NIEUWSBRIEF JUNI 2013 Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen
Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen Nieuwsbrief Jaargang 5, nr. 2, juni 2013
Kinderen uit de 21ste eeuw - Ik laat je niet los ... Zoals velen onder jullie allicht weten, gaat volgend schooljaar mijn laatste jaar 'Bachelor na bachelor in de schoolontwikkeling' in. Dit schooljaar werd ons gevraagd om onszelf als beginnend schoolontwikkelaar te verdiepen in een onderwerp. Vragen als: "Waarin wil je expertise opbouwen?; Waarover wil je meer informatie?; "Waarin wil je je verdiepen?"; enz." werden gesteld. Het oorspronkelijke thema binnen deze profileringsopdracht betrof het omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden- en stoornissen. De laatste jaren trekken leerkrachten steeds vaker aan de alarmbel omwille van een steeds grotere instroom aan kinderen die moeilijk gedrag vertonen. In mijn zoektocht naar de aanpak van deze problematiek stootte ik op de volgende vraag: "Is het daadwerkelijk zo dat het aantal kinderen met gedragsproblemen- stoornissen- en moeilijkheden de laatste jaren exponentieel gestegen is, of ligt de kern van het probleem ergens anders?". Het grasduinen in de literatuur m.b.t. prevalentie en voorkomen van gedragsmoeilijkheden- en stoornissen deed mij beseffen dat een nuance binnen mijn thema, in relatie tot de huidige maatschappelijke context, zich enigszins opdrong. Concreet wil dit zeggen dat mijn thema werd geherformuleerd van het omgaan met gedragsmoeilijkheden- en stoornissen (externe focus) naar een focus op onze eigen stijl en manier van omgaan met kinderen (interne focus) die in een heel andere wereld zijn opgevoed en opgegroeid dan de onze. Het beeld dat momenteel m.b.t. deze generatie bestaat, is namelijk niet erg positief. Maar al te vaak worden deze kinderen gezien als een verloren generatie of 'lost generation': ze zijn met andere woorden een product van de moderne tijd en bovenal van een mislukte opvoeding zonder regels, structuur en respect. Een deprimerend standpunt als je het mij vraagt ... . Wil dit dan zeggen dat wij als leerkrachten helemaal niets kunnen doen aan deze evolutie? Dat wij met andere woorden machteloos staan en dat onze invloed onbestaande en verwerpbaar is? Het antwoord luidt klaar en duidelijk: NEEN! Not till we are lost, do we begin to find ourselves ... Realiteit is wel dat deze kinderen zijn opgegroeid en opgevoed in een totaal andere wereld en op een totaal andere manier dan voorheen en dat de aanpak die wij de dag van vandaag als opvoeders hanteren niet langer is afgestemd op de maatschappelijke context waarin deze kinderen leven. Wanneer men een blik werpt op de opvoedingsmodellen uit het verleden is het niet zo verwonderlijk dat leerkrachten en opvoeders de dag van vandaag niet meer weten waar te beginnen.
In het verleden werd vaak een vrij autoritaire opvoedingsstijl gehanteerd. Leerkracht en opvoeder waren de autoritaire gezaghebbers en kinderen moesten luisteren en gehoorzamen. De opvoeder moest steeds zijn macht en autoritaire positie weten te behouden, men sprak m.a.w. van een win - or - lose situatie. Een kind dat niet gehoorzaamde of luisterde, mocht, desnoods met harde hand, gedisciplineerd worden. Dit opvoedingspatroon kende succes omdat de maatschappij hier ook volledig achter stond en dit patroon ook binnen de maatschappelijke context, in de opvoeding thuis, werd gehanteerd. Het was echter een opvoedingsstijl die haar fundamenten vond in angst en overheersing. Niet veel later kwam er fel protest tegen deze opvoedingsstijl. Autoriteit kreeg bijgevolg een negatieve bijklank en de balans sloeg over naar de andere kant. Men geloofde met andere woorden dat kinderen mits voldoende liefde, warmte en geborgenheid wel vanzelf op een positieve manier zouden ontwikkelen. Niets bleek echter minder waar ... uitdagingen werden weggenomen uit angst om het zelfbeeld van het kind te beschadigen, regels en grenzen vervaagden uit angst om het kind te veel te overheersen, kinderen werden niet langer uitgedaagd om hun eigen grenzen te verleggen ... . Gevolg bleek een generatie aan kinderen te zijn die overbeschermd werden en die onvoldoende uitdaging, regels en grenzen meekregen. Ook deze zogenaamde permissieve opvoeding bleek met andere woorden dus de oplossing niet te zijn ... . De vraag stelt zich hoe wij als leerkrachten, die werden opgevoed binnen een meer autoritaire opvoedingsstroom waar respect voor en luisteren naar een volwassene een evidentie was, moeten omgaan met kinderen die een heel andere opvoeding hebben meegekregen. Dit blijkt namelijk niet zo evident te zijn... . Ook ouders zijn binnen dit traject zoekende en weten niet langer wat 'done en not done' is. De behoefte van ouders aan houvast blijkt onder andere uit de populariteit van oudertrainingen en opvoedprogramma’s. Maar oudertrainingen en opvoedprogramma’s zijn meestal gebaseerd op leertheoretische principes. Het werken met beloning, straf, time-out en intrekken of teruggeven van privileges gaat uit van het idee dat de ouder controle moet krijgen over het kind. Kinderen herkennen dit al snel als manipulatie en immuniseren zich daartegen: ‘boeit me niet’. Het opdringen van de autoritaire opvoedingsstijl van voorheen en de poging om van al onze kinderen schapen te maken die de goede herder volgen, blijkt dus niet de oplossing te zijn.
