Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen Editie 122– December 2014
SafetyNet Electronic journals
Wijzigingen CCV-examinering vanwege ADR 2015. Exameninstituut CCV heeft een brief gestuurd aan alle opleiders vervoer gevaarlijke stoffen met wijzigingen in examinering vanwege de nieuwe wetgeving. Examinering nieuwe wetgeving: Tot 1 juli 2015 geldt voor de genoemde wetgeving een overgangstermijn. In de periode van 1 januari 2015 tot 1 juli 2015 maakt CCV, indien noodzakelijk, gebruik van zgn. neutrale examenversies. Dit houdt in dat de examens geen vragen zullen bevatten die aan eventuele wetswijzigingen onderhevig zijn. Vanaf 1 januari 2015 zijn de aangepaste toetsmatrijzen te vinden op de website: http://www.cbr.nl/10467.pp. Uiteraard gaat de geldigheid pas in op 1 juli 2015. Dit is tevens het moment waarop de examens zijn aangepast op de gewijzigde wetgeving.
INHOUD
Het ministerie heeft recent aangegeven dat het Basisnet vanaf 1 april 2015 van kracht is. De examens zijn vanaf 1 juli 2015 hierop aangepast.
Algemeen Pag 1
Opslag Pag 4
Rail Pag 5
Vervoer Pag 6
Vaart Pag 7
Bedrijf Pag 8
Abonnement op de
KCA Vanaf1 juli 2015 neemt het CBR de KCA examens niet meer af. Het ministerie laat z.s.m. weten of men tot 1 juli nog wel in het bezit moet zijn van een geldig certificaat en of verlenging van het certificaat in deze periode nog nodig is. Praktijkrichtlijn ADR Als gevolg van aanpassingen in het ADR 2015 m.b.t. adembescherming, is de praktijkrichtlijn vereenvoudigd. Deze nieuwe praktijkrichtlijn vindt u terug op de website: http://www.cbr.nl/10467.pp.
Naleving Europese regels voor chemische stoffen niet op orde. De naleving van Europese regels voor chemische stoffen is nog niet op orde. Chemische stoffen worden goed geregistreerd, maar de informatie over risico’s en toepassingen in de keten is onder de maat. Dat concluderen de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op basis van gezamenlijk uitgevoerde controles. In 2013 hebben de samenwerkende inspectiediensten bij bijna negenhonderd bedrijven inspecties uitgevoerd binnen de kaders van de REACH- en CLP-Verordening. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de Douane werken ook mee aan de controles op chemische stoffen. De inspecties hebben producenten, importeurs, handelaren en professionele gebruikers van stoffen, mengsels en voorwerpen gecontroleerd. Ze controleerden vooral op de registratieplicht, de informatieplicht, verboden en gebruiksbeperkingen en het gezond en veilig werken met gevaarlijke stoffen. Volgens de inspecties treffen werkgevers onvoldoende maatregelen om hun medewerkers te beschermen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen. In meer dan de helft van de gevallen is de kwaliteit van de verplichte informatiebladen (VIB) en etiketten niet op orde. De VIB’s geven informatie over de risico’s en het gebruik van de chemische stof. Het gebrek aan kwaliteit van de VIB’s vormt voor Inspectie SZW de aanleiding om een standaardmodel te ontwikkelen voor een werkplekinstructiekaart en een checklist. Zo kunnen bedrijven de VIB’s gemakkelijk kunnen controleren op aanwezigheid van de juiste gegevens. Uit de inspecties blijkt dat de naleving van de registratieplicht wel goed is. De gecontroleerde stoffen waren bijna allemaal geregistreerd bij het Europese agentschap voor chemische stoffen (ECHA) of hoefden niet geregistreerd te worden. (bron: petrochem)
Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? Lid worden kan al vanaf € 15,15,per jaar. www.gevaarlijkewww.gevaarlijke-stoffen.com/Lid Adverteren in de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? mail naar info@
[email protected]
Cursus PGS15: 2011 + 2015
Cursus PGS15: 2011 + 2015
28 januari 2015 in Dordrecht: http://tinyurl.com/pbqmxtl
15 mei 2015 in Utrecht: http://tinyurl.com/mosgfq3
6 maart 2015 in Almere: http://tinyurl.com/pgtejal
12 juni 2015 in Goes: http://tinyurl.com/mms63qr
1
Handreiking handhavingstrategie Brzo 1999 Deze handreiking geeft nadere uitleg en toelichting aan Brzoinspecteurs over het toepassen van de handhavingstrategie. Doel van deze handreiking is ook om de met de strategie beoogde uniformiteit van de handhaving verder te vergroten. Deze handreiking gaat niet over het inspectieproces en het identificeren van overtredingen. Hiervoor blijven de Brzoinspecteurs de NIM systematiek gebruiken. Deze handreiking gaat ook niet in op het daadwerkelijk toepassen van de handhavinginstrumenten. Het instrumentarium voor de verschillende toezichthouders is niet veranderd als gevolg van de strategie en men mag er dan ook vanuit gaan dat de toezichthouders op dat punt geen nadere toelichting nodig hebben. De strategie en de Handreiking geven de visie weer zoals die gold bij het opstellen van de documenten. Er zal een evaluatie worden uitgevoerd, waarna aanpassingen mogelijk zijn. Dat is in ieder geval nodig vanwege de komst van het Brzo 2015.
Risico's herkennen trainingsfabriek.
in
Rotterdamse
Mogelijk wordt er een trainingsfabriek voor de procesindustrie in Rotterdam gebouwd. Deltalinqs, de belangenvereniging van Rotterdamse havenbedrijven en het Havenbedrijf Rotterdam coördineren het initiatief. Trainen in Rotterdam om in een soortgelijke fabriek veilig te kunnen werken. De fabriek moet op de RDM Campus in Heijplaat komen te staan. Oorspronkelijk kwam het idee voor de trainingsfabriek van een ondernemer uit de regio vertelt Cees Alderliesten van Deltalinqs. (bron: Petrochem)
VVVF: 'Toon uw coatingsindustrie'
innovaties
aan
de
Landelijke handhavingstrategie Brzo 1999
Heeft u een nieuwe technologie of proces ontdekt die interessant is voor de coatings industrie? Tijdens de Coatings Innovatie Dag op 16 april 2015 kunt u uw vinding presenteren door middel van een korte pitch.
Samenvatting uniform sanctioneren
Indien u interesse heeft, dan kunt u zich tot uiterlijk 16 januari 2015 aanmelden bij de VVVF.
Overzicht verplichte talen voor etiketten en vib's
RIVM komt met Nederlandse roetkaart
Etiketten en veiligheidsinformatiebladen moeten opgesteld worden in de taal van de lidstaat waar een stof of mengsel in de handel wordt gebracht. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) heeft een lijst opgesteld waarin te vinden is welke talen per lidstaat verplicht gebruikt moeten worden.
Nederlands eerste digitale roetkaart staat sinds kort online. De kaart is gemaakt door het RIVM en brengt de roetconcentraties in heel Nederland in beeld. In de toekomst gaat het RIVM de bestaande roetmetingen uitbreiden om zo de nauwkeurigheid van de berekende roetconcentraties te vergroten.
