Nieuwsbrief november 2011
In dit nummer onder meer:
Staatssecretaris Henk Bleker:
Terugblik Maastricht VNG Dura Vermeer Venlo Amsterdam Nicis Institute
Groene stad = sterke stad “Als plattelander vind je het vanzelfsprekend dat natuur deel uit maakt van je leven. Maar ik heb ook altijd gewerkt als ondernemer in de stad en dan besef je het belang van groene longen in de stad. Gelukkig zien bestuurders, bedrijven en bewoners van steden zelf hoe belangrijk natuur eigenlijk is.” Aldus staatssecretaris Henk Bleker, staatssecretaris van economische zaken, landbouw en innovatie. Waar merkt u dat aan? Ik merk dat in de steden burgers, aannemers, woningbouwcoöperaties, banken, verzekeraars, ziekenhuizen en stadsbestuur enthousiast samenwerken. In grote en kleine projecten. Zo laten ze duizend stadse bloemen bloeien. En geef ze eens ongelijk; je krijgt er veel meer voor terug. Groen is je geld meer dan waard. Ik vind het fantastisch om te zien dat dit zo wordt opgepakt. Mensen zullen dat, denk ik, in de toekomst nog veel vaker doen.
U heeft veel vertrouwen in de toekomst van het groen in de stad. Waar komt dat vandaan? Een groene stad, dat is natuurlijk een stad met een sterke economie. Klanten vinden groen aantrekkelijk. Een huis of locatie in een groene omgeving is flink meer waard. En wie dacht dat dit alleen voor middelgrote kantoren geldt, heeft het mis. Multinationals vinden dit heel belangrijk. Die kijken allang niet meer uitsluitend naar het fiscale klimaat.
2 3 4 5 6 7 8
Een groene stad is ook goed voor de mens. Koelte bij hete zomerse dagen. Minder fijn stof. Gezondere inwoners. Kinderen die opgroeien met natuur. Wijken waar mensen elkaar buiten ontmoeten of samen kunnen zijn. En veel meer. We mogen daarom trots zijn op onze groene steden. Nederlandse steden zijn niet voor niets drie jaar achter elkaar winnaar geworden bij de strijd om de groenste Europese stad. In 2009 was het Arnhem, in 2010 Vlaardingen en dit jaar Deventer. Wat doet u als staatssecretaris voor Groen en de Stad? Ik draag dit actief uit, ook internationaal. Bij handelsmissies wijs ik mogelijke partners graag op interessante ideeën rond groen in de steden. Ik wijs op mogelijkheden voor stadslandbouw, waar de topsector tuinbouw onlangs over adviseerde. Op de oplossingen die de glastuinbouw heeft voor het verwarmen en koelen van kantoren en woningen. En op andere kennis, kunde en producten van Hollandse bodem. NICIS Institute en VNG vertellen dat ook, op hun manier. En ze dragen het verder. Want het is en blijft natuurlijk een prachtthema!
Groen en de Stad Nieuwsbrief – november
2011
2
Groen en de Stad
Een ongekend succesverhaal In 2001 begon het Kenniscentrum Recreatie de Nieuwsbrief GIOS. Deze verschijnt inmiddels als nieuwsbrief ‘Groen en de stad’ vier keer per jaar en informeert bijna 2.000 mensen over het gelijknamige programma. De vele nummers doorbladerend, springen er de volgende resultaten uit: meer kwalitatief groen, meer bewustwording, meer kennis, meer samenwerking. Eind jaren negentig komt een aantal lijntjes bij elkaar. In de nota ‘Natuur voor mensen, mensen voor natuur’ is stedelijke natuur een belangrijk thema. Natuur moet gaan aansluiten bij de wensen van stedelingen. Tegelijkertijd brengt de Stichting Recreatie samen met de ANWB een aantal studies uit onder de titel ‘Recreatie dicht bij Huis’. Daaruit blijkt dat groen goed is voor de woningwaarde en bijdraagt aan leefbaarheid en de oplossing van sociale vraagstukken. Het ministerie van LNV wil een nieuwe impuls geven aan een landelijk recreatiebeleid door zich te richten op de stad. De aansluiting met het grote stedenbeleid wordt gevonden en Groen in en om de Stad (GIOS) is in 1999 een feit. Er komen guldens beschikbaar voor grootschalig groen in en om de steden, verbindingen en groen in de woonomgeving. In 2006 tekenen Rijk en G31 als ‘Groene Partners’ een intentieverklaring om groen hoger op de politieke agenda te krijgen. GIOS krijgt een nieuwe naam: Groen en de Stad (GedS). Kwantiteit en kwaliteit Wat leverde meer dan tien jaar GIOS en GedS op? Ten eerste natuurlijk de nieuwe parken en de vele parken die opnieuw werden ingericht en opgeknapt. Het GIOS-geld fungeerde als lokmiddel om ander geld los te krijgen.
Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
Lees er de elf jaargangen van de nieuwsbrief maar op na. Die investeringen in kwantiteit en kwaliteit leveren veel op. Uit het Amsterdamse Groot Groenonderzoek blijkt dat het parkbezoek de afgelopen 15 jaar fors is gestegen. Het bezoek aan parken waarin werd geïnvesteerd, steeg zelfs meer dan gemiddeld. Mensen wonen weer graag in een grote stad, liefst met een park om de hoek. Daar ontmoeten ze elkaar om te recreëren, werken en feesten. Een stad die aantrekkelijk wil zijn voor inwoners, bezoekers en bedrijven kan niet zonder groen. Overigens is het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Met name de realisatie van het groen om de stad blijft achter. Juist in de Randstad met grote tekorten aan recreatiegroen is dat een urgent probleem. Aankoop en aanleg van groengebieden duren al decennia en verlopen tergend langzaam. Als klap op de vuurpijl zet de huidige regering het programma ‘Recreatie om de Stad’ stop. Ontzettend jammer, omdat een groene omgeving van topkwaliteit belangrijk is voor het vestigingsklimaat en de internationale concurrentiepositie van de Randstad. Kennis en bewustwording Een tweede belangrijk resultaat van GIOS en GedS is de kennis en bewustwording van
het belang van groen. Dat er nu over de waarde van groen voor het vestigingklimaat wordt gesproken, is winst. In het buitenland hebben ze dat ook door. Veel steden in opkomende economieën investeren in parken. Ook in Nederland zien steeds meer bestuurders dat. Maar we zijn er nog niet, want bij menigeen prevaleert het korte termijnbelang, zeker in tijden van crisis en bezuinigingen. Uit de onderzoeken van Alterra en andere nationale en internationale instituten blijkt dat groen goed doet op vele vlakken. Bijvoorbeeld: gezondheid, fijn stof, sociale cohesie, integratie, bevolkingskrimp, stadslandbouw, voedsel, biodiversiteit en klimaat. De bewustwording bij bestuurders en op de werkvloer groeide ook door een actieve verspreiding van kennis en het verbinden van netwerken via studiereizen, werkexcursies, conferenties en ronde-tafelbijeenkomsten. Samenwerking Een derde belangrijk resultaat is de samenwerking. Was groen vroeger iets van de groensector, nu ontstaat er steeds meer belangstelling vanuit andere sectoren. Juist omdat ze de waarde van groen herkennen. Mensen leren elkaar kennen tijdens bijeenkomsten en zo ontstaan nieuwe coalities tussen gemeenten, zorgverzekeraars, projectontwikkelaars, woningbouwcoöperaties en- wie weet- in de toekomst misschien ook banken, de creatieve industrie, luchthavens en de transportsector. Want topsectoren bloeien alleen in een groene stad. Emile Bruls, Kenniscentrum Recreatie
Oud-wethouders Luc Winants en Wim Hazeu:
Foto: Peter Visschedijk
Maastricht investeert in kwaliteit
“Wow, te gek! Fantastisch om te zien dat de aanleg van de Groene Loper nu echt is begonnen.“ De beide oud-wethouders van Maastricht, Luc Winants en Wim Hazeu, zijn enthousiast over het project dat zij initieerden. Het programma Groen en de Stad was essentieel bij de vernieuwing van de A2 door Maastricht. Maastricht gaat de komende jaren op de schop. Decennialang doorsneed de A2 de stad. De snelweg scheidde buurten van elkaar en veroorzaakte steeds meer verkeersoverlast en milieu- en gezondheidsproblemen. Dit jaar zijn de werkzaamheden begonnen: de A2 en een weg voor lokaal verkeer gaan ondergronds in een 2,3 kilometer lange dubbeldeks tunnel. Als de tunnel in 2016 gereed is, komt
er een nieuw stadspark bovenop. Dat park wordt het nieuwe hart van Maastricht-Oost en verbindt de Maas met de landgoederenzone en het Geuldal in het noorden van de stad. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de A2 rondom de stad te leiden, dwars door het terrassenlandschap. Hazeu: ”Maar gelukkig zit denken in kwaliteit in de genen van deze stad. We wilden dat landschap niet vernielen.”
