Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen SafetyNet Electronic journals
Editie 117– Mei 2014
SHE manager chemie (logistiek) vermoedelijk één van de meest stressvolle banen van Nederland. Het is ernstig gesteld met de werkdruk van de SHE manager in de chemische logistiek. De Vereniging Nederlandse Chemische Warehousingbedrijven (VNCW), interviewde diverse functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid in de chemie en chemische logistiek. De verhalen die opgetekend werden waren regelmatig schrijnend: ‘Ik krijg hartkloppingen als de telefoon gaat’ vertelt een SHE manager, terwijl een ander bevestigd: ‘Ik functioneer allang niet normaal meer. Wanneer ik een alarm hoor breekt het zweet mij uit’.
INHOUD
Algemeen Pag 1
Veiligheid Pag 4
Rail Pag 5
Vervoer Pag 6
De Safety-, Health & Environment Manager kent veel verschillende benamingen: KAM manager, BRZO coördinator, SHEQ manager of SHE manager. Hoewel de gemiddelde SHE manager veel uitvoerende taken kent en daarin verantwoordelijk is voor de veiligheid, blijkt de functie in de praktijk toch veelal adviserend te zijn. De geïnterviewde functionarissen werken vooral binnen de chemische logistiek en een groot deel daarvan binnen bedrijven die onder de BRZO’99 vallen: de risicobedrijven. Een betrokken SHE manager: ‘In gedachte ben je er ‘s avonds mee bezig en sta je er ’s morgens mee op’. ‘Je bent voortdurend alert dat de telefoon over kan gaan en je bent voortdurend je mail aan het checken’; aldus een andere SHE manager. ‘Een vrije dag of een vakantie geeft nooit die rust die je nodig hebt. Je kunt ieder moment gebeld worden met een vraag of iets opgeslagen mag worden, dat er een brief met eisen van bevoegd gezag binnen is gekomen, dat de blusinstallatie afgekeurd is of waarom bepaalde stoffen niet in een bepaald magazijn opgeslagen mogen worden’. De belangen van je collega’s binnen het bedrijf liggen vaak op een ander vlak dan die van jou. Financiële-, logistieke- en commerciële belangen wegen ook zwaar. En dat is dan nog de praktijk van alle dag. Lees verder op: pagina 4.
Chemie en veiligheid in één dagdeel
Chemisch bedrijf krijgt boete
20% korting voor Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen lezers!
De Inspectie SZW heeft een chemisch bedrijf in Zuid-Holland een boete opgelegd van €150.000,-. De boete krijgt het bedrijf omdat zij “onvoldoende invulling had gegeven aan de identificatie van de gevaren en de beoordeling van risico’s ten aanzien van explosieveiligheid”.
SEVESO / BRZO 2015 - CLP / EUGHS 2015 - ADR 2015 - PGS 2015 Vaart Pag 7
Bedrijf Pag 8
Abonnement op de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? Lid worden kan al vanaf € 15,15,per jaar. www.gevaarlijkewww.gevaarlijke-stoffen.com/Lid Adverteren in de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? mail naar info@
[email protected]
In 2015 zal er veel veranderen op het gebied van chemische stoffen, de indeling en etikettering, de opslag, externe veiligheid en het vervoer over de weg. Laat u in één dagdeel informeren over de aanstaande wijzigingen. Vermeld ‘20%korting NGVST’ in het ‘inkoopnr’ veld om de korting te ontvangen. Donderdag 18 september 2014 Roermond http://tinyurl.com/q66hcfg Woensdag 24 september 2014 Dordrecht
€ 150.000,-
Het bedrijf gebruikt oplosmiddelen in haar productieproces en slaat deze ook op. De oplosmiddelen hebben als eigenschap dat ze brandbaar zijn en explosieve atmosferen kunnen vormen. Tijdens een inspectie in mei vorig jaar bleek dat het bedrijf de vorming van explosieve atmosferen in bepaalde gebieden op het bedrijfscomplex onvoldoende in beeld had. De verplichte veiligheidstudie waarmee de potentiële gevaren en de risico’s in beeld worden gebracht voldeed volgens de Inspectie niet. Het bedrijf kreeg van de Inspectie de tijd tot november 2013 om de vastgestelde overtreding ongedaan te maken. Bij een hercontrole bleek echter dat het bedrijf de veiligheidstudie nog steeds niet op orde had. Reden voor de Inspectie om een boete op te leggen. Het bedrijf heeft onlangs de boetebeschikking van € 150.000,ontvangen. Het bedrijf kan nog bezwaar maken.
Cursus PGS15 (gevaarlijke stoffen in opslag) 18 november 2014 in Utrecht: http://www.safetynet-nederland.nl/Cursusgvst99 1
Voorpublicatie ontwerp van beheer verpakkingen 2014
het
Besluit
In de Staatscourant 11354, 2014 is het ontwerp-Besluit beheer verpakkingen 2014 gepubliceerd. Staatssecretaris Mansveld nodigt betrokkenen uit om binnen vier weken na publicatie hun zienswijze te geven op deze concepttekst. Het Besluit beheer verpakkingen 2014 vervangt het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-11354.html
Falck bouwt eerste LNG oefenlocatie in Rotterdamse Haven Falck, gespecialiseerd in advisering en trainingen op het gebied van het bestrijden van calamiteiten en ongelukken in de industriële en publieke sector, is begonnen met de bouw van een oefenlocatie voor de bestrijding van calamiteiten met Liquefied Natural Gas (LNG, vloeibaar aardgas). Het Havenbedrijf Rotterdam en de gezamenlijke brandweer in het havengebied zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van de oefenlocatie. Brandweerkorpsen, medewerkers en bedrijfshulpverleners in de (petro)chemische industrie, weg- en watertransportsector en bij op- en overslagbedrijven, kunnen vanaf september 2014 in een realistische omgeving oefenen en trainen in het bestrijden van incidenten met LNG. LNG is op weg om dé brandstof te worden voor wegtransport en scheepvaart. Het past in het Europese beleid voor schonere brandstof. Het is niet alleen schoner maar ook goedkoper dan diesel. De investeringen in de productie, opslag en het vervoer van LNG nemen in Nederland fors toe. Deze ‘groene groei’ontwikkeling is van strategisch belang voor Nederland. Voorwaarde daarbij is dat de veiligheid rondom LNG wordt geborgd. Daarom zet Falck haar kennis (in nauwe samenwerking met Falck RPI uit Engeland) en samenwerkingsnetwerk actief in. Het resultaat daarvan is de bouw van deze LNG-oefenlocatie. De eerste in Nederland. Primagaz is verantwoordelijk voor de eerste levering van LNG ten behoeve van de Falck-oefenlocatie. Aardgas wordt vanuit gasvelden getransporteerd naar LNGfabrieken aan land (zogenaamde liquefaction terminals). Daar wordt er LNG van gemaakt en vervolgens bij extreem lage temperaturen (-162˚ C) getransporteerd naar opslagterminals (regasification terminals) voor verdere distributie naar de klanten. LNG is reuk- en kleurloos, niet giftig en niet bijtend.
ADR 2013-2014 voor het vervoer gvst. http://www.safetynet-nederland.nl/ADR2013-2014
Risicobedrijven ‘blootgelegd’ op internet. Deze maand komen op www.brzoplus.nl samenvattingen beschikbaar van inspecties bij bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, de zogenaamde BRZO-bedrijven*. Op korte termijn kunnen we dus meekijken met wat controleurs her en der in Nederland aantreffen. De belangrijkste doelgroep zijn burgers die specifieke interesse hebben in inspectieresultaten, bijvoorbeeld omdat ze dichtbij een risicobedrijf wonen. Het gaat er vooral om het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van bedrijven terug te winnen. Jargon is uit den boze en samenvattingen zijn nooit langer dan twee A4-tjes. Inspecteurs gaan zelfs op schrijfcursus om rapporten zo publieksvriendelijk mogelijk te verwoorden. De beer is los, zou je zeggen. Weer een nieuw platform waar bedrijven eens flink te kakken worden gezet. Dit is echter te kort door de bocht. Voor publicatie gaan de inspectierapporten, inclusief publieksvriendelijke samenvatting, eerst naar het desbetreffende bedrijf. Mocht een bedrijf het niet eens zijn met de samenvatting, kan deze een eigen zienswijze indienen en eventueel verbod op publicatie afdwingen via de rechter. Echter, wie goed presteert, heeft niets te vrezen. Sterker nog, voor bedrijven is het juist een kans om te laten zien hoe het wel moet. De VNCI (De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie) stimuleert het initiatief juist en is groot voorstander van transparantie.
Aankondiging publicatie advies ‘Milieuschade verhalen, advies over financiële zekerheidsstelling risicobedrijven’ De Rli brengt op 3 juni 2014 het briefadvies 'Milieuschade verhalen, advies over financiële zekerheidsstelling risicobedrijven' uit over de mogelijkheden van financiële zekerheidsstelling voor aansprakelijkheid bij milieuschade. Dit gaat over milieuschade die ontstaat of aan het licht komt bij de bedrijfsbeëindiging van majeure risicobedrijven (vallend onder het Brzo-besluit). Daarbij kijkt de raad ook naar de verzekerbaarheid van deze aansprakelijkheid. Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu heeft de Rli om dit advies gevraagd. De directe aanleiding voor de adviesvraag was het debat over externe veiligheid in de Tweede Kamer (december 2013) en de aangenomen motieVan Tongeren). Ook het Rli-advies Veiligheid bij Brzobedrijven, verantwoordelijkheid en daadkracht veiligheid' (juni 2013) vormde aanleiding voor dit briefadvies. Bij het beoordelen van de waarde en de rol van financiële zekerheidsstelling bij de beperkte groep van Brzo- en IPPC categorie 4 bedrijven richtte de raad zich op twee effecten: - De mate waarin het stellen van financiële zekerheid het verhalen van de kosten van milieuschade vergemakkelijkt, en daarmee voorkomt dat de kosten bij een overheid terechtkomen - De mate waarin het stellen van financiële zekerheid een prikkel tot preventie van milieu-incidenten is.
2
'Rotte-eierenlucht’ in Deurne kan gezondheidsklachten veroorzaken. Op verschillende plaatsen in Deurne komen gevaarlijke concentraties waterstofsulfidegas vrij als er grondwater wordt opgepompt. De penetrante rotte-eierenlucht die wordt geroken kan misselijkheid, hoofdpijn en prikkende ogen veroorzaken. Als een van de mogelijke oorzaken wordt mest op landbouwgrond genoemd.
Inspectie SZW: naleving chemiesector nog te laag De Inspectie SZW heeft een factsheet gepubliceerd met de inspectieresultaten van 2013 rond veilig en gezond werken in de Aardolie, Chemie, Farmacie, Kunststof en Rubber (ACFKR).
Link naar het rapport: http://tinyurl.com/pfc5yau
De gemeente Deurne heeft dat donderdagavond bekendgemaakt naar aanleiding van resultaten van uitgebreid onderzoek. In december 2012 werden een kind en later een medewerker van het waterschap onwel bij het nieuwe speelpompje in het Zandbos. Advies: stoppen met gebruik grondwater als rotte-eierenlucht wordt geroken. Inwoners van Deurne wordt geadviseerd te stoppen met het gebruik van grondwater zodra de rotte-eierenlucht wordt geroken. Er werden in de buitenlucht in Deurne concentraties waterstofsulfidegas gemeten die minimaal 2 keer te hoog zijn. Het is de eerste keer dat dit soort metingen zijn gedaan. Omdat het probleem vermoedelijk op meerdere plaatsen speelt laat de provincie ook een onderzoek doen in de rest van NoordBrabant. Een eerste onderzoek in 2013 bevestigde de verhoogde waarde aan H2S-gas (waterstofsulfide-gas), maar toen werd er geconcludeerd dat er geen gevaar was voor de volksgezondheid. Later werd door gemeente, waterschap en provincie besloten om diepgravender onderzoek te doen om zo meer duidelijkheid rond de oorzaken te verkrijgen. Er werd een speciaal team samengesteld, bestaande uit geohydroloog Boukes, hoogleraar toxicologie Rientjens en biogeochemicus Smolders. Zij hebben nu hun onderzoek afgerond. Ook zij constateren verhoogde waardes aan waterstofsulfidegas, die kunnen leiden tot gezondheidsklachten, zoals misselijkheid, hoofdpijn en prikkende ogen. Deze klachten zijn volgens de onderzoekers tijdelijk en nemen af na beëindiging van de blootstelling. Volgens de onderzoekers is er geen duidelijke oorzaak, maar gaat het om 'een combinatie van factoren'. Het expertpanel beveelt extra onderzoek aan, omdat de verhoogde waardes niet alleen in Deurne voorkomen, maar ook elders in het land.