Handreiking Handhavingstrategie Brzo 1999
http://tinyurl.com/ltx4vkt http://tinyurl.com/lf5xrr7
http://tinyurl.com/m97nuxb Bron: REACH-Helpdesk
Chemie en veiligheid in één dagdeel SEVESO / BRZO 2015 - CLP / EU-GHS 2015 PGS 2015 Woensdag 1 April 2015 Hengelo
http://www.safetynet-nederland.nl/Cursusgvst103/
Woensdag 20 Mei 2015 Roermond
http://www.safetynet-nederland.nl/Cursusgvst111/
De roetkaart is te vinden op de website van de Atlas voor de Leefomgeving. De kaart laat naast roet ook middelgrote fractie van fijnstof en PM2,5 deeltjes (deeltjes met een diameter tot 2,5 micrometer) zien. De kaart is een uitbreiding van de reeds beschikbare kaarten met concentraties van de grootste fijnstoffractie (PM10) en stikstofdioxide (NO2) ‘De kaarten zullen vooral gebruikt gaan door burgers en gemeenten," aldus Joost Wesseling van het RIVM, “maar ook door provincies die graag willen weten waar de locaties met bovengemiddelde concentraties, de zogeheten hotspots, liggen.’
Nieuwe IMDG code IMDG 37-14 Nu beschikbaar Order here: http://tinyurl.com/mu3jby4 2
Verschil van mening proefboringen schaliegas.
binnen
kabinet
over
PvdA-leider Samsom stelde eerder deze week in een debat in de Kamer dat wat hem betreft de zaken precies zo blijven als ze nu zijn. Dat betekent geen schaliegaswinning, maar ook geen proefboringen. Minister Henk Kamp (Economische Zaken) lijkt daar toch minder stellig in. Hij sluit niet uit dat het kabinet besluit tot proefboringen naar schaliegas. Dat zei de VVDbewindsman vrijdag na afloop van de ministerraad. Dinsdag wordt een motie van coalitiepartner PvdA in stemming gebracht die de regering oproept deze kabinetsperiode een moratorium op schaliegaswinning op te leggen. ''Ik kan u verzekeren dat er geen schaliegas wordt gewonnen in deze kabinetsperiode', zegt Kamp, maar hij denkt niet dat het kabinet de onderzoeken naar schaliegaswinning moet staken en dat eventuele proefboringen zijn uitgesloten. Hij denkt nog een half jaar nodig te hebben voor het onderzoek naar de vraag of schaliegas nuttig en noodzakelijk is en of het verantwoord kan worden gewonnen. Op basis van die uitkomsten bekijkt het kabinet in de tweede helft van volgend jaar of er proefboringen kunnen worden gedaan, aldus Kamp. Woensdag verscherpte de PvdA het standpunt over schaliegaswinning. In het radioprogramma De Nieuws BV zei partijleider Samsom dat het volstrekt onnodig is om in ons land naar schaliegas te boren en dat dat ook niet gaat gebeuren. De PvdA zei eerder nog akkoord te kunnen gaan met schaliegaswinning, mits dat schoon en veilig kan gebeuren. Smog door vuurwerk tijdens oudjaarsnacht In de eerste uren na middernacht zullen de stofconcentraties in Nederland (sterk) verhoogd zijn door vuurwerk. De hoogste concentraties zullen in stedelijk gebied voorkomen. Een verhoogde concentratie fijn stof in de lucht door vuurwerk kan, samen met een gelijktijdig optredend mengsel van andere luchtverontreiniging, leiden tot een toename van luchtwegklachten, zoals astma-aanvallen, benauwdheid en hoesten. Vooral mensen met longaandoeningen, zoals astma en COPD en (oudere) mensen met hart- en vaatziekten, kunnen last ondervinden. Men kan klachten voorkomen of verminderen door de eerste uren na de jaarwisseling binnen te blijven en zich niet overmatig in te spannen. Tijdens de jaarwisseling worden vooral in de eerste uren na middernacht hoge concentraties verwacht. De gemeten uurconcentraties zijn zichtbaar op de nieuwe gezamenlijke website (http://www.luchtmeetnet.nl/) van alle luchtmeetnetten in Nederland. De luchtkwaliteitsverwachting op http://www.lml.rivm.nl/ geeft het glijdend 24-uursgemiddelde. Op de site is ook een animatie te zien waarin de verwachting per uur getoond wordt. Informatie over smog: • Informatie over actuele en verwachte smogniveaus vindt u op NOS-Teletekst pagina 711 en 712, de website van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit, en de luchtkwaliteitsapp van het RIVM, GGD Amsterdam en DCMR. • Op de gezamenlijke website van alle luchtmeetnetten zijn de gemeten uurconcentraties te vinden. • Achtergrondinformatie over smog vindt u in het dossier Smog van het RIVM. • Als u klachten ondervindt, kunt u hierover contact opnemen met uw huisarts of de plaatselijke GGD.
Veranderende regelgeving IenM vanaf 1 januari 2015 Vanaf volgend jaar wordt de regeldruk voor taxiondernemers verminderd en kunnen particulieren en bedrijven die willen bouwen dit sneller en makkelijker doen. Dit zijn enkele wijzigingen in regelgeving van het ministerie van Infrastructuur en Milieu per 1 januari 2015. Hieronder een kleine selectie uit de belangrijkste veranderingen. Minder bouwvergunningen Bewoners en bedrijven kunnen vanaf begin 2015 eenvoudiger aanof uitbouwen, bijgebouwen plaatsen of kleine bouwwerken aan de achterkant van een gebouw plaatsen. Het vergunningsvrij vergroten van een hoofdgebouw wordt bijvoorbeeld uitgebreid van 2,5 naar vier meter en het wordt mogelijk om op het achtererf bij een woning woongelegenheid voor mantelzorg te plaatsen. Daarnaast gaat vaker de korte procedure van acht weken in plaats van zes maanden gelden voor de vergunning om af te mogen wijken van een bestemmingsplan. Door de regels eenvoudiger te maken of te versoepelen krijgen bewoners en bedrijven meer ruimte voor eigen initiatief en innovatie. Milieuregels bedrijfsleven De certificaatplicht voor bovengrondse opslagtanks voor afgewerkte olie vervalt per 1 januari. Daarmee wordt afgewerkte olie voortaan behandeld als bodembedreigende vloeistof en niet langer als gevaarlijke stof. Veel bedrijven kunnen daardoor hun oude tanks blijven gebruiken indien die voldoen aan de eisen om de bodem en het oppervlaktewater te beschermen. In het verleden werden er soms brandbare vloeistoffen (zoals benzine) door de afgewerkte olie gemengd waardoor het mengsel een gevaarlijke stof werd. Deze bijmenging is echter verboden. Een installatieen herkeuringscertificaat voor deze opslagtanks is daarom niet meer nodig.
Kennis en capaciteit Inspectie SZW ondermaats De Inspectie SZW voert met name bij het mkb te weinig (onaangekondigde) inspecties uit. Ook zouden de inspecteurs bijscholing moeten krijgen, zo blijkt uit de aanbevelingen van de internationale arbeidsorganisatie ILO. Naar aanleiding van klachten die de vakbonden hadden ingediend bij ILO is er onderzoek gedaan naar de werkwijze van de Inspectie SZW. In de aanbevelingen van ILO staat dat de inspecteurs van de Inspectie SZW op bepaalde onderdelen moeten worden bijgeschoold. Het gaat daarbij om de kennis op het gebied van chemische stoffen en de psychosociale risico’s op de werkvloer. Ook ligt het aantal inspecties te laag; met name bij het mkb. Geen aanstelling van een preventiemedewerker ILO geeft aan dat fundamentele bepalingen uit de wet op het gebied van preventieve maatregelen niet worden nageleefd. Bij dit soort preventief beleid gaat het om de verplichte aanstelling van een preventiemedewerker en de uitvoering van een risico-inventarisatie. Vakbonden vinden bezuinigingen op Inspectie SZW te groot. De vakcentrales FNV, CNV en VCP concluderen op basis van het onderzoek van ILO dat de kennis, de werkwijze en de capaciteit van de Inspectie SZW onder de maat is. De overheid zou volgens de voorzitter van CNV zijn doorgeschoten bij de bezuinigingen op de inspectiedienst. Ook moet de kans op inspectie bij organisaties groter worden.