Groene freaks ‘Groen en de Stad’ was een breekijzer om tot een innovatieve aanpak te komen. Winants: “Uit dat budget organiseerden we een atelierbijeenkomst. Ik schrok eerst wel van die freaks die bezeten zijn van groen. Maar het werkte wel, want er kwam chemie tot stand tussen die groene mensen, verkeerskundigen en stadsplanners. Na die bijeenkomst wilde iedereen er iets moois van maken.” Hazeu: “In de aanbesteding hebben we die lijn doorgezet. We beoordeelden op kwaliteit. We hadden een heel gebied in de aanbieding en wij stelden daarvoor een programma van eisen en wensen op. Een van de eisen was om niet alleen infrastructuur te maken, maar ook de wijken aan weerszijden stedenbouwkundig aan elkaar te hechten. In het wensenpakket zat ook groen, daar konden de ontwikkelaars op scoren.” Winants: “Zo’n manier van werken levert weerstand op bij de snelle jongens die vlug geld willen verdienen. De marktpartijen moesten niet alleen binnen het budget en de eisen blijven, maar ook creatief tegemoet komen aan onze wensen. Om de ontwikkelaars te inspireren, namen we hen mee in een bus naar Parijs. Daar lieten we hen zien hoe het ook kan. Dat was een unieke manier om duidelijk te maken dat het ons serieus was: dat het meer dan een tunnel moest worden.” Dat lukte. Een van de consortia kwam met het plan voor de Groene Loper. Samen met de andere plannen werd dit voorgelegd aan bewoners, die nog verbeteringen aanbrachten. Winants: “De bewoners zijn zo enthousiast, dat er nu al ideeën vanuit de bevolking komen om de Groene Loper door te trekken over de Maas naar het Jekerdal.”
Foto : Peter Visschedijk
GedS blijft nodig Hazeu en Winants vinden het erg dat Groen en de Stad als landelijk programma verdwijnt. Hazeu: ”In mijn nieuwe functie als bestuurder bij Wonen Limburg moeten we in krimpgebieden woningen gaan slopen. Daar kan groen bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. Zo’n programma is dan nodig om innovatieve en creatieve oplossingen te realiseren.” Winants vult aan: “Te vaak gaan nieuwe bestuurders en ambtenaren voor de snelle ontwikkeling. Je moet hen inspireren en er van overtuigen dat investeren in groen tot een geweldige meerwaarde leidt voor de woonomgeving, de vastgoedwaarde en het welbevinden van de mensen die er wonen.” Emile Bruls, Kenniscentrum Recreatie De A2 verdwijnt straks onder het groen; de aanleg van de tunnel is gestart Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
3
4
Kees-Jan de Vet, VNG
Een agenderende stad geeft groen kracht VNG-directieraadslid Kees-Jan de Vet vindt dat gemeenten een prima motor voor groene ambities kunnen zijn. “De komende jaren wordt de beleving van groen voor inwoners in steden steeds belangrijker.” De Vet wijst op de rol van de Rijksoverheid in het kader van groen in de stad. “In het verleden werd groen in de stad gefaciliteerd door rijksprogramma’s, maar in dit regeerakkoord worden steden teruggeworpen op hun eigen ambities. Wethouders met ambities moeten zelf groen agenderen. De agenderende stad geeft groen kracht.” Het VNG-directieraadslid wijst op de steden Zwolle en Amsterdam, die volop met groen in de stad bezig zijn. “De wethouders agenderen op het terrein van voedsel, natuur en recreatie en stimuleren het gebruik van streekproducten op scholen en boerenmarkten. Het komt soms wel neer op persoonlijke initiatieven van betrokken wethouders.” Passie en betrokkenheid Kees-Jan de Vet geeft aan dat de VNG in de toekomst mogelijk het programma ‘Groen en de Stad’ wil oppakken. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt nu nog bij ministeries van I&M en