Interactieve kaart wijst Amerikaanse scholen op chemiebedrijven in de buurt Een op de tien schoolkinderen in de VS krijgt les op minder dan een mijl afstand van een locatie waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. En de meeste van die 4,6 miljoen kinderen hebben geen benul, claimt het Center for Effective Government, een pressiegroep van bezorgde burgers in Washington DC. Vandaar dat de club een interactieve landkaart online heeft gezet waarop zowel de ‘bedreigde’ scholen als de risicolocaties kunnen worden aangeklikt. Bij die locaties is dan weer achtergrondinfo aanklikbaar, zoals de aard van de activiteiten, de aanwezige stoffen, de veiligheidsmaatregelen en (indien van toepassing) het aantal recente incidenten. Het betreft bedrijven die onder het Risk Management Program van het overheidsmilieubureau EPA vallen omdat ze werken met bepaalde hoeveelheden stoffen die gevaarlijk zijn voor de omgeving als ze lekken of ontploffen. Enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse BRZO-regeling dus, al zullen de voorwaarden wel verschillen. http://tesla.foreffectivegov.org/RMPOne/bin-release/
Vierjarige aanpak van beroepsrisico nummer 1: werkstress Een derde van het werkgerelateerde ziekteverzuim wordt veroorzaakt door werkstress. Daarmee is stress op de werkvloer het grootste beroepsrisico in ons land. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gaat daarom de komende vier jaar samen met werkgevers en werknemers werkstress verder bespreekbaar maken en aanpakken. Ook de Inspectie SZW gaat de komende jaren extra controleren op gezonde werktijden, werkdruk en agressie op de werkvloer, zo schrijft de minister in een brief die gisteren aan de Tweede Kamer is gestuurd. Minister Asscher heeft gisteren in Den Haag in het bijzijn van werkgevers en werknemers het startsein gegeven voor een plan om werkgerelateerde stress aan te pakken. Op deze bijeenkomst lanceerde Asscher ook de communicatiecampagne ‘Check je Werkstress’. Deze campagne is bedoeld om werkgevers en werknemers te wijzen op de risico’s van teveel werkstress en moet ervoor zorgen dat het onderwerp bespreekbaar wordt op de werkvloer. In de campagne staan ervaringsverhalen van bekende en onbekende Nederlanders centraal. Zo vertellen onder meer Hugo Borst en Leontien van Moorsel over hun ervaringen met werkstress. Minister Asscher: ‘Het is nu vaak nog een taboe om over werkstress te praten, daar schamen werknemers zich voor. Maar de bekende uitspraak ‘van hard werken wordt niemand ziek’, klopt in de praktijk niet. Met hard werken is niks mis, maar de randvoorwaarden om dit te kunnen doen moeten er wel zijn. Bijvoorbeeld dat je naast je werk ook de zorg op je kunt nemen voor een familielid of vriend. En dat er op je werk geen sprake is van agressie, pesten en intimidatie. Ik wil dat het normaal wordt dat werkgevers en werknemers werkstress met elkaar bespreken en aanpakken’. Verder kondigt de minister in zijn brief een landelijke Week van de Werkstress aan. Ook gaat het ministerie van SZW bijeenkomsten organiseren waar werkgevers en werknemers goede voorbeelden over het omgaan met werkstress uitwisselen die ze direct op de werkvloer kunnen toepassen.
BLOOTSTELLINGSGEVAAR? http://www.blootstellingsrapportage.nl/ 3
Jaarverslag Inspectie SZW: gerichte aanpak op mogelijke overtreders wetten is succesvol De Inspectie SZW heeft in 2013 succesvol geïnvesteerd in een risicogerichte aanpak. Hierdoor is het aantal werkgevers, dat op het terrein van ‘Eerlijk werken’ een boete kreeg gestegen tot ruim 24%. Dit is een stijging van ruim 14% ten opzichte van 2012. Ook bij het toezicht op ‘Gezond en veilig werken’ was het handhavingpercentage bij de meeste sectoren in 2013 hoger dan in 2012. Dit staat in het jaarverslag over 2013 van de Inspectie SZW. Met haar toezicht en opsporing richt de Inspectie SZW zich op het aanpakken van misstanden en notoire overtreders die (ernstige) maatschappelijke schade veroorzaken. Daarbij heeft de Inspectie vooral aandacht voor niet-zelfredzame groepen (mensen die veelal ongeschoold werk doen en een lage opleiding hebben), die niet de kennis of positie hebben om zelf voor hun arbeidsomstandigheden en -voorwaarden op te komen. De Inspectie SZW wil daar zijn waar zij het hardst nodig is. De inspectieresultaten over 2013 laten zien dat het op de Nederlandse arbeidsmarkt nog lang niet overal goed gaat. De rol voor de Inspectie blijft dan ook onverminderd belangrijk. De Inspectie heeft in dit kader in 2013 4.930 inspecties uitgevoerd. Daarbij heeft zij 7.362 werkgevers gecontroleerd. Het aantal werkgevers dat een boete kreeg is door de gerichte controle acties gestegen tot ruim 24%. Dit is een stijging van ruim 14% t.o.v. 2012. In het domein ‘Gezond en veilig werken’ legt de Inspectie SZW de nadruk op de sectoren waar de risico’s het grootst zijn. In 2013 heeft de Inspectie 14.865 inspecties uitgevoerd. Dat de Inspectie zich daarbij met succes richt op de bedrijven waar de risico’s zich voordoen, blijkt uit het feit dat het handhavingpercentage bij de meeste geïnspecteerde sectoren in 2013 hoger lag dan in 2012. Bijvoorbeeld bij de grond-, wegen waterbouwinspecties was het handhavingpercentage 63% in 2012 en 70% in 2013. De Inspectie heeft in het verslagjaar 2.086 onderzoeken uitgevoerd naar aanleiding van arbeidsongevallen, een lichte stijging in vergelijking met 2012 (2.026 uitgevoerde ongevalonderzoeken). De Inspectie maakt zich zorgen over de risico’s voor gezond en veilig werken. Dit omdat de naleving van de arbozorgverplichtingen bij bedrijven al een aantal jaar op rij te wensen overlaat. De Inspectie stelt dit in haar jaarverslag over 2013 expliciet aan de orde. De Inspectie stelt daarbij vast dat het gedrag van zowel managers als medewerkers tekortschiet. Het gaat dan bijvoorbeeld om het niet dragen van voorgeschreven beschermingsmiddelen en om het achterwege late van veiligheidsvoorzieningen. De inspectie vraagt hiervoor nadrukkelijk aandacht. Vaak doen de grootste risico’s zich voor bij complexe sectoren waarbij veel bedrijven en werknemers betrokken zijn. Het gaat dan onder andere om de bouw, de metaalsector en de asbestsector. In al deze sectoren constateerde de Inspectie SZW in 2013 veel overtredingen. De naleving van regels is in de genoemde sectoren onvoldoende tot slecht te noemen. Dit levert gevaren op voor werknemers. Zo komen in de bouw nog steeds veel ongevallen voor: een kwart van de onderzochte ongevallen is een ongeval in de bouwnijverheid. Bij 377 Brzo-bedrijven (bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn) heeft de Inspectie SZW op locatie geïnspecteerd. De nadruk lag daarbij op de opsporing en aanpak van slecht presterende bedrijven. De Inspectie SZW heeft ruim 250 waarschuwingen en 229 eisen tot aanpassing gegeven aan deze hoog risicobedrijven. Bij 22 bedrijven in deze categorieën zijn productieonderdelen tijdelijk stilgelegd. Een enkel bedrijf heeft daarna de ondernemingsactiviteiten gestopt
Vervolg van pagina 1—‘Je voortdurend bewust zijn, ieder moment, dag of nacht, dat er iets mis kan gaan en dat jij als functionaris van je bed gelicht kan worden en dagen ondervraagd kan worden alsof je een crimineel bent. Je voortdurend bewust zijn van het gegeven dat jij voor het hekje zal staan en dat allemaal voor het salaris van een buschauffeur. Dat werpt de vraag of dat het allemaal waard is’. ‘Er is een angstklimaat gecreëerd door de overheid’; aldus een geïnterviewde ’waarbij valse discussies ontstaan. Het resulteert er in dat er een ‘overtreding’ geconstateerd wordt terwijl er één label van een verpakking is afgevallen. Feit is dat de chemische keten één van de veiligste ketens is. ‘ Er wordt onvoldoende rekening gehouden met wat de SHE manager doet en wie hij of zij is. ’Een goede SHE manager voelt zich als geen ander verantwoordelijk voor het functioneren van de hele site. Iedere SHE manager is zich bewust van de zwakke schakels binnen zijn of haar bedrijf. Maar hij of zij kan er niets aan doen dat een medewerker de lepel van zijn heftruck niet onder een pallet steekt, maar er tegen aan en dat de pallet van de ligger af geduwd wordt. Het blijft mensenwerk, hoe goed je de zaakjes voor elkaar hebt’. De VNCW pleit al langer voor proportionaliteit op het gebied van veiligheid en vraagt de overheidsinstanties op een eerlijke wijze het kaf van het koren te scheiden. De chemische logistiek is een mooie – en onmisbare schakel in de keten. ‘De meeste bedrijven in deze branche zijn voortdurend met veiligheid bezig. De functionarissen binnen deze risicobedrijven zijn daar dag en nacht mee bezig. Een respectvolle behandeling van diegene die deze veiligheid moeten bewaken is het minste wat ze mogen verwachten’.
Broom moet uit frisdrank. Onder druk van consumenten haalt Coca-Cola een additief uit de Fanta. De stof is omstreden omdat hij ‘een element bevat dat ook in vlamvertragers zit’, schrijft de BBC op haar website. Het gaat om gebromeerde plantaardige oliën (BVO), die in de VS al sinds 1931 worden gebruikt als additief in citrushoudende dranken. Het zijn triglyceriden die gedeeltelijk worden gebromeerd om de soortelijke massa in te stellen. Vervolgens meng je ze met de relatief lichte citrusolie tot je uitkomt op precies dezelfde soortelijke massa als de rest van de frisdrank. Zo voorkom je dat de geëmulgeerde oliedruppeltjes naar boven komen drijven als de fles te lang blijft staan. Probleem met broom is dat je er een vergiftiging van kunt oplopen als je er continu te veel van binnenkrijgt. Geheugenverlies en spierproblemen zijn de meest opvallende symptomen. Vandaar dat BVO’s in Europa, India en Japan verboden zijn, terwijl in de VS een grens van 15 ppm geldt. Die hoeveelheid is veilig zolang je niet meer dan een paar liter BVO-houdende frisdrank per dag consumeert, en de redenering lijkt te zijn dat je sowieso niet goed wijs bent als je dat wél doet. Het betekent dat in de VS wél BVO’s zitten in producten als Fanta, Mountain Dew en Gatorade, terwijl er in Europa alternatieven worden toegepast zoals glycerolesters van rosine en sucroseacetaat-isobutyraat. Zodat consumentengroeperingen een argument hebben om ook in de VS een andere receptuur te eisen: het kán immers. En broom is eng, vanwege die vlamvertragers. Vorig jaar kregen ze PepsiCo al zo ver dat BVO’s uit de Gatorade verdwenen, en na een online-petitie heeft Coca-Cola nu beloofd om voor het eind van het jaar helemaal met BVO’s te stoppen - PepsiCo is dat eveneens van plan. Waarbij een woordvoerder van Coca-Cola benadrukt dat het géén kwestie van veiligheid is. bron: BBC
Infomil gaat informeren over Basisnet Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft Kenniscentrum InfoMil de opdracht gegeven om de kennisoverdracht over het Basisnet te verzorgen. Om goed aan te sluiten bij de kennis- en informatiebehoefte van de organisaties organiseerde InfoMil op 1 april 2014 een workshop. Naar verwachting treedt op 1 juli 2014 de regelgeving voor het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in werking.
