Maart 2013 Jaargang 2, editie 3
Nieuwsbrief Evaluatieonderzoek Art. 36a Wet BIG
It giet oan!
IN DIT NUMMER
Nee, niet de Elfstedentocht, maar de eerste nameting van het eva‐ It giet oan! .................................. 1
luatieonderzoek giet oan! Het is nu ruim 1 jaar geleden dat de zelf‐
Expert interviews........................ 2
standige bevoegdheid een feit werd. Tijd dus, om te kijken wat er al
Focusgroep interviews.……………..2
veranderd is ten opzichte van de nulmeting. Eind maart worden
Stelling........................................ 3 Van maand tot maand ............... 3
weer vragenlijsten verspreid. Op bladzijde 4 van deze nieuwsbrief
De vragenlijsten ......................... 4
kun je meer over de vragenlijsten lezen. Omdat velen onder jullie,
Aan het woord ........................... 5
nog volop bezig zijn alles formeel te regelen binnen de instelling,
Wist u….?.................................... 9 Tenslotte .................................. 9
zullen waarschijnlijk nog geen al te grote veranderingen te zien zijn.
Contactgegevens ........................ 9
Maar willen we zelfs de kleinste verandering meten, dan is het be‐
langrijk dat de vragenlijsten massaal worden ingevuld. Dus doe mee
en meld je nu alvast aan! Niet alleen voor ons, maar vooral voor jezelf…
Redactie: Uitgave:
Bert Vrijhoef, Daisy de Bruijn, Yvonne van Eijk, Monique Bessems 3 x per jaar tot en met april 2015
lde a Gemidde
iew: er interv p n e r u l a n ta
In de vorige nieuwsbrief hebben we al ver‐ teld, dat we met expertinterviews inzicht willen krijgen in de belemmerende en be‐ vorderende factoren die een rol kunnen spelen bij (de invoering van) de zelfstandige bevoegdheid. De profielen van de experts zijn samen met de begeleidingscommissie vastgesteld. Bij het invullen van de namen bij de profielen hebben de leden van de begeleidingscommissie, de NAPA, V&VN, KNNG, OMS, bemid‐ deld, waarvoor nogmaals hartelijke dank! Inmiddels hebben 51 interviews plaatsgevonden en moeten er nog 7 plaatsvinden.
¾ 5¾ w: ie v r e t in Houderelnijk uittypeenn:vatting: 2 ½ 1 Lett en van sam 1½ : t e Mak role: k k a p ?? ? Conteren in software Invo lyse: Ana
Citaten uit de expert inter‐ views “Tot halverwege dit jaar heb ik geen bijdrage gekregen voor nascholing. Dus dat heb ik eigenlijk zelf betaald….. Ik zal toch een aantal punten moeten inhalen, omdat het mij aan middelen ontbrak om aan de eisen te voldoen.”
(PA over congresbezoek) “Inderdaad kom ik daar ook het probleem tegen dat de accreditatie alleen maar voor de arts, medisch specialist, is. Dat men zegt van: U heeft geen BIG nummer, dus we kunnen u niet registreren in het GAIA.”
2
Expert interviews
Focusgroep interviews Naar aanleiding van onze oproep in de vorige nieuwsbrief (oktober 2012) hebben 84 PAs, VSen en artsen zich aangemeld voor de focusgroep interviews. Inmiddels hebben er twee fo‐ cusgroep interviews plaatsgevonden in Utrecht. Een groep “Technische Handelingen” en een groep “Medicatie Voorschrij‐ ven”. Er zullen de komende periode nog 4 focusgroepen gehou‐ den worden, waarvan 2 focusgroep interviews voor de profes‐ sionals. Een van de veel gehoorde belemmeringen voor deelna‐ me aan de focusgroep interviews is de reisafstand. We hebben de mogelijkheid onderzocht om met behulp van videoconferentie de interviews te doen. Echter Meld je nu aan v tijdens de testperiode is gebleken dat er te‐ oor d e f ocusg veel haken en ogen aan zitten om de beno‐ roep inter views! digde software op een snelle manier ge‐ bruiksklaar te maken voor de deelnemers. Er is besloten om de 2 focusgroepen voor professionals op locatie te houden, enigszins in de buurt van woon– en/of werkplek Op deze manier proberen we de reistijd voor de deel‐ nemers tot een minimum te beperken . We hebben nog steeds VSen/PAs en artsen nodig voor de focusgroep interviews! Aan‐ melding voor de focusgroep interviews kan via de mail of tele‐ fonisch ( zie contactgegevens bladzijde 9).
