“De manier om succes te bereiken is op de eerste plaats een definitief, duidelijk, praktisch ideaal te hebben – een doel, een doelstelling. Ten tweede moet men over de noodzakelijke middelen beschikken om zijn doelen te bereiken – wijsheid, geld, materialen en methoden. In de derde plaats richt men al zijn middelen op dat doel.” Aristoteles 384 vC – 322 vC, Grieks filosoof en wetenschapper
MISSIE EN VISIE ZORG Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen
Mieke Van den Driessche - Coördinerend zorgcoördinator - Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen
1. Het “waarom” van de scholengemeenschap “Wie boven de verschillen uitstijgt, ziet de eenheid en leeft ernaar” Tsjwang – tse Kleine scholen beschikken niet steeds over voldoende draagkracht, middelen en specifieke expertise om hun maatschappelijke opdracht met succes te vervullen. In een kleine school kunnen organisatorische problemen een stuk moeilijker opgelost worden dan in een school die meer schaalgrootte heeft. Op pedagogisch vlak hebben grotere scholen en samenwerkingsverbanden een aantal voordelen. De mogelijkheden om gedifferentieerd te werken zijn ruimer, nascholing volgen tijdens de schoolopdracht is eenvoudiger omdat het makkelijker is om de leerkracht te vervangen en er zijn meer mogelijkheden tot overleg.
Uit talrijke voorbeelden blijkt dat scholen die samenwerken beter het hoofd kunnen bieden aan bepaalde beleid- en beheersproblemen en dat samenwerking een win - winsituatie betekent voor alle partners binnen het samenwerkingsverband. Zo ontstond in 2003 de Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen, die acht scholen binnen het gemeentelijk onderwijs van Herzele, Erpe – Mere, Zottegem, Denderleeuw, Brakel, Vlierzele en Lierde tot Oosterzele omvat. De scholengemeenschap leidt tot een bestuurlijke schaalvergroting en draagt bij tot een efficiënter beheer en gebruik van de beschikbare middelen van de afzonderlijke basisscholen. De structuur van een scholengemeenschap draagt bovendien bij tot het verhogen van het draagvlak van de scholen.
2. Inleiding “Opvoeding is een kwestie van liefde, geduld en wijsheid. En de laatste twee groeien waar de eerste heerst." Jan Ligthart In elke school zijn er kinderen die extra aandacht vragen, om welke reden dan ook. Deze kinderen stellen heel uitdrukkelijk de school voor de uitdaging om te differentiëren. Concreet wil dit zeggen dat de school haar aanbod moet proberen aan te passen aan de noden en mogelijkheden van haar leerlingen. Wanneer men aanneemt dat kinderen mogen verschillen, aanvaardt men dat zowel het leertraject als het begin– en eindpunt mogen verschillen.
3. Missie – Waar staan we voor? De hoofdtaak van iedere school is goed kwalitatief onderwijs aan te bieden aan al haar leerlingen. Het zorgbeleid hoort tot de kern van een kwaliteitsvolle school. De scholen binnen de scholengemeenschap van de Vlaamse Ardennen bouwen allen aan een weg naar optimaal, kwaliteitsvol onderwijs waar elk kind maximale kansen krijgt op ontwikkeling. Zij willen elk kind de kans bieden om zich te ontwikkelen volgens hun eigen mogelijkheden, ongeacht hun afkomst, ras, geslacht enz. Goed kwalitatief onderwijs bieden en dit door elk kind centraal te stellen, vormt de rode draad doorheen de onderwijsaanpak. Uit het bovenstaande kan men concluderen dat de missie m.b.t. zorg, binnen alle scholen van de SGVLAARD gelijklopend is en onderstaande kernpunten omvat: “Men tracht elk kind centraal te stellen, elk kind ernstig te nemen, de klemtoon te leggen op de mogelijkheden van elk kind en niet op de beperkingen. Het is belangrijk dat de scholen binnen de SGVLAARD een leeromgeving creëren die kinderen aanmoedigt en waarin ieder kind de nodige zorg en aandacht krijgt die het verdient. Ervaring en onderzoek leert dat we meer moeten streven naar interne differentiatie dan naar externe differentiatie… …zonder in grote woorden te vervallen willen we het kind een veelzijdige vorming bieden met oog voor alle aspecten van het menselijk handelen … …het kind moet dit op zijn niveau kunnen benaderen … …wij streven naar een scholengemeenschap waar kinderen het leren ‘aangenaam en aantrekkelijk’ vinden, kortom een scholengemeenschap waar kinderen zich ‘thuis’ voelen”.
