19
Nieuwsbrief
Deze Nieuwsbrief is een uitgave van de Kinder- en Jongerentelefoon Jaargang 6 – nummer 19 – december 2006
Zelfverwonding
:
een schreeuw om hulp
E
en thema dat kan tellen bij de start van het nieuwe jaar. We zijn echter van mening dat het hoognodig is om hierover informatie te verspreiden, want uit de gesprekken met jongeren blijkt duidelijk dat zelfverwonding steeds vaker voorkomt. Vooral in de chatgesprekken en emailberichten die KJT met jongeren heeft komt het onderwerp dikwijls ter sprake.
Sinds kort zijn er concrete cijfers bekend over het voorkomen van zelfverwonding bij Vlaamse jongeren. De Eenheid voor Zelfmoordonderzoek van de Universiteit Gent rondde namelijk in 2006 een grootschalig onderzoek af bij jongeren tussen 14 en 17 jaar: CASE- studie (Child and Adolescent Selfharm in Europe). Hieruit blijkt dat jaarlijks naar schatting 7% van de jongeren tussen 14 en 17 jaar zichzelf opzettelijk beschadigt (jongens 4%, meisjes 10%). Naar schatting één op honderd jongeren heeft dit ooit in zijn of haar leven gedaan. Bijna 40% van de jongeren die aangaven dat ze zichzelf ooit beschadigden, noteerde dat ze dit meerdere malen hadden gedaan. Over het fenomeen zelfverwonding op zich is nog niet veel bekend en het is een onderwerp dat veel vragen oproept bij ouders, leerkrachten en andere betrokken personen.Weinigen weten wat ze kunnen doen als ze geconfronteerd worden met leerlingen die zichzelf verwonden. Toch is het belangrijk dat er iets gedaan wordt om deze leerlingen te helpen. Dit kan het beste als hun zelfbeschadigend gedrag nog niet zo lang bezig is. Het is van vitaal belang dat leerkrachten en ondersteunend personeel in het onderwijs vroegtijdig signaleren dat leerlingen zichzelf verwonden. Leerkrachten informeren zich best naar welke personen op school, CLB of extern doorverwezen kan worden. Uit de levensverhalen van ervaringsdeskundigen blijkt namelijk dat de school een belangrijke rol kan vervullen in het vroegtijdig signaleren van zelfbeschadigend gedrag.
Secretariaat Kinder- en Jongerentelefoon Hallepoortlaan 27 1060 Brussel Tel: 02/534 37 43
[email protected] htpp://www.kjt.org
Voor kinderen en jongeren
102 elke dag van 16 tot 22u (behalve op zon- en feestdagen)
[email protected] www.kjt.org
Redactie Hallepoortlaan 27 1060 Brussel
[email protected] Vormgeving:
[email protected]
Hey ik ben een “Hey, ik ben een meisje van 12 jaar en zit in h Jongeren meisje Ik heb een groot probleem: mijn beste vrien
mijn beste vriend krast
van zijn polsen doet hem goed zegt hij ! Ik wi overtuigen dat dat niets uithaalt zodat hij st
E
r bestaan veel termen om het gedrag van mensen die zichzelf pijn doen of beschadigen te benoemen. De meest courante termen zijn automutilatie, zelfverminking, zelfverwonding, auto-agressie, zelfmisbruik, zelfverwonding, zelfdestructief gedrag. Vaak wordt het krassen of snijden genoemd, omdat dit de meest voorkomende wijze is waarop iemand zichzelf pijn doet. Zelfverwonding kan vele vormen aannemen: van krassen en ergens tegen slaan tot zichzelf snijden of branden. De ernst van de zelfverwonding kan variëren van lichte tot ernstige beschadigingen, maar gewoonlijk heeft iemand die tot zelfverwonding overgaat niet de bedoeling om zelfmoord te plegen. Eerder wil men zelfdoding voorkomen, niet langer denken aan de emotionele pijn, of het leven in het algemeen ‘draaglijker’ maken.
