Biezen
Mattie Dekkers, Hoofd Bureau Schuldhulpverlening van de Sociale Dienst, noemt een aantal mogelijke verbeterpunten wanneer het project wordt voortgezet. "Het project moet organisatiebreed ingezet worden. Hierdoor komt de verantwoordelijkheid bij meerdere mensen te liggen en wordt kennisuitwisseling mogelijk. Ook het vastleggen van de resultaten, moet gefaciliteerd worden." Ben constateert dat de hulpverleners zich, mede door de werkdruk, onvoldoende met de administratieve kant van het project bezighouden.
Ze richten zich vooral op hun primaire taak: het helpen van mensen. "Het cijfermatig vastleggen van de resultaten is van groot belang voor de inbedding van de werkwijze bij de (hulpverlenings)instellingen. De gegevens zijn nodig om te kunnen evalueren en duurzame oplossingen te vinden", zegt Ben.
Toekomst De verwachting is dat er begin 2007 een besluit genomen wordt over het al dan niet voortzetten van het project, de vorm waarin dit gebeurt en waar het project ondergebracht wordt. U kunt contact opnemen met Ben van der Biezen op emailadres
[email protected] •
Gezinscoaching De meeste ouders lossen zelf hun problemen op. Af en toe raakt een gezin echter de regie kwijt, als gevolg van complexe problemen op meerdere levensgebieden. Veel van deze gezinnen krijgen hulp van diverse instanties en sommige hebben in het geheel geen contact meer met hulp- en dienstverlenende instellingen. Soms komt het voor dat deze instanties langs elkaar heen werken of van elkaars betrokkenheid niet weten. De gezinscoach moet dit voorkomen. Een team van gezinscoaches werkt vanuit de GGD, Bureau Jeugdzorg (School Maatschappelijk Werk), Leger des Heils en Stichting Opmaat (Algemeen Maatschappelijk Werk, Consultatiebureau en Gespecialiseerde Gezinsverzorging). Het is een van de taken van de gezinscoach om de verschillende hulp- en dienstverleningsvormen aan gezinnen te stroomlijnen en de continuïteit te waarborgen. Indien nodig treedt de gezinscoach op als belangenbehartiger namens het gezin richting de hulp- en dienstverlenende instellingen. Hij/zij leert de ouders de regie over hun leven (terug) te krijgen en controle over hun problemen te nemen en deze zoveel mogelijk beheersbaar te maken. Doel is het toekomstperspectief te herstellen door de handelingsmogelijkheden van het gezin zelf te stimuleren en te versterken.
Familie Netwerkberaad De gezinscoach start met het probleem dat door het gezin als grootste last ervaren wordt. Vervolgens kijken zij samen waar de kracht van het gezin zit. Samen met het gezin analyseert de gezinscoach in welke vorm zij steun kunnen verwachten vanuit hun sociale netwerk en waarvoor zij professionele hulp nodig hebben. Als er enigszins rust binnen het gezin is teruggekomen, organiseert de gezinscoach een Familie Netwerkberaad (FNB). De gezinscoach legt contact met het informele netwerk van familie, vrienden en andere belangrijke derden. Dit FNB heeft als doel om het sociale netwerk rondom dit gezin te betrekken in het bedenken of zelfs maken van een plan van aanpak. De ontwikkeling van minderjarige thuiswonende kinderen staat hierbij altijd centraal.
Eén gezin, één plan De gezinscoach coördineert de zorg onder het motto 'één gezin, één plan'. Coördinatie van de zorg betekent een werkbare situatie creëren tussen de bij het gezin betrokken hulp- en dienstverleners. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat er intensiever hulp moet worden verleend. Het zorgt voor stroomlijning, waardoor de doelen afgestemd en/of bijgesteld worden en zoveel mogelijk betrokken hulp- en dienstverleners op één lijn staan. Het kan zelfs tot gevolg hebben dat de activiteiten van de gezinscoach in korte tijd overbodig worden. Afhankelijk van de situatie en samenwerkingsverbanden verleent de gezinscoach ook zelf hulp. Te vaak komt men voor situaties te staan waarin alle hulpverleners het vertrouwen van het gezin hebben verloren en is 'de handen uit de mouwen' steken voor de gezinscoach de enige manier om nog aansluiting te vinden.