Wat dan wel? - Nieuwe autoriteit Wat is dan wel de juiste aanpak?; en bestaat er überhaupt een kant en klare oplossing?. Kant en klare oplossingen gaan namelijk uit van het feit dat men er door een aantal interventies kan voor zorgen dat een kind opnieuw 'in de pas' loopt en zich gedraagt zoals het moet. Maar ... De enige controle die elke mens en dus ook elke leerkracht heeft, is de controle over zichzelf... Dergelijke systemen werken weinig tot niet omdat zij opnieuw uitgaan van de onderliggende gedachte dat men het kind moet onderwerpen en tot luisteren en gehoorzaamheid moet brengen. Een kant en klare methodiek lijkt dus niet de oplossing. De kern van de vraag schuilt ook niet in het gegeven "Hoe lossen we dit op?; Hoe maken we dat kinderen luisteren?", maar schuilt eerder in de beeldvorming die wij hebben m.b.t. deze kinderen en de invloed die deze vaak onrechtstreeks heeft op onze kinderen. We moeten m.a.w. door een andere bril naar deze kinderen leren kijken, hen zien voor wie en wat ze zijn en niet enkel focussen op het gedrag dat zij vertonen. De manier waarop wij over deze kinderen en hun ouders denken (vaak vanuit een onderliggende frustratie), kleurt vaak onbewust ons professioneel handelen. Kinderen voelen dit feilloos aan, waardoor het basisvertrouwen geschonden raakt en de fundamenten voor een respectvolle vertrouwensrelatie al van in het begin op losse schroeven staan. Binnen de literatuur wordt deze nieuwe manier van kijken en omgaan met kinderen omschreven als: " Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet in de opvoeding". Nieuwe autoriteit gaat over een basishouding in het kijken naar en omgaan met kinderen. Wanneer men vanuit een verkeerde, vaak negatieve, basishouding vertrekt, kleurt dit ook de rest van de interactie en het handelen. Nieuwe autoriteit = een poging om educatieve handvaten aan te reiken om de ouder - kind relatie te verbeteren en wederzijds respect te installeren. Nieuwe autoriteit verzoent de traditionele autoritaire opvoeding met de permissieve en tracht 'the best of both worlds' samen te brengen. Nieuwe autoriteit is = - Verantwoordelijkheid - Aanwezigheid, volhardendheid (ik houd stand, ik ben er - no matter what) - Zorgzame waakzaamheid - Beschikbaarheid - Macht wordt kracht - Niet gewelddadige weerstand (verbaal en fysiek) --> geen escalatie - Zelfcontrole - Transparantie en openheid - Uitgestelde reactie - het ijzer smeden als het koud is - Netwerk - Opvoeder = anker (verbonden, vast en toch vrij) The most important property of human kind is the capacity to form and maintain relationships, necessary for any of us to survive, learn, work, love and procreate. Binnen deze nieuwsbrief zal niet verder ingegaan worden op 'Nieuwe autoriteit' omdat dit ons veel te ver zou leiden. Bovendien kunnen de fundamenten en waarden waarop de NA steunt niet binnen een nieuwsbrief uit de doeken gedaan worden, het omvat namelijk te veel zaken die de moeite zijn om bij stil te staan en aandacht aan te schenken. Daarom zal dit thema naar volgend schooljaar toe hoogstwaarschijnlijk onderwerp zijn van de pedagogische studiedag die wordt georganiseerd door de SGVLAARD. Hopelijk doet de informatie binnen deze nieuwsbrief bij jullie al een sluimerend vuurtje branden, dat in de toekomst samen kan opgestookt worden tot een heus kampvuur :-)!