Kabinet pakt overlast door vuurwerk aan Het kabinet verkort de verkoop- en afsteektijden voor vuurwerk. Vanaf dit jaar mag vuurwerk enkel nog op oudjaarsavond worden afgestoken vanaf 18.00 uur en niet meer vanaf ’s ochtends 10.00 uur. Ook mag vuurwerk voortaan op twee in plaats van drie werkdagen worden verkocht. Verder wordt met een vergunningsstelsel de import van illegaal en zwaar vuurwerk beperkt. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu willen zo de overlast en onveiligheid door vuurwerk verminderen, zodat voor meer mensen de jaarwisseling een feest kan zijn. Het kabinet heeft met deze maatregelen ingestemd.
Brand chemietanker op Waal bij Nijmegen als oefening Als de blusboot van de Nijmeegse brandweer met volle kracht voorbijvliegt over de Waal is er sprake van een stevige calamiteit. Of er is een brandoefening. Zoals deze woensdagochtend. Op de rivier stond voor de oefening zogenaamd een chemietanker in brand en was een denkbeeldige persoon vermist. Met dat scenario voerde de brandweer in samenwerking met Rijkswaterstaat een realistische oefening uit. In de motorkamer van een chemietanker die nafta had vervoerd, was brand uitgebroken. De tanker was leeg maar nog niet ontgast waardoor speciale voorzorgsmaatregelen bij de brandbestrijding nodig waren. Brandbestrijding, hulpverlening en slachtofferhulp stonden centraal tijdens de oefening. De brandweer rukte uit richting monding van het MaasWaalkanaal voor het zogeheten 'incident schip'. Daar lag de tanker van Somtrans stil. Brandweerlieden gingen aan boord om vast te stellen wat de precieze calamiteit was. Volgens officier van dienst Rikken verliep de realistische oefening naar wens. Aan de oefening deden behalve de brandweerlieden die aan boord van het schip gingen ook een adviseur gevaarlijke stoffen mee. Ook waren er bedrijfshulpverleners betrokken. De hulpdiensten stonden voortdurend in contact met de politiemeldkamer, de verkeerspost van Rijkswaterstaat en de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Vanaf de Pannenkoekenboot konden persvertegenwoordigers getuige zijn van de oefening.
Multilateral Special Agreement RID 3 /2014 under section 1.5.1 on designing vacuum-operated waste tanks to be explosion pressure shock resistant (1) By derogation from the provisions of sub-section 6.10.3.8 (b) of RID, a device to prevent im-mediate passage of flame need not be fitted when the tank is capable of withstanding, without leakage, an explosion resulting from the passage of flame into the tank and when precaution are taken to avoid the propagation of the effects of the ignition outside the tank itself, when a vacuum pump/exhauster unit which may provide a source of ignition is used to fill or discharge flammable liquids. (2) This Multilateral Special Agreement shall be valid until 31 December 2014 for the carriage on the territories of the RID Contracting States signatory to this Agreement. If it is revoked before that date by one of the signatories, it shall remain valid until the above mentioned date only for carriage in the territories of those RID Contracting States signatory to this Agreement which have not revoked it
Dangerous goods Database Benelux!
Slechts: € 99,- Klik hier: http://tinyurl.com/o8ld6dn
Infrabel sleept betrokkenen Wetteren voor de rechter
treinramp
Spoorbeheer Infrabel heeft alle betrokkenen van de treinramp in het Belgische Wetteren voor de rechter gesleept omdat de kosten als gevolg van het ongeluk te hoog oplopen. Infrabel wil dat ook NMBS Logistics, DB Schenker Rail en de verzekeraars daaraan meebetalen. Een Nederlandse machinist bestuurde de goederentrein van DB Schenker Rail ten tijde van het ongeval. Deze trein reed onder de vlag van Belgische NMBS. Onderzoek van de rechtbank in Dendermonde moet nog uitwijzen wie er verantwoordelijk is voor de treinramp, maar Infrabel wil dat alle betrokkenen meebetalen aan de voorfinanciering. De totale kosten van de treinramp lopen inmiddels in de miljoenen euro’s. In Wetteren vond een jaar geleden een grote treinramp plaats nadat een goederentrein met giftige stoffen onspoorde en daarna giftige dampen verspreidde via de riolering. Daarbij kwam een persoon om het leven en raakte een honderdtal mensen gewond. Ongeveer vierhonderd mensen moesten hun huis verlaten. Infrabel betaalde al meer dan 130 getroffen gezinnen in de omgeving van de plek van de ramp een schadevergoeding uit. Daarnaast betaalde de spoorbeheerder de kosten van het herstellen van de infrastructuur en de bovenleiding. Maar er werden ook nog andere kosten gemaakt, zoals het afvoeren van het met gif vermengde bluswater. Woordvoerder Thomas Baeken van Infrabel: “De ketelwagens van de goederentrein vervoerden de chemische stof acrylonitril. Het bluswater van de brandweer heeft zich vermengd met de giftige stoffen. Dit water moest opgevangen worden en getransporteerd worden met schepen. Deze schepen moesten daarna worden gereinigd. Daarvan krijgen wij nu nog facturen binnen.” “Wij vinden dat wij als overheidsbedrijf de plicht hebben om ervoor te zorgen dat de schade zo veel mogelijk beperkt wordt voor mens en milieu. Als wij die facturen niet zouden betalen, wie zou het dan wel doen? Wij nemen onze verantwoordelijkheid hierin maar wij vinden wel dat alle betrokken partijen hun schouders hieronder moeten zetten. De bedragen zijn te hoog om door één bedrijf alleen betaald te worden”, aldus Baeken.
5
Ruim 1 miljoen aan boetes opgelegd in transportsector
Oefenvragen ADR veiligheidsadviseur
De Inspectie SZW heeft de afgelopen periode voor ruim 1 miljoen euro aan boetes opgelegd tegen 16 transportondernemers. In alle gevallen betrof het chauffeurs die niet beschikten over de benodigde werkvergunning.
1. De hoogst toelaatbare massa van de vulling per liter inhoud van UN1061 METHYLAMINE, watervrij betreft: 0,81 kg; 0,58 kg; 0,78 kg; 1,51 kg.
In de transportsector wordt door de Inspectie vooral gecontroleerd op overtreden van de Wav (Wet arbeid vreemdelingen) en de Wml (Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag). Bij de controles worden vooral die werkgevers geïnspecteerd waarbij het risico van het niet naleven van de regels het grootst is. De controles van de Inspectie SZW in de afgelopen periode hebben er toe geleid dat bij 16 transporteurs overtredingen van de Wav zijn geconstateerd. In totaal gaat het hierbij om 94 werknemers die niet beschikten over de benodigde werkvergunning. Het totale boetebedrag dat is opgelegd bedraagt € 1.239.875,-. Voor een overtreding van de Wav was de hoogte van de boete in 2012 nog € 8.000,-, vanaf 1 januari 2013 is de hoogt € 12.000,-. De werknemers kwamen onder meer uit Hongarije, Bulgarije, Roemenië en Rusland. Op dit moment is al aan ruim € 350.000,- aan boetes ontvangen. Een aantal transportondernemingen heeft een beroepsprocedure ingesteld. Op dit moment lopen er nog een aantal onderzoeken die nog niet zijn afgerond. Ook dit jaar wordt er gecontroleerd in de transportsector. Waarbij de Inspectie vooral naar die bedrijven gaat waar de afgelopen jaren overtredingen zijn geconstateerd en bedrijven met een hoog risicoprofiel op schijnconstructies. Ook wordt gebruik gemaakt van meldingen die bij de Inspectie binnen komen van vakbonden en werkgeversorganisaties. Eind vorige week kon, na een melding van de FNV nog een transporteur worden aangehouden op verdenking van mensenhandel. Vermoedelijk is hier sprak van een schijnconstructie. Hierbij wijkt de feitelijke situatie af van de situatie zoals die wordt voorgespiegeld. Dit met het doel om wet- en regelgeving te omzeilen. Dit is ongewenst en leidt tot oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Ongewenst voor werknemers omdat het leidt tot verdringing, onderbetaling en soms zelfs uitbuiting. Ongewenst voor ondernemers omdat er geen gelijk speelveld meer is om op te ondernemen. Ongewenst voor de overheid vanwege het mislopen van premies en belastingen en het betalen van extra uitkeringslasten als werknemers als gevolg van oneerlijke concurrentie worden ontslagen.
Ongeval gevaarlijke stoffen bij Fortex in Nijkerk Op maandag 19 mei is de brandweer van Nijkerk omstreeks 9:00 uur gealarmeerd voor een ongeval met gevaarlijke stoffen. Ook meetploegen van omringende korpsen werden opgeroepen. Het ongeval vond plaats bij Clean Lease Fortex aan de Watergoorweg. Het pand is volledig ontruimd. Een ambulance is uit voorzorg ter plaatse. Brandweerlieden met gasmakers op lopen met meetapparatuur bij het pand. Ook bij een kinderdagverblijf aan de overkant van het pand worden metingen verricht. Het is nog onbekend om welke stof het gaat.
Antwoord: b 2. Stelling: Op een oververpakking moeten de volgende aanduidingen zijn aangebracht: het UN-nummer, de etikettering en de kenmerking voor milieugevaarlijke stoffen voor alle afzonderlijke gevaarlijke goederen die in de oververpakking aanwezig zijn. Deze stelling is juist; Deze stelling is onjuist. Antwoord: b (het woord OVERVERPAKKING ontbreekt) 3. Op verpakkingen van 5 liter moet de afmeting van het UN -nummer: Minstens 5 mm hoog zijn; Minstens 6 mm hoog zijn; Minstens 12 mm hoog zijn; Leesbaar zijn. Antwoord: d (5.2.1.1.) Geen eigen vervoer gevaarlijke stoffen, toch veiligheidsadviseur nodig Iedere onderneming die gevaarlijke stoffen over de weg vervoerd moet over een ADR veiligheidsadviseur beschikken. Niet veel bedrijven realiseren zich, dat ook de bedrijven die gevaarlijke stoffen verpakken, beladen, vullen of lossen een veiligheidsadviseur moeten aanstellen. Dit betekent dat ondanks dat je dus niet zelf vervoert, maar bijvoorbeeld wel verpakkingen vult en deze via een transporteur laat vervoeren over een adviseur dient te beschikken. Veel bedrijven zijn zich daarvan niet bewust, maar de verplichting kan met het niet naleven tot hoge boetes leiden, temeer daar het hier om wettelijke overtredingen gaat. De controles op bedrijven die niet zelf vervoeren, maar juist laten vervoeren of stoffen ontvangen nemen het laatste jaar flink toe, meldt SafetyNet Nederland. De veiligheidsadviseur is de specialist op het gebied van de voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, die in dienst van het bedrijf kan zijn, maar mag ook ingehuurd worden. De functie en de taken van de veiligheidsadviseur zijn geregeld in hoofdstuk 1.8 van het ADR (VLG) en deze omvatten onder andere het adviseren van het bedrijf over het vervoer van gevaarlijke stoffen, het toezien op de naleving van de regels en het maken van een jaarverslag gevaarlijke stoffen. Niet alle bedrijven die gevaarlijke stoffen laten vervoeren of ontvangen zijn verplicht een veiligheidsadviseur in te zetten. De uitzonderingen zijn echter beperkt. In het VLG (Vervoer over Land van Gevaarlijke stoffen) wordt aangegeven wat de uitzonderingen zijn. Een vrijstelling van het ADR genoemd in randnummer 1.1.3.1, de 1000-punten-regeling (beperkte hoeveelheid) of wanneer er sprake is van gelimiteerde/ vrijgestelde hoeveelheden. Het is raadzaam bij twijfel een veiligheidsadviseur te raadplegen.