Wanneer doorverwijzen naar een gezinscoach? • Meerdere professionele invalshoeken moeten betrokken zijn of worden om de problemen van het gezin aan te pakken; • Minstens één thuiswonend kind (onder 18 jaar) en één ouder; • De ontwikkeling van een thuiswonend kind is in gevaar; • Coördinatie van zorg is nodig; • Nieuwe combinaties voor maatwerk zijn nodig. Voorwaarde is wel dat bij inschakeling van de gezinscoach de veiligheid van alle gezinsleden, gezinscoach en overige hulpverleners voldoende gewaarborgd moet zijn.
Meldpunt Bij het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD worden de multi-problemgezinnen aangemeld voor gezinscoaching. Melding geschiedt bij voorkeur door middel van een digitaal intakeformulier. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om telefonisch te melden. Het telefoonnummer is: 0909- 63 53 786 (0909-meldpunt). Na melding wordt de situatie eerst beoordeeld door de coördinator van de gezinscoaches, Conny Beugelink van de GGD Zuid-Holland Zuid. Vervolgens wordt
het gezin besproken in de gezinscoach-pool en bepaald of een gezinscoach wordt toegewezen. Deze pool komt elke twee weken bij elkaar. Voor meer informatie kunt u mailen naar Conny Beugelink:
[email protected] •
Na drie jaar als seniorbeleidsmedewerker met OGGZ en Huiselijk Geweld bezig te zijn geweest, gaat Hermien Janssens zich richten op het algemeen preventief gezondsheidsbeleid binnen de gemeente Dordrecht. Samen met Karin Vosters, haar opvolger op OGGZ gebied, blikt zij terug en kijken zij samen naar de toekomst.
Hermien Janssens (l) en haar opvolger Karin Vosters
Hermien Janssens slaat nieuwe zijstraat in "Als ik vanuit een positieve kant kijk, zie ik dat er in de afgelopen drie jaar veel gedaan is, zoals de oprichting van het Meldpunt ZO met de lokale zorgnetwerken en het ontstaan van meer gezamenlijkheid. De basis voor een betere samenwerking is in de afgelopen jaren gelegd. Als ik er echter vanuit een pessimistisch oogpunt naar kijk, zie ik dat er voor de doelgroep nog heel veel geregeld moet worden ", aldus Hermien. "Toen ik aan deze klus begon had ik de verwachting dat de instellingen heel pro-actief mee zouden werken. Ik weet niet of deze verwachting toen reëel was. Mijn ervaring is wel dat de instellingen een veel te afwachtende houding hebben ten opzichte van de gemeente. De gemeente richtte zich vooral op het faciliteren van de samenwerking, maar als snel bleek dit niet te werken. In de toekomst krijgt de gemeente een meer regisserende rol en worden er duidelijke afspraken gemaakt over de rollen en de inzet van de instellingen. De vrijblijvendheid moet hiermee verdwijnen." Karin: "In het nieuwe beleidskader zullen we samen met regiogemeenten en betrokken instellingen onze rollen verder uitwerken. We zullen het nieuwe beleidskader opstellen in samenhang met de andere prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), in het bijzonder maatschappelijke opvang,
vrouwenopvang en verslavingszorg. Na de eerste kennismaking met een groot deel van de betrokken instellingen verwacht ik een pro-actieve houding bij de vorming en uitvoering van het beleid. Ik ga er van uit dat projecten er zijn om knelpunten voor de korte termijn in beeld te brengen en aan te pakken en dat we er tegelijkertijd voor waken dat de ervaringen die we in projecten opdoen goed verankerd worden in de beleidsvorming ", aldus Karin. "Door onder andere het OGGZ-platform zijn organisaties zichtbaarder geworden bij elkaar en zijn de rollen helderder. Organisaties geven aan dat het beleidsoverleg bijdraagt aan het versterken van de keten. Vooral de eerste opvanginstellingen en coöperaties hebben hier veel aan, omdat zij elkaar niet vaak tegenkomen", stelt Hermien. “Ook deze nieuwsbrief vormt een meerwaarde voor de instellingen. Uit onderzoek bleek dat het voor veel instellingen lastig is de informatie, die tijdens de overleggen op tafel komt, te communiceren binnen de eigen organisatie en collega instellingen. Naar aanleiding hiervan is deze nieuwsbrief opgezet ." Volgens Karin is het goed om zeker nog een jaar door te gaan met de nieuwsbrief en dan de meerwaarde ervan te evalueren.
