Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen SafetyNet Electronic journals
Editie 123– Januari 2015
EVO: ongeluk tankwagen A73 eerst onderzoeken. EVO wil dat de politiek pas conclusies trekt over het ongeluk met de tankwagen op de A73 als een onderzoek naar dit incident is afgerond. De verladersorganisatie heeft er bij de politieke partijen VVD, PvdA, CDA, D66, ChristenUnie, SP en GroenLinks in de Tweede Kamer op aangedrongen de uitkomsten van dit incidentenonderzoek af te wachten alvorens te pleiten voor aanvullende maatregelen om het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg veiliger te maken. De ILenT is bezig de oorzaken van het ongeluk van vorige week met de met zoutzuur gevulde tankwagen op de A73 te achterhalen. Voortijdig conclusies trekken is wat EVO betreft dan ook niet wenselijk.
‘E-sigaret is tot 15x kankerverwekkender dan normale sigaret’ Mensen gebruiken de e-sigaret, omdat dit minder schadelijk voor ze zou zijn. Nu blijkt dat dit niet altijd het geval is.
INHOUD
Algemeen Pag 1
Opslag Pag 4
Rail Pag 5
Vervoer Pag 6
Vaart Pag 7
Bedrijf Pag 8
Bij elektronische sigaretten speelt het mee welke batterij er in de sigaret zit. Zit er een batterij van 3 volt in, dan is er niets aan de hand. Zit er een batterij van 5 volt in? Dan kun je een stof binnenkrijgen die nog schadelijker is dan de gevaarlijke stoffen uit de gewone sigaret. Dit is de conclusie van onderzoek van de Universiteit van Portland. Onderzoekers stelde vast dat er bij een hoge verdampingstemperatuur een stof vrijkomt genaamd formaldehyde. Iemand die gebruik maakt van de e-sigaret zou tot 14 miligram van deze stof per dag binnen krijgen. Dit is tot 15 keer kankerverwekkender dan de stoffen uit een gewone sigaret. Formaldehyde is een stof die bij hoge temperaturen wordt gevormd uit glycol en glycerol. Er is nog niet onderzocht hoe formaldehyde de luchtwegen precies aantast, maar de stof is wel ingedeeld in de eerste categorie van kankerverwekkende stoffen. Dit onderzoek was wel de eerste naar het gezondheidseffect van de elektronische sigaret. Volgens de makers van de elektronische sigaret hebben de onderzoekers ongebruikelijke instellingen van de sigaret gebruikt. Volgens hun wordt er bij de sigaret zoals die te koop is geen formaldehyde gemaakt en zou die dus niet extra schadelijk zijn.
ADN-app is beschikbaar in app-stores Beurtvaartadres en CBRB hebben na de ADR-app, nu ook de ADN-app officieel op de markt gebracht. De app is bedoeld voor vervoerders van gevaarlijke stoffen over water. Door middel van de app worden operationele instructies en bijzondere bepalingen direct zichtbaar op een mobiel device. ADN-app is beschikbaar in app-stores Met de ADN-app hebben vervoerders, bevrachters, operators, planners, laders, veiligheidsadviseurs, havenbeheerders, onderwijs- en overheidsinstellingen en andere belanghebbenden, de complexe regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in de binnenvaart eenvoudig binnen handbereik. Op het kantoor van Beurtvaartadres in Nootdorp is het resultaat van de samenwerking van Beurtvaartadres en het CBRB gepresenteerd aan vertegenwoordigers vanuit de binnenvaart, gemeentes, uitgevers en andere belanghebbenden. Twee gevaarlijke stoffen apps beschikbaar Beurtvaartadres en CBRB kondigden in september vorig jaar de komst van de ADN-app al aan. In 2011 lanceerden de twee organisaties al de ADR-Pro app voor chauffeurs, veiligheidsadviseurs
Abonnement op de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? Lid worden kan al vanaf € 15,15,per jaar. www.gevaarlijkewww.gevaarlijke-stoffen.com/Lid Adverteren in de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? mail naar info@
[email protected]
Cursus PGS15: 2011 + 2015 12 juni 2015 in Dordrecht: http://tinyurl.com/mms63qr
en magazijnmedewerkers die te maken hebben met gevaarlijke stoffen. "Na de succesvolle ADR-app leek de stap naar een ADN-app een kleine", aldus Bernadette den Uijl, manager operations van Beurtvaartadres. "Kenners echter weten dat er significante andere zaken van belang zijn in de binnenvaart. Maar de basis en structuur is gelijk aan de ADR-app." (bron: logistiek)
Cursus Basiskennis gevaarlijke stoffen 18 juni 2014 in Utrecht: http://www.safetynet-nederland.nl/Cursusgvst95 1
EU-verordening gevaarlijke chemische stoffen gerectificeerd In het Publicatieblad van de Europese Unie (L 363) is een rectificatie gepubliceerd van EU-verordening 649/2012, betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen. Er zijn verschillende vermeldingen van stoffen toegevoegd.
SZW lijst van kankerverwekkende, mutagene en voor de voortplanting giftige stoffen, geactualiseerd.
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1078/2014 van de Commissie van 7 augustus 2014 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (bron: gevaarlijke lading)
In Staatscourant 22 (2 januari 2015) is de volgende versie gepubliceerd van de lijst met kankerverwekkende stoffen en processen als bedoeld in artikel 4.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Op deze lijst staan kankerverwekkende processen, kankerverwekkende stoffen, mutagene stoffen, en voor de voortplanting giftige stoffen, en is opgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Twee maal per jaar wordt de meest recente versie van de lijst gepubliceerd in de Staatscourant.
http://tinyurl.com/kpuvpvk
bron: http://tinyurl.com/kh6t5nz
Minder dierproeven door nieuwe testrichtlijn voor chemische stoffen.
Directeurswisseling bij Deltalinqs
Recent is er een nieuwe testrichtlijn beschikbaar gekomen voor het bepalen van schadelijke effecten van chemische stoffen op de vruchtbaarheid van de mens en de ontwikkeling van het ongeboren kind. Indien de nieuwe testmethode wordt toegepast kan het wettelijk verplicht aantal dierproeven op jaarbasis met 40% afnemen. Dat blijkt uit een rapport van het RIVM. De nieuwe testrichtlijn, de Extended One Generation Reproductive Toxicity Test, vervangt de zogeheten tweegeneratietest. In de nieuwe testrichtlijn worden effecten bij de eerste generatie nakomelingen méér en nauwkeuriger gemeten, zodat analyse van effecten bij de tweede generatie niet meer nodig is. Door deze werkwijze kan het aantal proefdieren per jaar met 40% afnemen. Het RIVM heeft nog een tweede methode onderzocht die tot een verdere afname van het proefdiergebruik kan leiden. Het vaststellen van de eventuele schadelijkheid voor de ontwikkeling van het ongeboren kind van nieuwe geneesmiddelen kan in de toekomst mogelijk beperkt worden tot het testen in slechts één in plaats van twee diersoorten. Uit een voorlopige analyse van beschikbare data blijkt voor de meeste stoffen dat de effecten niet veel verschillen tussen de twee diersoorten. Nader onderzoek zal uitwijzen welke van de twee diersoorten prioriteit moet hebben. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het RIVM programma
Nieuwe IMDG code IMDG 37-14 Nu beschikbaar Order here: http://tinyurl.com/mu3jby4
Cees Jan Asselbergs treedt met ingang van komende maand terug als directeur bij Deltalinqs. Hij wordt opgevolgd door Bas Janssen. De directeurswisseling werd afgelopen maandag tijdens het jaarlijkse Havendiner in het Beurs-World Trade Center bekendgemaakt. Asselbergs heeft de functie van directeur jarenlang vervuld. Hij zal na zijn terugtreden nog twee jaar als adviseur bij Deltalinqs fungeren. Zo zal hij onder meer betrokken blijven bij het Deltalinqs Energy Forum. Voorzitter Steven Lak liet weten blij te zijn dat de ervaring van Asselbergs op deze manier voor Deltalinqs behouden blijft.
Lab Tests wijzen uit Carcinogen in Regular en Diet Coke en Pepsi Een interessant artikel over de gewone cola, diet coke en Pepsi en de gevaren aan het alledaagse drankje. Met name de 4-methylimidazole (4-MI) in de cola is een known animal carcinogen Lees verder op: http://www.cspinet.org/new/201203051.html
De frieten van Mc Donalds. Een artikel in het AD laat zien wat er allemaal in de frietjes van Mc Donalds gaat zitten. En dat is niet alleen maar de aardappel. Maar het is slechts één van de veertien bestanddelen. Lees verder: http://tinyurl.com/l5hfbmb 2
Gemeente neemt vervuild terrein Chemie-Pack over
Micro-organismen schadelijke chemicaliën.
Het Havenschap Moerdijk is door de schikking van de overheid met Chemie-Pack eigenaar geworden van de percelen in Moerdijk waar het bedrijf was gevestigd tot de enorme brand begin 2011. Dat blijkt uit de schikking die deels openbaar is gemaakt na een verzoek van het ANP.
Het zelfherstellende vermogen van onze planeet is majestueus en indrukwekkend, maar we moeten niet roekeloos omgaan met onze planeet, vindt Marcel in het Veld. Hij is maker en bedenker van Ecodish, een afwasmiddel voor de vaatwasmachine zonder chemicaliën. Daarmee won hij tijdens het Duurzaam Geproduceerd
In oktober trof Chemie-Pack een schikking over de miljoenenclaims van de overheid. De totale schade van de brand is geschat op ruim 71 miljoen euro. De gemeente maakte destijds bekend dat de schikking een waarde van 4,2 miljoen euro vertegenwoordigt. De tekst van de schikking maakt duidelijk dat Chemie-Pack de komende jaren in termijnen in totaal 2,1 miljoen euro betaalt en de grond overdraagt. De percelen gaan in de verkoop maar hoeveel de grond nog waard is, is niet duidelijk. Het verzoek om de taxatie openbaar te maken, werd afgewezen om de onderhandelingspositie niet te ondermijnen. De gemeente Moerdijk laat zaterdag in een reactie weten dat er goede hoop is dat de uiteindelijke opbrengst nog hoger ligt dan 4,2 miljoen euro omdat de definitieve taxatie hoger uitvalt. Er lopen gesprekken met een of meerdere belangstellenden die de grond willen kopen, aldus een woordvoerder. De grond van Chemie-Pack op het industrieterrein in Moerdijk raakte door de brand zeer ernstig vervuild. De sanering gaat nog jaren duren. Na afronding is het perceel weer geschikt voor industrieel gebruik. De uitkomst van de schikking werd destijds het maximaal haalbare genoemd door de betrokken overheden. De gemeente Moerdijk en de provincie Noord-Brabant zijn ieder voor de helft eigenaar van het Havenschap Moerdijk. (ANP) (bron: binnenlands bestuur)
Fenol in Rijnwater: innamestop drinkwater uit Lekkanaal
vervangen
In het Veld is maker en bedenker van Ecodish, een afwasmiddel voor de vaatwasmachine zonder chemicaliën. Het is volledig biologisch en reinigt met natuurlijke probiotische micro-organismen. Deze microorganismen worden uit de natuur gewonnen en produceren enzymen die de vuilmoleculen van de vaat afbreken en omzetten in energie. Op deze manier worden vetten, eiwit-ten en zetmeel op een milieuvriendelijke manier verwijderd. De werking van de organismen stopt hier echter niet. Het effect blijft doorwerken, zelfs tot in de afvoer en eventueel vervuilde watertanks. Hiermee voorkomt het afwasmiddel ongewenste geurtjes en zorgt het ook nog eens voor schonere leidingen en tanks. Het milieuvriendelijke alternatief voor chemische afwasmiddelen is op dit moment alleen beschikbaar voor professionele horecavaatwassers. Er is bewust gekozen om bij de grote horecamachines te beginnen. Meer dan een derde van alle chemicaliën in ons afvalwater komt hier namelijk vandaan. De machines moeten in zeer korte tijd de vaat schoon krijgen en gebruiken daarvoor sterke chemicaliën. Enkele honderden relaties van het bedrijf werken op dit moment al met Ecodish. En het is niet ondenkbaar dat het biologische afwasmiddel in de toekomst ook in de schappen van de supermarkt te vinden is. In het Veld: "Het is zeker onze bedoeling om de cross-over naar de huishoudmarkt te onderzoeken. Dit is natuurlijk een enorme markt en in de basis leent onze technologie, mede vanwege de afwezigheid van gevaarlijke en giftige grondstoffen, zich heel goed voor het gebruik in huishoudelijke apparatuur en allerlei schoonmaakklussen in en om het huis."