EL&I. De onderhandelingen hiervoor zijn nu gaande en tijdens de conferentie ‘Groen en de stad’ op woensdag 2 november wordt duidelijk welke partijen dit op gaan pakken. “Onze basishouding is enthousiast. We voelen een grote passie en betrokkenheid bij dit thema.” De VNG wil jaarlijks twee activiteiten organiseren. “In het voorjaar een excursie voor alle wethouders die groen in hun portefeuille hebben. En in het najaar komt er een nationale groendag met als thema groen in de stad.” Volgens Kees-Jan de Vet is er nu al voldoende kennisuitwisseling tussen wethouders onderling, maar wordt dit door deze activiteiten extra gestimuleerd. “Dit is een nieuwe tijd, waarin we onze eigen ambitie moeten uitdragen. Een netwerk van groene bestuurders in Nederland is hierin elementair.” Meer samenwerking Het programma ‘Groen en de stad’ heeft vol-
gens De Vet de afgelopen jaren gezorgd voor een goed netwerk van wethouders en steden. Wel vindt hij dat er meer samengewerkt moet worden tussen partijen die bij het groen in de stad zijn betrokken. De Vet noemt als voorbeeld de ontwikkeling van brede scholen die overal worden neergezet. Binnen gemeentes zijn veel discussies gaande rondom het groenbeleid, in combinatie met brede scholen. “Breng programma’s bij elkaar en werk slimmer samen” is zijn boodschap. De Vet noemt als voorbeeld Leusden, waar hij in het verleden burgemeester was. “Dat heeft een prachtig centrum voor natuur- en milieueducatie. Het Utrechts landschap heeft precies zo’n zelfde centrum in de gemeente. Deze partijen moeten bij elkaar gebracht worden.” Ook bij de Entente Florale, de jaarlijkse groencompetitie tussen steden, moeten initiatieven gebundeld worden. “Er kan meer samengewerkt worden met milieuorganisaties en maatschappelijke groeperingen.” De VNG is op dit moment in overleg met diverse wethouders in het land, in het kader van bezuinigingen en groenonderhoud. De belangrijkste vraag is: waar liggen de kansen? Bezuinigen op groen Uit onderzoek van de branchevereniging VHG bleek dit jaar dat zeker een derde van alle Nederlandse gemeenten in 2011 substantieel gaat snoeien in de aanleg of het beheer van openbaar groen. Hoe is te voorkomen dat gemeenten, gezien de grote bezuinigingen, juist minder investeren in groen? “Zoals ik al noemde, moet er meer samengewerkt worden tussen partijen die zich tot nu toe afzonderlijk bezighouden met groen. Dat spaart kosten uit en is uiteindelijk ook efficiënter. Wethouders kunnen die dwarsverbanden leggen.” Rianne Nieuwenhuize, VNG
Beleving van groen wordt steeds belangrijker Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
Chris Zevenbergen, Dura Vermeer
Van stenen stapelen naar bouwen met groen “Het verhaal dat rode ontwikkelingen de basis vormen voor stedelijke ontwikkeling werkt niet meer. De meeste gemeenten hebben daar het geld niet meer voor en dus moeten we tot nieuwe manieren van ontwikkelen komen”, zegt Chris Zevenbergen. Hij is directeur Business Development bij Dura Vermeer en tegelijkertijd hoogleraar Stedelijk Waterbeheer aan de Technische Universiteit Delft. Zijn afdeling binnen Dura Vermeer werkt aan kennisontwikkeling en experimenten met leeromgevingen en demonstratieprojecten om de kennis te laten doorsijpelen naar de rest van het bedrijf. Volgens Zevenbergen is de economische crisis een belangrijk keerpunt. “Het is niet zo dat de crisis overwaait en we daarna weer overgaan tot business as usual. Er is sprake van een structurele verandering doordat het financiële systeem uitgehold is. De tijd van het makkelijke geld verdienen is voorbij en we moeten het veel meer hebben van kennis en innovatie door samenwerken. Dat onderkennen ook onze commerciële mensen die nadenken over de continuïteit van het bedrijf.” Zevenbergen ziet als consequentie dat er bij projectontwikkelaars meer concurrentie ontstaat op kwaliteit en duurzaamheid. Daarnaast moet er ‘meer voor minder’ worden gerealiseerd. “We kijken nu naar mogelijkheden om ‘mee te koppelen’. In Rotterdam werken we mee aan het Dakpark. Dat is een mooi voorbeeld van dit meekoppelen door een stapeling van functies: winkels, een waterkering en een park voor de buurt. Je komt noodgedwongen tot creatievere oplossingen door problemen en budgetten te verbinden.”