http://www.safetynet-nederland.nl/MSDS-opstellen/
6
Halt aan ontgassen van binnenvaartschepen Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam hebben bestuurlijk overeenstemming bereikt over het terugdringen van ontgassingen door varende binnenvaartschepen. Het terugdringen van ontgassingen met het schadelijke benzeen, benzeenhoudende en op termijn ook andere vluchtige stoffen zal een positief effect hebben op milieu en gezondheid. Overeenstemming is er over de uitwerking van een samenhangend pakket van internationale, nationale, regionale en lokale maatregelen. De maatregelen bestaan uit een convenant met het bedrijfsleven op nationaal en regionaal niveau en verbodsbepalingen in internationale, nationale, regionale en lokale regelgeving. Het pakket treedt vanaf 2015 in werking en is naar verwachting in 2018-2020 volledig gerealiseerd. Samenwerking met andere overheden, met name provincies, waarvoor dit pakket van maatregelen ook relevant kan zijn, wordt gezocht. Nadat schippers hun lading hebben gelost is het soms nodig om de ruimen te ontdoen van restanten van die lading. Waar het vluchtige stoffen betreft wordt dit vaak gedaan door middel van het ontgassen van het schip. De ruimen zijn dan weer schoon en klaar voor de volgende lading. De dampen die vrijkomen bij ontgassen veroorzaken soms stankoverlast. Bij langdurige blootstelling kunnen ze schadelijk zijn voor de omgeving. Met ontgasinstallaties op de wal of op het schip kunnen schepen gecontroleerd worden ontgast. Het ministerie werkt in internationaal verband in het kader van het internationaal scheepsafvalstoffenverdrag CDNI aan een verbod op varend ontgassen, net als in Duitsland en Belgie. Dit verbod is naar verwachting in 2018-2020 van kracht. In de aanloop daar naartoe wordt een nationaal convenant (green deal) opgesteld met brancheorganisaties van de chemie (VNCI), tankopslag (VOTOB), raffinaderijen (VNPI) en binnenvaart (CBRB en BLN) om al eerder tot reductie van ontgassingen te komen. Staatssecretaris ministerie Infrastructuur en Milieu Wilma Mansveld: “ Ik wil mij samen met de andere partijen inzetten om het ontgassen in bewoond gebied zo snel mogelijk een halt toe te roepen. Want de gezondheid van omwonenden en schippers staat voor mij voorop“ Provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland hebben het voornemen om met uitbreiding van hun provinciale milieuverordeningen een verbod op het varend ontgassen van benzeen met ingang van 1 januari 2015 en het ontgassen van benzeenhoudende producten (10% benzeen of meer) per 1 januari 2016 op te leggen. Aan het Hollands Diep bij Moerdijk is inmiddels een ontgasinstallatie beschikbaar. Provincie Zuid-Holland gedeputeerde Rik Janssen: “We pakken de schadelijke gevolgen van het ontgassen voor omwonenden van de vaarroutes en van de havens van Rotterdam, Dordrecht en Moerdijk stevig aan. Ik hoop van harte dat ook overheden en bedrijven in andere gebieden zich snel aan zullen sluiten. Ik ben trots en blij dat wij met alle betrokken overheden en de industrie voor een schonere leefomgeving voor onze inwoners gaan zorgen".
Provincie Noord-Brabant gedeputeerde Johan van der Hout “We zijn rond Moerdijk al een hele tijd bezig met het tegengaan van de uitstoot van benzeen in de buitenlucht. Die wordt deels veroorzaakt doordat schepen op het Hollands Diep met de luiken open varen om te ontgassen. Deze overeenkomst is dan ook een flinke stap in de goede richting”. De gemeente Rotterdam zet samen met het bedrijfsleven door middel van een regionaal convenant (regionaal afsprakenkader Rijnmond) in op de beschikbaarheid van voldoende ontgassingscapaciteit in het Rotterdamse havengebied. Hiermee hebben schippers een alternatief voor het ontgassen naar de buitenlucht. Daarnaast onderzoekt de gemeente Rotterdam of het aanvullend aan de provinciale milieuverordening nodig is om de gemeentelijke havenverordening aan te passen. Havenwethouder Jeannette Baljeu, Rotterdam : “Ik ben trots dat we deze overeenstemming hebben bereikt. Het is belangrijk voor de gezondheid van Rotterdammers en het is goed om nu duidelijkheid te kunnen scheppen naar de sector. Rotterdam heeft hier een voortrekkersrol in gespeeld en we zien nu het succes van de gezamenlijke inzet met de DCMR Milieudienst Rijnmond, Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs''. Het pakket van de gezamenlijke aanpak bestaat dus uit: a. Nationaal convenant (green deal) door ministerie van Infrastructuur en Milieu met branche-organisaties per 1 januari 2015 in te gaan voor benzeen en start onderzoek aanpak benzeenhoudende vluchtige stoffen. b. Verbod op ontgassingen te regelen via de provinciale milieuverordening van provincie Noord-Brabant en provincie Zuid-Holland voor benzeen per 1 januari 2015 en benzeenhoudend per 1 januari 2016. c. Regionaal convenant (regionaal afsprakenkader Rijnmond) waarin voor het Rijnmondgebied afspraken worden gemaakt tussen onder meer Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs, en individuele bedrijven over het terugdringen van ontgassingen en het realiseren van techniek om ontgassingen te kunnen uitvoeren. d. Nationaal verbod op benzeen. Inzet ministerie van Infrastructuur en Milieu vooruitlopend op CDNI verdrag. Zodra er in CDNI kader internationaal voldoende overeenstemming is om over te gaan tot een CDNIverbod is er basis voor een nationaal verbod op het ontgassen van benzeen en van nog te bepalen andere zeer zorgwekkende vluchtige stoffen.
Gevaarlijke stoffen cursus bij u in het bedrijf? Mail uw wensen naar
[email protected] voor een cursus op maat en zorg ook dat uw medewerkers zijn opgeleid.
7
Waterwet wijzigt: heffing op lozen zware metalen en zouten vervalt14 mei 2014
Aanwijzing laad- en losplaats aan rechterzijde van het Julianakanaal
de
De Minister van Infrastructuur en Milieu als bevoegde autoriteit als bedoeld in bijlage 4 van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen maakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat zij het volgende besluit heeft genomen: Besluit Gelezen het verzoek van OCI Nitrogen B.V. van 9 juli 2013, zoals aangevuld c.q. gewijzigd op 20 december 2013, 20 januari, 17 maart, 22 april en 23 april 2014, en gelet op de bepalingen van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen, op grond van randnummer 7.2.4.7.1 van de Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN), de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de Minister van Infrastructuur en Milieu: 1. de locatie aan de rechterzijde van het Julianakanaal tussen km 14.495 en 14.83 in de gemeente Stein, lokaal bekend aan de waterzijde van het terrein gelegen tussen de Buitenhavenweg en de Paalweg, aan te wijzen als laad- en losplaats van ammoniak en urean voor tankschepen. 2. het verzoek van 9 juli 2013 zoals gewijzigd c.q. aangevuld deel te laten uitmaken van het besluit. 3. dat van de laad- en losplaats gebruikgemaakt mag worden:
Per 1 juli verandert de Waterwet. Vanaf die datum wordt de regeling van de verontreinigingsheffing vereenvoudigd. Om de administratieve en bestuurlijke lasten terug te dringen, vervalt de heffing op het lozen van zware metalen en zouten voor het rijk en de waterschappen. Wel wordt het heffingstarief verhoogd, van € 35,50 naar € 37,28. In samenhang met de vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing in de Waterwet wordt ook de Waterregeling per 1 juli gewijzigd. Tevens wordt daarbij voor het bepalen van het chemisch zuurstofverbruik naast de huidige NEN6633-methode ook de zogenoemde ‘cuvettentest' (NENISO 15705) mogelijk gemaakt. Hoogwaterbeschermingsprojecten De Waterwet regelt nu ook dat de provincie waterbeheerplannen van waterschappen niet meer hoeft goed te keuren. Deze regeling was afgesproken in het kader van het Bestuursakkoord Water (2011). Daarnaast worden het nationale waterplan, het regionale waterplan en de waterbeheerplannen uitgesloten van beroep. Zo kunnen bijvoorbeeld hoogwaterbeschermingsprojecten sneller en goedkoper worden uitgevoerd. Plannen en procedures veroorzaken vaak extra kosten en vertraging bij waterveiligheidsprojecten. Ook staat bureaucratie innovaties in de weg. Commissie van Advies opgeheven Verder is met de wetswijziging de Commissie van Advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW) formeel opgeheven. CAW was al sinds 1 januari van dit jaar niet meer actief. Het kabinet Rutte I besloot tot de opheffing in verband met de ontwikkeling van de Omgevingswet. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur is vanaf nu het algemene adviesorgaan van het ministerie van Infrastructuur en milieu.
Antwerpse chemie verliest terrein
b. indien de verkeerstekens, bakens, markering en verlichting zijn aangebracht met mijn goedkeuring, en
De ontginning van schaliegas lokt steeds meer (Europese) chemiebedrijven naar de Verenigde Staten. De chemiecluster van Antwerpen-Rotterdam verliest tegelijk ook terrein aan Azië en het Midden-Oosten en is niet langer de nummer twee in de wereld. Antwerpen is al miljarden aan investeringen misgelopen.
c. indien er een calamiteitenprotocol dat ziet op het herstel van de aanvaarbeveiliging na aanvaring door een schip met mijn goedkeuring in werking is.
€ 11 miljoen voor excellent onderzoek chemie
a. indien de voorzieningen (waaronder een aanvaarbeveiliging) zijn getroffen als aangegeven in het verzoek van 9 juli 2013, zoals gewijzigd c.q. aangevuld, en
4. dat voor het overige voldaan dient te worden aan de bepalingen van het ADN.
Ga Voor het aanvragen van een WABO vergunning naar de WABO specialist HTTP://WWW.OMGEVINGSVERGUNNINGAANVRAGEN.NL/
NWO Chemische Wetenschappen verdeelt € 11 miljoen onder excellente wetenschappers via de TOP-, ECHO- en ECHOSTIP-subsidies. Hiermee kunnen in totaal 33 onderzoeksprojecten over de gehele breedte van de chemie van start gaan. De TOP-subsidies van NWO Chemische Wetenschappen (CW) bedragen € 780.000 euro en zijn bedoeld om innovatieve onderzoekslijnen van gevestigde onderzoeksgroepen te versterken of uit te breiden. Daarmee kunnen zij inhoudelijk nieuw onderzoek gaan doen, of onderzoek in nieuwe samenwerkingsverbanden gaan uitvoeren. De ECHO-subsidies van € 260.000 euro bieden onderzoekers de kans om creatieve, risicovolle ideeën uit te werken, die de kiem kunnen zijn voor onderzoeksthema’s van de toekomst. De ECHO-STIP-subsidies van € 260.000,- tot slot, zijn een specifieke stimulans voor nieuw benoemde onderzoekers op zogeheten 'chemische zwaartepunten', die de commissie-
Solar-Jet maakt kerosine uit zonlicht
TenCate krijgt order van Arkema
Het Europese innovatieproject Solar-Jet heeft voor het eerst kerosine uit zonlicht gemaakt. De uitvinding kan een revolutie op het gebied van hernieuwbare brandstof betekenen.
TenCate Protective Fabrics heeft een order ontvangen van het Franse chemieconcern Arkema.
