Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 Geachte relatie, Het succes van innovatie staat of valt vaak met betrokkenheid van gebruikers. Een speerpunt van het werk van Dialogic richt zich op het zichtbaar maken van de gebruiker van innovatie. Dit doen we bijvoorbeeld door te meten hoe de gebruikers tegen een bepaalde vernieuwing aan kijken, door gebruikers in interactieve workshops mee te laten denken over vernieuwing of door gebruikers hun activiteiten en ervaringen met bepaalde (nieuwe) toepassingen in een dagboek te laten vastleggen. Dialogic heeft in de afgelopen jaren veel ervaring opgebouwd met gebruikersonderzoek. In deze nieuwsbrief staan deze gebruikersprojecten en de daarbij gehanteerde methoden centraal. Webenquêtes Onder het motto 'Meten is weten' verzamelt Dialogic regelmatig cijfers over het gebruik en het effect van innovaties. Onderzoek naar de vraagkant richt zich op de wensen en verwachtingen van gebruikers van nieuwe technologieën en innovaties, maar ook op de penetratie van nieuwe technologieën in allerlei sectoren van de samenleving. Voor dit soort onderzoek ontwikkelt Dialogic meestal eigen meetinstrumenten waarin de samenhang van indicatoren centraal staat. We maken bij gebruikersonderzoek veelvuldig gebruik van webenquêtes. Het voordeel van een online enquête is dat ze snel inzetbaar is, relatief laagdrempelig en minder kostbaar dan een „gewoon‟ enquêteonderzoek. In vergelijking met „gewone‟ enquêtes biedt een webenquête ook betere mogelijkheden om tijdens het onderzoek nog bij te sturen. Uit onze uitgebreide ervaring met webenquêtes is gebleken dat het vaak nodig is de vragenlijst aan te passen om
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
effectief te zijn. Het gaat bijvoorbeeld om wijzigingen in het aantal vragen, de aard van de vragen, de routing van de vragenlijst en de omzetting van de respons in een hanteerbare database voor de analyse. Dagboek- en logboekonderzoek Dagboek- en logboekonderzoek bieden de mogelijkheid om de kwantitatieve gegevens n.a.v. een (online) enquête aan te vullen met waardevolle achtergrondinformatie van een kleinere groep gebruikers. Dagboekonderzoek Met dagboekonderzoek wordt feitelijk gedrag in een digitaal dagboek of een papieren versie vastgelegd. Analyse van het feitelijk gedrag leidt tot een verdiept inzicht in gedragspatronen van gebruikers. Dialogic heeft uitgebreide ervaring met deze methode opgedaan in de terugkerende onderzoeken naar Breedband en de Gebruiker waarbij het internetgedrag van een deel van de respondenten gedetailleerd in kaart gebracht werd. Ten tweede werd de deelnemers gevraagd welke wensen en ergernissen gepaard gingen met de verrichte activiteiten. Sinds 2003 is het dagboekonderzoek naar de breedbandgebruiker uitgebreid met een 'kwestie van de dag' waarop de deelnemers vrij kunnen reageren. Zij worden gevraagd naar hun mening over specifieke (toekomstige) toepassingen of een bepaald thema: beeldcommunicatie, online kaartjes bestellen, weblogs, WiFi, computercriminaliteit, e-zorg enz.
[email protected]
Inzicht in de dagelijkse gebruikspatro-
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 nen, de daarbij behorende ervaringen en de ideeën van gebruikers zijn belangrijk bij het onderkennen van de mogelijkheden, beperkingen en wenselijkheid van breedbandverbindingen en – toepassingen.
net te publiceren. Om te toetsen of deze doelen ook gerealiseerd worden, zijn gebruikersonderzoeken van belang. Hierbij is in het verleden gebruik gemaakt van de expertise van Dialogic.' Meerwaarde
Logboekonderzoek Een afgeleide van het dagboekonderzoek is het logboekonderzoek. Met dit instrument willen we niet zozeer op dagelijkse basis meten wat een gebruiker van een innovatie doet, maar veel meer welke paden iemand bewandelt als hij een vraag heeft. Het idee is om per activiteit te focussen op het proces en op de beleving van de gebruiker. In een onderzoek naar de transparantie van overheidsinformatie (Dialogic, 2005) kregen de respondenten bijvoorbeeld zoekopdrachten voorgelegd om overheidsinformatie te vinden op internet. Vervolgens krijgen zij over deze opdrachten vragen m.b.t. het zoekpad, de duur van de zoektocht, de waardering van de gevonden informatie en - indien van toepassing - wat de redenen kunnen zijn van het niet vinden van de informatie.