De inname van water uit het Lekkanaal, voor de productie van drinkwater, is tijdelijk stopgezet. Uit continue-metingen van Rijkswaterstaat (RWS) blijkt dat er via het Duitse deel van de Rijn een hoge concentratie fenol in het Lekkanaal terecht is gekomen. Fenol (hydroxybenzeen of carbolzuur) is een vervuilende stof. Door de metingen van RWS kon de inname tijdig worden stopgezet zodat er geen vervuilende stoffen in het drinkwater terecht zijn gekomen. RIWA, de Vereniging voor Rivierwaterbedrijven, doet aangifte bij de Duitse politie en roept op om drinkwaterbronnen goed te beschermen en vervuilers aan te pakken. Drinkwaterbedrijven die het water uit het Lekkanaal gebruiken voor de productie van drinkwater, PWN en Waternet, gebruiken momenteel grondwater, beschikbare voorraden of andere bronnen. De drinkwaterproductie loopt dus geen gevaar. De Wasserschutzpolizei van Nordrein-Westfalen doet onderzoek naar de oorzaak van de fenolvervuiling. In oktober 2014 werd er ook fenol gedetecteerd in de Rijn waarna de inname ook werd gestopt. Het is dus de tweede keer in korte tijd dat dit gebeurt. De fenolvervuiling is naar verwachting pas na het weekend verdwenen uit de Rijn en het Lekkanaal. De innamestop van water uit het Lekkanaal duurt daarom tot maandag. Op basis van meetresultaten wordt dan besloten of het water uit het Lekkanaal weer ingezet kan worden voor het maken van drinkwater.
Ga voor het aanvragen van een WABO vergunning naar de WABO specialist WWW.OMGEVINGSVERGUNNINGAANVRAGEN.NL/
3
De verrassende toepassingen van vissenzaad Van brandwerende kleding tot nanodeeltjes en een recyclingprocedé voor zeldzame aardmetalen. De lijst met toepassingen voor hom blijft groeien.
Meer geautomatiseerd en minder onderhoudskosten door nieuwe plant Labo Smeets in Antwerpen heeft een nieuwe productieeenheid. Dankzij de nieuwe plant met een nieuwe productieinstallatie en ver doorgedreven automatisering, verhoogt Laboratoria Smeets zijn productiecapaciteit met een derde. Labo Smeets kocht een bestaande productie-installatie bij een bekend farmabedrijf, liet die door Egemin Automation verhuizen, re-engineeren en inrichten in het nieuwe gebouw. Laboratoria Smeets maakt poeders voor de farmaceutische sector die dan verpakt worden tot afgewerkt geneesmiddel. Daarnaast ontwikkelt en produceert Laboratoria Smeets ook voedingssupplementen. De nieuwe productie-eenheid heeft drie miljoen euro gekost. De installatie bestaat uit zes delen: een opslagsilo, een weegeenheid, een chemische reactor, een mixer-droger, een solventregeneratiesysteem met koelinstallatie en ten slotte een verpakkingslijn. De onderhoudskosten zijn verminderd door allerlei preventieve maatregelen. Verder is er via een centraal monitoringsysteem onmiddellijk informatie beschikbaar voor batchdocumentatie en traceerbaarheid. bron: petrochem
Klimaatimpact koelkasten kan drastisch omlaag. Koudemiddelen voor koelkasten en airco’s hebben een impact op het klimaat of zijn licht ontvlambaar. Honeywell start de productie van een milieuvriendelijk alternatief. Het nieuwe type gas van de Amerikaanse multinational scoort goed op efficiëntie en veiligheid. Het heeft bovendien een kleine milieu-impact. Behalve het gebruik als koudemiddel is dit product ook inzetbaar als drijfgas voor spuitbussen en als vulmateriaal voor isolatieschuim. “Onze nieuwe productiefaciliteit is klaar om de wereld te bedienen met dit innovatieve materiaal”, zegt Ken Gayer, vicepresident van Honeywells koudemiddelendivisie. Jaren geleden gebruikte de industrie koudemiddelen die weliswaar prima functioneerden, maar ook sterk bijdroegen aan de afbraak van de ozonlaag. Tegenwoordig gebruiken koelkasten verplicht koudemiddelen die de ozonlaag intact laten. De nieuwe generatie heeft echter een enorme impact op klimaatverandering. Het aardopwarmingsvermogen van veel gebruikte middelen is 100 tot ruim 12.000 keer sterker dan CO2. Alternatieven die dat probleem moesten ondervangen, bleken licht ontvlambaar of minder efficiënt. Het door Honeywell ontwikkelde gas heeft een kleinere impact op het klimaat dan CO2. Toch is het energie-efficiënter dan de concurrentie. Voor 2025 verwacht Honeywell dat de de grootschalige toepassing van zijn product vergelijkbaar kan zijn met het van de weg halen van 75 miljoen auto’s. De RVO stimuleert in de Milieulijst 2015 onder andere het gebruik van verantwoorde koudemiddelen. Een vernieuwende koelkast op basis van magnetisme kan overigens in het geheel zonder de
Hom is een goedkope reststroom uit de visindustrie. Het lijkt onwaarschijnlijk en zelfs een tikje bizar, maar er komen steeds meer nuttige toepassing voor vissenzaad bovendrijven. Het geheim zit hem in de aanwezigheid van een grote hoeveelheid DNA. Japanse wetenschappers hebben een poeder gemaakt uit zalm -milt, een ander woord voor de hom van deze vis. Met dit poeder kunnen zij zeldzame aardmetalen terugwinnen uit een mengsel van ijzerschroot. De metalen binden aan het fosfaat, dat de ruggengraat vormt van het DNA in het zaad. Recycling van zeldzame aardmetalen is een moeilijk proces. Het Japanse procedé zou toepassing kunnen vinden bij het terugwinnen van deze metalen uit afgedankte apparaten. Uit de grondstoffen kunnen bijvoorbeeld nieuwe neodymiummagneten gemaakt worden. Haringsperma blijkt nuttig voor een heel ander doel. Italiaanse onderzoekers gebruiken DNA uit het zaad voor een brandwerende coating. Het fosfaat en andere componenten uit het erfelijke materiaal van de vissen blijkt dezelfde eigenschappen te hebben als commercieel verkrijgbare middelen. Groot verschil is dat conventionele behandelingen om textiel brandwerend te maken, giftig zijn. Katoen dat de DNAbehandeling heeft ondergaan kan drie seconden aan de vlam van een gasbrander worden blootgesteld zonder dat het in brand vliegt. Zilver-nanodeeltjes zijn nuttig vanwege hun antibacteriële werking. Kledingfabrikanten verwerken de deeltjes in hun kleding om zweetlucht tegen te gaan. Het is Japanse wetenschappers gelukt om de zilverdeeltjes te produceren met behulp van zalm-milt. DNA uit het milt diende daarbij als een soort mal, waarin de reacties plaatsvinden. Het is een simpele procedure, die de deur naar massaproductie zou kunnen openen, aldus de onderzoekers. Overigens is het niet geheel toevallig dat juist Japanse onderzoekers aan de slag gaan met hom van de zalm. In het land geldt milt als een delicatesse.
