Nieuwjaarstoespraak KIVI NIRIA 2012
12 januari 2012
Dames en heren, graag wil ik u in de eerste plaats een zakelijk en persoonlijk buitengewoon goed 2012 wensen.
“We staan aan het begin van een jaar waarvan de analisten en trendwatchers een economische groei voorspellen en een positieve ontwikkeling van de koersen op de effectenbeurzen. Althans voor de meeste sectoren. Wel is de algemene waarneming dat de bouwsector nog wat langer tijd nodig heeft voor een definitief herstel.” Dit was de tekst waarmee ik in januari 2011 mijn nieuwjaarstoespraak begon. Hoe anders is het gelopen. Na de financiële crisis, welke in de Verenigde Staten begon, leek het erop dat de economie een begin van herstel vertoonde. Bedrijven hadden stevig gesaneerd en de al in de tweede helft van 2010 ingezette groei in de meeste sectoren zou, zo verwachten vrijwel alle analisten, doorzetten. We weten inmiddels dat het anders gelopen is. De eerste maanden gaven nog wel een doorgaande herstellijn aan, maar toen sloeg de Eurocrisis in volle heftigheid toe. Het fundament onder de gemeenschappelijke valuta bleek grote scheuren te vertonen. Waar politici in hun, in het verleden gemaakte afspraken inzake het evenwicht tussen staatsuitgaven en – inkomen, elkaar blijkbaar blindelings vertrouwden, bleek dat in een aantal landen niet alleen de afspraken niet waren nagekomen, maar dat er zelfs onjuiste cijfers waren vermeld. In het bedrijfsleven heet zoiets fraude. De gemeenschappelijke munt bleek niet symbool te staan voor een gemeenschappelijk politieksysteem. We kregen een lange periode van discussies, welke vooral gingen over de verdeling van de macht tussen individuele landen en die van de Europese gemeenschap. Een periode vooral waarin vrijwel niets werd ondernomen om de feitelijke oorzaak van de crisis, de begrotingstekorten, op de een of andere manier aan te pakken. Nog altijd hebben de gemaakte afspraken te veel het karakter van ’een beetje hier en een beetje daar’. Maar dames en heren, ik kan u verzekeren; een beetje en een beetje blijft een beetje. De industrie, de motor van onze economie, ziet dit met lede ogen aan. De economie in de hele eurozone blijft, door de politieke onzekerheid achter en er moet geconstateerd worden dat de groeicijfers in de VS, u weet het, waar de eerste crisis begon, die van ons nu overtreffen. Indien dit beeld u doet vermoeden dat ik een pessimist ben, dan is dat onjuist. Vrijwel alle bedrijven hebben de afgelopen periode gebruikt om hun organisaties en processen te
1
Nieuwjaarstoespraak KIVI NIRIA 2012
12 januari 2012
optimaliseren en zullen, bij een aantrekkende markt, snel kunnen reageren. U kunt dat zien bij veel bedrijven. In 2011 betekende dit veelal een lager volume bij een hoger resultaat. Wat echter nodig is voor een opleving, is een terugkeer van het vertrouwen in de politieke besluitvorming. Zekerheid is de basis voor economische ontwikkelingen. Geld moet rollen, banken moeten kredieten kunnen verlenen en overheden moeten díe zaken stimuleren welke een positieve, economische impact hebben. Natuurlijk moet onze nationale schuldenlast niet toenemen, natuurlijk moet de overheid op alle fronten bezuinigen. De 18 miljard die dit kabinet heeft voorgenomen, is in nauw overleg met de bedrijvenorganisaties genomen. De creatie van de topsectoren is daarvan een goed voorbeeld. Voor een eventuele tweede bezuinigingsronde zal buitengewone zorgvuldigheid moeten worden betracht. Het afremmen van investeringen welke juist onze toekomst betreffen zal ons land niet vooruit helpen. Elke nieuwe bezuiniging zal moeten samengaan met een plan waarin we wél moeten investeren. Afgelopen week, gaf president Obama aan, dat hij sterk op de defensie-uitgaven wilde bezuinigen, om, zo zei hij, meer geld te kunnen uitgeven aan ontwikkelingen die ervoor zorgen dat de technologische voorsprong op landen als China en Taiwan, kan