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
Ila Bujar van opdrachtgever Advies Overheid.nl benadrukt het belang van gebruikersonderzoek om bruikbare resultaten te verkrijgen: 'Advies Overheid.nl werkt aan een transparante overheid door overheden er in te ondersteunen informatie op internet te publiceren. Echter, zo maar alle voormaals papieren informatie op internet 'storten' maakt de overheid niet transparanter maar juist minder transparant. Burgers zien door de bomen het bos niet meer. Advies Overheid.nl ontwikkelt modellen en standaarden om informatie gestructureerd, toegankelijk en vindbaar op inter-
De ervaring leert dat de dag- en logboekmethode enkele voordelen hebben boven andere methoden wat betreft het verzamelen van kwalitatieve detailinformatie over activiteiten:
Accurate dataverzameling: omdat de respondenten weinig aanspraak hoeven te doen op hun (selectieve) geheugen, worden accurate gegevens verzameld. Daardoor is de kans kleiner dat ervaringen met de activiteiten worden over- of onderschat (in duur, frequentie, ergernissen enz.) in vergelijking met bijvoorbeeld een enquête.
Rijke en kwalitatieve informatie: ten opzichte van een enquête leveren dagboek- en logboekonderzoek rijkere en meer kwalitatieve data op: de verhalen achter de cijfers.
Werkelijke omgeving: respondenten voeren het onderzoek thuis of op het werk uit. Dit heeft voordelen boven een onderzoeksopzet waarbij de respondenten in een testomgeving zitten en zich „bekeken‟ voelen.
Dataverzameling: de data worden direct digitaal verzameld en zijn daardoor relatief eenvoudig en gestructureerd te analyseren.
Enthousiaste respondenten: respondenten zijn over het algemeen erg enthousiast over deelname aan dagboekonderzoek. Daarmee wordt voorkomen dat mensen een vragenlijst invullen „op de automatische piloot‟. De kwaliteit van de data is gediend met gemotiveerde respondenten.
Elektronisch Vergaderen Vernieuwing komt vaak tot stand in een samenspel tussen aanbieders (van vernieuwing) en gebruikers die behoefte hebben aan een (vaak vernieuwende)
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 oplossing voor een probleem. Een veelbeproefde methode die gebruikers optimaal de ruimte geeft om mee te denken en mee te praten is een Elektronische VergaderSysteem (EVS). De methode is geschikt voor een groep van 10 à 20 personen en levert een grote, gevarieerde output op. In betrekkelijk korte tijd (een of twee dagdelen) is een grote mate van interactiviteit mogelijk; de sessies hebben een hoog democratisch gehalte en worden direct schriftelijk vastgelegd. Een elektronisch vergadersysteem is een lokaal computernetwerk met software die speciaal ontwikkeld is om groepsprocessen en -taken te ondersteunen, zoals brainstormen, discussie en besluitvorming. Aan de basis ligt doorgaans een vooraf goed voorbereide set vragen. Maar behalve de individuele beantwoording hiervan, reageren de deelnemers aan een EVS op elkaar: iedere inbreng wordt voor iedereen zichtbaar en kan becommentarieerd en aangevuld worden en - niet zichtbaar voor de anderen gebruikt worden om de eigen gedachten over het thema te vormen.
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
Behalve de interactie, is het hoge democratische gehalte kenmerkend voor een EVS. Deelnemers kunnen hun bijdrage anoniem en te allen tijde geven. Mensen die minder (denken te) weten of normaal gesproken niet zo snel hun mening naar voren brengen, komen evenzeer aan bod. Dit maakt een EVS bij uitstek geschikt voor het samenbrengen van diverse partijen: een discussie tussen beleidsmakers en burgers bijvoorbeeld, tussen deskundigen en gebruikers.
[email protected]
Tot slot is het natuurlijk een voordeel
dat direct na afloop van de bijeenkomst een gestructureerd verslag met de gebundelde resulaten beschikbaar is. Literatuur:
Bongers, F.J. (2001). “Elektronische vergadersystemen: een innovatie in interactieve beleidsvoering”. In: Openbaar Bestuur, jrg. 11, nr. 2, pp. 11- 15.