Het experimentele Solar-Jet is erin geslaagd om door middel van geconcentreerd, gesimuleerd zonlicht kerosine te maken. Het licht veroorzaakt warmte die CO2 en water omzet in koolmonoxide en waterstofgas. Dit zogenaamde ‘syngas’ kan vervolgens worden omgezet in brandstoffen zoals kerosine en benzine. Deze zijn dan zonder problemen in bestaande motoren te gebruiken. Voor omzetting naar brandstof maken de onderzoekers gebruik van een zogenaamd Fischer-Tropsch proces. Dit proces zet de geproduceerde gassen met een katalysator om tot een vloeibare brandstof. Er is nog maar één glas zonne-kerosine geproduceerd in het laboratorium, maar dit betekent toch een doorbraak volgens de onderzoekers. Projectcoördinator doctor Andreas Sizmann: “Met dit bewezen concept zetten we een belangrijke stap naar vrijwel onbeperkte, duurzame brandstoffen in de toekomst.” De innovatie zit vooral in het integreren van bestaande technieken. Oliemaatschappij Shell past bijvoorbeeld het Fischer-Tropsch proces al wereldwijd toe. Volgende stap in het project is het verder optimaliseren van de reactor. Ook onderzoekt het team mogelijkheden voor opschaling waardoor zonnebrandstoffen economisch rendabel kunnen worden. Solar-Jet staat voor Solar chemical reactor demonstration and Optimization for Long-term Availability of Renewable JET fuel. Het is een samenwerkingsverband van onderzoeksinstellingen waaronder Shell Global Solutions. Het project krijgt € 2,2 mln subsidie van de Europese Unie. Brandstof maken uit CO2 staat ook in Nederland volop in de belangstelling. Eind vorig jaar werd nog €5 mln euro toegekend aan verschillende onderzoeksprojecten, onder andere met elektrolyse en fotokatalysators. Rusland en China dicht bij gasdeal Rusland en China staan op het punt om een gasdeal te sluiten. De Russische president Poetin is de komende twee dagen in China om de laatste details van de overeenkomst te regelen. Rusland en China onderhandelen al tien jaar over de gasdeal. Het gaat om een contract voor dertig jaar. Rusland levert dan 38 miljard kubieke meter gas per jaar aan China. Dat is 16 procent van de totale export van het Russische Gazprom. Het contract gaat in 2018 in, omdat de pijpleidingen in Siberië nog moeten worden aangelegd. Een belangrijke reden voor Rusland om nu een gasdeal met China te sluiten is de dreiging met sancties door het Westen. Tot nog toe hebben Europa en de Verenigde Staten de gassector nog niet durven aanpakken, maar de kans bestaat dat dit wel gaat gebeuren als de crisis rond Oekraïne blijft aanhouden. China is niet afhankelijk van het Russische gas. Het land krijgt op dit moment al gas uit allerlei delen van de wereld, waaronder Kazachstan en Turkmenistan. De Chinezen hebben altijd gezegd dat ze minder willen betalen voor het Russische gas dan Europa doet. Europese landen betalen zo'n 380 dollar per duizend kubieke meter. Een woordvoerder van het Kremlin liet weten dat er nog geen overeenkomst is over de prijs. De onderhandelingen zijn volgens de woordvoerder nog steeds gaande.
TenCate gaat het weefsel Tecasafe Plus XL-9300 leveren voor de veiligheidskleding van het personeel van Arkema in Europa. Het gaat daarbij om een opdracht van in totaal 23.000 kledingstukken over een periode van vijf jaar. De levering van het weefsel voor de eerste 10.000 sets is inmiddels begonnen, aldus het bedrijf. Financiële details wilde TenCate niet geven
Chemieopleiding sluit steeds beter aan bij behoefte industrie De instroom voor chemieopleidingen aan de Nederlandse universiteiten is de afgelopen vijf jaar met twintig procent gestegen. Voor chemieopleidingen aan de Nederlandse Hogescholen is de instroom zelfs met vierendertig procent gestegen ten opzichte van 2009. Dat blijkt uit onderzoek van de VNCI. Daarnaast sluiten de curricula van chemieopleidingen voor hbo en wo steeds beter aan bij de behoefte van de industrie. De VNCI noemt het ‘van groot belang’ dat de kwalitatieve mismatch tussen industrie en onderwijs verdwijnt. Chemiebedrijven kampen vaak met het probleem dat zij niet de juiste mensen vinden voor innovatieve activiteiten. Dit vormt een bedreiging voor de productieactiviteiten in Nederland. Chemie innoveert op het gebied van producten, grondstoffen en processen. Hiervoor heeft de industrie de juiste mensen nodig. Uit het onderzoek blijkt een toenemende belangstelling voor de basis chemieopleidingen en voor chemieopleidingen die naast chemische vakkennis ook kennis bijbrengen op aanpalende gebieden zoals natuurkunde, economie en ondernemerschap. Ook worden bij alle chemieopleidingen steeds vaker sociale, persoonlijke en business vaardigheden bijgebracht.
'Te weinig investeringen Nederlandse chemie' De Nederlandse chemische industrie heeft in het eerste kwartaal de omzet en productie zien stijgen. Toch spreekt brancheorganisatie VNCI donderdag, bij de presentatie van de cijfers over de eerste 3 maanden van 2014, van een ,,structurele crisis'' als gevolg van de relatief lage investeringsbereidheid van chemiebedrijven. De omzet van de chemiesector nam in het eerste kwartaal met ruim 3 procent toe. De productie steeg met 7 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2013. Ook de bezettingsgraad van ondernemingen is met bijna 82 procent terug op het niveau van voor de crisis. Het herstel heeft echter niet geleid tot nieuwe investeringen, merkt de VNCI op. Dat komt onder meer doordat de prijzen van chemicaliën zijn gedaald en de marges van chemiebedrijven onder druk staan. Daarbij komt dat de prijzen van energie in Europa hoger liggen dan daarbuiten. ,,Grote investeringen worden uitgesteld of verplaatst naar buiten Europa'', aldus VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. Niet alleen zijn de energieprijzen in Europa hoog, ook wordt ,,innovatie vaak in de kiem gesmoord door te veel aan wet- en regelgeving'', aldus de VNCI. De brancheorganisatie hamert er op dat er een gezamenlijk Europees energiebeleid nodig is en een ,,versnelling van innovatie op Europees niveau''. Alleen dan kan de chemische industrie in Europa worden behouden en verduurzaamd. De chemiesector staat aan de basis van een belangrijk deel van de maakindustrie, benadrukt de VNCI.
Zo kan Europa onafhankelijker worden van Russisch gas. Hoe langer het conflict in Oekraïne duurt, hoe luider de roep om één Europees energiebeleid klinkt. Geconfronteerd met energiemacht Rusland, dat gaslevering inzet als politiek drukmiddel, beseffen politici hoe kwetsbaar Europa is. Zo lanceerde de Poolse premier Donald Tusk drie weken geleden het voorstel voor een heuse energie-unie. Om de macht van de Russische gasleverancier Gazprom te breken, moet Europa gezamenlijk haar gas inkopen, zo betoogde Tusk. Daarnaast wil de Poolse premier dat Europa inzet op de winning van al haar fossiele brandstoffen - zoals kolen en schaliegas- omdat het zorgt voor meer energiezekerheid. Ook de Britse premier David Cameron pleit voor een energie-onafhankelijker Europa. Via een gelekt document De Energypost heeft dit document ingezien en schreef op 6 mei een analyse hierover wordt duidelijk dat Engeland alle vrijheid wil voor de winning van schaliegas, maar ook voor kern- en duurzame energie. Terwijl het gebruik van vervuilende kolen juist ontmoedigd moet worden. PvdA-leider Diederik Samson wil zo betoogt hij in dit opinieartikel in de Volkskrant van 24 april vooral een duurzaam Europa. Voor 2050 moet de EU in haar eigen energiebehoefte voorzien, zodat het niet langer afhankelijk is van de grillen van Poetin. Belangrijkste instrument: één Europees stimuleringsbeleid gebaseerd op CO2-belasting. Aan mooie ideeën geen gebrek, maar maken al deze plannen ook een kans? En is schaliegas het wondermiddel om minder afhankelijk te worden van Rusland, of zit het vooral de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen in de weg? Om die vragen te beantwoorden analyseren we drie middelen waar de EU op kan inzetten om minder afhankelijk te worden van machtige energieleveranciers als Rusland: Europa's juridische machtsmiddelen, de winning van schaliegas en het afkicken van onze fossieleenergieverslaving. Welke van deze middelen is het meest haalbaar en vruchtbaar? 1. De juridische macht Elk Europees land onderhandelt nu afzonderlijk met Gazprom over de gasprijzen. Dat is in het voordeel van Rusland, dat als enige leverancier in Oost-Europese landen hoge tarieven kan rekenen. In onze explainer hebben we uitgelegd hoe dit werkt. Geen wonder dat Polen hier een einde aan wil maken. Maar ook Brussel is het machtsmonopolie van Gazprom zat. Günther Oetinger, Eurocommissaris voor Energie, liet begin deze maand in Warschau weten: 'Het verdeel-en-heersspel dat Moskou speelt kan en mag niet geaccepteerd worden door de EUlidstaten.' Oetingers uitspraken. 'Het verdeel-en-heersspel dat Moskou speelt kan en mag niet geaccepteerd worden door de EU-lidstaten' Dat is niet puur blufpoker. Europa heeft veel juridische macht. Vanwege de open interne markt, is kartelvorming ten strengste verboden. Daar kan softwarefabrikant Microsoft over meepraten. Het Amerikaanse bedrijf moest vorig jaar een half miljard euro boete betalen omdat Europese consumenten niet zelf hun internetbrowser Zie hier het bericht in NRC Handelsblad. mochten kiezen.
Hetzelfde geen-andere-keuzemechanisme lijkt het Russische Gazprom te hanteren bij de gascontracten die zij afsluit met Zuid- en Oost-Europese landen. Er loopt nu een EU-kartelonderzoek Nieuwsuur maakte eind februari hier een reportage over over de contracten die aan de basis staan van het South Stream-project. Een flinke boete voor Gazprom is één mogelijkheid. Ook wordt gespeculeerd dat Brussel het hele 30 miljard euro kostende South Stream-project wil annuleren. Lees meer hierover in dit artikel van The Telegraph. Toch lijkt het zover niet te komen. Alleen al vanwege het onlangs gesloten contract Zie hier bericht van Reuters tussen Rusland en Oostenrijk, het land dat als eindhalte fungeert voor de South Stream-pijpleidingen. Daarnaast hebben drie grote WestEuropese olie-en gasbedrijven (deels staatsbedrijven, altijd medeaandeelhouder) veel te verliezen bij het afblazen van South Stream. Het is niet verwonderlijk dat Polen grote moeite heeft met deze West -Europees- Russische samenwerking, aangezien zij zelf al buitenspel zijn Lees hierover onze reconstructie gezet door het Nord Stream-project. De pijpleidingen die Rusland direct verbinden met Duitsland. Toch is de komst van één Europese instantie die onderhandelt met Gazprom over gascontracten, zoals de Poolse premier graag wil, niet realistisch. Het staat namelijk haaks op de geliberaliseerde gasmarkt. Niettemin legt Tusk wel de vinger op de zere plek: Rusland maakt zeer handig gebruik van een slecht gecoördineerd Europa. Een eerste stap om de regie weer in handen te krijgen is een kartelboete uitvaardigen wanneer Gazprom zich niet houdt aan de Europese energieregels. 2. Het winnen van schaliegas Een ander mogelijk Europees wapen tegen het gasmonopolie van Rusland is de winning van schaliegas. Zeker wanneer Europa net als de Amerikanen een schaliegasrevolutie kan ontketenen. Toch is van een gezamenlijk Europees schaliegasbeleid nog lang geen sprake. Sterker nog, door de lobby van het Verenigd Koninkrijk is aan de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 geen voorwaarde verbonden voor de winning van schaliegas. Zie dit artikel over de nationale lobby's rondom de 2030 doelstellingen Een belangrijke reden is de grote controverse rond de winning van schaliegas in West-Europese landen als Frankrijk en Nederland. Daar houden milieuactivisten en betrokken burgers proefboringen tegen. Terwijl in Oost-Europese landen als Polen schaliegas als wondermiddel wordt gezien tegen gasgrootmacht Rusland. Het is niet verwonderlijk dat ook Oekraïne veel verwacht van schaliegas. Het heeft vorig jaar een contract gesloten met Shell ter waarde van 7,25 miljard euro voor proefboringen naar het spul. Saillant detail: het schaliegascontract werd iets meer dan een jaar geleden getekend tijdens het World Economic Forum in het Zwitserse Davos. Ter bekrachtiging schudde premier Mark Rutte de hand van toenmalig Oekraïens president Viktor Janoekovitsj. Zie hier bericht en foto op de BBC. Maakt schaliegas Europa energie-onafhankelijk? Nee, en daar zijn verschillende redenen voor. Allereerst is er veel minder schaliegas in Europa dan in andere delen van de wereld. China en de Verenigde Staten hebben de grootste reserves. De Engelsen, die al bezig zijn met de winning van schaliegas, hebben naar schatting 56 miljard kubieke meter schaliegas. Wat gelijk staat aan de binnenlandse vraag voor de komende vijfenhalf jaar. Een kortetermijnoplossing dus. Voor de Polen en Fransen ziet het er een stuk beter uit. Tenminste, wanneer de winning van schaliegas rendabel is. Dan hoeft Polen over twintig jaar helemaal geen buitenlands gas meer te importeren en ziet Frankrijk haar import met 40 procent afnemen.