3
Nederland ondertekent multilaterale ADN-overeenkomst M012
Vluchtwegen: enkele verschillen tussen het ADN 2013 en 2015.
Op 16 december 2014 is de multilaterale ADN-overeenkomst M012 door Nederland ondertekend. Deze overereenkomst gaat over het gebruik van ondergedompelde pompen in dubbelwandige ruimtes en dubbele bodems van dubbelwandige tankschepen. De overeenkomst die al ondertekend was door Duitsland loopt af op 31 december 2016.
In het document onder onderstaande link worden enkele verschillen tussen het ADN van 2013 en 2015 voor wat betreft de vluchtwegen op een rijtje gezet.
lees na: http://tinyurl.com/neafqkq
Nederlandse supernauwkeurig
fijnstofmeter
blijkt
Het SPEX-instrument, ontwikkeld door de Universiteit Leiden, ruimteonderzoeksinstituut SRON en de Nederlandse industrie, kan fijnstof meten met een ongekende nauwkeurigheid. Dit concludeert de Leidse sterrenkundige Gerard van Harten, die op 8 december op dit onderwerp promoveerde. Het SPEX-instrument kan niet alleen de hoeveelheid fijnstof in de lucht meten, maar ook hoe groot de fijnstofdeeltjes zijn en wat voor materiaal het is. Van Harten: ‘Het instrument kan bijvoorbeeld zien of het om zeezout gaat of om roet, een heel belangrijk onderscheid.’ Het apparaat meet de reflectie en polarisatie van zonlicht; fijnstofdeeltjes veranderen dit wanneer de zon erop schijnt. Het principe van het SPEX-instrument is heel eenvoudig: het is een spectrometer die licht in verschillende golflengte opsplitst. Bijzonder is dat voorin deze spectrometer een stukje kwarts van een millimeter dikte is geplaatst, dat gevoelig is voor de polarisatie van het licht. Hierdoor is het mogelijk is om diverse eigenschappen van eventueel aanwezig fijnstof te meten. Van Harten benadrukt hoe belangrijk het is om de samenstelling en concentratie van fijnstof wereldwijd nauwkeurig in kaart te brengen, vooral omdat de kennis over de effecten van fijnstof op het klimaat is nog maar zeer beperkt is. ‘De verwachting is dat de meeste fijnstof inkomende zonnestralen weerkaatst voordat deze de aarde bereiken en dus voor afkoeling zorgt. Maar bij roetdeeltjes bijvoorbeeld is de verwachting dat deze zorgen voor opwarming, omdat ze door hun zwarte kleur veel warmte vasthouden.’ Om de klimaateffecten van fijnstof te bepalen, ziet Van Harten het liefst een SPEX-instrument in de ruimte, op een satelliet geplaatst. ‘Mijn droom is om op die manier in één dag een volledige kaart van de fijnstofconcentraties en samenstellingen op aarde te kunnen maken, zodat kaarten van dag tot dag met elkaar vergeleken kunnen worden.’ Volgens Van Harten moet dit zeker mogelijk zijn: ‘Het SPEXinstrument heeft een resolutie van 250 bij 250 m2 en kan daarmee per dag 700.000 metingen maken. Vergeleken met wat we nu aan meetstations hebben – die overigens voornamelijk alleen de concentratie fijnstof meten – is dat duizenden malen meer.’ Volgend jaar gaat het SPEX-instrument mee met een NASAvliegtuig, dat op 20 km hoogte zal vliegen. Bij veelbelovende resultaten, is een lancering naar de ruimte een flinke stap dichterbij. Eerder dit jaar vond er in Nederland een grootschalige proef met goedkope versies van het SPEXinstrument plaats: iSPEX. Hierbij konden geïnteresseerden een opzetstuk voor hun iPhone aanvragen en met dit opzetstuk via de camera van hun iPhone metingen doen. Uiteindelijk kunnen de data van deze iSPEX-opzetstukken en ‘zijn’ SPEXinstrument elkaar mooi aanvullen, denkt Van Harten.
In het ADN van 2013 (en eerdere versies) is de verplichting tot het voorzien van vluchtwegen opgenomen. In ADN 1.4 zijn de veiligheidsverplichtingen van de betrokken partijen opgenomen. De vluchtwegen zijn ook onderdeel van de Controlelijst in ADN 8.6.3. 2013: Verantwoordelijkheid walinstallatie In het ADN van 2013 is, volgens de Nederlandse interpretatie,de verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van vluchtweg en belegd bij de walinstallatie. Deze verantwoordelijkheden in het geval van het laden van het schip zijn neergelegd in ADN 1.4.3.1.1 en ADN 1.4.3.3. In het ADN wordt onder scheid gemaakt tussen de “Belader” en de “Vuller”. Wordt een droge ladingschip beladen metbv. (tank)containers met gevaarlijke stoffen dan wordt gesproken van de “Belader” (ADN 1.4.3.1). Wordt een tankschip van lading voorzien, of een droge ladingschip wordt volgestort met los gestorte gevaarlijke goederen, dan wordt gesproken van de “Vuller” (ADN 1.4.3.3). Bij ADN 1.4.3.1 “Belader” wordt aangegeven dat deze moet waarborgen dat er bij het beladen zowel bij het voor - als achterschip vluchtwegen aanwezig moeten zijn zodat het schip in noodgevallen kan worden verlaten (ADN 1.4.3.1.1 f.). Voor de “Vuller” geldt hetzelfde (ADN 1.4.3.3). In ADN 1.4.3.3 q. is een gelijkluidende bepaling opgenomen voor het vullen van ladingstanks. In ADN 1.4.3.3. x. is een gelijke bepaling opgenomen voor het storten in schepen van los gestorte gevaarlijke goederen. De verantwoordelijkheden voor de walinstallatie in het geval van het lossen van het schip is neergelegd in ADN 1.4.3.7. In ADN 1.4.3.7. is in analogie zoals hierboven is aangegeven ook onderscheid gemaakt tussen het lossen van (o.a.) (tank) containers met gevaarlijke stoffen, ladingstanks en los gestorte gevaarlijke goederen. T.a.v. het lossen van ladingstank (ADN 1.4.3.7.1 h) en los gestorte gevaarlijke goederen (ADN 1.4.3.7.1. n). Ook de geadresseerde heeft een verplichting t.a.v. het voorzien invluchtwegen. In ADN 1.4.2.3.1 is hierover opgenomen: “1.4.2.3.1 d. d) waarborgen dat zowel in de omgeving van het voor- als het achterschip geschikte middelen aanwezig zijn om het schip, in noodgevallen, te verlaten;” Lees verder op: http://tinyurl.com/kxja45c
Ga Voor het aanvragen van een WABO vergunning naar de WABO specialist HTTP://WWW.OMGEVINGSVERGUNNING-AANVRAGEN.NL/
5
Wat is het Basisnet?