Bongers, F.J. & J.L.A. Geurts (2004). 'Publieke Besluitvorming en ICT'.
(De definitieve versie verscheen in: Lips, M., V. Bekkers, W. van de Donk & A. Zuurmond (red.), ICT en Openbaar Bestuur: Implicaties en uitdagingen van technologische toepassingen voor de overheid . Utrecht: Lemma. pp. 215236.) Interactie met de gebruiker Via allerhande interactieve methoden wil Dialogic de gebruiker betrekken bij het veranderings/vernieuwingsproces. Interactieve methoden hebben op veel fronten toegevoegde waarde:
betere benutting van beschikbare kennis en ervaring
meer perspectieven
meer transparantie
meer leren van elkaar
groter draagvlak
kleinere afstand tussen aanbieders en vragers
hogere kwaliteit van beleids- en besluitvorming
Op basis van de vraag van onze opdrachtgevers ontwerpen we doorgaans een aanpak die op maat gesneden is, veelal door (interactieve) methoden en instrumenten te combineren. Een overzicht van onze interactieve methoden vindt u hieronder. Interactieve workshops Dialogic organiseert voor haar opdrachtgevers - veelal als onderdeel van een meer omvattend onderzoek- of adviestra-
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 ject - interactieve workshops. Dit type workshops is zo ingericht dat de deelnemers maximaal de gelegenheid krijgen om bij te dragen aan de doelstelling van de workshop, bijvoorbeeld het structureren van een probleem, het inventariseren van mogelijke oplossingen of het selecteren van de 'beste' oplossingen. De inrichting van interactieve workshops gebeurt op maat, zo veel mogelijk rekening houdend met het onderwerp, met de deelnemers en met de setting van de workshop. Interactieve workshops worden vaak gecombineerd met elektronisch vergaderen, scenario's, en brainstormtechnieken. Elektronische VergaderSysteem (EVS) -sessies bieden het voordeel van grote, gevarieerde output en een hoge mate van interactie. Het systeem is bij uitstek geschikt voor brainstormen, discussie en besluitvorming door een heterogeen samengestelde groep van 10 à 15 personen. Alle deelnemers komen in geliijke mate aan bod en kunnen direct op elkaars inbreng reageren.
3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
Inzet van een interactief stemsysteem Als onderdeel van interactieve workshops of processen hanteert Dialogic – naast andere bouwstenen voor de interactie tussen betrokkenen – ook stemsystemen. Vooral bij een groter aantal deelnemers is de inzet van 'stemkastjes' een elegante manier om alle aanwezigen actief te betrekken bij de discussie, meningsvorming, het stellen van prioriteiten of bij de besluitvorming.
Een specifieke interactieve toepassing betreft het interactief ontwerpen en verfijnen van een ontwerp voor een website. Door een basisontwerp voor te leggen aan een groep pilotgebruikers en hun feedback (aan de hand van gebruikersonderzoek, een webenquête of andere interactieve tools) in te zetten voor verbetering van de site, kan in korte tijd een effectief ontwerp worden gerealiseerd.
Bijeenkomsten krijgen door de inzet van een stemsysteem vaak meer dynamiek: de aanwezigen zijn niet „veroordeeld‟ tot een overwegend passieve rol. Actief meestemmen vraagt om actieve stellingname. Door de flexibiliteit van stemsystemen kan ook voortbouwend op het verloop van de discussie gepeild worden hoe de aanwezigen van een bijeenkomst over een bepaald issue denken. De resultaten van een stemming zijn onmiddellijk na het uitbrengen van de stemmen beschikbaar. Het is tevens mogelijk om de resultaten van de stemming te koppelen aan eerdere uitkomsten van een onderzoek of om subgroepen te onderscheiden. Het aantal stemmers is – althans technisch – nauwelijks beperkt. Aangeraden wordt om het interactieve stemsysteem in te zetten bij een groepsgrootte van 50-250 mensen.