Hoeveel jongeren in Vlaanderen? In Vlaanderen heeft De Eenheid voor Zelfmoordonderzoek van de Universiteit Gent in 2001 een grootschalig onderzoek gedaan bij 4500 jongeren tussen 14 en 17 jaar naar het voorkomen van opzettelijk zelfbeschadigend gedrag, in het kader van het Europese CASE- onderzoek (Child and Adolescent Selfharm in Europe). De term ‘opzettelijk zelfbeschadigend gedrag” - die in deze studie wordt gehanteerd - omvat een waaier aan gedrag. De meest ernstige vormen zijn sterk aan zelfmoord gerelateerd, mildere vormen gaan samen met andere reacties op emotionele pijn.
Uit deze studie blijkt dat jaarlijks naar schatting 7% van de jongeren tussen 14 en 17 jaar zichzelf opzettelijk beschadigt. Dit gedrag komt meer voor bij meisjes (10%) dan bij jongens (4%). Naar schatting één op honderd jongeren geeft aan dit ooit in zijn of haar leven gedaan te hebben. Bijna 40% van de jongeren die aangaven dat ze zichzelf ooit beschadigden, noteerden dat ze dit meerdere malen hadden gedaan. Meisjes beschadigen zichzelf meer dan jongens. Ongeveer 2/3 van de jongeren die zichzelf beschadigen geeft aan dit te hebben gedaan door middel van snijden of krassen. Uit de beschrijvingen blijkt dat hierbij vooral een mes wordt gebruikt, maar ook wel een glasscherf, schaar, passer, scheer- of stanleymesje. Andere manieren van zelfverwonding zijn teveel pillen innemen (26%), zichzelf slaan en alcohol of drugs innemen (alle ongeveer 4%).
Zelfbeschadigend gedrag is geen automutilatie wanneer de primaire bedoeling is: - seksuele voldoening - lichaamsdecoratie (piercing, tatoeage) - spirituele verlichting via ritueel - erbij behoren of cool zijn
Deze Nieuwsbrief is een uitgave van de Kinder- en Jongerentelefoon I Jaargang 6 I nummer 19 I december 2006
het eerste middelbaar. nd krast zich… het snijden il hem proberen te topt…”
zich ...
Mythes/vooroordelen Zelfbeschadigend gedrag is om ‘aandacht vragen’, je kan dit het beste negeren. Jongeren beschadigen zichzelf vooral als ze alleen zijn en op lichaamsdelen die niet zichtbaar zijn voor anderen. Ze slagen er vaak ook lange tijd in om het verborgen te houden voor de buitenwereld. Het kan gezien worden als een complexe ‘vorm van communiceren vanuit machteloosheid’. Via het krassen of snijden aangeven hoe rot je je voelt. Ze zenden een signaal uit en dit negeren is doen alsof je geen signaal ontvangen hebt.
Mensen die snijden/krassen willen zelfmoord plegen. Het idee dat zelfverwonding gerelateerd is aan zelfmoord, is beangstigend voor veel mensen. De grote meerderheid van jongeren die zichzelf snijden of krassen hebben niet de intentie om een einde te maken aan hun leven. Ze zoeken naar een manier om zich staande te houden en om te gaan met pijnlijke gevoelens en situaties.