De basis voor een betere samenwerking is in de afgelopen jaren gelegd "Ik ga dan wel iets anders doen binnen de gemeente, maar zal nog veel in dit werkveld te vinden zijn. Het is dus geen definitief afscheid", zegt Hermien. "Zo stel ik me zo voor dat, als het gaat om de preventie op het gebied van psycho-sociale problematiek, ik met veel instellingen te maken blijf houden. Totdat er een opvolger is voor de Regionale Aanpak van Huiselijk Geweld, blijf ik contactpersoon. Onder andere daarin zal ik heel nauw samenwerken met Karin." •
Snellere en efficiëntere crisisopvang in de Geestelijke Gezondheidszorg Op woensdag 13 september 2006 hebben de Politie Zuid-Holland Zuid, de GGD Zuid-Holland Zuid, de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid en De Grote Rivieren een convenant ondertekend. Het doel van het convenant is snellere en efficiëntere hulpverlening te bieden aan mensen met een psychisch probleem in crisissituaties. In het convenant zijn onder andere afspraken gemaakt over adequate communicatie tussen de partijen op beleidsmatig en operationeel niveau. Op die manier moet er een zeker kwaliteitsniveau gewaarborgd worden en is vastgelegd dat alle partijen in geval van crisis handelen volgens de afgesproken protocollen. Contactpersoon voor inhoudelijke vragen is Sander Vis, beleidsmedewerker van de Politie Zuid-Holland Zuid, te bereiken op 0900 - 8844. •
Tijdige herkenning is essentieel
Aanpak eer gerelateerd geweld vergt maatwerk Wie dreigt met geweld of daadwerkelijk geweld pleegt om geschonden eergevoel te herstellen, maakt zich schuldig aan eerwraak en dat is een misdrijf. Tot de kerntaken van de politie behoort de handhaving van de openbare orde, opsporing van strafbare feiten en het verlenen van noodhulp. Om deze reden is eer-gerelateerd geweld een politietaak. Niko Barut is regionaal vakadviseur etnische minderheden bij de politie Zuid-Holland Zuid. Hij bemiddelt in gevallen van eerschending, zoekt actief naar oplossingen en brengt potentiële slachtoffers in veiligheid. "Voor de aanpak van eerwraak is geen vaste procedure. Iedere situatie is anders en dus is maatwerk nodig", aldus de heer Barut. "Belangrijk is het maken van een goede situatieanalyse: met wie heb je te maken, waar komen ze vandaan en wat is hun culturele achtergrond." Eergevoel is een universeel verschijnsel, dat in iedere cultuur voorkomt. Er zijn verschillende oplossingen denkbaar bij eerschending, zoals het sluiten van een (imam)huwelijk, echtscheiding of verstoting, ontkenning, situatie accepteren zoals hij is, en naar verzoening streven. Eerherstel met een dodelijke afloop (eerwraak) is de ultieme vorm van eerherstel en die moet voorkomen worden.
Aanpak eer-gerelateerd geweld De aanpak van eer-gerelateerd geweld staat of valt met de tijdige herkenning ervan. Om deze reden is er samen met de politieregio Haaglanden een pilotproject gedraaid. Hier is onder andere een checklist uit voortgekomen, die helpt bij het verzamelen van informatie om een grondige analyse te kunnen maken van de casus en vervolgens een plan van aanpak te ontwikkelen. De politie kan de signalering en aanpak van eerzaken niet alleen af. Samenwerken met ketenpartners die werkzaam zijn op dit gebied en met bestuurders en sleutelfiguren van gemeenschappen waarin eergerelateerd geweld voorkomt, is van groot belang.
Ervaringen delen Niko Barut is geïnteresseerd in ervaringen van anderen. Hij is bereikbaar op het regiobureau van de politie in Dordrecht via 0900 - 8844. Zijn emailadres is
[email protected] •
Netwerk "Om goed te functioneren binnen dit veld heb je een goed werkend netwerk nodig. Voor het krijgen van informatie is het belangrijk dat de mensen je kennen
Na regen komt zonneschijn 'Leren Weren'
Projecten voor kwetsbare kinderen
en vertrouwen", zo zegt de heer Barut. In 2007 start stapsgewijs een opleidingstraject voor eerstelijnsmedewerkers bij de politie. Het traject is gericht op een zo goed mogelijke preventie en bescherming van potentiële slachtoffers van eer-gerelateerd geweld. Inzicht verschaffen in de achtergronden en aard van de eerwraak-zaken waar de politie in de praktijk mee te maken krijgt, is ook een trainingsdoel.