Burgerpanels
Gebruikersateliers
Met een burgerpanel kunnen de menin-
Een specifieke vorm van gebruikerson-
Interactief webdesign
Hooghiemstraplein 33-36
gen en ervaringen van burgers over een bepaald onderwerp worden gepeild, of kunnen burgers om advies worden gevraagd over gevoerd of nog te ontwikkelen beleid. Het burgerpanel leent zich goed voor zowel versterking van de betrokkenheid van burgers als verhoging van de kwaliteit van de besluitvorming. Afhankelijk van het achterliggende doel kunnen burgerpanels zowel representatief als op basis van expertise worden samengesteld. Een specifieke vorm van burgerpanels is het online burgerpanel: een dergelijk panel bestaat uit een – doorgaans grotere (tot enige honderden) – groep burgers die via een webenquête regelmatig wordt geraadpleegd over verschillende onderwerpen.
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 derzoek is het gebruikersatelier. Gebruikers of deskundigen worden bijeen gebracht in een atelier of een ontwerpachtige setting om in gezamenlijk overleg te werken aan een ontwerpvraagstuk (vaak gedeeltelijk in kleinere groepjes die zich op deelaspecten van het ontwerp richten). Het kan daarbij zowel om een fysiek als om een conceptueel ontwerp gaan. Ontwikkeling van scenario's Wat zijn scenario‟s? Scenario‟s worden gebruikt als instrument om een visie voor de toekomst te ontwikkelen. Kenmerkend voor scenariostudies is dat er altijd een aantal verschillende toekomstbeelden wordt gepresenteerd. Centraal bij de ontwikkeling van scenario‟s staat het vertalen van onzekerheden waar de organisatie mee wordt geconfronteerd in een aantal toekomstbeelden. Er wordt niet getracht de toekomst zo goed mogelijk te voorspellen, maar de kernvragen of dilemma‟s voor de organisatie te vertalen naar contrasterende scenario‟s.
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
te gaan. Dialogic heeft uitgebreide ervaring met het - interactief - ontwikkelen van scenario‟s over sterk uiteenlopende onderwerpen. Hieronder een greep: de toepassing van technolgieën voor duurzame energie; duurzame stedelijke ontwikkeling; stedelijke revitalisering; stedelijke informatievoorziening op lokaal niveau (bibliotheek van de toekomst); duurzaam verkeer en vervoer, o.a. in Amsterdam 2030; de opzet van een website voor design management; de toekomst van praktijkleren. Verbeelding van strategische keuzes: visualisaties
In strategie- en beleidsworkshops wordt veel gewonnen als de "neuzen" van de deelnemers dezelfde kant opstaan. Vooral als het onderwerp van een workshop nog niet duidelijk omlijnd is en de ideeën van deelnemers breed kunnen uitwaaieren, kan het zinvol zijn gemeenschappelijke richtpunten aan te bieden. Visualisatie is in die gevallen een krachtig hulpmiddel. Hoe kunnen scenario‟s worden ingezet? Om die reden gebruikt Dialogic in visie Dialogic heeft veel ervaring met de ont- workshops vaak verbeeldingen van mowikkeling en toepassing van scenario‟s in gelijke ontwikkelingen, door middel van interactieve workshops. Door deze inter- cartoons, striptekeningen, foto's of fotoactieve benadering, waarbij interactie, montages, in combinatie met grafische terugkoppeling en leren een belangrijke informatiesystemen, etc. Visualisatietechrol spelen, wordt draagvlak voor het be- nieken kunnen in de meeste genoemde leid ontwikkeld. Dit leidt tot een rijker en interactieve methoden worden gebruikt. breder gedragen visievorming. Gebruik van scenario‟s in een interactieve workVirtuele / internetdebatten shop is een goede methode om creatieve Internet biedt uitstekende mogelijkheden ideeën te verzamelen en deelnemers te confronteren met verschillende alterna- om interactieve beleidsvorming te ondersteunen. Onafhankelijk van tijd en plaats tieven. Bovendien zijn scenario‟s een geschikt middel om strategische conver- kunnen deelnemers immers van gedachten wisselen over beleidskwesties. Dialosaties te voeren. gic heeft enkele internetdebatten begeleid en geëvalueerd, bijvoorbeeld voor de In situaties waarin de toekomstige ontprovincies Noord-Brabant en Overijssel wikkeling relatief onzeker is, kunnen en voor Senter (een van de agentschapscenario‟s een handig hulpmiddel zijn pen van het ministerie van Economische om strategische opties te onderkennen. Zaken) en voor de gemeente Nijmegen. Zij geven de belangrijkste kernvragen en onzekerheden weer waarmee de organiOnline Forums satie te maken krijgt. In principe gaat het daarbij om maatwerk. Door sterk Vergelijkbaar met internetdebatten zijn van elkaar verschillende toekomstbeelonline forums. Deze vorm van onderzoek den te ontwikkelen, kan meer grip wor- biedt de mogelijkheid om kwalitatieve den verkregen op de toekomstige ontinformatie te verzamelen over bepaalde wikkeling en de manier om daarmee om thema‟s. Dialogic stelt de te behandelen
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 kwesties op en kan als moderator optre- sies, elektronische vragensessies en deden. monstraties van de nieuwste internetapplicaties. Breedband en de gebruiker Vervolgonderzoek In 2001 startte Dialogic zijn eerste grote onderzoek naar de ervaringen en wensen van (potentiële) breedbandgebruikers: Wat doen/willen mensen met snel internet? Hoeveel zijn ze bereid hiervoor te betalen? Welke belemmeringen ervaren zij? enz. enz. Aan de hand van een grootschalige enquête werden gebruikerservaringen en –wensen op het gebied van breedbandinternet in beeld gebracht. Belangrijke meerwaarde van het onderzoek waren het dagboekonderzoek en de gebruikersbijeenkomsten.