Eerste addendum DGR 56 IATA gepubliceerd Op de website van luchtvaarthandelsorganisatie IATA is het eerste addendum gepubliceerd bij de IATA Dangerous Goods Regulations 2015 (56ste editie). Deze zijn sinds 1 januari van dit jaar van kracht. De wijzigingen ten opzichte van de bestaande tekst zijn geel gemarkeerd in de tekst. bron: Gevaarlijke Lading Lees verder: http://tinyurl.com/mcpcp3j
BLOOTSTELLINGSGEVAAR? http://www.blootstellingsrapportage.nl/
'Voldoende bluswater' langs spoor in Hilversum: extra maatregelen niet nodig. Wanneer er een ongeluk gebeurt met een trein vol gevaarlijke stoffen in Hilversum is er voldoende bluswater. Dat blijkt uit een rapport van Arcadis. De gemeente Hilversum zegt daarom geen extra maatregelen te hoeven nemen. Eind vorig jaar gaf de gehele gemeenteraad, na een motie van Hart voor Hilversum, Broertjes de opdracht om binnen een maand met een overzicht te komen van de eisen waaraan een bluswatervoorziening moet voldoen. Voor de zekerheid moest dit overzicht worden getoetst door een extern bureau. Hart voor Hilversum-raadslid Karin Walters had namelijk na maandenlang onderzoek de conclusie getrokken dat de brandweer machteloos staat als zich in Hilversum een ongeluk voordoet met een trein met giftige of brandbare stoffen. De brandweer zou te weinig bluswater hebben om zo'n calamiteit te bestrijden. Bovendien, aldus Walters, bleken eerder gestelde vragen over deze kwestie onjuist beantwoord. Het college van burgemeester en wethouders meldt dat meteen na de raadsvergadering, toen de motie werd ingediend, een ambtelijke werkgroep aan de slag ging om te bekijken of er rond de spoorlijn door Hilversum (Amsterdam-Amersfoort) voldoende bluswater aanwezig is voor inzet bij een incident met gevaarlijke stoffen. Daarbij is samengewerkt met de regionale brandweer en Arcadis. Het definitieve rapport werd dinsdag naar buiten gebracht. Eén van de belangrijkste conclusies in het onderzoek is dat het huidige en toekomstige gebruik van het spoor door Hilversum binnen de veiligheidsmarges valt. De kans op een ongeval is daarom nog veel kleiner dan eerder was aangenomen. Desondanks zijn de bluswatervoorzieningen afgestemd op het ergste (maatgevende) scenario. Daarnaast beschikt Hilversum dus over voldoende bluswater. 'Voor het overgrote deel van Hilversum van Hilversum wordt in bluswater voorzien door bestaande bluswatervoorzieningen', melden burgemeester en wethouders in een naast het rapport bijgevoegde brief. 'Bovendien is de Brandweer Gooi en Vechtstreek bij een alarmering voor een ernstig incident op het spoor standaard voorzien in de inzet van twee bluseenheden die binnen vijftien minuten operationeel kunnen zijn; op deze manier is overal snel voldoende bluswater aanwezig.' En bovendien, in geval van een 'plasbrand' (waarbij vloeibare brandbare vloeistoffen weglekken) beschikt de brandweer over voldoende schuim voor het afdekken van plasbranden tot pakweg 300 vierkante meter, besluit B&W. 'Voor grotere plasbranden krijgt de brandweer assistentie van omliggende veiligheidsregio's.' (bron: dichtbij)
Medewerkers mestbedrijf Den Bosch ontsnapten aan dood na inademen giftige gassen Medewerkers van gerenommeerd mestbedrijf AquaPurga ontsnapten in 2013 aan de dood na inademen giftige gassen. De medewerkers zijn ziek geworden nadat ze onbeschermd waren blootgesteld aan zeer gevaarlijke stoffen. Dat blijkt uit onderzoek door deze krant. De misstand komt bovenop grote financiële problemen bij het bedrijf. AquaPurga staat op omvallen en betaalt al enige tijd geen salarissen uit. Voor honderden particuliere investeerders, in het verleden gelokt met aantrekkelijke rendementen, dreigt een schadepost van in totaal 30 miljoen euro. ——>
RIVM publiceert faalfrequenties vgs spoor Op weg naar een nieuwe rekenmethodiek voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor : Technisch rapport: faalfrequenties voor Nederlandse goederenwagens op basis van incidenten In Nederland wordt een vastgestelde methode gebruikt om het risico op een ongeval door het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor te bepalen. Hiermee kan de omvang van een gebied worden bepaald waarbinnen mensen kunnen overlijden als ontvlambare en giftige stoffen door een treinongeval vrijkomen. De 'faalfrequenties', die in de huidige rekenmethodiek zijn gebaseerd op ongevallen van vóór 1995, zijn door het RIVM geactualiseerd. De actualisatie leidt tot aandachtspunten die in een nieuw te ontwikkelen rekenmethodiek moeten worden meegenomen. In het onderzoek is specifiek in kaart gebracht wat de kans is op een ongeval waarbij gevaarlijke gassen en vloeistoffen uit goederenwagens vrijkomen. Omdat er in Nederland in de beschouwde periode geen ongevallen hebben plaatsgevonden waarbij deze stoffen zijn vrijgekomen, zijn voor de herziene kansen op botsingen en ontsporingen de Nederlandse ongevalsgegevens aangevuld met Europese ongevallen. Indertijd is, wegens afwezigheid van Nederlandse ongevallen met gassen, aangenomen dat de kans dat gassen uitstromen na een botsing of ontsporing kleiner is dan bij vloeistoffen. Uit het RIVM-onderzoek blijkt echter dat de uitstroomkansen voor gassen en vloeistoffen weinig van elkaar te verschillen. Ook blijkt dat de beschikbare vervoersgegevens onvoldoende gedetailleerd zijn om rekening te houden met verschillende risicofactoren, zoals de snelheid waarmee gereden wordt of het aantal keren dat een trein een wissel passeert.
Het in Den Bosch gevestigde AquaPurga zet mest van varkensboeren om in restproducten. In de politiek geldt het als een voorbeeldbedrijf. Vorige week nog brachten Brabantse Statenleden een werkbezoek aan AquaPurga. Naar nu blijkt belandden 2 monteurs in 2013 met acute vergiftigingsverschijnselen in het ziekenhuis. 1,5 jaar later zitten zij nog steeds ziek thuis. Bij de machines ademden zij zeer giftige gassen in, waaronder waterstofdisulfide. Volgens longarts Jos Rooijackers, die een van de medewerkers onderzocht, is dit een 'extreem giftig gas'. "Het verdringt zuurstof, waardoor het bij inademing direct kan leiden tot de dood. In juni 2013 overleden nog 3 mensen hieraan in Makkinga." Die slachtoffers raakten bedwelmd tijdens het schoonmaken van een mestsilo, ondanks de gasmeter en luchtkap die ze droegen. De medewerkers van AquaPurga droegen tijdens de incidenten geen masker. Ze hadden ook geen geschikte werkkleding en veiligheidsvoorschriften ontbraken, concludeerde de Inspectie SZW in een rapport dat in bezit is van deze krant. In november 2013 sommeerde de inspectie het bedrijf de fouten te herstellen. Rooijackers is verbaasd dat de inspectie de boel niet meteen liet stilleggen. "Bij zulke gasconcentraties, moeten alle alarmbellen gaan rinkelen", zegt de arts van het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen. Ook andere technici die aan de machines van AquaPurga sleutelden, kregen vergiftigingsklachten. De 2 monteurs die in het ziekenhuis belandden, stellen hun oud-werkgever aansprakelijk en bereiden een rechtszaak voor.
5
België ondertekent veiligheidsadviseur.
overeenkomst
België heeft deze maand de multilaterale overeenkomst M283 ondertekend. Dit betreft de bevoegdheid van de veiligheidsadviseur inzake bijzondere bepaling 664. De overeenkomst loopt af op 1 januari 2020.
Lees verder: http://preview.tinyurl.com/mcpcp3j
Brabant gaat op slot voor schaliegas. De Provinciale Staten gaan het boren naar schaliegas met gebruik van chemicaliën in Brabant volledig verbieden. Door de Provinciale Milieuverordening (PMV) hiervoor te wijzigen, geven de Staten inhoud aan hun eerdere besluit om Brabant schaliegasvrij te verklaren. Dat gebeurt op 6 maart, in hun laatste vergadering voor de Statenverkiezingen. Alleen VVD en PVV hebben hier problemen mee omdat dit provinciaal verbod volgens deze partijen juridisch niet houdbaar zou zijn, waardoor burgers een rad voor ogen wordt gedraaid. In de aangepaste milieuverordening worden uit voorzorg alle grondwaterlichamen die geschikt zijn voor drinkwaterwinning op basis van Europese regels beschermd tegen schaliegasboringen met chemicaliën, beter bekend als fraccen. Dat betreft 97 procent van het Brabantse grondgebied. Alleen de uiterste rand van West-Brabant valt buiten het verbod omdat het grondwater daar zout en ongeschikt voor consumptie is. Minister Henk Kamp (Economische Zaken) kan het schaliegasverbod met rijksregels torpederen, maar moet dan volgens SP-gedeputeerde Johan van den Hout wél bewijzen
Nederland ondertekend Multilaterale ADNovereenkomst MO 012. In de Staatscourant (2015, 1115) is de multilaterale ADNovereenkomst MO 012 gepubliceerd. Deze overeenkomst gaat over het gebruik van dompelpompen in de zijtanks en de dubbele bodems van tankschepen. De overeenkomst is ondertekend door Duitsland en Nederland is geldig tot 1 januari
Raamwerk Nascholingscursussen Code 95 en ADR/ADN In Staatscourant 2014, 37805 (31 december 2014) is het raamwerk gepubliceerd voor de nascholingscursussen ADR en ADN en Code 95. Het raamwerk is een document als bedoeld in artikel 156s Reglement rijbewijzen. In het raamwerk staan de eisen die worden gesteld aan de certificering van nascholingscursussen en de erkenning van opleidingsinstituten (artikel 156x Reglement rijbewijzen en Hoofdstuk III Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012). https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-37805.html
Schonere vrachtwagens tanken bij vulpunt aardgas In de loop van dit jaar wordt er in het Gelderse rivierengebied een vulpunt geopend voor vloeibaar aardgas (LNG). Een consortium van 4 organisaties gaat zich daarvoor sterk 008000 maken. De club van 4, waaronder de op duurzame ontwikkelingen gerichte Gebiedsorganisatie Rivierenland, streeft ernaar om dit jaar al 35 trucks in het rivierengebied op LNG te laten rijden. Minder uitstoot Vloeibaar aardgas levert aanzienlijk minder uitstoot van vervuilende stoffen op dan diesel. (bron: De Gelderlander)
Havenmeester gaat achter ontgassende schepen aan. De divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam is sinds deze week aangewezen als toezichthouder op het verbod op het varend ontgassen van benzeen. Hiertoe hebben Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland besloten. In Zuid-Holland geldt vanaf 1 januari dit jaar een verbod op het varend ontgassen op de binnenwateren. Daarnaast wordt het varend ontgassen van benzeenhoudende producten (10% benzeen of meer) per 1 januari 2016 verboden. Met dampopvanginstallaties kunnen schepen gecontroleerd worden ontgast. Gemeenten langs de Nieuwe Waterweg pleitten al jaren voor een verbod op het varend ontgassen. Schippers ontgassen hun schepen, waar het gaat om vluchtige organische stoffen, om de ruimten te ontdoen van restanten van die lading. De dampen die vrijkomen bij het ontgassen zorgen echter voor overlast en kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij het toezicht en de handhaving wordt samengewerkt met de politie en de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten. Wanneer sprake is van een overtreding, dan wordt daarop
Styreen in water Westerschelde verdampt uit zichzelf Anders dan bij bijvoorbeeld een lekkage van olie hoeft er na de aanvaring van vorige week vrijdag tussen twee tankschepen op de Westerschelde in de Bocht bij Bath niets meer opgeruimd te worden. Bij die botsing lekte uit een van de twee betrokken tankers circa 130 ton styreen. Dat zorgde voor een enorm stankgolf die tot in de provincie Utrecht toe te ruiken was, maar dat is ook meteen de verklaring waarom er in het water niets meer van die weggelopen styreen is achtergebleven. "Dat is allemaal al lang verdampt", aldus een woordvoerster van Rijkswaterstaat. In de buitenlucht is de stank nog wel te ruiken en mogelijk ook dinsdag nog.