Risicobeheer belangrijker binnen transport
Het Basisnet is een landelijk aangewezen netwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Binnen bepaalde grenzen wordt dit vervoer over weg, binnenwater en spoor gegarandeerd.
Het beheer van risico’s die een bedreiging vormen voor de veiligheid en efficiëntie binnen supply chains, heeft hogere prioriteit gekregen bij logistieke dienstverleners en verladers. Dit blijkt uit onderzoek van Transport Intelligence (TI), specialist in marktonderzoek binnen de transport- en logistieke sector, en Kewill. Zij onderzochten hoe wereldwijde supply chain-trends zijn veranderd en wat de belangrijkste problemen hierbinnen zijn voor logistieke organisaties.
Het Basisnet heeft betrekking op de Rijksinfrastructuur: hoofdwegen (snelwegen), hoofdwaterwegen (binnenwateren) en hoofdspoorwegen (enkele uitzonderingen daargelaten). Wat is het doel van het Basisnet? Het Basisnet heeft als doel een evenwicht voor de lange termijn te creëren tussen de belangen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de hoofdwegen, binnenwateren en de hoofdspoorwegen en de bebouwde omgeving die hier langs ligt en de veiligheid van omwonenden. Het Basisnet stelt verder regels aan het vaststellen en beheersen van de risico's voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (vervoerskant). Gevaarlijke stoffen vervoeren is risicovol en zorgt dus voor beperkingen voor de ruimtelijke ordening (ruimtelijke ordeningskant). Er zijn namelijk regels om mensen die dicht bij deze hoofdwegen, binnenwateren en hoofdspoorwegen wonen of verblijven een basisbeschermingsniveau te bieden. Aan dit beschermingsniveau wordt voldaan als het risico vanuit het vervoer niet hoger ligt dan wat maatschappelijk acceptabel is. Zo mogen er bijvoorbeeld geen huizen gebouwd worden vlakbij transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Hoe is de wetgeving rond het Basisnet opgebouwd? De wetgeving inzake het Basisnet wordt ook wel "Wet Basisnet" genoemd. De Wet Basisnet is een heel stelsel van wetten en regels die hun oorsprong hebben liggen in verschillende gebieden. Wet vervoer gevaarlijke stoffen Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (Wvgs) de belangrijkste wet. De Wvgs is in de afgelopen tijd al aangepast aan het Basisnet. De gewijzigde Wvgs is nog niet in werking getreden. Besluit externe veiligheid transportroutes Voor ruimtelijke ordening in relatie tot de transportroutes is er het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) ontstaan. Dit besluit is gebaseerd op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet milieubeheer. Ook dit Bevt is al gepubliceerd maar nog niet in werking getreden. Regeling Basisnet In de Regeling Basisnet staat waar risicoplafonds liggen langs transportroutes en welke regels er gelden voor ruimtelijke ontwikkeling. De regeling is gepubliceerd, maar nog niet in werking. Wanneer gaat het Basisnet van start? De regelgeving inzake het Basisnet zal op 1 april 2015 in werking treden.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 271 professionals wereldwijd werkzaam in de logistieke dienstverlening en retail- en maakindustrie, met als doel inzicht te krijgen in de operationele en strategische aanpak voor het beheren van supply chainrisico’s. Door globalisering zijn supply chains complexer geworden en de factoren die de veiligheid en efficiëntie beïnvloeden zijn veranderd. Zo hebben retailers en distributeurs tegenwoordig vaak minder producten en goederen op voorraad en verwerken derden de bestellingen. Hierdoor is het lastiger om kwaliteit te waarborgen als het gaat om verpakkingen en etikettering. Uit het onderzoek blijkt dat 74 procent van de logistieke professionals bezorgd is over de impact van plotseling hogere kosten op de omzet en winstgevendheid. Voor 73 procent van de respondenten is het risico van een slechte naleving van de planning door transportpartners een grote bron van zorg. Ook vindt 33 procent het lastig de prestaties van transportpartners te vergelijken met de afgesproken Service Level Agreements (SLA’s). De oorzaak hiervoor blijkt te liggen bij de hogere eisen die klanten stellen als het gaat om het volgen van zendingen en het ontvangen van gedetailleerde rapportages van hun logistieke dienstverleners. Meer inzicht in de supply chain – door data real-time beschikbaar te stellen aan klanten en de planning aan te kunnen passen – wordt veelal gezien als een oplossing voor het beter beheren van risico’s binnen supply chains. Logistieke professionals vinden warehousemanagement-, transportmanagement- en expediteursystemen de belangrijkste operationele IT-systemen die dit mogelijk maken dankzij de transparante data en rapportagemogelijkheden. Ruim de helft (54 procent) geeft aan van plan te zijn te investeren in extra ITsystemen om inzicht te verbeteren. Het aanstellen van een Chief Risk Officer heeft minder prioriteit; minder dan drie procent van de organisaties is dit van plan. John Manners-Bell, CEO bij TI, zegt: “Moderne supply chains worden steeds verder uitgebreid naar opkomende markten waarbij sociale en milieuwerkwijzen minder geavanceerd zijn en gecontroleerd worden dan in de ontwikkelde landen. Multinationals zien steeds vaker dat het gedrag en de prestaties van hun leveranciers en transportpartners grote invloed hebben op de reputatie van hun merk. Zij beseffen dat verantwoording en inzicht hand in hand gaan.” “Uit het onderzoek blijkt dat logistieke dienstverleners en verladers op zoek zijn naar systemen die inzicht en ‘track-andtracing’ mogelijk maken”, aldus Evan Puzey, chief marketing officer bij Kewill. “De systemen die veel supply chainorganisaties nu nog gebruiken werken vaak niet goed samen wat ten koste gaat van de samenwerking tussen partners en hen uiteindelijk meer geld kost. Het is daarom belangrijk dat ze in een systeem investeren waarmee alle mogelijkheden zijn geïntegreerd.” (bron; TTM)
ADR 2015-2016 boekenset Pre-order hier: http://tinyurl.com/ 6
Ziekenhuizen leven regels vervoer ziekenhuisafval beter na. Ziekenhuizen leven de regels rondom het transport van chemisch en besmettelijk ziekenhuisafval steeds beter na. Dat blijkt uit inspecties bij 42 ziekenhuizen door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Zo hebben alle gecontroleerde ziekenhuizen een veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangesteld. Ook is de etikettering van verpakkingen verbeterd. De naleving voor het juiste gebruik van de voorschriften van de verpakkingen is achteruit gegaan. Verbeteringen Aanleiding voor de inspecties waren de slechte nalevingresultaten tijdens inspecties eind 2012 op het vervoer van chemisch en besmettelijk ziekenhuisafval bij 35 ziekenhuizen. Ten opzichte van 2012 is in 2014 een sterke verbetering te zien in de aanstelling van een veiligheidsadviseur. Een veiligheidsadviseur adviseert het ziekenhuis bij werkzaamheden met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen. In 2014 hadden uiteindelijk alle gecontroleerde ziekenhuizen een veiligheidsadviseur aangesteld. In 2012 was dat slechts 29%. Verder worden verpakkingen en containers nu beter van etiketten voorzien en zijn vervoersdocumenten meer op orde. Ook worden verpakkingen nu beter in containers en eigen vervoermiddelen vastgezet. Verbeterpunten De opleiding voor ziekenhuismedewerkers die taken verrichten bij het vervoer van gevaarlijke stoffen is ten opzichte van 2012 weliswaar met ruim een kwart verbeterd. Maar bij 62% van de geïnspecteerde ziekenhuizen zijn medewerkers niet of onvoldoende opgeleid. Er is een achteruitgang te zien in de naleving van het juiste gebruik van de verpakkingen. Deze toename van het aantal overtredingen komt deels door de verdiepingsslag die de ILT heeft gemaakt tijdens de inspecties. Zo zijn in 2014 ook verpakkingen beoordeeld die worden gebruikt voor het transport tussen de hoofd- en nevenlocaties van het ziekenhuis. Ook zijn meer en andere afdelingen (apotheek, operatie en verloskunde) dan in 2012 bezocht. Het aantal overtredingen met betrekking tot de classificatie van ziekenhuisafval is nagenoeg hetzelfde gebleven. Veelal had het aantal overtredingen te maken met het verkeerd verwijderen van afval, zoals gebruikte injectienaalden die tussen het glasafval werden aangetroffen. Tijdens herinspecties is geconstateerd dat zeven ziekenhuizen de eerder vastgestelde overtredingen niet of onvoldoende hebben verholpen. De ILT heeft bij deze ziekenhuizen een handhavingtraject gestart. Dit betekent dat de geconstateerde overtredingen binnen een afgesproken termijn verholpen moeten zijn. Mocht bij een onaangekondigde inspectie de overtreding blijven bestaan, dan zal de ILT bestuurlijk en/of strafrechtelijk optreden. Lees verder->
Gevaarlijke stoffen cursus bij u in het bedrijf?