4. Visie – Waar willen we naartoe? 4.1.
Visieontwikkeling
Aangezien de neuzen binnen onze scholengemeenschap in dezelfde richting wijzen en wij vertrekken vanuit een gelijkgerichte missie, ontwikkelen wij van daaruit ook een gelijkgerichte visie op zorg. Dit wordt een brede, algemene en abstracte visie die de normen en waarden van de hierboven beschreven missie belichaamt. Deze algemene visie vormt het fundament waarop de individuele scholen van de SG hun zorgbeleid, geënt op de specifieke schoolcultuur, verder uitbouwen en concretiseren.
4.2.
Continuüm van visie op zorg
Zorg op school kende de voorbije jaren een evolutie: zowel het beleid als de school- en zorgteams denken na over hoe men met zorgleerlingen om wil gaan. Vanuit de zorgvisie reflecteert men over hoe men de zorgstructuur op school best organiseert in functie van de noden. Continuüm – evolutie zorg op school Geen visie
Vak centraal
Men heeft nog niet nagedacht over hoe men met zorgleerlingen om wil gaan. Er is nog geen sprake van een zorgstructuur. Meer taakgerichte onderwijs- instellingen die vooral gericht zijn op het eindproduct, het resultaat van een taak en die al snel over gaan tot remediëren (externe hulp, buiten de klas).
Leerproces centraal
Minder taakgericht, de focus ligt niet enkel op het eindresultaat, maar op de manier waarop dit resultaat bereikt werd.
Leerling centraal
Men kijkt meer naar het individuele proces dat een kind doorloopt tijdens het verwerken van een taak.
Levensloop centraal
Men stelt de levensloop van een kind centraal en kijkt naar het individuele proces dat een kind doorloopt tijdens het verwerken van een taak. Bij het opvolgen van een hulpvraag of het onderzoeken van een probleem wordt de levensloop van het kind in al zijn facetten centraal gesteld. Er wordt niet enkel gekeken naar de beperkingen van een kind om die vervolgens te remediëren, maar men vertrekt vanuit de mogelijkheden en talenten die dat kind bezit. Men brengt bovendien ook de ruimere omgeving in kaart en bekijkt het kind m.a.w. vanuit verschillende invalshoeken.
S G V L A A R D
Alle scholen binnen onze scholengemeenschap streven naar een zorgbeleid dat kadert binnen de laatste categorie. Vanuit het adagium van CLIM: “Iedereen kan iets, niemand kan alles…” vormt de SG een platform waarbinnen de gezamenlijke doelgerichtheid breed gedragen wordt. Onze scholen streven er samen naar om hun leerlingen centraal te stellen, de ruimere omgeving in kaart te brengen en de mogelijkheden en talenten te
belichten. Zorg op school is met andere woorden een nooit eindigend verhaal, een dynamisch proces dat samenhangt met de maatschappelijke evolutie. “ Optimaal onderwijs dat zijn basis vindt in het centraal stellen van het kind en zijn ruime omgeving met zijn/haar mogelijkheden en talenten” is niet alleen een droom van “iemand” maar van “allen”. Het hierboven vermelde doel past perfect binnen het kader van handelingsgericht werken. De scholen binnen de scholengemeenschap streven in hun zorgbeleid m.a.w. naar een meer handelingsgerichte samenwerking met alle partijen. Handelingsgericht werken (HGW) is een systematische manier van werken in de school gebaseerd op zes uitgangspunten. onderwijsbehoeften van leerlingen, ondersteuningsbehoeften van leerkrachten en ouders centraal de werkwijze is systematisch en transparant doelgericht met haalbare adviezen vanuit een transactioneel kader constructief samenwerken positieve aspecten zijn belangrijk Deze uitgangspunten vormen een referentiekader voor kwaliteitsvol handelen binnen de scholen uit onze scholengemeenschap. HGW is van toepassing als een leerkracht, ouder of kind een zorgcoördinator of zorgteam benadert met een hulpvraag betreffende een leerling: er is een probleem/iets gaat niet goed, hoe komt dat en hoe kunnen we dat aanpakken?