Breedband en de Gebruiker bleek met zijn opzet - een online enquête, dagboekonderzoek en gebruikersbijeenkomsten zeer succesvol. Daarom is het onderzoek in 2003 en 2004/5 herhaald. De snelle ontwikkelingen op het gebied van breedband maakten nieuwe metingen bijzonder interessant. In het onderzoek van 2004/2005 werd bovendien speciale aandacht besteed aan drie breedbandgerelateerde thema's: telewerken, zorg en welzijn. Opdrachtgevers van de uitgevoerde onderzoeken Breedband en de Gebruiker waren onder meer het ministerie van Economische Zaken, Kenniswijk, Gemeente Almere, KPN en Vecai. Momenteel verzamelen we partijen om ook in 2006 een nieuwe meting mogelijk te maken.
Een kleinere groep mensen hield gedurende het onderzoek per dag bij welke internetactiviteiten zij ondernamen op het gebied van informatie, communicatie, transactie en entertainment. Behalve de gedetailleerde registratie van het internetgebruik was er ook volop ruimte voor persoonlijke notities over wensen en ergernissen. Het dagboekonderPublicaties zoek verschafte daarmee verhalen ach Vermaas, K., S. Maltha, F. Bonter de cijfers, een inkijkje in het wel en gers, J. Segers & L. van de Wijnwee van de hedendaagse internetgebruigaert (2005). Breedband en de ker. Gebruiker 2004-2005. Utrecht: Dialogic.
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
Om inzicht te krijgen in de (latente) behoeften van internetgebruikers organiseerde Dialogic gebruikersbijeenkomsten in internetdemonstratiecentrum MediaPlaza (Utrecht). Om (latente) behoeften te peilen is het immers nodig dat de deelnemers zich een voorstelling kunnen maken van de mogelijkheden van breedbandinternet. Twee dagen lang waren er presentaties, brainstormses-
Maltha, S., F. Bongers, K. Schuurman, R. Vandeberg, K. Vermaas & L. van de Wijngaert (2003). Breedband en de Gebruiker 2003. Utrecht: Dialogic.
Maltha, S., K. Schuurman, K. Vermaas, R. Vandeberg, F. Bongers, R. Bekkers & L. van de Wijngaert (2002). Breedband en de Gebruiker. Utrecht: Dialogic.
Breedbandmonitor onderwijs In opdracht van NederlandBreedbandLand (NBL), SURFnet, Kennisnet en ICTopSchool bracht Dialogic in 2005 de stand van zaken met betrekking tot breedband in het onderwijs in kaart. Schoolleidingen, docenten en ICTcoördinatoren uit het primair en voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en vol-
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 wasseneneducatie werden benaderd om een online vragenlijst in te vullen. Momenteel voeren we de monitor opnieuw uit; nieuw is dat we de ervaringen van leerlingen in het onderzoek van 2006 betrekken.