www.pgs15-cursus.nl
Toezicht op ziekenhuizen Ondanks de vastgestelde verbetering van de naleving van de voorschriften van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen in 2014, blijft de ILT ook in 2015 toezicht uitvoeren op de ziekenhuizen. Tijdens reguliere weg- en bedrijfsinspecties zal de ILT onaangekondigd het transport van ziekenhuisafval en diagnostische monsters inspecteren. Bij overtredingen treedt de ILT direct handhavend op. Inmiddels zijn alle geconstateerde overtredingen bij de 35 geïnspecteerde ziekenhuizen in 2012 verholpen.
Grondstoffen aanhanger Hillegersberg waren voor vuurwerk De grondstoffen die zaterdag werden gevonden in een aanhanger in Rotterdam-Hillegersberg waren bedoeld om vuurwerk van te maken. Dat denkt de politie. Het gaat om honderden liters. De grondstoffen werden aangetroffen op een parkeerplaats aan het Duivenpad. Ze zaten opgeslagen in een onbekend aantal vaten. Al snel werd de omgeving afgezet en werd onder meer de Explosieven Opruimingsdienst opgeroepen. Het onderzoek naar de vaten duurde de hele nacht. De vaten zijn onder begeleiding van de politie en de brandweer naar een opslagplaats in Amsterdam gebracht. De A13 en A4 werden voor het transport afgesloten. Volgens de politie is het nog steeds onduidelijk van wie de aanhanger is, maar denkt dat hij zaterdagmiddag op de parkeerplaats is neergezet. Er zijn nog geen verdachten aangehouden.
Europese Overeenkomst ADR gepubliceerd In het Tractatenblad 2014, 217 is de Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) gepubliceerd. De wijzigingen van 1 oktober 2014 zullen op 1 januari 2015 in werking treden. Klik hier: http://tinyurl.com/okcxh8l
Onderzoeksrapport over Wetteren verschenen.
treinongeval
De ramp in Wetteren in 2013 met een goederentrein vol giftige stoffen is mede te wijten aan het negeren van een sein. Daardoor reed de trein veel te hard en denderde hij over twee wissels. Dat kon de zwaar, maar correct beladen trein niet aan. Nadat ook het automatische remsysteem in werking was getreden, ontspoorde de goederentrein. Deze combinatie van factoren lag aan de basis van de ramp, stelt het Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor (OOIS) in het vrijdag gepubliceerde eindrapport. Het OOIS concludeert dat,,er geen enkele aanduiding is dat het spoor, signalisatie of het rollend materiaal hebben bijgedragen tot de ontsporing''. bron: gevaarlijkelading zie hier de rapportage: http://tinyurl.com/qj776mf
7
Suikerbietchemie is meer dan alleen bio-ethanol. De suikerbiet als grondstof voor de chemie, de duurzame prestaties van papierproducent Van Houtum, en een uitgebreide terugblik op het Duurzaam Geproduceerd Congres. Dat zijn de aantrekkelijke ingrediënten van de vierde editie van Duurzaam Geproduceerd Magazine in 2014. Het Duurzaam Geproduceerd Congres vond plaats op 18 november in Ahoy’ Rotterdam en stond bol van duurzame innovaties en duurzame inspiraties. Om met die laatste te beginnen: mede-dagvoorzitter en Expert bij Duurzaam Geproduceerd Marga Hoek gaf de zaal mee hoe we tot de nieuwe economie komen. Met die nieuwe economie bedoelt Hoek een economie van ‘overvloed’. Hoek: “Nu hebben we een economie van schaarste. Als we gaan gebruiken in plaats van verbruiken, gaan we naar die economie van overvloed toe.” Ze pleitte tevens voor het nemen van grote stappen op weg naar die duurzame economie. “Kleine stapjes gaan te langzaam. Bedrijven moeten zoeken naar trenddoorbrekende innovaties. Grote bedrijven zouden zich moeten verbinden aan initiatieven zodat ze kunnen opschalen.” Voorzitter van de raad van commissarissen van Van Houtum, Henk van Houtum, deed op het congres uit de doeken hoe de papierproducent een duurzame koploper is geworden. “Zo hergebruikt de fabriek het proceswater tot wel veertig keer. Hierdoor is geen vijftien liter water nodig voor de productie van één toiletrol, maar nog maar een halve. Daarnaast heeft de producent geen gestort afval meer. Van Houtum: “Allerlei bedrijven nemen ons afval af om dat als grondstof te gebruiken. Onze buurman maakt er kartonnen verpakkingen van, die wij weer kopen om onze handel in te doen.” De suikerbiet als grondstof voor de chemie. AkzoNobel kondigde onlangs aan de suikerbiet verder te willen onderzoeken als grondstof en ook Deloitte ziet veel mogelijkheden voor de suikerbietenchemie in Nederland. Ook Cosun is druk doende in deze sector. Alex Benschop vertelde in Duurzaam Geproduceerd al eerder over de stappen die in het project Beets to Polymers met Philips en de universiteiten van Maastricht en Groningen worden genomen. In deze editie van Duurzaam Geproduceerd Magazine vertelt hij meer over ‘de suikerbietchemie’. Dat is meer dan alleen bio-ethanol produceren. De laatste jaren doen verschillende partijen onderzoek naar hoogwaardigere inzet van suiker, onder andere als grondstof voor polymeren. Volgens Benschop moet deze tak van sport vooral niet concurreren met wat nu al zeer efficiënt gebeurt, vindt Benschop: “Momenteel gaan we heel veel mogelijkheden af waar we iets kunnen toevoegen. Daarbij willen we vooral blijven doen waar we goed in zijn. Zo zoeken we naar partners in de chemie en andere sectoren die onze grondstoffen willen inzetten. Natuurlijk verandert er veel, maar we zijn en blijven ook vooral een industrieel bedrijf dat zich richt op de verwerking van suikerbieten en andere gewassen.”