Studiedag 7 juni: SOK: Mathieu Weggeman - Onzichtbaar leiderschap Na de studiedag van SOK, die plaats vond op vrijdag 7 juni, is mij één persoon in het bijzonder bij gebleven, nl. Mathieu Weggeman. Weggeman (1953) is een Nederlands bedrijfskundige, organisatieadviseur, en hoogleraar organisatiekunde aan de Technische Universiteit Eindhoven gespecialiseerd in kennis- en innovatiemanagement. Tijdens de SOK - studiedag gaf hij een zeer kritisch, humoristisch relaas m.b.t. leidinggeven en management in het onderwijs. Onderstaand filmpje is een echte aanrader en omschrijft heel scherp de gedachtegang van Weggeman m.b.t. leidinggeven de dag van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=e7QbR1rcJgs Weggeman geeft hier aan dat leiderschap cruciaal is. Zeker in het onderwijs, waar het niet gaat om zaken en papieren maar om mensen en manieren. Goed leiderschap zorgt voor professionele groei en bloei van mensen op de verschillende niveaus in de school. Leiderschap begint bij de basis, de plaats waar het primaire proces plaatsvindt. Dat is in het klaslokaal, in de interactie tussen de leraar en de leerling. De interactie op de andere niveaus, die tussen de leidinggevende en de leraar en de bestuurder en de leidinggevende, staan in dienst van het primaire proces: het geven van uitstekend onderwijs. Het is nodig dat mensen zich op alle niveaus afvragen wat de leerlingen beter worden van hun werk, wat hun leiderschap bijdraagt aan goed onderwijs. Dat zorgt voor verbinding tussen de verschillende niveaus en voorkomt het ontstaan van verschillende 'wereldjes' in de school. Leiderschap is een complex en moeilijk af te bakenen thema. Er bestaan veel opvattingen over wat (goed) leiderschap inhoudt en wat effectieve leiders doen. Wat de vele literatuur over dit thema in ieder geval duidelijk maakt is dat hoe we leiders en leiderschap omschrijven in belangrijke mate afhangt van het perspectief dat we kiezen. In zijn boek " Leidinggeven aan professionals? Niet doen!" geeft Weggeman een repertoire aan capaciteiten waarover een goed leider moet beschikken. Zo zegt hij dat een goede leidinggevende: - samen met de mensen een collectieve ambitie ontwikkelt. "Men koos ooit voor dit vak uit passie, en die kun je verliezen". - medewerkers inspireert en betrekt bij de strategie. - op tijd en eerlijk communiceert - outputduidelijkheid geeft en feedback geeft - functioneert als hitteschild voor de 'ruis' van boven (ministerie) --> d.w.z. vanuit eigen gezond verstand beslissingen en keuzes maken naar wat moet en wenselijk is en wat niet - een gezaghebbende maar bovenal dienende en bescheiden attitude heeft Hugo Der Kinderen vulde dit beeld tijdens de studiedag verder aan en zegt dat een goed leider eveneens iemand is die alle stadia van maturiteitsontwikkeling vlot doorlopen heeft.