ontwerp van een meetinstrument biedt als voordeel dat de bijbehorende vragenlijst op verschillende momenten in de tijd kan worden ingezet, waardoor een beeld wordt verkregen van de ontwikkelingen. Op dit moment wordt de monitor 2006 nog uitgevoerd; de resultaten komen rond juli, augustus beschikbaar. Publicaties
NederlandBreedbandLand is een nationaal, onafhankelijk platform dat maatschappelijke sectoren stimuleert en helpt 'beter en slimmer' gebruik te maken van breedband. Kennisdeling is daarbij van cruciaal belang. Om het gebruik van breedband(-diensten) in het onderwijs te bevorderen, heeft NBL diverse activiteiten gestart in het onderwijsdomein. SURFnet en Kennisnet werken eveneens actief samen op het gebied van breedband in het onderwijs. Gezamenlijk bieden zij een uitgebreid pakket van diensten aan ten behoeve van het gehele onderwijs, dat wil zeggen van primair onderwijs tot het hoger en wetenschappelijk onderwijs.
Vermaas, K., H. de Groot & S. Maltha (2005). Breedbandmonitor onderwijs 2005. Utrecht: Dialogic.
Vermaas, K., L. Verhagen & C. Zuiderveld (2006). Breedbandmonitor onderwijs. Utrecht: Dialogic. Verschijnt zomer 2006.
Overzicht gebruikersonderzoeken Hieronder vindt u een overzicht van onze recente projecten die gebruikerservaringen en -wensen in kaart brengen en een selectie uit de eerdere gebruikersonderzoeken. Casema Digitale TV
Dialogic voerde voor Casema een online onderzoek uit naar het kijkgedrag, de ervaringen en de wensen van zijn klanten. Centraal staan de voorkeuren voor kanalen en thema‟s en de motivatie om Voor het realiseren van hun (deels over- over te stappen naar digitale tv. Op basis van de resultaten zal Casema bekijken of lappende) doelstellingen haddden NBL, er aanleiding is de zenders of pakketten SURFnet en Kennisnet en Ict op school behoefte aan een nulmeting van het ge- aan te passen aan de behoefte van zijn bruik van breedband in het onderwijs. In klanten. Meer dan tweeduizend Casemaklanten hebben hun mening gegeven en 2005 bracht Dialogic in kaart: hun wensen kenbaar gemaakt. a) de awareness met betrekking tot breedband in het onderwijs b) het gebruik van breedband in het onderwijs c) het draagvlak voor breedband in het onderwijs Hooghiemstraplein 33-36
Trendanalyse
3514 AX Utrecht
Om inzichtelijk te maken hoe het breedbandgebruik zich in het primair en voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie ontwikkelt, heeft Dialogic vorig jaar een meetinstrument ontwikkeld om de veranderingen de komende jaren sectoraal te monitoren. Het
Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
Presentatie
Vermaas, K. & L. van de Wijngaert (Universiteit Utrecht) (2006). Digitale TV van Casema Interesse voor en waardering van zenders. Utrecht: Dialogic. (Niet openbaar)
Website politie Voor het Nederlands Politie Instituut voerde Dialogic een gebruikersonderzoek uit naar de politiewebsite www.politie.nl Door middel van een online enquête is de mening van meer dan duizend bezoekers
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 van de website in kaart gebracht: wat zoeken zij er bijvoorbeeld op en hoe waarderen zij de site? Bovendien heeft Dialogic twee gebruikersbijeenkomsten georganiseerd, waarin bezoekers van de website door middel van een elektronisch vergadersysteem met elkaar en medewerkers van de politie in discussie gingen over de inhoud en de gebruiksvriendelijkheid van de website. Publicatie
Vermaas, K. & F. Bongers (2006). Gebruikersonderzoek Politie.nl. Utrecht: Dialogic.
Publicatie
Bongers, F. & K. Vermaas (2005). Een overheid van glas. Utrecht: Dialogic. Download
Breedbandmonitor Onderwijs Net als in 2005 voert Dialogic ook dit jaar de Breedbandmonitor Onderwijs uit in opdracht van NederlandBreedbandLand, SURFnet, Kennisnet en ICTopSchool. In de monitor wordt de stand van zaken met betrekking tot breedband in het onderwijs in kaart gebracht. Publicatie
Gebruikersonderzoek overheidsinformatie
Vermaas, K., H. de Groot & S. Maltha (2005). Breedbandmonitor onderwijs 2005. Utrecht: Dialogic. De nieuwe breedbandmonitor onderwijs verschijnt zomer 2006.