Stelling: De verpleegkundig specialist GGZ kan hoofdbehandelaar zijn
voor
tegen
Roy Le Doux, zelfstandige VS GGZ: “De GGZ kent al sinds jaar en dag de ver‐ pleegkundig ‘hoofdbehandelaar’, de SPV. Een verpleegkundige zorgprofessional die het he‐ le primaire proces, diagnose, indicatiestelling en behandeling beheerst. Hierin is de GGZ al verder geëvolueerd dan de somatische ge‐ zondheidszorg. De introductie van de ver‐ pleegkundig specialist GGZ is slechts een con‐ solidering en juridische borging van een reeds bestaande beroepspraktijk. Daarnaast een upgrade naar academische en medische ni‐ veau om zo tegemoet te komen aan het stre‐ ven naar evidence gebaseerde zorg en toets‐ bare medische kennis.”
Zorgverzekeraars Nederland: “De zorgverzekeraar heeft voor hun verzekerden de taak om de kwaliteit te waarborgen en de kosten in de gaten te houden. In de GGZ bestaat nog geen duidelijk‐ heid over de zorgzwaarte en afbakening van medische zorg. Daarom kiezen zorgverzekeraars voor de specialist als hoofdbehandelaar” Zorgverzekeraar CZ: "Wij vinden dat de eindverantwoordelijkheid voor een behandeling echt bij de psychiater, klinisch psycholoog of psychotherapeut moet blijven liggen", reageert een woordvoerster van CZ. "Je kunt een HBO‐opleiding met specialisatie niet vergelijken met een 14 jaar lange aca‐ demische en postdoctorale studie. Dan zouden wij dus onze klanten moeten uitleggen: u heeft een zware de‐ pressie? Dan maakt het niet uit of u wordt behandeld door een psychiater of een gespecialiseerde verpleeg‐ kundige. Nee, dat gelijk scharen gaat voor ons echt te ver." http://www.skipr.nl/actueel/id13504‐verzekeraar‐remt‐zorg‐ verpleegkundig‐specialist.html http://www.skipr.nl/actueel/id13799‐verpleegkundig‐specialisten‐ staan‐buiten‐spel.html
Het evaluatieonderzoek van maand tot maand JAN 2013 expert interviews
FEB 2013 expert interviews
MAART 2013 Verspreiden vragenlijsten
APRIL 2013 Retourneren vragenlijsten
focusgroep interviews Tijdregistratie selecte groep VS+PA
MEI 2013 Retourneren vragenlijsten Tijdregistratie selecte groep VS+PA
focusgroep interviews
3
De vragenlijsten
Uitsluitend in Nederland werkzame, afgestudeerde PAs en VSen kunnen meedoen aan de en‐ quête. Voor de VSen geldt verder dat ze geregistreerd moeten zijn. Elke PA/VS vult zelf één vra‐ genlijst in. Daarnaast vragen
we ze, indien mogelijk, maximaal 5
patiënten bij wie ze een voor‐
behouden handeling hebben ver‐
richt, en 2 artsen waarmee ze
overleggen over voorbehouden han‐
delingen, te vragen óók een
vragenlijst in te vullen. We willen
benadrukken, dat ook al voer je
als PA/VS (nog) géén voorbehouden
handelingen (zelfstandig) uit, het
toch belangrijk is dat je meedoet aan
de enquête. Uiteraard geldt dan,
dat er geen patiënten– en artsenvra‐
genlijst ingevuld hoeven te wor‐
den. De VS/PA vragenlijst is een pittige
vragenlijst en het invullen zal zo’n
25 minuten duren. Vooral de laatste
vragen zullen velen moeilijk vin‐
den, maar in de nulmeting hebben ze
zeer belangrijke informatie opgele‐
verd. Voor patiënten en artsen zal het
invullen van de vragenlijst ongeveer 20 minuten duren. PAs en VSen, die in ons eigen adressenbestand staan, krijgen automatisch de vragenlijsten toe‐ gezonden. Daarnaast zal de NAPA
en V&VN VS hun eigen achterban bena‐
deren, om zich bij ons aan te
melden. Heb je aan de nulmeting
meegedaan en is je adres in de dan even. Heb je niet aan de niet zeker of je in ons adressen‐
tussentijd veranderd? Meld het ons
nulmeting meegedaan en je weet bestand staat? Meld je nu alvast bij ons
aan.