Behandel-etiketten koop je goedkoop op www.gevaarlijkestoffen.eu
Beter zicht op chemische stoffen in voedselketen Het RIVM heeft een nieuwe methode ontwikkeld voor het beoordelen van chemische stoffen die via het milieu in de voedselketen komen. Deze stoffen worden via de bodem of het water opgenomen door planten of dieren. Dit kan direct schadelijk zijn voor het organisme, maar indirect ook voor de dieren die dit organisme eten. Met deze methode kan nauwkeuriger in kaart worden gebracht in welke mate chemische stoffen giftig zijn doordat ze in de voedselketen ophopen. Ook geeft het weer in welke mate ‘hogere’ organismen in die keten, zoals vogels en zoogdieren, gevoelig zijn voor een stof. Dit is van belang voor een betere onderbouwing van milieukwaliteitsnormen of risicobeoordelingen voor stoffen. Verschillen met huidige methode De nieuwe methode verschilt op een aantal punten van de methoden die hiervoor in de huidige Europese richtlijnen zijn opgenomen. Zo wordt de concentratie waar het dier aan blootstaat op een andere manier berekend. Er wordt niet meer uitgegaan van de concentratie van een stof in het voedsel, maar van de hoeveelheid van de stof per hoeveelheid energie die een dier per dag nodig heeft en via voedsel tot zich krijgt. Het uitgangspunt daarvan is dat sommige soorten voedsel energierijker zijn dan andere. Dat gegeven heeft invloed op de hoeveelheid die dieren dagelijks consumeren en dus ook op de mate waarin een chemische stof die in het voedsel zit wordt opgenomen. Door deze ‘opnamesnelheid’ van het voedsel in de beoordeling te betrekken, kunnen voor verschillende soorten voedsel specifieke risicogrenzen worden bepaald. Daarnaast is een stap toegevoegd aan de voedselketen die terug te voeren is op organismen in de bodem, om roofdieren die vogels en zoogdieren eten te beschermen. Deze categorie dieren ontbreekt in de huidige richtlijnen. Ten slotte wordt een leidraad gepresenteerd waarmee uit de risicogrenzen van een stof in planten en dieren (biota), een concentratie in water of bodem kan worden berekend.
Nieuw materiaal scheidt edelgassen xenon en krypton. Nieuwe materialen kunnen in de toekomst wellicht edelgassen uit de lucht filteren. Professor Rajamani Krishna van het Van 't Hoff Institute for Molecular Sciences droeg bij aan een Amerikaans onderzoek naar de eigenschappen van deze zogeheten Metal Organic Frameworks. In het gerenommeerde tijdschrift Accounts of Chemical Research voorzien de wetenschappers een eerste toepassing van de MOFs in het afvangen van vluchtige radioactieve edelgassen die vrijkomen bij de opwerking van kernbrandstoffen. bron: Universiteit van Amsterdam
Efficiënte raffinage exploderende cellen.
suikerbiet
met
Een proeffabriek in Lelystad produceert bio-ethanol uit suikerbieten . In het proces ontploffen de cellen en vezels van de bieten, waardoor het wortelgewas in zijn geheel verwerkt kan worden. Binnen het ChemBeet-project onderzoeken de Wageningen UR en een aantal partners hoe zij de raffinage van suikerbieten kunnen optimaliseren. Een technische innovatie van het bedrijf Dutch Sustainable Development maakt het mogelijk om een suikerbiet in zijn geheel te verwerken.
8
Chemische bedrijven en de overheid zitten samen in een slecht huwelijk Stel dat je je partner telkens moet controleren. Allereerst controleer je omdat je het zelf niet vertrouwt, je wilt weten of jouw partner wel doet wat hij of zij zegt. Maar daarnaast controleer je ook omdat jouw omgeving aangeeft dat je partner niet te vertrouwen is. Je moet wel controleren, om voor jezelf en anderen te bevestigen dat jouw partner wel okay is. Dat klinkt als een slecht huwelijk, dacht ik toen ik het artikel van André Gaastra en Martijn Bodeller las, in het Financieel Dagblad van 10 december jl. De overheid en de chemische industrie zitten in een negatieve spiraal. Onder druk van de publieke opinie en de politiek is de handhaving op veiligheid steeds vaker rigide. Inspecteurs staan onder druk om de letter van de wet te volgen zonder dat er ruimte is voor alternatieve ideeën of oplossingen. Situaties zijn vaak op meerdere manieren te interpreteren, maar door het gebrek aan vertrouwen is de communicatie eerder een eenrichtingsbetoog dan een dialoog. En de publieke opinie, gevoed door de media, oordeelt hard. Naar aanleiding van het door de chemiesector ‘eenzijdig’ genoemde onderzoek van Marieke Kluin (TU Delft) kopten de media: ‘ Chemie Rotterdam Rijnmond Roekeloos’ en ‘veel veiligheidsovertredingen chemiesector’. De werkelijkheid was slechts vanuit één perspectief belicht. Met welke relatietherapie kunnen we dit patroon doorbreken? Net als in een huwelijk mag de overheid naar mijn mening vaker van het positieve uitgaan. Niet uit goedgelovigheid, maar uit wederzijds respect. Handhaven kan niet enkel bedoeld zijn om te checken wie voldoet aan de wet. In de piramide gaat het uiteindelijk om hogere waarden, om het creëren van een veilig gevoel voor alle stakeholders. Gaastra en Bodeller pleiten voor een andere stijl van toezichthouden. De overheid zou ruimte mogen geven voor een bredere interventiemix. Niet alleen inspectie, maar ook voorlichting en dialoog. Daar zou ik namens Havencommunicatie aan willen toevoegen: maak de cirkel van kennisuitwisseling net even groter. Ik pleit niet alleen voor meer en open communicatie tussen de chemische sector en overheden en handhavende instanties. Maar óók met de omgeving, met omwonenden, nabij gelegen gemeenten, lokale belangenorganisaties. In de chemische sector gebeuren ook veel goede zaken, men vertelt dat alleen niet altijd even uitgebreid. Pak als individueel bedrijf de kans om pro-actief te communiceren.