Nieuwsbrief
19
beschadiTiener gen
Waarom besch
Waarom beschadigen Jongeren verwonden zich niet zomaar. Dikwijls zijn gevoelens van onmacht, verlating, schaamte en verdriet over pijnlijke gebeurtenissen de aanleiding. Vaak is er sprake van seksueel geweld en/of seksueel misbruik. Maar ook emotionele verwaarlozing, een problematische thuissituatie, eenzaamheid, depressie, een negatief zelfbeeld kunnen de oorzaak van zelfverwonding zijn. “Voor mij betekent automutilatie veel op het moment dat ik het nodig heb. Soms voel ik me helemaal in de war, alsof mijn hoofd helemaal vol zit en door te automutileren raak ik het kwijt. Of dat er allemaal dingen niet lukken, dan word ik boos en kan ik op die manier de agressie kwijt. Het lucht me op of soms, het automutileren zelf niet, maar dan laat het me zo rot voelen dat ik kan huilen en dat haalt soms alle spanning, drang of vreselijke gedachtes die in mij zitten weg. Normaal wil ik graag stoppen met automutileren, want ik vind het vreselijk zo te moeten leven. Ik weet niet of je het wel een leven kan noemen als je jezelf in leven moet houden door jezelf pijn te doen. Ik zou graag gewoon kunnen praten over gevoelens, niet hoeven automutileren als ik me niet goed voel. Want uiteindelijk lost het automutileren mijn problemen niet op en mijn gevoelens zijn maar tijdelijk weg of verdoofd, het komt altijd weer terug, dat weet ik, maar ik wou dat ik daar eens aan dacht op het moment zelf.” (Bron: met toestemming van auteur overgenomen van http:// www.automutilatie-site.nl/)
Risico-factoren Veel mensen die tot zelfverwonding overgaan maakten ooit zeer pijnlijke of schokkende dingen mee die sterke gevoelens van angst, pijn, schuld, woede of hulpeloosheid opwekten. Tegelijkertijd hebben ze het gevoel nergens terecht te kunnen of niet begrepen te worden. Deze ervaringen kunnen te maken hebben met geweld, misbruik, verwaarlozing, ver-
werping, vernedering of het verlies van belangrijke personen. Daardoor voelden ze zich niet langer goed, waardoor het moeilijk werd om gevoelens te uiten en ze onzeker werden in contacten met anderen. Ze raakten opgesloten in zichzelf en voelden zich eenzaam (ondanks het feit dat er misschien een uitgebreide kennissenkring aanwezig was). Dikwijls bleven de onverwerkte gevoelens van pijn, verdriet of woede verborgen achter een vrolijk en schijnbaar probleemloos uiterlijk. De pijnlijke gebeurtenissen waren dan wel voorbij, maar toch had men het gevoel ‘op een tijdbom’ te leven. Als dit laatste ondraaglijk wordt, kan dat uitmonden in zelfpijniging. Verder kunnen moeilijke of pijnlijke ervaringen in het dagelijkse leven de persoon in kwestie helemaal uit het evenwicht brengen. Soms gaat het over eerder ‘banale’ gebeurtenissen. De nieuwe pijnlijke gevoelens komen als het ware ‘boven op’ wat er vanbinnen al zit met zelfverwonding als resultaat. Voor anderen (en soms ook voor de persoon zelf) kan het lijken of de zelfpijniging werd uitgelokt door de huidige situatie alléén. Echter, de zelfpijniging is dan een opeenstapeling van de huidige problemen én de pijn van vroeger.