8
Voor Europa als geheel is de situatie een stuk somberder. De importafhankelijkheid van buitenlands gas blijft, zelfs bij een enorme hoeveelheid aan technisch winbaar schaliegas, in 2050 nog rond de 60 procent. De vraag is ook of gasbedrijven wel die miljardeninvesteringen willen doen in Europa. De winning van gas in diepgelegen steenlagen is drie à vier keer zo duur als het boren naar gas in zandlagen of op zee. Om bedrijven te overtuigen moeten Europese landen duidelijke financiële voordelen bieden voor het winnen van schaliegas. Zelfs in Polen, het land met de grootste Europese schaliegasreserves, stoppen olie-en gasbedrijven Zowel het Franse Total als het Amerikaans ExxonMobil is gestopt met proefboringen in Polen met het boren naar schaliegas. Met zeer lage belastingen probeert Polen nu investeerders over te halen te blijven boren. De hallelujah-stemming lijkt voorbij. De Amerikaanse schaliegasrevolutie is voor Europa dus niet haalbaar. Dat heeft niet alleen te maken met de hoeveelheid aan technisch winbaar schaliegas, het heeft ook te maken met de grote verschillen tussen beide gasmarkten. In de VS ben je naast landeigenaar ook baas over de ondergrond. Wanneer er diep onder je huis schaliegas wordt gevonden is het dus aantrekkelijk je grond aan gasbedrijven te verkopen. Daarnaast zorgt een federale wet ervoor dat een ontdekte gasvoorraad binnen vijf jaar gewonnen moet worden. Anders mag de concurrent het proberen. Daardoor slaan veel kleine petroleumbedrijfjes in hoog tempo put na put, ook al moeten ze hun opbrengsten soms tegen verlies verkopen. En dat komt weer door een andere wet, die het de Amerikanen verbiedt schaliegas te exporteren. Doordat al het spul in de VS blijft en niet de wereldmarkt opstroomt, drukt het de gasprijzen. Op langere termijn willen de Amerikanen wel schaliegas gaan exporteren, maar dan is Europa niet de eerste keus. De gasprijzen in Azië liggen stukken hoger dan in Europa, dus daar valt veel meer te verdienen. Besluit Europa toch in te zetten op schaliegas, dan is alleen in het positiefste scenario een verlaging van de gasprijs van maximaal 15 procent mogelijk. Deze analyse komt uit het rapport van het Engelse consultantbureau Pöyry. Maar dan is nog de vraag of de gevestigde spelers in de Europese gasmarkt dit toestaan. In Europa heeft een aantal grote gaslanden zoals Rusland, Noorwegen maar ook Nederland, Algerije en Qatar de hele markt in handen. Zij kunnen via lagere langetermijncontracten de gasprijs tijdelijk verlagen om zo de winning van schaliegas onaantrekkelijk te maken. Het grootste probleem voor deze gasbedrijven is echter de groei van kolen in onze elektriciteitsvoorziening. Door de enorme daling van de gasprijzen in de VS exporteert Amerika haar eigen kolen nu naar Europa. Een mooie meevaller voor de Amerikanen. Voor hun elektriciteitsvoorziening gebruiken zij schaliegas in plaats van kolen, waardoor de CO2-uitstoot daar flink is gedaald. Zie dit achtergrondartikel in The Wall Street Journal. Paradoxaal genoeg is Duitsland zowel kampioen zonneenergie als ook een van de grootste producenten van het zeer vervuilende bruinkool. Inderdaad, vanwege de goedkope kolenprijs.
PGS15 cursus
18 november 2014 in Utrecht http://www.safetynet-nederland.nl/Cursusgvst99
Europa zit daardoor met een enorm milieuprobleem. Paradoxaal genoeg is Duitsland zowel kampioen zonne-energie als een van de grootste producenten van het zeer vervuilende bruinkool. Zie deze reportage van de BBC over een bruinkoolmijn vlak bij Berlijn. Inderdaad, vanwege de goedkope kolenprijs. Terwijl de veel duurzamere gasgestookte centrales stilstaan en massaal worden afgeschreven door energiebedrijven. Een flinke tegenvaller voor zowel het klimaat als de gasbedrijven. Want waar Europese politici roepen om minder afhankelijkheid van Russisch gas, daar lobbyen Europese gasbedrijven samen met Gazprom - voor meer gas in onze elektriciteitsvoorziening. Dat gebeurt binnen het European Gas Forum Lees hier hun rapport over toekomstige rol van gas waar onder andere het Brits/Nederlandse Shell, het Franse GDF Suez én het Russische Gazprom gas promoten als onderdeel van de Europese klimaatdoelstellingen. 3. Afkicken van fossiele energie Vanuit milieuoptiek is lobbyen voor meer gas helemaal geen vreemde gedachte. Wil Europa haar ambitieuze doelen halen, dan moet het flink minder CO2 uitstoten. De combinatie duurzaam en gasgestookte elektriciteit is dan erg voordehandliggend. Zowel als brandstof voor de elektriciteitsvoorziening (om de vervuilende kolen te vervangen), als als alternatief voor olie in het transport. Daarvoor moeten wel de ETS-rechten Lees hier onze explainer over de handel in CO2. flink in prijs stijgen, zodat de vervuilendste brandstoffen het zwaarst belast worden. Wanneer Europa gehoor geeft aan deze gaslobby vormt Gazprom ineens een essentieel onderdeel van de duurzame plannen. Precies deze zeer ongemakkelijke uitkomst laat eens te meer zien dat Europa veel te afhankelijk is van de import van fossiele energie. De EU is voor meer dan 50 procent aangewezen op gas, olie en kolen uit het buitenland. Dit cijfer komt uit het energierapport 2013 van de Europese Commissie. Door alle angstbeelden over het dichtdraaien van de Russische gaskraan vergeten we bijna dat Rusland ook de belangrijkste exporteur is van olie en kolen. Willen Europese politici een les trekken uit het conflict in Oekraïne, laat het dan deze zijn: we moeten zo snel mogelijk afkicken van onze fossiele-energieverslaving. Het pleidooi vóór de winning van schaliegas maakt Europa wel iets minder afhankelijk van het buitenland, maar schuift het wezenlijke probleem voor zich uit. We moeten zo snel mogelijk afkicken van onze fossiele-energieverslaving In plaats van pleiten voor meer energie, moeten Europese politici leren zich hard te maken voor mínder energie. Daar ligt het begin van een oplossing. Investeren in energiebesparing. Niet sexy, maar daar valt wel de grootste winst te halen. Energiebesparing is een van de 20-20-20-doelstellingen en het lijkt er sterk op dat Europa keihard gaat falen op dit onderdeel. Geen enkel EU-land slaagt erin om jaarlijks 1,5 procent energie te besparen. Lees meer hierover in dit rapport van The Coalition for Energy Savings Nu de economie weer aantrekt moeten politieke leiders en het bedrijfsleven dan ook het lef hebben te investeren in een circulaire economie waar brandstoffen worden hergebruikt. Miljardeninvesteringen in heel erg zuinige en duurzame technieken zorgen voor een continent dat niet jaloers hoeft te kijken naar de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten en tegelijkertijd haar fossielafhankelijkheid af ziet nemen. Want daar is Poetin het bangst voor. bron: de correspondent
9
Nederland organiseert internationale conferentie antibioticaresistentie
Innovation Lab Wageningen biedt startende ondernemers in de biobased economy kansen
Op 25 en 26 juni vindt in het Haagse Vredespaleis een internationale ministeriële conferentie plaats over de mondiale aanpak van antibioticaresistentie. De conferentie wordt georganiseerd door minister Edith Schippers (VWS) en staatssecretaris Sharon Dijksma (Landbouw). Minister Schippers maakte dit vandaag bekend in Geneve, waar zij de jaarlijkse Algemene Vergadering van de World Health Organization (WHO) bezoekt.
Op 10 april opent Wageningen UR op haar Campus een Innovation Lab voor startende ondernemers in de biobased economy. Het ‘Innovation Lab Biobased Products Wageningen’(iLAB Wageningen) biedt hen laboratoriumruimte, toegang tot toegepast onderzoek en ondersteuning bij het verwerven van startkapitaal. Het iLAB Wageningen is het eerste iLAB in Nederland dat zich specifiek richt op starters in de biobased economy.
Schippers sprak in Genève met collega-bewindslieden uit verschillende landen - waaronder uit Brazilië, Indonesië, Oman, Kenya en Noorwegen - en met de Directeur-Generaal van de WHO, Margaret Chan. Op een sessie over antibioticaresistentie hield Schippers een toespraak waarin zij de noodzaak van intensieve mondiale samenwerking bij de aanpak van antibioticaresistentie onderstreepte. Schippers en Dijksma zijn gastvrouwen eind juni van de conferentie, met de WHO en de Verenigde Naties als co-sponsor. Ook de Food and Agriculture Organization (FAO) en de World Organization for Animal Health (OIE) doen mee. Antibioticaresistentie is een groeiend internationaal probleem: door slordig en overdadig gebruik van antibiotica bieden steeds meer bacteriesoorten weerstand tegen de werking van antibiotica. Risico daarvan is dat ziektes, zoals longontsteking of hersenvliesontsteking, in de toekomst niet meer bestreden kunnen worden. Op de conferentie in Den Haag zal gesproken worden over verantwoord gebruik van antibiotica in zowel de humane als de diergeneeskunde. Ook komt de huidige en eventueel toekomstige regelgeving aan de orde, evenals de mogelijkheden om internationaal gezamenlijk nieuwe antibiotica te ontwikkelen. Verder zullen er allerlei scenario's gesimuleerd en besproken worden, met als doel goed voorbereid te zijn op noodsituaties. Aanpak moet wereldwijd Schippers: "Of je nu in een sloppenwijk in Azië woont of in Amerika in een duur topziekenhuis een cosmetische operatie ondergaat, deze bacteriën discrimineren niet en stoppen niet bij landsgrenzen. Als we dit probleem niet wereldwijd aanpakken, gaan we er wereldwijd een grote prijs voor betalen. Een blaasinfectie wordt ongeneeslijk en een knieoperatie levensbedreigend. Dit is geen apocalyptische fantasie, maar een werkelijke dreiging."