http://www.safetynet-nederland.nl/MSDS-opstellen/
6
Overslag haven Rotterdam groeit 1% De overslag in de haven van Rotterdam is in 2014 met 1% toegenomen tot 445 miljoen ton. De verschillende marktsegmenten hebben daarbij sterk uiteenlopend gepresteerd. Uitschieters naar boven zijn de containersector met een plus van 5,8% (in volume) en breakbulk met 12,1% groei. De grootste daling zit met 8,1% in de overslag van olieproducten. Er ging 4,8% meer ruwe olie door de haven. De overslag van droog massagoed nam 0,7% af. Allard Castelein, president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam: “Voor 2015 verwachten we dezelfde groei van de overslag als het afgelopen jaar: 1%. Ook dit jaar komt die groei naar verwachting vooral van de containersector. De komende jaren zullen we de bestaande, omvangrijke sectoren in de haven koesteren, maar tegelijkertijd zetten we sterk in op innovatie en het verbreden van de activiteiten in de haven. We hebben beide nodig voor een gezonde toekomst.” Castelein ging tijdens deze jaarlijkse presentatie ook nadrukkelijk in op de uitdagingen waar de haven voor staat. “Zowel in de energiesector en de chemie als in de logistiek zien we grote veranderingen”, aldus Allard Castelein. “Om de haven ook op lange termijn een stevige pijler onder onze welvaart te laten zijn werken we met het bedrijfsleven aan innovatie en verbreding van de activiteiten in de haven. Dat zien we nu al terug in de toename van offshore activiteiten, maar ook verder verduurzaming van de energie- en chemiesector zijn nodig. We zetten in op het verhogen van de efficiency in de industrie en op het ontwikkelen van biobased industrie. Voor de containersector is vooral de verdere ontwikkeling van de achterlandverbindingen van groot belang. Dit jaar zijn de nieuwe containerterminals op Maasvlakte 2 nog druk met opstarten, vanaf 2016 komt er echt capaciteit bij voor verdere groei.’’ De overslag van droog massagoed daalde in 2014 met 0,7% tot 88,6 miljoen ton. De Duitse staalindustrie draaide vorig jaar op 87% van haar capaciteit. Onder ander vanwege renovatie van hoogovens in Duitsland werd 5,2% minder ertsen en schroot overgeslagen in Rotterdam. De overslag van kolen daalde 0,9%. Hoewel de overslag van cokeskolen voor de staalindustrie doorgaans in lijn is met de overslag van ertsen en schroot, nam deze in 2014 toe door concentratie van de aanvoer via Rotterdam. Dat positieve effect werd echter meer dan gecompenseerd doordat minder kolen voor elektriciteitscentrales nodig waren vanwege de zachte winter en de toename van opwekking van hernieuwbare energie in Duitsland. De overslag van agribulk nam toe met 9,2%, vooral omdat meer tarwe werd uitgevoerd en tegelijkertijd meer maïs en soja werd ingevoerd. De categorie overig droog massagoed bestaat vooral uit grondstoffen voor de bouw en de industrie. Er werd 6,8% meer van deze goederen overgeslagen, met name door het aantrekken van de wereldeconomie. De overslag van nat massagoed nam met 2,1% af tot 202,5 miljoen ton. Dit marktsegment is 45% van de totale overslag in Rotterdam, zodat een beperkte daling een forse invloed heeft op het totale overslagcijfer. De overslag van ruwe olie nam 4,8% toe. De raffinaderijen hadden minder onderhoudstops en een hogere bezettingsgraad. De categorie minerale olieproducten liet in 2014 met 8,1% de grootste afname zien. Belangrijkste factoren zijn de concurrentie van nieuwe tankterminals in andere havens en een afname van de overslag van nafta. Dat laatste is een belangrijke grondstof voor de chemie. Deze sector kampt in Europa met moeilijke marktomstandigheden. Overigens heeft de overslag van olieproducten de laatste tien jaar een sterke groei doorgemaakt: in 2014 werden ondanks de daling nog steeds meer dan twee keer zoveel minerale olieproducten overgeslagen als in 2004. De overslag van LNG is qua omvang nog bescheiden (1,2 miljoen ton) maar maakt wel een stormachtige groei door met 59,5%. Die is vooral te danken
Rotterdamse haven moet leidende positie versterken Maandag 19 januari opende voorzitter Steven Lak het 15e Deltalinqs Jaardiner met een helder statement: ‘Rotterdam moet alle zeilen bijzetten om haar marktaandeel binnen de Europese Unie te versterken. De Rotterdamse haven moet de handen verder ineenslaan om de toonaangevende positie in de wereld te behouden en uit te bouwen.’ Dit jaar staat Rotterdam stil bij 75 jaar wederopbouw van stad en haven. De goederenoverslag is in die periode gegroeid van 42 miljoen ton naar 444 miljoen ton. Toch groeide de opslag vorig jaar slecht met een bescheiden één procent. Maar achter dit totaalbeeld gaan forse verschillen schuil. Lak: ‘We moeten ons richten op het versterken van de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Rotterdam kan met haar schaalgrootte en efficiëntie niet langer de duurste haven blijven. Wij betalen rekeningen die elders door overheden worden betaald. Dat is niet vol te houden. De overheid is aan zet om een level playing field te realiseren. Waarom moeten voedselveiligheid controles hier meer kosten dan in België? Waarom moet onze raffinagesector koploper zijn en als eerste ruim één miljard investeren in de implementatie van nieuwe milieu en veiligheidseisen?’ Volgens Lak moet het aandeel van het goederenvervoer per spoor omhoog. Realisatie van de Calandspoorboog is daarvoor noodzakelijk. ‘Wanneer door werkzaamheden aan de Betuweroute tijdelijk alternatieve tracés gereden moeten worden kan het niet zo zijn dat het bedrijfsleven voor de extra kosten opdraait.’ Maar Lak benadrukt ook dat veilig werken in 2015 prioriteit blijft houden. Als voorbeeld hiervan noemt hij de RDM Training Plant – een publiek private investering van ruim 4,5 miljoen euro. Deze investering maakt het mogelijk jongeren praktijkgericht op te leiden en alle medewerkers die werkzaam zijn in de procesindustrie te testen op het herkennen en beheersen van veiligheidsrisico’s. Het komende half jaar zal hierover de definitieve go/no-go-beslissing genomen worden. In zijn pleidooi bij Deltalinqs bepleit hij voor een blijvende toonaangevende positie voor de Rotterdamse haven. De haven moet een vestigingsklimaat hebben dat investeringen aantrekt. ‘Anders zetten we doelbewust veel arbeidsplaatsen op de tocht.’ De daling van 7,4% laat zich hoofdzakelijk verklaren door het gegeven dat de Europese chemische industrie moeilijk kan concurreren met die overzee. Energie en grondstoffen zijn elders in de wereld aanzienlijk goedkoper. De overslag van containers is met 5,8% toegenomen tot 12,3 miljoen TEU (aantallen) en met 5,2% tot 127,6 miljoen ton (gewicht). Die forse stijging laat zich verklaren door een combinatie van factoren. De economie in zowel de eurozone als het Verenigd Koninkrijk trekt aan. Daardoor zijn met name de deepsea volumes op de scheepvaartroutes naar Azië en Noord-Amerika toegenomen. Bovendien zijn de eerste effecten van de schaalvergroting in de containervaart merkbaar: Rotterdam is een aantrekkelijke haven voor de steeds groter wordende schepen. Breakbulk is een combinatie van roll on roll off (roro) verkeer en overig stukgoed. De overslag in deze categorie nam toe met 12,1% tot 26,0 miljoen ton. Het roro verkeer nam 8,1% toe, vooral door het aantrekken van de Britse economie. In de categorie overig stukgoed deden met name staal, non-ferro metalen en projectlading het goed. Het overig stukgoed, jarenlang op zijn retour omdat steeds meer lading in containers verdween, deed het met een groei van 28,1% buitengewoon
7
Haven van Antwerpen boekt andermaal overslagrecord in 2014.
ECN en TNO starten programma over elektrificering van de chemische industrie.
De overslag in de haven van Antwerpen groeit dit jaar naar verwachting met 4,2 procent tot 198,8 miljoen ton goederen.
De toename van duurzame energie uit zon en wind leidt tot een steeds groter fluctuerend aanbod aan elektriciteit in Noordwest-Europa. Dit is een grote kans voor de chemische industrie, die enerzijds energiekosten zou kunnen verlagen en anderzijds nieuwe hoogwaardige producten kan maken. Onlangs ontvingen ECN en TNO 2 miljoen euro subsidie om voor 2017 meerdere demonstraties op te leveren.