kunnen leveren aan de aanpak van sociale problemen die in de wijken spelen. We werken met allerlei partijen samen over hoe je met ruimtelijke ordening ook de verloedering kunt tegengaan en jongeren weer perspectief kunt bieden”, aldus Zevenbergen. Ook in de relatie tussen bouwers en overheid ziet Zevenbergen veranderingen optreden. “In het verleden ging de rode loper uit als er een bestuurder op bezoek kwam. Nu zijn de verhoudingen gelijkwaardiger. De rijksoverheid wordt kleiner en laat meer aan de steden over. Die gaan steeds meer uit van eigen kracht en zijn soms vooruitstrevender in hun duurzaamheidsambities dan de nationale overheid. Steden ontwikkelen eigen kennis
en vormen netwerken, ook internationaal. Ze stellen nadrukkelijk kwaliteitseisen.” CO2-reductie Een voorbeeld van die kwaliteitseisen is CO2reductie. Zevenbergen: “In de nieuwbouw is daar weinig winst meer mee te halen, maar binnen de herstructureringsopgave nog heel veel. Herstructurering is typisch een taak van woningcorporaties, gemeenten en marktpartijen en veel minder van het Rijk. Dus zie je dat gemeenten CO2-reductie oppakken. Als bedrijf verleggen wij ook onze aandacht van nieuwbouw naar duurzame energie in combinatie met herontwikkeling. Voor ons is dat een nieuwe markt waar we met woningbouwcorporaties en onze partners uit de keten steeds meer de samenwerking opzoeken om deze vaak complexe projecten te kunnen financieren en uitvoeren." Emile Bruls, Kenniscentrum Recreatie
Perspectief bieden Zevenbergen wijst er op dat vergroening van de stad het energieverbruik reduceert en de leefbaarheid verhoogt.” In Chicago worden groene daken en groene openbare ruimtes tegenwoordig massaal aangelegd en dat leidt tot minder verharding, beduidend minder energiegebruik en minder wateroverlast.” Groen heeft bovendien een sociale functie. “In Rotterdam, Dordrecht en Amsterdam denken we mee over hoe onze projecten een bijdrage Stapeling van functies in het Dakpark Rotterdam: winkels, waterkering en buurtpark ineen. Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
5
Peter Freij, oud-wethouder Venlo
Ecologie en economie versterken elkaar “Eind jaren negentig werd het Julianapark in Venlo ’s avonds tot no-go-area bestempeld. Het wemelde er van de junks en drunks. Dat stoorde mij enorm, evenals de rotzooi op straat en de kwaliteit van de bebouwde omgeving. Daarom wilde ik graag de portefeuille Openbare Ruimte toen ik wethouder werd.” Peter Frey was als wethouder in Venlo een advocaat voor de groene stad. Hoe kijkt hij terug op het programma Groen en de Stad? “De vraag is of groen hoger op de politieke agenda is gekomen. Het is voor mij vanzelfsprekend dat groen bijdraagt aan gezondheid, leefbaarheid en vestigingsklimaat. Maar weet een gemiddelde stadsbestuurder dat ook?” In Venlo gebeurde in ieder geval veel de afgelopen jaren. De Floriade komt er aan en de stad werd uitgeroepen tot groenste stad van Europa. Dat droeg bij aan het zelfbeeld van de stad en bewoners gingen meewerken. Frey noemt vier succesfactoren bij die aanpak. “Een bestuurlijke visie op groen; ambtenaren met een enorme drive om er iets moois van te maken; snelle uitvoering; en communicatie.” Visitekaartje In rap tempo werd een aantal grote projecten aangepakt: Waterpark, Maascorridor, Wilhelminapark, Poort van Nederland en Floriade. En niet te vergeten het Julianapark dat met drugsoverlast te maken had. Dat park is een natuurlijke entree tot de stad omdat het bij