Chemie en veiligheid in één dagdeel SEVESO / BRZO 2015 - CLP / EU-GHS 2015 - ADR 2015 - PGS 2015 In 2015 zal er veel veranderen op het gebied van chemische stoffen, de indeling en etikettering, de opslag, externe veiligheid en het vervoer over de weg. Laat u in één dagdeel informeren over de aanstaande wijzigingen. Vermeld ‘20%korting NGVST’ in het ‘inkoopnr’ veld om de korting te ontvangen. Donderdag 18 september 2014 Roermond http://tinyurl.com/q66hcfg Woensdag 24 september 2014 Dordrecht http://tinyurl.com/nm4kplf
De biobased economy, een economie waarin men gebruik maakt van groene grondstoffen (biomassa) groeit in snel tempo. Erik van Seventer, manager Biobased Products bij Wageningen UR: “We zien de laatste jaren steeds meer enthousiaste mensen en bedrijven die radicaal vernieuwende biobased oplossingen bedenken. Maar wanneer men een werkbaar productieproces of nieuw biobased product heeft ontwikkeld, is er vervolgens veel doorzettingsvermogen nodig om er aan te verdienen. De omgeving werkt vaak niet mee: banken verstrekken nu minder snel krediet, bestaande belangen werken tegen, stakeholders zijn ongeduldig. Die startende ondernemers, die met hun idee een duurzame bijdrage leveren aan de biobased economy, willen wij binnen iLAB Wageningen ondersteuning bieden.” Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie, reikt op 10 april de iLAB status uit aan Wageningen UR Food & Biobased Research. Het beleid om een netwerk van Innovation Labs in Nederland op te zetten is afkomstig van de Topsector Chemie. Van Harten: “De sleutel naar een meer duurzame wereld is innovatie. Om innovatie te bevorderen willen wij veelbelovende starters verbinden met topkennisinstituten zoals Wageningen UR. Daar is de infrastructuur om een jong bedrijf op weg te helpen aanwezig en kan men kennis en ervaring effectief delen.” Het iLAB Biobased Products Wageningen richt zich specifiek op ontwikkelingen in de biobased economy, en onderscheidt zich daarmee van andere Innovation Labs in Nederland. Van Seventer: “Waar andere locaties zich richten op chemische innovaties vanuit fossiele grondstoffen, richten wij ons op hernieuwbare grondstoffen: biomassa. Dat past helemaal binnen de missie van Wageningen UR: ‘to explore the potential of nature’.” Uit biomassa kunnen met behulp van bioraffinage producten als materialen, chemicaliën en energie gemaakt worden. “De biobased economy ontwikkelt zich razendsnel en vernieuwingen volgen elkaar in hoog tempo op. Juist daarom vinden we het zo belangrijk om startende ondernemers nu te ondersteunen,” aldus Van Seventer. Startende ondernemers kunnen via het iLAB goed uitgeruste laboratoria, technieken en materialen gebruiken bij Wageningen UR. Daarnaast biedt StartLife, partner van Wageningen UR, de jonge bedrijven ondersteuning bij het verwerven van startkapitaal, huisvesting, coaching en advies. Gitte Schöber, directeur StartLife: “Wij werken al enkele jaren samen met Wageningen UR en regionale initiatieven voor ondernemers. Door starters te helpen bij het maken van strategische keuzes over markt, product en bedrijfsplannen kunnen we hen precies dat zetje geven dat nodig is om hun idee marktrijp te maken.” Starters krijgen via het iLAB ook toegang tot het netwerk van Wageningen UR Food & Biobased Research. Erik van Seventer: ”Het iLAB werkt samen met bedrijven in de hele biobased economy keten, van gewasproducenten tot afnemers van biobased producten. Daardoor kunnen bedrijven breed advies verwachten: niet alleen over hun eigen product, teeltaanpak, gewas of techniek, maar ook over de vraag waar nog meer kansen voor hen liggen in de biobased economy.” Ook het netwerk van StartLife, dat onder meer bestaat uit investeerders en overheden en bedrijfsleven, kan worden ingezet om starters op weg te helpen. De opening van het iLAB past binnen de toekomstplannen die Wageningen UR heeft voor de Wageningen Campus. De komende jaren investeert Wageningen UR in bedrijven die zich op Wageningen Campus willen vestigen; spin-offs, kleine en middelgrote bedrijven en Research & Development afdelingen van grote nationale en internationale ondernemingen. Zo kunnen onderwijs, onderzoek en innovatie op de Campus naar een nog hoger plan getild worden en grote en kleine bedrijven in de agrifood-sector elkaar vinden.
10
AkzoNobel en Solvay samen in toezicht op gebruik duurzame grondstoffen AkzoNobel en Solvay gaan samen Ernst & Young een systeem ontwikkelen dat het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in verven, coatings en andere toepassingen traceert en kwantificeert. De samenwerking komt voort uit de vorig jaar gesloten overeenkomst tussen AkzoNobel en Solvay, op basis waarvan AkzoNobel in haar coatingproducten geleidelijk aan meer biologisch gefabriceerd epichloorhydrine, of Epicerol, van Solvay gaat gebruiken. In plaats van Epicerol rechtstreeks te kopen van Solvay neemt AkzoNobel epoxyharsen af van een aantal producenten van halffabrikaten. AkzoNobel gebruikt deze epoxyharsen vervolgens als ingrediënten in verschillende coatings. Op grond van deze nieuwe overeenkomst ontwikkelen Solvay, AkzoNobel en EY een ketenbeheer-methode die ervoor zal zorgen dat zelfs in situaties waar geen fysieke scheiding van petrochemisch en biologisch gefabriceerde materialen plaatsvindt, volumes kunnen worden toegewezen en gerapporteerd. "Dit is een belangrijke vervolgstap in het meten van onze voortgang in het gebruik van biologisch gefabriceerd epichloorhydrine van Solvay en het delen van deze informatie met onze partners,” aldus Peter Nieuwenhuizen, Director of Innovation & Partnerships van AkzoNobel. Jean-Luc Préat, hoofd van het onderdeel Epicerol van de Emerging Biochemicals Global Business Unit van Solvay, voegde hieraan toe: "We maken graag gebruik van de deskundigheid van EY voor het meten van de voortgang in de implementatie van deze innovatieve samenwerking binnen de waardeketen". "Deze methodiek is niet alleen bruikbaar voor Epicerol, maar kan ook breder worden toegepast in chemische waardeketens,", aldus Franc van den Berg, partner bij EY voor Cleantech & Sustainability. "Dit is een belangrijk instrument om de positie van biologisch gefabriceerde chemicaliën in de chemische industrie te verbeteren."
Groei Chinese toegeroepen.
(petro)chemie
een
halt
De stormachtige opkomst van de (petro)chemische industrie in China lijkt een halt toegeroepen. Dat schrijft een columnist van het persbureau Reuters begin deze maand op de vakwebsite van DownstreamToday.com. Eerder bleek de raffinage aldaar al uitgegroeid, en nu lijkt ook de groei van de productiecapaciteit voor chemicaliën tegen een plafond op te lopen. Belangrijkste oorzaken zijn de trage wereldeconomie en de versterkte concurrentiepositie van de chemische industrie in de Verenigde Staten. De nummers die bij de vertraging horen zijn even indrukwekkend als de plannen ooit waren. Zo is de ethyleenfabriek van dik 3 miljard dollar die de Aziatische chemiereus Sinopec wilde bouwen terug in de wachtkamer geplaatst. Deze gigant zou jaarlijks 4 miljoen ton ethyleen gaan uitspugen, maar dat blijkt economisch niet zo handig. In de VS kan dezelfde grondstof namelijk uit schaliegas gemaakt worden, alleen liggen de productiekosten dan de helft lager. Bovendien staan er voor de komende tijd vele, vele miljarden aan investeringen gepland voor nieuwe productiesites in Amerika (waaronder een gigantisch project van BASF voor propyleen), waardoor de balans tussen vraag en aanbod steeds lastiger wordt. Daarnaast moet de olie waar Chinese fabrieken hun producten uit kraken wel érg veel goedkoper worden, wil de chemie ter plaatse kunnen concurreren met die in de VS.
Girlsday: meisjes krijgen kijkje in ‘high tech keuken’ van MSD in Oss In het kader van ‘Girlsday’ zullen op donderdag 8 mei ongeveer vijftig meisjes te gast zijn bij MSD in Oss. De havo- en vwoleerlingen van Het Hooghuis, Maaslandcollege en Mondriaan College in Oss moeten binnenkort hun profiel en vakkenpakket kiezen. MSD sluit daar in het kader van Girlsday op aan en geeft graag een kijkje in de ‘high tech’ keuken. Het wordt in ieder geval vroeg opstaan, want tussen 08.30 uur en 08.45 uur worden de leerlingen verwacht bij MSD in Oss. Na het welkomstwoordje door Trinette Stolle (general manager MSD Biotech Operations) zal er gestart worden met ‘speeddaten’. Hierbij kunnen de meisjes allerlei vragen stellen aan Trinette, Kathy Sanders (Senior Scientist Chemistry) en Wenny Raaymakers (IPT Lead Steriles & Supply Chain Lead) over hun rol binnen MSD. Na een korte pauze krijgt elke school door middel van een roulerend schema een rondleiding (door Til Rijnierse) en presentaties over innovatieve technieken die bij MSD in Oss zijn ontwikkeld. Zo geeft Annieke Groen tekst en uitleg over de polymeertechniek (extrusie) die MSD gebruikt bij het maken van anticonceptiemiddelen zoals Implanon® en NuvaRing®. Dat MSD heeft gekozen voor het thema anticonceptie zal de meisjes zeker aanspreken. Erna Hissink gaat in op een andere innovatieve toedieningsvorm die gebruikt kan worden bij een breed scala aan indicaties: de ‘smelttablet’. Om 11.45 uur wordt het programma afgesloten met een groepsfoto. Het is belangrijk dat juist meisjes al jong (leeftijd 10 tot 15 jaar) in aanraking komen met bètawetenschap, techniek en ICT, omdat ze vaak geen idee hebben van wat een technisch beroep inhoudt. En vaak kennen zij geen rolmodellen die werken in deze sectoren. Dat is jammer, want zo sluiten zij een wereld uit die zij niet kennen. Om meisjes in het hele land enthousiast te maken kunnen ze tijdens Girlsday deelnemen aan de meest uiteenlopende excursies en technische werkzaamheden. En ze kunnen vrouwen in technische beroepen ontmoeten. Vorig jaar hebben in totaal 289 bedrijven, 234 scholen en meer dan achtduizend meisjes meegedaan aan Girlsday. De meeste scholen deden al eerder mee. Van de bedrijven die hun deuren openden voor meisjes zijn de meeste gevestigd in NoordBrabant, Zuid-Holland en Noord-Holland. MSD in Oss is vaste deelnemer aan Girlsday. Hiermee helpt MSD Oss om de blik van meisjes van 3 havo en 3 vwo op techniek te verbreden en om hun loopbaankeuze te beïnvloeden. Bij MSD in Oss werken meer dan 2.000 mensen in onder meer hoogwaardige productie. Onder hen bevinden zich veel vrouwen in technische functies. Landelijk vond Girlsday al plaats op donderdag 24 april 2014, maar toen waren sommige scholen in Oss gesloten. Daarom is gekozen voor 8 mei. MSD in Haarlem heeft wel op 24 april deelgenomen aan Girlsday.