Leren Weren is gericht op kinderen uit kwetsbare gezinnen. Op speelse wijze wordt de kinderen geleerd om hun gevoelens te herkennen en te benoemen. Zij leren sociale vaardigheden en hoe zij voor zichzelf op moeten komen. Ook worden zij er van bewust gemaakt dat het gebruik van geweld onacceptabel is en dat er andere manieren zijn om emoties te uiten. Uit de evaluatie van het project blijkt dat de kinderen communicatief vaardiger zijn geworden en samen met hun ouders de weg naar het buurthuis hebben gevonden en meedoen aan de activiteiten die het buurthuis organiseert.
Planning 2006 In mei 2006 zijn er door Stichting Blijf van m’n Lijf contacten gelegd met Sociaal Cultureel Werk Salza in Zwijndrecht om ook in die gemeente Leren Weren aan te bieden. Stichting Blijf van m’n Lijf heeft een trainingsprogramma ontwikkeld om de medewerkers van Salza in staat te stellen het project zelfstandig uit te voeren. Blijf van m’n Lijf heeft zich teruggetrokken van de uitvoering van het project, omdat de subsidiëring voor het project tot 2007 liep. De uitvoering is na training en coaching door Blijf van m’n Lijf overgegaan naar de Dordtse Welzijns Organisatie.
'Let op de kleintjes' Sinds 2000 wordt het psycho-educatieve programma ‘Let op de Kleintjes’ ingezet. Dit project is gericht op kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld en op hun moeders. Doel ervan is kinderen leren omgaan met hun gevoelens, hun ervaringen te verwerken en hun zelfvertrouwen te herstellen. Dit wordt gedaan door spelletjes met de kinderen te spelen, bijvoorbeeld rondom een weerbericht. Beelden en taal over wolken, zon, regen en donder worden gebruikt om stemmingen en gevoelens uit te drukken. Dit project werd eerst door Jeugdzorg, Stichting Blijf van m’n Lijf ZHZ en De Grote Rivieren verzorgd. In 2004 zijn de samenwerkende partijen versterkt door Stichting Opmaat. Let op de Kleintjes wordt nu uitgevoerd door Stichting Opmaat, Stichting Blijf van mijn Lijf en De Grote Rivieren.
Afronding en planning 2007 In februari vindt de laatste bijeenkomst plaats. Gezien de vraag en de problematiek is de intentie om Let op de Kleintjes minimaal één keer per jaar in Dordrecht te verzorgen en de uitvoering uit te breiden naar andere gemeenten. In maart 2007 wordt een regionale wervingscampagne gestart. •
Officier Wim van Natijne heeft sinds een half jaar huiselijk geweld en slachtofferzorg in zijn portefeuille. Hij ziet het liefst een koers naar versterking van de samenwerking tussen het OM, de politie, gemeenten en hulpverlening.
Officier van Justitie Dordrecht Wim van Natijne:
"Sociale controle is zo gek nog niet " Van oorsprong zijn straffen in welke vorm dan ook, mede bedoeld als middel om potentiële plegers af te schrikken. Bij huiselijk geweld ligt dit echter anders. In deze zaken is er sprake van een persoonlijke situatie, die het geweld als gevolg heeft. Met alleen een gerechtelijke straf wordt deze situatie niet opgelost, waardoor de oorzaak van het geweld aanwezig blijft. "Om deze reden is het belangrijk om goede banden te hebben met de hulpverlening, zodat ook de oorzaak wordt aangepakt. Ik zie het liefst een combinatie van hulpverlening en strafrecht. Dit gebeurt nu al, maar er is genoeg ruimte voor verbetering", zo zegt de heer Van Natijne.