worden behouden of zelfs vergroot. Het behouden en verbeteren van je technologische voorsprong; is dat niet het allerbeste doel om de toekomst zeker te stellen? Is dat ook niet de ideologie geweest van Duitsland na de economische dip in 2002? Technologische voorsprong behouden en uitbouwen. Het is eenvoudig gezegd. Maar daar is veel voor nodig. Het beste onderwijs, voldoende mensen die in de techniek willen werken, een adequate beloning, een winnaarsmentaliteit en een aantrekkelijk, uitdagend imago van techniek, om er een paar te noemen. Mag ik even bij het onderwijs beginnen? Gelukkig zien we de laatste twee jaar een lichte toename bij het aantal jongeren dat kiest voor techniek. Maar dat is lang niet voldoende. Er zal verder gewerkt moeten worden aan de modernisering van ons onderwijs. En dat geldt van vmbo en mbo tot de hbo en universitaire opleidingen. Een modernisering die het mogelijk maakt de opleidingen dichter bij de behoeften van het bedrijfsleven te brengen, maar ook om de studies effectiever in te richten. Het was dan ook verheugend in de afgelopen week te horen over het streven van de TU Delft om al haar studierichtingen te
2
Nieuwjaarstoespraak KIVI NIRIA 2012
12 januari 2012
toetsen op een kortere studieduur, met een verbetering van de kwaliteit, door de programma’s onder de loep te nemen en effectiever te maken. Het streven zal moeten zijn om toppers op te leiden en af te leveren. Zelf mocht ik leiding geven aan een commissie die in het afgelopen half jaar een verkenning uitvoerde in het hoger technisch en natuurkundig onderwijs. Behalve de verkenning zelf hebben wij de HBO-raad aanbevolen scherp te kijken naar het portfolio van de hbo-instellingen. Het portfolio zal beter moeten worden afgestemd op de specifieke kennis in een regio en op de behoefte van het regionale bedrijfsleven. Alleen op die wijze zal er een positieve wisselwerking kunnen ontstaan en het kennisniveau op topniveau kunnen komen. Dat betekent echter ook het beëindigen van opleidingen welke niet aan die voorwaarden voldoen. Het is niet meer van deze tijd om, in een klein land, een zo groot mogelijk aantal opleidingen in vrijwel elke hoek van het land aan te bieden. Maatregelen als deze, zullen de kosten verminderen en de effectiviteit vergroten. Het door ons aangegeven doel is dat in 2025, vier op de tien hbo-studenten afstuderen met een technisch beroepsprofiel. Momenteel is dit nog 1.7 op de tien afgestudeerden. Hoewel ik ervan uitga dat onderwijsinstellingen dit thema gezamenlijk adequaat kunnen oppakken, zal toch ook de overheid kunnen bijdragen via de financieringsmodellen. Het aantal studenten zal geen maatstaf mogen zijn. Het gaat om de kwaliteit. En als ik dan nog een tip mag geven aan onze minister en haar staatssecretaris? Overweeg in uw financieringsmodellen om die studierichtingen welke bepalend zijn voor onze toekomstige economische groei, ook gedifferentieerd te behandelen. Techniekstudies wellicht tegen een sterk gereduceerd tarief aanbieden en pretstudies als ‘Vrijetijdsmanagement’ en anderen wellicht iets duurder? Wij hebben staatssecretaris Halbe Zijlstra gevraagd om dit voorjaar op deze en ander thema’s in te gaan op de door KIVI NIRIA, samen met FME georganiseerde ‘Industriepoort’ bijeenkomst in Nieuwpoort. Aan de overige thema´s zoals imago, aanzien en rol in de maatschappij kunnen wij als Koninklijk Instituut Van Ingenieurs KIVI NIRIA het nodige bijdragen. U zult ongetwijfeld hebben vastgesteld dat wij als beroepsorganisatie van ingenieurs wat vaker het politieke debat hebben opgezocht in het afgelopen jaar. Als grote organisatie, met zoveel leden, die een rol vervullen bij kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven, herbergen wij een enorme hoeveelheid kennis en ervaring, waarover wij graag met elkaar discussiëren, maar waarmee wij ook de dialoog met de maatschappij moeten aangaan.