De haven van Antwerpen zal dit jaar naar verwachting 198,8 miljoen ton goederen behandelen. Dat is een stijging van 4,2 procent in vergelijking met 2013 en een nieuw overslagrecord voor Antwerpen. Het vorige record dateert van 2013, toen 190,8 miljoen ton goederen werden behandeld. De recordgroei wordt aangedreven door de overslag van containers (+5,6%) en van vloeibaar massagoed (+5,4%). Keerzijde van de medaille is de dalende overslag van het arbeidsintensieve conventionele stukgoed (-3,3%) en de droge bulk (-4,9%). Eind januari volgende de definitieve trafiekcijfers. Het containersegment vertoont zowel in tonnen als in aantallen een mooie groei. Het aantal behandelde containers in TEU steeg met 4,5% tot 8,96 miljoen TEU. Dat betekent dat Antwerpen volgend jaar voor het eerst de kaap van 9 miljoen behandelde TEU zal ronden. In tonnage was er ook een aanzienlijke groei, waardoor de verwachte overslag uitkomt op 108,1 miljoen ton, zijnde +5,6%. Het roro-verkeer daalde, met 1,2% tot 4,51 miljoen ton. De cijfers zijn voornamelijk toe te schrijven aan een daling van het aantal behandelde auto’s. Volgens verwachting zullen er eind dit jaar 1, 2 miljoen auto’s aan- en afgevoerd zijn via de Antwerpse haven, zijnde 7,8 procent minder in vergelijking met 2013. De verminderde overslag is onder meer te wijten aan de ebola-uitbraak in West-Afrika, de onrust in het Midden-Oosten en de slechte economische omstandigheden in Argentinië en Brazilië, wat belangrijke afzetmarkten voor tweedehandswagens zijn. Het conventioneel stukgoed ging het afgelopen jaar in de min (3,3 procent) en noteert volgens verwachting een overslag van 9,75 miljoen ton. Niettegenstaande deze daling is conventioneel stukgoed nog steeds erg belangrijk voor de tewerkstelling: ongeveer 40% van de taken van de havenarbeiders situeren zich op het vlak van conventioneel stukgoed. De overslag van vloeibaar massagoed steeg de afgelopen 12 maanden met 5,4 procent tot 62,7 miljoen ton. Na het recordjaar 2013, waarin de totale groei van vloeibaar massagoed uitkwam op +31,4 procent, zijn dit opnieuw zeer sterke cijfers. Vooral de afvoer van vloeibaar massagoed piekte (+17,8%) als gevolg van verhoogde tradingactiviteiten bij sommige spelers. De aanvoer bleef nagenoeg status quo. Het voorbije jaar kwam de Antwerpse haven met haar petrochemische cluster verschillende malen positief in de belangstelling. Er was de investering van ExxonMobil, de Amerikaanse oliegigant die een investering van één miljard dollar in zijn raffinaderij in de Antwerpse haven aankondigde. De nieuwe installatie zal zware, hoogzwavelige restolie omzetten in schonere olieproducten en transportbrandstoffen zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel. De Franse groep Total investeert dan weer 1 miljard euro in haar vestiging in Antwerpen. Het verder versterken van dit petrochemische platform is een van de ambities van het Antwerpse Havenbedrijf voor de komende jaren. De olie- en chemiecel die het Havenbedrijf heeft opgericht en de samenwerking met FISCH en Essenscia moeten (onder meer) zorgen voor de creatie van de ideale randvoorwaarden om internationale investeerders aan te trekken naar Antwerpen. De overslag van droog massagoed daalde met 4,9 procent tot 13,7 miljoen ton. Deze verdere krimp is grotendeels toe te schrijven aan een daling in de aanvoer van kolen. Deze evolutie is vooral ingegeven door de sluiting van verschillende steenkoolcentrales in het onmiddellijke achterland van de Antwerpse haven. Op korte termijn verwacht de Antwerpse
“Het ministerie van Economische Zaken en de topsector Chemie hebben ECN en TNO gevraagd een programma op te zetten voor elektrificering van de chemische industrie”, vertelt Martijn de Graaff van TNO. “Die kans komt voort uit trends in de chemische industrie en de energiesector, zoals de hoge prijs van energie in Europa ten opzichte van bijvoorbeeld de VS. De topsector zelf heeft als strategie om bestaande clusters, waaronder de regio’s Groningen en Rotterdam, te versterken en te zorgen dat die competitief blijven. Dat kan door efficiënter gebruik te maken van energie: de specialiteit van ECN. Een andere optie ligt in het efficiënter produceren van chemische specialties of het ontwikkelen van nieuwe chemische producten met hogere toegevoegde waarde, en daar weet TNO weer alles vanaf.” “Er komt steeds meer elektriciteit beschikbaar vanuit windmolens en zonnepanelen. Dat is goed nieuws, maar het elektriciteitsnet is niet voorbereid op fluctuatie in het aanbod”, vervolgt De Graaff. “Deels is dat op te vangen met energieopslag, zoals batterijtechnologie. Een andere mogelijkheid is de energie direct te gebruiken, bijvoorbeeld in de chemische sector, als een van de grootste gebruikers in Nederland op industrieel niveau. In dit programma onderzoeken we de mogelijkheid om elektrische energie indirect toe te passen, zoals in het opwaarderen van stoom. Daarnaast kan elektriciteit worden gebruikt voor directe productie van tussen- en eindproducten, waardoor de energie eigenlijk wordt opgeslagen in de nuttige moleculen. Er bestaan al ontwikkelingen die dat mogelijk maken, maar die werden nog niet eerder gecombineerd en geïntegreerd in een totaalconcept.” “We gaan met drie technisch inhoudelijke lijnen van start. Ten eerste onderzoeken we hoe je elektrische energie indirect kunt gebruiken. ECN heeft met name expertise op het gebied van warmtepompen, die stoom met te lage druk en temperatuur door middel van elektriciteit opwaarderen. Zo zet je restwarmte om in waardevolle warmte die je voor een chemisch proces kunt gebruiken. Ten tweede werken we aan het directe gebruik van elektrische energie. Zo werkt ECN aan elektrolyse. Daarmee wordt waterstof gemaakt, een waardevolle grondstof voor de chemische industrie. Dit bestaat al veel langer, maar de vraag is of je het bij een tekort of overschot kunt aan- en uitzetten en of je er een betaalbaar systeem voor kunt bouwen. Ten derde werken we aan elektrosynthese, een onderwerp waar TNO al langer in zit. Zo denken we aan het direct maken van grondstoffen voor de chemische industrie vanuit CO2, maar ook aan hogere toegevoegde waarde-producten voor direct gebruik.” “In het eerste kwartaal van 2015 organiseren we een bijeenkomst om die roadmap te presenteren en in discussie te gaan met de industrie. Daarnaast zoeken we de komende periode proactief contact met stakeholders, zoals chemische bedrijven, toeleveranciers en kennisorganisaties om aan te haken bij het programma. Het is namelijk van groot belang om draagvlak en de juiste timing te vinden voor zo’n grote ontwikkeling. Partijen die besluiten om ook met kennis, ervaring en financieel te participeren, hebben directe invloed op het onderzoek en toegang tot de inhoudelijke resultaten. Zij zijn de front-runners die straks als eerste van de ontwikkelingen profiteren.”
Grootste materialencentrum van DSM wereldwijd op Chemelot De bezoeker kan niet anders dan zich onderdompelen in heel veel transparantie in het nieuwe DEP/Ahead-gebouw op Chemelot. Aanvankelijke scepsis medewerkers ging over in enthousiasme. Koninklijke DSM N.V. beloofde in 2012 in Nederland een investering te doen van € 100 miljoen euro in kennis en innovatie. Onderdeel daarvan was de bouw van het grootste materialencentrum van DSM wereldwijd. Met de opening van het DEP/Ahead-gebouw (DSM Engineering Plastics en Ahead Material Science Centre) op 17 november 2014 is een deel van die belofte ingelost. Het nieuwe centrum voor onderzoek naar en ontwikkeling van hoogwaardige materialen op de Brightlands Chemelot Campus in Sittard-Geleen biedt ruim 400 werkplekken voor ontwikkeling van duurzame materialen in Nederland. Het nieuwe, hypermoderne gebouw mag er zijn. Het nodigt uit tot kijken, zelfs meer dan dat. De bezoeker kan niet anders dan zich onderdompelen in heel veel transparantie. Projectmanager Rob Harschnitz is een tevreden mens wanneer hij ziet dat bezoekers die de eerste keer binnenkomen vol bewondering om zich heen kijken. Naar het prachtige atrium met een heuse vijver, zelfs vissen en bomen erin. Het gebouw schittert van transparantie, het ademt toegankelijkheid uit. En ondanks de vele werkplekken met even zoveel mensen heerst er rust. Het gebouw biedt een prettige werkomgeving en is daarmee een inspiratiebron voor het opborrelen van nieuwe ideeën. Rob Harschnitz: “Heel wat mensen hadden zorgen over wat er komen ging. Ze waren gewend aan ‘hun' oude situatie en bezagen hun nieuwe werkomgeving met de nodige scepsis. We zitten hier al sinds augustus en de meesten zijn meer dan gewend, zelfs enthousiast. Velen van hen geven aan dat ze niet meer terug willen naar de oude situatie. Voor mij en de projectgroep goed om te horen. Een mooie beloning voor al onze inspanningen.” Het concept van het nieuwe werken (nWoW) is natuurlijk niet nieuw, maar de verantwoordelijke projectgroep heeft hier een nieuwe dimensie aan gegeven door de uitgangspunten van nWoW te koppelen aan het toepassen van duurzame materialen. Dat mogen we ook wel verwachten van een bedrijf als DSM, dat op het gebied van duurzaamheid tot de wereldtop behoort. De projectgroep was verantwoordelijk voor de indeling en de soort werkplekken. Beneden de laboratoria, en op de verdiepingen de kantoorplekken. Er zijn afzonderlijke plekken gecreëerd voor vergaderen, telefoneren, bureauwerk, maar ook zogenaamde stilteplekken waar het goed concentreren is. Dat betekent niet dat het elders rumoerig is. “Wij spreken hier van een bibliotheekeffect”, aldus Rob Harschnitz. “In zo’n open omgeving passen mensen automatisch hun stemgeluid aan. Ze praten vaak op gedempte toon met elkaar. Een bijkomend gunstig effect. En de lifestyle rules doen de rest. Mensen kennen de regels en gedragen zich ernaar.” Rob Harschnitz: “De zogenaamde avonturiers onder ons zoeken steeds een andere werkplek op. Zij willen graag weten waar andere collega’s mee bezig zijn en zo ontstaan er discussies. Daar komt creativiteit uit voort, al discussiërend ontstaan er nieuwe ideeën. Hetzelfde gebeurt doordat mensen samen lunchen. Een boterham nuttigen op een werkplek is uit hygiënisch oogpunt niet toegestaan. Dus gaat men naar de lunchtafels en ook daar raken mensen gemakkelijk met elkaar in gesprek. En dat is precies wat een centrum voor onderzoek nodig heeft. De mensen gaan steeds meer ontdekken hoe de werkplekken hun helpen. Het gebouw staat er niet op zich, het staat ten dienste van de mensen die er werken. Het stemt tot nadenken, tot het zich ontwikkelen. Kortom: wij van DEP en
Chemie bungelt door traagheid NAM. Het onderzoek naar de gevoeligheid van industriële complexen in de Eemshaven en bij Delfzijl komt veel te traag op gang. Het is nog volstrekt onduidelijk hoe bedrijven hun installaties kunnen beschermen tegen aardbevingen. Twee jaar geleden wilden de ondernemingen van de NAM weten hoeveel schade zware bevingen zouden kunnen toebrengen aan hun bedrijfsprocessen. Van de dertig industriële complexen die nauwkeurig moeten worden bekeken, zijn van nog maar twee installaties voorbereidende onderzoeken afgerond. Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) heeft minister Henk Kamp van Economische Zaken (VVD) vorige week verzocht druk te zetten op de Nederlandse Aardolie Maatschappij Maatschappij. De NAM betaalt het onderzoek en wil een vinger in de pap bij de opzet en de uitvoering. Over de manier waarop het onderzoek wordt uitgevoerd, lijken alle partijen het eindelijk eens. ,,We zijn er niet gerust op en hebben de minister geschreven dat het traject veel te langzaam verloopt. Hij moet de NAM aansporen'', zegt SBE-voorzitter Cor Zijderveld. ,,Ondernemers willen opdracht kunnen geven tot die onderzoeken. Hoe groot zijn de krachten die op installaties kunnen komen te staan? Welke maatregelen moeten ze nemen?'' Het in kaart brengen van de mogelijke veiligheidsrisico's moet topprioriteit hebben, stelt Zijderveld. De SBE-voorzitter vindt het begrijpelijk dat er grote bedrijven zijn die niet langer wachten op de NAM en zelf alvast wat onderzoeken naar de veiligheidsrisico's zijn gestart. ,,De vraag is of de resultaten door de NAM worden erkend, maar dat zien we later wel.''