Hulpverlening De kracht van de hulpverlening is dat het in een vroeg stadium en dus vóór een zitting ingezet kan worden. Strafrecht is een langdurig proces. Bij huiselijk geweld is het van belang dat er direct een interventie gedaan wordt. Het strafrecht kan hierbij als 'stok achter de deur' fungeren. Wanneer een verdachte zijn / haar afspraken met de hulpverlening niet nakomt, wordt de zaak alsnog zo snel mogelijk op zitting gebracht of wordt de voorwaardelijke straf ten uitvoer gelegd. De reclassering speelt hierbij een belangrijke rol, omdat zij controleren of de afspraken nagekomen worden. Ook kan de reclassering vooraf een advies uitbrengen over de gewenste vorm van therapie die aan de verdachte aangeboden moet worden. "We kunnen plegers voor de keuze stellen: óf zij accepteren hulpverlening, óf zij krijgen een straf vanuit het strafrecht opgelegd." Om de hulpverlening de
Veiligheidsnetwerk en RHT bundelen krachten Het Veiligheidsnetwerk Zwijndrecht gaat op in het Regionale Hulpverleningsteam Dordrecht Zwijndrechtse Waard (RHT). De regionale samenwerking biedt mogelijkheden voor een nog uitgebreidere aanpak van huiselijk geweld. De afspraken die gemaakt zijn met de GGD Zuid-Holland Zuid, coördinator van het RHT moeten zorgen voor een vlekkeloze overgang en goede afstemming met de overige participerende instellingen. •
ruimte te bieden, kan een zaak 'aangehouden' worden. "We weten dan dat er huiselijk geweld plaatsgevonden heeft, maar dat er door de hulpverlening al wat aan gedaan wordt. Om de pleger de kans te geven het hulpverleningstraject te doorlopen, houden wij de zaak aan", aldus de heer Van Natijne. "Echter, in gevallen van zware mishandeling, ernstige bedreigingen of erger, is het strafrecht direct aan zet. De verdachte wordt direct ingesloten tot aan de rechtszitting. Hulpverlening blijft dan van belang, maar is minder acuut."
Slachtofferzorg Via het slachtofferinformatiepunt worden de slachtoffers van huiselijk geweld indien gewenst geïnformeerd over het verloop van het strafproces. Zij worden actief geïnformeerd over de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het slachtoffer heeft ook de mogelijkheid om zijn / haar verhaal kwijt te kunnen. Dit kan gedaan worden door vooraf met de officier van justitie te praten, of tijdens de zitting het woord te voeren. Daarnaast kunnen zij bij de ernstiger gevallen een schriftelijke slachtofferverklaring opstellen. Op deze manier worden de consequenties van het geweld op langere termijn duidelijk. Vaak helpt dit bij het verwerkingsproces van het slachtoffer.
aanklacht ingediend worden op basis van getuigenverklaringen van buren, artsen en politiemensen.
Toekomst Volgens de heer Van Natijne is het van groot belang om snel te kunnen schakelen. Er moet een goede situatieanalyse gemaakt worden, waarna bepaald wordt of de hulpverlening ingezet wordt of dat er een strafrechterlijke procedure gestart wordt. "Het is belangrijk in de toekomst de samenwerking met de andere betrokken organisaties verder te verbeteren en elkaar te versterken. Een snelle afhandeling of het snel opnemen van een getuigenverklaring door de politie versterkt de samenwerking", aldus de heer Van Natijne. "De geneigdheid om huiselijk geweld te melden, wordt groter, maar het is lastig te onderzoeken hoeveel procent van de gevallen daadwerkelijk gemeld wordt, doordat het achter gesloten deuren gebeurt. Om deze reden is sociale controle zo gek nog niet. Buren of familie kunnen gevallen melden, waar wij anders geen weet van zouden hebben." •
Ambtshalve vervolgen Huiselijk geweld is een complexe vorm van geweld, die vaak achter de voordeur plaatsvindt. Het komt dan ook vaak voor dat het slachtoffer geen aangifte doet of zijn / haar aangifte weer intrekt. Om toch tot vervolging over te gaan, is er de mogelijkheid om ambtshalve te vervolgen. Er kan zonder aangifte toch een
Meldpunt ZO is ook Meldpunt Huiselijk Geweld Professionals, slachtoffers, plegers en daders, maar ook mensen die het vermoeden hebben dat er sprake is van huiselijk geweld in hun omgeving, kunnen dit melden bij het Meldpunt Zorg en Overlast op telefoonnummer 0909 63 53 786. •
Landelijke publiekscampagne huiselijk geweld Een gerichte aanpak van huiselijk geweld is noodzakelijk. Onderdeel van deze aanpak is het vergroten van het bewustzijn dat huiselijk geweld onaanvaardbaar is en dat er hulp beschikbaar is. Om deze reden wordt in april/mei 2007 een landelijke publiekscampagne gestart, geïnitieerd door de Ministeries van Justitie, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken. •
Meldpunt ZO timmert hard aan de weg De start van het Meldpunt Zorg en Overlast mag oprecht een groot succes genoemd worden: 150 aanwezigen woonden in cultureel centrum ‘Cascade’ de officiële opening bij. Achter de schermen is in de afgelopen maanden hard gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het Meldpunt ZO. Het Meldpunt wordt iedere dag bemenst door medewerkers van de afdeling Vangnet en Advies van de GGD Zuid-Holland Zuid.