De waarde van het onderzoek staat of valt met de respons. Dus doe mee!
4
Aan het woord………….
In deze rubriek laten we we graag ervaringsdeskundigen in taakherschikking zelf aan het woord. NAAM:
DIRK WIERSMA
daan. Daarna heb ik een
ORGANISATIE: GGZ INSTELLING LENTIS EN FPC VAN MESDAG
periode als stafverpleeg‐
OMVANG: LENTIS ± 4000 EN FPC MESDAG ± 500 MEDE‐
kundige gewerkt. Daarin stond beleidsontwikkeling
WERKERS
vooraan op gebied van kwaliteitszorg en opleidings‐
FUNCTIE: VS GGZ EN PRAKTIJKOPLEIDER
beleid voor de verpleegkundige en verzorgende
Welke opleidingen heb je genoten? De start van mijn loopbaan was via een in‐service opleiding in het Delfzicht ziekenhuis in Delfzijl. Dat was een degelijke en taakgerichte opleiding. Daarna ben ik de HBO‐V gaan doen, waarbij onafhankelijk denken over de beroepsinhoud het meest inspir‐ erende was. Grote theorieën als Orem waren niet zo praktisch, maar vormden wel bewustwording en mede mijn beroepsidenteit. Sindsdien heb ik mij altijd ingezet voor kwaliteitsverbetering in de patiëntenzorg door het beroep verpleegkundige op een hoger plan te brengen. Vervolgopleidingen waren de VO‐beroepsinnovatie, opleiding tot super‐ visor, tot coach en in 2010 heb ik de M‐ANP bij de opleidingsinstelling GGZ‐V afgerond. Ik vind het erg prettig dat het voor een praktijkopleider een vereiste is om zelf ook werkzaam te zijn als VS GGZ.
beroepsgroep. In die tijd is de basis gelegd voor het verpleegkundig specialisme in het functiegebouw van Lentis, door het functiegebouw te koppelen aan de beroepenstructuur in de GGZ. In die beroepen‐ structuur wordt de VS GGZ gelijkgeschakeld met de andere specialisten psychiater en klinisch psy‐ choloog. Alledrie zijn het generalistisch specialisten, die in de volle breedte van de GGZ competent en inzetbaar zijn. Mijn werkervaring als supervisor en coach komt heel goed van pas in de rol als prak‐ tijkopleider. Iedere opleideling heeft zijn eigen er‐ varing en talenten. Ik vind het de kunst en uitdaging om ieders eigen werkconcept verder tot ontwik‐ keling te brengen tot specialistniveau. Vanzelf‐ sprekend is het competentieprofiel het uitgangs‐ punt, maar de persoon zelf is bepalend voor de kwaliteit van de VS GGZ. De selectie voorafgaand aan de opleiding is daar ook
Over welke werkervaring beschik je?
op gericht.
Mijn werkervaring is grotendeels terug te voeren op twee perioden. De eerste 5 jaar als verpleegkundige heb ik vooral klinische en ambulante ervaring opge‐
5
Vervolg “Aan het woord………….”