6. zelfinspiratie 5. acceptatie 4. openheid 3. zelfrelativering 2. zelfvertrouwen 1. zelfkennis
Maturiteitsontwikkeling start bij zelfkennis, zelfvertrouwen en zelfrelativering. Mensen met een lage maturiteit zijn bijgevolg mensen met een zeer hoge wil tot controle (dat waartegen Weggeman net protesteert), die inherent steeds willen dat anderen de zaken oplossen (weinig zelfvertrouwen waardoor ze beslissingen steeds doorschuiven naar bv. schoolbestuur of derden omdat ze zelf de verantwoordelijkheid voor een beslissing niet durven of willen dragen), die eigen fouten niet kunnen en willen inzien en die van daaruit een sfeer tot stand brengen waar slechts weinig kansen worden gecreëerd tot openheid, acceptatie en zelfinspiratie. Zelfinspiratie gaat om het vermogen om voor jezelf uit te maken of je nog in flow bent, of de job die je doet nog voor jou is, of je er nog genoeg energie uithaalt in vergelijking met wat je er aan insteekt. Bij mensen met een hoge maturiteit verdwijnt egocentrisme naar de achtergrond en verdwijnt de behoefte om altijd gelijk te hebben, verdwijnt de weerstand t.o.v. goed bedoelde kritiek en feedback en vergroot de ruimte tot openheid en acceptatie. Der Kinderen geeft aan dat een leidinggevende met een lage maturiteit, het ergste is wat een bedrijf (bv. school ) kan overkomen. Wanneer men het relaas van Weggeman en Der Kinderen van dichtbij bekijkt ziet men heel veel overeenkomsten met wat in het begin van deze nieuwsbrief werd verteld over 'Nieuwe autoriteit'. Blijkt dus dat de bedenkingen m.b.t. traditionele autoriteit uitoefenen op kinderen ook geldt wat betreft het omgaan met personeel. In het verleden stapten managers namelijk nogal snel in een zeer traditionele autoriteit die de dag van vandaag ook bij volwassenen niet meer blijkt te werken. Men moet dus niet enkel op een andere manier leren kijken naar en omgaan met kinderen van vandaag, maar ook met het personeel dat samen met ons de school vormt. Bernstein omschreef de ideale leiddinggevende als een persoon die uitgaat van de volgende stelling: Ik ben niet meer dan jij omdat ik 'de baas' ben ik verplicht en dwing niet vanuit macht maar geef je ruimte en vertrouwen en ben er wanneer er toch iets mis gaat om verantwoordelijkheid te nemen, en te steunen en bijsturen waar nodig
HRM in 3D
SES: HELP!
De SGVLAARD neemt volgend schooljaar deel aan het nascholingsproject 'HRM in 3D' van de Arteveldehogeschool. Het project gaat over een integraal personeelsbeleid dat gericht is op 3 dimensies: verticaal, horizontaal en diepte. Het sluit naadloos aan bij het talentenen competentiemanagement, onthaalbeleid, waarderend kijken, enz. Kortom een brede en diepe aanpak van een mensgericht personeelsbeleid dat zich niet enkel beperkt tot een papieren plan maar dat gedurende een volledig schooljaar met de deelnemers een traject uittekent en dit verankert in de SG/school. Wij kijken er alvast naar uit! Meer informatie of geïnteresseerd? --> neem contact op met de SGVLAARD!
Omdat wij het binnen de SGVLAARD belangrijk vinden om zinvol werk te verrichten dat een bijdrage levert aan ieders grote geheel werd beslist om geen kant en klaar SES - beleid uit te schrijven (zoals eerst wel de bedoeling was), maar om individuele trajecten op te starten met de mensen die dit wenselijk en nodig vinden. Wat wil dit concreet zeggen? Mensen die graag ondersteuning krijgen bij het uitwerken van hun eigen SES - beleidsplan, op maat van de school, nemen contact op met Mieke. Er wordt dan meteen bekeken hoe deze ondersteuning kan georganiseerd worden in de loop van het komende schooljaar. Zo wordt vermeden dat een algemeen SES - beleidsplan wordt opgesteld dat voorbij gaat aan de vragen en noden van een aantal scholen! Bel me, schrijf me, laat me vlug iets weten!
Kleutervolgsystemen Op vraag van 'De Smidse' zullen de verschillende KVS volgend schooljaar naast mekaar gelegd worden en vanuit de bestaande criteria prodiagnostiek met elkaar vergeleken worden. Doel van deze vergelijking is het komen tot een beslissing naar implementatie van een KVS in de school te Zottegem. Naast een afweging van de verschillende systemen t.o.v. elkaar is het ook belangrijk deze in de context van de school te plaatsen: "Wat gebruikt men al?: observaties, kleuterrapport, doelenboek enz?". Afhankelijk van deze analyse en afweging zal de keuze voor een bepaald systeem gemaakt worden. Scholen die het wenselijk vinden om deze analyse voor de volledige scholengemeenschap kenbaar te maken op bv. een zorgoverleg of die het eventueel wenselijk vinden om samen met het zorgteam deze analyse te doorlopen (op een zorgoverleg) geven een seintje. Op die manier kan dit naar de planning van volgend schooljaar toe ingecalculeerd worden.
Cartoon van de maand
Prettige vakantie