1000 meldingen Sinds de start op 9 januari (voor hulpverleners) en op 27 april (voor burgers) kunnen hulpverlenende instanties meldingen doorgeven met betrekking tot huiselijk geweld, overlast of zorgwekkende situaties. Sinds de start zijn tot half november 2006 ruim 1000 meldingen binnengekomen bij het Meldpunt ZO. Zowel hulpverleners als burgers uit Dordrecht en de gehele regio weten het Meldpunt ZO steeds meer te vinden. De meldingen die gedaan worden zijn van zeer uiteenlopende aard, meestal gaat het over de volgende onderwerpen (of combinaties van onderwerpen): soort melding Meldingen specialistische teams - Huiselijk geweld - Vervuilingen - Laatste kans op wonen - Vangnet en advies - Multiproblem gezinnen - Team extreme overlast Meldingen in Zorgnetwerken
aantal 343 31 21 120 34 35 totaal 584 442
Totaal meldingen
Registratie van meldingen en snelle doorverwijzing De meldingen die binnenkomen worden geregistreerd in het registratieprogramma. Als het gaat om een melding waarin meerdere problemen tegelijk een rol spelen, wordt deze besproken in het zogeheten coördinatorenoverleg; hieraan nemen alle coördinatoren van de Lokale Zorgnetwerken deel, de specialistische teams en de coördinator van het Meldpunt ZO.
Nieuwe coördinator Per 1 oktober heeft het Meldpunt een nieuwe coördinator, Eline Kortman. Zij neemt het stokje over van Atie van Pelt. Eline vertelt over de werkwijze: "In het wekelijks overleg met de coördinatoren, wordt met elkaar besloten naar welk specialistisch team (bv. Regionaal Hulpverleningsteam Huiselijk Geweld), Lokaal Zorgnetwerk of - bij enkelvoudige problematiek - hulpverleningsinstantie de melding moet worden doorverwezen. Een melding kan dus nooit langer dan een week bij het Meldpunt liggen. Dat was voorheen wel anders." Bij spoed (bv. dreiging van huisuitzetting) kan ook eerder besloten worden of een melding moet worden doorgestuurd.
De nieuwe coördinator van het Meldpunt ZO, Eline Kortman
Het registratiesysteem waarmee wordt gewerkt is recentelijk ontwikkeld. Eline: "Dit heeft jammer genoeg tot gevolg dat het systeem nog enige kinderziektes bevat. Een speciale werkgroep is opgezet om dit registratiesysteem te optimaliseren. Dit is belangrijk om managementinformatie uit het systeem te krijgen." De werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de gemeenten en OGGZ partners. Zij bepalen mede welke informatie van belang is om beleidsmatig te kunnen werken. Verwacht wordt dat begin 2007 het systeem de gevraagde gegevens kan geven. •
1026
Bereikbaarheid Meldpunt ZO U kunt op de volgende manieren bij het Meldpunt ZO een melding doen: telefoon op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur 0909 - 63 53 786 (0909-meldpunt) e-mail
[email protected] fax faxnummer 078 - 631 03 03 brief GGD Zuid-Holland Zuid, t.a.v. Meldpunt ZO Postbus 166, 3300 AD Dordrecht
Hoe werkt het Meldpunt ZO? • Bij een (telefonische) melding worden de gegevens genoteerd en wordt gevraagd naar zo veel mogelijk informatie over de persoon waarover wordt gemeld. Deze gegevens worden vertrouwelijk behandeld. • Vervolgens wordt de ernst van de problematiek beoordeeld en verwerkt volgens een vastgesteld protocol. • Indien een persoon/cliënt reeds bekend is bij de hulpverlening kan een directe doorverwijzing naar de betreffende instantie plaatsvinden. • Een nieuwe melding wordt besproken in het zogeheten Lokale Zorgnetwerk dat aansluit bij de gemeente of wijk waar de persoon/cliënt woont, of wordt zo nodig doorverwezen naar een specialistisch team (bv. Regionaal Hulpverleningsteam Huiselijk Geweld). • De coördinatoren die de meldingen aannemen staan borg voor een goede objectieve registratie en een adequate doorverwijzing. •
Lokale Zorgnetwerken in de hele regio gestart Binnen de OGGZ in Zuid-Holland Zuid is sinds 2004 gewerkt aan het realiseren van 15 zogeheten Lokale Zorgnetwerken. Bij de start van het Meldpunt ZO in januari 2006 waren 13 netwerken opgestart. Per 1 oktober zijn ook de laatste twee netwerken gestart. Aan een Lokaal Zorgnetwerk nemen per gebied verschillende hulpverlenende instellingen deel, zoals Bouman ggz, maatschappelijk werk van Rivas en Stichting Opmaat, de Grote Rivieren maar ook de politie en woningcorporaties. In de Lokale Zorgnetwerken worden afspraken gemaakt over het bieden van hulp en het ondernemen van actie op signalen van zorg. Uitgangspunten in deze zijn: samenhang, continuïteit, vroegsignalering en toegankelijkheid van de zorg. De netwerken worden ondersteund door het Meldpunt ZO.