Het is niet altijd eenvoudig om als klant van de overheid of als deelnemer aan publieke besluitvorming de weg te vinden in het woud van instanties, wetten en regels, producten en diensten en loketten. Voor ICTU heeft Dialogic de ervaringen en wensen van burgers gepeild m.b.t. de transparantie van overheidsinformatie. De centrale vragen in dit onderzoek zijn: Hoe kan het zoekgedrag van de eindgebruiker getypeerd worden? In hoeverre vinden verschillende eindgebruikers overheidsinformatie nu transparant? Welke verwachtingen en behoeften koesteren verschillende eindgebruikers van de transparantie van overheidsinformatie? Wat kan de overheid doen om de mate van transparantie van overheidsinformatie beter te laten aansluiten bij de ervaringen en verwachtingen van eindgebruikers?
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
Het onderzoek behelsde een vragenlijst over het zoeken en vinden van overheidsinformatie op internet onder burgers, bedrijven en overheidsmedewerkers. Ten tweede werd onder de drie doelgroepen een logboekonderzoek uitgevoerd: de deelnemers voerde wekelijks een zoekopdracht uit, beantwoordde vervolgens vragen over het zoekproces en rapporteerden over hun ervaringen, mate van tevredenheid, ergernissen enz.
Breedband en de Gebruiker Onderzoek naar de wensen en ervaringen van (potentiële) breedbandgebruikers, uitgevoerd in 2001, 2003 en 2004/5; staat op het programma voor 2006. Zie verder: Breedband en de Gebruiker Publicatie
Vermaas, K., S. Maltha, F. Bongers, J. Segers & L. van de Wijn-
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 gaert (2005). Breedband en de Gebruiker 2004-2005. Utrecht: Dialogic. Evaluatie nationaal antennebeleid
meente Nijmegen bij het ontwerp van een interactief proces waarin lokale belanghebbenden creatief en innovatief betrokken worden bij de totstandkoming van een nieuw gemeentelijk integraal beeldkwaliteitsbeleid. Tijdens het proces zijn achtereenvolgens georganiseerd: (1) een expert workshop; (2) een webenquête onder bewoners en bezoekers van Nijmegen; (3) inloopavonden; (4) een digitaal debat, en (5) een slotdebat. Het proces is vormgegeven en ingevuld in nauw overleg en samenwerking met de opdrachtgever.
In opdracht van het ministerie van Economische Zaken evalueerde Dialogic het nationale antennebeleid tussen 2000 en 2005. Als onderdeel hiervan zijn vier zoekopdrachten over antennevraagstukken verspreid onder vier groepen van tien vrijwilligers. De zoekopdrachten hadden bijvoorbeeld betrekking op vergunningen voor het plaatsen van antennemasten en antennes en gezondheidsPublicatie vraagstukken. De deelnemers kregen een week de tijd om de zoekopdracht uit Bilderbeek. R. & H. de Groot te voeren. Tijdens het zoekproces beant(2004). Wat vindt u van Nijmegen? woordden zij enkele vragen en regiInteractief beeldkwaliteitsbeleid. streerden zij hun ervaringen in een onliUtrecht: Dialogic. ne logboek. Tevens zijn de uitkomsten van de expertworkshop, enquête, inloopavonden en de debatten beschikbaar. Publicatie
Bongers, F., S. Malths, R. Bekkers, B. Nieuwenhuis, J. Segers, L. Verhagen & M. Fijnvandraat (2005). Evaluatie Nationaal Antennebeleid. Utrecht: Dialogic.
Elektronische overheid: Burgers aan bod
Consultatie in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken naar wensen, verwachtingen en voorkeuren van burgers over de inrichting van elektronische Delft Stadsmarketing overheidsdiensten. Het onderzoek is te Dialogic heeft in maart 2005 voor de beschouwen als een vervolgmeting op gemeente Delft twee workshops over het onderzoek E-government: de vraagstadsmarketing begeleid. Bij beide seskant aan bod. Het onderzoek behelsde sies is ter ondersteuning gebruik geeen enquête onder een representatief maakt van een elektronisch vergaderburgerpanel, waarin zowel internetgesysteem (EVS). Het doel van de workbruikers als niet-internetgebruikers zitshops was het vergroten van het belang ten. Daarnaast organiseerde Dialogic enen de betekenis van stadsmarketing, het kele burgerpanels waar deelnemers met vergroten van draagvlak voor stadsmarelkaar van gedachten konden wisselen keting en het genereren van nieuwe over verschillende facetten van de elekideeën en suggesties voor stadsmarketronische overheid. ting voor de gemeente Delft. Publicatie
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
Bilderbeek, R. & H. de Groot (2005). Stadsmarketing Delft; workshopverslag. Utrecht: Dialogic.