Bio-aromaten Nog maar een paar jaar geleden leken aromaten uit groene grondstoffen ver weg. Aromatische stoffen konden zo gemakkelijk worden gewonnen uit (fossiele) nafta, dat bioaromaten een toekomstdroom leken. Vooral doordat de belangrijkste mogelijke bron, lignine, zo moeilijk te ontleden is. Maar op dit gebied, zoals in vele takken van de groene chemie, gaat het onderzoek zó snel dat onderzoeksgroepen als het Nederlands/Vlaamse Biorizon (TNO, VITO en de Green Chemistry Campus) de mogelijkheid voorzien van commerciële productie van bio-aromaten uit lignine binnen tien jaar tijd. Zuivere lignine, van reproduceerbare kwaliteit Lignine is een belangrijk bestanddeel van hout, waar het dient voor het aan elkaar lijmen van de cellulose- en hemicellulosevezels. De structuur ervan is zeer ingewikkeld, een driedimensionaal complex van diverse gekoppelde aromatische bestanddelen. Met de huidige kennis kunnen we lignine niet uiteenrafelen in deze componenten. Bovendien is de lignine die nu verkrijgbaar is, een bijproduct van de papierproductie via het goed ontwikkelde Kraft proces; het bevat teveel zwavel, dat bij verdere opwerking de katalysatoren vergiftigt. Maar volgens Ludo Diels (Biorizon) op een workshop bij de laatste EFIB, zijn er nieuwe processen voor het maken van bio-aromaten uit lignine, die zich in de komende jaren snel zouden kunnen ontwikkelen. De eerste route bestaat uit het voeden van lignine (ontdaan van zuurstof) aan een kraakinstallatie, waar deze eigenschappen heeft vergelijkbaar met ruwe olie; dit geeft een soort nafta die diverse aromatische stoffen bevat. Dit proces is nu bijna operationeel, hoewel de betaalbaarheid ervan sterk afhankelijk is van de ruwe olieprijs. De tweede route is het in één stap katalytisch maken van BTX (benzeen, tolueen, xyleen) uit biomassa of lignine. Dit proces is nog in ontwikkeling, onder andere door het Nederlandse bedrijf BioBTX. Maar Biorizon is vooral betrokken bij de derde en vierde route. In de derde route maakt men bio-aromaten uit suikers via de Diels-Alder reactie. Hierbij is Avantium betrokken. Dit bedrijf legt zich vooral toe op commercialisatie van furaan en zijn afgeleiden. (Furaan is een aromatische koolwaterstof waarin de ringstructuur vier koolstofatomen en één zuurstofatoom bevat; men kan furaan en zijn afgeleiden gemakkelijk maken uit suikers). Met de DielsAlder reactie kunnen aromatische stoffen gemakkelijk worden gemaakt uit furanen. Zo geeft dimethylfuraan samen met etheen p-xyleen. Dit is een directe route naar bio-aromaten vanuit suikers, die steeds beter en tegen lage prijzen op de markt verkrijgbaar zijn. lees verder op: http://www.biobasedpress.eu/nl/2014/12/bio-aromaten/
Alleen als je beter uitlegt wat je doet en wat je inspanningen zijn om dit nóg beter te doen, kun je rekenen op sympathie van je stakeholders.
Productie industrie groeit nauwelijks
bron: havencommunicatie
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in oktober 0,4% hoger dan in oktober 2013.
Gevaarlijke stoffen cursus bij u in het bedrijf? Mail uw wensen naar
[email protected] voor een cursus op maat en zorg ook dat uw medewerkers zijn opgeleid.
De groei is negatief beïnvloed door de grote krimp in de tabaksindustrie, zo maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek deze maand bekend.
Uw medewerkers online een
Cursus gevaarlijke stoffen www.gevaarlijkestoffen.eu
9
Chemiesector moet miljarden uitgeven aan innovatie De chemische industrie moet innoveren. Bedrijven, onderzoekers en overheid moeten slim samenwerken om sluitingen te voorkomen. Bedrijven in de chemische industrie en de overheid moeten innoveren om neergang te voorkomen. Nederland is het derde chemieland van Europa met 10 procent van de Europese omzet en een mondiaal marktaandeel van 1,7 procent. Maar volgens branchevereniging VNCI (Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie) verliest de Europese industrie marktaandeel, staat winstgevendheid onder druk en zijn er te weinig investeringen in vernieuwing en uitbreiding. Als niets verandert, dreigen sluitingen. In Amerika, het MiddenOosten en China zijn grondstoffen en energie goedkoper dan hier, dus daar valt niets te winnen. bron: intermediair
Heeft u binnen uw bedrijf het BLOOTSTELLINGSGEVAAR in kaart gebracht? http://www.blootstellingsrapportage.nl/
Chemisch repressie
bedrijf
wil
vertrouwen,
niet
De overheid houdt zich bij het toezicht op de naleving van weten regelgeving door chemische bedrijven te veel bezig met repressief optreden. De chemische industrie maar ook het milieu en de veiligheid zouden welvaren bij meer vertrouwen in plaats van meer repressie. Dat vertrouwen betekent niet dat de overheid alles moet accepteren maar wel dat zij slechts handhaaft waar nodig en met beleid.
Nieuwe coating BASF voor gerecyclede fastfoodverpakking. Een nieuwe coating van chemieconcern BASF maakt het gebruik van gerecycled karton voor fastfoodverpakkingen veiliger. Samen met het Duitse bedrijf Schuster presenteert BASF een coating van biobased polymeren. De coating is volledig biologisch afbreekbaar. Gerecycled papier bevat vaak resten van bijvoorbeeld printerinkt. Schadelijke stoffen die aanwezig zijn in verpakkingskarton, kunnen in het voedsel terechtkomen. Volgens BASF blijkt uit Zwitsers onderzoek dat die besmetting vooral plaatsvindt als het verpakte voedsel vet of vloeibaar is. De coating van de twee concerns maakt het mogelijk om fastfoodverpakkingen met een hoger gehalte gerecycled papier te maken. Schadelijke stoffen komen door de coating niet in het voedsel terecht, terwijl het karton ook waterdicht is. Volgens BASF zijn verpakkingen met de coating voor 90 procent biobased. Ook is het karton recyclebaar en composteerbaar. Traditionele coatings bemoeilijken milieuvriendelijke verwerking omdat ze moeilijk afbreekbaar zijn.
Fabrieken Shell Moerdijk werken weer Shell Moerdijk heeft twee van de drie productie-eenheden weer in gebruik genomen. De fabrieken werkten sinds begin oktober niet meer na een stoomlek. Nu de fabrieken MSPO-1 en MEOD weer in bedrijf zijn kan er weer styreen, propeenoxide en ethyleenoxide aan klanten worden geleverd. Shell Moerdijk nam op 2 oktober alle fabrieken gecontroleerd uit bedrijf nadat een loogverontreiniging in het stoomsysteem was geconstateerd. De combinatie van stoom, loog en metaal kan leiden tot schade aan leidingen en installaties. Het stoomlek trad op tijdens een gepland onderhoud aan de MEOD-fabriek. ‘Een van de stappen van het onderhoud is dat het systeem waar cautische soda (loog) in zit, wordt gereinigd met gedemineraliseerd water’, legt een woordvoerder uit. ‘Dat water wordt ook gebruikt in het stoomsysteem en zodoende is er een verbinding tussen de cautische soda en het gedemineraliseerde water. Die verbinding is niet goed afgesloten geweest door zowel technische als operationele aspecten.’ De derde fabriek is de ethyleenfabriek (MLO), ook wel bekend als de kraker. De huidige verwachting is dat deze pas rond het einde van het derde kwartaal van 2015 weer in gebruik kan worden genomen. ‘Alle leidingen moeten worden geïnspecteerd en waar nodig hersteld. Dat is een forse klus’, aldus de woordvoerder. De twee fabrieken die weer in gebruik zijn genomen maken gebruik van stoom van een energiebedrijf dat op hetzelfde industriegebied staat. Shell Moerdijk kan waarschijnlijk pas gebruik maken van eigen stoom als de kraker weer werkt. Op korte termijn verwacht Shell Moerdijk de totale omvang van de operationele schade in kaart te hebben gebracht. De woordvoerder wil niet ingaan op de financiële gevolgen van het incident. De explosie met de MSPO-2 in juni staat volledig los van het stoomlek. De ontmantelings- en opruimwerkzaamheden bij het beschadigde deel van de MSPO-2 zijn nagenoeg voltooid. Shell wil de fabriek herbouwen en het is de verwachting dat de herstart in de periode december 2015 en maart 2016 zal plaatsvinden.