het station en langs de binnenstad ligt. Het Limburgs museum en het museum Van Bommel Van Dam liggen aan het park. Een nogo-area is dan niet het gewenste visitekaartje. “Dat pakten we als eerste aan. We hebben het volledig opnieuw ingericht en het is nu het meest gebruikte park in de stad. Elk weekend zit het vol, er vinden concerten en evenementen plaats en via het fietspad door het park is het centrum makkelijk te bereiken.” Frey: “Altijd werkten we met een vaste aanpak, waarbij betrokkenheid van bewoners en instellingen, zoals musea, voorop stond. Ook de politie was erbij want mensen willen een veilig park. Dat leidde tot lokale accenten: in het ene park speelplekken, elders natuur of juist wandelpaden en bankjes. Voorop moet staan dat het park een onderdeel van de stad is en gebruikt wordt. Steeds besteedden we ook veel tijd aan communicatie en promotie.” Het Waterpark is een mooi voorbeeld. Toen het nog Bergerpark heette, was het een recht
Foto: gemeente Venlo
6
toe recht aan strook groen met twee beken: de Rijnbeek en Muizenmolenbeek. Die laatste is heel schoon, maar werd via een rioolbuis gewoon geloosd in de minder schone Rijnbeek. “We ontdekten dat het ministerie van LNV €1 miljoen beschikbaar had voor natuur in de stad. Met een deel van dat geld konden we subsidies stapelen. Daarmee zijn de beken ontkoppeld en stroomt de Muizenmolenbeek nu door het park met prachtige, toegankelijke natuur als resultaat. Toen het klaar was, kwam de staatssecretaris het nieuwe park openen.” Floriade Volgens Frey is de komst van de Floriade naar Venlo een resultaat van de groene gemeentevisie. "Bij de ontwikkeling van het laatste grote bedrijventerrein moesten ecologie en economie samen optrekken, vonden mijn collega RO en ik. Het groen zou worden versterkt door de economische ontwikkeling. En zo gebeurt het ook op dit moment. De Floriade-organisatie werd geraakt door die combinatie ecologie/economie. Wat mij betreft een bewijs dat als je iets voor ogen hebt je iets groots kunt bereiken.” Hoe ziet Frey de toekomst nu het programma Groen en de Stad wordt overgedragen? “Steden kunnen heel goed het initiatief nemen bij het binnenstedelijk groen, maar het Rijk blijft nodig om een onderwerp als groen op de politieke agenda te krijgen, om kennis te verzamelen en te delen en om met relatief kleine bedragen steden te stimuleren. Voor het groen om de stad blijft inbreng van het Rijk nodig.” Emile Bruls, Kenniscentrum Recreatie
Aanleg van de Floriade 2012 bij Venlo: succesvolle combinatie van ecologie en economie
Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
Piet Eilander, gemeente Amsterdam
7
Stadsparken zijn huiskamers van talent
“Mensen wonen graag in de stad omdat ze willen genieten van de vele voorzieningen. Daarvoor gaan ze desnoods iets kleiner wonen. Want als je je verjaardag wilt vieren, doe je dat toch gewoon in het park of in een café”, aldus Eilander. Dat het stadspark een stedelijke huiskamer is geworden, blijkt in Amsterdam uit het steeds intensievere gebruik van die parken. Niet alleen om te recreëren maar juist ook om te werken en andere mensen te ontmoeten. De stadsparken zijn onderdeel van het stedelijk leven en dragen zo bij aan het vestigingsklimaat en de economische groei van steden. Eilander is daar heel duidelijk over: “Uit onderzoek blijkt dat het groen een vestigingsfactor van formaat is geworden. Het is niet meer zo dat werknemers gaan wonen in de buurt van een bedrijf. Bedrijven volgen de talentvolle mensen, de kenniswerkers en creatievelingen. Als die ergens graag wonen, volgen de bedrijven vanzelf.”