Waarom doen jongeren aan zelfverwonding? Volgens de meeste jongeren beschadigen veel mensen zichzelf om pijnlijke gevoelens, boosheid en woede, veroorzaakt door spanningen te uiten. Ze doen zichzelf pijn omdat ze niet weten wat te doen en ze zien geen andere uitweg. Voor sommigen geeft zelfverwonding een tijdelijke ontlading van spanning en een gevoel van controle over het leven. Het brengt echter ook andere ernstige problemen met zich mee. Op de vraag welke zaken hen aanzetten tot zelfverwonding, zeggen jongeren dat het meestal samenhangt met: • • • •
gepest worden op school stress en zorgen over schoolwerk en examens zich geïsoleerd voelen niet goed opschieten met ouders of andere gezinsleden • ongezien verdriet (vb. scheiding ouders, overlijden)
Deze Nieuwsbrief is een uitgave van de Kinder- en Jongerentelefoon I Jaargang 6 I nummer 19 I december 2006
hadigen
Nieuwsbrief
jongeren zichzelf • • • • • • • • •
ongewenste zwangerschap onzekerheid over de seksuele identiteit vroegere mishandeling in de kinderjaren fysieke, seksuele of verbale mishandeling zelfverwonding of zelfmoord van een iemand dicht bij hen problemen in verband met seksualiteit etnische, religieuze of culturele moeilijkheden zeer laag zelfbeeld slechte aansluiting bij leeftijdsgenoten
Achterliggende redenen Er zijn verschillende achterliggende redenen waarom jongeren aan zelfverwonding doen. Een opsomming zoals hieronder is waarschijnlijk nog onvolledig.Vaak gaat het ook om een combinatie van redenen of kan het motief verschillen naargelang de situatie. “Belangrijk is dat zelfverwonding niet altijd een gevolg hoeft te zijn van een ernstige of diepgaande persoonlijkheidsstoornis. Door machteloosheid en door machteloos verdriet, kan zelfverwonding een vorm van zijn ‘communiceren’.” (M. Ferber, 2004) Verschillende betekenissen van zelfverwonding: 1. Als zelfbestraffing. Jongeren met een (erg) negatief zelfbeeld beschadigen zichzelf als straf omdat ze menen dat ze het verdiend hebben. Soms kunnen ze hierdoor zelfmoordgedachten opzij schuiven. 2. Om de chaos in hun denken te doorbreken. Jongeren zijn chaotisch in hun denken en proberen dit soms te doorbreken door middel van pijn. 3. Om een ‘leeg’ gevoel te doorbreken. Beter pijn voelen dan niets is een uitspraak van een jongere. 4. Als spanningsontlader. Voor sommige jongeren werkt zichzelf pijn doen als een ontlading voor hoog opgelopen spanning. Achteraf volgt dan een gevoel van ontspanning of opluchting. 5. Als vorm van lichamelijke stimulatie. Een jongere krijgt een lichamelijke sensatie door zichzelf pijn te doen. 6. Als manier om gevoelens te uiten, dikwijls woede of verzet. Het kan gaan om kwaadheid die gericht is op anderen, maar waarvan de jongere vindt dat deze niet kan of mag naar buiten gebracht worden. De kwaadheid kan ook op zichzelf gericht zijn, omdat de jongere ontevreden is over iets wat hij/zij ‘verkeerd’ gedaan heeft. 7. Het omgaan met pijnlijke herinneringen en gevoelens uit het verleden.
8. Het verminderen van negatieve gevoelens. Door zichzelf te snijden of te krassen overstemt de fysieke even de emotionele pijn. Ook de verzorging die achteraf nodig is, leidt de aandacht af van de negatieve gevoelens. 9. Om pijn te verdragen, als macht en controle. Jongeren die zichzelf beschadigen hebben vaak het gevoel dat ze geen controle hebben over de gebeurtenissen in hun leven of dat ze niets waard zijn. Door het zelfbeschadigen krijgen ze opnieuw een gevoel van controle, ze bepalen zelf waar, wanneer en hoe ze zich pijn doen. 10. Als symptoom van een persoonlijkheidsstoornis of een psychiatrisch diagnose.
Niets te maken met zelfmoord willen plegen Zelfverwonding heeft niets te maken met zelfmoord willen plegen. Integendeel, zelfverwonding kan gezien worden als een manier van overleven, terwijl zelfmoord plegen dat absoluut niet is. Veel mensen die zichzelf beschadigen, proberen de situatie draaglijker te maken door zichzelf pijn te doen. Dit kan pijn zijn die op dat moment wordt ervaren, maar ook steeds terugkomende vervelende herinneringen of verdriet. In het CASE-onderzoek maakt men het onderscheid tussen automutilatie en zelfmoordpogingen: automutilatie is vaak repetitief en chronisch, leidt tot oppervlakkige wonden en functioneert vaker als spanningsreducerend gedrag. De spanningsvermindering bij automutilatie staat tegenover de “suïcidale intentie” bij zelfmoordpogingen; door velen gedefinieerd als de “wens om te sterven”. De laatste jaren wordt zelfbeschadigend gedrag eerder opgevat als een schreeuw van pijn, dan als een kreet om hulp. Wat zorgt ervoor dat het gedrag blijft bestaan? Vaak werkt zelfverwonding verslavend en kan de jongere er achteraf niet meer mee stoppen, zelfs al is hun leefsituatie ondertussen verbeterd. Het kan uitgroeien tot een vaste gewoonte, alsof het deel gaat uitmaken van de persoon zelf.