3
Nieuwjaarstoespraak KIVI NIRIA 2012
12 januari 2012
Ingenieurs bouwen aan de toekomst van ons land, maar zullen dit moeten doen in goed overleg met de overheid en andere beroepsgroepen. We hebben ook in 2011 een aantal van dergelijke thema´s beetgepakt. Was in 2010 ‘Energie’ in al haar vormen het jaarthema, in 2011 hebben we ons in het bijzonder bezig gehouden met het thema ‘Slim materiaalgebruik’. In een zeer geanimeerd en goed bezocht jaarcongres heeft een rij van gerenommeerde sprekers aangegeven hoe de schaarste van zeldzame aardmetalen en andere grondstoffen kan worden tegengegaan door hergebruik, door minder gebruik en door gebruik van alternatieven. Dit jaar is ons thema ‘Zorg en Techniek’. Een groep onder leiding van José van Eijndhoven, erelid van KIVI NIRIA, is volop bezig met de voorbereiding van dit thema. Samen met Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) doen we een QuickScan om de rol van techniek in die sector in kaart te brengen. Wij zijn ervan overtuigd dat techniek in al haar vormen een essentiële rol kan en moet vervullen om de gigantische stijging van de kosten van onze zorg af te remmen. Wij krijgen nu al zeer veel positieve reacties op dit jaarthema en er zijn al een aantal activiteiten gepland. Verdere voorbeelden van onze grotere betrokkenheid bij de maatschappelijke thema’s waren in 2011; de Techniektroonrede, kort voor Prinsjesdag en de instelling van de klankbordgroep Maatschappij; een tweejaarlijks overleg met sleutelfiguren uit politiek en bedrijfsleven. Ook onze debatten onder de titel Politiek en Techniek vonden veel weerklank. Bijzonder waren de CEO lezingen, welke werden geïnitieerd door KIVI NIRIA Students Eindhoven. De eerste vier lezingen in Eindhoven met ondergetekende, Gerard Kleisterlee, Eric Meurice en Wim van der Leegte waren een groot succes. In Twente hebben Gerben Edelijn van Thales en ikzelf opgetreden en binnenkort zal Kees van der Graaf van Unilever een lezing geven. Ook in Delft gaat binnenkort de CEO lezingen reeks van start met onder andere Bert Meerstadt van de NS. Nieuw was ook ‘De Dag van de Ingenieur’ waarin we Michael Lansbergen konden vereren met de titel `Ingenieur van het Jaar` en waarin we een nieuw erelid Gert-Jan Kramer konden toevoegen aan de lijst met indrukwekkende namen. Deze dag werd georganiseerd samen met de brancheorganisatie van Ingenieursbureaus, NLingenieurs. Het was ook het jaar waarin we de ingenieurskaart hebben geïnitieerd. Zeer succesvolle congressen als het Kooy Symposium over Cyber Security en het door ons georganiseerde internationale OMAE
4
Nieuwjaarstoespraak KIVI NIRIA 2012
12 januari 2012
congres. Om letterlijk aan te tonen dat wij ons besloten karakter wat meer openstellen naar de buitenwereld, zal het u opgevallen zijn dat onze zware, nauwelijks te openen, voordeur nu, bij uw nadering alleen al, uitnodigend open gaat. En ik kan u ook meedelen dat we het jaar financieel positief hebben afgesloten. Dank derhalve aan bureau en penningmeester voor hun bijdragen. De mensen die mij wat beter kennen, weten dat er altijd een lijst van wensen overblijft en dat is dit jaar niet anders. Wat wij dit jaar gaan beetpakken is de situatie rond onze media. Daarbij zijn betrokken onze gedrukte periodieken Technisch Weekblad en De Ingenieur maar ook de inzet van de digitale media. Diegenen van u die het jubileumnummer van De Ingenieur hebben gelezen zullen gezien hebben dat dit thema niet geheel nieuw is en bijna zo oud is als ons instituut zelf. We moeten ook vaststellen dat het ons in 2011 niet is gelukt dit thema definitief af te ronden. Onze afdeling communicatie en marketing zal worden versterkt. De samenwerking met NLingenieurs is in kaart gebracht en zal dit jaar verder worden uitgewerkt. De al ingezette aandacht voor onze studenten en jonge ingenieurs zullen wij verder intensiveren. Ik noemde al even de CEO lezingen. Ook hbo-instellingen hebben hun interesse kenbaar gemaakt. Maar u bent als KIVI NIRIA-lid of als belangstellende ook aan zet. In het duidelijk maken hoe belangrijk techniek is voor de ontwikkeling van onze economie kunt u een belangrijke bijdrage leveren. Simpelweg om erover te praten, om u te realiseren dat vrijwel alles wat u om u ziet het resultaat is van ingenieurswerk. Het feit dat we André Kuipers live op onze beeldschermen zien, is zo´n staaltje van superieure, technische ontwikkeling. De onderzoeken die hij in het komend half jaar doet, zullen van grote invloed zijn op ontwikkelingen in onze dagelijkse behoeften. Ook bij het jaarthema van 2012 ‘Zorg en Techniek’ zal dat aan de orde komen. Vroeger zei de dorpsomroeper: hoort zegt het voort. Mag ik diezelfde oproep aan u doen, als het gaat over onze technische verworvenheden? Hoort zegt het voort! Vertel uw kinderen, kleinkinderen, buren, vrienden en wie het horen wil, hoe mooi techniek is en hoe belangrijk technologische ontwikkelingen zijn. Het is de beste manier om ook hun toekomst zeker te stellen.”
5