Temperatuurgevoelig polymeer maakt er bruikbare diagnostische test van. In de VS is een verbeterd nanoklittenband gepresenteerd om uitzaaiende tumorcellen uit menselijk bloed te filteren. Zo kun je ze analyseren en nagaan welke chemotherapie het beste helpt, denken onderzoekers van het UCLA California NanoSystems Institute. Het nieuwe ‘Thermoresponsive NanoVelcro’ is in samenwerking met Chinese, Taiwanese en Japanse onderzoekers ontwikkeld. De eerste resultaten met longkankercellen werden vorige maand gepresenteerd in ACS Nano. Het octrooi is begin vorig jaar al gepubliceerd en verraadt dat er een polymeer in zit verwerkt dat alleen binnen een bepaald temperatuurgebied water opzuigt. De menselijke lichaamstemperatuur zit boven dat bereik; er treedt dan een fasenscheiding op en het ontwaterde polymeer krimpt in tot een klein volume. Maar bij 4 graden neemt het wél water op, zwelt daarbij sterk en duwt zo de gevangen tumorcellen van hun plek zonder ze te beschadigen. Inmiddels is er een apparaat omheen ontworpen dat de temperatuurovergang verzorgt en de losgekomen tumorcellen netjes opvangt zodat je de nieuwste mutaties in hun DNA kunt bekijken. Zelf vergelijken de uitvinders het graag met een espressomachine waar tenslotte ook een thermostaat in zit. bron: UCLA bron:
CO2 als grondstof biomassaproductie
voor
Het kweken van algen is ondernemen met een hoog risicoprofiel, stelt Arnout van Diem, CEO van BioSoil Groep. Zijn bedrijf is nauw betrokken bij een algenproject dat dit jaar tijdens het Duurzaam Geproduceerd Congres bij de verkiezing Enlightenmentz of the Year 2014 won in de categorie Process. Het gaat om een mobiele proeffabriek voor algenraffinage die op maat de gewenste ingrediënten uit algen kan zuiveren. Het kweken van algen klinkt ideaal in de oren. Algen kunnen groeien waar grond onvruchtbaar is, nemen CO2 op en hebben een hoge groeisnelheid. Een algenplantje groeit zelfs zo snel dat het in een uur kan verdubbelen en zo een grote productie van biomassa kan realiseren. Het probleem is dat er nog niemand is geweest die de exponentiële groei stabiel heeft weten te houden over een langere periode. “Doordat de lichtinput geen constante factor is en er tachtigduizend algensoorten zijn, is het een heel complex speelveld”, vertelt Arnout van Diem, CEO van BioSoil Groep. Zijn bedrijf ontwikkelt, ontwerpt, bouwt, verkoopt en installeert bioreactoren voor algenproductie. BioSoil is nauw betrokken bij het project Valorie, een mobiele proeffabriek voor algenraffinage die op maat de gewenste ingrediënten uit algen kan zuiveren. Valorie staat voor Versatile Algae On-site Raw Ingredient Extractor en is ontwikkeld door Algae Food & Fuel in samenwerking met partner TNO. Valorie staat bij de algenkas in Lelystad. Daar worden algen gekweekt op basis van led-licht en CO2. Het is ook mogelijk algen op suiker te kweken, of led-licht en suiker maar daar begint Algae Food & Fuel niet aan. Van Diem: “Door suiker als grondstof te gebruiken, zouden we concurreren met landbouwgrond voor suikerbieten en/of suikerriet. Doordat we algen in water kweken op licht en CO2, concurreren we niet met de landbouw en wordt de productie van biomassa additioneel.” Algae Food & Fuel heeft gekozen voor ledassimilatieverlichting onder water. Hiermee wordt de lichtinbreng in de reactor een constante factor. Van Diem: “Bij de fotobioreactoren die in Lelystad naast Valorie staan, worden de omstandigheden zoveel mogelijk constant gehouden in een geautomatiseerd proces. Daarmee zou we een doorbraak op de grootschalige kweek van algen kunnen realiseren.”
Dalende olieprijs door overproductie en lage vraag. De olieprijs blijft dalen. Eerder deze week stond de prijs voor een vat Brent-olie, de maatstaf voor olie uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten, op 52,55 dollar per vat. Dit is de laagste prijs in bijna zes jaar. Ook Amerikaanse olie, doorgaans wat goedkoper, breekt laagterecords; de prijs zakte naar minder dan 50 dollar per vat. De olieprijs daalt al sinds afgelopen zomer, toen piekte Brent-olie op 115 dollar, daarna werd de daling ingezet. Die neergang kwam vanaf 27 november in een stroomversnelling toen de Organisatie van Olie Exporterende Landen (Opec) bekendmaakte de productie niet terug te schroeven. Over het hele jaar 2014 bekeken, halveerde de prijs voor een vat Brent-olie nagenoeg. De prijs daalt door overproductie aan de ene kant en een lage vraag aan de andere kant. Door de trage economische groei in de eurozone - het bruto binnenlands product steeg in het derde kwartaal met 0,2 procent - zou er minder olie worden geconsumeerd. Daartegenover is de productie van schalie-olie in de Verenigde Staten, van oudsher een grote olie-importeur, flink toegenomen. Schinkel: “De hoge productie is maar één kant van de vergelijking. Het kennelijk wegvallen van de vraag naar olie is de andere. In de VS is de economische groei flink. Europa doet het slecht, maar beter dan een jaar geleden. En dus wordt voorzichtig gewezen naar de olifant in de kamer: China, dat wellicht een veel grotere economische vertraging doormaakt dan openbaar is.” De gevolgen van goedkopere energie zijn groot. Het is goed voor de landen die olie consumeren, maar voor olieproducenten heeft de ontwikkeling ernstige consequenties. Van Rusland tot Venezuela, van de schalie-sector in de Verenigde Staten tot Noorwegen: voor producenten is de prijsontwikkeling desastreus. Tot nu toe lijken de grote olieproducenten te gaan voor het behoud van inkomsten. De lagere prijs prikkelt hen juist om nog meer te produceren om de dollarstroom op gang te houden.. Indaver Impex neemt slibontwateringsactiviteiten BEFRA Belgium over Per 1 januari 2015 heeft Indaver Impex B.V. uit ’s Gravenpolder, Nederland, de slibontwateringsactiviteiten van BEFRA Belgium bvba overgenomen. Deze overname sluit naadloos aan op de groeiambities van Indaver. Met de overname verstevigt Indaver Impex haar rol als marktleider in slibontwatering in de Benelux. De overname omvat naast de klantenportefeuille een drietal mobiele slibontwateringsinstallaties, bestaande uit kamerfilterpersen en een decantercentrifuge. De uitbreiding van de mobiele vloot van Indaver Impex is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar mobiele slibontwateringsdiensten in binnen- en buitenland. De klanten van BEFRA zullen direct profiteren van de gerenommeerde internationale organisatie van Indaver Impex, terwijl opvolging van terugkerende projecten en/of ontwateringscampagnes gewaarborgd wordt door de adviesrol die BEFRA de komende jaren nog op zich zal nemen betreffende haar slibontwateringsactiviteiten. De overname heeft geen gevolgen voor het personeel, alle huidige arbeidsplaatsen blijven behouden. Indaver Impex is ruim 25 jaar internationaal actief in de slibontwatering en afvalwaterbehandeling en beschikt over een vloot van ruim 50 mobiele ontwateringsinstallaties. In 2013 behaalde Indaver Impex een omzet van 12 miljoen euro. Indaver Impex B.V. valt onder Indaver Nederland B.V. en maakt zo deel uit van Indaver Groep. Deze internationale groep biedt industrie en overheid duurzame oplossingen voor afvalbeheer met haar concepten in Total Waste Management en Public Waste Partnerships.
8
Proefopstelling maakt bio-aromaten uit suikers De eerste stap in de richting van biobased aromaten is gezet. TNO, het Vlaamse Vito en bedrijven in the Green Chemistry Campus hebben een werkende mini-pilotopstelling gebouwd die furanen produceert uit suikers. Uit die furanen kunnen uiteindelijk biobased aromaten worden gemaakt. De doelstelling het OP Zuid-project Biorizon is om in 2025 commerciële productie voor industriële partners mogelijk te maken. Aromaten zijn zeer belangrijke grondstoffen voor de chemische industrie. Dat heeft een keerzijde. Het gebruik ervan creëert een grote afhankelijkheid van aardolie. Bovendien dragen ze bij aan de CO2-uitstoot. Daarom richten de samenwerkende partijen zich met Biorizon op de winning van aromaten uit plantaardig materiaal. In de literatuur staan al diverse methoden beschreven, maar tot nu toe lukte het niet om die volcontinu te produceren en in grote hoeveelheden commercieel rendabel te maken. Joop Groen van TNO: ‘Op basis van literatuur en patentanalyses selecteerden we een aantal productieroutes, waarmee we er op laboratoriumschaal in slaagden om suikers om te zetten in furanen en daar vervolgens aromaten van te maken. In eerste instantie produceerden we enkele milligrammen in een glazen maatkolfje. Met de kennis die we daarmee hebben opgedaan wordt nu een mini-pilotopstelling gebouwd met een continuproces. Dan kunnen we één tot tien liter per uur maken.’ Biorizon wil binnen vijf jaar in de mondiale top 5 staan van onderzoeksprogramma’s naar biobased aromaten. Groen: ‘Wat wij binnen dit project realiseerden is al vrij uniek in de wereld. Dat is met name te danken aan het principe van open innovatie. Inmiddels hebben we in Biorizon ook de krachten gebundeld met Avantium en WUR/FBR, beiden gerenommeerde partijen in dit werkveld. Op dit moment kan ik nog geen details geven, maar we richten ons vooral op aromaten die de industrie het meest vraagt. De deelnemende industrie bepaalt tenslotte in hoge mate wat we doen en hoe we de prioriteiten stellen. Het zijn veelal gefunctionaliseerde aromaten waarbij je kunt denken aan phenolen of aromatische zuren die in bestaande verbindingen nu nog door de petrochemie worden gemaakt, zoals hydroxybenzoezuur, een grondstof voor hoogwaardige polymeren.’ Groen: ‘We stoten te veel CO2 uit, gebruiken in hoog tempo voorraden en zijn afhankelijk van regio’s die ons aardolie leveren. In combinatie met de strategische doelstelling van de chemie om te vergroenen, besloten we de krachten te bundelen met producenten, kenniscentra, overheden en andere spelers op het gebied van biobased technologie. Deze enorme uitdaging is heel belangrijk voor de toekomst.’