19
Signalsignalen en1215
Signa
Signalen
V
aak geven jongeren die zichzelf verwonden non-verbale signalen. Het is goed te bedenken dat de volgende signalen mogelijk een aanwijzing tot zelfverwonding kunnen zijn, maar ook op iets heel anders kunnen wijzen. Teruggetrokken leerlingen, die geen problemen geven, maar wel problemen hebben, zijn risicoleerlingen. Leerlingen die (te) bovenmatig presteren en weinig deelnemen aan leuke dingen en zichzelf verwaarlozen, moeten in de gaten gehouden worden. Leerlingen die lang blijven hangen na schooltijd en leerlingen die vaak te laat komen, kunnen ook risicoleerlingen zijn. Leerlingen die vaak met hun gedachten afdwalen en achteruitgaan met prestaties en aan plotseling concentratieverlies lijden. Leerlingen die extreem afvallen verdienen aandacht. Maar leerlingen die zichzelf overstemmen, de clown uithangen, kunnen ook problemen proberen te verbergen. Ook opvallend veel om aandacht vragen, positief of negatief, kan een signaal zijn. Meer concrete signalen zijn plots bedekkende kleren dragen, mouwen over de handen trekken, terloops beschadigde huid laten zien of zich vaak terugtrekken op de wc. Vaak gebeurt het dat vrienden of medeleerlingen de verwondingen opmerken en dit signaleren aan hun ouders of een leerkracht. Ook KJT krijgt veel oproepen van bezorgde vrienden of medeleerlingen.
Het belang van vroegtijdig signaleren Uit het Vlaamse CASE-onderzoek blijkt dat: • bijna 50% van de jongeren die zichzelf beschadigen het eens zijn met de stelling: « De meeste jonge mensen die zichzelf beschadigen hadden kunnen tegengehouden worden » • meisjes vaker hulp zoeken of praten er met iemand over dan jongens. Deze hulpvraag richt zich echter zelden tot iemand van het gezin; vrienden hebben duidelijk de voorkeur (50%). 6% van de meisjes en amper 1% van de jongens geeft aan er met een leraar/lerares over gepraat te hebben. er bij 2/3 iemand op de hoogte was, meestal waren dat vrienden en vriendinnen. 26,5% zocht achteraf hulp
Goed nieuws is dat er hoop is voor jonge mensen die aan zelfverwonding doen. Als er tijdig gesignaleerd wordt dat een leerling zich snijdt of krast, kan er iets aan gedaan worden. Hoe eerder het ontdekt wordt dat een jongere zichzelf verwondt, hoe beter er adequate hulp geboden kan worden. Het is namelijk veel makkelijker om er vanaf te komen als de gewoonte nog maar kort bestaat. Gedrag dat je hebt aangeleerd, kan je ook afleren, ook al kost dat soms erg veel inspanning en doorzettingsvermogen. Het hoopvolle is dus dat snijden” gedrag” is en dat je gedrag kan afleren.
Deze Nieuwsbrief is een uitgave van de Kinder- en Jongerentelefoon I Jaargang 6 I nummer 19 I december 2006
Nieuwsbrief
alen Ik ben leerkracht in het 1e tot 3e middelbaar. Twee jaar geleden kwam een leerling van mij me vertellen dat ze het slachtoffer van incest was. Ik heb toen het nodige gedaan voor haar en zij is nu in therapie in het CGG. Maar onlangs viel het me op dat ze witte verbandjes rond haar polsen draagt. Ik vermoed dat het gaat om automutilatie maar ik durf me er niet over uitspreken. Ik vind het nogal riskant om haar te benaderen en twijfel daar ook een beetje aan. Ik merk, ondanks het feit dat ze geen les meer heeft van mij, dat ik belangrijk ben voor haar. Waarschijnlijk omdat ook ik haar ‘geheim’ meedraag. Als ze me voorbijloopt is het alsof ze smeekt om een glimlach van mij. Soms vergeet ik haar in de drukte en ik vrees dat dat haar geen goed doet. Moet ik naar haar toestappen of beter niet?