Laatste netwerken voltooid In oktober zijn de laatste twee Lokale Zorgnetwerken van start gegaan in Zuid-Holland Zuid. Dat is het Lokale Zorgnetwerk in de gemeenten Liesveld, Nieuw Lekkerland en Graafstroom (Binnenwaard I) en voor de gemeenten Hardinxveld-Giessendam en Giessenlanden (Binnenwaard II). De gemeente Zederik sluit aan bij het Lokale Zorgnetwerk van de gemeente Leerdam.
Met het opstarten van deze twee netwerken is de doelstelling bereikt om voor de hele regio de zorgnetwerken te starten. In de Lokale Zorgnetwerken wordt gewerkt aan een sluitende aanpak tussen hulpverlener en hulpvrager. Niet alleen hulpverleners, maar ook de gemeenten en woningcorporaties zijn daarbij hard nodig.
Cijfers In de netwerken zijn in de periode van 1 januari 2006 tot aan 15 november 2006 442 meldingen in behandeling genomen, die zijn aangemeld bij het Meldpunt Zorg en Overlast.
Voorlichting In 2006 is een begin gemaakt met het geven van voorlichting in de regio. Tijdens de voorlichting ligt de nadruk op de werkwijze van het Meldpunt ZO en de Lokale Zorgnetwerken.
Vraag naar voorlichting overstijgt het aanbod Daarnaast wordt ook aandacht besteedt aan een belangrijk onderwerp, namelijk signaleren. Het signaleren van zorgelijke situaties is niet altijd even makkelijk en dat is dan ook de reden dat hier extra aandacht aan wordt besteed. De Grote Rivieren heeft hiervoor een signaleringsinstrument ontwikkeld met een handleiding. De voorlichting en training zijn gericht op het effectief gebruiken van dit instrument. De voorlichtingen worden in 2007 verder voortgezet onder een brede groep van signaleerders; wijk/buurt agenten, medewerksters thuiszorginstellingen, wijkmeesters, opzichters, onderwijzend personeel, vrijwilligers van diverse organisaties etcetera. Aangezien de vraag naar het aantal voorlichtingen het aanbod ernstig overschrijdt, wordt een goed voorlichtingsplan voor 2007 opgesteld zodat alle gemeenten en belangstellenden aan bod kunnen komen. •
Aantal meldingen in behandeling genomen per Lokaal Zorgnetwerk
Hoe werkt een Lokaal Zorgnetwerk? • In een Lokaal Zorgnetwerk komen medewerkers samen van verschillende instellingen. Vaste partijen zijn: Maatschappelijk Werk, verslavingszorg, Geestelijke Gezondheidszorg, politie, woningbouwcorporaties, Sociale Dienst en de maatschappelijke opvang. Dit 'basisteam' wordt aangevuld met deelnemers die op lokaal niveau van belang zijn (kerken, vrijwilligerszorg, thuiszorg, etcetera). • Het netwerk komt 1 x per maand bijeen en bespreekt meldingen met betrekking tot zorg en overlast. Deze meldingen komen vanuit het Meldpunt ZO of worden besproken op basis van eigen waarnemingen van deelnemers. Het team bespreekt de signalen en kijkt wie er actie gaat ondernemen richting de (mogelijke) cliënt. Als blijkt dat een cliënt reeds bekend is bij een hulpverlener, onderneemt deze actie. • In een volgende bijeenkomst worden de bevindingen besproken en gekeken of hulpverlening wenselijk/ noodzakelijk is en wie deze hulp gaat bieden. Tevens wordt afgesproken wie aanspreekpunt wordt voor de betreffende cliënt. Het doel is om zo vroeg mogelijk de juiste hulp in te zetten en te voorkomen dat een cliënt in isolement geraakt. Lokale Zorgnetwerken in Dordrecht