Integrale beeldkwaliteit Nijmegen interactief Ondersteuning en begeleiding van de dienst Stadsontwikkeling van de ge-
Publicaties
Bongers, F., C. Holland, K. Vermaas & R. Vandeberg, m.m.v. C. Janssen (2004). Burgers aan bod. Elektronische overheidsdienstverlening in het perspectief van de vraagzijde. Utrecht: Dialogic.
Een samenvatting van het onderzoek verscheen in Openbaar Bestuur: Bongers, F., C. Holland & K. Vermaas (2004). 'Elektronische
Nieuwsbrief Dialogic juni 2006 overheidsdienstverlening.' Openbaar Bestuur, 14 (11), 17-22. Download Invloed van online videopresentaties
website waarderen. Om deze vragen te beantwoorden is een drieledig meetinstrument ontwikkeld: een kwantitatieve meting, een kwalitatieve meting en een meting via webstatistieken. In de tweede fase is het meetinstrument toegepast in een pilotonderzoek in Nederland.
Dialogic heeft gezamenlijk met Cyburg (Stichting Kennisstad Amsterdam Cyburg) een onderzoek uitgevoerd naar de Publicaties effecten van videopresentaties op de Bekkers R., H. de Groot & R. Bilselectie bij online sollicitaties. Hiervoor derbeek (2002). Design of a pilot hebben babysitters en VMBO-scholieren measurement for European Schooldie een ICT-stage zoeken, videopresennet (EUN). Utrecht: Dialogic. taties gemaakt die door ouders en P&O Bekkers R., H. de Groot & R. Bilmanagers zijn beoordeeld. Het onderderbeek (2002). User needs ands zoek besteedt aandacht aan de vraag in appreciation of the European hoeverre Nederlandse consumenten beSchoolnet: Pilot implementation of schikken over videocommunicatiemiddea multi-approach research metholen zoals webcams en internetaansluitindology in the Netherlands. Utrecht: gen en in hoeverre de Nederlandse conDialogic. sument dus technisch uitgerust is om websites als hetstagebedrijf.nl en microbanenmarkt.nl te gebruiken. We staan stil bij de invloed van videopresentaties op sollicitaties en bespreken het oordeel van de respondenten over de opzet van de sites zelf. De uitkomst van het onderzoek is de lijst van DO‟s & DON‟Ts voor videopresentaties. Publicatie
Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht
Vandeberg, R., K. Vermaas, S. Maltha & F. Bongers (2003). Invloed van online videopresentaties. Selectiecriteria van werkgevers en aanbevelingen voor sollici- Contact tanten. Utrecht: Dialogic. Download Voor meer informatie over gebruikersonderzoek bij Dialogic kunt u contact opneWebsite European Schoolnet men met Karianne Vermaas, Rob Bilderbeek of Frank Bongers. In opdracht van Inspectie van het Onderwijs verrichtte Dialogic onderzoek naar de bekendheid met en waardering Karianne Vermaas, tel. 030-2150593; van de website van European Schoolnet vooral m.b.t. (online) vragenlijsten, dag(EUN). EUN is een Europees samenwer- boek- en logboekonderzoek. kingsnetwerk tussen de Europese minisRob Bilderbeek, tel. 030-2150583; teries van Onderwijs op het gebied van ICT in het onderwijs, dat als doelstelling vooral m.b.t. scenarioworkshops en andere interactieve methoden. heeft om het ICT gebruik in het onderwijs te bevorderen.
Tel. (030) 215 05 60 Fax (030) 215 05 95
[email protected]
In de eerste fase is een methodiek ontwikkeld om te kunnen vaststellen welke doelgroepen door de EUN worden bediend en hoe de gebruikers de EUN-
Frank Bongers, tel. 030-2150592; vooral m.b.t. elektronisch vergaderen en andere interactieve methoden.