?
19
?
Signal signalen
leerkra
Wat kunnen leerk Aanpak Het is zelden zo dat jongeren het ene moment aan snijden denken en het volgende moment dat ook doen. Het vooruitzicht erop biedt al enige rust en kalmte. De tussenliggende tijd kan gebruikt worden om of het snijden uit te stellen, of iets anders te gaan doen. Karen Conterio en Wendy Lader noemen dit veelzeggend : ‘the window of opportunity’. Die tijd geeft de gelegenheid om de spanning op een andere manier te verminderen, de dissociatie een halt toe te roepen, de erkenning van het onrecht te starten en ander gedrag toe te passen. Vanzelfsprekend moeten jongeren die zichzelf verwonden dit leren. Hier ligt, naast het verkennen van de onderliggende pijn, een taak voor een leerlingbegeleider.
Reactie leerkracht/ begeleider Het is goed je te realiseren dat mensen, dus ook vertrouwenspersonen en leerkrachten, geschokt en angstig kunnen worden als ze met zelfverwonding geconfronteerd worden bij een leerling. Erover praten en lezen helpt. Na de aanvankelijke schok helpt het om jezelf de vraag te stellen :Wat wil de leerling hiermee duidelijk maken? Welke kreet om hulp wordt hier gedaan? Hoe kan ik dit gedrag vertalen in een vraag? Wanneer, waarom en hoe zijn belangrijke vragen. Wat zijn de momenten waarop de gedachten om te snijden sterk bij je opkomen? Wat is de aanleiding tot die gedachte? Wat heeft iemand nodig om die gedachten om te buigen? Wat kan iemand zelf doen om zich beter te voelen? Wat verwachten jongere van de school? Hoe en op welke manier willen jongeren geholpen worden? Willen ze geholpen worden?
Wat kan de school doen? Zorgen dat er iemand aanwezig is die moeilijke gesprekken met leerlingen kan voeren, iemand die de rol van leerlingbegeleiding op zich neemt én de mogelijkheid om zich hierin te bekwamen stimuleren en/of aanbieden. Zorgroute in school: 1. Kies een actieve benadering om in gesprek te komen met de leerling 2. Inventariseer door middel van gesprekken de situatie van de leerling Denk hierbij aan: a) kies een veilige weg, bijvoorbeeld via schoolonderwerpen b) wees betrokken, maar houd voldoende afstand c) beloof geen geheimhouding, ga samen de mogelijkheden na d) bekijk samen het netwerk van de leerling. Ga na of er steun in het netwerk is e) benadruk dat de leerling niet de enige is die somber is f) bespreek vooraf alle stappen die je gaat nemen met de leerling 3. Overleg eventueel met deskundigen: CLB, huisarts. Dit kan ook anoniem. 4. Laat de ouders weten dat je je zorgen maakt, nadat je de thuissituatie hebt ingeschat en het met de leerling hebt overlegd 5. Deel je verantwoordelijkheid met één van de leden van het team. Maak één persoon tot aanspreekpunt, voor de leerling, ouders en leerkrachten 6. Begeleid indien nodig, de leerling naar externe hulpverlening. Laat je op de hoogte houden. Zorg voor terugkoppeling en richtlijnen in school. Bron: Signalenkaart voor mentoren en docenten, gemeentelijk project ‘Aan de grenzen’, GGD Den Haag
Deze Nieuwsbrief is een uitgave van de Kinder- en Jongerentelefoon I Jaargang 6 I nummer 19 I december 2006
Nieuwsbrief
achten
rkrachten doen ? Het is belangrijk om te beseffen dat het gedrag gericht is op overleving !