Foto: Niek Bosch
Veel beleidsaandacht Amsterdam zet daarom ook bewust in op groen. “Al minstens vier collegeperiodes krijgt groen
aandacht en budget in de collegeprogramma’s. Daarvoor bestaat ook heel veel draagvlak onder de bevolking. Als je aan het groen komt, trekken bewoners meteen aan de bel.” Naast die politieke aandacht en het draagvlak bij burgers noemt Eilander nog drie bepalende factoren: de ruimtelijke verankering van het groen in de Hoofdgroenstructuur; de door de stadsecologen opgebouwde kennis; en de integratie van de groenafdeling binnen de dienst Ruimtelijke Ordening. “Die Hoofdgroenstructuur beschermt tegen de (oprukkende) drukte van de stad en dwingt tot het maken van beleid. De stadsecologen hebben de waarde van groen aangetoond en heus niet alleen voor plantjes en beestjes maar juist voor de mensen.” Maar komt er in Amsterdam door bezuinigingen niet ook een einde aan de aandacht voor groen? “Als het geld op is, dreigt altijd de discussie dat groen alleen maar geld kost. Amsterdam wil momenteel uit een aantal recreatieschappen en uit het Goois Natuurreservaat stappen omdat we ons willen concentreren op gebieden dicht bij de stad. Ik vond het een mooi signaal dat de betreffende raadscommis-
Foto: Niek Bosch
Wereldwijd wonen steeds meer mensen in steden. Vaak is dat uit noodzaak. Maar in Nederland kiezen mensen weer bewust voor de stad. Hoe komt dat en speelt groen daarbij een rol? In Amsterdam denken ze van wel. Een gesprek met Piet Eilander, hoofd Beleidsteam Stad van de Dienst Ruimtelijke Ordening.
sie stelde dat als uitstappen geld bespaart, dat geld beschikbaar moet blijven voor groen.” Geld stapelen Jammer vindt Eilander het verdwijnen van Groen en de Stad wel. “Dat beetje geld gebruikten wij om geld te stapelen. Je kreeg er weer andere middelen mee los. Als Groen en de Stad en RODS verdwijnen, dan stapelen omgekeerd de bezuinigingen ook.” Overigens kan je ook bij minder investeringen blijven werken aan kwaliteit. Dat kan volgens Eilander door in het beheer meer aandacht te geven aan kwaliteit en gebruik. Er is een wereld te winnen als mensen zich verantwoordelijk gaan voelen voor het park in hun woonomgeving. “Betrokken bewoners en bedrijfsleven kunnen fondsen gaan vormen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in New York waar stichtingen inkomsten uit commerciële exploitatie van parken inzetten voor het beheer. Bezoekers zijn dan geldschieters, die meer dan welkom zijn. Dat is iets anders dan een vereniging van vrienden van het park, die een park zoveel mogelijk proberen te beschermen.” Over de toekomst van het groen in Amsterdam hoeven we ons dus geen zorgen te maken. Maar hoe zit het met het groen om de stad? De Randstad daalt gestaag op allerlei internationale lijstjes. “Het Rijk zou zich moeten realiseren dat een groen landschap een enorme waarde heeft voor het leef- en vestigingsklimaat. Dat er minder middelen zijn, is begrijpelijk maar dat betekent niet dat je de ruimtelijke kwaliteit van de Randstad en het Groene Hart moet negeren.” Emile Bruls, Kenniscentrum Recreatie
Amsterdamse parken worden steeds intensiever gebruikt Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
Wim Hafkamp, Nicis Institute 8