• De coördinator van het Lokale Zorgnetwerk onderhoudt contact met het Meldpunt ZO en draagt zorg voor een goede registratie en naleving van de gemaakte afspraken. •
Meer informatie 'Ik geef je mijn ogen'
Spaanse film in Week zonder Geweld In de nationale Week Zonder Geweld (25 november t/m 1 december) vragen organisaties in de regio aandacht voor het signaleren van verschillende vormen van huiselijk geweld. Dit jaar vertoonde Stichting Blijf van m’n Lijf op 30 november in Filmhuis Cinode de film 'Te Doy Mis Ojos', een prachtig Spaans drama over huiselijk geweld. Deze film werd aangeboden aan professionals, gemeenten en het grote publiek en werd erg goed bezocht. Naast inwoners van Dordrecht waren vertegenwoordigers van algemeen maatschappelijk werk, Bouman ggz, Politie Zuid-Holland Zuid, De Grote Rivieren, SALZA, verschillende woningcorporaties en GGD Zuid-Holland Zuid aanwezig. Willy Tiekstra, directeur van Stichting Blijf van m’n Lijf, leidde de film in.
Meldpunt ZO Ook was er bij het Filmhuis informatie over het Meldpunt Zorg en Overlast (0909 63 53 786) te krijgen, verzorgd door de GGD Zuid-Holland Zuid. Meldingen van huiselijk geweld kunnen voortaan daar worden gemeld in plaats van voorheen bij het Meldpunt Huiselijk Geweld. •
OGGZ-beleid Karin Vosters, Strategisch beleidsadviseur Sector Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Dordrecht
[email protected], 078 639 88 94
Regionale aanpak Huiselijk Geweld Zuid-Holland Zuid Hermien Janssens, Senior beleidsmedewerker Sector Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Dordrecht
[email protected], 078 639 86 16
Meldpunt ZO Ben de Haan, Hoofd Algemene Gezondheidszorg GGD Zuid-Holland Zuid
[email protected], 078 632 18 32
Voor het aanvragen van deze nieuwsbrief kunt u contact opnemen met het secretariaat van de Sector Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Dordrecht, 078 639 87 01.
Partners van de OGGZ zijn
Colofon Bouman GGZ Leger des Heils De Grote Rivieren Stichting De Hoop Stichting Blijf van m'n Lijf Stichting Opmaat Rivas Zorggroep Woningbouwcorporaties Reclassering Nederland Stichting Jeugdzorg GGD Zuid-Holland Zuid Zorgkantoor Waardenland Politie Zuid-Holland Zuid Cliënten Belangen Bureau Openbaar Ministerie regio Zuid-Holland Zuid
Gemeente Alblasserdam Gemeente Dordrecht Gemeente Giessenlanden Gemeente Gorinchem Gemeente Graafstroom Gemeente Harindinxveld-Giessendam Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Gemeente Leerdam Gemeente Liesveld Gemeente Nieuw Lekkerland Gemeente Papendrecht Gemeente Sliedrecht Gemeente Zwijndrecht Gemeente Zederik
Deze nieuwsbrief is een gezamenlijke uitgave van de convenantpartners OGGZ. Redactie • Gemeente Dordrecht, afdeling Communicatie, Marjon van Schie:
[email protected] • GGD Zuid-Holland Zuid, afdeling Communicatie, Liesbeth van Meurs:
[email protected] Aan dit nummer werkten mee Müzzeyen Polat, Belinda Baan en Willy Tiekstra, Stichting Blijf van m'n Lijf Gerda Noordhoek, Ben de Haan en Conny Beugelink, GGD Zuid-Holland Zuid Sandra ter Horst, Openbaar Ministerie Dordrecht, Ad Wouterse en Edith Sonneveldt, Gemeente Zwijndrecht en de geïnterviewden Vormgeving Raaf, Breda Druk Van Dongen, Dordrecht © December 2006