Wat kan een vertrouwenspersoon of leerlingbegeleider doen? • Maak zelfverwonding bespreekbaar. Hoe langer de jongere in het geheim zichzelf blijft verwonden, hoe moeilijker het wordt om hem of haar nog te helpen. Je kan dit doen door bij jonge-
ren die ernstige emotionele problemen lijken te hebben vragen te stellen als : “Wat doe jij als je verdrietig, somber, kwaad, enz. bent?” Of “Sommige jongeren doen zichzelf wel eens pijn als ze zich rot voelen. Wat doe jij?” • Als een jongere je vertelt over zijn zelfverwondend gedrag, word dan niet kwaad, wijs de jongere niet af, toon je teleurstelling niet. De jongere voelt zich anders nog schuldiger, minder waard en gaat daardoor misschien nog meer krassen.
?
19
Signal signalen
leerkra
Wat kunnen leerk • Hou het hoofd koel, maar de relatie warm • Toon begrip. Zie het als een manier om met ondraaglijke situaties en ondraaglijke gevoelens om te gaan. Interpreteer zelf niet teveel maar vraag wat de zelfverwonding voor de jongere betekent en probeer dat te begrijpen. • Toon oprechte bezorgdheid. Zeg bvb “ik heb de indruk dat het niet goed met je gaat en ik maak me daar zorgen over, kan ik jou ergens bij helpen?”. Stel jezelf kandidaat als ‘ luisterend oor’ voor achterliggende problemen maar forceer dit niet. Maak het ook niet erger dan het is. • Vraag niet expliciet om de wonden/littekens te mogen zien. Vaak zijn jongeren hier beschaamd over. • Voel je zelf niet al te verantwoordelijk! Hier is geen sprake van ‘schuldigen’. Sommige jongeren zeggen zelf dat ze eigenlijk geen redenen hebben om ongelukkig te zijn.Vermoed je dat je als ouder, leerkracht of vriend(in) mee de oorzaak van de spanningen bent, probeer dan tot een open gesprek hierover te komen. • Toon respect voor de jongere, geef complimentjes over dingen waar hij/zij goed in is. • Vraag of hij/zij ook nog andere manieren kan bedenken die hem/haar door die moeilijke momenten heen helpen. Vraag wat ooit al eens geholpen heeft. Laat de alternatieven zoveel mogelijk van de jongere zelf komen.
Dingen die de leerling kan doen bij drang - in een kussen slaan - joggen, fietsen, dansen, meezingen met muziek, traplopen, skeeleren, … dingen waarvoor je energie nodig hebt ! - aanwezigheid van anderen opzoeken - gedachten en gevoelens opschrijven - de spanning via de vingertoppen laten wegvloeien door iets in de handen te nemen (vb. steentje) - elastiekje om pols om zichzelf een beetje pijn te laten voelen - zichzelf belonen als er een dag zonder zelfverwonding is - de moed niet opgeven als het stoppen niet meteen lukt, probeer opnieuw te stoppen www.automutilatie-site/nl
• Toon waardering voor alle goeie manieren die de jongere toepast om met deze gevoelens en situaties om te gaan (bv. in bad liggen, door de regen fietsen, luid roepen, op een kussen slaan, huilen, plastic flessen vermorzelen enz…) (zie kader). • Je kan niet eisen dat de jongere direct stopt met het zelfverwondend gedrag. Dit zou er voor kunnen zorgen dat ze stiekem verder doen en geen hulp meer wensen! Stoppen met zelfverwondend gedrag is niet makkelijk! Jongeren kunnen pas stoppen (of het beperken)als ze ondervinden dat de alternatieven voor het krassen ook een beetje helpen (al helpen ze vaak minder goed dan het krassen zelf!) en