Wat wil je graag
over jezelf vertel‐ len? Dan ga ik even terug in de tijd; Kort gele‐ den was ik vijfen‐
twintig jaar in dienst
bij mijn werkgever. Dat had ik trouwens nooit ver‐ wacht toen ik aan mijn loopbaan begon. De GGZ is enorm in ontwikkeling geweest in die jaren en dat stelde vervolgens steeds weer andere eisen aan mijn werk in verschillende functies. Het APZ waar ik ooit begon, is ondertussen vanwege vermaatschappelijking ontmanteld met overwegend voordelen voor patiënten. Patiënten zijn weer bur‐ gers geworden en wonen zoveel als mogelijk en met ondersteuning in de maatschappij. Maatschappelijke thema’s bepalen sterk de ontwik‐ keling van het verpleegkundig beroep. Onder druk van de vergrijzing is nu bijvoorbeeld ’samenredzaamheid’ een nieuw begrip en een ruime aandacht voor gezondheid en gedrag. Leefstijl is hot
het als kind al met de paplepel ingegoten heb gekre‐ gen. Mijn Beppe van vaderskant had geen vaste woon‐ of verblijfplaats. Ze rouleerde in de familie. Zo was ze een half jaar bij ons en dan weer een half jaar bij een dochter van haar en dan naar een andere dochter e.d. Een koffer en een stoel gingen steeds mee. Bij ons was ze meestal in de zomer. We hadden een boerderij en op die manier kon mijn moeder ook ‘achter’ meehelpen. Beppe , schilde de aardappelen, kon de boontjes punten en hield een oogje in het zeil. Ook in de periode dat Beppe ging dementeren is dit nog een paar jaar doorgegaan met hulp van de wijkverpleegkundige. Wij als kinderen moesten Beppe ook verzorgen waarbij de rollen omdraaiden. Toen de overheid het begrip ‘samenredzaamheid’ introduceerde moest ik terugdenken aan mijn jeugd‐ ervaring. Oude tijden gaan herleven; Ik denk dat verpleegkundig specialisten een hele kluif krijgen aan het behandelen en coördineren van veel psy‐ chiatrische zorg thuis in een goede afstemming met het draagvermogen van het vaak beperkte steunsys‐ teem.
en een typisch verpleegkundig onderwerp, zeker in
Welke taken voer je uit?
de GGZ. Thuis zal steeds meer behandeld, ver‐
Mijn opdracht is om het buitenschools leren dus‐
pleegd, verzorgd en begeleid worden.
danig vorm te geven dat opleidelingen uitgroeien tot
Verpleegkundig specialisten zijn voorhoedespelers
ware specialisten die generalistisch werken en op
als het gaat om coördinatie van zorg en het vorm‐
meerdere plekken inzetbaar zijn. Mijn werkzaamhe‐
geven van deze transities, dus uitdaging genoeg.
den variëren van het maken van opleidingsbeleid,
Voor mij voelt het ook niet vreemd. Ik denk dat ik
vorm geven aan het leerklimaat, afstemming met en
6
Vervolg “Aan het woord………….” van werkbegeleiders, het geven van supervisie aan de
opleidelingen, begeleiden en beoordelen. In de af‐ stemming met de opleidingsinstellingen is het vooral zaak dat de kwaliteit van het GGZ onderwijs binnen‐ schools op een hoger plan komt of gewaarborgd wordt. Sinds 2009 moeten Hogescholen ook inhoud geven aan een specifiek deelprofiel GGZ. Binnen het gros van de Hogescholen is bij het deelprofiel GGZ, de aandacht voor somatiek oververtegenwoordigd en het deel GGZ onderbelicht. Dat verbeterpunt breng ik als prak‐ tijkopleider permanent onder de aandacht en doe ik voorstellen voor. Welke veranderingen merk je sinds de tijdelijke invoering wetswijziging art. 36a Wet BIG? Het zelfstandig uitvoeren van voorbehouden han‐ delingen heeft de positie van de verpleegkundig spe‐ cialist verstevigd. Wettelijke kaders en gezamenlijke handreikingen door stakeholders zijn nodig om het beleid binnen organisaties vanaf te leiden. Zo is het professioneel statuut binnen Lentis