AkzoNobel tekent internationale leveringsovereenkomst met Daimler AG Daimler AG heeft een overeenkomst getekend met AkzoNobel. Hiermee wordt AkzoNobel Performance Coatings een van de erkende leveranciers van autoreparatielakken voor Daimler’s wereldwijde netwerk van dealers en erkende schadeherstelbedrijven. Het contract betreft de levering en ondersteuning van AkzoNobel’s merk Sikkens aan het dealernetwerk van Daimler voor onder meer Mercedes-Benz, Smart en Mercedes-Benz bedrijfsvoertuigen. "Wij zijn verheugd met de erkenning als internationale leverancier voor een van 's werelds grootste automobielfabrikanten", aldus Jörg Anders, een Key Account Manager van het onderdeel Vehicle Refinishes van AkzoNobel. "De overeenkomst weerspiegelt het vertrouwen van de industrie in onze producten en diensten, in onze kracht op het gebied van productinnovatie en kleurmatching en in het bijzonder in de diversiteit van de diensten en ondersteuning die wij onze klanten aanbieden." De erkenning volgde na uitgebreide tests en analyses van Sikkens-producten en een diepgaand onderzoek van de industriële en zakelijke processen bij AkzoNobel. Hiermee werdaangetoond dat werd voldaan aan de hoogste normen van de automobielindustrie. Volgens Daimler ondersteunt de samenwerking met AkzoNobel de groeiplannen van de onderneming in de wereldwijde carrosserie- en lakindustrie.
10
Havenbedrijf Antwerpen zinspeelt op nog een mega-investering.
Dusseldorp maakt afvoeren chemisch afval gemakkelijker.
Het Havenbedrijf van Antwerpen verwacht binnen enkele maanden wederom een investering in de petrochemische sector ter waarde van rond de miljard euro bekend te kunnen maken.Dit zegt directeur-generaal Eddy Bruyninckx in een interview in Nieuwsblad Transport van deze week. Hij wilde in het interview geen details over de aard van het project vrijgeven, behalve dat het qua omvang vergelijkbaar is met de eerder dit jaar door Total en Exxon aangekondigde investeringsplannen (bron Petrochemie)
Vorige maand lanceerde Dusseldorp in Lichtenvoorde een extra website chemischafval.nl. Met dit initiatief helpt deze onderneming kleine en middelgrote bedrijven in Nederland op een verantwoorde en makkelijke manier gevaarlijke stoffen af te voeren. Naast de mogelijkheid online een afvoeropdracht te verstrekken, geeft de site ook informatie over alle mogelijke soorten gevaarlijk afval.
DSM verkoopt DSM Synres aan Standard Investment Koninklijke DSM N.V., het Life Sciences en Materials Sciences bedrijf, kondigt vandaag aan dat het overeenstemming heeft bereikt met Standard Investment over de verkoop van DSM Synres. Voor de transactie, die naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 zal worden afgerond, gelden de gebruikelijke goedkeuringen en kennisgevingen. Financiële details worden nog niet bekend gemaakt. DSM Synres produceert alkyde oplosmiddelen en acrylaat coatingharsen op de site in Hoek van Holland voor de wereldwijde coating-, kleefmiddel- en grafische markten sinds 1947. DSM Synres realiseert een omzet van ongeveer €50 miljoen met ongeveer 80 medewerkers. Op de afrondingsdatum zullen alle medewerkers overgaan naar de nieuwe eigenaar. Synres zal zich onder de nieuwe eigenaar blijven richten op de wereldwijde markt van coatingharsen op basis van oplosmiddelen. De verkoop van DSM Synres is in lijn met DSM’s strategie voor het Performance Materials cluster om prestaties te verbeteren door onder meer het verbeteren van het portfolio. DSM richt zich met coatingharsen op duurzame technologieën waaronder coatings op water-, poeder en UV basis en gebruikt worden in eindmarkten zoals decoratieve verven, hoogwaardige vloeren, industrieel hout, grafische en talloze metaal toepassingen. Standard Investment, gevestigd in Amsterdam, is een praktisch ingesteld private equity-bedrijf dat zich richt op kleine en middelgrote bedrijven in Nederland en België. Sinds de oprichting in 2004 heeft het bedrijf een portfolio aangekocht dat bestaat uit 18 bedrijven.
BASF stapt uit samenwerking met Shell De Duitse chemiereus BASF verkoopt zijn belang van 50 procent in het samenwerkingsverband Ellba Eastern aan partner Shell. Dat werd donderdag bekendgemaakt, zonder het afgeven van financiële details.
Wie kent ze niet; de grote gele vrachtauto´s van Dusseldorp in het Achterhoekse straatbeeld? Met 65 jaar ervaring is Dusseldorp Inzameling en Recycling B.V. een van de grotere private afvalinzamelingsbedrijven in Nederland. "Met zo'n lange staat van dienst en zoveel ervaring ligt het voor de hand dat de expertise in onze organisatie enorm is", zegt Sebas van Wijk, marketing manager bij Dusseldorp. Van Wijk legt uit dat grote bedrijven en organisaties vaak een eigen Kwaliteit, Arbo en Milieu (KAM)-specialist in huis hebben. Vanuit zijn deskundigheid ondersteunt hij het management en uitvoerenden zodat de organisatie veilig en verantwoord werkt. Kleine en middelgrote bedrijven hebben zo'n deskundige meestal niet in huis. Maar ook die bedrijven moeten maatschappelijk verantwoord ondernemen, zijn verplicht afval te scheiden en afval milieuvriendelijk te behandelen. "Juist deze bedrijven hebben baat bij de nieuwe website", zegt Van Wijk. Het verantwoord afvoeren van gevaarlijke stoffen of chemisch afval is gecompliceerder dan menigeen denkt. Ook de administratie is aanzienlijk. Van Wijk: "Bijna elke branche heeft te maken met gevaarlijk afval, van schadeherstelbedrijven tot organisaties in de gezondheidszorg. Om bezoekers van onze website snel door het aanmeldproces te loodsen, hebben wij zowel per branche als per afvalsoort de mogelijkheden in kaart gebracht. Duidelijke foto's helpen de juiste afvalsoort te kiezen. Twijfelen bedrijven onder welke rubriek ze hun chemisch afval moeten aanmelden, dan kunnen ze een foto uploaden van hun gevaarlijk afval." De accountmanagers van Dusseldorp reageren persoonlijk op zo'n verzoek tot assistentie en verzorgen na opdracht de correcte registratie. Waarom is het kiezen van de juiste afvalstroom zo belangrijk? Van Wijk legt uit dat de afvoerprijs per soort afval verschilt. Zo is de kiloprijs voor het afvoeren van batterijen beduidend lager dan de kiloprijs voor het afvoeren van lijm-, kit- en harsafval. Van Wijk: "Onze klanten ontvangen hun factuur achteraf. Het werkelijke gewicht is bepalend voor de eindprijs. Dusseldorp verstrekt bovendien een afvalstroomnummer voor ieder uniek soort afval. De overheid verplicht bedrijven tot een ordentelijke milieuboekhouding. Met onze manier van werken voldoet de klant aan alle eisen die de overheid stelt." bron: achterhoeknieuwsaalten
De transactie wordt naar verluidt eind december afgerond. Er is een leveringsovereenkomst gesloten waarbij Shell garant blijft staan voor de noodzakelijke volumes propyleenoxide. De samenwerking in Moerdijk is niet bij de deal betrokken. Shell liet in een verklaring weten dat de betreffende fabriek, die hiermee volledig in handen komt van Shell, onderdeel is van het petrochemische complex Shell Jurong Island bij Singapore. De fabriek heeft een maximale productiecapaciteit van 550.000 ton styreen-monomeer per jaar en 250.000 ton propyleenoxide per jaar.
11