als ze zich ook beter in hun vel beginnen te voelen (en dat kan een tijdje duren!) • Bespreek vooraf alle stappen die je zal nemen. • Vaak zal verdere hulp nodig zijn. Meestal worden deze jongeren niet graag direct doorverwezen naar een hulpverlener. Geef hen niet het gevoel dat je van hen af wilt, want vaak ze zijn extra gevoelig voor afwijzing. Zorg voor een ‘warme’ overdracht naar de hulpverlener dwz ga eventueel de eerste keer mee en houd als leerkracht of vriend achteraf ook nog contact met de jongere indien die dat wenst. Dit ‘warme’ contact is minstens even belangrijk als de beste therapie!!! Je kan voor professionele hulp terecht bij de maatschappelijk assistent of psycholoog van de school of van het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding). Soms is ook psychiatrische hulp nodig. • Vraag de hulpverlener feedback en richtlijnen te geven voor de school. • Verzamel informatie over het onderwerp, laat je voorlichten. • Zorg als begeleider voor eigen steun en feedback van een deskundige. (Bron : Nadine Callens)
« Achteraf hebben zelfbeschadigende leerlingen mij laten weten dat ze blij zijn geweest dat ik hen heb benaderd.Vaak hadden ze de moed niet om er zelf over te beginnen. De begeleiding hebben ze als zorg ervaren. Het heeft hen soms tegengehouden om zichzelf wat aan te doen. Het allerbelangrijkste vonden ze dat ze gehoord en gezien werden!” (M. Ferber, vertrouwenspersoon voortgezet onderwijs)
Deze Nieuwsbrief is een uitgave van de Kinder- en Jongerentelefoon I Jaargang 6 I nummer 19 I december 2006
Nieuwsbrief
achten
rkrachten doen ? Meer informatie/ geraadpleegde literatuur Websites http://www.automutilatie-site.nl/ http://www.angelfire.com/rpg/automutilatie/index2.htm
Boeken • “Krassende leerlingen : signaleren en begeleiden van automutilatie in het voortgezet onderwijs”, Rinie Roosenboom-van Seters te bestellen via http://www.orthoconsult.nl/bestelbottom.html • “Zelfverwonding bij jongeren: Gids voor ouders, leerkrachten, leerlingenbegeleiders en vrienden”, Nadine Callens, Uitg. Garant, 2006
Artikels • Het is een soort praten zonder woorden, juf (M. Ferber, Epidemiologisch bulletin, 2004, 39, nr 4) • Automutilatie in de kinder-en jeugdpsychiatrie vraagt om een zorgvuldige behandeling (B.Van Putten, ’t Vakblad 2001 • Zelfverwonding: informatie voor patiënten (H. Claeys, http://www.alexianentienen.be) • Zelfbeschadigend gedrag bij adolescenten in Vlaanderen (L.Van Rijsselberghe, G. Portzky, prof. dr. C. Van Heeringen, Eenheid voor Zelfmoordonderzoek, U Gent, 2006)
Boekentips voor jongeren + 11 “Zwaaien naar de maan”, Cees Van Roosmalen, Uitg. Afijn, 2005 trefwoorden: vriendschap, gepest worden, adoptie, zelfverwonding +13 “Korstmos”, Katrien Vervaele, Uitg. Lanoo, 2006 trefwoorden: gevoelens, zelfverwonding + 13 “Krassen”, Shelley Stoehr, Uitg. Gottmer, 1999 trefwoorden: zelfverwonding + 13 “Krassen”, Annie G. Bijnoord, Uitg. Unieboek trefwoorden: zelfverwonding + 14 “Krassen”, Elle van den Bogaart, Uitg.Van Holkema & Warendorf, 2004 trefwoorden: zelfmoord, zelfverwonding, verliefd + 14 “Op de zere plek”, David Hill, Uitg. Facet, 2005 trefwoorden: school, vriendschap, zelfverwonding
19
Affiche Vlaamse Week tegen Pesten
Met de steun van de Vlaamse Overheid