aangepast evenals de functiebeschrijving e.d. In de GGZ is het voor‐ schrijven van medicatie door VS GGZ het meest in het oog springend. Hiertoe heb ik met de nodige waar‐ borgen het beleid geformuleerd hetgeen door de Raad van Bestuur en eerste geneeskundigen is geaccordeerd. Nu schrijven VS GGZ in Lentis zelf voor, waarbij de mate van verschilt vanwege verschil in bekwaamheid op het gebied van farmacotherapie, maar soms ook gewoon omdat de behandeling meer gedragstherapeutisch van aard is. Op het gebied van crisisinterventie is op dit 7
Vervolg “Aan het woord………….” moment in de vierentwintig uursdienst een verschuiving gaande. Op basis van een nieuw triagebeleid gaat
de VS GGZ ook in de voorwacht een meer verantwoordelijke rol vervullen. Ook in deze vorm van taak‐ herschikking is samenwerking en overleg met de psychiater van groot belang. Hoe is supervisie bij jou geregeld? In het beleid van Lentis is met betrekking tot het voorschrijven van medicatie, het voorschrijven onder super‐ visie een onderdeel in de bekwaamheidsopbouw en het toewerken naar een zelfstandige uitvoering. Binnen een jaar is dit normaliter afgerond. Daar waar de variatie aan medicatie groot is, of andere factoren de com‐ plexiteit doen toenemen, blijft de psychiater in charge. Vanwege het multi‐disciplinair werken blijft overleg en afstemming plaatsvinden tussen de psychiater en VS GGZ. Hoe is het delegeren van voorbehouden handelingen bij jou geregeld? Het delegatiebeleid is niet anders dan bij psychiaters. Welke steun ervaar je vanuit het management? Vanuit het management ervaar ik steun in mijn functie met betrekking tot het maken van beleid en ook in het daadwerkelijk voorschijven van medicatie. Op dit moment wordt er binnen Lentis een in‐company training georganiseerd van tien dagdelen voor een grote groep verpleegkundig specialisten, waarmee de deskundigheid en de body of knowledge verder wordt verstevigd en meer eenduidig wordt gemaakt. De generalistische inzet van VS GGZ is echt anders dan de vaak sub‐specialistische inzet van de andere 4 deelspecialismen in de algemene gezondheidszorg. Wat wil je verder nog graag vermelden? Taakherschikking is omgeven met veel zorgvuldigheid. De VS GGZ kennen heel goed hun grens. Het vertrou‐ wen van psychiaters in VS GGZ is gerechtvaardigd door een goede behandeling aan patiënten. De behoefte aan zorg zal alleen maar toenemen waarbij kosteneffectiviteit een steeds grote rol zal gaan spelen. Het is daarom zeer spijtig dat zorgverzekeraars op dit moment hun eigen regels schrijven en de remmende factor zijn in een ontwikkeling die maatschappelijk zeer gewenst is en als zeer positief wordt ervaren.
Dirk, heel erg bedankt voor dit interview!
8
Wist u….? Dat uit de nulmeting bleek dat PAs en VSen anders dan hun begeleidende artsen antwoordden op onderstaande stelling?
Ik zou het in mijn werk kalmer aan willen doen. % 60 48,3
50
37,1
40
31
30 20
27,6
25,3
PA + VS
14,9
Arts
9,2
10
2,3 3,4
0,9
0 Helemaal Mee oneens Deels mee mee oneens oneens, deels mee eens
Mee eens
Helemaal mee eens
Tenslotte…….
Wij zijn altijd op zoek naar professionals die in de nieuwsbrief iets willen vertellen over hun ideeën/ ervaringen met betrekking tot voorbehouden handelingen. Voor de volgende nieuwsbrief zouden we graag een Physician Assistant aan het woord laten. Dus meld je aan om jouw ervaringen te kun‐ nen delen met anderen.
Contactgegevens: Monique Bessems, onderzoeksassistent Maastricht UMC+, RVE Patiënt en Zorg, locatie MECC Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht 043‐3874418
[email protected]
9