QCP werkt samen met leidende technologiepartners aan nieuwe duurzame kunststoffabriek op Chemelot QCP heeft leidende technologiepartners gekozen voor de engineering en constructie van de eerste fase van haar 100.000 ton circulaire polymeren fabriek die gebouwd gaat worden op Chemelot Industrial Park. B+B Anlagenbau levert de apparatuur voor het opwerken van de inkomende balen plastic consumentenafval tot gesorteerde schone flakes. KraussMaffei Berstorff levert de extrusieapparatuur om deze flakes te transformeren tot hoge kwaliteit polypropyleen en polyethyleen compounds. AZO verzorgt het interne transport en de opslag voor een volledig geautomatiseerde logistieke afhandeling van de materiaalstromen. De engineering is al gestart en met de constructie wordt deze maand begonnen om de geplande opstart in Q4 2015 te realiseren. Huub Meessen, CEO van QCP, is zeer positief over de unieke samenwerking met deze drie leidende technologiepartners: “Afgezien van B+B, die zich al bewezen heeft in de circulaire polymeerindustrie, is het goed om te zien dat ook leidende spelers uit de traditionele polymeerindustrie, zoals KraussMaffei Berstorff en AZO, vastbesloten zijn om in de wereld van duurzame polymeren te stappen.” Marc Houtermans, COO van QCP, voegt toe: “Dit partnerschap combineert het beste van twee werelden: nieuwe technologie vanuit de opkomende circulaire polymeerindustrie én de bewezen technologie en uitgebreide ervaring van de traditionele compoundingindustrie.” Achim Ebel, Directeur van B+B Anlagenbau, hoofdleverancier voor dit project, is trots en enthousiast om betrokken te zijn bij dit ambitieuze project. “Deze fabriek maakt het voor QCP mogelijk om hoge kwaliteit flakes te produceren met ‘state of the art’ maal-, was- en (kleur)sorteertechnologie. Ons team volgt dit project dan ook op met een hoge motivatie en betrokkenheid.” Ralf J. Dahl, Vice President Twin-Screw Extruder, KraussMaffei Berstorff (KMB), is trots dat KMB geselecteerd is voor dit project. “We waren al in een vroegtijdig stadium betrokken en we waren dan ook meteen geïntrigeerd door QCP’s progressieve idee en aanpak. In combinatie met KMB’s toenemende betrokkenheid bij en ervaring op het gebied van hoge kwaliteit recycling en compounding, konden wij een stateof-the-art configuratie voor deze twee lijnen aanbieden. Deze lijnen zijn opgebouwd uit twee ZE dubbelschroefs extruders in cascade opstelling met toebehoren zoals een geavanceerd continu smeltfiltratiesysteem. We zijn ervan overtuigd dat deze unieke recyclinginstallatie tot de meest moderne in de wereld behoort met een hoge graad van flexibiliteit en schaalgrootte. Deze zal dan ook zeker bijdragen aan het succes van QCP.” Frank Opdebeeck, Directeur AZO Benelux, voegt toe: “Ik ben ervan overtuigd dat de duidelijke strategie van QCP in combinatie met het ervaren team dit bedrijf tot een succes zal maken in de polymeer industrie. Voor AZO Benelux is dit een ideale gelegenheid om aan de circulaire polymeerindustrie deel te nemen met onze expertise op het gebied van gecompliceerde materiaalstromen. Het is boeiend om een leidende rol te spelen in deze opkomende industrie.” Meessen concludeert: “Deze leidende technologiepartners en de geselecteerde apparatuur, zal QCP in staat stellen om PE en PP compounds te produceren met een consistente kwaliteit. Met SITA als strategische partner van QCP is ook de continuïteit van de grondstofaanvoer verzekerd, wat QCP tot een betrouwbare partner voor haar klanten maakt.”
9
Shell sluit groot gascontract in Jordanië.
HRT bevestigt koop belang Shell in Brazilië
Shell heeft een vijfjarige overeenkomst gesloten met de overheid van Jordanië voor de levering van lng aan de nieuwe terminal in de havenstad Aqaba. Dat maakte de energieminister van Jordanië, Mohammad Hamed, woensdag bekend.
Het Braziliaanse olieconcern HRT neemt het meerderheidsbelang van Shell in de offshorevelden Bijupira en Salema over voor een niet nader genoemd bedrag. Ook het productieschip (fpso) Fluminense komt in handen van HRT, zo bleek dinsdag uit een melding van dat bedrijf bij de financiële toezichthouder.
Shell start de levering van het vloeibaar gemaakte aardgas naar verwachting op 1 juli. Op basis van het huidige prijspeil betaalt Jordanië Shell 500 miljoen dollar per jaar voor het gas. bron: rtlnieuws
Topman Shell verwacht stijging olieprijzen. Topman Ben van Beurden van olieconcern Shell verwacht dat de olieprijzen op termijn weer zullen gaan stijgen, na de sterke daling van de afgelopen tijd. De bestuursvoorzitter gaf verder aan dat het investeringsprogramma van Shell onder druk kan komen te staan als de olieprijzen nog een paar jaar op dit lage niveau blijven. Een deel van dat programma is gebaseerd op een olieprijs die rond de 90 dollar per vat ligt. De prijs van Brentolie is nu minder dan 50 dollar per vat (van 159 liter). Van Beurden zei tevens dat Shell een sterke financiële positie heeft en dat eventueel geld geleend kan worden. Ook zijn er activiteiten die verkocht kunnen worden door het bedrijf. Er is dus financiële flexibiliteit, maar die is niet oneindig, aldus Van Beurden. Industrie ziet productie groeien. De Nederlandse industrie heeft in november 0,6 procent meer geproduceerd dan in dezelfde maand in 2013. De groei is negatief beïnvloed door de sterke dalingen in de tabaksindustrie. De aardolie- en farmaceutische industrie noteerden de grootste productiestijging, meldt het CBS. Deze bedrijfstakken produceerden elk vijftien procent meer dan in november vorig jaar. Ook de productie van de transportmiddelen- (acht procent), de voedingsmiddelen(vijf procent) en elektrische apparatenindustrie (twee procent) nam toe. Daarentegen produceerden de chemische (zes procent) en de metaalproductenindustrie (2 procent) minder dan een jaar geleden. De productie van de machine-industrie lag op hetzelfde niveau als vorig jaar. Sabic ziet winst kelderen Petrochemisch concern Sabic heeft de winst in het vierde kwartaal fors zien dalen. Dat bleek zondag uit de kwartaalcijfers die het bedrijf uit Saudi-Arabië openbaarde. De onderneming zag onder meer de verkopen met 10 procent teruglopen. De winst kwam uit op 4,4 miljard riyal (ruim 1 miljard euro) van 6,16 miljard riyal een jaar terug. Sabic wijt deze daling onder meer aan de lagere olieprijs. Het teleurstellende resultaat zal evenwel geen invloed hebben op het investeringsniveau, aldus topman Mohammed Al Mady. Sabic is onder meer in verregaande onderhandelingen over uitbreiding in de Verenigde Staten. ,,De daling van de olieprijzen kwam voor ons niet als een verassing en is van tijdelijke aard", sprak Al Mady. Volgens hem blijft de vraag naar petrochemische producten onverminderd groot.
De transactie, waarover Bloomberg een dag eerder al berichtte op basis van ingewijden, moet nog wel worden goedgekeurd door onder meer de mededingingsautoriteiten in Brazilië. HRT financiert de koop onder meer via de uitgifte van een obligatielening. bron: rtlnieuws Chemiebedrijf Avantor Deventer sluit. Chemiebedrijf Avantor aan de Teugseweg in Deventer, voorheen Baker Chemicals - gaat de productielocatie in Deventer gefaseerd sluiten. Daardoor verliezen 120 werknemers hun baan. Dat is vanmiddag aan het personeel meegedeeld. De productie van chemische stoffen en materialen wordt naar Polen overgeheveld. Vakbondorganisatie FNV gaat de belangen van het personeel behartigen. Lex Makkinje, bestuurder chemie van de FNV, zegt in contact te treden met de gemeente Deventer omtrent de sluiting van wederom een fabriek in de stad. Eerder al maakte Akzo Chemicals al bekend de productielocatie te sluiten. Volgens Makkinje reageerde het personeel vanmiddag met grote verslagenheid op het bericht van de sluiting.
Industriële restwarmte kan opbrengst blauwe energie verdrievoudigen Blauwe energie, die kan worden opgewekt door zoet en zout water met elkaar te mengen, kan een veel hogere energieopbrengst hebben als het zoete water vooraf wordt verwarmd. Dit verwarmen is mogelijk met restwarmte van bijvoorbeeld datacentra of koelcentrales. Dat blijkt uit berekeningen van theoretische natuurkundigen van de Universiteit Utrecht. Zij beschrijven hun vondst in het wetenschappelijke tijdschrift Physical Review Letters. Blauwe energie is een duurzame en schone vorm van energie, die opgewekt wordt door zoet en zout water met elkaar te mengen. Het opwekken van blauwe energie kan overal gebeuren waar zoet en zout water elkaar op een natuurlijke manier tegenkomen, bijvoorbeeld een rivier die in zee stroomt of bij de Afsluitdijk. “Als het zoete water voorafgaand aan de vermenging met zout water wordt verwarmd tot vijftig graden, kan er twee keer meer energie worden opgewekt. Wordt het zoete water tot achtig graden verwarmd, dan levert dit zelfs een verdrievoudiging op”, zegt hoogleraar René van Roij van de Universiteit Utrecht en expert op het gebied van blauwe energie. “Door het water te verwarmen met restwarmte, slaan we twee vliegen in één klap: blauwe-energie-installaties genereren meer schone en duurzame energie en industriële restwarmte krijgt een nuttige besteding”, concludeert Mathijs Janssen, eerste auteur van deze publicatie en promovendus aan de Universiteit Utrecht. (bron: petrochem)
10
Vitens en Royal HaskoningDHV vermarkten waterinnovatie wereldwijd
Flowid krijgt fabriek Chemelot Campus
Vitens en Royal HaskoningDHV gaan wereldwijd drinkwaterbedrijven helpen met het terugwinnen van humuszuur bij de zuivering van drinkwater.
Flowid uit Eindhoven plaatst een kleinschalige fabriek op Brightlands Chemelot Campus in Sittard-Geleen. In de fabriek gaat het bedrijf op commerciële schaal de gepatenteerde spinning disc-technologie toepassen. In de spinning disc-reactor worden verschillende vloeistoffen van bovenaf op horizontaal geplaatste schijven gedoseerd. De schijven, ongeveer zo groot als een cd, draaien snel rond in een nauw aansluitende behuizing. Door de centrifugale krachten mengen de stoffen terwijl ze langs de draaiende schijven worden gepompt. De stoffen gaan onder goed controleerbare omstandigheden een chemische reactie aan en het ontstane product wordt afgevangen.
Deze afvalstof kan goed gebruikt worden als biologische bodemverbeteraar in de landbouw. Het Nederlandse drinkwaterbedrijf Vitens heeft een manier gevonden om humuszuur op een duurzame manier terug te winnen. Vitens slaat de handen ineen met advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV om de innovatie wereldwijd te vermarkten. De partijen hebben hierover een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Op dit moment wordt in Europa humuszuur vooral via een chemisch proces gewonnen uit geïmporteerd bruinkool uit de Verenigde Staten of Australië. Een proces dat niet alleen slecht voor het milieu is, maar ook nog eens kostbaar vanwege de transportkosten. In 2013 kreeg Vitens voor de innovatie al de internationale Aquatech Innovation Award. Het bedrijf gebruikt de techniek in zijn Friese drinkwaterproductiebedrijf Spannenburg. Daar wordt gemiddeld 25 miljoen kubieke meter water per jaar opgepompt. Dat is goed voor een hoeveelheid humuszuur waarmee in elk geval de Nederlandse landbouw kan worden bediend. Humuszuur is een organische stof in veengrond die een gelige tint aan water geeft. Het terugwinnen van de stof zou volgens de waterbedrijven ook van pas kunnen komen in de dierhouderij. Studies tonen aan dat bijvoorbeeld biggen met de toevoeging van humuszuren in hun voer gezonder blijven en beter groeien. (nu.nl)
Incidenten Shell drukken overslag in Moerdijk De overslag in de haven van Moerdijk is flink teruggelopen als gevolg van het tijdelijk stilliggen van fabrieken van oliemaatschappij Shell. Vorig jaar bedroeg de totale overslag ruim 16,5 miljoen ton, 9 procent minder dan in 2013. Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerde voorlopige cijfers van het Havenschap Moerdijk. Vooral bij natte bulk en grondstoffen voor de chemie was sprake van een forse daling. Het aantal vervoerde containers in de haven steeg wel, met 63 procent. In de overslag in tonnages hiervan was zelfs een verdubbeling te zien. Bij de fabrieken van Shell in Moerdijk vonden afgelopen jaar enkele incidenten plaats waarna de productie tijdelijk stilgelegd werd voor onderhoudswerk. In juni woedde er een grote brand na een explosie. En in oktober werd een stroomlek ontdekt. Inmiddels zijn delen van de installaties weer opgestart. In Moerdijk, de vierde zeehaven van Nederland, wordt voor dit jaar weer op een groei van de totale overslag gerekend. Shell maakt in de Brabantse gemeente basisstoffen voor de chemische industrie. Op het Shell-complex in Moerdijk werken ongeveer 800 mensen.