Uw medewerkers online een
Cursus gevaarlijke stoffen Laten volgen? 24/7 www.gevaarlijkestoffen.eu 11
EU geeft groen licht voor joint venture Ineos en Solvay. De Europese Commissie laat zich positief uit over de plannen van het het Zwitserse Ineos en het Belgische Solvay om hun chloorvinylactiviteiten samen te brengen. ENGINEERINGNET.BE - Afgelopen week kregen het Zwitserse INEOS AG en het Belgische Solvay de goedkeuring van de Europese Commissie voor hun voorgestelde 50-50 chloorvinyl Joint Venture. Hier zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden. In een overeengekomen remediepakket dienen de volgende faciliteiten van Ineos te worden verkocht: - chloormembraanfabriek en EDC/VCM fabrieken in Tessenderlo, België - de pvc fabriek in Mazingarbe, Frankrijk - pvc fabriek in Beek, Nederland - pvc- en VCM-fabrieken in Wilhelmshaven, Duitsland de EDC fabrieken in Runcorn, Verenigd Koninkrijk. De Commissie maakte zich namelijk zorgen dat, mocht de transactie in haar oorspronkelijk aangemelde vorm plaatsvinden, de nieuwe onderneming de prijzen zou kunnen gaan verhogen op de Noordwest-Europese markt voor s-PVC en de Benelux-markt voor natriumhypochloriet ("bleekloog"). Door de transactie zouden de twee grootste aanbieders op die markten immers samengaan. Op de Beneluxmarkt voor bleekloog zou de transactie een marktleider hebben doen ontstaan met een marktaandeel van meer dan 60%. Het was duidelijk dat de enige andere resterende speler, Akzo, onvoldoende in staat zou zijn om zodanige concurrentiedruk op de nieuwe onderneming uit te oefenen, dat prijsstijgingen voor afnemers konden worden voorkomen. Met de toezeggingen die de ondernemingen nu hebben gedaan, zijn deze bezwaren weggenomen. Joaquín Almunia, vicevoorzitter van de Europese Commissie en belast met het mededingingsbeleid: "PVC is een belangrijke grondstof in de bouwsector en vele andere sectoren. De toezeggingen die zijn gedaan, zullen voorkomen dat de transactie de prijzen zal doen stijgen - ten koste van Europese bedrijven en consumenten." S-PVC is een soort hars, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt bij de productie van buizen of raamprofielen. Bleek wordt vooral gebruikt voor waterbehandeling, ontsmetting en in wasmiddelen. Solvay en INEOS kondigen aan dat ze tegen eind 2014 deze maatregelen zullen doorgevoerd hebben en pas dan overgaan tot de creatie van de nieuwe vennootschap.
'Dupont schrapt 100 banen in Dordrecht' CNV Vakmensen houdt rekening met het verlies van 100 banen bij de chemiefabriek van DuPont in Dordrecht door een reorganisatie. ''Het bedrijf wil 9 miljoen euro bezuinigen en heeft er meteen ook een aantal functies aan gekoppeld, zonder duidelijk te zijn waar de banen precies verdwijnen", aldus vakbondsbestuurder Arjan Huizinga. Bij de Dordtse fabriek werken ongeveer 850 mensen. Het is een van de grootste productievestigingen van het Amerikaanse DuPont in Europa. De vakbonden kregen donderdagavond te horen dat het bedrijf wil reorganiseren, zei Huizinga vrijdag.
Kennis en innovatieve oplossingen centraal op chemiebeurs. De chemische keten is dringend op zoek naar innovatieve oplossingen als gevolg van veranderingen in de markt, goedkope energie in andere delen van de wereld en een gewijzigde behoefte van de maatschappij. Tegelijkertijd vragen allerlei wijzingen in regelgeving, het leaner worden van bedrijven en de pensionering van een belangrijke generatie om aanscherping van het kennisniveau. Dat vereist een daadkrachtige aanpak. Op de ketenbeurs van de VNCW, de vereniging van de chemische warehousing staan deze behoeften centraal. Op 1 oktober 2014 organiseert de VNCW zoals ieder jaar haar congres. Inmiddels is dit uitgegroeid tot een conferentie van formaat met interessante lezingen en een beursvloer voor iedereen die werkzaam is in de chemische branche. Onder leiding van dagvoorzitter Gert-Jan Janssen, één van de meest ervaren dagvoorzitters van ons land, kan geluisterd worden naar diverse interessante lezingen. Zo kunnen de deelnemers luisteren naar Professor Ira Helsloot die u meeneemt in de innovatie van veiligheid: ‘Innovatie is niet meer overheid in de vorm van meer regels of meer overheidstoezicht maar wel slimmere regulering die de ruimte maakt en laat voor professionele ruimte in de chemie’, presenteert Piet Knijff van Royal DSM menselijk gedrag en hoe je dat gedrag kunt interpreteren, praat Robert Mout als BRZO programma manager van de DCMR u bij over de ontwikkelingen op het gebied van de BRZO en hoe bedrijven zich kunnen verbeteren, vertellen de heren Niels Schoots en Sven Sterkendries van R2B in een duopresentatie over de laatste ontwikkelingen op het gebied van blussystemen en normen en neemt bestuursvoorzitter Luciën Govaert met u alle laatste wijzigingen in de PGS15, BRZO, PGS6, ADR en GHS door en worden de aanwezigen door een unieke interactieve sessie voorzien van innovatieve oplossingen welke een verrijking kunnen zijn voor alle deelnemende bedrijven. Daarnaast staan nog diverse andere interessante lezingen op het programma. Kortom: een vol en rijk programma en een ‘must-be’ voor iedereen werkzaam of geïnteresseerd in de chemie-keten! Een ‘must-be’ voor iedereen werkzaam of geïnteresseerd in de chemie-keten. Aanmelden voor de conferentie kan op: www.chemiebeurs.nl
Shell stelt gerust: raffinaderijen blijven open Het is algehele malaise in raffinaderijland, maar toch blijft Shell trouw aan zijn olieverwerkende installaties. Dat maakte Ben van Beurden, CEO van het Nederlands-Britse bedrijf, gisteren bekend. Hij deed dit tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering, weet het Financieele Dagblad. De raffinaderijen zijn wereldwijd een zorgenkind voor al hun bazen. Er is te veel raffinagecapaciteit, de vraag is te laag, de prijzen staan onder druk, en de concurrentie vanuit het Midden-Oosten is moordend. Lang werd er dus gespeculeerd over Shells paradepaard in Pernis. Zou deze de storm overleven? Nu doet Van Beurden geen uitspraken over individuele locaties, maar zijn uitspraken doen in ieder geval vermoeden dat de directeur minder radicaal te werk zal gaan met zijn raffinaderijen als dat hij eerder deed met investeringen in GTL en schaliebronnen in de VS. De reden: Shell wil graag de hele keten, dus van olieproductie tot verkoop aan de pomp, in eigen bezit houden. “De ene keer maak je geen droog brood in de mijn en verdien je het in de raffinaderij, daarna is het weer andersom. Die waarde fluctueert altijd door de hele keten heen”, tekende het Het Financieele Dagblad uit zijn mond op. Bovendien heeft Van Beurden er alle vertrouwen in dat de raffinaderijen ooit weer winst gaan maken. Dat neemt niet weg dat de aangekondigde sluiting van de fabriek voor basisolie op Pernis écht doorgaat. Ook de onheilstijdingen over de op handen zijnde carbon bubble en stranded assets bleven niet onbesproken. Eerder deze week stelden onderzoekers dat grote oliebedrijven niet voldoende rekening houden met investeringsprojecten die onrendabel worden door de dalende olieprijs (stranded assets) en
R&D-inspanningen Nederlands bedrijfsleven onderschat.
Polyetheen met duurzaamheidscertificaat.
Nederland kent enkele zeer Research & Developmentintensieve sectoren, zoals de elektrotechnische industrie, farmacie en machinebouw. Omdat dit echter kleine sectoren zijn, wordt de R&D-prestatie van Nederland onderschat. Wanneer deze sectorale effecten meegenomen worden, stijgt Nederland van de 18e naar de 10e positie op de OECDranglijst van 35 landen. 37% van de bedrijven uit de maakindustrie geeft aan de komende jaren extra te willen investeren in onderzoek & ontwikkeling (R&D). Dit – en meer – staat in een nieuw rapport van ING Economisch Bureau, gepresenteerd door Ruud van Dusschoten, ING directeur Grootbedrijf & Instellingen, bij de opening van de 3e Dutch Technology Week.
Sabic komt met ‘duurzaam’ polyetheen en polypropeen op basis van frituurvet en andere afgewerkte plantaardige oliën en vetten. Het concept sluit aan op de wens van klanten om duurzaam geproduceerde producten ook duurzaam te verpakken, meldt het bedrijf in een persbericht.
Lage R&D-uitgaven vragen om nuancering. Private R&D-investeringen worden voor het merendeel gedaan door de industrie (circa 60%). De elektrotechnische industrie, machinebouw en chemie spenderen in absolute zin het meest. Als percentage van de economie bedragen de bedrijfsinvesteringen 1,13%, waarmee Nederland in de middenmoot (plek 18 OECD) terug te vinden is. Toch kan gesteld worden dat Nederland in bepaalde branches wel degelijk leidend is als het gaat om R&D-inspanningen. Vooral de elektrotechnische industrie en in mindere mate de farmacie en machinebouw zijn zeer R&D-intensief in Nederland, maar het zijn internationaal gezien kleine sectoren. Wanneer hiermee rekening wordt gehouden zou Nederland op plek 10 komen van de OECD-ranglijst. De industrie heeft te maken met grote mondiale concurrentie, met toenemende technische complexiteit en mede daardoor met een steeds kortere time-to-market en kortere productlevenscycli. Voor eindfabrikanten (OEM-ers) betekent dit dat er meer gevraagd wordt van hun productinnovatie. Dit werkt door in de keten: ook voor toeleveranciers worden de eisen en verwachtingen voor wat betreft proactieve productontwikkeling hoger. Productinnovatie kan niet langer het domein van alleen de eindfabrikanten zijn. Ruud van Dusschoten: “Bedrijven die durven te vertrouwen op samenwerking en zich open stellen voor hun partner in R&D, winnen op de kostprijs van innovaties en vergroten de kans op succesvolle implementatie. Deze durf kan de winstgevendheid vergroten.” Bedrijven die durven te vertrouwen op samenwerking en zich open stellen voor hun partner in R&D, winnen op de kostprijs van innovaties en vergroten de kans op succesvolle implementatie. Deze durf kan de winstgevendheid vergroten.
Volgens een woordvoerder is het te danken aan het bestaande concernbeleid om de etheenkraker in Geleen geschikt te maken voor een zo breed mogelijk spectrum van ‘feedstocks’. Je weet immers nooit wat je aangeboden krijgt. “We hebben dus de ingangskant zo gemodificeerd dat ook fracties, die zwaarder zijn dan de gebruikelijke nafta, er goed doorheen kunnen lopen.” Vandaar dat ook plantaardige oliën en vetten er zonder meer in kunnen, wat volgens Sabic een unicum is binnen Europa. De bedoeling is daarbij om alleen afval te gebruiken, zodat de kunststofproductie niet concurreert met de voedselketen. Aan de etheen- en propeenmoleculen, die vervolgens uit die kraker komen, is de origine niet meer af te lezen. Vandaar dat in samenwerking met de ISCC-organisatie (International Sustainability and Carbon Certification) een zorgvuldige boekhouding is opgezet. Het percentage plantaardig afval in de feedstock wordt bijgehouden, en een daarmee overeenkomend percentage van de uiteindelijk geproduceerde kunststof krijgt een ISCC Plus-duurzaamheidscertificaat mee. Waarbij externe auditors de massabalansen checken. In eerste instantie betreft het een voorstel naar de markt. Hoeveel hernieuwbare kunststof Sabic daadwerkelijk gaat maken, hangt van de respons af. “Voorlopig kunnen we voldoende produceren om de door ons ingeschatte behoefte van de markt te dekken”, aldus de woordvoerder, die in het midden laat hoe hoog die schatting is. EU steekt € 100 mln in cleantech-innovatie Het Europese cleantech-onderzoeksprogramma Climate-KIC trekt de komende vier jaar €100 mln uit voor grote, innovatieve projecten op het gebied van klimaatverandering en adaptatie. De focus ligt op onderzoek en ontwikkeling in vier sectoren: duurzame stadsontwikkeling en energie-efficiënte bouw, hergebruik van CO2 en risico-analyse voor de financiële wereld. Climate-KIC wil met de mega-investering een boost geven aan baanbrekend onderzoek, innovatie en handelsgeest in de Europese Unie.
ECHO-subsidies voor creatieve Radboudchemici Drie chemici van de Radboud Universiteit krijgen een ECHOsubsidie voor het uitwerken van 'creatieve en risicovolle onderzoeksideeën'. De subsidie - 260.000 euro per voorstel is voor onderzoek naar verhitting van ijs, dataopslag en een meerkleurenplan voor cellen. Theoretische chemie Theoretisch chemici Herma Cuppen en Gerrit Groenenboom krijgen een ECHO-subsidie voor het plan Verhitting van ijs door chemische reacties.