Geen franje maar harde noodzaak “Het belang van groen in de stad mag niet worden onderschat. Groen is geen franje maar harde noodzaak. Het nodigt uit tot wandelen, fietsen, sporten en spelen. Of samen groenten en bloemen kweken in een gemeenschapstuin. Groen staat dan ook steevast hoog op het verlanglijstje van de stadsbewoner. En wanneer dat ontbreekt, zoals in sommige VINEX-wijken, klinkt er protest.” Aldus Wim Hafkamp van Nicis Institute. “Maar groen heeft nog meer functies. De combinatie met blauw biedt ruimte voor waterbuffering en verhoogt de biodiversiteit. En groene steden met goede recreatiemogelijkheden trekken kenniswerkers en internationale bedrijven aan.” Daarom blijft Nicis wijzen op het belang van groen voor de stad. Hafkamp: ”Nicis draagt daar aan bij met kennisontwikkeling, kennisdoorstroming en netwerken. We vertalen resultaten van onderzoek voor professionals en bestuurders, stimuleren discussies en zorgen dat partijen van elkaar leren. Een van onze succesvolste kennisateliers was het atelier over ‘groen en de stad’ in Amersfoort, enkele jaren geleden.” Op dit atelier, dat Nicis samen met Stadswerk organiseerde, bleek dat er enorm veel behoefte is aan het uitwisselen van ervaringen en het leggen van nieuwe contacten. Hafkamp: “Zulke bijeenkomsten blijven we
dus organiseren. Daarnaast dragen we kennis over groen in de stad uit in publicaties, nieuwsbrieven, onze databank en contacten met bestuurders.” Functies combineren Er is volgens Hafkamp niet zozeer behoefte aan nieuwe inzichten maar veel meer aan het versterken van relaties tussen groen en andere functies. “Groen moet gebruikt en gedeeld worden, dan levert het ook financieel voordeel op. Een goed voorbeeld is de groenstrook vlakbij mijn huis in Amsterdam Oost. De zithoek en zandbak uit de jaren 80 werden nooit gebruikt en lagen er treurig bij. De gemeente heeft de groenstrook onlangs grondig heringericht, er een klimmuurtje en picknicktafels neergezet en nu krioelt het er van het leven.” De volgende stap is om gebruikers ook te laten participeren in het beheer. En om functies te combineren. “Een kinderboerderij
is bijvoorbeeld duur, maar in combinatie met stadslandbouw kan zo’n boerderij ook geld opbrengen. En voor boeren in het ommeland is de stad een prima afzetmarkt, gezien de grote belangstelling voor streekproducten. Zo worden de stadsbewoners ook betrokken bij het groen om de stad.” Internationaal kennis uitwisselen Nicis heeft al een toekomstagenda klaar liggen voor het onderwerp ‘groen en de stad’. Hafkamp: “Die is niet baanbrekend, maar gebaseerd op kennisontwikkeling over belangrijke thema’s. Nicis is geen belangenclub, maar vooral gericht op het versterken van kennis, nationaal en internationaal. We agenderen het thema groen en de stad ook in het European Urban Knowledge Network (EUKN), zodat er internationaal kennisuitwisseling ontstaat.” Hanneke Gijsbertse, Kenniscentrum Recreatie
Colofon ISSN 1878-1772 Omdat het programma ‘Groen en de stad’ m.i.v. november 2011 wordt beëindigd, is dit het laatste nummer van deze nieuwsbrief. Redactie: Emile Bruls en Hanneke Gijsbertse (Kenniscentrum Recreatie) Sandra Greeuw, Wim Janssen, Matthijs Philippa (ministerie van EL&I) Peter Visschedijk (Alterra) Vormgeving: Joaquim Gonçalves Druk: Grafia drukkerij
Samen groenten en bloemen kweken in een gemeenschapstuin Groen en de Stad Nieuwsbrief – november 2011
Kenniscentrum Recreatie Raamweg 19 2596 HL Den Haag