op
Brightlands
In de spinning disc-reactor worden verschillende vloeistoffen van bovenaf op horizontaal geplaatste schijven gedoseerd. De schijven, ongeveer zo groot als een cd, draaien snel rond in een nauw aansluitende behuizing. Door de centrifugale krachten mengen de stoffen terwijl ze langs de draaiende schijven worden gepompt. De stoffen gaan onder goed controleerbare omstandigheden een chemische reactie aan en het ontstane product wordt afgevangen. Voor het zogenoemde ‘Spin-in’ project is ruim 1,7 miljoen euro uitgetrokken. Hiervan komt ruim 700.000 euro subsidie uit het Operationeel Programma Zuid-Nederland (OP-Zuid). Het project wordt met OP-Zuid subsidie gesteund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en de rijksoverheid, omdat het gericht is op het verder ontwikkelen en naar de markt brengen van een nieuwe procestechnologie. Er wordt bij het project gebruik gemaakt van een nieuw type chemische reactor. De nieuwe reactor is niet alleen veel kleiner dan conventionele reactors, maar ook veel veiliger, efficiënter en milieuvriendelijker. Bij het realiseren van de fabriek werkt Flowid samen met Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), waar de technologie werd ontwikkeld, en met Brightlands Chemelot Campus, waar de nodige voorzieningen voordergelijke fabrieken aanwezig zijn. De technologie, waarvoor Flowid onlangs de Herman Wijffels Innovatieprijs kreeg heeft grote potentie, en kan leiden tot belangrijke werkgelegenheid en omzet bij toeleverende industrie. De markt waarop Flowid zich richt is honderden miljoenen euro’s groot. Gedeputeerde Twan Beurskens (Economische Zaken, Provincie Limburg) is verheugd met de komst van Flowid: ‘Een aanwinst voor de Brightlands Chemelot Campus, en voor de Limburgse economie. Je ziet dat nieuwe bedrijven steeds meer gebruik maken van de bij kennisinstellingen als de TU/e aanwezig kennis, en dat ze daarbij ook de Europese subsidieprogramma's weten te vinden. De Limburgse campussen vormen het kristallisatiepunt van deze innovatieve ontwikkelingen. Flowid is een fraaie versterking van onze kenniseconomie!’ De spinning disc-technologie onderscheidt zich van gangbare technologieën door een kleiner formaat van de reactoren, lager energie- en grondstofverbruik, minder of geen afvalproductie en door lagere operationele en investeringskosten. Door de kleine afmetingen en de intrinsieke veiligheid van het systeem is het mogelijk om hiermee kleinschalig te produceren. Dit is een waardevolle eigenschap aangezien biobased grondstoffen het beste decentraal, bij de bron verwerkt kunnen worden (om
Uw medewerkers online een Cursus gevaarlijke stoffen www.gevaarlijkestoffen.eu
11
Hoe licht een azobenzeen molecuul schakelt.
Honderd mensen ontslagen bij Vlisco uit Helmond.
Dankzij het relatief eenvoudige azobenzeen molecuul is het mogelijk de eigenschappen van allerlei materialen via licht te beïnvloeden. Azobenzeen wordt al veelvuldig toegepast op allerlei gebieden, van fotofarmacologie tot moleculaire nanotechnologie. Toch was helemaal niet duidelijk hoe het molecuul precies verandert onder invloed van licht. Onderzoekers van de groep Molecular Photonics van het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences (HIMS) hebben dat werkingsmechanisme nu ontrafeld.
De ellende in Nigeria – ebola, terroristen, de gekelderde olieprijs – kost 100 productiemedewerkers per 1 februari hun baan bij Vlisco, omdat de verkoop in het grote Afrikaanse land stokt. Dat is woensdag bevestigd door directeur Hans Ouwendijk van het Helmondse textielbedrijf.
Het onderzoek, uitgevoerd in samenwerking met de Università di Bologna, biedt een experimenteel ijkpunt voor theoretische berekeningen aan de lichtabsorptie van het azobenzeen molecuul. De resultaten zijn op 6 januari gepubliceerd in Nature Communications. Een van de speerpunten in het hedendaags materiaalonderzoek is het veranderen van materiaaleigenschappen met behulp van externe stimuli zoals licht. Dat biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om medicijnen precies op de gewenste tijd en plaats te activeren. Chemici werken ook aan materialen waarvan de katalytische activiteit of bepaalde optische eigenschappen naar believen zijn aan- of uit te schakelen. Dat schakelen kan bijvoorbeeld met behulp van temperatuur of elektriciteit, maar vooral licht is bij uitstek geschikt. Het is veilig (niet -invasief), selectief (het kan één moleculaire component van het materiaal aansturen) en maakt het bovendien mogelijk snel en zeer lokaal te schakelen. Azobenzeen is sinds jaar en dag één van de basiscomponenten voor zulke 'schakelbare' materialen. Dit is te danken aan de opmerkelijke eigenschap dat de ruimtelijke structuur onder invloed van licht kan veranderen. Het azobenzeen molecuul bestaat uit twee gelijke delen die ten opzichte van elkaar verschillende posities kunnen innemen. Ze lijken daarbij te draaien rond een centrale (dubbele) binding (in blauw). Chemici noemen dit een trans-cis isomerisatie. Het mooie van azobenzeen is dat deze structuurverandering met licht tot stand is te brengen.
Het gaat om mensen met een tijdelijk contract of uitzendbaan. Bij het Helmondse bedrijf werken nu 1000 mensen. Reden van het ontslag is volgens de directeur dat in de tweede helft van 2014 de verkoop van Vliscostoffen in Nigeria onverwacht sterk is teruggelopen onder invloed van de dodelijke ziekte ebola, waardoor klanten en handelaren niet willen reizen en minder kopen. "Maar ook de substantiële daling van de olieprijs, waardoor de koers van de naira, de Nigeriaanse munt, onderuit is gegaan, speelt een rol. Net als de onrust in het land die wordt veroorzaakt door de acties van de islamistische terreurgroep Boko Haram en de op handen zijnde verkiezingen", legt Ouwendijk uit. "Dat alles heeft ervoor gezorgd dat de verkoop in Nigeria in de tweede helft van vorig jaar flink is teruggelopen. Terwijl wij onze productie juist vanaf 2013 hadden opgeschroefd om te kunnen voldoen aan de toen nog groeiende vraag." Ouwendijk ziet het niet meer oproepen van de 100 flexkrachten als een tijdelijke maatregel. "Het is zeker erg voor de mensen die het betreft, maar we hadden extra mensen aangenomen in de flexibele schil om de geplande groei te realiseren. De productie van het merk Vlisco vindt plaats in Helmond. Omdat de verwachtingen voor 2014 beter waren dan het uiteindelijke resultaat hebben we nu te maken met een overschot en moeten we de productie verlagen."
Yara investeert miljoenen in nieuwe fabriek.
Ondanks de populariteit van azobenzeen als schakelmolecuul bleef lang onduidelijk hoe de structuurverandering precies plaatsvindt. Eén van de grote problemen was dat het lang onmogelijk was alleen het molecuul zelf te onderzoeken. Uit allerlei experimenten bleek dat azobenzeen erg gevoelig is voor invloeden van de omgeving.
Yara wil in Sluiskil een nieuwe ureumgranulatiefabriek bouwen. Het bedrijf heeft 170 miljoen euro beschikbaar voor het project, dat eind 2017 moet zijn afgerond. Begin 2015 vindt nog een laatste evaluatie plaats en valt de definitieve beslissing of de bouw van de fabriek doorgaat. Tijdens de grote onderhoudsstop eind vorig jaar zijn overigens al wel de nodige voorbereidingen getroffen voor de toekomstige aansluitingen naar de nieuw te bouwen productie-eenheid.
Wetenschappers uit de groep voor Molecular Photonics van het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences van de UvA zijn er nu als eersten in geslaagd geïsoleerde azobenzeen moleculen te onderzoeken. Met geavanceerde en uiterst gevoelige meer-kleuren laserspectroscopie konden ze bepalen welke krachten er op de atomen van azobenzeen werken als het molecuul licht absorbeert. Daardoor lukte het hen te doorgronden hoe de trilling van het molecuul een cruciale rol speelt bij de licht-geïnduceerde structuurverandering.
Vorig jaar gaf Yara International groen licht voor de bouw van de nieuwe ureumgranulatiefabriek in Sluiskil. Aan deze beslissing zijn enkele jaren van voorbereiding voorafgegaan. De hoofdvestiging in Oslo stelde enkele miljoenen beschikbaar voor de uitwerking van technische details, het opstarten van de vergunningenprocedures, planning en het beoordelen van aanbiedingen van leveranciers.
Wybren Jan Buma, hoogleraar Molecuulspectroscopie, legt uit: "De absorptie van licht brengt moleculen in een zogenaamde elektronisch aangeslagen toestand. De wetten van de kwantummechanica bepalen daarbij welke toestanden precies mogelijk zijn. Voor symmetrische moleculen als azobenzeen brengt dit met zich mee dat bepaalde overgangen in feite 'verboden' zijn." "Opmerkelijk genoeg houdt dit in dat een azobenzeen molecuul door de absorptie van licht alléén niet in de draaibare toestand is te brengen. Schakelen met licht blijkt alleen maar mogelijk als het molecuul tegelijkertijd ook gaat trillen". Door de trilling verliest het azobenzeen zijn symmetrie, stelt Buma, waardoor de overgang niet meer verboden is.
De investering volgt op de ingebruikname van Ureum-7. Deze fabriek werd in juni 2011 opgestart, en heeft ruim 400 miljoen euro gekost. Ureum 7 produceert ureumoplossing, een grondstof voor hoogwaardige stikstofkunstmest en voor de productie van producten die de uitstoot van stikstofoxiden uit vrachtwagen- en scheepsmotoren verminderen. Met de nieuwe investering kan de vestiging in Sluiskil zich verder ontwikkelen in de productie van speciale stikstofhoudende meststoffen en industriële chemicaliën. De nieuwe fabriek betekent ook een verdere milieuverbetering en bovendien kan het bedrijf straks meer grondstoffen verwerken tot eindproducten zodat lokaal maximale toegevoegde waarde wordt gecreëerd.